BNDeStem bijlage WK 2010 9 juni 2010

Page 5

|45 woensdag 9 juni 2010 BN DeStem.nl

rechter wegens onvrede over zijn contract. Is op zeker moment akkoord met Arsenal, maar speelt er nooit. Vertrekt naar Manchester City, waar hij niet slaagt. Haalt in het Midden-Oosten nog wat geld op.

Sinds Kameroen op het WK van 1990 in Italië glorieerde, vond menig Afrikaanse voetballer de weg naar Nederland. Er is met groot gemak een sterk Afrikaans eredivisie-elftal van te formeren. Met vooral veel aanvallers.

Eric Addo (Ghana): Wordt in 1999 voor 13 miljoen gulden door PSV gekocht van Club Brugge. Maakt de hoge verwachtingen niet waar, mede door een knieblessure, meent Addo. Hoewel hij al heel lang in de eredivisie speelt, heeft hij maar weinig wedstrijden op zijn naam: 128 duels in 11 seizoenen bij PSV en Roda JC. „Ik heb met weinig wedstrijden veel geld verdiend”, zegt hij in Voetbal International. „Het is niet anders. Ik hoop dat ik hier ook om mijn karakter zal worden herinnerd. Een open, vriendelijke jongen.”

door Theo Brinkman en Herman Nijman

N

beton. Behoedt in zijn eerste maanden MVV voor degradatie en is in Limburg de koning te rijk. God helpt hem een handje, zo weet hij. Na anderhalf jaar gaat hij naar Standard Luik, daar gaat het mis. Dient nu God met hart en ziel in zijn kerk, de Christ Divine Church of God. Gaat naar het WK als keeperstrainer van Nigeria.

VE R D E D I G I N G Hatem Trabelsi (Tunesië): Rechtsback, dravend van achterlijn naar achterlijn. De Tunesiër is 33 en kan nog makkelijk voetballen, maar keerde in stilte terug in zijn geboortestad Ariana. Trabelsi baart in vijf jaar Ajax (2001-2006) opzien met sterke prestaties en praatjes. Hij daagt de club voor de

Bwalya Kalusha

Alloy Agu (Nigeria): De eerste Afrikaanse keeper in de eredivisie. Arriveert in 1991 vanuit Lagos bij MVV als keeper van het nationale elftal. Lange armen, lichaam van

foto Hans Groene

foto ANP

Christian Gyan (Ghana): Verdediger met cultstatus in Rotterdam-Zuid. Is amper 18 als hij door Feyenoord uit Ghana wordt gehaald. Wordt een half jaar gestald bij Excelsior, maar komt snel terug naar de Kuip, waar hij negen jaar speelt. Wint onder meer de landstitel (1999) en de UEFA Cup (2002). Is meestal reserve en speelt in die negen seizoenen maar iets meer dan honderd competitiewedstrijden. Staat wel in de basis bij de UEFA Cup-finale. Is vooral ook bekend om zijn uitgebreide manier van bidden op het veld.

Nwankwo Kanu (Nigeria): Slungelige aanvaller (‘de kraanvogel’). Baart bij Ajax opzien met onorthodoxe acties. Komt in 1993 als 17-jarige naar Amsterdam, wint twee jaar later de Champions League. Is in 1996 aanvoerder van het Nigeriaans elftal dat olympisch kampioen wordt en vertrekt naar Inter Milaan. Een afwijking aan een hartklep lijkt een einde te maken aan zijn carrière, maar herstelt na een operatie. In Italië slaagt hij niet, bij Arsenal wel. In 1996 en

Polley niet kan zwemmen. Ook in Twente (1992-1994) is hij populair, maar de de top haalt hij nooit. Matthew Amoah (Ghana): Afrikaan met de meeste eredivisiewedstrijden achter zijn naam: 262. Laat daarmee Jatto Ceesay (239) en Blaise N’Kufo (223) achter zich. Amoah bouwt in tien jaar bij Vitesse, Fortuna Sittard (heel even) en NAC een reputatie als goalgetter op. Heeft inmiddels de grens van honderd doelpunten gepasseerd. Gaat met Ghana naar het WK, net als in 2006. Op dat toernooi stond Amoah in alle vier de wedstrijden van Ghana in de basis.

M I D D ENVELD Mahamadou Diarra (Mali): Komt in 1999 van OFI Kreta naar Vitesse. De Arnhemmers betalen enkele tonnen voor de dan 18-jarige Malinees. Het is de goede tijd van Vitesse: met Diarra wordt de club vierde, zesde en vijfde in de eredivisie. Drie jaar na zijn komst wordt Diarra voor miljoenen verkocht aan Olympique Lyon. Met die club wordt hij vier keer op rij kampioen van Frankrijk. In 2006 koopt Real Madrid hem voor dik 25 miljoen euro, ongeveer honderd keer zoveel als Vitesse zeven jaar eerder voor hem heeft betaald. Bwalya Kalusha (Zambia): De eerste ‘echte’ Afrikaan bij een Nederlandse topclub. Komt in 1989 van Cercle Brugge naar PSV nadat hij op de Olympische Spelen van 1988 zes keer gescoord heeft. Kalusha, een frêle linkspoot, blijft vijf jaar. Zijn leven wordt getekend door een vliegramp in 1993, waarbij nagenoeg het complete Zambiaanse elftal om het leven komt. Kalusha ontsnapt aan de ramp omdat hij in Nederland is. ’King Kalu’ is een grootheid. Zambiaans sportman van de eeuw, enkele jaren bondscoach, nu voorzitter van de voetbalbond.

Ali Ibrahim (Ghana): Koning van de Achterhoek. „Hij had maar één makke”, zei trainer Fritz Korbach ooit, „hij kon niet voetballen.” Speelt van 1996 tot 1998 voor De Graafschap en maakt slechts acht goals. Toch weet iedereen nu nog wie Ali Ibrahim is. Fameuze actie tegen Ajax in de Arena: een hakbal tegen de lat. De Graafschap wordt dat jaar achtste. Een liedje van Normaal over boerenmeid Alie is dan opeens weer razend populair in de Achterhoek. Door een gebroken nekwervel valt Ibrahims tweede seizoen in het water.

Prince Polley

DO E L

foto Cees Mooij

A A NVAL

Ali Ibrahim

ederland maakte eind jaren tachtig echt kennis met Afrikaanse voetballers. Tussen de honderd en honderdvijftig Afrikanen speelden inmiddels in de eredivisie. Sommigen kwamen rechtstreeks uit Afrika, anderen kwamen via België of Frankrijk naar ons land. Er waren gelukszoekers die nooit het eerste haalden en spelers die Nederland meer dan tien jaar trouw bleven. Een onafzienbare rij namen komt langs: zie daar maar eens één elftal uit te destilleren. Je kunt er met gemak drie spraakmakende teams van maken. Er zitten fantastische spelers tussen, maar ook mindere ‘goden’. Spelers met ‘een verhaal’, voetballers die uitgroeiden tot cultheld. Opmerkelijk of niet: het zijn vooral de aanvallers die naam maakten. Maar natuurlijk waren er ook genoeg grijze muizen. Wie weet nog wat voor spelers Emmanuel Nwakire, Godfrey Nwankpwa en Abubakar Balarabe waren? Of Bakary Diakite, Henry Owuzuruike en Rahim Ouedraogo? Nee, niet alle Afrikanen waren een verrijking voor de eredivisie. Maar het onderstaande elftal zeker wel.

Mahamadou Diarra

Van Alloy Agu tot Ali Ibrahim

foto ANP

1999 Afrikaans voetballer van het jaar. Speelt al zijn derde WK. Prince Polley (Ghana): Prince Polley is een groot talent als hij in 1988 op zijn 17e naar Europa gaat, naar zijn moeder in Rotterdam. Polley vraagt Sparta of hij mee mag trainen, maar wordt naar de amateurs doorverwezen. Hij speelt zich daar in de kijker en Sparta hapt toe. In het seizoen 1988-1989 scoort hij zestien keer. Tijdens een trainingskamp gooien medespelers hem in het zwembad, terwijl

Salomon Kalou (Ivoorkust): Broertje van Bonaventure Kalou, die eind jaren negentig bij Feyenoord speelt. Bona is al goed, maar Salomon is nog beter. Debuteert op zijn 17e bij Feyenoord. Johan Cruijff wil dat hij met Oranje naar het WK van 2006 gaat en pleit ervoor Salomon versneld een Nederlands paspoort te geven. De autoriteiten zeggen nee. Kalou gaat in 2006 naar Chelsea en groeit er uit tot ster. Is nu op zijn 24e een van de vaandeldragers van het nationaal elftal van Ivoorkust. reageren? redactie.sport@bndestem.nl

Minste aantal toeschouwers De openingswedstrijd van het wereldkampioenschap voetbal in 1930 in Uruguay staat nog altijd te boek als duel met het laagste aantal toeschouwers. Slechts 300 fans vonden het de moeite waard een bezoekje te brengen aan Roemenië-Peru.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.