5 minute read

Inclusief ontwikkelen

Inclusief ontwikkelen: stel de mens centraal

De manier waarop wij ontwikkelen en bouwen moet anders. Langer nadenken aan de voorkant, en vaker de mens centraal stellen. Dat vindt Angelique Bellemakers, voorheen districtsmanager bij Woonbedrijf en op dit moment social impact adviseur bij Inbo architecten, én stadsgezant integraal gebiedsgericht werken in Eindhoven. Daarnaast is Bellemakers één van de initiatiefnemers van ‘Eén Beweging’, een collectief van kopstukken uit verschillende sectoren om inclusief ontwikkelen op de maatschappelijke agenda te krijgen. “Met iets meer moeite kunnen we er écht iets mooiers van maken.”

Advertisement

Tekst Wikke Peters

Angelique Bellemakers. BEELD: GEMEENTE EINDHOVEN

Wat is inclusief ontwikkelen precies? Angelique Bellemakers deelt haar visie: “Heel simpel gezegd: meer ruimte voor diversiteit en maatwerk. Dat is nodig in onze veranderde samenleving. Onze maatschappij wordt steeds complexer, de vraagstukken en opgaves steeds urgenter. De nood tot verduurzaming, eenzaamheid, oplopende zorgkosten, energiekosten, vergrijzing, al die thema’s krijgen we bijna dagelijks over ons uitgestort. Dat dwingt ons om beter te kijken naar de vraag: hoe willen we samen wonen en leven? En kan dat dan op een manier, waarbij je ook een aantal van die vraagstukken aantikt? Inclusief ontwikkelen gaat wat mij betreft dan ook veel verder dan alleen de gedachte ‘we moeten zorgen voor de zwakkeren’. Dat vind ik zo’n eenzijdige kijk, die alleen maar de groeiende tegenstellingen tussen verschillende groepen mensen benadrukt. Door ruimte te geven aan diverse mensen en functies, vanuit een gelijkwaardige basis, krijg je verbindingen en nieuwe vormen van samenleven, die je van tevoren misschien niet eens kan bedenken. Want ook hoogopgeleide mensen met een goed inkomen, krijgen meer en andere dingen voor elkaar vanuit een brede verbinding.”

Geen kant-en-klare vindplekken

Inclusief ontwikkelen vraagt wel om een andere aanpak, en meer werk aan de voorkant, beaamt Bellemakers. “Het begint bij nadenken over het DNA van een plek, in plaats van over risico’s, plattegronden en vierkante meters. Wat zouden de kernwaarden kunnen zijn? Voor welke doelgroepen kan de te ontwikkelen plek interessant zijn? Hoe bereik je deze mensen, en welke behoeftes hebben zij? Voor sommigen is het aanbod op een website

Inclusief ontwikkelen gaat veel verder dan alleen de gedachte dat we moeten zorgen voor de zwakkeren.

ANGELIQUE BELLEMAKERS

genoeg, voor anderen een bord in de grond, maar een aantal doelgroepen heeft een proactieve benadering nodig. Zeker als je vanuit nul ontwikkelt, zijn er geen kanten-klare vindplekken voor doelgroepen, geen lijstjes met bestanden. Dat betekent dat je zelf actief aan de bak moet.”

Die diversiteit zit, volgens Bellemakers, niet alleen in het mengen van doelgroepen, maar ook in het mengen van functies. “In Nederland zijn we heel erg geneigd om functies te scheiden: wonen, werken, verblijven, leren, recreëren en zorgen. Dat komt ook omdat elk van deze elementen zijn eigen set van vergunningen, regels en kaders heeft. Dat kan heel beperkend zijn, het mag soms wel wat minder strikt. Het zou helpen als er bijvoorbeeld de gelegenheid is om een bestemmingsplan wat langer open te laten. Dat geeft je de mogelijkheid om het later in te vullen, op een manier die past bij hoe het proces zich ontwikkelt.”

De interessantste uitdagingen liggen op de ‘kleinere’ plekken in buurten en wijken.

Excel bestanden

Dat zo’n open, organisch proces heel wat haken en ogen kent, erkent Bellemakers. “Inclusief ontwikkelen is niet per se het logische proces van een corporatie. Het begint met een visie: inclusief ontwikkelen moet onderdeel zijn van het beleid. Bouwen wordt vaak heel feitelijk aangevlogen; het vergt iets anders om processen in te richten op een organische ontwikkeling van een plek of gebied. Dat is soms lastig, omdat niet alles meetbaar is, of vast te leggen in Excel bestanden. In de loop van het proces moet je steeds oplossingen bedenken. Ik denk dan ook niet, dat je van tevoren het hele proces moet willen doorgronden. Want dan ga je vanuit risico redeneren, en daar kom je niet meer van los. Mijn devies zou zijn: stort je erin, begin gewoon. En af en toe denk je dan een keer: godsallemachtig, wat doe ik hier mee, en af en toe denk je: dit is ook weer niet zóveel anders dan een standaard nieuwbouwproces.” Steun vanuit de organisatie is daarbij wél cruciaal. “Borg het als een beleidskeuze, stel een ‘believer’ aan, en omring die door mensen die dit steunen, of die al ervaring hebben met deze manier van ontwikkelen.”

Daarnaast zijn er ook uitdagingen als het gaat om schaal en snelheid. “Natuurlijk moeten er op dit moment in korte tijd zoveel mogelijk woningen gebouwd worden, en dat bemoeilijkt de insteek van ‘langer nadenken’. En de processen zijn al zo lang, de vergunningen vaak taai, de opgaves complex, zoals bijvoorbeeld het vluchtelingenvraagstuk. Ik denk dat de interessantste uitdagingen liggen op de ‘kleinere’ plekken in buurten en wijken, de plekken waarop je niet in één keer 700 woningen neerzet. De transformatie van bestaande gebouwen, de onbenutte stukken groen rondom naoorlogse woningen. Dat zijn de kansen waar corporaties gericht naar kunnen zoeken.”

Doorbreken van conventies

Het inclusief ontwikkelen is niet alleen een

taak van de corporatie vindt Bellemakers, al hebben zij wel veel verschillende doelgroepen in hun ‘bestand’. “We kunnen ook aan tafel met reguliere projectontwikkelaars over dit thema. Natuurlijk hebben zij andere afwegingen dan corporaties, maar waarom zou je niet een commerciële projectontwikkelaar een groep daklozen laten huisvesten?” Precies die openheid van denken, en het doorbreken van de conventies van de bouwsector, is de reden dat Bellemakers samen met een aantal anderen Eén Beweging oprichtte, een collectief van kopstukken uit verschillende sectoren om inclusief ontwikkelen op de maatschappelijke agenda te krijgen Eén Beweging adviseert, zoekt kansen, verbindt en agendeert. “We brengen een aantal mensen bij elkaar met een persoonlijke drive om dingen anders te doen. We zijn niet verbonden aan een organisatie, we doen dit op eigen titel. We voegen verschillende netwerken samen. Niet alleen mensen uit de bouw, maar ook mensen uit het sociale domein, uit de zorg, en uit het culturele domein. Zo proberen we die brede verbindingen te leggen, die nodig zijn om het écht anders te gaan doen. Met iets meer moeite kun je er echt wat mooiers van maken.”

Kijk voor meer informatie over het collectief Een Beweging op www.eenbeweging.nu.

This article is from: