Zwevegemse figuren deel 2

Page 56

August Defrenne (Gustie Frintjies) Geboren in Otegem op 24 februari 1864 en overleden in Heestert op 18 oktober 1952. Hij was de zoon van Johannes Defrenne en Ursula Dermaut, die in 1936 gevierd werd als Otegems eerste honderdjarige. Zoon August was 60 jaar kerkbaljuw. Hij bleef ongehuwd en woonde samen met zijn twee zussen Chrisilde en Pharilde in de huidige St-Annastraat 16. Dit is de vroegere ‘Kaffiestraete’, de meest tot de verbeelding sprekende straat van Otegem, voor twee derden bewoond door de families Dendoncker, Baert, Vermoere. Laat ons eerst even uitvoeriger ingaan op de straat waar kerkbaljuw Defrenne woonde. Ze is nauwelijks 200 meter lang, maar er waren vier kruidenierszaken, die men vroeger ‘winkels in koloniale waren’ noemde. Je had er de winkel van Chrisilde en Pharilde, de snoepwinkel van ‘Anneke Donckers’ (Anna Vermoere, moeder van Aimé Baert, zie deel 1), de kruidenierszaak van ‘Marja Mulders’ (alias Maria Debosschere), de winkel van koster Georges Dhont en de bakkerij Van Braekel (brood van Broakels). Op de hoek bevond zich het dorpscafé ‘SintAntonius’ van Marjatje D’hont; ze was de allereerste in Otegem die een bril droeg, zodat het café ‘Te Brillies’ heette. Je kunt Otegem geen gebrek aan logica aanwrijven… In die straat woonde ook grafdelver, klokkenluider en stoeltjeszetter ‘Juul Donckers’, peetvader van de familie Dendoncker, vader van 17 kinderen, onder wie oud-strijder en oorlogsvrijwilliger Abel (zie verder in het boek). Daar huisde ook een neef van Juul met dezelfde naam, maar er ontstond nooit verwarring, want de grafdelver was ‘Juul Donckers’ en zijn neef was ‘Juulke Donckers’. Bij Juulke woonde zijn vader ‘Wiske Donckers’ in, met de zonen Jozef en Roger. Even verder woonde Michel Dendoncker, die riemennaaier was bij de firma Bekaert, en tevens, als bijberoep, de laatste ‘strodekker’ van Otegem. Michel was de vader van Stefaan, ereschepen van Zwevegem, en van André. De laatstgenoemde broers en kozijn Roger - noem ze voor die tijd sympathieke deugnietjes - maakten af en toe de Kaffiestraete op een onschuldige wijze onveilig. Het is geweten dat ze over de daken liepen en van de ene dakgoot in de andere sprongen. Ze kenden de kerk van binnen en van buiten. Ze klommen in de toren en liepen over de gewelven. Zo sloten ze eens de toegesnelde koster op in de toren. Door de klokgaten riep de gevangen genomen man naar zijn zoontje die beneden aan het spelen was: “Wilfriedje, koom mij ne keer verlossen, ‘k zitt’ ipgesloten.” 54


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.