10 werven voor de komende 4 jaar - hoe zet het ABVV in op meer solidariteit en gelijkheid

Page 1


1. Betere lonen en meer koopkracht • Er kan niet worden geraakt aan de automatische indexering van lonen, wedden en sociale uitkeringen. • De loonmatigingswet van ‘96 moet grondig worden hervormd: indexering en baremieke verhogingen moeten gegarandeerd blijven. Er moet terug onderhandelingsvrijheid komen door een richtinggevende norm te hanteren. Als er een vergelijking wordt gemaakt met de loonkosten in het buitenland moet dat voortaan correct gebeuren door rekening te houden met alle loonkostsubsidies. • De hervorming van de wet van ’96 moet een breder overleg over productiviteit en investeringen toelaten, zodat bedrijven worden aangezet om meer te investeren in opleiding, in onderzoek en ontwikkeling en in productinnovatie. Winsten moeten terugvloeien naar investeringen en niet langer aangewend worden om aandeelhouders een extraatje te bezorgen, zoals via de aankoop van eigen aandelen. • Het minimumloon van 14 euro/uur of 2.300 euro/maand moet versneld worden gerealiseerd en er kunnen geen achterblijvers meer zijn. • Gelijk loon voor gelijkaardig werk moet een feit zijn. We eisen volledige loontransparantie via een 2-jaarlijks rapport over de loonstructuur (V/M) in elk bedrijf, zowel in de publieke als in de privésector. • Basisdiensten moeten voor iedereen toegankelijk zijn. De BTW op gas en elektriciteit moet permanent worden verlaagd naar 6% en het sociaal tarief moet permanent worden uitgebreid tot mensen met een recht op een verhoogde tussenkomst in de ziekte- en invaliditeitsverzekering.

2. Werkbaar werk • Arbeidsflexibiliteit moet aan banden worden gelegd. Geen flexibiliteit zonder cao (interprofessioneel, sectoraal, bedrijf). • Alle werknemers moeten een volwaardig werknemersstatuut hebben, ook in de platformeconomie. We eisen bindende financiële sancties bij structurele overtredingen van de wet op uitzendarbeid. Er moet een einde komen aan onvrijwillig deeltijds werk. Stages en studentenarbeid moeten sectoraal worden omkaderd.


• Collectieve arbeidsduurvermindering met behoud van loon en met compenserende aanwervingen is een prioriteit voor het ABVV. Ze moet worden bevorderd... door de werkgeversbijdragen aan de sociale zekerheid af te stemmen op de norm van de 32-urenweek (hogere bijdragen voor langere werkweken). Er moet een einde komen aan het stimuleren van overwerk. • Werkbaar werk moet de norm worden. Belastend werk moet voortaan beter worden geregistreerd en gerapporteerd. Bedrijven die afwijken van de norm moeten financieel worden gesanctioneerd door een bijdrage te betalen aan werkbaarheidsfondsen. • Het ABVV wil dat de pensioengerechtigde leeftijd teruggebracht wordt op 65 jaar en dat werknemers na een loopbaan van 40 jaar recht hebben op een volledig pensioen. Wie lange tijd belastend werk heeft verricht, moeten daar eerder recht op hebben. De pensioenen in de overheidsdiensten moeten worden gebruikt als referentie voor de werknemerspensioenen. • Een overlegd preventiebeleid in sectoren en bedrijven moet voorkomen dat werken ziek maakt. Wie langdurig ziek is moet meer begeleiding krijgen en mag niet gestraft worden. Terug-naar-werk-trajecten moeten vrijwillig blijven.

3. Een sterke sociale zekerheid • De financieringsbasis van onze sociale zekerheid moet breder worden. De versterking van het wettelijk pensioen is de prioriteit. We willen een moratorium op nieuwe vormen van alternatieve verloning die niet volledig bijdragen aan de sociale zekerheid. De patronale bijdrageverminderingen moeten veel selectiever. We eisen de invoering van een algemene sociale bijdrage op alle inkomens. • Onze sociale zekerheid moet inkomensverlies beter verzekeren. Het ABVV bekwam een minimumpensioen van 1.500 euro netto. Er moet nu ook werk worden gemaakt van een betere verzekering van de levensstandaard door alle werknemers uitzicht te bieden op een vervangingspercentage van 75% van hun vorige (begrensde) lonen, onafhankelijk van de gezinssamenstelling. • Onze sociale zekerheid moet breder toegankelijk zijn, voor jongeren, voor wie zorg opneemt of pech heeft. Jongeren moeten makkelijker recht krijgen op een inschakelingsuitkering door de leeftijdsvoorwaarden te versoepelen, en die onbeperkt behouden. • Op internationaal niveau moeten strategieën worden ontwikkeld die een universele sociale bescherming nastreven.


4. Rechtvaardige fiscaliteit • Alle belastingen moet progressiever worden. In de personenbelasting moet de belastingvrije som voor de lage en middeninkomens worden opgetrokken. Voor de hoogste inkomens moeten opnieuw de hoogste belastingschijven worden ingevoerd. Tegelijk moet vermeden worden dat de hoogste inkomens vluchten in vennootschappen om lagere bijdragen te kunnen betalen. De progressiviteit moet ook worden hersteld via transparantie en een globalisering van alle inkomsten. • Alle bedrijven moeten belasting betalen op hun winsten. We eisen de invoering van een effectieve minimumbelasting van 25% in de vennootschapsbelasting. Overwinsten moeten extra worden belast. • Vermogenden moeten eindelijk een fair deel bijdragen. We eisen de instelling van een vermogenskadaster, een jaarlijkse progressieve belasting (0,5%- 2%) op vermogens vanaf 1 miljoen euro, exclusief de gezinswoning en een belasting op vermogenswinst (meerwaardebelasting op roerend en onroerend goed).

5. Meer overheidssturing en sterke openbare diensten • We eisen meer overheidscontrole op economisch strategische sectoren. De energiesector moet in publieke handen komen. Het reizigersvervoer per spoor mag niet worden geliberaliseerd. • Er moet opnieuw geïnvesteerd worden in openbare diensten. Ze moeten hun rol van gelijkmaker nog meer kunnen waarmaken: via voldoende werkingsbudget en beter toegankelijke en bereikbare (basis)diensten, rekening houdend met de digitale kloof in onze samenleving. • Zo moet de slagkracht van de sociale inspectie versterkt worden via een verdubbeling van het personeelsbestand en een verdubbeling van de sancties.


6. Meer vakbondsinspraak • Alle werknemers moeten een syndicale vertegenwoordiging hebben. Dat wil zeggen een afgevaardigde vanaf 5 werknemers, een comité vanaf 20 werknemers en een ondernemingsraad vanaf 50 werknemers. • Werknemers bij onderaannemers moeten nauwer worden betrokken – zeker bij bedrijfsherstructureringen – via de oprichting van een gemeenschappelijk overlegorgaan voor economisch afhankelijke ondernemingen. • Vakbonden moeten hun zeg hebben in de sector- en bedrijfsstrategie naar een duurzame koolstofvrije economie, en in het investeringsbeleid van de overheid via de oprichting van een nationale investeringsraad. Een sociaal rechtvaardige transitie kan enkel via sociaal overleg en inspraak van de werknemers op alle niveaus.

7. Respect voor syndicale vrijheden • Werknemersvertegenwoordigers moeten recht hebben op een re-integratie. We organiseren ons om een directe syndicale reactie te verzekeren wanneer een afgevaardigde wordt aangevallen. • Rechtbanken mogen zich niet mengen in syndicale acties: vakbondsacties moeten uitdrukkelijk uitgesloten zijn van het toepassingsgebied van het gehele strafwetboek (art 406) en van het toepassingsgebied van de Gemeentelijke Administratieve Sancties. Dwangsommen en andere vormen van gerechtelijke tussenkomst horen niet thuis in het collectief arbeidsconflict.

8. Europese en Internationale solidariteit • Via samenwerking met vakbonden en middenveldorganisaties in binnenen buitenland die onze waarden delen, versterken we de internationale vakbeweging. We bouwen een solidariteitsnetwerk uit op Belgisch, Europees en internationaal niveau om collectief te reageren tegen aanvallen op vakbonden, ongeacht de aard of omvang van deze aanvallen. • We gaan het engagement aan om de internationale arbeidsnormen en


de controlemechanismen van de Internationale Arbeidsorganisatie volop in te zetten in onze syndicale werking. Naar analogie met een koolstofheffing aan de grenzen van Europa, moet de Europese Unie een importheffing uitwerken gebaseerd op de naleving van internationaal afgesproken arbeidsnormen. Zodat Europa in het buitenland ook actief werknemersrechten promoot, zonder in protectionisme te vervallen. Op alle beleidsniveaus moet regelgeving tot stand komen die bedrijven die internationaal actief zijn, verplicht tot het respecteren van mensenrechten, sociale rechten, vrouwenrechten en milieurechten. Deze ‘zorgplicht’ moet het sociaal overleg altijd respecteren. • Europa moet socialer. Europa moet vechten tegen sociale dumping en niet terugkeren naar een vernietigend bezuinigingsbeleid. Een sterk uitgebouwd sociaal Europa heeft daarom ook nood aan een sterke en verenigde onafhankelijke Europese vakbeweging waar transnationale, bilaterale en multilaterale samenwerking ten dienste moet staan van een gemeenschappelijke visie. • Een bindende Europese pijler van Sociale Rechten moet het sociale beleid op het voorplan brengen. De regels op vlak van sociale bijdragen van gedetacheerde werknemers moeten worden herzien: de gedetacheerde werknemer moet ook onderworpen worden aan de sociale zekerheid van het werkland.

9. Neen aan extreemrechts • De strijd tegen extreemrechts en fascisme vereist in de eerste plaats van een syndicale organisatie dat die voortdurend tegenmacht uitoefent, haar afgevaardigden opleidt en politiek vormt, eisen stelt en streeft naar betere loonvoorwaarden, sterke en kwalitatieve openbare diensten, een veilige werkomgeving, meer diversiteit en gendergelijkheid op de werkvloer… Sociale alternatieven voor de haatspraak van extreemrechts. Alternatieven waarbij iedereen er echt op vooruit kan gaan. • Racisme bestrijden houdt ook in dat we extreemrechts blijven ontmaskeren. Ze zetten dan wel een sociaal gelaat op, maar extreemrechts is tegen de werknemers en tegen de vakbonden die die werknemers vertegenwoordigen. Dat bewijzen ze elke dag, ook in de parlementen.


• Racisme bestrijden betekent ook gelijkgezinden samenbrengen, bijv. in samenwerking met het Europees Vakverbond. • De strijd tegen extreemrechts en fascisme is ook een politieke strijd. Het cordon sanitaire (zowel mediatiek als politiek) blijft nodig. • Het ABVV is pleitbezorger van een strategie dat gericht is op een positief migratieverhaal en een waardig migratie- en asielbeleid. Vluchtelingen, ongeacht het land van herkomst, moeten in België een veilige haven vinden. Wij vragen daarnaast een kader voor individuele regularisaties op basis van objectieve en transparante criteria via een onafhankelijke regularisatiecommissie. Werknemers die nu illegaal in het land verblijven, moeten gemakkelijker een verblijfsvergunning kunnen aanvragen. Door hen gemakkelijker toegang te geven tot werk, worden excessen zoals sociale dumping (met alle gevolgen van dien op vlak van verloning en veiligheid) vermeden.

10. Geen 7de staatshervorming • Voor het ABVV is een nieuwe bevoegdheidsoverdracht niet in het belang van de werknemers. Een verdere staatshervorming zou immers raken aan de federale solidariteitsmechanismen zoals onze sociale zekerheid, het arbeidsrecht, het overleg over lonen en arbeidsvoorwaarden. De voorbije staatshervormingen zijn op dat vlak al te ver gegaan, zoals de overdracht van stukken van onze sociale zekerheid. In tegenstelling tot het concurrentie-federalisme dat we op vandaag kennen, moet werk worden gemaakt van een federalisme gebaseerd op samenwerking en solidariteit.


Hoogstraat 42 | 1000 Brussel Tel. +32 2 506 82 11 | Fax +32 2 506 82 29 info@abvv.be | www.abvv.be vakbondABVV Volledige of gedeeltelijke overname of reproductie van de tekst uit deze brochure mag alleen met duidelijke bronvermelding. Verantwoordelijke uitgever: Thierry Bodson © juni 2022


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.