9 minute read

Strategisch kiezen van duurzame installaties

De cv-ketel gaat met pensioen. In de komende jaren worden er in Nederland honderdduizenden woningen gerenoveerd, om ze geschikt te maken voor aansluiting op een duurzame warmtebron. Met de warmtepomp als belangrijke oplossing. De nieuwe generatie duurzame installaties moet op een heel andere manier geïnstalleerd, ingeregeld en onderhouden worden. Maar vooral het vinden van de juiste combinatie van installaties en schilverbetering per woningtype is nogal een puzzel.

Tekst Stroomversnelling

Advertisement

Vrijwel alle woningcorporaties zijn inmiddels plannen aan het maken voor de transitie naar een aardgasvrije warmtevoorziening. Maar hoe zorg je ervoor dat je bij verschillende typen woningen steeds tot goede combinaties van installaties en schilverbetering komt? Om antwoord te krijgen op deze vraag hebben José van der Loop en Marten Witkamp van Stroomversnelling zo’n veertig ervaringsdeskundigen en experts van woningcorporaties, bouwers, installateurs en kennisorganisaties gesproken. Ze hebben gekeken naar veel voorkomende isolatie-strategieën en de bijpassende installatie-oplossingen. Op basis hiervan zijn ze tot een algemene ‘redeneerlijn’ gekomen die houvast biedt in de meest uiteenlopende situaties.

Duurzame Warmteschijf

Als het gaat om verduurzaming, dan kent iedereen de Trias Energetica. Maar voor de keuzes die je maakt op het gebied van woningisolatie en de bijbehorende installaties is er een nieuwe drie-as ontwikkeld: de Duurzame Warmteschijf, die hopelijk net zo veel inspiratie en inzicht zal bieden als de Trias Energetica heeft gedaan.

Om isolatie- en installatiekeuzes goed met elkaar te laten matchen moet je deze drie vragen stellen: • Kan de installatie de benodigde aanvoertemperatuur leveren om de woning op de koudste dag van het jaar warm te krijgen? • Past het vermogen van de warmteopwekker bij de warmtebehoefte van de woning? • Past het vermogen van het afgiftesysteem bij de warmtebehoefte van de woning? Door naar deze drie aspecten te kijken komt er per woningtype een aantal geschikte combinaties van installaties en isolatie uit de trechter.

We spreken met de auteurs van de publicatie “Strategische keuzes maken in duurzame installaties”, José van der Loop en Marten Witkamp, over de ‘redeneerlijn’ die ze hebben ontwikkeld, en over de huidige situatie in de markt.

Jullie hebben veel nieuwe kennis bij elkaar gebracht, in een vrij forse publicatie. Gaat jullie boodschap goed landen bij de woningcorporaties? Marten Witkamp: “Waarschijnlijk niet in één keer, maar we hopen dat mensen het de komende jaren steeds wat vaker raadplegen om te kijken hoe het nu ook alweer zat. Het vraagt echt wat verdieping en daar moet je de tijd voor nemen. Daarbij komt dat er best een aantal woningcorporaties is, dat heeft geconcludeerd dat de vraagstukken rond de

PUBLICATIE De brancheorganisaties Aedes, Bouwend Nederland, OnderhoudNL en Techniek Nederland hebben samen met Stroomversnelling een publicatie uitgebracht die inzicht geeft in de belangrijkste afwegingen bij het kiezen van duurzame installaties. Niet door voor te schrijven hoe het moet, maar door een denkwijze aan te reiken op basis van tot nu toe opgedane praktijkervaring. De auteurs noemen het een ‘redeneerlijn’ die helpt om te bepalen welke installaties het beste passen bij een bepaald woningtype.

De publicatie “Strategische keuzes maken in duurzame installaties” is primair gericht op medewerkers van woningcorporaties die op strategisch en tactisch niveau naar de vastgoedportefeuille kijken. Maar ook bedrijfsleiders, managers en projectleiders bij bouw- en installatiebedrijven zullen er baat bij hebben. Download de publicatie via http://duurzameinstallatieskiezen.nl.

Hoe zorg je ervoor dat je tot goede combinaties van installaties en schilverbetering komt?

MARTEN WITKAMP

keuze van installaties zo complex zijn geworden, dat ze ervoor kiezen om niet aan hun medewerkers te vragen om zich daar echt in te verdiepen. Ze gaan dan meer leunen op externe adviseurs. Maar die externe adviseurs moet je uiteindelijk wél goed kunnen aansturen. Dat lukt minder als je zelf te weinig inhoudelijke kennis hebt. Daarom is onze stelling: om een goede opdrachtgever te zijn, en een goede vastgoedeigenaar te zijn, moet je hier voldoende vanaf weten. Duurzame warmte is zo’n kernelement van je vastgoed dat je er niet omheen kunt. En dan is deze publicatie een goed startpunt.”

José van der Loop: “Het gaat ook om nieuwe kennis die in de afgelopen jaren in de praktijk is ontwikkeld. Zo heb je in de bouwsector steeds opnieuw golven van nieuwe ontwikkelingen. Er zijn heel veel partijen die de afgelopen jaren hun nek hebben uitgestoken en hun stinkende best hebben gedaan om zoveel mogelijk te leren over dit onderwerp. De energietransitie is inmiddels in volle vaart en begint nu in de fase van opschaling te raken. In dat kader zijn ook de prestatieafspraken gemaakt tussen Aedes, de Woonbond en VNG over stevige ambities de komende jaren.”

Pleiten jullie voor sector brede bijscholing op het gebied van duurzame installaties? Dat lijkt nogal ambitieus. Van der Loop: “Of het nu gaat om duurzame energie, circulariteit (waaronder biobased materialen) of natuur inclusief renoveren: er is altijd een aantal bedrijven en corporaties te vinden die er meteen bovenop duiken, omdat ze het een aantrekkelijk idee vinden en omdat ze graag koploper willen zijn. Dat is voor andere partijen moeilijker omdat zij minder mensen hebben die ze vrij kunnen maken om innovaties te verkennen of de organisatiecultuur is er niet naar. Voor de grotere partijen is het daarnaast veel gemakkelijker om iemand af te vaardigen naar een bijeenkomst of leertraject.”Duurzame warmte is zo’n kernelement van je vastgoed dat je er niet omheen kunt.

Projectleiders bij corporaties én bij bouwbedrijven hebben veel vaker een bouwkundige achtergrond dan een installatie-achtergrond. Dat maakt het lastiger om kennis over installaties te verspreiden. Witkamp: “Klopt, daar komt bij dat er zo’n enorme krapte is op de markt dat je niet altijd een installateur kunt vinden die ervaring heeft met duurzame installaties. Soms moet je vanuit een langlopend ketenpartnerschap samenwerken met een installateur die alleen ervaring heeft met het installeren van cv-ketels. Dan denk ik: des te meer reden om er zelf bovenop te zitten.”

Jullie hebben een eenvoudig model gemaakt dat bestaat uit drie uitgangspunten. Die gaan over het vermogen van de warmteopwekker, het vermogen van het afgiftesysteem en de warmtevraag van de woning op de koudste dag. Hoe kunnen corporaties zelf aan de slag gaan met deze redeneerlijn?

Om isolatie- en installatiekeuzes goed met elkaar te laten matchen kun je kijken naar drie dingen: het vermogen van de warmteopwekker, het vermogen van het afgiftesysteem en de warmtevraag van de woning op de koudste dag. BEELD: SANDER VAN DER TORREN.

Van der Loop: “Ik denk dat het vooral gaat om het integreren van deze kennis in je planvorming en strategiebepaling. Stel, je hebt als corporatie 200 jaren zestig of jaren zeventig rijwoningen in je bezit, en die behoren tot de 430.000 woningen waarover prestatieafspraken zijn gemaakt. Die woningen worden straks all electric, maar nu hebben ze nog enkel glas, matige isolatie enzovoort. Maar laten we ervan uitgaan dat er weinig afwijkingen zijn, geen asbest, geen achterstallig onderhoud. Voor deze 200 woningen moet je dus een keuze maken wat betreft welke installaties geschikt zijn en wat dat vraagt van de kwaliteit van de schil. De crux is dan: hoe kun je als woningcorporatie zelf op hoofdlijnen bepalen wat hier nodig is, zodat je een gevoel hebt bij de keuzes die je maakt? Deze publicatie geeft daarvoor een flink aantal concrete handvatten op basis van praktijkervaringen.”

Witkamp: “Ik denk dat zo’n interne exercitie heel belangrijk is, en ik zie ook in de praktijk dat corporaties bij hun planning wel degelijk naar woningtypologieën kijken en zelf bepalen wat daar goed bij past. Mijn advies is dat je de Duurzame Warmteschijf dan steeds in het vizier houdt en ook zorgt dat je de logica erachter begrijpt. Sterker nog: eigenlijk moet ieder-

BEELD: STROOMVERSNELLING

een die een woning bezit deze materie begrijpen. We willen daarom binnenkort ook een particuliere versie van deze publicatie maken, want voor particulieren is het minstens zo relevant om te begrijpen.”

Is dat niet wat hoog gegrepen? Van der Loop: “Dat hangt ervan af. Ik liep laatst binnen bij de Apple-store en dan moet je ook maar in één keer begrijpen wat een M2 processor is. Dan moet je ook even nadenken en even googelen, maar dat doén we wel. We willen tenslotte geen kat in de zak kopen. En wat wij beschrijven in deze publicatie is uiteindelijk ook weer geen rocket science.”

Witkamp: “Bovendien is het risico dat je bij een woning loopt veel groter. Bij een MacBook is het nog zo dat het ding gewoon opstart en werkt, ook al heb je misschien het verkeerde type gekocht. Hij is misschien heel traag. Maar als je met installaties iets verkeerd doet, dan krijg je de woning gewoon niet warm. Als je niet snapt hoe de verhouding tussen de isolatie, afgiftesysteem en warmtepomp werkt, zit je straks - als je niet uitkijkt - met ontevreden bewoners met een veel te hoge energierekening. Die verhouding is wat we met de Duurzame Warmteschijf hebben willen duiden.”

Van der Loop: “Het is daarnaast belangrijk dat niet alleen de asset manager of beleidsadviseur het begrijpt, maar dat die ook zijn of haar collega’s meeneemt in de redeneerlijn. Als maar een klein deel van de organisatie iets bedenkt en dat wordt niet omarmd door de rest is het heel moeilijk om een verandering door te voeren. We wilden met deze publicatie met name de vastgoed managers, beleidsadviseurs, asset managers, ontwikkelaars, en andere functionarissen een handvat bieden waarlangs gewerkt kan worden. ”

Als je met installaties iets verkeerd doet, krijg je de woning gewoon niet warm.

Jullie hebben met zo’n veertig experts gesproken. Welke algemene indruk hebben jullie zelf aan al die gesprekken overgehouden? Van der Loop: “Het belangrijkste punt dat iedere keer terugkwam is het simpele feit dat de warmtepomp een veel fijngevoeligere installatie is dan de cv-ketel. Een warmtepomp vraagt om een subtielere afstemming tussen warmte opwek, afgifte en isolatie van de woning, omdat de cv-ketel sterk over gedimensioneerd is en tekortkomingen in isolatie en kierdichting kan opvangen. Daarmee krijg je het huis altijd wel warm, ook al verliest het huis veel warmte. De energielasten zijn daar dan ook naar.”

Witkamp: “Aan de andere kant zijn de experts het ook niet altijd met elkaar eens. Dat maakt het wel eens lastig. We zitten nu nog in de fase dat we het nog steeds met elkaar aan het uitzoeken zijn. Daarom vind ik het juist zo belangrijk dat corporaties verstand van zaken hebben en dan niet alleen van de laatste warmtepomp op de markt, maar van welke vragen je moet stellen om te weten hoe je die moet beoordelen en waarom je die wel of niet in je volgende project zou willen terugzien. Je zult als vastgoedeigenaar veel te maken krijgen met installateurs die het nog niet allemaal weten, of die het niet met elkaar eens zijn. Dan is het des te belangrijker dat je ook zelf voldoende van de inhoud weet om mee te kunnen praten. Daar kan deze publicatie en de Duurzame Warmteschijf een praatstuk zijn.”

This article is from: