A.Hak Magazine #16 Zomer 2017

Page 1

zomer A.HAK MAGAZINE

UITGAVE VOOR MEDEWERKERS EN RELATIES NUMMER 16 | JULI 2017 | JAARGANG 5

‘Het herstel van 2016 zet in 2017 door’ REGIS RIVIERE RAAD VAN COMMISSARISSEN

Nieuwe directiestructuur Raad van commissarissen heeft nieuwe directie benoemd

Vijf toekomstvisies Deskundigen buigen zich over toekomst branche

Buitenlandse projecten Succes in Albanië, Engeland en Saoedi-Arabië


NIEUWE KANSEN IN DE WOESTIJN In Saoedi-Arabië werkt A.Hak voor Saudi Aramco aan de aanleg van een 75 kilometer lange 48" leiding die zeewater aanvoert naar het Khurais olieveld. Dit zeewater wordt in de bodem geïnjecteerd om de olieproductie te vergemakkelijken. Na de succesvolle afronding van de engineeringsfase zijn de constructiewerkzaamheden een jaar geleden begonnen. Inmiddels is zo’n 60% van het werk gedaan. Om de opleverdatum aan het eind van dit jaar te halen, maakt elke ploeg per dag zo’n 550 meter voortgang. Vooral het coaten van de lassen in de buis is uitdagend werk waarbij een coatingrobot wel 750 meter de buis in gaat. De strenge QHSE-regels die Saudi Aramco en A.Hak hebben opgesteld worden strikt nageleefd. Met succes, want inmiddels is de grens van een miljoen manuren overschreden zonder ‘lost time incidents’ (LTI’s). A.Hak positioneert zich met dit project als een belangrijke kanshebber voor vervolgopdrachten. MEER OVER DIT PROJECT IN HET VOLGENDE NUMMER VAN DIT MAGAZINE.



VOORWOORD

De volgende stap in onze ontwikkeling A.Hak bestaat dit jaar 54 jaar en heeft in die periode veel veranderingen doorgemaakt. Willem van Geenhuizen, onze vader, ging in 1985 het avontuur aan door de aandelen van A.Hak Pijpleidingen BV te kopen. Vanaf dat moment groeide het bedrijf tien jaar lang gestaag. In de tien jaar die daarop volgden, haperde de markt en ondervond A.Hak dat bedrijven zich met ups en downs ontwikkelen. Weer tien jaar later keerde het tij opnieuw en maakten we een nieuwe groeispurt mee. Inmiddels weten we dat ook die periode ongeveer een decennium duurde. In 2015 moesten we alle zeilen bijzetten om de crisis als gevolg van de lage olieprijs het hoofd te bieden. Met de maatregelen die we toen hebben getroffen – gedisciplineerd op de kosten letten en investeren in de ontwikkeling van de organisatie – sloegen we de weg in naar een efficiënter en effectiever A.Hak. Daarbij riepen we ook hulp ‘van buiten’ in. Bijvoorbeeld van Régis Rivière die met zijn jarenlange ervaring als turn-around manager een belangrijke bijdrage leverde aan het financiële herstel van A.Hak na het verlies van 2015.

colofon FOTOGRAFIE Maarten van der Voorde Soumen Dey REDACTIE Hannah Jansen Marcel Nahapiet Richard van Santen EINDREDACTIE Richard van Santen CONCEPT/ONTWERP Studio BLT, Rotterdam PRODUCTIE NPN Drukkers CONTACT communicatie@a-hak.nl

Iain Light kwam aan boord om ons te adviseren over de strategie voor de komende jaren. Dat zal een strategie zijn waarin A.Hak zich meer focust op haar kernactiviteiten in de ondergrondse infrastructuur. De samenwerking met Iain verloopt voorspoedig en gaf ons het vertrouwen om de volgende stap te zetten in de ontwikkeling van de organisatie. Zoals we vorige maand bekend hebben gemaakt, wordt A.Hak sinds 20 juni bestuurd door een directie en een raad van commissarissen. Iain Light is benoemd tot CEO en voorzitter van het directieteam dat verder bestaat uit Remco Smit (CFO) en Rob Bombeek (CHRO). Samen met Régis Rivière hebben wij zitting genomen in de raad van commissarissen. Iain is voortvarend begonnen en heeft zijn strategische verkenningen de afgelopen maand gedeeld met de managers van A.Hak. Zij gaan samen aan de slag met de plannen voor 2018 en de jaren daarna. Wij hebben er alle vertrouwen in dat hun inspanningen bij zullen dragen aan een robuust A.Hak dat beter in staat is om zich aan te passen aan veranderende marktomstandigheden. Hoe die marktomstandigheden zich de komende jaren zullen ontwikkelen weet niemand precies. De redactie van A.Hak Magazine heeft echter wel een aantal mensen gevonden die daarop hun visie wilden geven. Zoals uit de andere artikelen in dit nummer blijkt, wordt er ondertussen ook gewoon hard gewerkt aan binnen- en buitenlandse projecten. Wij wensen u veel leesplezier en nodigen Iain Light bij deze uit om het volgende voorwoord voor zijn rekening te nemen.

NR 16 | JULI 2017 JAARGANG 5

Marco en Mariska van Geenhuizen RAAD VAN COMMISSARISSEN


INHOUD 09 Nieuwe CEO: Iain Light A.Hak heeft sinds 20 juni 2017 een tweelaags bestuursmodel met een raad van commissarissen en een directie. Een korte kennismaking met de nieuwe CEO: Iain Light.

06

10

Terugblik op 2015 en 2016

Visies op de toekomst

RÊgis Rivière, lid van de raad van commissarissen, kijkt terug op de turbulente jaren 2015 en 2016 en constateert dat de toekomst er veel beter uitziet voor A.Hak.

Hoe kan onze branche het beste omgaan met de energietransitie? Welke rol spelen digitalisering en omgevingsmanagement? Vijf deskundigen geven hun visie in dit katern.

23 Nieuwe werkwijze Gasunie Met Voorwaartse Integratie Aannemers (VIA) verandert de manier waarop projecten voor Gasunie worden uitgevoerd. Margret Sneek begeleidt de invoering van VIA.

04 Voorwoord 22 TAP vordert gestaag 26 DSP brengt ICT thuis 28 Humber project 28 Nieuwe eigenaar Kaal Masten 29 A.Hak@work 30 Veilige renovatie


‘Efficiënter, effectiever en gefocust’ HERSTEL NA MOEILIJKE JAREN

06

ALGEMEEN a.hak magazine


Na een bewogen periode kijkt A.Hak met vertrouwen naar de toekomst. 2015 werd afgesloten met een fors verlies, in 2016 hebben we een klein maar positief brutoresultaat behaald en in 2017 verwachten we weer een redelijke nettowinst te boeken. Régis Rivière, die recent de overstap maakte van de (voormalige) directie naar de raad van commissarissen, kijkt in dit artikel terug en vooruit. TEKST Richard van Santen FOTOGRAFIE Maarten van der Voorde

R

égis Rivière kwam in 2016 de directie van A.Hak versterken. Hij richtte zich met name op het doorvoeren van veranderingen in processen en procedures die de financiële situatie van het bedrijf moesten verbeteren. ‘Daar zijn we in geslaagd’, zegt hij. ‘In 2016 heeft A.Hak zich hersteld van het aanzienlijke verlies waarmee 2015 werd afgesloten. Die verbetering zet in de eerste helft van 2017 door.’

OLIE- EN GASCRISIS

A.Hak werd in 2015 net als veel andere bedrijven getroffen door de crisis in de olie- en gasindustrie. Daarnaast kreeg de groep een aantal incidentele tegenvallers bij grote projecten te verwerken. Het leidde tot een verlies dat de laatste tijd een aantal keren de krant haalde. ‘Dat begrijp ik, want het verlies was ook aanzienlijk’, zegt Régis, ‘maar het betekent niet dat we meer dan 50 miljoen verlies hebben geleden op onze projecten. Een groot deel van het verlies was boekhoudkundig. We hebben afschrijvingen moeten doen op projecten uit het verleden en we konden bij een aantal meerwerkdiscussies niet rustig onderhandelen, omdat we behoefte hadden aan cash. Dan moet je soms met minder genoegen nemen en het verschil afboeken.’ KLANTGERICHT EN PROFESSIONEEL

A.Hak heeft de afgelopen tijd verschillende maatregelen genomen om de financiële problemen op te lossen. ‘Je begint natuurlijk met kostenbeheersing, maar daarnaast hebben we werk gemaakt van professionelere processen en procedures. Zowel bij de uitvoering van projecten als bij de financiële afwikkeling. A.Hak is vooral zo’n mooi bedrijf, omdat de medewerkers er alles aan doen om projecten tot een goed einde te

a.hak magazine

ALGEMEEN

07


RESULTATEN 2013-2017 (EBITDA) De cijfers in deze grafiek

50 40

vertegenwoordigen de inkom-

30

sten voor aftrek van rente,

20

belastingen, afschrijvingen

10

op vaste activa en afschrijvin-

0 -10

gen op leningen en goodwill

-20

(EBITDA). De winst over 2017

-30

is een schatting op basis van

-40 -50

2013

2014

2015

2016

2017

brengen. Wat er ook gebeurt, A.Hak blijft gaan voor kwaliteit en het halen van deadlines. Die cultuur moet absoluut behouden blijven, maar we moeten er tegelijkertijd voor zorgen dat die inzet op een goede manier wordt beloond.’ ‘Daarom hebben we heel veel aandacht besteed aan strakker projectmanagement. Natuurlijk blijven we klantgericht en zullen we onze opdrachtgevers zo goed mogelijk van dienst zijn, maar daar hoort ook bij dat we professioneel, duidelijk en op tijd communiceren over veranderingen ten opzichte van de gemaakte afspraken’, benadrukt Rivière. DOEN WAAR JE GOED IN BENT

‘Daarnaast hebben we ons risicomanagement aangescherpt. We willen vooraf meer zekerheid over de risico’s van een project en het rendement dat we kunnen verwachten. Zijn de risico’s niet voldoende afgedekt, dan is het waarschijnlijk geen geschikt project voor ons.’ ‘De maatregelen die we hebben getroffen, beginnen vruchten af te werpen. En inmiddels hebben we ook de ontwikkelingen in de markt weer mee. Dat wil echter niet zeggen dat A.Hak nu achterover kan leunen. Het veranderingsproces naar een efficiëntere en effectievere organisatie is nog maar net begonnen. Onder leiding van de nieuwe directie zal het bedrijf de komende tijd een nieuwe koers varen met een sterkere focus op zijn kernactiviteiten: doen waar je goed in bent en waarin je de meeste toegevoegde waarde kunt bieden’, vervolgt Rivière. ‘Focus betekent keuzes maken. Natuurlijk zijn de A.Hak-bedrijven samen tot heel veel dingen in staat, maar wanneer een concurrent het beter, sneller of goedkoper kan, dan is nee zeggen vaak een betere optie. Dat

08

ALGEMEEN a.hak magazine

het budget van 2017 en de realisatie daarvan tot nu toe.

geeft ruimte om je beperkte middelen gericht in te zetten en je mensen te laten uitblinken in hun specialisme. Daarmee help je je klanten het best.’ OMHOOG IN DE WAARDEKETEN

‘Ook in de wereld om ons heen verandert er veel. De olie- en gasindustrie herstelt zich enigszins. Pipelines & Facilities legt bijvoorbeeld leidingen aan in Saoedi-Arabië, Frankrijk, Engeland en Albanië en A.Hak Industrial Services scoorde het grootste inspectiecontract uit haar geschiedenis, eveneens in Saoedi-Arabië. In onze directe omgeving zal het werk in deze sector naar verwachting niet meer op het oude niveau komen. Daar verschuift de focus bijvoorbeeld naar restwarmte en elektriciteit. Voor A.Hak biedt dat een alternatief voor olie en gas. Omdat we zowel op het gebied van restwarmte als elektriciteit ruime ervaring hebben, liggen daar mogelijkheden om een stap omhoog te zetten in de waardeketen. Werk uitvoeren waarin we ons onderscheiden en waarbij we tegen een goed rendement de meeste toegevoegde waarde kunnen bieden. Nog veel meer partner worden in plaats van opdrachtnemer.’


DE NIEUWE CEO: IAIN LIGHT Iain Light is de kersverse CEO van A.Hak. Hij trad zo recent aan dat de redactie bijna letterlijk ‘Stop de persen!’ moest roepen om het nieuws van zijn benoeming nog op te kunnen nemen in dit magazine. Uitgebreide artikelen over zijn plannen en zijn visie moeten dus nog even wachten. ‘Daarvoor is het sowieso te vroeg’, geeft Light aan. ‘Ik heb mijn eerste bevindingen gedeeld met de managers van de A.Hak-bedrijven en werk na de vakantie met hen verder aan de strategie voor de bedrijfsonderdelen.’

‘Strategie gaat niet alleen over cijfers’

‘I

k vind het een eer en een grote verantwoordelijkheid dat de familie Van Geenhuizen mij de leiding over A.Hak toevertrouwt’, geeft Iain Light aan. ’A.Hak is onder hun leiding uitgegroeid tot een gerenommeerd bedrijf en een sterk merk dat respect afdwingt in de markten die het bedient. Met dat fundament als uitgangspunt zie ik ernaar uit om leiding te geven aan de verdere ontwikkeling van A.Hak. het toekomstbeeld dat ik daarbij voor ogen heb, is een robuust bedrijf dat zich beter weet aan te passen aan veranderende marktomstandigheden.’

‘JE KUNT NIET OM A.HAK HEEN’

‘Ik heb mijn hele loopbaan in de inspectie- en certificeringsbranche gewerkt, met name voor de pijpleidingbranche. Dan kun je nauwelijks om A.Hak heen. Vanuit mijn vorige rol als CEO van Applus RTD zag ik vooral A.Hak Industrial Services als een sterke concurrent op het gebied van inspectie. Het werk van A.Hak op het gebied van huisaansluitingen en distributienetwerken kende ik minder goed, maar daarover heb ik het afgelopen halfjaar veel bijgeleerd.’ ‘In februari raakte ik betrokken bij A.Hak in de rol van strategisch adviseur. Het voordeel van zo’n positie aan de rand van de organisatie is dat je je een objectief beeld van het bedrijf kunt vormen. De conclusies die ik in die periode heb getrokken, zullen zeker een rol spelen in het formuleren van de nieuwe strategie voor de komende jaren.’ STRATEGISCHE WORKSHOPS

‘Toch zet ik deze voorlopige conclusies nu niet in het A.Hak Magazine. Dat zou om verschillende redenen niet juist zijn. In mijn eerste maand als CEO heb ik mijn bevindingen gedeeld met de managers van A.Hak tijdens strategische workshops. Ik heb ze om input gevraagd voor de strategie van hun specifieke bedrijven. Daarbij ging het zeker niet alleen om financiële doelstellingen. Strategie gaat niet alleen over cijfers. Ook veiligheid, kwaliteit, klantrelaties, HRM en projectmanagement stonden hoog op de agenda. Als iedereen straks uitgerust terugkomt van vakantie, werken we verder aan de plannen voor 2018 en de jaren daarna. Ondertussen zal ik me inzetten om een goede relatie op te bouwen met de twee lezersgroepen van dit magazine: de medewerkers van A.Hak en haar wereldwijde relaties.’

a.hak magazine

ALGEMEEN

09


Staar je niet blind op elektriciteit Chris Hellinga

Durf samen te werken Jacqueline Cramer

Verbind interne en externe kennis Vareska van de Vrande

Help de klant en de keten met data Sanne de Graaf

Neem de omgeving altijd serieus Ilkel Taner

VISIES OP DE TOEKOMST

Wat betekent het voor onze branche wanneer fossiele brandstoffen een veel kleinere rol gaan spelen? Wat zijn de alternatieve branden grondstoffen? Hoe komen bestaande bedrijven tot nieuwe oplossingen en verdienmodellen? Waar halen ze de specialisten met de juiste kennis vandaan? Welke rol speelt digitalisering? En hoe betrekken we de omgeving erbij? Vragen voor de toekomst of is de toekomst al begonnen? Vijf deskundigen geven hun mening.

10

SPECIAL a.hak magazine


Is duurzaam en decentraal opgewekte elektriciteit het alternatief voor fossiele brandstoffen? Misschien wel, maar volgens Chris Hellinga van de TU Delft moeten we ook open blijven staan voor andere, aanvullende oplossingen. Hij breekt een lans voor waterstof - als energiedrager en als basis voor grondstoffen. TEKST Richard van Santen FOTOGRAFIE Maarten van der Voorde

Energietransitie

W

ijken en steden die massaal “van het gas af gaan” en waar zonnepanelen op het dak elektriciteit leveren voor verwarming, apparatuur en het opladen van je elektrische auto. Om dat toekomstbeeld te verwezenlijken, is een enorme omwenteling nodig die gepaard gaat met gigantische investeringen. En hoewel voor bijna iedereen vaststaat dat die grote investeringen nodig zijn om de opwarming van de aarde te beperken, komt de omwenteling toch maar traag op gang. VERTROUWEN EN ZEKERHEID

‘Economische belangen spelen daarbij een belangrijke rol’, zegt Chris Hellinga, Program Manager Sustainability aan de TU Delft. ‘De partijen die de transitie mogelijk moeten maken, hebben behoefte aan investeringszekerheid en toekomstbeelden waar we vertrouwen in kunnen hebben. We kijken te veel naar onze elektriciteitsvraag en de verschuiving van centrale naar decentrale opwekking en vergeten dat we in de toekomst ook heel veel brand- en grondstoffen nodig blijven hebben.’ ‘Grofweg wordt de wereldwijde energiebehoefte momenteel voor 20% ingevuld met elektriciteit. Als we volledig elektrisch gaan rijden en veel warmtepompen installeren, komen we halverwege deze eeuw op zo’n 40% elektriciteitsbehoefte. In Noord-West Europa zal het niet meevallen die hoeveelheid met wind- en zonne-energie af te dekken. Met decentrale opwekking via zonnepanelen op de daken van onze huizen – die in de winter bijna niets doen – gaan we het zeker niet redden. Grote wind- en zonneparken op de goede plekken, bijvoorbeeld op zee of in de woestijn, zijn dus sowieso nodig.’

a.hak magazine

SPECIAL

11


‘We moeten ook ­andere duurzame energie­ dragers aan het ­arsenaal toevoegen’ MOLECULEN EN ELEKTRONEN

Daar komt bij dat het niet realistisch is om te veronderstellen dat we de hele wereld op elektriciteit kunnen laten draaien. ‘We zien op dit moment althans nog geen echte oplossingen om vliegverkeer, scheepvaart en zwaar transport over grote afstanden elektrisch te maken’, zegt Hellinga. ‘Daar komt nog bij dat we het niet alleen over energiebehoefte hebben. Naast brandstoffen zijn er ook grondstoffen nodig, bijvoorbeeld voor de chemische industrie. Die behoefte is niet in te vullen via het elektriciteitsnet, dat zijn moleculen in plaats van elektronen.’ Zitten we dan vast aan fossiele brand- en grondstoffen die blijven zorgen voor een veel te grote uitstoot van CO2? ‘Dat mag niet gebeuren. Waterstof zou een duurzame oplossing kunnen zijn, omdat het als brandstof en voor de productie van grondstoffen en vloeibare brandstoffen te gebruiken is. Vaak heb je dan naast waterstof ook het “C-atoom” nodig. En dat zit in biomassa. We moeten biomassa vooral inzetten om samen met waterstof die brand- en grondstoffen te kunnen maken.’

12

SPECIAL a.hak magazine


WATERSTOF

‘Om waterstof te produceren heb je water en elektriciteit nodig. Nog veel meer elektriciteit dus dan die 40%. Wek je die elektriciteit duurzaam op met windparken op zee dan is water ook meteen voorhanden. Vergelijk het met offshore olieplatforms, alleen wordt er dan geen olie gewonnen, maar waterstof geproduceerd. Grote tankers kunnen het dan naar de haven van bijvoorbeeld Rotterdam varen waar het ook kan worden omgezet naar andere moleculen.’ Het idee dat de energietransitie per definitie de huidige energie-infrastructuur overbodig maakt, wordt daarmee bijgesteld. ‘We blijven behoefte houden aan brandstof- en grondstofvoorraden en om die op de juiste plaats te krijgen, blijft er dus ook behoefte aan infrastructuur voor transport en distributie. Eenvoudig is dat niet. Waterstofmoleculen zijn zo klein dat ze overal doorheen willen, ook door de wanden van een pijpleiding. Maar het lijkt mogelijk om dat op te lossen door middel van coating en relining. Dan zou het bestaande aardgasnetwerk gebruikt kunnen worden voor het vervoeren van waterstof. Ook ziet het er naar uit dat zoutkoepels gebruikt kunnen worden voor de opslag.’

CHRIS HELLINGA TU Delft

Ir. Chris Hellinga is verbonden aan de TU Delft als Sustainability Program Manager. Sinds 2005 is hij ook actief in het Delft Energy Initiative, tegenwoordig als wetenschappelijk adviseur. Hellinga stond aan de wieg van nationale energie-initiatieven als het Nederlands Onderzoeksplatform Duurzame Energievoorziening (NODE) en Advanced Dutch Energy Materials (ADEM).

DUURZAME ENERGIEDRAGERS

Ziet Hellinga de inzet van waterstof dan als enige oplossing voor het vlottrekken van de energietransitie? ‘Zeker niet. De Noordzee heeft absoluut de potentie om een powerhouse voor duurzaam opgewekte elektriciteit te worden. Ook moeten we nog veel meer gebruikmaken van zonne-energie dan we nu doen. Maar we moeten ons niet blindstaren op elektriciteit, want daarmee dekken we minder dan de helft van onze toekomstige energievraag. We moeten ook andere duurzame energiedragers aan het arsenaal toevoegen. Als we dat slim doen, halen we meteen een deel van de druk op de maatschappelijke elektriciteitsbehoefte af.’ ‘Naast bijvoorbeeld restwarmte en aardwarmte heeft waterstof veel voordelen. Zo werkt de industrie hard aan betaalbare auto’s die op waterstof rijden. Voor waterstof zou je gewoon bij tankstations aan de snelweg terecht kunnen en een tankbeurt duurt, in tegenstelling tot het opladen van een elektrische auto, even lang als het tanken van diesel of benzine. Van waterstof kun je bovendien voorraden aanleggen en je kunt het op min of meer traditionele wijze vervoeren. Daardoor kun je de energie die je op de meest efficiënte locatie opwekt dus meenemen de stad in.’ KLIMAATDOELSTELLINGEN

‘Wanneer het daadwerkelijk mogelijk blijkt – en veilig genoeg is – om dat via de bestaande infrastructuur te doen, kun je bovendien veel sneller en goedkoper de omslag maken naar wijken en steden zonder aardgasaansluitingen’, concludeert Hellinga. ‘Je hoeft gebouwen dan niet eerst uitgebreid tegen hoge kosten te isoleren, wat nodig is voor de efficiënte inzet van waterpompen, om ze toch CO2 -neutraal te maken. “Van het gas af” is niet de goede kreet. “Van het aardgas af” wel. Maar wees voorzichtig met de bestaande aardgasinfrastructuur – misschien hebben we die nog hard nodig. Een keuze voor waterstof kan dus wel eens de zekerheid en het vertrouwen bieden die nodig zijn om versnelling aan te brengen in het behalen van onze klimaatdoelstellingen.’

a.hak magazine

SPECIAL

13


‘Je moet uit je com­ fortzone stappen en nieuw terrein be­ wandelen’ TEKST Hannah Jansen FOTOGRAFIE Maarten van der Voorde

Werk maken van een duurzame economie tegen een gezond rendement, hoe moeten bedrijven dat aanpakken? Wie geeft de opdrachten en wie voert ze uit? Wie mag een factuur sturen en wie moet er investeren? Een pasklaar antwoord is er niet, maar hoogleraar Duurzaam Innoveren Jacqueline Cramer weet één ding zeker: ‘Samenwerken is het sleutelwoord. Geen enkele partij kan het alleen.’

14

SPECIAL a.hak magazine


Duurzaam samenwerken

D

e gedachte dat duurzaamheid alleen maar geld kost
– daar moet Jacqueline Cramer helemaal niets van hebben. ‘De geitenwollensokkentijden zijn echt voorbij. Duurzaamheid wordt zakelijk gezien alleen maar interessanter. Om de energietransitie mogelijk te maken en tegelijkertijd geld te verdienen, zullen partijen op nieuwe manieren met elkaar moeten samenwerken.’
Die samenwerking vraagt van alle betrokken bedrijven en instellingen in de keten een andere manier van denken. ‘Als iedereen alleen maar bedenkt hoe je er zelf het meest mee kan verdienen, dan gaat het simpelweg niet lukken’, zegt Cramer. NIEUW TERREIN BETREDEN

Ze noemt de bouw als voorbeeld waarin anders nadenken over de verdeling van kosten en opbrengsten nodig is. ‘Het circulair slopen van huizen vergt meer tijd en is dus duurder dan traditioneel slopen. Maar daar staat tegenover dat de gesloopte materialen meer opleveren in hergebruik en dat er werkgelegenheid wordt gecreëerd. Dit voorbeeldsommetje klopt alleen wanneer de sloper en de bouwer vooraf een oplossing vinden voor het verdelen van de kosten en opbrengsten van hun aandeel in de keten. ‘Daarvoor moeten ze allebei uit hun comfortzone stappen en nieuw terrein betreden. Een tussenpersoon die als regisseur het voortouw neemt kan daarbij helpen. Daarmee voorkom je dat partijen afwachtend naar elkaar blijven kijken. De overheid kan die tussenpersoon zijn, maar dat hoeft niet per se.’

JACQUELINE CRAMER Universiteit Utrecht Utrecht Sustainability Institute

Jacqueline Cramer is parttime hoogleraar op het gebied van duurzaamheid sinds 1990 aan achtereenvolgens verschillende universiteiten. Zij is daarnaast onder meer consultant op het gebied van duurzaam innoveren en ambassadeur Circulaire Economie in de Metropool Regio Amsterdam. Van 2007 tot 2010 was zij minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

WAAR MOET JE BIJ ZIJN?

Jacqueline Cramer vervult zelf die regisseursrol als ambassadeur Circulaire Economie in metropoolregio Amsterdam. In die rol is ze onder andere betrokken bij de aanleg van het duurzame warmtenet waaraan A.Hak heeft meegewerkt. Welke tips heeft Cramer voor bedrijven als A.Hak om een rol te blijven spelen in de duurzame economie? ‘Ten eerste kun je vanuit je huidige positie in de markt laten zien dat je ook in een duurzame economie een belangrijke bijdrage kunt leveren’, zegt Cramer. Voor A.Hak geldt bijvoorbeeld dat de ervaring die is opgebouwd met het aanleggen van gastransportleidingen heel waardevol is voor de aanleg van warmtetransportleidingen. ‘Ten tweede is het verstandig om heel goed in de gaten te houden welke terreinen zich snel ontwikkelen en waar je als bedrijf bij moet zijn.’ WERK VANUIT JE EIGEN KRACHT

‘Wees je ervan bewust dat je het niet alleen kunt, maar dat je met z’n allen nieuw terrein verkent. Je moet dus durven. Kijk hoe goed werkende consortia dat doen en leer daarvan. Werk vanuit je eigen kracht en verover vanuit daar een nieuwe positie als leider of deelnemer van een consortium. Het nadeel van consortia is dat je aan de voorkant moet investeren in het netwerk. Het grote voordeel is dat ze veel minder vluchtig zijn, je moet elkaar veel langer de hand vasthouden. Elke speler aan tafel is van groot belang. En feit is ook: als je nu niet meedoet, mis je de boot. In aanbestedingen is duurzaamheid steeds vaker een harde eis.’

a.hak magazine

SPECIAL

15


De overgang naar een duurzame economie vraagt om innovatieve oplossingen. Welke expertise is daarvoor nodig en hoe vinden bedrijven mensen die over de juiste kennis beschikken? Voor een antwoord op die vragen moeten we anders naar onze interne organisaties kijken, vindt Vareska van de Vrande, Professor Collaborative Innovation en Business Venturing aan Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM). TEKST Hannah Jansen FOTOGRAFIE Maarten van der Voorde

Netwerkorganisatie

‘E

en halve eeuw geleden was het overzichtelijk’, zegt Van de Vrande. ‘Mammoetorganisaties als IBM, waar medewerkers voor het leven in dienst waren, maakten de dienst uit. Aan het eind van de vorige eeuw kantelde de situatie. Door de globalisering, beter onderzoek aan universiteiten en de opkomst van startende bedrijfjes die hulp kregen van durfinvesteerders, raakte kennis steeds meer verspreid. De research- en development-afdelingen van grote bedrijven konden simpelweg niet meer alles weten. Ze moesten dus kennis van buiten naar binnen halen.’

FLEXIBELER EN MOBIELER

‘Maar ook de wensen van werknemers zijn veranderd. Vooral de jongere generaties die de arbeidsmarkt betreden, vinden zelfontplooiing en verantwoordelijkheid voor het eigen werk belangrijker dan een vast contract tot aan het pensioen. Ze zijn flexibeler en mobieler en stappen dus makkelijker over naar een andere werkkring.’ Het vinden en aan je binden van medewerkers met de juiste kennis was altijd al een grote uitdaging voor werkgevers, maar is dus nog veel ingewikkelder geworden.

16

SPECIAL a.hak magazine


‘Geen enkel bedrijf kan nog alle benodigde kennis in huis hebben’

NETWERKEN IS DE SLEUTEL

Netwerken is volgens Van de Vrande een oplossing. ‘De sleutel is om de perfecte combinatie te vinden van kennis binnen de eigen organisatie en uit de buitenwereld. Zo bouw je aan een netwerk van partners met wie je samen kunt inspelen op de behoeften in de markt.’ Maar hoe werk je samen met bedrijven die misschien wel de juiste kennis hebben, maar ook een hele andere cultuur? ‘Een goede relatie is de basis’, zegt Van de Vrande. ‘Zorg dat er vertrouwen is en dat er goed wordt gecommuniceerd, zeker ook als er iets misgaat. En maak duidelijke afspraken over wat iedereen inbrengt en hoe de opbrengsten worden verdeeld. Daar gaan vaak dingen fout. Verder helpt het wanneer bedrijven een gezamenlijk doel hebben. Dat bindt, zelfs wanneer ze verder heel verschillend zijn.’ DOE WAAR JE GOED IN BENT

‘Kijk naar mogelijke partners in je eigen branche, maar ook daarbuiten en zorg ervoor dat je heel goed op de hoogte bent van wat er speelt in de markt. En bedenk je dat je eigen bedrijf voor anderen ook een mogelijke netwerkpartner is. Richt je dus op de dingen waar je goed in bent en laat dat ook zien. Op deze manier netwerken is geen commerciële taak of marketingactiviteit, maar hardcore business.’

VARESKA VAN DER VRANDE Erasmus University Rotterdam School of Management

Vareska van de Vrande is Professor Collaborative Innovation en Business Venturing aan de Rotterdam School of Management, Erasmus University. Vareska werkt bij RSM sinds 2007 nadat zij haar PhD in Industrial Engineering en Management Science had voltooid aan de Eindhoven University of Technology.

a.hak magazine

SPECIAL

17


TEKST Richard van Santen FOTOGRAFIE Maarten van der Voorde

Als een webwinkel ons al precies kan vertellen wanneer onze online bestelling wordt afgeleverd, dan moet dat toch ook kunnen bij huisaansluitingen voor gas, water en elektriciteit? Sanne de Graaf (Alliander) laat zien hoe digitalisering de deur opent voor het verbeteren van processen in hele ketens.

Digitalisering

S

inds de personal computer bereikbaar werd voor het grote publiek nam de digitalisering een enorme vlucht. De hoeveelheid informatie die wereldwijd digitaal werd opgeslagen, steeg tussen het eind van de jaren tachtig tot 2014 van 1% naar 99%. ‘Digitalisering is één van de pijlers om onze corporate strategie te realiseren’, zegt Sanne de Graaf, Manager Aansluitingen Oost en Noord Nederland bij Alliander. ‘Het biedt heel veel mogelijkheden, zowel voor beter netbeheer als voor het verhogen van het klantgemak. Tegelijkertijd wekt de gedigitaliseerde samenleving ook veel verwachtingen.’

ELKE DAG EEN BEETJE BETER

‘Als consumenten een bestelling plaatsen bij een webwinkel, ontvangen ze een e-mail met een track & trace code waarmee ze hun aankoop tot aan hun eigen voordeur kunnen volgen. Daar zit een hele keten achter. Van het magazijn via een distributiecentrum naar het bedrijf dat de verzending regelt. Alle schakels in die keten wisselen informatie uit. Als diezelfde consument huisaansluitingen voor gas, water en elektriciteit aanvraagt, verwacht hij op dezelfde manier geïnformeerd te worden. Die verwachting van onze klanten past goed bij onze langetermijnstrategie waarin meer klantgemak, en datagedreven netbeheer belangrijke pijlers zijn. Naast operational excellence: ons streven om ons werk elke dag een beetje beter te doen.’ IEDEREEN PROFITEERT

‘Net als in het voorbeeld van de webwinkel opereren netbeheerders ook niet alleen. Om onze klanten meer gemak te bieden, zullen wij in de hele keten onze processen en informatiestromen op elkaar af moeten stemmen. Dat betekent nauw samenwerken met een groot aantal partijen, zoals gemeenten, bouwbedrijven en aannemers als A.Hak die de aansluitingen verzorgen. Om ten volle te profiteren van de mogelijkheden van digitalisering moeten we onze IT-systemen met elkaar laten praten en samen toewerken naar standaardisatie van onze processen.’ ‘Naast klantgemak heeft deze manier van ketensamenwerking nog veel meer voordelen. Door het digitaal delen van informatie via het Digitaal Samenwerkingsplatform verkleinen we de foutkans, doen we ons werk sneller, plannen we onze mensen en middelen efficiënter in en controleren we elkaars werk beter’, zegt De Graaf. ‘Dat vergt een gezamenlijke investering, maar uiteindelijk profiteert de hele keten daarvan.’ (Meer over dit zogenaamde DSP op pagina 26 van dit magazine, red.) DATAGEDREVEN NETBEHEER

Digitalisering helpt Alliander ook bij een ander strategisch speerpunt: datagedreven netbeheer. ‘Slimme meters en andere sensoren die gebruik en belasting van het elektriciteitsnet monitoren, leveren ons een schat aan informatie op. Met die gegevens, die digitaal en geanonimiseerd worden opgeslagen, zijn we er snel bij om storingen op te lossen. Door de data te analyseren ontdekken we ook patronen, vergelijkbare gebeurtenissen die voorafgaand aan een storing optreden. Met die informatie kunnen we preventief ingrijpen en een storing voorkomen. Ook op deze manier draagt digitalisering bij aan ons streven om ons werk elke dag een stukje beter te doen.’

18

SPECIAL a.hak magazine


‘Digita­ lisering schept mogelijk­ heden en verwach­ tingen’ SANNE DE GRAAF Alliander

Sanne de Graaf is Manager Aansluitingen Oost en Noord Nederland bij Alliander. Als netwerkbedrijf is Alliander verantwoordelijk voor de distributie van energie, zoals elektriciteit, (bio)gas en warmte.

a.hak magazine

SPECIAL

19


TEKST Hannah Jansen FOTOGRAFIE Maarten van der Voorde

‘Projecten verlopen zoveel beter wanneer de contacten met de omgeving goed zijn’, zegt Ilkel Taner, omgevingsmanager bij Rijkswaterstaat. ‘Maar alleen wanneer organisaties het echt serieus nemen en werk maken van de professionalisering van de rol van omgevingsmanager.’

Omgevingsmanagement

N

a haar opleiding HTS Weg- en Waterbouw en werkervaring bij het Havenbedrijf Rotterdam, begon Ilkel Taner in 2000 bij Rijkswaterstaat. In 2006 koos ze heel bewust voor een functie als omgevingsmanager. ‘Rijkswaterstaat had toen Integraal Projectmanagement (IPM) ingevoerd, waarbij projecten worden geleid door een integraal team bestaande uit een projectmanager, manager projectbeheersing, technisch manager, contractmanager en een omgevingsmanager. Van die laatste rol werd ik meteen enthousiast door de wisselwerking tussen techniek en klant.’

MONDIGE SAMENLEVING

IPM werd mede ingevoerd omdat Rijkswaterstaat werd gezien als een staat in een staat die weinig transparant opereerde. Projectmanagers hadden te veel macht en budgetten werden regelmatig overschreden. ‘Omgevingsmanagers betrekken de belanghebbenden bij onze projecten. De functie past tegenwoordig misschien nog wel beter bij de tijdgeest dan in 2006’, zegt Taner. ‘RWS voert steeds complexere projecten uit, terwijl de omgeving steeds mondiger wordt. De samenleving zou het niet meer accepteren als we de omgeving niet zouden betrekken.’ ‘In het begin waren we zo’n beetje het afvoerputje van de projectorganisatie. De taken die bij anderen bleven liggen, kwamen op ons bordje terecht. Dat veranderde toen duidelijk werd dat omgevingsmanagement echt iets opleverde. Nu is de omgevingsmanager een volwaardig lid van het projectmanagementteam met externe en interne communicatie in het takenpakket, naast vergunningstrajecten op het gebied van grondwerk, kabels en leidingen en milieu, verkeers- en mobiliteitsmanagement. Projecten verlopen zoveel beter bij goede contacten met de omgeving en de faalkosten nemen aanzienlijk af, onder andere omdat er minder wordt geprocedeerd.’ PROFESSIONALISERING

Hoe succesvol een omgevingsmanager ook is, weerstand blijft er altijd. ‘En dat is ook logisch bij projecten die ingrijpend zijn voor de leefomgeving en de mobiliteit van mensen’, vindt Ilkel. ‘Maar het helpt altijd wanneer je de bezwaren van de omgeving serieus neemt. Je inleven in hun situatie en ook inhoudelijk terugkoppelen wanneer je iets niet kunt oplossen.’ Omgevingsmanagement serieus nemen is meteen ook Ilkels belangrijkste advies voor bedrijven die betrokken zijn bij de projecten van Rijkswaterstaat. ‘Je komt er niet door even een briefje in de bus te doen bij omwonenden. De hele organisatie moet doordrongen zijn van het belang van omgevingsmanagement. Omgevingsmanager moet ook geen functie zijn die iemand erbij doet. Directies moeten werk maken van de professionalisering van de functie binnen hun bedrijf. Al is het maar omdat omgevingsmanagent meer en meer wordt meegenomen in de kwalitatieve selectiecriteria van aanbestdingen.’ DE VOLGENDE STAP

Rijkwaterstaat zet inmiddels de volgende stap: van projectgerelateerd naar gebiedsgericht en strategisch omgevingsmanagement. ‘We gaan daarbij steeds meer partnerschappen aan met stakeholders. De uitdaging is om daarbij steeds naar een gezamenlijk belang te zoeken en dat ook langere tijd vast te houden.’

20

SPECIAL a.hak magazine


‘Je komt er niet door even een ­briefje in de bus te doen’ ILKEL TANER Rijkswaterstaat

Ilkel Taner begon in 2000 bij Rijkswaterstaat, na een opleiding HTS Weg- en Waterbouw en een dienstverband bij het havenbedrijf Rotterdam. Sinds 2006 is ze omgevingsmanager. Recent speelde ze in die functie een belangrijke rol bij de renovatie van de Velsertunnel.

a.hak magazine

SPECIAL

21


Krachtenbundeling in Albanië Als key partner van Spiecapag draagt A.Hak bij aan de aanleg van een 215 km lange gastransportleiding in Albanië. De leiding maakt deel uit van de Trans Adriatic Pipeline (TAP). Het werk in de bergachtige omgeving verloopt voorspoedig. Meer dan 85 km van de leiding is al aangelegd. Ruim een jaar geleden maakten we melding van de betrokkenheid van A.Hak bij de bouw van de Trans Adriatische Pijpleiding (TAP). Deze gastransportleiding begint bij de grens tussen Griekenland en Turkije, waar hij aansluit bij de Trans Anatolische Pijpleiding (TANAP). Van daaruit gaat het naar de kust van Albanië en vervolgens naar de Adriatische kust in Italië via een offshore pijpleiding. SNEL EN VEILIG

Samen met Spiecapag bouwt A.Hak International het Albanese segment van de 48” leiding. Dit deel van de Trans Adriatische Pijpleiding is 215 km lang, ongeveer een kwart van de totale lengte van 878 km. Gemeten in kilometers is het grootste Internationale project dat momenteel wordt uitgevoerd door A.Hak International. Het werk gaat goed. Na een jaar van constructiewerkzaamheden aan dit megaproject heeft de TAP-organisatie bekendgemaakt dat 22% van de leidingen in Griekenland en Albanië aangelegd zijn. In Albanië is dat percentage nog hoger: 85 van de 215 km is aangelegd, inclusief twee horizontaal gestuurde boringen. TAP laat verder weten dat het aantal incidenten met

22

OLIE & GAS a.hak magazine

tijdverlies tot gevolg (LTI’s) ver onder de internationale norm ligt. SPRINGSTOF EN KABELBANEN

Spiecapag en A.Hak zijn trots op deze veiligheidsstatistieken. De twee bedrijven vullen elkaar aan en werken al jaren in Frankrijk voor opdrachtgever GRTgaz. Hun gedeelde ervaring speelde een belangrijke rol bij de beslissing om ook in Albanië samen te werken. Daarnaast heeft A.Hak al een trackrecord in dit land. We hebben olieleidingen aangelegd in Fier en het drinkwaternetwerk van de stad Vlorë gerenoveerd. Werk aan de TAP-pijpleiding is niet zonder uitdagingen. De route doorkruist een groot aantal rivieren en gaat door bergachtig terrein met steile hellingen met een stijgingspercentage tot 30%. Later in het project zullen daarom kabelkranen worden gebruikt om de leidingdelen naar hogere hoogten te vervoeren. Omdat de ondergrond op veel plaatsen rotsachtig is, zal daarbij springstof gebruikt worden. INFRASTRUCTURELE VERBETERINGEN

De Albanese infrastructuur is niet altijd geschikt voor het transporteren van leidingdelen en zwaar materieel. Voorafgaand aan het werk heeft de klant al veel wegen verbeterd en bruggen versterkt of herbouwd. Tijdens het werk maken Spiecapag en A.Hak nog eens 120 km aan toegangsroutes geschikt voor vervoer. De lokale bevolking profiteert uiteindelijk ook van deze inspanningen. De aanleg van de leiding zal naar verwachting eind 2018 worden afgerond.


Met de introductie van Voorwaartse Integratie Aannemers (VIA) verandert de manier waarop projecten voor Gasunie worden uitgevoerd. Margret Sneek is vanaf 1 april 2017 in dienst om als implementatiemanager de overgang naar de nieuwe werkwijze te begeleiden. Niet vanaf de zijlijn in een aparte afdeling, maar midden tussen de samenwerkende disciplines.

TEKST Richard van Santen FOTOGRAFIE Maarten van der Voorde

M VIA-IMPLEMENTATIEMANAGER MARGRET SNEEK

‘We bouwen bruggen’

argret Sneek kent A.Hak al veel langer. Als projectleider, eerst bij Nacap, later bij Koop Bronbemaling, kwam de HTS’er Gas- en Petroleumtechniek A.Hak Leidingbouw vaak tegen. Onder andere bij de aanleg van de transportleiding Beverwijk-Wijngaarden voor Gasunie. Haar kennis en ervaring op het gebied van bronbemaling, het beheersen van overtollig grondwater bij constructiewerk, ziet ze als een logische voorbereiding op haar huidige rol. ‘Om bronbemaling goed te plannen en te coördineren, wordt er van je verwacht dat je alle andere werksoorten en hun samenhang kent. Vooral bij het complexe project Beverwijk-Wijngaarden was dat overduidelijk. Vanuit de verantwoordelijkheid voor bronbemaling zoek je continu naar samenwerking en afstemming met alle andere disciplines in de hele projectketen.’

MEER VERANTWOORDELIJKHEID

De grootste verandering die VIA brengt in de samenwerking tussen Gasunie en haar aannemers is dat de aannemer verantwoordelijk is voor het omgevingsmanagement (vooral op het gebied van vergunningen), het detailontwerp én de feitelijke uitvoering van de constructiewerkzaamheden. De aannemer kan daardoor beter voorbereiden en plannen, terwijl Gasunie profiteert omdat het gehele werk in één hand bij de opdrachtnemer ligt. De overgang naar deze nieuwe werkwijze is een leerproces voor zowel opdrachtgever als opdrachtnemer. De aannemers die door Gasunie zijn geselecteerd voor een raamcontract coördineren dat proces met een VIA-team en een implementatiemanager.

a.hak magazine

OLIE & GAS

23


VERLEGGEN VAN LEIDINGEN LANGS DE RIJNLANDROUTE

Eén van de projecten die volgens de VIA-werkwijze wordt aangepakt, is het verleggen van gasleidingen langs de Rijnlandroute. De Rijnlandroute is een nieuwe weg van Katwijk - via de A44 - naar de A4 bij Leiden. De weg lost huidige knelpunten op en draagt bij aan een betere doorstroming in de regio Holland Rijnland, met name rondom Leiden en Katwijk. Zoals vaak het geval is, heeft deze aanpassing aan de bovengrondse infrastructuur gevolgen voor de infrastructuur onder de grond. Dat ‘bruggen bouwen’ niet alleen beeldspraak is voor een goede samenwerking tussen interne en externe partijen, blijkt uit de foto. De uitvoering van het project vraagt ook om stevige, tijdelijke infrastructuur die hier wordt aangelegd.

24

OLIE & GAS a.hak magazine


‘Je moet dat VIA-team zien als een projectteam en niet als een aparte afdeling’, zegt Sneek. ‘De invoering van VIA heeft alle kenmerken van een project: er is een aanloopperiode, een piek en straks ook een einde. Op 1 januari 2019 moet de werkwijze staan.’ Om de grotere verantwoordelijkheid van de aannemer beheersbaar en controleerbaar te houden, spelen procedures en kwaliteitssystemen een grote rol. In de aanloopfase van de invoering van VIA wordt daarom veel aandacht besteed aan de kwaliteit van die systemen en hun onderlinge samenhang. MASTERPLAN EN PROJECTPLAN

‘Binnen A.Hak Leidingbouw krijgt de organisatie van calculatie tot operatie maar ook van KAM tot HRM te maken met de nieuwe werkwijze’, vervolgt Sneek. ‘De VIA-werkwijze vraagt om mensen die goed kunnen communiceren en samenwerken met andere disciplines, binnen en buiten het eigen bedrijf. HRM selecteert dus bij de werving van medewerkers ook op andere competenties. Dat werkt vervolgens door in de manier waarop je naar functioneringsgesprekken en loopbaanplanning kijkt.’ Als de algemene kwaliteitssystemen op orde zijn, is de volgende stap om de procedures soepel op elkaar af te stemmen. ‘We bouwen zowel intern als extern bruggen. Met de opdrachtgever, de omgeving, leveranciers en onderaannemers. Het VIA-team biedt daarbij ondersteuning, maar we maken ook nadrukkelijk gebruik van de aanwezige kennis en deskundigheid binnen de bestaande organisatie. We werken vanuit een Masterplan, een blauwdruk voor de ideale werkwijze, en passen dat steeds toe op een specifiek werk. Door het projectplan en het Masterplan steeds naast elkaar te blijven leggen, worden niet alleen de projectplannen beter, maar kunnen we ook ons Masterplan steeds verder bijschaven.’ EERDERE ERVARING

VIA is een nieuwe werkwijze, maar A.Hak begint niet bij nul met geïntegreerd samenwerken. ‘Persoonlijk zie ik veel overeenkomsten met de

werkwijze bij de aanleg van de transportleiding Beverwijk-Wijngaarden. Vooral voor het deel waar ik als projectleider bij betrokken was: de bronbemaling. Omdat de bodemgesteldheid en de grondwatercondities bij dit project zo complex waren, hebben we met alle betrokken partijen de koppen bij elkaar gestoken in een geïntegreerd waterteam. Zo konden we met inbreng van alle disciplines de planning perfect afstemmen.’ ACTUELE VIA-PROJECTEN

Actuele projecten waaraan wordt gewerkt volgens de VIA-werkwijze zijn onder andere AartswoudHeerhugowaard en het verleggen van leidingen langs de Rijnlandroute in Zuid-Holland. ‘Op projectniveau zie je dat de werken allemaal net een ander “VIA-smaakje” hebben. We streven naar een uniforme werkwijze, maar merken dat specifieke omstandigheden soms om specifieke oplossingen vragen. In bredere zin zien we dat het bruggen bouwen door regelmatige overleggen en “VIA-terugkomdagen” goed van de grond komt. Tussen het VIA-supportteam en de projectteams, tussen de projectteams die aan VIA-projecten werken en tussen de verschillende afdelingen die daaraan een bijdrage leveren, zoals bijvoorbeeld de werkvoorbereiding en uitvoering. Alle bevindingen worden meegenomen als input voor het Masterplan. Signaleren we thema’s waar men vaker tegenaan loopt, dan organiseren we workshops voor deelnemers uit verschillende disciplines.’ WE DOEN ER ONS VOORDEEL MEE

De introductie van VIA vraagt veel inzet, maar levert ook veel op. Niet alleen voor de samenwerking met Gasunie. ‘We doen er ook in bredere zin ons voordeel mee’, vindt Sneek, ‘doordat we vanuit projectervaringen ook de algemene werkwijze van A.Hak Leidingbouw verbeteren. En omdat A.Hak breder is dan alleen Leidingbouw – ook A.Hak Industrie voert bijvoorbeeld projecten uit voor Gasunie – kijken we ook nog eens over de verschillende bedrijven in de groep heen.’

Margret Sneek: ‘We bouwen bruggen. Intern, maar ook met de opdrachtgever, de omgeving, leveranciers en onderaannemers.’

a.hak magazine

OLIE & GAS

25


Op elk gewenst moment en op elke locatie beschikken over de juiste informatie is een voorwaarde voor succes. De afdeling ICT en Informatiemanagement (ICT/IM) draagt daaraan bij met moderne, goed beveiligde systemen. A.Hak kan daardoor ook goed schakelen met externe partijen, zoals blijkt bij de ontwikkeling van het Digitaal Samenwerkingsplatform van de landelijke netbeheerders. TEKST Richard van Santen FOTOGRAFIE Maarten van der Voorde

DIGITAAL SAMENWERKINGSPLATFORM

‘ICT tot aan de voordeur’ S

inds zijn aantreden als manager van de corporate ICT/ IM afdeling in 2012 heeft Catrinus van der Leest gewerkt aan de modernisering van de ICT-systemen van A.Hak. ‘Onze strategie is erop gericht om met zo min mogelijk softwarepakketten zo goed mogelijk te voorzien in de informatiebehoefte van de medewerkers van A.Hak’, legt hij uit. ‘Daarbij gaan we uit van een vooraf vastgelegde basisarchitectuur die ons helpt het overzicht te bewaren en wildgroei van overlappende en overbodige systemen te voorkomen. Dat werkt niet alleen kostenbesparend, maar maakt het ook eenvoudiger om pakketten en systemen op elkaar aan te sluiten en met elkaar te laten communiceren.’

ISO 27001 GECERTIFICEERD

Bij een bedrijf met vestigingen in binnen- en buitenland, gaat die communicatie vaak via het internet. Beveiliging van gevoelige gegevens is daarbij een eerste vereiste. ‘Dat zit wel goed’, vertelt projectmanager en procesconsultant Arjan Ribberink. ‘Onze informatiebeveiliging voldoet over de volle breedte aan strenge eisen. Sinds vorig jaar kunnen we dat ook aantonen met een ISO 27001 certificering. Iets om trots op te zijn als afdeling, maar ook prettig voor opdrachtgevers. Zij kunnen erop vertrouwen dat we onze bedrijfsprocessen en de bijbehorende ICT-omgeving op orde hebben. Onze keuze voor een samenhangend geheel van moderne systemen, die zowel binnen onze bedrijvengroep als daarbuiten eenvoudig zijn te koppelen, vergemakkelijkt bovendien de samenwerking met externe partijen.’

26

ICT a.hak magazine


DIGITAAL SAMENWERKEN

Een goed voorbeeld daarvan is de ontwikkeling van het Digitaal Samenwerkingsplatform (DSP). Dit platform moet de standaard worden voor Nederlandse netbeheerders. Het zal het proces rondom het verzorgen van huisaansluitingen voor gas, water, elektriciteit en communicatie zo efficiënt en transparant mogelijk maken. Voordelig voor de consument, die straks veel sneller een huisaansluiting regelt en de voortgang online kan volgen, maar ook voor alle betrokken partners in de keten: van gemeente, bouwbedrijven, netbeheerders en bedrijven als A.Hak die de aansluiting maken. Door beter samen te werken via DSP

kunnen zij meer kwaliteit leveren tegen lagere kosten. ‘DSP is geen platform waar de ketenpartners zelf hun informatie moeten ophalen, maar een oplossing die ervoor zorgt dat hun ICT-systemen rechtstreeks met elkaar kunnen communiceren’, vertelt Ribberink. ‘De processen die doorlopen moeten worden om een aansluiting te realiseren, zijn van aanvraag tot oplevering gestandaardiseerd. De partners wisselen in DSP informatie uit via een groot aantal berichten. Onze opdrachtgever Alliander is één van de netbeheerders die vooroploopt bij de ontwikkeling van DSP. Samen met hen heeft onze afdeling een flinke bijdrage kunnen leveren aan het standaardiseren van die DSP-berichten.’ ICT TOT AAN DE VOORDEUR

Digitale uitwisseling van gegevens draagt eraan bij dat projectteams altijd en overal over de juiste informatie beschikken.

Dat klinkt abstract, maar wordt al snel concreter met een paar voorbeelden. ‘Netbeheerders verstrekken opdrachten via een opdrachtbericht. De uitvoerder verzorgt een planningsbericht en na afronding van het werk volgt een gereedbericht’, legt Ribberink uit. ‘Voorheen werd die informatie schriftelijk uitgewisseld en zat er aan beide kanten van de lijn een afdeling die voor verdere verspreiding moest zorgen. Nu landen de berichten uit DSP bij ons netjes in een cloud-omgeving die die de informatie verder distribueert naar onderliggende systemen zoals ons ERP-systeem waar de planning van mensen en materialen wordt geregeld.’

‘ DSP is een ontwikkeling waar je beslist bij wilt zijn’ ‘Misschien nog mooier is het feit dat de informatie ook naar de tablet van de monteur gaat’, vult Van der Leest aan. ‘Hij heeft dus gedetailleerde opdrachtinformatie bij zich wanneer hij aanbelt bij de eindklant. Als hij klaar is kan hij op de tablet precies aangeven wat hij heeft gedaan, foto’s maken en de opdracht afmelden. Het proces is hierdoor sneller, klantvriendelijker en minder foutgevoelig. DSP brengt de digitalisering tot aan de voordeur van de klant.’ ‘HIER WIL JE BIJ ZIJN’

Van der Leest is trots op de rol die zijn afdeling heeft kunnen spelen bij de totstandkoming van DSP. ‘Is je software verouderd dan wordt het al gauw ingewikkeld om alles aan elkaar te knopen. Door tijdig een strategie voor de langere termijn uit te stippelen, beschikten wij op het juiste moment over moderne systemen die eenvoudig te koppelen zijn aan zo’n platform. Aangezien DSP de landelijke standaard wordt, is dit een ontwikkeling waar je als aannemer beslist bij wilt zijn. Doe je niet mee dan kun je zomaar de boot missen.’

a.hak magazine

ICT

27


TBM Humberproject geleverd

Nieuwe eigenaar voor Kaal Masten

In een joint venture met Skanska en PORR Bau GmbH werkt A.Hak aan een nieuwe 42" hogedruk gasleiding in een tunnel onder de rivier de Humber aan de Engelse Oostkust. Met een lengte van vijf kilometer de langste gasleiding in een tunnel ter wereld die in één streng wordt aangelegd.

Op donderdag 6 juli heeft VDL Groep de aandelen van Kaal Masten overgenomen van A.Hak. Eén van de uitgangspunten voor de nieuwe strategie van A.Hak is een sterkere focus op de kernactiviteiten.

Het project is van groot belang voor opdrachtgever National Grid: jaarlijks gaat circa twintig procent van het nationale gasvolume door de leiding. Aan de hand van grondonderzoek en engineeringswerkzaamheden is precies bepaald welke specificaties de tunnelelementen en de tunnelboormachine (TBM) moeten hebben om de juiste bestelling te plaatsen. In dit EPC-contract zijn we namelijk verantwoordelijk voor de E van engineering en de C van constructie, maar ook voor de P van procurement: het aankopen van onderdelen en materialen. De TBM is besteld bij het Duitse Herrenknecht en stond bij het maken van dit magazine klaar voor transport. De foto hierboven is gemaakt tijdens de laatste tests in Duitsland, de zogenaamde factory acceptance test (FAT). Op de projectlocatie verharden we het terrein en wordt de startschacht gebouwd waar de tunnelbouw begint. Na de zomer begint het boren en zetten we de volgende stap om begin 2020 de tunnel met pijpleiding en alle bijbehorende documentatie over te dragen aan National Grid.

28

KORTE BERICHTEN a.hak magazine

Die focus ligt bij ondergrondse infrastructuur en de activiteiten van Kaal masten passen daar niet meer bij. VDL Groep, het internationaal opererende familiebedrijf met bijna 15.000 medewerkers, wil haar positie op het gebied van mastenbouw juist versterken. VDL is een industriële onderneming, die zich naast de productie van bussen en de assemblage van personenauto’s ook richt op de ontwikkeling, productie en verkoop van halffabricaten en gespecialiseerd is in metaal- en kunststofverwerking. De arbeidscontracten van alle medewerkers van Kaal Masten maken deel uit van de overname. ‘Kaal Masten is een mooie aanvulling op het portfolio van VDL Groep’, stelt president-directeur Willem van der Leegte van VDL Groep. ‘We voorzien synergievoordelen met andere VDL-bedrijven. Bijvoorbeeld met VDL KTI in Mol (België) dat onder meer zwaardere masten produceert voor de olie-, gas- en petrochemische industrie.’ Ook Iain Light, CEO van A.Hak is tevreden over de overname. ‘Kaal Masten is een mooi bedrijf dat duurzame en hoogwaardige producten levert. Met VDL Groep hebben we een partij gevonden die wil investeren in de verdere groei en ontwikkeling van het bedrijf.’


Egon Teunissen (A.Hak Infranet) met ‘zijn’ studenten

Beter inzetbaar met heldere werkprocessen Bij A.Hak Infranet in Doetinchem is een onderzoek naar werkprocessen en functies uitgevoerd. De resultaten zullen straks onder andere bijdragen aan een beter inzicht in re-integratieplekken. Ziekteverzuim is voor alle betrokkenen een lastig probleem. Voor de werknemer die vanwege gezond­ heidsklachten zijn of haar werk niet kan uitvoeren, maar ook voor de werkgever die de werknemer moet missen en de verzuimkosten soms flink ziet oplopen. Een voorspoedige re-integratie, waarbij een herstellende werknemer werk kan uitvoeren dat past bij zijn of haar inzetbaarheid, is een belangrijke stap op weg naar terugkeer in de eigen functie. Of, wanneer dat niet mogelijk is, naar een passende vervangende functie. In een grote organisatie als A.Hak is er op dit vlak sprake van vraag en aanbod. Terwijl het ene bedrijf zoekt naar een re-integratieplek voor een herstellende medewerker,

is het andere team op zoek naar (tijdelijke) versterking. A.Hak@work wil die vraag en dat aanbod bij elkaar brengen. Kennis van de werkprocessen is daarvoor een vereiste. Kan de uitvoerder van het ene A.Hak-bedrijf bijvoorbeeld re-integreren door een aantal uren per week bij te springen bij een uitvoerder van een zusterbedrijf? Of verschilt de invulling van die functie te veel per bedrijf? Een aantal studenten van de HAN Hogeschool heeft bij A.Hak Infranet in Doetinchem een pilot-onderzoek gedaan om werkprocessen in kaart te brengen. In het voorbeeld: wat doet een uitvoerder in Doetinchem en hoe verhoudt zich dat tot de functies van de mensen waarmee hij samenwerkt. Het overzicht dat hierdoor ontstaat, helpt niet alleen bij het onderbrengen van re-integrerende werknemers, maar ook om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt op de juiste functies te laten instromen.

a.hak magazine

KORTE BERICHTEN

29


De gemeente Doetinchem legt een nieuwe fietstunnel aan onder de Europaweg. Ook wordt de weg in de nabije toekomst verbreed. Daardoor is een reconstructie van verschillende ondergrondse kabels en leidingen nodig. Aangezien de grond ter plekke vervuild is, vraagt dat om een combi-aannemer met de juiste certificering. FOTOGRAFIE Maarten van der Voorde

VERONTREINIGDE GROND STELT EXTRA VEILIGHEIDSEISEN

Reconstructie van kabels en leidingen

30

GAS, WATER, ELEKTRICITEIT a.hak magazine


V

oor de tunnel onder de Europaweg kan worden aangelegd moet er een reconstructie plaatsvinden van transport- en distributieleidingen voor drinkwater van Vitens, midden- en laagspanningskabels die beheerd worden door Liander en telecomkabels van Ziggo, KPN en Eurofiber. A.Hak Infranet kan zowel met het kabel- als het leidingwerk uitstekend uit de voeten en voert deze reconstructiewerkzaamheden daarom gecombineerd uit in één project.

BRL 7000-CERTIFICAAT

‘Daarnaast hebben we bij dit project ook onze kennis op het gebied van omgaan met verontreinigde grond nodig’, zegt Dennis de Bruin, hoofduitvoerder bij A.Hak Infranet in de regio Oost-Nederland. ‘Onze opdrachtgever heeft vooraf bodemonderzoek gedaan en daaruit bleek dat er te veel arseen in de bodem zit. Deze stof komt hier van nature voor en wordt dus niet gesaneerd, maar een aannemer die hier werkt, moet wel beschikken over kennis van werken in verontreinigde grond. Dat wij die kennis in huis hebben, kunnen we aantonen met ons BRL 7000-certificaat.’ De scherpere eisen maken het werk en het Veiligheids- & Gezondheidsplan wel wat complexer. De Bruin noemt wat voorbeelden: ‘Iedereen die zich in de verontreinigde zone begeeft, moet een medische keuring hebben ondergaan. Een deskundig leidinggevend persoon moet tijdens het werk

‘ Ons BRL-7000 certificaat biedt de juiste garanties voor dit project’ continu op de projectlocatie aanwezig zijn om een logboek bij te houden en erop toe te zien dat alle maatregelen in het Veiligheids- & Gezondheidsplan correct worden uitgevoerd. Onze voorman Dick Gesink vervult deze rol.’ DECONTAMINATIE-UNIT

Op de projectlocatie staat een decontaminatieunit. Iedereen die de verontreinigde zone betreedt of verlaat, doet dat via deze unit waar medewerkers zich kunnen wassen en verkleden. Verder is de werklocatie in zijn geheel afgebakend met hekwerken en wordt alle ontgraven grond afgedekt met folie om verspreiding van de schadelijke stof te voorkomen.

Combiprojecten zijn ook zonder verontreinigde grond vrij complex, omdat er veel verschillende partijen bij betrokken zijn die informatie moeten uitwisselen. ‘In dit geval gaat het om de gemeente, REEF Infra dat de tunnel gaat aanleggen en de verschillende nutsbedrijven’, zegt de hoofduitvoerder. ‘De informatie wordt allemaal digitaal uitgewisseld. Ongeveer acht weken voor aanvang van het werk hebben alle combipartijen werktekeningen aangeleverd waarop A.Hak de doorlooptijd en voorcalculaties baseert. Na wederzijdse toetsing en akkoord krijgt A.Hak de digitale opdrachtmappen aangeleverd. De werkvoorbereider van A.Hak heeft alle gegevens bij elkaar gevoegd en een uitvoeringsmap gemaakt die tijdens het project in te zien en te bewerken is. Voordat het project in uitvoering gaat worden alle gegevens doorgesproken met de uitvoerder, in dit geval Sjoerd Plagman.’ Om de werkzaamheden op een juiste wijze te kunnen uitvoeren, maar ook het verkeer niet in de weg te zitten, heeft REEF Infra een bypass in de rijbaan aangelegd. Voor het kruisen van een aantal obstakels maken zowel een horizontaal gestuurde boring als raketpersingen deel uit van het werk. Wanneer alle nieuwe tracés zijn aangelegd en doorverbonden, ruimt A.Hak Infranet de oude kabels en leidingen op.

a.hak magazine

GAS, WATER, ELEKTRICITEIT

31


‘Het is een eer en een grote verantwoordelijkheid om A.Hak te mogen leiden’ ZEGT DE NIEUWE CEO

LEIDEN, MEI 2017

Verleggen gasledingen Rijnlandroute voor Gasunie

‘Onder leiding van de familie Van Geenhuizen is A.Hak uitgegroeid tot een gerenommeerd bedrijf. Ik vind het een eer en een grote verantwoordelijkheid dat zij mij de leiding over het bedrijf toevertrouwen. A.Hak is een sterk merk dat respect afdwingt in de markten die het bedient. Met dat fundament als uitgangspunt zie ik ernaar uit om leiding te geven aan de verdere ontwikkeling van de organisatie. Het toekomstbeeld dat ik daarbij voor ogen heb, is een robuust bedrijf dat zich beter weet aan te passen aan veranderende marktomstandigheden.’ ‘In mijn eerste maand als CEO heb ik in strategische workshops met managers en medewerkers van de A.Hak-bedrijven mijn eerste bevindingen gedeeld en hun input mogen ontvangen. Ik zie ernaar uit om meteen na de vakantie met hen verder te werken aan de plannen voor 2018 en de jaren daarna.’

Iain Light CEO A.HAK

Het volledige artikel staat op pagina 9 van dit magazine.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.