Magazine Fraters CMM 2022/3

Page 1

FRATERS CMM 3/22 magazine | Een simpele vitrine | Memorial in Brazilië | Barmhartige dienstbaarheid in het hostel Santo Vincent de Paulo | Fratergesprekken in communiteit Joannes Zwijsen |

Neem ook eens een kijkje op de website www.cmmbrothers.org

Inhoud

ONZE MISSIE

We zijn geroepen om barmhartige mensen te zijn en te doen wat Jezus heeft voorgeleefd: dienen en verlichten, een verlossend woord spreken, een helpende hand zijn.

Ons werk ligt vooral op het terrein van onderwijs, begeleiding van jongeren en pastoraat, in het bijzonder voor armen en behoeftigen. Door goed onderwijs en goede religieuze vorming willen we jonge mensen in hun kracht zetten en bijdragen aan de ontwikkeling van de samenleving. We dragen zorg voor zieken en kwetsbaren, maken werk van gastvrijheid en helpen mensen om zin en geluk te vinden in hun leven. Samen met anderen zetten wij ons in voor de opbouw van een menselijker wereld van gerechtigheid en vrede.

We zijn religieuzen en leven in gemeenschap, moedig en vreugdevol, open voor de wereld om ons heen. Vertrouwen in God, eenvoud, broederschap en barmhartigheid kenmerken ons leven en ons werk.

We eren Maria als onze Moeder van Barmhartigheid, koesteren de herinnering aan onze stichter Joannes Zwijsen en volgen het voorbeeld van de heilige Vincentius: God dienen in de armen en behoeftigen. In ons hart dragen we het woord van Jezus: "Al wat gij gedaan hebt voor een van de minste van mijn broeders, hebt gij voor Mij gedaan."

gesprek met de algemene overste

Colofon

Fraters CMM is het drie keer per jaar verschijnende contactblad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid. Een abonnement is gratis. Een vrijwillige bijdrage is welkom op IBAN: NL30INGB0001068517 (BIC: INGBNL2A). ISSN 1574-9193

Redactie: Nathalie Bastiaansen (hoofd- en eindredacteur), frater Edward Gresnigt, frater Ad de Kok, frater Benyamin T. Robiwala.

Met bijdragen van: fr. Lawrence Obiko, Charles van Leeuwen, fr. Ad de Swart, Mascha van Kleef, fr. Henrique Matos, Nathalie Bastiaansen, fr. Yonas Paso, fr. Ad Hems, fr. João Soares, Christianne van de Wal, fr. Frans Janssen, fr. Ad de Kok.

Vertaling: Nathalie Bastiaansen, fr. Benyamin T. Robiwala. Ontwerp: Heldergroen (www.heldergroen.nl) Opmaak en druk: DekoVerdivas (www.DekoVerdivas.nl)

Contact: Fraters CMM Gasthuisring 54 5041 DT Tilburg Tel.: 013 5432777 (Nathalie Bastiaansen) E-mail: magazine@cmmbrothers.nl Website: www.cmmbrothers.org

Foto omslag voor: Het muziekkorps van de Frater Don Bosco School Lewoleba in Lembata, Indonesië.

Foto omslag achter: Boom. Foto: frater Ad de Kok.

2
Portrettengalerij
4 5

Van de redactie

In dit laatste nummer van 2022 vindt u het tweede portret in de nieuwe serie ‘Portrettengalerij’. De bijdrage aan de rubriek ‘In de kijker’ komt deze keer van frater Ad de Swart. Het idee voor deze rubriek ontstond ooit naar aanleiding van de vitrine in de communiteit Joannes Zwijsen die hij steeds met zorg samenstelt. Aan de andere kant van de wereld, in Brazilië, vinden we ook enkele vitrines, als onderdeel van exposities over de geschiedenis van de fraters in Brazilië. Deze werden samengesteld door frater Henrique Matos. Het apostolaat dat in deze uitgave in beeld wordt gebracht is dat van de Frater Don Bosco Middelbare School Lewoleba in Lembata. Frater Yonas Paso vertelt met gepaste trots over deze school, en op de foto’s zien we de leerlingen vol enthousiasme deelnemen aan verschillende activiteiten in en rond school. In ‘Verhalen van vroeger’ blikt frater Ad Hems terug op zijn tijd in Indonesië, en hij vertelt hoe hij op het idee kwam een kredietbank te beginnen. Frater João Soares stuurde een bijdrage over het hostel St. Vincent de Paulo in Gleno, OostTimor. Geassocieerd lid Christianne van de Wal schreef een artikel over de fratergesprekken die regelmatig worden gehouden in de fratercommuniteit van woonzorgcentrum Joannes Zwijsen in Tilburg. Christianne schreef ook de tekst over frater Frans Janssen in de rubriek ‘Zie mijn mensen’. We zijn met dit nummer alweer toe aan het laatste nummer van 2022. Wij wensen u alvast een zalig Kerstfeest, en moge 2023 in het teken staan van vrede op aarde voor iedereen.

Zie mijn mensen 19 In memoriam 18
11
Apostolaat in beeld
8 14
CMM Memorial in Brazilië
Korte berichten 18 Fratergesprekken in WZC
17 6
Verhalen van vroeger
Joannes Zwijsen
16
In de kijker
3
Barmhartige dienstbaarheid in Gleno

gesprek met de algemene overste

In het missiestatement lezen we dat ons werk vooral ligt "op het terrein van onderwijs, begeleiding van jongeren en pastoraat". Ontwikkeling van de samenleving kan natuurlijk op vele terreinen, zoals gezondheidszorg, infrastructuur, kunst, technologische ontwikkeling, of emancipatie van minderheden, om er een paar te noemen. Waarom deze focus op onderwijs?

Onderwijs is het 'wachtwoord' voor toegang naar andere domeinen. Goed onderwijs opent de deuren naar al die andere terreinen, waarin mensen zelf kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van een betere samenleving.

Wat maakt het onderwijs op CMM-scholen bijzonder? Wat versta je onder ‘goed onderwijs?

De CMM-scholen, en ook de individuele frateronderwijzers, zijn bijzonder vanwege de toewijding en passie die de fraters voor het onderwijs hebben. Naast de reguliere vakken bieden we buitenschoolse activiteiten aan en zijn we altijd op zoek naar nieuwe leermethoden. We willen dat de kinderen die onder onze verantwoordelijkheid vallen goed voorbereid zijn op de wereld waarin ze terechtkomen.

Je noemde in je vraag het missiestatement. Dit begint met "wij zijn geroepen...". Wij zijn geroepen om te dienen en te verlichten. In het onderwijs en het jeugdwerk proberen we dit te doen door jonge mensen te verheffen in geest, lichaam en ziel. Wij zijn ook geroepen om een verlossend woord te spreken. Wij geven niet alleen les in wiskunde of aardrijkskunde. Wij proberen jongeren te begeleiden bij vragen als: "Hoe kan ik zin en doel vinden in mijn leven?" En tenslotte zijn we geroepen om een helpende hand te zijn. Door een helpende hand te zijn voor anderen kunnen we een voorbeeld stellen.

Voor ons is het onderwijs een roeping. Het is geen carrière. Wij geven geen les vanwege het salaris of de positie die daarbij hoort. Onze motivatie ligt in het verschil dat we willen maken in de wereld. Gelukkig zijn er ook veel lekenleraren met deze motivatie. Ons werk als leraar kan natuurlijk gepaard gaan met een salaris, "want de arbeider verdient zijn loon".

Wij willen dat kinderen zich gerespecteerd, aangemoedigd en gesteund voelen om hun plaats in de maatschappij te vinden. Het gaat er niet alleen om de beste cijfers te halen of om onderwijs op het hoogst mogelijke niveau. In de maatschappij hebben we niet alleen doctoren nodig. Het gaat erom de unieke talenten van elk kind te ontdekken, zodat ze trots kunnen zijn op wie ze zijn en ze op hun eigen beste manier kunnen bijdragen aan de samenleving.

Wat als alle scholen en onderwijzers in de wereld zo zouden zijn? Zou je dan je doel bereikt hebben? Zouden de fraters nog steeds geroepen zijn om les te geven?

We kunnen ook andere dingen doen, het hangt ervan af waar de behoefte is, maar er zullen altijd kinderen zijn. En de maatschappij verandert voortdurend, dus ook het onderwijs zal altijd in ontwikkeling moeten blijven.

frater Lawrence Obiko CMM in gesprek met Nathalie Bastiaansen

4

Een man van tact en talent

Het duurde lang voordat een schilderij van de tweede algemene overste, pater Leo Drabbe (1852-1929), in de Tilburgse portrettengalerij kwam te hangen. Die galerij bestond nog niet in zijn tijd en men leek te zijn vergeten het portret toe te voegen. Pas in 2010 kreeg pater Drabbe het portret dat hij verdiende, van de hand van de Tilburgse kunstenaar Paul van Dongen.

Pater Drabbe was een geliefd algemeen overste, daar lag het niet aan. Hij was erin geslaagd – iets wat verre van vanzelfsprekend was – om pater superior De Beer waardig op te volgen. Ruim een halve eeuw had De Beer leiding gegeven aan de congregatie, maar zijn 47-jarige opvolger won al snel de harten van de fraters. Het was aan hem te danken dat er in de vorming niet alleen serieus werd gewerkt, maar ook af en toe kon worden gelachen. Zelf had Drabbe zijn opleiding genoten op Ruwenberg, de meest prestigieuze fraterschool. Hij wist uit eigen ervaring hoe belangrijk het was dat de teugels van een internaat af en toe gevierd werden. Zo voerde hij in dat leerlingen van fraterscholen regelmatig op excursie gingen. Niet minder belangrijk was zijn besluit om fraterleraren in staat te stellen om verder te studeren. Dat deden ze graag en het kwam de kwaliteit van het onderwijs ten goede. Vergeleken met de strakke superior De Beer viel Drabbe op door de menselijkheid en mildheid in zijn beleid.

Pater Drabbe presteerde het om een zilveren jubileum te vieren als lid van het generaal bestuur: vijftien jaar als bestuurslid en twaalf jaar (1900-1912) als algemeen overste. Maar het waren zijn karaktereigenschappen, meer dan zijn lange staat van dienst, die van hem een bemind leidinggevende maakten. Hij was begaafd én voorzichtig en leefde de idealen van het religieuze leven persoonlijk voor. Hij wist belangrijke dingen bondig te formuleren, zoals zijn ideaal van religieus leiderschap. Hij wilde “een eenvoudige en verstorven religieus” zijn, “een heilige priester, een liefdevolle broeder, een kundig professor, een voorzichtige biechtvader, een ervaren leidsman, een verlichte raadgever”, net als de medebroeder die hij met deze woorden eerde.

Pater Drabbe verwachtte veel van zijn fraters in het onderwijs. “Een onderwijzer is een man van tact en talent. Hij kent zijn catechismus en zijn bijbel goed.

Hij kan de harten van de leerlingen winnen (misschien wel het belangrijkste wat een onderwijzer moet kunnen). En hij is een meer dan goed christen.”

Het portret van pater Drabbe drukt goed uit dat hij een man van aanzien was. Hij kwam uit een bekende Tilburgse onderwijzersfamilie, zijn vader had de fraters in de stichtingsfase nog gesteund. Bisschop Zwijsen was blij met het intreden van deze telg uit een bevriende familie. Maar wie goed naar het portret kijkt, ziet ook dat ándere: dat pater Leo een integere, opgewekte leidinggevende was, een man van een verlichte geest en ruimhartige broederschap.

Pater Leo Drabbe.

PORTRETTENGALERIJ
5

Een kijkkast op vierhoog

Het idee voor de rubriek ‘In de Kijker’ in Fraters CMM Magazine ontstond ooit naar aanleiding van de vitrine in de fratercommuniteit van WZC Joannes Zwijsen. Hier is steeds een kleine expositie te zien over hobby’s van de fraters, zoals verzamelingen, schilderwerk, tekeningen, of kalligrafie. Deze tentoonstellingen worden samengesteld door frater Ad de Swart. We vroegen hem om daar iets over te vertellen.

Op het nieuwe Zwijsen, in 2008, op het plein op de 4e verdieping, was er een grote open ruimte waar men niet direct een invulling voor had. Zo’n plek, waar dagelijks de nodige bewoners meerdere keren passeren, wiens leven toch al de nodige beperkingen heeft, hun wereldje erg klein, en bovendien hun uithoudingsvermogen zodanig is dat regelmatige rustpauzes niet overbodig zijn, waar gespreksstof en herinneringen makkelijk samenstromen. Daar zou een kijkkast wel eens wonderen kunnen doen.

Al sinds 15 jaar, telkens zo ongeveer om de 5 weken, is er een nieuwe expositie te zien in de vitrine. Men kan bij de tentoongestelde voorwerpen, zoals schilderwerk, tekeningen, verzamelingen, of foto’s even tot rust komen, herinneringen ophalen, of stilstaan

IN DE KIJKER
Frater Ad de Swart bij de vitrine op de 4e verdieping van WZC Joannes Zwijsen.
6
Frater Wout van den Hout geeft uitleg aan de fraters Linus Schoutsen, Theo Adams, Jan Heerkens, Laurenti Verhoeven, en Ad de Swart, over zijn tekeningen die op dat moment in de vitrine worden getoond.

bij verzonken of nog niet toegepaste levenswijsheden van eenvoudige of van grote geesten. Al 15 jaar lang kunnen fraters en anderen elkaar hier ontmoeten. Er komen steeds nieuwe bewoners, herinneringen aan vroegere tijden en waarheden ophalend en telkens weer die glimlach de kans gevend.

En natuurlijk komen er vanuit de kloostergemeenschap van de fraters, van overleden medebroeders of van medebroeders die door hun werk en woonplaats lange tijd uit het oog verdwenen waren, nu pas hun bijzondere prestaties in beeld, waar men eerder geen vermoeden van had. Ook komt het voor dat men na overlijden pas ontdekt wat iemand in zijn eenzame en stille uurtjes bedacht en geproduceerd heeft en waarvan hij zelf niet vermoedde, er anderen ook een groot plezier mee te kunnen doen.

Sommige items kunnen en mogen best meerdere keren geëtaleerd worden, aangezien de groep van bewoners en passanten zelf ook wisselt, en/of wiens geheugen onbewust toch ook aan verandering onderhevig is. Via gekalligrafeerde teksten van andersoortige grootheden

worden de bezoekers ook aan het denken gezet, wat dan weer tot een soms heftige of openbarende woordenwisseling kan leiden.

Aldus wordt getracht passanten, via het vroeger overbodig meubelstuk (de vitrine) en de uit het oog verloren creatieve producten van overleden en vergeten medebroeders, aangevuld met inspirerende gedachten van onbekende grote geesten of soms het werk van nog springlevende medebroeders, een vruchtbare rustpauze en stof voor conversatie te bezorgen. Tegelijkertijd worden de overledenen tot leven gewekt, hetgeen in sommige gevallen een openbaring is. En soms krijgt men dan alsnog een andere kijk op de overleden medebroeder. Dan moet men achteraf, soms met spijt in het hart, bekennen hoe jammer het is, dat men dat niet eerder geweten heeft. Moge het er op plein 4 luidruchtig en ontspannend aan toe gaan, zodat een extra rondje best de moeite waard is.

Frater Ad de Swart CMM (Nederland)

Werk van frater Hubertinus Cornelissen in de vitrine (in 2018).
7

CMM Memorial in Brazilië

In oktober 2020 werd het beheer van Colégio Padre Eustáquio in Belo Horizonte, Brazilië door de Fraters CMM overgedragen aan de Fraters Maristen. Om 60 jaar schoolbeheer door de Fraters CMM te herdenken, besloten de twee congregaties een memorial in de school te plaatsen. Dit gedenkteken werd ontworpen en gemaakt door frater Henrique Cristiano José Matos. Ook stelde hij een expositie samen over de geschiedenis van de fraters in Brazilië. Deze expositieruimte is te vinden in het bezinningscentrum Retiro Vicente de Paulo in Igarapé.

Gedenkteken in de school De school werd in 1962 door de Fraters CMM gestart als Ginásio Padre Eustáquio , gevestigd in een toenmalige arme wijk aan de rand van Belo Horizonte. Er was grote behoefte aan goed onderwijs voor de opbouw van de wijk en de omliggende buitenwijken. Het onderwijs op staatsscholen was weliswaar gratis – want door de overheid gefinancierd – maar niet altijd even gedegen. De katholieke fraterschool bood goed onderwijs, maar moest als particuliere, nietgesubsidieerde school wel schoolgeld vragen. Met een beurs konden kinderen uit de armere gezinnen toch op de fraterschool terecht. Het beleid was: één op de vijf leerlingen moet gratis naar onze school kunnen. In de loop van 58 jaar groeide de kleine school uit tot een imposant onderwijscomplex met een onmiskenbare christelijke en katholieke inspiratie. De memorial wil de herinnering bewaren aan alle mensen die hebben bijgedragen aan het succes ervan. Aan de wand hangt een imposante tijdlijn, en daaronder staan vitrines. Met korte teksten, foto’s en voorwerpen wordt de

geschiedenis van de school geschetst, van 1960 tot 2020. Ook in de kastjes onder de vitrines zijn documenten te vinden over het wel en wee van de school.

BRAZILIË
Een vitrine vol herinneringen. De tijdlijn van 60 jaar Colégio Padre Eustáquio in Belo Horizonte, daaronder vitrines met foto’s, documenten en voorwerpen uit de geschiedenis van de school.
8

Er is ook een boekenkast met boeken en tijdschriften die in de loop der jaren door de school zijn gepubliceerd. Daarnaast, aan de wand, een eerbetoon aan directeuren/directrices en andere mensen die een belangrijke bijdrage leverden aan het succes van de school. De foto’s en teksten zijn aangebracht op leistenen platen, in de zo kenmerkende stijl van frater Henrique Matos.

In een andere hoek van de ruimte, naast een vitrinekast met curiosa, zien we de leistenen platen weer terug, nu met foto’s en namen van overleden medebroeders in Brazilië. Ook zij speelden een belangrijke rol in de opbouw van de school.

Eerbetoon aan overleden medebroeders.

Expositie in Retiro Vicente de Paulo

In het bergland in de buurt van de stad Belo Horizonte ligt het bezinningsoord Retiro Vicente de Paulo in Igarapé. De fraters bieden er gastvrijheid aan groepen religieuzen en leken, die er cursussen en retraites organiseren. De fraters hebben in dit gebied ook actief bijgedragen aan christelijke bewegingen die de plaatselijke bevolking ondersteunen, met name in de zorg voor jongeren en minderbedeelden, en in het gevangenispastoraat.

De in 2021 geopende expositie in Igarapé vertelt aan de hand van beelden, woorden, en voorwerpen iets over die geschiedenis en de spiritualiteit van de fraters in Brazilië. Waar werkten ze en wat deden ze? Wat bezielde hen, wie zijn hun grote voorbeelden, wat is hun inspiratiebron? De expositie geeft ook een goed beeld van de historische en kerkelijke context van de fraters in Brazilië, van 1960 tot nu.

9

Bij de ingang van de expositie hangt een collage over de identiteit van de congregatie. We zien onder andere Jezus onze barmhartige broeder, de stichter Joannes Zwijsen, en patroonheiligen Vincent de Paul en Maria Moeder van Barmhartigheid. Helemaal bovenaan vinden we “De betekenis van een gedenkteken (O sentido de um Memorial): het is belangrijk het historisch geheugen te cultiveren: het kennen en waarderen van degenen die ons zijn voorgegaan, zodat we het heden op de juiste waarde kunnen schatten

met idealisme en moed onze roeping en missie in de toekomst kunnen omarmen.”

Collage over de identiteit van CMM.

BRAZILIË
en Nathalie Bastiaansen
10
Expositie in Igarapé: fotogalerij met onder andere de pausen van 1960 tot heden, de algemene oversten van de Fraters CMM sinds 1844, de regionale oversten van CMM Brazilië, en vele andere foto’s. Daaronder fotoboeken, verslagen, en andere documenten van de congregatie.

Frater Don Bosco Middelbare School Lewoleba in Lembata

De congregatie wordt wereldwijd geconfronteerd met allerlei vormen van materiële en geestelijke noden. In hun apostolaat proberen fraters deze samen met anderen te verlichten. Voor de tweeëntwintigste aflevering van deze rubriek gaan we naar het eiland Lembata in Indonesië.

In 2006 opende de congregatie een nieuwe communiteit op Lembata, gelegen in het bisdom Larantuka in Indonesië. De Indonesische Provincie had daar destijds nog geen eigen project, dus de fraters die naar Lembata werden gestuurd gingen aan de slag in de parochie St. Fransiskus Assisi Lamahora. Ze werkten in het parochie-pastoraat of in een van de scholen van het bisdom of die van de Liefdezusters van de Heilige Carolus Borromeus. In 2011 kregen de fraters toestemming van de overheid in Lembata om een middelbare school te beginnen: De Frater Don Bosco School Lewoleba.

De aanwezigheid van deze school levert al sinds de oprichting een positieve bijdrage aan de gemeenschap in Lembata, en in het bijzonder aan de kerkgemeenschap in dit gebied. Het schoolkoor wordt ingezet tijdens eucharistievieringen in de kerk, en

regelmatig worden ze ook uitgenodigd om te komen zingen bij andere speciale gelegenheden.

Men is trots op de prestaties van de leerlingen, op zowel academisch als niet-academisch gebied, en op regionaal niveau en zelfs op nationaal niveau. ‘Goed onderwijs bieden’ is het streven van de fraters, en dat houdt in dat er aandacht wordt besteed aan de intellectuele opvoeding, maar ook aan de persoonlijke, sociale, creatieve, en spirituele ontwikkeling van de leerlingen.

De school bestaat inmiddels 11 jaar en is in die tijd uitgegroeid tot een van de favoriete scholen op Lembata en in de provincie Oost-Nusa Tenggara.

frater Yonas Paso CMM (Indonesië)

APOSTOLAAT IN BEELD
Leerlingen van de Frater Don Bosco School Lewoleba.
11
APOSTOLAAT IN BEELD
Frater Don Bosco Middelbare School Lewoleba in Lembata, Indonesië. Samenwerken. Voetbalteam. Met muziek in de prijzen. Scouting. Muziekkorps.
12
Presenteren. Kookles.

Korencompetitie.

Cheerleaders. In de klas.

Eucharistieviering in de openlucht.

Kruiswegstaties.

Traditionele kledij.

13

In het kantoor van de kredietbank in 2004. Het eiland Nias was een zwaar getroffen gebied na de verwoestende tsunami in 2004 en de aardbevingen in 2005. De kredietbank (KSP3) heeft bijgedragen aan het herstel en de wederopbouw na deze natuurrampen.

De kredietbank

Frater Ad Hems was van 1969 tot 2018 missionaris in Indonesië. Eerst in Balige, en vanaf 1983 op het eiland Nias. Daar begon hij in 1985 met een bank die microkredieten geeft aan kleine boeren en handwerklieden: de Koperasi Simpan Pinjam Pengembangan Pedesaan (KSP3). Met een lening konden bijvoorbeeld een paar biggen worden aangeschaft. Die leverden later weer geld op, maar dan moest er wel goed voor worden gezorgd. Via een bevriende veearts in Middelbeers in Nederland kon frater Ad ook aan medicijnen tegen de varkenspest komen. Die veearts vond het werk van frater Ad in Indonesië wel interessant, en hij reisde in april 2018 naar Indonesië om daar het afscheid van frater Ad van zijn werk op het eiland Nias bij te wonen. Zeer onder de indruk van wat hij daar zag, nodigde hij frater Ad later dat jaar uit om in Middelbeers te komen vertellen over zijn werk in Indonesië. Frater Ad werd voorgesteld aan het publiek: “We willen hem graag enkele vragen stellen en het daarbij houden want anders ben ik bang dat hij vanavond laat nog bezig is met zijn verhaal dat waarschijnlijk geen einde kent.” Een van die vragen ging over de kredietbank.

“Hoe is die kredietbank nou eigenlijk ontstaan?”

Nou, rond 1985 woonde ik in op een pastorie met twee Duitse Capucijnen pastors en een Italiaanse pastor. Op een avond zaten we te eten en een van de pastors vertelde het volgende: “Ik was vanmorgen in een dorp ongeveer drie uur lopen van hier, om daar de Mis op te dragen. Bij het te communie gaan kwamen de gelovigen naar voren, waaronder een vrouwtje, en die zei, met geopende handen: he pastore lohadoi daludalu? ” (hé pastor heb je geen medicijnen?). Dat zette mij aan het denken. Dat vrouwtje had de communie niet nodig, of Onze Lieve Heer, nee, dat vrouwtje wilde gezond worden.

“Dit lijkt me nou interessant Ad, ga door maar hou ‘t kort!”

Ik ging toen nog harder studeren om de lokale taal van het eiland te leren, want met de Indonesische taal kwam je daar niet ver. Op een avond ging ik naar een kampong waar een dertigtal boeren en boerinnen samengekomen waren. Ik vroeg waarom ze toch zo arm waren. Ze waren geweldig negatief en vertelden me dat er geen enkele manier was om vooruit te komen. Ik vroeg degenen die óók dachten dat er geen weg vooruit was, te gaan staan. Binnen de kortste keren stonden ze allemaal op, op een paar na, die waarschijnlijk zaten te slapen. “Ga maar weer zitten,”

APOSTOLAAT IN BEELD
VERHALEN VAN VROEGER
14

Frater Ad Hems (links) met jongens van het internaat in Gunung Sitoli (Nias) in 2005. Frater Broer Huitema (rechts) is er op werkbezoek.

zei ik, “en als het echt waar is dat er geen enkele manier is om vooruit te komen, dan pak ik morgen de boot en ben ik hier weg.” Na enkele minuten zei iemand: “Is er dan toch een manier om uit de armoede te komen?”

“Des interessant zeg. Ga maar door Hems.”

Toen ben ik gaan staan en heb gezegd: “Jazeker”. En ik begon te vertellen over een coöperatie, over het systeem van sparen en lenen. “Ja maar… we hebben toch helemaal geen geld om te sparen.” Toen vroeg ik of ze elke week naar de markt gingen, en wat ze daar dan kochten. “Zoute vis, een beetje zout en suiker,

koffie, en af en toe een beetje rijst om niet alsmaar knollen te moeten eten.” Ik vroeg of ze dan, als ze weer thuis waren, nog wat geld over hadden. Dat was soms wel het geval. Niet veel, maar toch wel een klein beetje. Ik zei toen: “Elke keer als je iets over hebt dan leg je dat boven op een balk in je huis zodat de kinderen het niet weten en er niet bij kunnen. En de volgende week doe je dat weer, en elke twee of drie weken geef je dat aan de frater en ik schrijf dat precies op. En ik maak spaar- en leenboekjes.” Na zes maanden waren er al mensen die al 100 euro hadden, maar dan in roepia’s natuurlijk. En wat ik in die ene kampong deed, deed ik natuurlijk in heel veel kampongs.

"En toen? Ga maar door pater van den Elzen, boerenapostel!"

Nou, soms kwamen er dan wel eens moeders langs en die lieten dan trots dat spaar- en leenboekje zien. Ik klopte dan op hun schouders en dan zei ik bijvoorbeeld: “Wat zie ik? Heb jij al zoveel gespaard? Nou, dat is geweldig!” Zo’n moedertje dat nooit iets had, geen enkele cent bij wijze van spreken, die had nu een spaarboekje met een bedragje aan geld. Ze ging altijd wat gebukt maar nu ging ze rechtop staan. Dat werd een fier mens! En daar genoot ik dan ook van.

15
Frater Ad op de rijstvelden in Balige in 2007.

Barmhartige dienstbaarheid in het hostel Santo Vincent de Paulo in Gleno

De fraters in de communiteit van Gleno in Oost-Timor beheren niet alleen de ESTVC-MM-vakschool, maar ook een hostel voor jongens en meisjes: het internaat Santo Vincent de Paulo. Deze taak wordt gezien als een onderdeel van pastoraal werk. Frater João Soares vertelt over zijn werk in dit internaat.

De eetzaal van de jongens. Werken in de moestuin.

Het doel van het internaat is om leerlingen van de school die van ver moeten komen op te vangen. Anders dan gebruikelijk beheren de fraters hier niet alleen het hostel voor jongens, maar ook een afdeling voor meisjes.

Helaas is de huidige staat van het gebouw en van de faciliteiten niet optimaal. Deze situatie ontmoedigt de fraters echter niet om dit werk voort te zetten. De fraters die werkzaam zijn in het internaat zijn steeds op zoek naar de beste manier om de kinderen te begeleiden.

In totaal verblijven er 44 leerlingen in het internaat: 23 jongens en 21 meisjes. Centraal in dit werk staat barmhartigheid, wat in de spiritualiteit van de congregatie altijd het vertrekpunt is bij het werken met jongeren. Dit krijgt vorm in de manier van opvoeden, het met elkaar omgaan, het lesgeven en in de communicatie met de jongeren. De ervaring

leert dat een barmhartige levenshouding niet altijd zo gemakkelijk is als het lijkt. Soms moet je jezelf opofferen. Maar barmhartige dienstbaarheid leidt ons naar wat er hier nodig is: onderwijs en kansen voor iedereen. Dit is onze taak als fraters, samen met gezinnen, parochies en iedereen in leidinggevende posities.

frater João Soares CMM (Oost-Timor)

Muziek en zang.

Wilt u het hostel in Gleno steunen? Renovatie is hier hard nodig. Uw bijdrage is zeer welkom op IBAN NL 60 ABNA 0522439055 t.n.v. Fraters CMM Missieprocuur. Als u “hostel Gleno” in de omschrijving vermeldt dan wordt uw donatie hiervoor geoormerkt. De Fraters CMM hebben de ANBI-status. Dank voor uw steun!

OOST-TIMOR
Samen huiswerk maken.
16

Fratergesprekken in WZC Joannes Zwijsen

In de communiteit Joannes Zwijsen wonen veel fraters die in het buitenland “op missie” zijn geweest en die nu, terug in Nederland, samen verder gaan op hun oude dag. Hoe geven zij in deze levensfase vorm aan de missie van de congregatie?

Omzien naar elkaar De fraters leven in het woonzorgcentrum samen met andere bewoners, waarmee ze samen eten, bidden, en een praatje maken. Sommigen vragen zich wel eens af wat de oudere fraters eigenlijk nog kunnen doen. Als missionaris, werkzaam in een ander land, was er een duidelijke taak. Maar gewoon belangstelling tonen in de ander is ook een manier om de missie van de congregatie in het dagelijks leven gestalte te geven. Het wordt met dankbaarheid gezien als een kans om bij te dragen aan deze missie. Ook is er nu meer ruimte voor dingen waar de fraters vroeger niet of amper aan toe kwamen: contact met de familie, brieven schrijven en op deze wijze aandacht geven aan de medemens.

Als missionaris was het misschien meer concreet hoe men anderen tot steun kon zijn, maar zoals een van de fraters aangeeft: “Hier in de communiteit Joannes Zwijsen zijn we één familie, we leven samen met mensen die oud, ziek of gehandicapt zijn, en dat alleen al is een aanmoediging om daarmee zo goed en zo fijn mogelijk door te gaan.”

Hoeders van het erfgoed

Een van de fraters geeft aan dat het lijden van Christus voor hem niet eerder zoveel betekend heeft dan in de laatste jaren. Zijn lichamelijke klachten maken het hem moeilijk om actief te zijn, zelfs het wandelingetje naar de gespreksruimte kost hem veel kruim. Toch ziet hij nog een taak voor zichzelf en zijn oudere

De huiskamer van de fraters in WZC Joannes Zwijsen (foto uit 2020).

In de fratercommuniteit van woonzorgcentrum Joannes Zwijsen in Tilburg worden enkele keren per jaar de zogenaamde ‘Fratergesprekken’ gehouden rondom een thema dat door een van de fraters wordt aangedragen. In de zomer van 2022 gingen ze in op de vraag hoe zij als oudere fraters nog kunnen bijdragen aan de missie van de congregatie. De vraag kwam voort uit het nieuwe 'mission statement' van de congregatie (zie p.2 in dit blad). medebroeders: als oudere fraters kunnen ze hun kennis en ervaringen overbrengen aan de jongere fraters. Zij zijn als het ware de hoeders van het erfgoed van de fraters.

Fraters voor het leven Frater Caspar, communiteitsoverste en jongste bewoner, haalt kort enkele positieve en warme reacties aan van zorgmedewerkers die met de fraters te maken hebben. Hij durft gerust te stellen dat de fijne sfeer in WZC Joannes Zwijsen mede te danken is aan de aanwezigheid van de fraters en zusters, die op dit vlak het verschil maken. ‘Frater’ ben je voor het leven, ook als je al lang met pensioen bent.

Christianne van de Wal (geassocieerd lid, Nederland)

NEDERLAND
17

Fraters musici

Ergens in de jaren ‘80, toen frater Caesario Peters de archivaris was van de archieven in het Generalaat, vroeg hij zich op zekere dag af waarom er niets geschreven was over de musici onder de fraters. Hij had toen 260 cantates gevonden, die de fraters in de loop der jaren gecomponeerd hadden. Hij publiceerde deze vraag in Tussenbeide, in 1986. Sinds die tijd was er nog steeds geen gehoor gegeven aan die oproep. In 2020 nam frater Hermenegildus Beris de uitdaging aan. Hij dook het archief in, op zoek naar informatie over fraters die op een of andere manier actief waren op het gebied van muziek. Componeren, musiceren, ontwikkelen van muziekmethodes, of vioolbouwen: de fraters waren van vele muzikale markten thuis. Frater Hermenegildus hoopt door middel van een aantal korte monografieën deze componisten, organisten en koorleiders recht te doen en te zorgen dat hun namen en hun verdiensten niet verloren gaan. Eind 2022 kwam het boek gereed, onder de titel Fraters Musici in de Congregatie van Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid . Het is een lijvig boek geworden. Frater Caesario had gelijk: er valt genoeg te vertellen over deze muzikale fraters.

fraterjubilea in 2023

19 maart: *75* fr. Nicácio Huiskamp.

1 mei: *25* fr. Eric Magoka.

3 mei: *25* fr. Paskalis Wangga, fr. Paulinus Zebua, fr. Emarius Gulö.

1 juni: *40* fr. Andy Effruan.

13 augustus: *40* fr. Caspar Geertman.

29 augustus: *70* fr. Ger Oomens, fr. Frans van Pinxteren, fr. Rob Swinkels.

16 oktober: *40* fr. Vincent Odhiambo Oguok.

Piet (P.J.) Dilissen

Piet werd geboren in Overpelt op 26 september 1932 en trad in de Congregatie van de Fraters CMM te Tilburg op 29 augustus 1950. Hij overleed in woonzorgcentrum Het Dorpvelt te Zonhoven in de avond van 19 augustus 2022. Op vrijdag 26 augustus hebben we in een liturgische viering afscheid van hem genomen en is hij begraven te midden van zijn overleden medebroeders op de begraafplaats van Zonhoven-Centrum.

Op 15 augustus 1955 legde Piet zijn professie voor het leven af in Tilburg. Kort daarna voltooide hij zijn onderwijzersopleiding en was hij enkele jaren als onderwijzer werkzaam in België. In 1958 werd hij, samen met drie medebroeders, uitgezonden naar Kongo. Daar werkte hij als onderwijzer. Hij overleefde de periode van oorlog en geweld in Kongo, maar moest uiteindelijk, evenals de andere fraters, dat land verlaten. Een tweede uitzending volgde, dit keer naar Namibië, en daar was hij opnieuw werkzaam in het onderwijs. Om gezondheidsredenen verliet hij Namibië na ruim 35 jaar, in het vaste voornemen om er spoedig terug te keren. Het deed hem pijn dat die terugkeer niet mogelijk bleek. Piet was een bescheiden man, die niet graag op de voorgrond trad. Wel was hij ervoor te vinden om over de missie te vertellen. De laatste jaren van zijn leven bracht hij ontspannen door. Hij had zich ermee verzoend dat het einde eens zou komen. Dankzij de goede verzorging heeft hij in woonzorgcentrum Het Dorpvelt kunnen blijven en is hij daar rustig ingeslapen. Hij mag zich nu geborgen weten bij God. Wij zijn hem dankbaar voor zijn broederschap en trouwe inzet voor de missie in de landen die hij in zijn hart droeg: België, Kongo en Namibië.

In Memoriam KORTE BERICHTEN
18

De pelgrimstocht van frater Frans Janssen

Wie zijn die fraters eigenlijk? Wat houdt hen bezig? Wat zijn hun dromen, hun idealen? Hoe geven ze in het dagelijks leven gestalte aan ‘barmhartigheid’ en ‘broederschap’ - de twee kernbegrippen in het charisma van de Fraters CMM? Frater Frans Janssen, missionaris in Kenia, vertelt over een bijzondere reis die hij ooit maakte.

In de zomer van 2013 vroeg de provinciale overste in Kenia, frater Andrea Sifuna, aan frater Frans of hij niet eens deel wilde nemen aan de Vincentiaanse pelgrimstocht in Frankrijk. Frans gaf er gehoor aan, maar “meer om Sifuna tegemoet te komen” dan dat hij er zelf zin in had.

Met een van de deelnemers besprak Frans passages uit het boek ‘Vincentius achterna’ van René Stockman. En Frans ging naar eigen zeggen Vincentius écht achterna. Vóór de pelgrimstocht had hij al wel eens iets gehoord en gelezen over Vincentius, maar hij had zich nooit gerealiseerd wat precies diens impact was. Frans beschouwde zichzelf als een doorsnee frater, maar na de pelgrimstocht was hij “een ander mens, een andere frater”. Met enige emotie in zijn stem vertelt hij vele jaren later, in 2022, dat hij destijds met een totaal ander gevoel terug naar Kenia ging.

Wat was er tijdens de reis gebeurd? Frans vertelt over het bezoek aan Folleville, waar Vincentius in aanraking kwam met een boer die niet kon sterven omdat zijn geweten hem enorm dwarszat. Dit verhaal raakt Frans nog steeds. Nadat Vincentius de boer de biecht afnam stierf die in alle rust. Ook wordt Frans nog altijd geraakt door een preek die Vincentius hield waarbij hij

mensen aanspoorde om na de mis eens aandacht te besteden aan mensen die niets hebben.

Op één van zijn wandelingen in Le Berceau, de geboorteplaats van Vincentius, werd frater Frans vergezeld door frater Jan Koppens, met wie hij in gesprek raakte over het gezegde van Vincentius; ‘de armen zijn onze meesters’. Samen bespraken ze de weg van Vincentius naar de armen, en ook de vraag: ‘Waar sta ik dan?’ Frans kwam tot de conclusie dat hij er nog lang niet was. Wat hij met Jan Koppens besprak (“En Jan kan me niet meer tegenspreken” zegt Frans met een knipoog) was dat hij zo graag echt náást de armen in Kenia zou willen staan, en niet als een soort weldoener ‘boven hen’.

Terug in Kenia verwerkte Frans de pelgrimage aanvankelijk op zijn eigen stille manier, maar na een poos ging hij er toch over vertellen. In het praten over de pelgrimstocht ontvouwt zich een wereld van vertrouwen en energie voor zijn dagelijkse leven als de frater die hij het liefst wil zijn.

Christianne van de Wal (Geassocieerd lid, Nederland)

19
‘Zie mijn mensen’
Frater Frans in het Vincentiusmuseum van de Lazaristen in Parijs.

Door ons geloof in de verrijzenis van de Heer weten wij dat door mislukking en lijden heen uiteindelijk alleen het goede toekomst heeft. (uit de leefregel van de Fraters CMM)

Blad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid

Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.