Magna Charta

Page 69

artikel 6:236 onder a BW behoeft daarom geen bespreking. 4.6.beroep op artikel 17 naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar? Hoewel uit het hiervoor overwogene volgt dat artikel 17 van de polisvoorwaarden als rechtsgeldig moet worden beschouwd, sluit dat niet uit dat een beroep op dit beding in de omstandigheden van dit geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. De rechtbank acht in dit verband de volgende omstandigheden van belang. (i) Zoals reeds volgt uit hetgeen is overwogen onder 4.2 had het op de weg van NN als zorgvuldig handelend verzekeraar gelegen om aan verzekeringsnemers, onder wie [eiser], mee te delen dat BAE-GROEP als behandelaar van de bij NN lopende verzekeringen werd vervangen door EAG zodat in het vervolg de premieincasso door EAG zou geschieden. (ii) NN had door een eigen brief aan [eiser], dus op zeer eenvoudige wijze, deze informatie kunnen verstrekken en daarmee iedere onduidelijkheid over de bevoegdheid van EAG kunnen voorkomen. (iii) Voor de introductie van EAG door NN was in dit geval te meer reden nu onweersproken vast staat dat door de Kamer van Koophandel op internet ondernemers waren gewaarschuwd tegen betaling van gefingeerde facturen, welke waarschuwing op 18 juni 2009, zoals NN heeft verklaard, nog van betrekkelijk recente datum was, namelijk van december 2008. (iv) Voldoende aannemelijk is dat de vervanging van BAE-GROEP door EAG bij het betalingsgedrag een rol heeft gespeeld. [eiser] heeft immers enkele dagen na de schadedatum op 29 juli 2009 tegenover het door NN ingeschakelde onderzoeksbureau CED Forensic onder meer verklaard (zie pag. 3 en 4 van productie 15 bij dagvaarding): "(...) Deze nota heb ik in juni 2009 ontvangen. Omdat de naam anders was dan mij bekend, heb ik de nota niet direct betaald. Ik wilde eerst het een en ander uitzoeken met betrekking tot dit bedrijf. Ik heb nooit een schrijven ontvangen dat de naam werd veranderd. (...) De te late betaling heeft te maken met de naamsverandering die op de laatste nota vermeld stond. (...)." Ook in het telefoongesprek van [eiser] 29 augustus 2009 met NN (prod. A bij antwoord) heeft [eiser] deze omstandigheid mede als reden aangevoerd: "(...) [B] stelt dat hij gewend was om eind/begin van het jaar premie te betalen, nu kreeg hij de premie pas in juni in rekening gebracht. Gezegd dat als hij dat zo precies wist hij ook zelf aan de bel had kunnen trekken heeft ie ook niet gedaan. Brief met betalingsverzoek was wel gezien maar er stond een andere naam op, zelfde verhaal, dan had hij actie moeten ondernemen. Ja maar werd gevraagd terwijl hij met vakantie was, dat gaat al helemaal niet op gezien zijn mededeling zojuist dat hij de brief zag en een andere naam waarnam (...)". Verder heeft [eiser] (zie onder 2.7) op 27 juli 2009 de premie niet betaald aan EAG maar aan BAE-GROEP. (v) De vervanging van BEA-GROEP door EAG is ook gepaard gegaan met een wijziging van het tijdstip waarop betaling van de premie werd gevraagd. In plaats van betaling op het overeengekomen tijdstip - volgens het polisblad respectievelijk artikel 17 van de polisvoorwaarden dient bij vooruitbetaling op 1 januari van elk jaar te worden betaald - werd nu voor 2009 op 18 juni 2009 betaling van de premie verlangd. De rechtbank acht aannemelijk dat ook deze omstandigheid op het betalingsgedrag van [eiser] van invloed is geweest. Volgens het onder (iv) aangehaalde rapport van CED-Forensic heeft [eiser] op 29 juli 2009 (pag.4) tegenover dit bureau onder meer verklaard:

65


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.