LEIDEN, EEN GEZONDE STAD
Leiden is de ‘stad van ontdekkingen’, de stad van kennis en cultuur. Dit jaar is de stad ook ‘European City of Science’, de Europese wetenschapshoofdstad. Dat vieren we met een wetenschapsfestival van 365 dagen, waarbij elke dag een ander thema centraal staat.
We staan aan de vooravond van de Life Sciences & Health week. Gezondheid is een belangrijk thema. Op het Leiden Bio Science Park werken dagelijks duizenden mensen aan het ontwikkelen van medicijnen en vaccins tegen allerlei ziekten. Wist u dat sponzen een belangrijke rol spelen bij het ontdekken van allerlei nieuwe geneesmiddelen? Verderop leest u meer over dit onderzoek van Naturalis. Tegelijkertijd is er steeds meer aandacht voor leefstijl(interventies) en het voorkomen van ziekten. Hierover leest u meer in het interview met de Leidse hoogleraar Jet Bussemaker. Haar onderzoek richt zich op preventie in twee Leidse en Haagse woonwijken.
Herstellen van cellen Regeneratieve geneeskunde is een nieuwe loot aan de stam. Dit vakgebied, waarop Leiden een zeer
prominente rol speelt, gaat over het herstellen van beschadigde cellen, weefsels en organen. Regeneratieve geneeskunde heeft een enorme potentie; het draagt bij aan het oplossen van chronische ziekten en kan levens verlengen. Binnenkort opent NecstGen zijn deuren in Leiden. Ook de Leidse bedrijven VitroScan en Ncardia maken flinke stappen in dit vakgebied. In alle gevallen ligt nieuwsgierigheid aan de basis van de vele ontdekkingen en nieuwe inzichten over onze gezondheid.
Kennis delen
Het predicaat European City of Science heeft veel energie in de stad losgemaakt. De Universiteit Leiden, het Leids Universitair Medisch Centrum, de Hogeschool Leiden en vele anderen dragen eraan
bij. Er zijn enorm veel activiteiten, lezingen, workshops en congressen – nooit eerder had de stad zoveel congressen in één jaar. Ze zijn bedoeld voor nieuwsgierige mensen als u. In september ontvangen we EUCYS, een congres voor jonge, wetenschappelijke talenten uit heel Europa. Van 13 tot 16 juli vindt het tweejaarlijkse EuroScience Open Forum (ESOF), het grootste multidisciplinaire wetenschappelijke congres van Europa, in Leiden plaats. En er staat nog veel meer op het programma.
U bent van harte uitgenodigd om onze stad te bezoeken. De vele musea, het langste Singelpark van Nederland en de prachtige binnenstad zouden op zich al voldoende reden zijn, maar dit jaar is er dus nog veel meer te beleven.
Geen tijd meer voor uitstelgedrag
Het kan niet vaak genoeg gezegd worden. Ons gedrag, zoals een ongezonde leefstijl, is een van de belangrijkste risicofactoren voor het ontstaan of verergeren van een groot aantal chronische ziekten, zoals diabetes, hart- en vaatziekten of nierziekten. Tijdens de coronapandemie bleken leefstijlproblemen, zoals een verhoogd gewicht, een risicofactor voor een ernstiger beloop van covid en IC opnames, terwijl gedragsinterventies gericht op een gezondere leefstijl het sterfterisico in de zorg juist met meer dan 20 procent omlaag brengen.
Je zou een ongezonde leefstijl dus kunnen beschouwen als een ernstige aandoening op zichzelf die genezen moet worden. En toch investeren we maar mondjesmaat in het voorkomen en bestrijden van deze aandoening.
Een van de redenen is dat we een ongezonde leefstijl los zien van allerlei andere maatschappelijke ontwikke lingen. Niets is minder waar.
Een van de meest schrijnende problemen is de toegenomen onge lijkheid tussen bevolkingsgroepen met verschillende sociaal economi sche posities. Zo leven mensen in lagere sociaal economische posities in Nederland maar liefst gemiddeld zes jaar korter en vijftien jaar in minder goede gezondheid dan mensen met een hogere sociaal economische positie.
Stress en sociale isolatie
Deze verschillen worden deels verklaard door een meer onge zonde leefstijl en minder toegang tot de gezondheidszorg of gezondheidsbevorderende producten, bijvoorbeeld door laaggeletterdheid of financiële
problemen. Daarnaast gaan leefstijlproblemen bij deze groep veelvuldig gepaard met andere maatschappelijke vraagstukken, zoals stress door schuldenproblema tiek, sociale isolatie, psychiatrische co morbiditeit of een gebrek aan vertrouwen in overheidsinstanties.
Hoe langer een ongezond gedrags patroon bestaat, hoe lastiger het tevens is om bijvoorbeeld een gezond eetpatroon aan te leren.
Zo hebben baby’s die in de baar moeder te weinig of juist te veel voeding hebben gekregen, later
Gezien de complexe clustering van problemen waar burgers mee geconfronteerd worden heeft een gezonde leefstijl voor kwetsbare burgers vaak geen prioriteit. Een goed bedoeld advies van de huisarts of de wijkverpleegkundige sorteert onvoldoende effect om mensen te helpen bij het aannemen van een gezonde leefstijl. In plaats daarvan is het nodig deze gedragsproblemen integraal aan te pakken en datgene wat we willen bereiken, zoals een gezonde leefstijl, zo aantrekkelijk
mogelijk te maken. Dit vereist fijnma zige en gecoördineerde interventies, waarin we juist burgers in de meest kwetsbare posities actief betrekken en laagdrempelig ondersteunende interventies aanbieden voor bijvoor beeld slaapproblemen, mantelzorg, schuldenproblematiek of psychische problemen.
Minder goedkope snacks
Maar ook de woonomgeving beïn vloedt ons gedrag en leefstijl. Zo zorgt een minder groene omgeving voor minder beweeggedrag in de wijk en is het aantal fastfoodrestau rants in de omgeving rechtstreeks gerelateerd aan gewichtsproblemen in dezelfde wijk. Ook dit wijst op de noodzaak om maatregelen voor een gezonde leefstijl zo aantrekkelijk mogelijk te maken, met bijvoorbeeld goedkope groente en een suikertax of regulering van het aanbod van
ongezonde snacks op pompstations en in supermarkten.
Zolang we gezond leven enkel als een gezondheidsprobleem beschouwen en niet als een breed maatschappelijk probleem, zal een duurzame oplossing ver weg blijven. Elke dag die we wachten met de inzet van een integrale aanpak zorgen we er niet alleen voor dat meer kinderen kampen met gewichtspro blemen of burgers eerder welvaart ziektes ontwikkelen, maar ook dat maatschappelijke problemen zoals het gebrek aan vertrouwen in de overheid en verschillen tussen bevol kingsgroepen verder toenemen. Besef dat gedragsproblemen, zoals het aannemen en volhouden van een gezonde leefstijl, het DNA van onze maatschappij zijn waar alle aandacht naar uit moet gaan. Geen tijd meer voor uitstelgedrag.
“Dagelijks werken hier duizenden mensen aan het ontwikkelen van medicijnen”Ilya van Marle Eelkje Colmjon Henri Lenferink, burgemeester gemeente Leiden en voorzitter Raad van Toezicht Leiden, European City of Science.
“CHIPS IS GOEDKOPER DAN GROENTE”
een methode te ontwikkelen die op diverse wijken en steden kan worden toegepast. Het team werkt samen met onder meer de Hogeschool Leiden en de Haagse Hogeschool, de GGD en de gemeenten van Den Haag en Leiden.
Waarom is het onderzoek nodig?
‘Er bestaan grote gezondheidsver schillen tussen steden, en tussen wijken in dezelfde stad. Mensen uit achter gestelde wijken leven gemiddeld zes jaar korter dan mensen uit welvarende wijken. En gaat het om het ervaren van een goede gezondheid, dan loopt het verschil op tot vijftien jaar. Huisartsen zeggen tegen mij: ‘Ik werk niet in een ontwikkelingsland, wel in een ontwikkelingswijk’.’
Hoe verklaart u zulke grote verschillen?
Waar begint u met het onderzoek?
‘Bij de levensverhalen achter de data. We willen burgers als mede-onder zoeker betrekken en werken vanuit hun ervaringen. Die kennis koppelen we aan data. Daar kunnen we veel uit afleiden. Zo zien we dat de kosten voor jeugdzorg in achterstandswijken lager uitvallen dan in welvarende wijken. Waarom? Omdat ouders met hogere inkomens meer aandacht aan ontwikke ling van hun kinderen besteden en vaak ook beter de weg in de hulpverlening weten.
De Leidse hoogleraar Jet Bussemaker pleit voor welzijn-nieuwe-stijl. Haar laatste onderzoek richt zich op wijken waar de gezondheid slecht is.
Aan de zorg ligt het niet, zegt ze. Die is in Nederland goed geregeld. Het is de preventie waar het aan schort. Jet Bussemaker schudt haar hoofd. ‘Aan zorg geven we gemiddeld vijfduizend euro per persoon per jaar uit. Aan preventie twintig euro.’ Moet ze nu nog zeggen dat het anders moet?
Sinds 2018 is ze hoogleraar Wetenschap, beleid en maatschappe lijke impact, in het bijzonder in de zorg, aan de Universiteit Leiden. Daarvoor was ze bewindsvrouw, in de kabinetten Balkenende IV en Rutte II.
Dit voorjaar kregen onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum, onder wie Bussemaker, een miljoen euro van wetenschapsfinancier NWO. Dat is bestemd voor het onderzoek ‘Countering syndemic vulnerability: a community resilience approach.
Het vierjarig onderzoek richt zich op het verminderen van gezondheidsongelijk heden in wijken waar zorgen en ziektes zich opstapelen en elkaar versterken. De bewoners hebben er vaak een slechtere gezondheid dan in andere, meer welva rende wijken.
Bussemaker gaat, samen met collegaonderzoekers Matty Crone en Nienke Slagboom, onderzoeken hoe zulke wijken gezonder kunnen worden. Of, in de woorden van de hoogleraar, ‘hoe de veerkracht van gemeenschappen kan worden versterkt, en hoe we formele en informele netwerken kunnen laten samenwerken’. Bussemaker: ‘We gaan niet meten of je over een jaar daadwer kelijk minder overgewicht hebt.’
Het onderzoek richt zich op twee wijken, in Leiden en Den Haag. Uiteindelijk hopen de onderzoekers
‘We gaan vaak uit van het bio-medisch model. Dat betekent dat we onderzoek doen naar één aandoening, overgewicht of diabetes bijvoorbeeld. Of we richten ons op één onderdeel van gezonder leven, minder roken of minder drinken. Maar dat we zeggen dat een mens minder moet roken, betekent niet dat hij altijd in staat is dat ook te doen. Ziektes, ongezond gedrag en maatschappelijke zorgen werken op elkaar in. Bij een aandoening of een ongezonde levens stijl is er bovendien niet sprake van één oorzaak, maar van een stapeling van maatschappelijke zorgen en ziektes. Wij richten ons op die wisselwerking; alleen voorlichting geven is dan niet genoeg.’
Gezond leven is toch een keuze? ‘Tot op zekere hoogte. Zo kan stress, bijvoorbeeld veroorzaakt door schulden, mensen gevoeliger maken voor klachten in het immuunsysteem en depressie en komen ze steeds bij huisarts en ziekenhuis terug. Dan kan je medicijnen voorschrijven, maar dat neemt de oorzaak niet weg. Er zijn goede voorbeelden, onder andere uit Den Haag, waaruit blijkt dat het aanpakken van schulden meer gezond heidswinst oplevert en nog goedkoper is ook.
‘In ons onderzoek willen we de kennis van burgers zelf betrekken. Welke invloed heeft leven in stress op ziektes? Wat zien zij als manieren om hier uit te komen? Want kun je iemand gebrek aan discipline verwijten als hij niet weet hoe hij aan het einde van de maand moet rondkomen? Dat hij chips voor de kinderen koopt in plaats van groente, omdat die eerste veel goedkoper is?’
‘En tussen de data en de verhalen liggen dan de interventies. Daar moeten instanties gaan samenwerken, met bewoners en met elkaar. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan: het werken aan transitie van beleid en uitvoering is onderdeel van het onderzoek.’
Was het buurtwerk maar nooit wegbezuinigd.
‘Het ouderwetse buurtwerk moest zich zelf wel opnieuw uitvinden. Maar het is tijd voor welzijn-nieuwe-stijl en voor meer samenwerking tussen medisch en sociaal domein. De formele en informele banden in de wijken moeten worden versterkt. En ik zie overal al bruggenbouwers; huisartsen die niet alleen tegen hun patiënten zeggen dat ze meer moeten bewegen, maar een wandelclub beginnen. Ouders die samen goedkoop eten inkopen om samen een gezonde maaltijd voor hun gezinnen te koken. Vrouwen die een koffieochtend organiseren, waarbij buurtbewoners met vragen over opvoe ding, toeslagen, zorg komen.
‘Enerzijds overschatten we de zelf redzaamheid van mensen om kennis tot zich te nemen en op basis daarvan individueel hun gedrag te veranderen. Lukt dat niet, dan ligt het aan henzelf. Anderzijds onderschatten we de kracht van sociale netwerken als motor voor verandering. We kunnen zeggen: ga zelf iets aan je gezondheidsklachten doen, maar als we willen dat het effect heeft, moeten we ook de omgeving betrekken.’
Het grootste
Life Sciences & Health Cluster van Nederland
Leiden Bio Science Park is anderhalve vierkante kilometer groot, maar daar is wél alles te vinden, van vaccinontwikkelaars Janssen Biologics en Astra Zeneca tot het LUMC.
De verwachtingen waren hoog gespannen, toen staatssecretaris
Van Zijl op 7 februari 1984 de eerste paal in de grond sloeg van wat toen het Academisch Bedrijven Centrum heette. Maar dat onderzoekers en ondernemers ruim drie decennia later voorop zouden lopen in de bestrijding van een wereldwijde pandemie en op het gebied van ‘Life Sciences and Health’ – dát hadden ze niet voorzien.
Het Academische Bedrijven Centrum van toen werd het Leiden Bio Science Park van nu en dat wordt het innovatiedistrict van morgen. De lat ligt hoog; Boston, met zijn MIT en Harvard University, is het voorbeeld. Beide parken lijken op elkaar, ze zijn niet groot in omvang, zo’n ander halve vierkante kilometer, maar daar is wél alles te vinden: onderzoekers, ondernemers, studenten, artsen, patiënten en laboratoria.
In Boston spelen artificial intelligence (AI) en big data al een grote rol, in Leiden zal het onderzoek naar AI en big data de komende jaren groeien, hoopt Ida Haisma, directeur van Stichting Leiden Bio Science Park. Dat is belangrijk, want AI en big data zorgen ervoor dat grote hoeveel heden data in korte tijd kunnen worden verwerkt, wat de innovatie versnelt.
Medicijnen en therapieën Vooralsnog komen op het park in Leiden vele partijen samen. Er worden onderzoeken verricht, proeven gedaan en medicijnen en therapieën ontwikkeld die vervolgens worden toegediend of toegepast op patiënten in het universitair medisch centrum dat ook op het park ligt. ‘Van molecuul tot patiënt’, vatten ze het zelf samen.
De onderwijsinstellingen in de stad spelen een belangrijke rol in het
aantrekken, opleiden en afleveren van talent: naast kandidaatonderzoekers van de Universiteit en Hogeschool Leiden gaat het daarbij ook om studenten van het mbo.
Zo kent Leiden een gerenommeerde instrumentenmakersschool, waar onder meer meetinstrumenten voor laboratoria worden gemaakt.
Nieuwe kennisstad
De ligging van Leiden Bio Science Park is bijzonder, pal tegen het station aan en dicht bij de historische binnenstad. In tien minuten fietsen sta je voor het atelier waar de jonge Rembrandt ooit leerde schilderen. Tegelijkertijd vormt de spoorweg een barrière tussen de nieuwe kennisstad en de oude binnenstad, zegt programmamanager gebieds ontwikkeling Jaap van Opstal van de gemeente - in de Leidse volksmond ligt het Leiden Bio Science Park ‘achter het station’.
De komende tijd worden beide stadsdelen met elkaar verbonden.
Daartoe knapt de gemeente Leiden het gebied rond het station grondig op. Dat werkt. Zo verhuisde onlangs de commerciële tak van bierbrouwer Heineken al naar het stationsgebied, binnenkort start de bouw van een grote bioscoop. Van Opstal: ‘Ook op het park zelf wordt de infrastruc tuur verbeterd. De gemeente werkt momenteel aan de aanleg van de Hartlijn, een fiets- en voetpad dat alle centrale plekken in het LBSP met elkaar verbindt’.
Ambitieus talent
Maar om te kunnen concurreren en innoveren heeft het park méér nodig – vooral nieuwe, ambitieuze mensen. En omdat de vraag groot is, heeft dat talent het voor het uitkiezen. Een aantrekkelijke omgeving helpt dan. De komende jaren verandert
Leiden Bio Science Park dan ook; zo komen er meer woningen en groen, meer horeca en sportfaciliteiten en plek voor culturele evenementen.
Haisma: ‘Het moet leiden tot
toevallige ontmoetingen, want uit dergelijke gesprekken komen ook innovaties voort’.
Daarnaast zijn er geplande ontmoe tingen, zoals bij de shared facility van Nikon BioImaging Lab waar onder zoekers timeslots kunnen boeken om gebruik te maken van onder meer gespecialiseerde microscopen. ‘Handig voor startups’, aldus Haisma.
In de afgelopen twee jaar, waarin er op het park razend hard werd gewerkt aan de ontwikkeling van een coronavaccin (zowel de vaccins van Janssen als van Astra Zeneca zijn deels in Leiden ontwikkeld of geproduceerd) werden juist die menselijke ontmoetingen uit het leven gesloopt. Haisma: ‘Het lijkt wel alsof iedereen alles nu wil inhalen, zoveel wordt er momenteel georganiseerd’.
Van Opstal: ‘Ook daar spelen we op in. Neem de transformatie van het oude Pesthuis: vroeger werden daar mensen geïsoleerd, nu wordt het een foodhall waar mensen elkaar ontmoeten.’
DOE JE
BESTE DOOR
DOEN
Het werk van de analist en de laborant verandert razendsnel. Door technologische ontwikkelingen als automatisering en robotisering verdwijnen routinematige functies naar de achtergrond en worden laboranten meer operators. Bedrijven hebben behoefte aan digitale vaardigheden, aan communicatieve vaardigheden (om bijvoorbeeld data te vertalen in informatie) en interdisciplinair werken.
In Leiden zijn ze daarvan doordrongen. Op het Middelbaar Laboratorium Onderwijs van mboRijnland worden zo’n 450 studenten opgeleid tot analist en laborant. Op het gebied van lifesciences & health natuurlijk, maar ook op dat van chemie, voeding en planten. Jaarlijks studeren hier zo’n honderd analisten af, waarvan de helft doorstroomt naar het hoger beroepsonderwijs van de Hogeschool.
Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Bio Sciences wil een belangrijke rol spelen in de opleiding van deze studenten. Het is opgezet om het onderwijs, ook in de toekomst, goed te laten aansluiten op de beroepspraktijk en vormt zodoende de spil tussen onderwijs, bedrijven en over heid op het Leiden Bio Science Park, zegt programmama nager Sandra Migchielsen van CIV Bio Sciences. Voldoende en goed opgeleide werknemers zijn een belangrijke vesti gingsfactor. Inmiddels zijn meer dan twintig bedrijven en organisaties betrokken en meer zijn welkom.
Hoe dat samenwerken kan uitpakken, laten Janssen Biologics en de Biotech Training Facility zien, ook gevestigd op het Leidse wetenschapspark. In een nagebootste ontwikke lingsruimte van een farmaceutisch bedrijf, maken studenten straks kennis met werken onder GMP (Good Manufacturing Practices) omstandigheden in zogenoemde clean rooms.
Hier leren ze geen droge stof uit een boek, maar ervaren ze de praktijk. Want leren doe je het beste door het te doen.
“Het park zoekt nieuwe, ambitieuze mensen. Die hebben het nu voor het uitkiezen.”Simone
Genezen met hulp van eigen cellen
Mensen die genezen met hulp van de eigen cellen. Toekomstmuziek? Niet op Leiden Bio Science Park. Een greep uit de onderzoeken en de bedrijven.
Stamcel- en gentherapie
Op 1 juni opent NecstGen, de grootste faciliteit voor de ontwikke ling en productie van stamcel- en gentherapie in Nederland en een van de grootste faciliteiten in Europa, zijn deuren in Leiden. Hier werken onderzoekers aan regeneratieve geneeskunde, aan de doorbraken van de toekomst zogezegd, zoals op afroep gekweekte, insuline produ cerende cellen om diabetes tegen te gaan.
Nu worden mensen met chronische aandoeningen zoals nierfalen, diabetes en hart- en vaatziekten vaak jarenlang behandeld. Door rege neratieve geneeskunde verandert
dat. Dan kunnen mensen genezen met hulp van eigen cellen, die via gentherapie of weefselmanipulatie nieuwe eigenschappen hebben gekregen.
Bij gentherapie vervangen artsen afwijkende genen door gezonde, of voegen ze specifieke genen toe. Op die manier kunnen erfelijke aandoe ningen worden bestreden, of wordt het lichaam geholpen tumoren te bestrijden.
Bij weefselmanipulatie maken onder zoekers gebruik van stamcellen; menselijke cellen die zich nog niet hebben ontwikkeld tot onder meer hart, hersenen of huid, maar die
worden opgekweekt. Stamcellen helpen zieke cellen te vervangen.
Het Netherlands Centre for the Clinical Advancement of Stemcell & Gene Therapies, afgekort NecstGen, maakt gebruik van zogeheten geïnduceerde pluripotente stamcellen. Deze komen voort uit geherpro grammeerde huid-, spier- of zenuwcellen.
Onderzoekers en start-up bedrijven uit heel Europa en daarbuiten kunnen terecht bij de Leidse faciliteit om zo toepassing van cel- en gentherapieën te versnellen. Nu lopen zij vaak vast als zij hun medisch weten schappelijke ontdekking van het laboratorium naar de kliniek willen brengen. NecstGen is nodig om doorbraken te kunnen testen, op te schalen en sneller toepasbaar te maken voor patiënten.
Honderdduizenden chronisch zieke mensen hebben baat bij dergelijke doorbraken. Zij kunnen straks bovendien met een eenmalige behandeling genezen worden. Dat zorgt voor veel minder persoonlijk leed.
Gezonde darmflora
MyMicroZoo analyseert poep. Of beter gezegd, de bacteriën in de dikke darmen. Want die laten zien hoe het met de rest van het lichaam gaat. Zijn de darmen gezond, dan profiteert het hele lichaam daarvan. In de darmen immers, maken bacteriën de broodnodige stoffen aan voor het lichaam. Zijn de darmen ongezond, dan ontstaan er ontstekingen of worden ze poreus.
Om de bacteriën te onderzoeken, sturen mensen een testkit met een monster in. Daarna ontvangen ze een rapport waarin onder meer de compositie, diversiteit en energieproductie van de darmen worden uitgelicht. Op basis van de enkele duizenden samples die MyMicroZoo ieder jaar verwerkt, komen de onderzoekers steeds meer te weten over de werking van het darmmicrobioom.
Klanten kunnen persoonlijk advies krijgen op basis van hun darmmicrobioom door met een van de aangesloten zorgprofes sionals te praten. Dit jaar zal het bedrijf zelf op maat gesneden dieet- en leefstijladvies kunnen geven. Want dat is het mooie aan de darmen, zeggen ze bij het bedrijf: de mens kan zelf iets aan zijn darmflora doen, onder meer door zijn voeding en/of levensstijl aan te passen.
Dierproeven overbodig
Ncardia test medicijnen op kweekcellen. Dat onderzoek pakt goed uit voor mens en dier; voor de mens, omdat die sneller het juiste medicijn krijgt toegediend; voor het dier, omdat deze werkwijze dierproeven grotendeels overbodig maakt. Bovendien kunnen medicijnen sneller worden ontwikkeld.
Het bedrijf maakt stamcellen door bepaalde eiwitten in gewone lichaamscellen in te brengen. Daardoor verandert zo’n lichaamscel in een stamcel. Deze stamcel kan vervolgens uitgroeien tot onder meer hart- of hersenweefsel, een stukje darm of een ander orgaan.
Uit stamcellen bijvoorbeeld, kweekt het bedrijf onder meer hartspiercellen op. Vervolgens onderzoekt het of een medicijn hartritmestoornissen veroorzaakt. Op basis van de uitkomst van dat onderzoek krijgen patiënten sneller het juiste medicijn toegediend.
Ncardia is als eerste in de wereld met de industriële productie van cellen begonnen. Inmiddels telt het bedrijf twee vesti gingen. In Leiden worden opgekweekte cellen gebruikt om medicijnen op te testen; in Gosselies, België, heeft het een fabriek waar cellen uit stamcellen worden opgekweekt.
Door de cellen in te brengen bij bijvoorbeeld kankerpatiënten, kunnen tumoren worden bestreden. Dat is efficiënter dan een andere, veelgebruikte methode waarbij cellen uit de patiënt worden gehaald, vermenigvuldigd en teruggeplaatst.
Eierstok- en blaaskanker
VitroScan legt zich toe op een betere ondersteuning bij de keuze van de meest effectieve behandeling van eierstok- en blaaskanker. Chemotherapie is een belangrijke onderdeel van de behandeling, maar de bijwerkingen zijn groot. Bovendien werkt ze niet altijd - in het geval van eierstokkanker slaat chemothe rapie bij dertig procent van de patiënten niet aan.
Ziekenhuizen uit het hele land doen mee aan het onderzoek en sturen inmiddels kankerweefsel van hun patiënten naar VitroScan. Dit weefsel wordt getest onder omstandigheden die zoveel mogelijk lijken op de tumor in het lichaam van de patiënt. Vervolgens meten onderzoekers welke therapie het meest effec tief is, of juist welke therapie geen effect heeft. In deze fase worden die gegevens vergeleken met het resultaat van de behandeling in het ziekenhuis. Als VitroScan bewijst dat deze methode werkt, zal het in de volgende stap ingevoerd worden. De testuitslag zal dan direct gedeeld worden met de arts om de keuze van de behandeling te ondersteunen.
De huidige patiënt heeft er dus nog geen baat bij; hij/zij staat kankerweefsel af ten bate van het onder zoek en toekomstige patiënten. Maar over zo’n vier jaar hoopt het bedrijf op basis van de vergaarde resultaten de behandelaar en de patiënt voorafgaand aan de behandeling informatie te kunnen geven of deze wel of niet werkt.
Poortgebouw
Dit voormalig academisch ziekenhuis uit 1928 bestond uit verschillende aparte gebouwen om besmettingen onder patiënten te voorkomen, een nieuwe vinding voor die tijd. Het is een Rijksmonument vanwege zijn historische en architectonische betekenis.
Leiden Bio Science Park
Het grootste biowetenschappen- en gezondheidscluster van Nederland met meer dan 215 organisaties, waaronder start-ups, multinationals en onderwijsinstellingen. 25.000 mensen werken hier aan vroege ziektediagnose, medicijnontwikkeling, AI, datawetenschappen en meer.
Naturalis
Nationaal centrum voor biodiversiteit, een museum en academisch onderzoeksinstituut dat mondiale vraagstukken onderzoekt. In 1820 begon Koning Willem I met het verzamelen van de natuurhistorische collectie. Tegenwoordig bestaat deze uit meer dan 42 miljoen planten, dieren, stenen en fossielen.
Bibliotheca Thysiana
In 1653 bij testament gesticht door Johannes Thysius (16221653). De collectie omvat circa 2500 boeken en duizenden pamfletten op alle gebieden van de wetenschap. Het is de enige volledig bewaard gebleven 17e-eeuwse bibliotheek in Nederland.
Rijksmuseum Boerhaave
Opgericht in 1928 door academici die de geschiedenis van wetenschap en geneeskunde in Nederland wilden behouden. Herman Boerhaave gaf hier les aan het bed en het eerste academische ziekenhuis werd hier gesticht. Het museum werkt nog steeds samen met vooraanstaande wetenschappers.
WAAROM IS LEIDEN DE STAD VAN DE WETENSCHAP?
Ontdek het in de Science Route, een volledig geïllustreerde die de ongelooflijke ontdekkingen van Leiden belicht. De aftrap van Leiden als European City of Science.
Haal je gratis exemplaar in het Engels of Nederlands op
Academiegebouw
Gebouwd in 1516 en het oudste gebouw van de Universiteit Leiden. De bekendste kamer is het Zweetkamertje, waar nerveuze studenten in de 18e eeuw wachtten op hun examenresultaten en waar alle afgestudeerden hun naam op de muur schrijven.
Oude Sterrewacht
Opgericht in 1633 en de oudste universitaire sterrenwacht ter wereld. In 1860 werd het observatorium verplaatst van het dak van het Academiegebouw naar zijn huidige locatie. Nog regelmatig werken er onderzoekers in de Sterrewacht.
Hooglandse Kerk
Een houten kapel werd in 1314 op deze plek gesticht. Het lagere gedeelte van de toren dateert uit deze periode, de houten klokkentoren stamt uit de 17e eeuw. Wegens verschillende tegenslagen was de bouw nooit compleet voltooid.
LEIDEN VAN WETENSCHAP?
Burcht
Een van de oudste, nog bestaande voorbeelden van een burcht in Nederland.
De Burcht staat op een motte, een kunstmatige heuvel, en maakte deel uit van een kasteel. De heuvel zou eind negende eeuw zijn gebouwd. geïllustreerde wandelgids
De route viert de Science.
bij VVV Leiden.
Pieterskerk
In de 900 jaar oude Pieterskerk liggen zeer vooraanstaande inwoners van Leiden begraven. Zo ook verschillende wetenschappers die besproken worden in de Science Route, waaronder Snellius en Boerhaave.
Hortus botanicus Leiden
De oudste botanische tuin van Nederland. Opgericht in 1590 door de universiteit ten behoeve van medische studenten. Open voor wetenschappers en bezoekers om planten van over de hele wereld te zien en te bestuderen.
Young Rembrandt Studio
De 3D videoprojectie in de Young Rembrandt Studio laat het leven van Rembrandt in Leiden zien. In dit pand leerde Rembrandt drie jaar lang schilderen van zijn eerste leermeester, Jacob van Swanenburgh.
In dit 17e-eeuwse pand kun je gratis de videoprojectie van Rembrandt bezoeken.
Latijnse School
De Latijnse School was de vooropleiding voor de universiteit.
Lessen werden op zowel deze school als de universiteit in het Latijn gegeven. De Nederlandse schilder Rembrandt, geboren en getogen in Leiden, was hier student.
Muurgedicht (formule)
Leiden telt meer dan 120 muurgedichten in uiteenlopende talen en schriften. Dit was de inspiratie voor ook inmiddels acht historische muurformules op gevels in de stad. Zo is Einsteins veldvergelijking te bewonderen op de gevel van Rijksmuseum Boerhaave. Einstein was gasthoogleraar in Leiden.
Universiteitsbibliotheek Leiden
De oudste universiteitsbibliotheek van Nederland, met een van de grootste collecties ter wereld. Eén van de meest waardevolle items is de Aratea, een 9e-eeuwse codex van het hof van Lodewijk de Vrome in Aken.
In City of Science Leiden speelt onderzoek naar computermodellen een grote rol. Met hulp van virtuele mensen en kinderen bepalen onderzoekers van Universiteit Leiden het juiste medicijn en kunnen ze bijwerkingen beter voorspellen.
Bijwerkingen? De virtuele mens voorspelt ze
Een virtuele mens waarbij onder zoekers van een mogelijk medicijn kunnen voorspellen wat de bijwer kingen zijn, of het giftig is en hoe het zich in het lichaam verspreidt. Met een model dat kan voor spellen welk molecuul er nodig is, kan een organisch chemicus meteen het goede molecuul maken. Gevolg: er hoeven minder experimenten uitgevoerd te worden om een nieuw medicijn te vinden. Daarnaast kan een virtuele mens gebruikt worden om beter te doseren in kwetsbare groepen die ondervertegenwoordigd zijn in klinische studies.
tussen een kandidaat-medicijn en eiwitten in het lichaam. Medicijnen moeten soms een bepaald eiwit remmen of juist activeren, terwijl ze andere met rust moeten laten.
‘Sinds de jaren zeventig zijn er 3,8 miljoen hoge kwaliteit unieke metingen gepubliceerd over de interactie tussen een chemische stof, bijvoorbeeld een kandidaat medicijn, en een eiwit. Die 3,8 miljoen metingen vormen de dataset waarmee we ons model hebben getraind’, aldus Van Westen.
Systeem zoekt match
te actief is. Welk molecuul zou dat kunnen? Ons systeem kan een match zoeken bij een vergelijkbaar eiwit, zodat we weten in welke richting we moeten zoeken voor een goed medicijn.’
Daarnaast kan het model de inter actie tussen een stof en een eiwit voorspellen. ‘Er zijn iets meer dan een miljoen relevante chemische structuren in onze dataset, en 5500 eiwitten waarop je moet letten bij kandidaat-medicijnen. Het product daarvan is 5,5 miljard datapunten.’ Daarvan zijn er dus ‘maar’ 3,8 miljoen bekend door metingen. Door gerichte metingen te doen om
de ‘gaten’ op strategische plekken op te vullen, kan het model betere voorspellingen doen.
Vrij beschikbaar
Ook de farmaceutische industrie is betrokken bij het onderzoek. Zij immers, is geholpen met een snelle en directe aanwijzing van het goede molecuul. Onder meer het bedrijf Galapagos, gevestigd op Leiden Bio Science Park, werkt samen met Van Westen. Voorwaarde is wel dat de code die wordt ontwikkeld, vrij beschikbaar komt, dus ook voor de academische wereld en andere bedrijven.
Van Westen is overtuigd van ‘data driven drug discovery’. Daarom richtte hij samen met computerwe tenschapper Michael Emmerich in 2018 het Centre for Computational Life Sciences (CCLS) op, voor onder zoekers in de levenswetenschappen (biologie, chemie, farmaceutische wetenschappen) die hun vakgebied combineren met computerweten schappen. ‘Want bijvoorbeeld onder
Met hulp van een virtueel kind
Ernstig zieke kinderen die stoppen met heftige medicatie, krijgen net als volwassenen vaak last van ontwen ningsverschijnselen. De ernst hiervan is vaak lastig te voorspellen. De Leidse medicijnwetenschapper Bas Goulooze ontwikkelde daarom een computer model om de beste afbouwstrategie voor elk kind te kunnen bepalen.
Het gaat om een behandeling met zware pijnstillers of slaapmiddelen.
Uniform model
Omdat het lastig is onderzoek te verrichten bij deze kinderen, bouwen artsen hun medicatie af op basis van ervaringen. Zo verlagen ze de medicatie bijvoorbeeld iedere dag met tien procent. Leidt dit tot te ernstige ontwennings verschijnselen, dan lassen ze een pauze in of verhogen de dosis weer.
Gouloozes onderzoek is inmiddels gepubliceerd en hij heeft cum laude zijn doctoraat gekregen aan Universiteit Leiden.
‘Die medicijnen hebben de kinderen nodig’, zegt Goulooze, ‘dus daar kunnen we niets aan veranderen.
Maar we kunnen wel kijken of we de medicijnen na behandeling slimmer kunnen afbouwen.’
Maar zo’n uniform model pakt niet altijd goed uit: niet alleen de kinderen verschillen van elkaar, ook de manier waarop ze de medicijnen gebruiken (denk aan hoeveelheid en duur) verschilt.
Het zou beter zijn als artsen proactief kunnen handelen om ontwenning te voorkomen, vond Goulooze. Daarom maakte hij een wiskundig model dat hij vulde met informatie uit eerdere studies uit het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam. ‘Hoe lang en met welk medicijn is een kind behandeld, hoe zijn de medicijnen afgebouwd? Hoe oud is het kind en hoeveel last had het van ontwenning? Ons model schept orde in de klinische chaos. Door alle verzamelde informatie te vergelijken, kunnen we begrijpen en voorspellen waarom sommige kinderen veel last van ontwenning krijgen en anderen niet.’
Kleine stapjes afbouwen
Met het model kan Goulooze ook virtuele kinderen maken. Daarmee kunnen onderzoekers voorspellingen doen en gericht zoeken. Zo ontdekte de wetenschapper dat het belangrijk is om rekening te houden met de hoeveelheid medicijn die kinderen per dag krijgen. ‘Bij een hogere dosis moet je rustiger afbouwen, dus niet in de standaardstapjes van 10 procent per dag.’ Neem de pijnstiller fentanyl, een middel dat een hoger risico op ontwenningsverschijnselen met zich meebrengt dan andere pijn stillers. Volgens Gouloozes model kunnen kinderen beter elke twaalf uur met een klein stapje afbouwen dan elke achtenveertig uur met een grote stap. ‘Een mooi voorbeeld van hoe onze virtuele kinderen de echte kinderen kunnen helpen’, zegt hij.
De farmaceutische industrie werkt er hard aan dat medicijnen steriel en zuiver worden aangeleverd, maar de basis ligt nog steeds vaak in de natuur. Van aspirientje tot antikanker: als het al niet uít een levend wezen is gehaald, dan is het wel van een levend wezen nagemaakt. Zelfs van de nieuwste medicijnen is nog altijd zo’n tweederde afgeleid van natuurproducten.
Dat is eigenlijk ook wel logisch, want u bent zelf ook natuur. Levende wezens zitten allemaal met dezelfde problemen: we willen ziekmakers en parasieten dood hebben en ongewilde celgroei beperken. En een stof die giftig is in hoge dosissen - omdat het letterlijk bloed laat stollen, bijvoorbeeld - kan in een kleinere portie nuttig zijn, als middel tegen hemofilie. De stoffen die planten, dieren, schimmels en microorganismen aanmaken, zijn er om te werken in biologische systemen en aan te grijpen op biologische systemen, dus ze zijn een logische eerste halte bij de zoektocht naar een geneesmiddel.
Dat betekent dat soortenkennis enorm belangrijk is bij de ontwikkeling van medicijnen, en voor soortenkennis hebben we in Nederland het Naturalis Biodiversity Center. Gooi bijvoorbeeld de naam van Naturalis-bioloog prof. dr. Nicole De Voogd in een wetenschappelijke zoekmachine, en je leest over antikankerstoffen, antibiotica, virusremmers: heel verschillende takken van de farmacie.
Onder de duim
De Voogd onderzoekt sponzen. Sponzen zijn dieren, maar net als planten zijn ze aan hun plek gebonden. Als iets aan ze begint
Hoe een spons ziektekiemen onder de duim houdt
Sponzen moeten chemische oorlog voeren voor elke vierkante centimeter van hun bestaan. De stoffen die ze daarvoor gebruiken, zijn potentiële medicijnen. Het sponzenonderzoek van Naturalis vormt de basis bij het ontdekken van allerlei nieuwe geneesmiddelen.
te knagen kunnen ze niet vluchten, als ze ziek worden kunnen ze niet onder de wol of ergens heen gaan om iets geneeskrachtigs te eten: elk probleem dat een spons heeft moet ter plekke worden opgelost. En de oplossing is chemische oorlogsvoering: het produceren van stoffen die rovers en ziektekiemen onder de duim houden.
‘En dat zijn dus heel veel verschillende stoffen, want sponzen zitten letterlijk 24 uur per dag in een soep van ziektekiemen’, vertelt ze. ‘Er komen schildpadden en zeeslakken langs om ze op te eten,
en voor elke vierkante centimeter op het rif moeten ze strijd voeren met andere soorten. Voor al die functies maken ze chemische stoffen aan, en die kunnen ook een farmaceutisch nut hebben. Het anti-virale middel aciclovir bijvoorbeeld, is ooit gevonden in een spons. Het zit in koortslipcrème, en onderzoekers zijn nu aan het bestuderen of het ook werkt tegen coronavirus.’
De Voogd: ‘Ik werk samen met chemici die met zulke stoffen aan de gang willen. Sommige verbindingen zitten in een bepaalde groep sponzen en ik weet waar je die kunt
Naturalis en de Universiteit Leiden zoeken samen naar nuttige microben in sponzen
Hoewel Naturalis officieel al jaren terug is afgesplitst van de Universiteit Leiden, wordt er nog steeds nauw samengewerkt, benadrukt prof. dr. Gilles van Wezel, wetenschappelijk directeur van het Leidse biologie-instituut IBL. Dat doet hij zelf ook: sponzenonderzoeker Nicole De Voogd doet mee aan een groot Europees onderzoeksproject (MARBLES) dat door van Wezel wordt gecoördineerd, en waar de deelnemers nuttige microben uit de zee hopen te vinden.
Microbioloog Van Wezel: ‘De pijplijn loopt via Nicole naar mij, naar andere partners die screenen op toepasbaarheid en schaalbaarheid.’ Sponzen leven in een innige symbiose met grote hoeveelheden micro-organismen, en veel van de potentieel nuttige stoffen uit een spons worden door, of samen met, die microben gemaakt.
vinden. Wij bieden de soortenkennis die onmisbaar is, maar ook kennis over de ecologie: waar zit die soort, wat doet ‘ie?’
Virussloper
De eerste stap van spons naar medicijn is betrekkelijk eenvoudig: je maakt een extract en dat druppel je bij datgene dat je wilt aanpakken. Remt het extract de groei van kankercellen? Doodt het bacteriën of wormen? Sloopt het virussen? Als het antwoord op die vraag ‘ja’ is, is het zaak om te bepalen welke stof daarvoor verantwoordelijk is, en of je die kan produceren.
Dat produceren doe je bij voorkeur zonder de spons zelf. De dieren laten zich maar lastig kweken, en het komt maar al te vaak voor dat ze een interessante stof alleen maar onder bepaalde omstandigheden aanmaken. ‘Ik kreeg van een groep onderzoekers elke keer sponzen opgestuurd omdat ze er steeds weer andere stoffen in vonden. Maar het was elke keer dezelfde soort. Sponzen, en de micro-organismen die in de spons wonen, maken sommige stoffen aan als reactie op hun omgeving. Maar wát er dan anders is aan die omgeving dat voor de productie van een bepaalde verbinding zorgt, weten we vaak niet.’
‘Onze specialiteit is het werken met microben die op het eerste gezicht niets interessants produceren. Iets dat uit zichzelf al grote hoeveelheden antibiotica maakt, is immers vaak al door de farmaceutische industrie opgepakt. Wij zoeken die microben waarbij je de productie eerst moet aanwakkeren, door de leefomgeving na te bootsen. Bijvoorbeeld door er stukken spons of vijandige bacteriën bij te doen. Zo krijgen de microben het gevoel dat ze in hun natuurlijk leefomgeving zijn en produceren ze moleculen die ze in het lab normaal niet maken.’
De productie van farmaceutische stoffen is overigens maar één van de toepassingen waar Van Wezel, De Voogd en hun tientallen collega’s op hopen. De microben zelf kunnen ook al nuttig zijn. ‘In de kweek van zalm worden bijvoorbeeld preventief vele tonnen antibiotica gebruikt. Als je in plaats daarvan mariene bacteriën aan het voer kan toevoegen, is dat slimmer – en het helpt tegen het groeiende probleem van antibiotica-resistentie. Tevens beschermen we zo de biodiversiteit’.
“Dat zijn dus heel veel verschillende stoffen, want sponzen zitten letterlijk 24 uur per dag in een soep van ziektekiemen”
Onderzoek zit in ons DNA Werken aan voedselveiligheid
Het kenniscentrum
Het Leiden Centre for Applied Bioscience (LCAB) is het kenniscentrum van de faculteit Science & Technology (S&T) van Hogeschool Leiden. Hier voeren studenten, docenten en onderzoekers samen met mensen uit het bedrijfsleven praktijkgericht onderzoek uit op het gebied van life sciences. Het LCAB bestaat uit vijf onderzoeksgroepen waar onder drie lectoraten (Genome-based Health, Metabolomics en Metagenomics) en de onderzoeks groepen Bio-informatica en Foodlab Leiden.
Het kenniscentrum werkt nauw samen met bedrijven en kennisinstellingen op het Leiden Bio Science Park en het onderwijs van de hogeschool zelf: specifiek de opleidingen Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie, Bio-informatica en ook het Middelbaar Laboratorium Onderwijs (MLO) van mboRijnland.
Op het gebied van meten en detecteren, denk aan thema’s als biodiversiteit en gezondheid, beschikt het LCAB over veel kennis en faciliteiten. Het gaat dan om methoden voor bemonstering, de monstervoor bereiding, de analyse in het laboratorium en de inter pretatie van de resultaten. De onderzoeksgroepen en opleidingen werken daarbij samen. Onderzoekers bij het LCAB spelen ook een rol bij een viertal recent toegekende projecten in het kader van de Nationale Wetenschapsagenda waarin wordt samengewerkt in consortia met Nederlandse topwetenschappers. Wat ze onderzoeken? Twee voorbeelden.
Het LCAB heeft regelmatig vacatures. Interesse? Check: hsleiden.nl/vacatures
Kunnen we met nieuwe DNA-technieken de bron van een voedselinfectie opsporen? Ja, luidt het antwoord. Tussen 2017 en 2019 werden twintig mensen erg ziek. Drie van hen overleden, een vrouw kreeg een miskraam. De oorzaak bleek een besmetting met de bacterie Listeria mono cytogenes te zijn. Met hulp van Whole Genome Sequencing (WGS), een DNA-techniek, konden onderzoekers van het RIVM en de NVWA de bron achterhalen. Het bleek een Nederlandse vleeswa renfabriek te zijn.
Hoewel deze analysetechniek momenteel vooral door overheidsinstanties wordt gebruikt, kan ze ook worden ingezet door bedrijven zelf. Met het ‘Precision Food Safety project’ wil het Leidse kenniscentrum de voedselverwerkende indus trie dan ook voorbereiden op het gebruik van moderne DNA-sequencing technologieën voor de monitoring en controle van de productiefaciliteiten op pathogene bacteriën.
De focus ligt vooralsnog op Listeria monocyto genes. Deze bacterie komt in veel voedsel voor, van kippensoepballetjes en plakjes leverworst tot gerookte forelfilet, en wordt gezien als een van de grote bedreigingen van de voedselveiligheid. De lijst supermarkten die noodgedwongen producten uit de schappen halen vanwege een listerie-bac terie groeit gestaag. Met DNA sequencing tech nieken kan de bron van de bacterie al in een vroeg stadium in de keten worden opgespoord. Een grote vooruitgang dus. Aan het project werken dan ook diverse bedrijven uit de voedselverwer kende industrie mee.
Check de test
Het klinkt als een aflevering van het tv-programma Verre Verwanten; met een genetische zelftest kun je wereldwijd verwanten opsporen. Of je gebruikt zo’n direct-to-consumer test om genetische factoren te zoeken die inzicht geven in de eigen gezondheid en ziekterisico’s.
Dit levert echter wel nieuwe problemen op. Zo zijn consumenten zich vaak niet bewust van de consequenties die testuitslagen voor henzelf én hun familie hebben. En twijfelen genetici aan de waarde en betrouwbaarheid van de genetische zelftesten, omdat deze vaak een beperkt aantal varianten testen met elk een beperkt effect op speci fieke eigenschappen.
Het is dus belangrijk dat aanbieders voldoende informatie geven over de voor- en nadelen van de test, zodat de gebruiker voor het aanschaffen ervan goed geïnformeerd is. In dit project onderzoeken de medewerkers van het LCAB, samen met collega’s van andere hogescholen en universiteiten, daarom de waarde, betrouwbaarheid en informatievoorziening van genetische zelftesten.
Daarnaast ontwikkelen ze voorlichtingsmateriaal voor consumenten en professionals in de zorg en de sportwereld en wordt een checklist met criteria voor de beoordeling van de klinische validiteit en het (klinisch) nut van de testen ontwikkeld.
Het ontwikkelde voorlichtingsmateriaal wordt uiteindelijk op een publieke website beschikbaar gesteld. Bedrijven kunnen dan op hun websites en in hun informatie en communicatie over testen naar dit materiaal verwijzen. Ook kunnen ze, met hulp van de checklist, verbeteringen doorvoeren. Tot slot zal de informatie uit het onderzoek worden gebruikt voor de voorbereiding van een keuzehulp voor genetische testen.
Met de vernieuwde tentoonstelling ‘Grote Vragen’ laat Rijksmuseum
Boerhaave in drie thema’s de belangrijkste ontwikkelingen binnen de hedendaagse wetenschap en bespiegelingen op de toekomst zien.
Actuele verzamelobjecten als de kweekburger, de ampul en injectiespuit van het allereerste coronavaccin dat in Nederland is gezet, en de kunstmatige alvleesklier.
In de tentoonstelling ‘Grote Vragen’ brengt het museum de bezoeker dichter bij de onderzoekers van nu. Zij kunnen vragen stellen aan dertien (inter) nationale wetenschappers – vragen die te maken hebben met de uitkomst van hun onderzoek, en hoe zij dat onderzoek doen. Dat levert talloze andere vragen op die gaan over de wetenschap van de wereld van nu.
Grote Vragen dus. De nieuwe expositie laat ook zien hoe het museum actuele wetenschap verzamelt. En is daarmee een opstap naar de nieuwe Life Sciences & Health Studio die het museum de komende jaren zal ontwikkelen. En zo wordt Rijksmuseum Boerhaave ook een podium voor de toekomst.
De tentoonstelling ‘Grote Vragen’ is vanaf 24 juni te bezoeken in Rijksmuseum Boerhaave, Leiden. Luister dan ook naar de bijbehorende podcast die nog veel meer vragen en thema’s zal belichten. Het thema Grote Vragen is namelijk oneindig groot.
Kunnen we op een nieuwe manier naar ziekte en gezondheid kijken? Kunnen we de klimaatverandering remmen? En wat is onze plek in het universum? Het zijn drie belangrijke vragen uit de vernieuwde vaste opstelling ‘Grote Vragen’ van Rijksmuseum Boerhaave.
Het lichaam en gezondheid
Om lang en gezond te kunnen leven moeten we niet alleen ziektes genezen, maar ook grip krijgen op wat ons ziek maakt. Artsen en wetenschappers begrijpen steeds beter dat er vaak al iets misgaat in het lichaam, lang voordat er klachten ontstaan. Maakt een lichaam zichzelf ziek of maken we ons lichaam ziek, door onze manier van leven? Welke invloed heeft onze leefomgeving? Hoe beter we dit begrijpen, hoe beter we weten waarnaar we moeten zoeken in het schemergebied tussen ziek en gezond. En hoe eerder we kunnen ingrijpen. Op een nieuwe manier naar ziekte en gezondheid kijken, durven we dat?
De aarde en het klimaat
De aarde verandert door toedoen van de mens. Denk aan opwarming en klimaatverandering, maar ook aan virusuitbraken. Het laatste rapport van het VN-klimaatpanel IPCC, uit februari 2022, liegt er niet om. „Klimaatverandering bedreigt het welzijn van de mens, en de gezondheid van de planeet”, schrijven de onderzoekers. Kunnen we klimaatverandering remmen en in de toekomst duurzaam en gezond samen blijven leven?
Het heelal
Natuurlijk, het heelal is onmetelijk groot. En ja, wetenschappers begrijpen er steeds meer van, mede dankzij slimme theorieën en goede telescopen. Maar kennis leidt tot nieuwe vragen. We weten dat de meeste andere sterren ook planetenstelsels hebben, maar hebben amper een idee hoe die werelden eruitzien. Is daar ook leven mogelijk? Of neem zwarte gaten. We weten dat ze bestaan, maar in een zwart gat loopt ons begrip van tijd en ruimte vooralsnog dood. Zullen we ooit alles weten?
rijksmuseumboerhaave.nl/te-zien-te-doen/ Grote-vragen
Tentoonstelling op wielen
Zie het als een tentoonstelling op wielen. Een rijdende expositie die zich buigt over de vraag: wat kunnen we tegen een eventuele volgende pandemie doen? De Pandemie Preventie Car (PCC) laat zien hoe onderzoekers en biotech bedrijven zich voorbereiden op zo’n volgende pandemie. De rol van medicijnontwikkeling, wereldwijde vaccinatieprogramma’s en onze omgang met dieren worden op verschillende manieren belicht.
Ook kun je de interactieve pandemie preventie game spelen. In een race tegen de klok nemen spelers het op tegen de pest, de griep en een toekomstige pandemie. Je kunt een quarantaine instellen, het vliegverkeer stilleggen, vaccins uitdelen. Maar let op, niet alle middelen zijn meteen of in overvloed beschikbaar. Zet ze daarom slim in en bescherm de wereld tegen een nieuwe pandemie.
Dit jaar rijdt de Pandemie Preventie Car door Leiden, volgend jaar rijdt hij door het land. Wil je weten waar? Scan dan de QR-code.
MEI 24
HOOIKOORTS
Neem een luchtsample met een pollensniffer en bekijk je vangst onder de microscoop! Daarna kun je samen met experts van Hogeschool Leiden, het LUMC en Naturalis het DNA van je sample onderzoeken en ontdekken wat voor soort pollen je gevangen hebt. hsleiden.nl
JUN 4
MICROSCOPIE WORKSHOP
Met de digitale microscopen van Rijksmuseum Boerhaave tel je insecten-haartjes, zie je live hoe zweet op je huid geproduceerd wordt en verdampt en inspecteer je stekelvarken-stekels. Houd de replica’s van de Leeuwenhoek microscoop ernaast om te zien hoe ver we gekomen zijn. Vergeet niet om wat leuke dingen vanuit huis mee te nemen om te onderzoeken. rijksmuseumboerhaave.nl
JUL 13-16
EURO SCIENCE OPEN FORUM
De tiende editie van het grootste multidisciplinaire wetenschappelijke congres van Europa vindt plaats in Leiden. Meer dan vierduizend denkers, innovators, beleidsmakers en journalisten uit meer dan negentig landen zullen de huidige en toekomstige doorbraken in de hedendaagse wetenschap bespreken. leiden2022.nl
LIFE SCIENCES & HEALTH
JUN+SEPT
SCHRIJVEN IN HET THORBECKEHUIS
Een mooie familiegeschiedenis, een goed verhaal of verrassende column schrijven, dat kun je leren. NRCjournalist en schrijver Yaël Vinckx geeft schrijfcursussen in het Thorbeckehuis in Leiden, het huis waar de beroemde staatsgeleerde de huidige Grondwet schreef. yaelvinckx.nl
SEPT 25
SEEING STARS save the date
Op 25 september 2022 vindt in Leiden een bijzonder experiment plaats: Seeing Stars Leiden. In de wijde omgeving van de Oude Sterrewacht gaan een uur lang alle lichten uit. In het jaar dat Leiden European City of Science is, brengen Daan Roosegaarde en UNESCO de sterren terug naar Leiden. “Licht uit, sterren aan!” seeingstarsleiden.nl
MEI 28
DAG VAN DE REGENERATIEVE GENEESKUNDE
De toekomst van de geneeskunde zie je hier, tijdens deze publieksdag in de Stadsgehoorzaal in Leiden. Kun je door je eigen cellen worden behandeld? Zijn je eigen genen de oplossing voor je gezondheidsprobleem? En hoe worden deze dure behandelingen betaald? Kijk mee, luister mee en discussieer mee. Toegang gratis, aanmelden niet nodig. leidenbiosciencepark.nl
SEPT 12-18
EU CONTEST FOR YOUNG SCIENTISTS
De European Union (EU) Contest for Young Scientists (EUCYS) is het belangrijkste evenement voor studentenwetenschap in de EU. Het is uniek en eenmalig dat EUCYS in Nederland plaatsvindt. Tijdens deze grootste science battle voor young scientists presenteren jonge finalisten (14-20 jaar) uit heel Europa hun onderzoeksprojecten in de Hooglandse Kerk aan een internationale wetenschappelijke jury. leiden2022.nl
SEPT 12-18
ARTSCIENCE WEEK
Einstein zei het al: ‘Phantasie ist wichtiger als Wissen, denn Wissen ist begrenzt.’ Zonder kunst geen wetenschap, dus. In de ArtScience week wordt de kruisbestuiving tussen beide onderzocht aan de hand van experimenten, debatten en confrontaties. artscienceweek.nl
MEI 29
TK CHALLENGE RUN
Tijdens de Life Sciences & Health week gaan we hardlopen, zo’n vijf à zes kilometer lang, over Leiden Bio Science Park. De opbrengst is voor het Willem Alexander Kinderziekenhuis in Leiden. tkchallenge.nl/bio-science-park-run
KENNIS DOOR DE WIJKEN
De brug tussen wetenschap en lokale samenleving. Bewoners, buurtverenigingen en vertegenwoordigers van onderwijs en maatschappelijke organisaties organiseren dagelijks laagdrempelige activiteiten rond een nieuwsgierig makend onderwerp. In een van de 101 buurten in Leiden, Zoeterwoude, Voorschoten, Oegstgeest en Leiderdorp. leiden2022.nl
SEPT 16
BREIN & RECHT
Het brein van volwassen daders kan verstoord raken op basis van hersenletsel of psychische aandoeningen. Hoe kan dat van invloed zijn op delictgedrag? Deze en andere vragen komen aan bod tijdens de publieksdag Brein & Recht van het Leiden Institute for Brain and Cognition (LIBC). universiteitleiden.nl
POSTBUS 71
Heb je een vraag voor de wetenschap?
Stel ‘m via Postbus 71! Daar wordt een expert gezocht, binnen of buiten Leiden, die jouw vraag beantwoordt. vraag@postbus71.nl
PLANTEN ONDER DE LOEP
In 2022 verkent de oudste botanische tuin van Nederland de rol van planten in de wetenschap. Van onderzoek naar geneeskrachtige planten tot hun bijdrage aan innovaties op het gebied van duurzaamheid en het klimaat. Ontdek de schoonheid én het nut van planten. Hortus botanicus Leiden hortusleiden.nl