Joël Deschutter Geboren te Zwevegem op 22 oktober 1932 en overleden te Roeselare op 1 oktober 1997. Zoon van Cyriel Deschutter en Zoë Beuselynck. Echtgenoot van Nicole Callewaert. Ze zijn gaan inwonen bij de ouders van Nicole en zijn er steeds gebleven. Als kind liep Joël school in het internaat te Aalbeke tot bij het begin van de tweede wereldoorlog. Tijdens de oorlog was hij intern in het Sint-Amandscollege te Kortrijk. Hij studeerde echter af als technisch tekenaar. Hij kon onmiddellijk aan de slag bij de dienst Engineering in de NV Bekaert SA, waar hij bleef werken tot aan zijn brugpensioen op 57-jarige leeftijd. Ziekte dwong hem ertoe met pensioen te gaan. Joël was buiten Bekaert vooral bedrijvig in de wereld van de kanosport. Hij werd lid van de Sobeka Kanoclub Zwevegem toen hij twintig was. Er was toen veel werk met het opknappen van de boten, want de kanoclub (tijdens de oorlog gesticht binnen de Bekaertonderneming) was na de oorlog zo goed als stilgevallen. In januari 1970 werd hij secretaris van de club, die toen ongeveer 45 leden telde en een jaarbudget had van 50.000 frank. Stilaan wordt Joël de bezieler van de club. Het is de tijd dat de ‘kanofeesten’ ontstaan, dat meisjes in de club worden toegelaten en Joël op wacht staat aan de kleedkamerdeur, dat papierslagen geld in het laatje moeten brengen, dat de rood-zwarte clubtruitjes worden ontworpen en er reclame wordt gemaakt in de Zwevegemse scholen, om nieuwe leden aan te trekken via initiaties. Mede onder zijn impuls verhuist de kanoclub in 1971 uit het oude loodsje naar het grotere gebouw erachter, een deel van de vroegere weverij ‘La Flandre’. Een paar jaar later ziet het clubblaadje het licht. Intussen begint voor Joël ook de opgang in de kanofederatie. Via het provinciaal comité wordt hij lid van het Technisch Comité, waar hij het met gepaste hardnekkigheid opneemt voor de Sobeka-vaarders en ze hun jeugddromen helpt waarmaken (lees: WK-selecties helpt halen). Hij slaagt in zijn examen als scheidsrechter en wordt lid van de raad van beheer van het Koninklijk Belgisch Kanoverbond. In 1978 wordt hij er ondervoorzitter van. De kanofederatie wordt het jaar daarop communautair gesplitst en Joël wordt verkozen tot voorzitter van het Nederlandstalig Kanoverbond (NKV). Hij wordt verschillende keren herkozen, een laatste keer begin 1997, voor een periode van vier jaar, waarvan hij alleen maar de eerste maanden actief kan zijn. 59