3 minute read

Uit liefde voor de sla

Next Article
Food Atelier

Food Atelier

Ze zijn een vaste waarde in de groenteafdeling, de multicolor slaatjes die met z’n drie op een kluitje staan en samen in een plastic verpakking zitten. Producent en groentevakman Bert Depoortere houdt van het trio als teelt én als slaatje op zijn bord.

Bert: Ik kreeg van mijn vader de tuindersmicrobe van jongs af aan mee en was snel overtuigd dat mijn toekomst in de tuinbouw lag. Na mijn studies landbouwindustrie ben ik nog een tijdje gaan werken in een transportbedrijf en een diepvriesbedrijf, maar dat was niks voor mij. Ik wou een tuinbouwbedrijf beginnen. Mijn vader teelde ‘s zomers tomaten en ‘s winters kropsla, allebei serreteelt maar wel in volle grond. In 2008 startte ik mijn eigen tuinbouwbedrijf naast dat van mijn vader maar ik hield het op kropsla. In 2016, liet ik een nieuwe grotere serre bouwen waarbij ik volledig voor de hydrocultuur van multicolorsla ben gegaan. In mijn oude serre kweek ik nog steeds kropsla in volle grond. Vorig jaar bouwden we ook nog een stukje hydro bij en telen we naast de multicolor nu ook de gewone botersla of kropsla.”

Van baby tot oogstrijp

In zijn nieuwe serre staan multicolors van baby tot oogstrijp. Een systeem van opschuivende tafels brengt de planten in een circuit doorheen de serre. Bert: “De plantjes komen toe met drie zaadjes in een blokje. De blokjes worden open geplant op platen om ze wat ruimte te geven. Daarin verschilt hydroteelt met volle grond. Bij de laatste staan de plantjes onmiddellijk op een afstand van elkaar zodat ze plaats genoeg hebben om groot te worden, in de hydroteelt geven we de plantjes naarmate ze groeien meer ruimte.”

Het water met alle nodige voedingsstoffen, passeert onderaan in goten. De plant rust op plastic waardoor de blaadjes nooit nat worden, enkel de wortels maken contact met het water. “Om de twee weken nemen we een waterstaal, ontleden het en op grond van de resultaten sturen we al dan niet bij. Want in hydroteelt moeten alle meststoffen toegevoegd worden. We gebruiken vooral regenwater en hebben een hele diepe put zodat het water koel blijft. Koel grondwater is beter dan warm oppervlaktewater.”

“Elke dag staan ze op een andere plek, dan eens in de schaduw, dan eens in het volle licht, zo ontwikkelen ze zich evenwichtiger.”

“Telkens er platen vooruitschuiven omdat er geoogst is, schuiven alle andere platen op zodat we aan het begin terug plaats krijgen om nieuwe plantjes te zetten. Zo staat de serre altijd vol. De plantjes maken gedurende drie weken een tocht door de serre en dat heeft zo z’n voordelen. Elke dag staan ze op een andere plek, dan eens in de schaduw, dan eens in het volle licht, zo ontwikkelen ze zich evenwichtiger.”

Naast water en voeding hebben de planten ook CO2, warmte en licht nodig om te groeien. Daarom belicht Bert in de winter en houdt hij ook ’s nachts 8 graden in de serre, tijdens de dag is dat 12 graden.

Van de serre naar de REO Veiling

Op het einde van hun tocht door de serre worden de multicolors voorzichtig uit de plaat gehaald en met wortel en blokje in een hoesje gestopt. Hij werkt met verschillende hoesjes naargelang de bestemming of vraag van de klant. De multicolor wordt sowieso met kluit geteeld én ligt ook zo in de groenterekken. “Wat wij ’s morgens naar de veiling brengen, is tegen de middag opgeladen en zal morgen in de winkel liggen. We verhandelen onze sla via de REO Veiling, hoofdzakelijk op contract en deels ook via klokverkoop.”

Je moet iets voelen voor de teelt, anders begin je er niet aan.

“Je moet iets voelen voor de teelt anders begin je er niet aan”, besluit Bert. “Het is een zware investering. Het is altijd nadenken en rekenen en omzet zoeken. We worden hierin wel goed ondersteund door de veiling. Mijn vrouw en ik zijn blij dat we de stap gezet hebben. We willen echt doordoen in de slateelt en zijn er zeker van dat daar onze toekomst ligt.”

This article is from: