8 minute read

Apostolaat in beeld

Frater Don Bosco Middelbare School Lewoleba in Lembata

De congregatie wordt wereldwijd geconfronteerd met allerlei vormen van materiële en geestelijke noden. In hun apostolaat proberen fraters deze samen met anderen te verlichten. Voor de tweeëntwintigste aflevering van deze rubriek gaan we naar het eiland Lembata in Indonesië.

Advertisement

Leerlingen van de Frater Don Bosco School Lewoleba.

In 2006 opende de congregatie een nieuwe communiteit op Lembata, gelegen in het bisdom Larantuka in Indonesië. De Indonesische Provincie had daar destijds nog geen eigen project, dus de fraters die naar Lembata werden gestuurd gingen aan de slag in de parochie St. Fransiskus Assisi Lamahora. Ze werkten in het parochie-pastoraat of in een van de scholen van het bisdom of die van de Liefdezusters van de Heilige Carolus Borromeus. In 2011 kregen de fraters toestemming van de overheid in Lembata om een middelbare school te beginnen: De Frater Don Bosco School Lewoleba.

De aanwezigheid van deze school levert al sinds de oprichting een positieve bijdrage aan de gemeenschap in Lembata, en in het bijzonder aan de kerkgemeenschap in dit gebied. Het schoolkoor wordt ingezet tijdens eucharistievieringen in de kerk, en regelmatig worden ze ook uitgenodigd om te komen zingen bij andere speciale gelegenheden.

Men is trots op de prestaties van de leerlingen, op zowel academisch als niet-academisch gebied, en op regionaal niveau en zelfs op nationaal niveau. ‘Goed onderwijs bieden’ is het streven van de fraters, en dat houdt in dat er aandacht wordt besteed aan de intellectuele opvoeding, maar ook aan de persoonlijke, sociale, creatieve, en spirituele ontwikkeling van de leerlingen.

De school bestaat inmiddels 11 jaar en is in die tijd uitgegroeid tot een van de favoriete scholen op Lembata en in de provincie Oost-Nusa Tenggara.

Frater Don Bosco Middelbare School Lewoleba in Lembata, Indonesië.

Voetbalteam.

Scouting. Samenwerken.

Met muziek in de prijzen.

Muziekkorps.

Korencompetitie.

In de klas. Cheerleaders.

Eucharistieviering in de openlucht.

In het kantoor van de kredietbank in 2004. Het eiland Nias was een zwaar getroffen gebied na de verwoestende tsunami in 2004 en de aardbevingen in 2005. De kredietbank (KSP3) heeft bijgedragen aan het herstel en de wederopbouw na deze natuurrampen.

“Dit lijkt me nou interessant Ad, ga door maar hou ‘t kort!”

De kredietbank

Frater Ad Hems was van 1969 tot 2018 missionaris in Indonesië. Eerst in Balige, en vanaf 1983 op het eiland Nias. Daar begon hij in 1985 met een bank die microkredieten geeft aan kleine boeren en handwerklieden: de Koperasi Simpan Pinjam Pengembangan Pedesaan (KSP3). Met een lening konden bijvoorbeeld een paar biggen worden aangeschaft. Die leverden later weer geld op, maar dan moest er wel goed voor worden gezorgd. Via een bevriende veearts in Middelbeers in Nederland kon frater Ad ook aan medicijnen tegen de varkenspest komen. Die veearts vond het werk van frater Ad in Indonesië wel interessant, en hij reisde in april 2018 naar Indonesië om daar het afscheid van frater Ad van zijn werk op het eiland Nias bij te wonen. Zeer onder de indruk van wat hij daar zag, nodigde hij frater Ad later dat jaar uit om in Middelbeers te komen vertellen over zijn werk in Indonesië. Frater Ad werd voorgesteld aan het publiek: “We willen hem graag enkele vragen stellen en het daarbij houden want anders ben ik bang dat hij vanavond laat nog bezig is met zijn verhaal dat waarschijnlijk geen einde kent.” Een van die vragen ging over de kredietbank.

“Hoe is die kredietbank nou eigenlijk ontstaan?”

Nou, rond 1985 woonde ik in op een pastorie met twee Duitse Capucijnen pastors en een Italiaanse pastor. Op een avond zaten we te eten en een van de pastors vertelde het volgende: “Ik was vanmorgen in een dorp ongeveer drie uur lopen van hier, om daar de Mis op te dragen. Bij het te communie gaan kwamen de gelovigen naar voren, waaronder een vrouwtje, en die zei, met geopende handen: he pastore lohadoi daludalu? ” (hé pastor heb je geen medicijnen?). Dat zette mij aan het denken. Dat vrouwtje had de communie niet nodig, of Onze Lieve Heer, nee, dat vrouwtje wilde gezond worden. Ik ging toen nog harder studeren om de lokale taal van het eiland te leren, want met de Indonesische taal kwam je daar niet ver. Op een avond ging ik naar een kampong waar een dertigtal boeren en boerinnen samengekomen waren. Ik vroeg waarom ze toch zo arm waren. Ze waren geweldig negatief en vertelden me dat er geen enkele manier was om vooruit te komen. Ik vroeg degenen die óók dachten dat er geen weg vooruit was, te gaan staan. Binnen de kortste keren stonden ze allemaal op, op een paar na, die waarschijnlijk zaten te slapen. “Ga maar weer zitten,”

Frater Ad Hems (links) met jongens van het internaat in Gunung Sitoli (Nias) in 2005. Frater Broer Huitema (rechts) is er op werkbezoek.

zei ik, “en als het echt waar is dat er geen enkele manier is om vooruit te komen, dan pak ik morgen de boot en ben ik hier weg.” Na enkele minuten zei iemand: “Is er dan toch een manier om uit de armoede te komen?”

“Des interessant zeg. Ga maar door Hems.”

Toen ben ik gaan staan en heb gezegd: “Jazeker”. En ik begon te vertellen over een coöperatie, over het systeem van sparen en lenen. “Ja maar… we hebben toch helemaal geen geld om te sparen.” Toen vroeg ik of ze elke week naar de markt gingen, en wat ze daar dan kochten. “Zoute vis, een beetje zout en suiker, koffie, en af en toe een beetje rijst om niet alsmaar knollen te moeten eten.” Ik vroeg of ze dan, als ze weer thuis waren, nog wat geld over hadden. Dat was soms wel het geval. Niet veel, maar toch wel een klein beetje. Ik zei toen: “Elke keer als je iets over hebt dan leg je dat boven op een balk in je huis zodat de kinderen het niet weten en er niet bij kunnen. En de volgende week doe je dat weer, en elke twee of drie weken geef je dat aan de frater en ik schrijf dat precies op. En ik maak spaar- en leenboekjes.” Na zes maanden waren er al mensen die al 100 euro hadden, maar dan in roepia’s natuurlijk. En wat ik in die ene kampong deed, deed ik natuurlijk in heel veel kampongs.

Frater Ad op de rijstvelden in Balige in 2007. "En toen? Ga maar door pater van den Elzen, boerenapostel!"

Nou, soms kwamen er dan wel eens moeders langs en die lieten dan trots dat spaar- en leenboekje zien. Ik klopte dan op hun schouders en dan zei ik bijvoorbeeld: “Wat zie ik? Heb jij al zoveel gespaard? Nou, dat is geweldig!” Zo’n moedertje dat nooit iets had, geen enkele cent bij wijze van spreken, die had nu een spaarboekje met een bedragje aan geld. Ze ging altijd wat gebukt maar nu ging ze rechtop staan. Dat werd een fier mens! En daar genoot ik dan ook van.

Frater Ad (Amator) Hems CMM (Nederland)

Barmhartige dienstbaarheid in het hostel Santo Vincent de Paulo in Gleno

De fraters in de communiteit van Gleno in Oost-Timor beheren niet alleen de ESTVC-MM-vakschool, maar ook een hostel voor jongens en meisjes: het internaat Santo Vincent de Paulo. Deze taak wordt gezien als een onderdeel van pastoraal werk. Frater João Soares vertelt over zijn werk in dit internaat.

De eetzaal van de jongens.

Het doel van het internaat is om leerlingen van de school die van ver moeten komen op te vangen. Anders dan gebruikelijk beheren de fraters hier niet alleen het hostel voor jongens, maar ook een afdeling voor meisjes.

Helaas is de huidige staat van het gebouw en van de faciliteiten niet optimaal. Deze situatie ontmoedigt de fraters echter niet om dit werk voort te zetten. De fraters die werkzaam zijn in het internaat zijn steeds op zoek naar de beste manier om de kinderen te begeleiden.

In totaal verblijven er 44 leerlingen in het internaat: 23 jongens en 21 meisjes. Centraal in dit werk staat barmhartigheid, wat in de spiritualiteit van de congregatie altijd het vertrekpunt is bij het werken met jongeren. Dit krijgt vorm in de manier van opvoeden, het met elkaar omgaan, het lesgeven en in de communicatie met de jongeren. De ervaring leert dat een barmhartige levenshouding niet altijd zo gemakkelijk is als het lijkt. Soms moet je jezelf opofferen. Maar barmhartige dienstbaarheid leidt ons naar wat er hier nodig is: onderwijs en kansen voor iedereen. Dit is onze taak als fraters, samen met gezinnen, parochies en iedereen in leidinggevende posities.

Samen huiswerk maken. Werken in de moestuin.

frater João Soares CMM (Oost-Timor)

Muziek en zang.

Wilt u het hostel in Gleno steunen? Renovatie is hier hard nodig. Uw bijdrage is zeer welkom op IBAN NL 60 ABNA 0522439055 t.n.v. Fraters CMM Missieprocuur. Als u “hostel Gleno” in de omschrijving vermeldt dan wordt uw donatie hiervoor geoormerkt. De Fraters CMM hebben de ANBI-status. Dank voor uw steun!