6 minute read

COSA HELPT ZEDENDADERS

Next Article
NIEUWS BINNENLAND

NIEUWS BINNENLAND

COSA HELPT ZEDENDADERS BIJ HUN HERSTEL

Overal in de wereld zitten Nederlanders vast voor zedendelicten: voor verkrachting, aanranding of ontucht, seks met minderjarigen, grooming (virtueel kinderlokken), kinderporno of kinderprostitutie. Het zijn daders die liever geheimhouden waarvoor ze zitten. Áls het bekend wordt wat ze hebben gedaan, zijn zedendaders namelijk van één ding zeker: ze hebben geen leven meer. Je wordt een paria als je een zedendelinquent bent. R. weet er alles van. Hij is vrijwilliger bij COSA, een project van Reclassering Nederland dat zich richt op veilige re-integratie van ex-zedendaders in de maatschappij. R. denkt dat paria nog zwak uitgedrukt is. 'In de gevangenis breekt de hel los als bekend wordt dat iemand vastzit voor een zedenmisdrijf', zegt hij. 'In gevangenissen staan zij onderaan. Ze worden gepest, geslagen, buitengesloten. Medegevangenen haten ze, ook personeel en soms vrijwilligers moeten niets van ze hebben. De agressie die mensen in zich dragen wordt botgevierd op de zedendaders.' Een man vertelde R. dat hij was veroordeeld voor het hebben van kinderporno. 'Hij werd in elkaar geslagen. Het is al erg als je in het buitenland in de gevangenis terechtkomt, dit maakt het nog veel erger. In sommige landen zijn er gevangenissen die speciale afdelingen hebben voor zedendaders, omdat die anders worden mishandeld. Dat zegt al genoeg.'

Advertisement

OP DE BLAREN ZITTEN

Vrijwel iedereen heeft moeite met zedendaders. Niet alleen in de gevangenis. Ook buiten breekt de pleuris uit als bekend wordt dat een ex-zedendader in de buurt komt wonen. Soms worden huizen beklad en mensen weggepest. Een tweede kans

‘JUIST DOOR MET HEN OM TE GAAN, BEVORDEREN WE HET HERSTEL’

Als zedendelinquent sta je er vaak alleen voor, maar heb je ook hulp nodig op weg naar herstel. Vrijwilliger R. neemt het niet op voor hun daden, wel voor de mensen die zij ook zijn. 'Iedereen is zo veel meer dan zijn delict.'

TEKST: Marjolein van Rotterdam

SUCCES

Er is onderzoek gedaan naar het succes van COSA. Gemiddeld bleek 70 procent niet meer in herhaling te vervallen. In Nederland ligt het percentage nog hoger. De afgelopen jaren zijn ongeveer 180 zedendaders begeleid, 96 procent pleegde niet opnieuw een zedendelict.

wordt hun niet gegund. Een uitzondering is COSA. 'Wij verdedigen de daden niet, maar geloven wel in herstel', zegt R. 'Bij COSA leren we mensen dat hun leven niet kapot is: we laten zien dat er een weg terug is. Juist door met hen om te gaan en daardoor hun gevoel voor eigenwaarde terug te geven. Het isolement waarin ex-gedetineerde zedendaders terechtkomen, is ondraaglijk. Hoe kan je herstellen als niemand je ziet staan? Onze drijfveer is herhaling voorkomen. Daarvoor moet je mensen opzoeken. Je ziet dan meteen dat mensen veel méér zijn dan hun misdrijf. Daar ruimte voor maken is iets wat ik iedereen kan aanraden: door je oordeel uit te stellen en echt te luisteren, help je mensen veel meer dan je denkt.' COSA (afkorting van Circles of Support and Accountability; Cirkels voor Ondersteuning, Samenwerking en Aanspreekbaarheid) begon dankzij een Canadese dominee uit het stadje Hamilton. In zijn gemeente kwam een 41-jarige zedendader vrij. Samen met andere burgers wilde hij deze Charlie helpen. Met hen vormde hij een ‘circle of support’. Samen een kring vormen om een voormalige dader heen, bleek te helpen om herhaling te voorkomen. Zo goed dat COSA intussen in tien landen actief is. 'COSA werkt met twee cirkels', vertelt R. 'Een binnencirkel om het kernlid (de exgedetineerde) heen, van drie of vier vrijwilligers, en een tweede cirkel daar weer omheen, met professionals. Zo’n twee tot drie jaar kom je met de binnencirkel elke week bij elkaar. Een coördinator begeleidt alles. De coördinator met wie ik mee samenwerk is geweldig: zij kan elk gesprek in goede banen leiden en gaat toch niets uit de weg.' Een coördinator is er altijd bij als de binnencirkel voor het eerst kennismaakt met het kernlid.

EERSTE KEER

Het eerste kernlid van R. was een oudere man. Iemand die een succesvol leven had gehad, tot hij in een buitenlandse gevangenis terechtkwam na opgepakt te zijn voor seksueel misbruik met een minderjarige. 'Het was een ontzettend aardige man. Gek genoeg verraste mij dat toch nog – ondanks de trainingen die ik had gehad. Je hebt kennelijk, ook al wil je dat niet, een bepaald beeld in je hoofd bij deze daders. Voor de kennismaking was ik nerveus. Het gold ook voor de andere twee vrijwilligers en al helemaal voor het kernlid.' Een voorwaarde voor hulp van COSA is ‘geen geheimen’. De eerste keer vertellen wat je hebt gedaan is eng. Maar het is ook een opluchting om het te doen. 'Deze man had klamme handen. Het zweet stond op zijn voorhoofd. De coördinator stelde wat vragen. Al gauw viel de spanning weg. Het klikte tussen ons. Dat is ook het mooie van COSA, het mag tijdens de bijeenkomsten ook ontspannen en vertrouwd zijn, ook al wordt er geen onderwerp uit de weg gegaan. Er wordt in de cirkels ook gelachen. Deze man vertelde ook over zijn slachtoffers. Toen had ik het wel even moeilijk. Je weet verder dat je een dubbelfunctie

hebt: je bent er niet alleen voor de dader, maar ook voor de samenleving. Als er wat gaande is, móeten we aan de bel trekken. Omdat het om het voorkomen van recidive gaat, wordt er snel gehandeld. Er komt bijvoorbeeld meteen een gesprek met de psycholoog. Dat we die dubbelrol hebben is wel iets dat je jezelf moet blijven inprenten. Terwijl je het gezellig hebt en vriendschap voelt, moet je altijd alert blijven op signalen die wijzen op een mogelijke terugval.'

GRENZEN

Ook vrijwilligers hebben ouders, kinderen, echtgenoten. Ze helpen de mensen die de ergste bedreigingen van hun geliefden hadden kunnen zijn. Waarom doen ze het? 'Ik ben hiermee begonnen omdat de verhalen uit de gevangenis me raakten', zegt R. 'Ik vroeg me af: hoe gaat het met deze mensen als ze terugkeren in de samenleving? Toen hoorde ik iets over COSA op de radio. Iemand vertelde dat zij vrijwilligers nodig hadden. Ik geloof zeer in het idee dat we door om mensen heen te gaan staan, herhaling kunnen voorkomen. Dat je met de kringen een vangnet vormt maar ook een signaalfunctie hebt.' Nieuwe vrijwilligers worden bij COSA professioneel getraind. Ze worden gekozen op hun open blik, ook tegenover zedendaders. Ze krijgen een spiegel voorgehouden: hoe zit het eigenlijk met jouw vooroordelen? Wat is je morele paspoort? 'Mijn eigen oordeel was op het moment dat ik me bij COSA aanmeldde al aan het veranderen', zegt R. 'Eerder dacht ik nooit na over gedetineerden.

Pas toen ik met hen in contact kwam realiseerde ik me dat mensen in de gevangenis ook maar mensen zijn met hun sterke en zwakke kanten zoals iedereen. Het is soms maar net het duwtje de ene of andere kant op, dat bepaalt of je wel of niet een misstap maakt. 'We bewegen allemaal af en toe langs grenzen. We experimenteren, stappen uit onze comfortzone. Dat is ook góed. Als je altijd blijft doen wat je altijd deed, zul je nooit vooruitgang boeken. Maar we moeten ons wel realiseren dat grenzen er zijn om onszelf en de samenleving te behoeden voor ongewenst en schadelijk gedrag. Rond iedere grens ligt een gevarenzone met uitdagingen én risico's. Zelfonderzoek en zelfkennis helpen je de juiste afwegingen en keuzes te maken. De vrijwilligers van COSA bieden je hierbij graag de helpende hand.' ■

HULP NODIG VAN COSA?

Reclassering Nederland richtte in 2009 samen met de Avans hogeschool de eerste cirkel in Nederland op. Intussen heeft COSA een landelijke dekking, nog steeds onder de paraplu van de reclassering. Er zijn 180 cirkels en ongeveer 300 vrijwilligers. Wil je na je detentie graag geholpen worden door COSA? Dat kan en kun je nu al laten weten. Als je wilt deelnemen, kun je je al in de gevangenis aanmelden via je vrijwilliger van Bureau Buitenland van de Reclassering of via je advocaat of naaste. Ben je terug in Nederland dan wordt gecheckt of je aan alle criteria voldoet. Je moet o.a. in Nederland wonen en verblijven, gemotiveerd zijn om delictvrij te leven, niet gediagnosticeerd zijn als psychopaat, en bereid zijn om samen te werken met vrijwilligers. Daarna vindt een intakegesprek plaats. Dat is geheel vrijblijvend.

‘Onze drijfveer is herhaling voorkomen. Daarvoor moet je mensen opzoeken’

This article is from: