Trefwoorden

Doorheen het document wordt vakjargon gebruikt alsook termen specifiek aan de ontwikkelde applicatie. Om onduidelijkheden te vermijden worden hieronder enkele belangrijke termen verduidelijkt:

• tradeflow: de benaming gebruikt in de applicatie om te verwijzen naar één dossier van een welbepaald transport;

• database: is een digitaal opgeslagen gegevensverzameling, ingericht met het oog op flexibele raadpleging en gebruik;

• AIS-data: Automatic Identification System: via een VHF-zender van een (binnen)schip wordt automatisch op regelmatige tijdstippen informatie uitgezonden over bijvoorbeeld locatie en snelheid;

• API: Application Programming Interface: set van instructies en standaarden die het mogelijk maakt om computersystemen met elkaar te verbinden;

• EDI: Electronic Data Interchange: een generieke term voor de elektronische uitwisseling van bedrijfsdocumenten en berichten;

• IoT: Internet of Things: het concept van via het internet verbonden apparaten die gegevens uitwisselen zonder menselijke tussenkomst;

• geofencing: het virtueel afbakenen van een geografisch gebied, waardoor een actie gekoppeld kan worden aan het overschrijden van de virtuele grens;

• CODECO bericht: COntainer DEparture

COnfirmation: een standaard voor het versturen van container status updates via

EDI berichten;

• transparantie van de supply chain: het high level mappen van de volledige supply chain om inzicht te krijgen in de partijen die erbij betrokken zijn en in de oorsprong en afkomst van alle producten en onderdelen;

• traceerbaarheid: het opvolgen doorheen de supply chain van individuele batches, producten, verpakkingen of transportmiddelen.