
6 minute read
Veilig met diepgang
Werken in het Arnhemse riool
Veilig met diepgang
Veilige arbeidsomstandigheden, we belijden ze nog te vaak met de mond en leggen ze in contracten keurig op het bordje van de aannemer, vindt Adri Frijters, adviseur arbo en veiligheid van de gemeente Arnhem. Met projectleider Karel Jacobs en toezichthouder Rob Reinderhoff samen kiest hij voor diepgang.
tekst Ton Bennink

Een cliché van jewelste, maar bijna niemand staat stil bij wat er gebeurt als je de wc doorspoelt. In Arnhem staat een aantal mensen daar nu meer bij stil dan elders in het land. In 2012 bleek namelijk bij inspectie dat het hoofdriool uit eind 1800 in zeer slechte staat verkeerde. Het beton van de stadsafvoer was zo poreus dat het in 1870 aangebrachte beton spontaan in ontelbare stukjes viel. En de zandrijke bodem door scheuren en kieren in het metselwerk vrijuit in de rioolpijp spoelde. Alle hens aan dek dus. Het riool stamt uit de negentiende eeuw en werd aangelegd door de Jansbeek en stadsgracht te dempen. Daarna legden de Arnhemmers er een betonnen buis in met bankettes en overkapping. Probleem is dat die gemetselde boogconstructie is gebouwd op een ongewapende betonnen fundering van banketten. Net als de goot in het midden. Hoe repareer je die deels poreuze constructie?
Karel Jacobs kreeg de opdracht van zijn werkgever, de gemeente Arnhem, om herstel voor te bereiden. Uitgangspunt: zonder veel overlast en veilig voor de werkers. “Het moerriool – verbastering van moederriool – zoals wij het noemen was in zeer slechte staat, de constructie was wankel. We hebben het hier over 1150 meter riool onder de hoofdwegenstructuur en langs het centrum van Arnhem.” Eerst werd de MAC-methodiek uit Parijs toegepast. Dat is een onderzoeksmethode waamee je de sterkte van een constructie kunt bepalen zonder die te beschadigen. Jacobs: “Je oefent dan van binnenuit druk uit op het riool en kijkt of er verderop vervorming optreedt. Dat gebeurde. Op die plekken hebben we een tijdelijke maatregel toegepast door kieren en scheuren met polyurethaan te injecteren om ze dicht te maken. Ook de grond rond het riool is door injecteren gestabiliseerd.En zo was het eerste gevaar geweken.”
Handmatig
Maar hoe renoveer je een riool? Door een nieuw riool te bouwen? Dat zou rond de 12 miljoen euro gaan kosten en – misschien nog wel belangrijker – van de stad twee jaar lang een bouwplaats maken. Geen goed idee. Zeker niet nadat de verbouwing van het station en omgeving al voor flink wat ergernis en overlast hadden gezorgd. De visuele inspecties en de resultaten van de MAC-methode wezen uit dat
Uitgangspunten van het werk: weinig overlast voor publiek en veilig voor de arbeiders
Stel je eens voor: 10 meter onder de grond werken met beschermende kleding aan in een vochtige omgeving
vooral de bankettes het probleem vormden. Deze boorden van het riool zijn gemaakt van negentiende-eeuws beton en door het rioolwater erg aangetast. Stukje voor stukje moesten die randen worden verstevigd. Door het aanbrengen van polymeerbetonplaten en door gewapend beton uit onze tijd. Zodat het riool er weer voor lange tijd tegen kan. Handmatig aangebracht en aangevoerd vanuit mensbrede putten met een diameter van een meter. Op schaal vergelijkbaar met kijkoperatiegaatjes. Kosten: ruim vier miljoen euro. De eerste fase is in mei 2019 afgerond. En klop, klop, maar de twaalf man sterke crew heeft nog geen sneetje in de vinger opgelopen. In september volgt de volgende fase. Uitgangspunt van de gemeente: veilig werken, ten koste van alles. De Nederlands-Belgische aannemerscombinatie Kumpen renovatietechnieken NV. en G. van der Ven B.V. voert het werk uit. Frijters beoordeelde het ontwerp en begeleidde de uitvoering op het domein veilig en gezond werken. “De filosofie is dat Arnhem gastheer is. Dus ook als de gemeente bedrijven uitnodigt om klussen te klaren. Dat is helaas uniek. Ik ken wegenbouwprojecten waarbij de opdrachtnemer huur moet betalen voor de infrastructuur en de wegafzetting dus zo klein mogelijk maakt. Of gemeenten die contractueel de verantwoordelijkheid bij de aannemer proberen te leggen. Of er gewoon een potje van maken. Laatst stond ik met een kennis te praten vlakbij sloopwerk van een kantoorpand. Er werd met een bobcat over een paddenstoelvloer gereden. Hoe is het mogelijk dat de opdrachtgever dit toestaat, zei ik nog. Een maand later viel er een dode doordat een vloer ongecontroleerd instortte.” Bijkomend voordeel, het gastheerschap levert ook geld op. Jacobs: “We hebben een afsluitschot op maat gemaakt, dat houdt het water tegen. Daardoor hoeven we buiten de altijd verplichte putwacht – een persoon die bij de werkplek de boel in de gaten houdt – geen extra putwacht in te zetten. Bovendien sloegen we om het handmatig transport van de materialen te vergemakkelijken twaalf in plaats van zes bouwputten. Dat levert winst op voor de toekomst. Zo kan de inspectie makkelijker plaatsvinden.”
Poep of zeep?
Een broedende kip moet je niet storen. Maar dat doet toezichthouder en kwaliteitsmanager Rob Reinderhoff dus wel. Iedere week minstens vier keer spoedt hij naar het moerriool en kruipt ondergronds. Niet als een politieagent om te checken of iedereen alle veiligheidswaarborgen wel in acht neemt. Maar wel om vinger aan de pols te houden. “De mensen werken twee uur. Daarna moeten ze een kwartier of half uur pauzeren. Je moet je voorstellen dat ze met beschermende kleding aan tien meter onder de grond werken in een vochtige omgeving. Het is er weliswaar ‘maar’ vijftien graden, maar het voelt als dertig. Ik meet de luchtkwaliteit, die bij dit werk ook boven de wettelijke norm moet zijn, net als het zuurstofgehalte. Natuurlijk kijk ik ook of de platen goed zijn aangebracht en de naden netjes afgewerkt. Betrapt of bespied voelen de mensen zich niet. ‘Kom maar, krijg je een kop koffie’, hoor ik meestal.” Het op maat gemaakte schot of de schuif zoals hij ook wel heet, leidt het rioolwater naar een soort bypass. Die heeft een diameter van 1.40 meter en

loopt boven het moerriool, zodat er met droge voeten gewerkt kan worden. “Het ruikt er overigens nauwelijks naar poep, meer naar zeep”, getuigt Jacobs. Voor de schuif die het riool tijdelijk afsluit is een balk aangebracht. Stroomt daar (riool)water over door bijvoorbeeld hevige regenval, dan wordt het riool ontruimd. Een preventieve maatregel. In een jaar tijd is dit vijf keer voorgekomen. Ook zijn er extra putten aangebracht om snel te ontruimen, mocht het water er toch onvoorzien aan komen. Om met de vijf man die in het riool werken razendsnel uit het riool te kunnen komen, zijn ook extra putten gebouwd. De evacuatie mag namelijk niet langer dan tien minuten duren. De grootste bottleneck zit hem in de trappen naar boven, vandaar ook die extra putten. Bij twijfel wordt het werk stilgelegd. Naast portofoons en digitale waarschuwing met gebruik van sensors, is er ook nog een ondergronds alarmsysteem. Want digitaal kan weleens kwetsbaar zijn op zo’n acht meter onder de grond en dat
geldt ook voor portofoons. Vandaar ook al die verschillende alarmsystemen.
Delen
Nu dus verder met fase twee. Voor de Arnhemkenners; vanaf de Mandelabrug naar Oosterbeek. Is er nog wat geleerd van de eerste fase? Jacobs: “We gaan kortsluiting maken, dat is hetzelfde als communicerende vaten: een koppelriool dat tegendruk biedt waardoor water weg kan.” Frijters vult aan: “En we gaan onderzoeken of de ventilatie – die nu al boven de wettelijke norm is – nog beter kan door een extra put”, “Maar we zijn nog volop in overleg en in evaluatie.” Arnhem gaat niet commercieel de boer op met haar ervaringen. Maar via symposia en overleggremia wil de gemeente haar kennis natuurlijk graag delen met collega-gemeenten in binnen en buitenland. “Ook omdat we geloven in verantwoordelijkheid voor veiligheid bij aannemers. Het levert namelijk veel op. Niet alleen geld, maar vooral ook kennis en gezondheid.”
