AvdR Webinars

Page 43

JOR 1997/29

Het bedoelde oordeel luidt: Als onweersproken staat vast, dat de (wisselende) rente die Van de Ven aan haar financier moest vergoeden hoger was c.q. op enig moment hoger is geworden dan de vaste rente die van Easy Rent werd verkregen.’ , luidt: 25 De stelling van Van de Ven, waar het onderdeel het oog op heeft Een treffend voorbeeld van het (financieel) mismanagement van Richelle en Staleman is de wijze waarop zij lease-contracten afsloten tegen vaste rente voor langere tijd, terwiji Venlease op haar beurt in steeds grotere mate werd gefinancierd door rekeningcourant krediet met een steeds hoger wordende flexibele rente. De door Venlease aan het eind van de Iooptijd van de lease-contracten aan de NMB te betalen rente was dan veelal ook evenhoog, zo niet nog 26 hoger, dan de renteontvangst uit de lease-contracten.’ 3.11.2 Volgens het onderdeel geldt de overweging alleen voor de op grond van het rekening courantkrediet aan de NMB te betalen rente en niet voor de op grond van het midciellange krediet te betalen rente. De lease-activiteiten zouden, ook in 1988, nog in belangrijke mate . 27 met middellang krediet worden gefinancierd 3.11.3 Het middel herhaalt hier wat de directeuren ook al in appel hebben gesteld en wat het hot, eveneens in ro. 16, weergeeft, ni.: dat de transacties als geheel moeten worden bezien, d.w.z. dat een en ander aanvaardbaar is, indien de marge op de transactie als geheel maar positief blijft.’ Het standpunt van de directeuren is dus dat het niet van belang is of de rente op het rekening courantkrediet hoger is geworden dan de rente die Van de Ven van Easy Rent ontving, indien dit rnaar gecompenseerd werd door een rentevoordeel op dat gedeelte van de transacties die het bedrijf met middellange kredieten financierde. 3.11.4 Uit het bestreden arrest kan ik niet afleiden dat het hof deze laatste stelling uit hetoog heeft verloren. De directeuren hebben echter niet weersproken dat op een gegeven moment de door Van de yen aan de bank in totaal te betalen rente hoger was dan de door Van de Ven ontvangen rente. Staleman heeft dit in tegendeel uitdrukkelijk erkend bij memorie van antwoord (p. 33). . 28 Daarop heeft de raadsman van Van de Ven bij pleidooi in appel gewezen Weliswaar heeft Staleman aan de bedoelde stelling in de memorie van antwoord toegevoegd dat men een rentenadeel voor lief neemt, mits het saldo batig blijft’. Daaromtrent heeft het hof overwogen dat een royale marge voor Venlease leidde tot een nadeel voor Easy Rent . 29 (waarvoor de marges krap waren) Dit Iaatste nadeel kwam aldus het hof in de vijfde alinea van ro. 16 vervolgens weer bij Venlease terecht. Dit Iaatste heeft het cassatiemiddel niet bestreden. —

3.11.5 Het onderdeel is vergeefs voorgesteld. 3.12.1 Onderdeel 12 noemt de (impliciete) vaststelling van het hot dat de verbintenissen ingevolge de leaseovereenkomsten met Easy Rent langlopende verbintenissen zijn, onbegrijpe)ijk. Dit zou niet gesteld of gebleken zijn. 3.12.2 Het hof spreekt in ro. 16 (derde alinea) inderdaad van langlopende verbintenissen’. Uit de context blijkt dat het hof zich heeft aangesloten bij de memorie van grieven. Op p. 23 daarvan heeft Van de Ven gesteld dat een treffend voorbeeld van het mismanagement van de directeuren is de wijze waarop zij lease-contracten afsloten tegen vaste rente voor langere tijd, terwijl Venlease op haar beurt in steeds grotere mate werd gefinancierd door rekening courant krediet met een steeds hoger wordende flexibele rente’. Het lijkt mij duidelijk dat het hof met de term ‘langlopende’ bedoelt weer te geven dat de contracten tussen Van de Ven en Easy Rent gedurende verscheidene jaren liepen, hetgeen


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.