Jeroen #8

Page 1

THEAT ER MAGA Z I N E

JAARGANG 5 NUMMER 1 JANUARI 2019

SMITS CHRISTOPHE EELCO

AUSSEMS

SARAH VAN MARCKE ERIC SLEICHIM STEFANO

BOLLANI

CONNY JANSSEN MAMI

IZUMI

LUC COOREVITS

Melanie De Biasio Z WO EL EN B E T RO KKEN


Het Parktheater in Eindhoven biedt jaarlijks een internationaal theaterprogramma met vierhonderd voorstellingen in de genres toneel, muziek, dans, cabaret en familie. In het gebouw, gelegen naast het Stadswandelpark, bevinden zich drie theaterzalen, een gezellig theatercafé en een restaurant.

De Warande is een proviciaal cultuurhuis in Turnhout met een breed programma van theater, muziek, dans, expo, familievoorstellingen, circus... Naast Belgisch talent staan er door de unieke infrastructuur ook bekende internationale artiesten op het programma. In de grote Expozaal kan je daarbovenop boeiende tentoonstellingen ontdekken.

Als open huis voor woord, muziek, dans en beeld kiest CCHA voor kunst als een dynamische ontmoetingsruimte tussen artiest(en) en publiek(en), houden we een vinger aan de maatschappelijke pols, ondersteunen we kunstenaars, verwelkomen we iedereen, in het bijzonder de jonge bezoeker, en bouwen we samen met (boven)regionale partners aan een brede stedelijke culturele context.

VIA ZUID VIA ZUID, talentontwikkeling in de podiumkunsten, in en vanuit Limburg. VIA ZUID steunt beloftevol talent op weg naar de professionele beroepspraktijk en ontwikkelt samen met hen bijzondere voorstellingen en unieke projecten. Dat is een avontuur dat alleen slaagt in samenwerking met publiek én tal van partners. In gezamenlijkheid komen zo verrassende, vaak multidisciplinaire presentaties tot stand. Volg de nieuwe makers vanaf het prille begin!

2

THEATERMAGAZINE JEROEN

Toneelgroep Maastricht is één van de grote nationale toneelgezelschappen en het stadsgezelschap van Maastricht. Artistiek leiders Servé Hermans en Michel Sluysmans verankeren het gezelschap in het Limburgse land en richten van daaruit hun blik op de wereld. Een liefdevolle blik die zich vertaalt in verrassende en muzikale voorstellingen, altijd vanuit een positief mensbeeld. JANUARI 2019

De philharmonie zuidnederland is een waardevol en flexibel symfonieorkest in de regio Zuid-Nederland en daarbuiten. Het orkest voert het volledige symfonische repertoire uit en maakt zich sterk voor innovatie met vernieuwende cross-over programma’s én door de verbinding met het bedrijfsleven te zoeken. Ook educatie vormt een wezenlijk onderdeel van het orkest. Kinderen van alle leeftijdsgroepen kunnen van dichtbij kennismaken met de kracht en magie van muziek

Het nieuwstedelijk is het stadstheater van Hasselt, Genk en Leuven. Met theater, muziek, tekst audio en debat vertellen huismakers Stijn Devillé, Christophe Aussems, Adriaan Van Aken, Sara Vertongen en Els Theunis verhalen over het leven hier en nu. Het nieuwstedelijk heeft eigen theaterzalen in OPEK in Leuven en sinds begin 2018 met De Nieuwe Zaal ook in Hasselt. Het volledige programma is ook in C-mine cultuurcentrum Genk te zien en op tournee.

Piet Menu heeft sinds september 2015 de artistieke leiding over Het Zuidelijk Toneel. Samen met een diverse groep theatermakers uit Nederland en Vlaanderen bouwt hij aan een open en veelkleurig theaterhuis. Ieder brengt een eigen vorm en beeldtaal in, maar wat HZT en deze makers bindt is engagement en empathie, interesse in de blik van de ander.

De voormalige mijngebouwen in Winsterslag zijn getransformeerd naar een creatieve hotspot. In C-mine cultuurcentrum kan je een volledig jaar genieten van concerten, expo’s, theater, dans, literatuur, vorming, festivals en veel meer. Splinternieuwe zalen, een exporuimte, vergaderzalen en een gezellige brasserie, de ideale plek voor een avondje uit.

Bodosz levert maatwerk in communicatie. Op basis van meer dan 25 jaar expertise en persoonlijke netwerken staat Bodosz garant voor maatwerk op het gebied van conceptvorming, communicatieadviezen, projectmanagement en journalistieke producties.

Opera Zuid verlegt al meer dan vijfentwintig jaar de bakens met gepassioneerd en authentiek operatheater. Door de bewuste selectie van nationale en internationale topsolisten en dirigenten, ragfijne artistieke omkadering en een doorgedreven dramaturgie zet Opera Zuid telkens in op een kwalitatief hoogstaand resultaat.


Redactioneel

STRUCTUREN

D

e Amsterdamse School voor de Hoge Kunsten startte dit najaar met een master die studenten opleidt tot creatief producent. Dat is mooi. Ze dienen daarbij ‘in staat te zijn om voorbij bestaande structuren te denken en het kunstenveld van de toekomst vorm te geven’. Bij dit soort teksten moet ik altijd aan wijlen politicus Jan Schaefer denken. (“In gelul kun je niet wonen’’, “Is dit beleid of is hierover nagedacht?”). De studenten zullen ongetwijfeld een mooie master krijgen en wie weet nog de holle frase ontmaskeren waarmee ze naar Amsterdam zijn gelokt. Ook deze Jeroen (jaargang vijf alweer) is een grote manifestatie van kunstenaars en producenten die ‘buiten de bestaande structuren’ denken en scheppen. Sterker nog, dit blad zou er überhaupt niet zijn als dat anders was. Neemt niet weg dat er – op een ander niveau - veel zorgen zijn over het onderwijs als aanjager voor de kunsten. Het aantal kinderen dat in aanraking komt met een muziekinstrument is enorm afgenomen. Terwijl onderzoeken het belang ervan aantonen en de prachtige initiatieven die het tij willen keren ten spijt. Gelukkig, maar vreemd genoeg is dat in België helemaal niet aan de orde. Paul van der Steen, verslaggever en grensbewoner, gaat in deze Jeroen op onderzoek uit. Wat blijkt, de Belgen denken heel anders over buitenschools muziekonderwijs dan de Nederlanders. Het wordt gezien als een volwaardig onderdeel van het onderwijssysteem. Sterker nog, het geld komt van het ministerie van Onderwijs en niet van het ministerie van Cultuur. De leerkrachten zijn ambtenaren met een rechtspositie, in Nederland gaat het steeds vaker om zzp’ers. Als er ergens buiten de bestaande structuren gedacht moet worden dan lijkt me het Binnenhof een prima plek om te starten. In de column die hij exclusief voor Jeroen schreef laat acteur Eelco Smits (die afgelopen jaar de Paul Steenbergenpenning kreeg) zien hoe belangrijk het voor hem was om hulp te krijgen om zijn droom waar te maken. Als jongeman vroeg hij zich af hoe hij in godsnaam van het podium van het Goirles Volkstoneel op dat van de schouwburg in Tilburg terecht moest komen. Heel simpel: iemand moest hem vertellen dat er toneelscholen zijn. En dan nog. Dan kom je van een toneelopleiding of een dansopleiding, ben je decorbouwer of performer, wat dan? De jonge choreografe Roshanak Morrowatian legt dat mooi uit in deze Jeroen. Als danser kun je je als een malloot op audities storten, maar begin maar eens als jonge maker, niemand die je kent, niemand die het risico aan wil gaan. Dan prijs je je gelukkig met talentontwikkelaar VIA ZUID die de klassieke danser en (inmiddels) choreografe Mami Izumi bijvoorbeeld naar de breakdanceschool in Heerlen stuurde om samen een productie te maken voor het grensoverschrijdende Schrit_tmacherfestival. Zouden ze daar in Amsterdam al van gehoord hebben? Over het denken voorbij bestaande structuren gesproken. Nog een paar voorbeelden uit deze Jeroen? Jazz-zangeres Melanie De Biasio begint een eigen kunstencentrum in Charleroi, Christophe Aussems maakt in Hybris theater over medische missers, Stijn Devillé en Adriaan Van Aken praten over de Belgische politiek. Het Zuidelijk Toneel durft het aan met de filosoof Spinoza. Enfin, u ontdekt het allemaal zelf. Dat allemaal geschreven hebbende: het denken buiten bestaande structuren is niet zaligmakend. Kijk maar eens wat Waut Koeken bij Opera Zuid doet bínnen bestaande structuren. Of philharmonie zuid-nederland in samenwerking met Het Laagland en schrijver Jacques Vriens binnen de klassieke structuur van een sprookje. Binnen en buiten de bestaande structuren van Jeroen wens ik u de komende maanden veel plezier in het theater.

‘De studenten zullen ongetwijfeld een mooie master krijgen en wie weet nog de holle frase ontmaskeren waarmee ze naar Amsterdam zijn gelokt.’

EMILE HOLLMAN eindredacteur Jeroen

JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

3


14

6

18

16

22

24 62

30

44


DEZE KEER IN THEATERMAGAZINE JEROEN

COLOFON

6 DROOMFABRIEK FANTASIO

Cover: Melanie De Biasio foto David Haesaert

Opera Zuid gaat het land door met Offenbach

14 ZWOEL EN BETROKKEN Melanie De Biasio terug naar Charleroi

16 MUZIEK EN DANS TILLEN ELKAAR OP

9 SAINT AMOUR Luc Coorevits blikt terug

Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt door C-mine Cultuurcentrum Genk, Parktheater Eindhoven, philharmonie zuidnederland, VIA ZUID, CCHA/cultuurcentrum Hasselt, de Warande Turnhout, Het nieuwstedelijk, Toneelgroep Maastricht en Opera Zuid.

12 PIANO DAY(S) Interview met Bl!NDMAN

Conny Janssen & Maartje Teussink samen

18 FILOSOFIE VOOR HET VOETLICHT Zuidelijk Toneel presenteert Spinoza

22 GA EN EXPERIMENTEER Jonge makers zoeken elkaar op

24 MUZIKALE GEESTEN OPROEPEN Stefano Bollani en de vrijheid in jazz

26 DE LIJSTJES VAN BROEDER IGNACE Sarah Van Marcke cureert Festival van de Controle

30 THEATERHART Column van Eelco Smits

44 TIJDLOOS LIED VAN DE LIEFDE

38 ALLES OVER DE LIEFDE Schnitzler in Maastricht 42 SPREKEN MET HET LICHAAM Jonge choreografen bij Schrit_tmacher 50 DICHT OP DE HUID Fahd Larhzaoui toont ziel op podium 52 THEATER OVER HIER EN NU Stijn Devillé en Adriaan Van Aken 54 KUNST VOOR KINDEREN! Circus in het Bos vol verrassingen

Concept: Bodosz Uitgevers Eindredactie/coördinatie: Emile Hollman Teksten: Eric Alink, Judith Boessen, Twan van den Brand, Edo Dijkersterhuis, Fons Geraets, Emile Hollman, Anke Riesenkamp, Eelco Smits, Paul van der Steen, Mark van de Voort en Anneke van Wolfswinkel. Vormgeving: Obidesign, Annebeth Nies

56 PLEK VOL PRIKKELS Acteurs met bijzondere gaven 58 WAUT KOEKEN Over het nieuwe Opera Zuid

Pianist Roger Muraro over muziek Messiaen

46 MUZIEKONDERWIJS VERDWIJNT Waarom voeden we onze kinderen niet op?

62 POP MET PORTLAND

60 ELEKTROPOWER Audrey Apers bij SALLY Maastricht 64 OVER MOED EN OVERMOED Theater over medische missers

Jong talent op Little Waves

Theatermagazine Jeroen ontleent zijn naam aan acteur en zanger Jeroen Willems (1962 - 2012).

JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

5


Spektakelopera Fantasio wordt nieuw leven ingeblazen door sterrenteam Opera Zuid. Dit voorjaar toert Jacques Offenbachs sleutelwerk voor het eerst door Nederland. D O O R M A R K VA N D E V O O R T

6 6

THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019

Fantasio. foto Gwenny Eeckels


Opera

DROOMFABRIEK

FANTASIO

E

en parade van hofnarren, onvoorwaardelijke liefdesuitingen en carnavaleske verwondering. Een theatrale fantasiewereld die zijn weerga niet kent. In zijn Fantasio (1872) trekt de Frans/Duitse operakeizer Jacques Offenbach onbevreesd alle registers open. Een bijna vergeten, zelden uitgevoerde sleutelopera van Offenbach die nu voor het eerst door de Lage Landen toert. Opera Zuid heeft een sterrenteam verzameld voor deze spektakelproductie waaraan onder meer modeplatform FASHION CLASH en dansgezelschap Club Guy & Roni’s Poetic Disasters Club hun medewerking verlenen. Even leek het erop dat Fantasio door vadertje tijd opgeslokt zou worden. In 1887 ging de oorspronkelijke operapartituur verloren bij een brand in de Salle Favart van de Parijse Opéra Comique. Het is aan Offenbach-kenner Jean-Christophe Keck te danken dat de komische opera Fantasio een nieuw leven is beschoren. Uit verschillende bronnen destilleerde Keck een bruikbare, kritische editie van deze Offenbach-opera. Door zijn inzet hebben deze eeuw al verschillende Fantasio-versies het licht gezien en is het werk vier jaar geleden op cd vereeuwigd. Nu haalt Opera Zuid de opera voor het eerst naar Nederland in een spiksplinternieuw jasje. Volgens dirigent Enrico Delamboye is Fantasio een regelrecht sleutelwerk van Offenbach. Hij dirigeert de philharmonie zuidnederland en theaterkoor tijdens de komende Opera Zuid-uitvoeringen in het voorjaar. Limburger Delamboye is al twintig jaar een veelgevraagd dirigent bij Duitse operahuizen. Het wordt voor hem de eerste keer dat hij een opera dirigeert in Nederland. Delamboye ziet Fantasio als het perfecte verbindingswerk tussen de vroege en de late Offenbach. “De twee werelden van Offenbach komen hier samen. Aan de ene kant de bekende Offenbach van de ludieke, spitse operettes zoals Orphée aux enfers en La belle Hélène, waarin volop ruimte was voor parodie en schalkse knipogen naar de heersende orde. Aan de andere kant heb je de latere Offenbach van zijn beroemdste opera Les contes d’Hoffmann dat heel erg op de dramatiek van één persoon is toegespitst. In Fantasio tref je het beste van beide werelden aan. Van een maatschappijkritische, speelse Offenbach tot meer hoogromantische dramatiek.”

Offenbach baseerde zich op het gelijknamige toneelstuk van Alfred de Musset, dat door zijn broer Paul is bewerkt tot libretto. Een drie-akter waarin Offenbach het hartstochtelijke verhaal verklankt van prinses Elsbeth die de dood van haar zo geliefde hofnar Saint Jean maar niet kan verkroppen. Handige student Fantasio kruipt in de rol van de overleden hofnar en hoopt zo zijn geliefde Elsbeth te schaken. Een ‘Ik hou wereld van heimelijke façades van de en vermommingen ontvouwt zich, waar niets is wat het lijkt schilderijen en waarin Offenbach onderhuids van James kan uithalen naar de vastgeroeste Ensor. Het maatschappelijke mores. “Fantasio is allereerst het persoonlijke drama publiek kan tussen een smoorverliefde student straks een en een opstandige, puberende overvloed aan prinses. Tegelijkertijd hekelt kostuums, Offenbach en passant de oude regels van het op stand trouwen maskers en en uitgehuwelijkt worden”, merkt bijzondere Delamboye op. “Offenbachs situaties muziek voor Fantasio bestrijkt verwachten. ’ het hele klankpalet. Ontzettend kleurrijke, knap georkestreerde muziek waarmee hij verschillende stemmingen opluistert. Van de licht-melancholische Fantasio tot de vertwijfeld romantische Elsbeth. Alles is in perfecte proporties bij Offenbach.” Net als Delamboye is de Franse regisseur Benjamin Prins helemaal verknocht aan de klankwereld van Offenbach. De eerste opera die hij als tienjarige >>

JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

7


Jacques Offenbach. foto Jean-Christophe Keck

bezocht was Offenbachs Orphée aux enfers in zijn geboortestreek Normandië. Daarna heeft Offenbach hem niet meer losgelaten. Hij wordt ronduit lyrisch als hij over Offenbach en het Fantasio-project mag praten. “Ik heb Offenbach al van jongs af in mijn hart gesloten, net als de X-Men en Victor Hugo”, glimlacht Prins. “Zijn muziek sprak me direct aan, romantisch en vol speelse fantasie.” In zijn carrière als operaregisseur heeft Prins meerdere malen Offenbach-klassiekers geregisseerd. Opera Zuid-intendant en regisseur Waut Koeken en Prins delen een liefde voor Offenbach en samen werkten ze onder meer aan de opera’s La Vie Parisienne en La princesse de Trébizonde. “Ook toen maakte mezzosopraan Romie Estèves al deel uit van de cast. Zij vertolkt nu de hoofdrol”, merkt Prins op. Prins: “De muziek heeft een onbelemmerde fijngevoeligheid en kwijnende gratie die je in geen enkele operette of musical aantreft. Fantasio ademt een esthetische anarchie uit, als een breekbare tienerutopie. Deze opera volgt geen regels maar wordt gestuurd door louter plezier. Een fantastische machine die mijn verlangen om te dromen opwekt. In die zin is Fantasio een manifest voor allesomvattende vrede.” Op het podium wil Prins deze onbekommerde levensvreugde en vrijheidsdrang zo dicht mogelijk benaderen, om de absurditeit van onze dagdagelijkse maskerade aan te roeren. “Daarom heb ik zoveel op met de esthetiek van carnaval en de schilderijen van James Ensor. Het publiek kan straks een overvloed aan kostuums, maskers en bijzondere situaties verwachten. In het theater zoek ik altijd naar die perfecte, bonte verscheidenheid van ons leven. Offenbachs werk ageert tegen de luchtspiegelingen en illusies in ons bestaan, en schuift ware liefde naar voren als het ‘betoverde eiland van de waarheid’ en het einde aan alle conflicten.” Om zijn fantasiewereld vorm te geven krijgt Prins onder meer ruggensteun van scenograaf en kostuumontwerper Lola Kirchner. Voor de choreografie zorgt de veelbelovende Dunja Jocic - winnaar van de Prijs van de Nederlandse Dansdagen 2018- die verbonden is aan dansgezelschap Club Guy & Roni’s Poetic Disasters Club. Voor haar wordt het de eerste keer dat ze op zo’n grote schaal aan de dans voor een opera gaat werken. Eerder werkte ze mee aan de kameropera Honderd nachten, honderd jaren van componist Klaas de Vries. “In mijn choreografie voor Fantasio ga ik op zoek naar contrasten, maar dan wel met een moderne twist. In overleg met Benjamin Prins kom ik daar zeker uit. De multidisciplinaire aanpak van Club Guy & Roni past sowieso bij mij, en met Fantasio kan ik mijn hartje ophalen. Erg spannend.”

8

THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019

Spectaculair onderdeel van de operaenscenering wordt de kakelbonte, carnavaleske parade van twintig narren. Modeplatform FASHION CLASH nodigde vier beloftevolle ontwerpers uit om ieder vijf verschillende narrenkostuums te realiseren. Ferry Schiffelers uit Oirsbeek verheugt zich op deze uitdagende opdracht. Dit jaar studeerde hij af aan het Amsterdam Fashion Institute en werd hij meteen tot meest aanstormende talent van het jaar (Lichting 2018) uitgeroepen tijdens de Amsterdam Fashion Week. “Dit ‘Deze muziek wordt de eerste keer dat ik voor theater werk. Ik mag mijn heeft een kijk geven op het onbelemmerde modische narrenkostuum. Ik werk altijd fijngevoeligheid met een sterk monochroom kleurenpalet. Daarnaast laat ik en kwijnende de bekende diamant/ruitvorm gratie.’ van een narrenkostuum op geheel eigen wijze terugkomen. Ik zal veel verschillende materialen gebruiken, zodat er diepte en beweeglijkheid in de kostuums ontstaat. Verwacht dus zeker geen klassieke nar of een muts met drie punten”, grapt Schiffelers. Fantasio wordt straks ondergedompeld in een memorabele droomenscenering, weet Prins. “Samen met Lola Kirchner heb ik gekozen voor een variabel, krachtig toneelontwerp waarin volop plaats is voor dynamische lichtinvallen en tijdloze, anachronistische scenes. Dus net als in een droom springen we van de ene historische periode naar de andere, eindigend in een apotheose, een soort carnaval, een festival of fools, een feest van dwazen”, kan Prins zijn enthousiasme amper onderdrukken. “Er is continu beweging op het podium. Het publiek kan zich alvast verheugen op fantasierijke scènes en unieke momenten. Van een vredige weide en een spiegelpaleis tot een vurige revolutie, geweldige vermommingscènes en discosoldaten.” Fantasio, komische opera van Jacques Offenbach, door Opera Zuid in coproductie met Club Guy & Roni’s Poetic Disasters Club, in samenwerking met FASHION CLASH en muzikaal ondersteund door philharmonie zuidnederland, première zondag 19 mei, Parktheater Eindhoven, daarna tournee door het land; operazuid.nl


Theater

Schrijver en theatermaker Pieter De Buysser schreef een avonturenverhaal waarin wetenschap de liefde raakt: The Tip of the Tongue. De theaterversie is te zien in planetaria in Genk en Brussel. D O O R A N K E R I E S E N K A M P

Een wetenschapsfabel

W

e treffen elkaar via een Skype verbinding ergens tussen Brussel, waar De Buysser woont en Haarlem aan Zee. “Kan je van het midden spreken in dit verband?”, vraagt hij. Het tekent de man: hij zet je prettig op scherp door te spelen met bestaande kaders, waarheden en mogelijkheden. Dat doet hij ook in zijn werk. Ook in The Tip of the Tongue, een magisch realistische vertelling, schuilt vervlechting van feit en fictie en oefeningen in ‘mogelijkheidsdenken’. Hij noemt het ‘een wetenschapsfabel.’ De tekst is overigens wonderschoon uitgegeven door De Nieuwe Toneelbibliotheek. Deze volgt de hoofdpersoon (verteller) die al dan niet onfortuinlijk ontvoerd wordt door Grace en de detective Raymond. Zij varen op de Chinese Zee, navigeren op de sterren; laten hun schip afstevenen op het centrum van het centrum in de grootste draaikolk die er te vinden is. Doelbewust! Om zich te laten verzwelgen teneinde in kwantumdeeltjes uiteen te vallen en los te komen van eenheden als tijd en ruimte. Wat hen, met behulp van een deeltjesversneller, nog lukt ook. Het tweetal opereert vervolgens verder vanuit het puntje van de tong van ‘ik’ omdat dit, los van bestaande conventies, nou eenmaal kan. Tijdens de voorstelling in de koepel van het planetarium wordt een live verbinding opgezet met Grace en de detective. Soepel en mooi laveert De Buysser tussen de lotgevallen van de karakters en de nieuwe werkelijkheid waarin de snaartheorie voor een deel vorm lijkt te krijgen. Ontegenzeggelijk humorvol bovendien. De Buysser: “Er is een tijd geweest waarin wetenschap en kunst als heel vanzelfsprekend samen kwamen.” Hij spreekt hier over de 19e eeuw waar de zichzelf

The Tip of the Tongue. foto Danny Willems

‘Zij varen op de Chinese Zee, navigeren op de sterren; laten hun schip afstevenen op het centrum van het centrum in de grootste draaikolk die er te vinden is. Doelbewust!’

vooruitsnellende wonderlijke wetenschappelijke, astronomische en natuurkundige ontdekkingen als bron van entertainment werden ingezet in voorstellingen en lezingen. “Het kwam uit dezelfde bron maar deze is achteraf op een onnatuurlijke manier gescheiden, wat ik betreur. We hebben de verbeelding juist nodig om verder te komen in ons denken. Zo deed Stephen Hawking een beroep op kunstenaars om bijvoorbeeld met hen het concept van de zwarte gaten te visualiseren.” In dit kader maakt De Buysser deel uit van PARS, een onderzoeksnetwerk waarin academici en kunstenaars samenkomen om verschillende onderwerpen te bespreken. Grondgedachte is dat beide clubs vanuit creatieve processen tot inzichten en een visie komen. “Dat is fantastisch. Zeker geen hype, het is echt iets noodzakelijks.” The Tip of the Tongue. Pieter De Buysser. Op 22 en 23 januari in Europlanetarium in Genk. C-minecultuurcentrum.be

JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

9


Amour met een toefje

slagroom

foto Behoud de begeerte.

10

THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019


Literatuur

Saint Amour brengt voor de 25e keer een literaire ode aan de liefde. Tijd voor een terugblik met aartsvader Luc Coorevits. Én voor een waarschuwing: zijn adieu nadert. D O O R T WA N VA N D E N B R A N D

I

n 2003 trof het noodlot de literaire karavaan Saint Amour in het hart. Zo noteerde althans de Vlaamse krant de Morgen. De collega’s van De Standaard hadden het op hun beurt zelfs over een onthoofding. De onheilstijding had te maken met de ineenstorting van Hugo Claus die tijdens zijn voordracht begon te stamelen. Hij moest daar in Leuven worden afgevoerd vanwege een lichte beroerte. Een begin van het einde, bleek naderhand. Enkele jaren later kwam de boodschap dat Alzheimer vat op hem had. In 2008 hemelde hij op een zelfgekozen moment. Het is een donkere herinnering aan de vooravond van de 25e editie van Saint Amour. Maar blik met samensteller Luc Coorevits (60) terug en je komt als vanzelf bij Claus terecht. Hun relatie was een joviale. “Claus bleek elke keer weer een cadeau”, zegt Coorevits. O zeker, de twee verschilden weleens van mening. Op zekere dag over de voordracht van het gedicht ‘Ik schrijf je neer’. Dat begint aldus: Mijn vrouw, mijn heidens altaar, Dat ik met vingers van licht bespeel en streel, Mijn jonge bos dat ik doorwinter, Mijn zenuwziek, onkuis en teder teken, Ik schrijf je adem en je lichaam neer Op gelijnd muziekpapier. Over die laatste regel ging de discussie. Ik ga dat gelijnd schrappen, kondigde Claus aan. Tot droefenis van Coorevits. “Dooddooddoodjammer.” Uiteindelijk zou de schrijver tijdens de tournee de regel slechts één keer volledig declameren. Als hij hieraan terugdenkt in het kantoor van Behoud de Begeerte, het literair

centrum in Antwerpen dat hij ook leidt, kan Coorevits het nog steeds niet begrijpen. Hij draagt voor: “Op gelijnd muziekpapier.” Dat “bloedmooie” gelijnd geeft volgens hem kleur. De jubileumeditie van Saint Amour in Nederland is de karavaan pas later neergestreken - telt als altijd gevestigde namen en jong talent. Met een traditioneel toefje, maar volgens Coorevits geen éxtra slagroom. “Die spuiten we er niet op, we gaan er geen best off van maken”. Met de al vroeg gecontracteerde Tommy Wieringa heeft hij wel een kers op de taart. Hij was zo goed om met De heilige Rita de BookSpot Literatuurprijs te veroveren. En dat staat altijd prettig op een affiche, de naam van een hercules. Over affiches gesproken: in 1993 stond een foto van Hugo Claus en Harry Mulisch centraal. Allebei met ontbloot bovenlijf op het strand van Ibiza. Prent uit de oude doos, anno 1959. Het affiche hing overal, in Antwerpen zelfs bij Claus in de straat. De schrijver zei er indertijd over: “Vroeger was mijn postbode altijd vol eerbied. ‘Ja mijnheer Claus, nee mijnheer Claus, dag mijnheer Claus’. Nu zegt hij gewoon: ‘Ha die Hugo’. Eén zo’n foto in een zwembroek en ze nemen je meteen veel minder serieus”. Coorevits herinnert zich dat hij een derde grote schrijver van de foto had geknipt: Cees Nooteboom. “Mulisch had net De ontdekking van de hemel geschreven, Claus tien jaar eerder Het verdriet van België. Ik wilde die twee laten sparren. Nummer drie was laaiend.” Toen Nooteboom voor een latere editie wel werd uitgenodigd, toonde hij zich heer van stand en kwam. Eigenlijk willen alle schrijvers graag meedoen, nou ja, de meeste. Dit jaar had Peter Buwalda erbij moeten zijn. Afgelopen september zou diens eerste deel van een

JANUARI 2018 2019

trilogie uitkomen. Maar Otmars Zonen werd uitgesteld, Buwalda had er meer tijd voor nodig. Ook al verschijnt het nu in januari: Saint Amour komt ongelegen. In sommige gevallen liet Coorevits de uitnodiging te lang liggen. “Willem Frederik Hermans heb ik nooit gehad. Hij was overleden eer ik hem kon vragen. Er waren er wel meer zo onbeleefd om te vroeg dood te gaan.” ‘Willem Coorevits begon vijfendertig Frederik jaar geleden vanuit het niets Hermans met Behoud de Begeerte, tien jaar later meer gelouterd heb ik met Saint Amour. Hij gaf het nooit literaire theater een duw. gehad. Maar duwen is vermoeiend. Hij was Verwijzend naar de veldslagen die hij moest voeren om overleden eer ik hem subsidie te verkrijgen: “Ik ben het bedelen helemaal beu.” kon vragen.’ De huidige subsidiestroom droogt eind 2021 op. “Dan zit mijn tijd erop en moeten jonge mensen mijn taak overnemen. Dus jouw vraag hoe Saint Amour er over vijf of tien jaar uit zal zien, moet maar door mijn opvolger worden beantwoord.” Eén ding wil hij ter geruststelling gezegd hebben: “Er staan altijd weer verbluffende auteurs op.” Saint Amour. Op 12 februari in C-mine Genk. Op het moment van gesprek waren vijf schrijvers/dichters gecontracteerd, te weten: Tommy Wieringa, Philippe Claudel, Delphine Lecompte, Bregje Hofstede en Radna Fabias. Met enkele anderen (onder wie internationale auteurs) liepen de onderhandelingen nog. c-minecultuurcentrumgenk.be, begeerte.be

THEATERMAGAZINE JEROEN

11


Met vier instrumenten uit dezelfde familie samenspelen betekent samen ademen, zegt saxofonist Eric Sleichim, oprichter van BL!INDMAN. En dus denkt hij in kwartetten. Bijvoorbeeld tijdens het festival Piano day(s) in Hasselt. D O O R PA U L VA N D E R S T E E N

KWARTETTEN MET KWARTETTEN W

at begon met één kwartet groeide uit tot een kwartet kwartetten. Dat met saxofonisten kreeg gezelschap van viertallen percussionisten, strijkers en zangers (de laatsten zijn inmiddels vervangen door een kwartet met laptops, elektronica en draaitafels) BL!NDMAN-oprichter Eric Sleichim (Antwerpen, 1958) houdt van de kwartetvorm. “Met vier instrumenten uit dezelfde familie samenspelen betekent samen ademen. Dat vergt uiterste concentratie en heel veel liefde. Er ontstaat als vanzelf een grote intimiteit. Maak je combinaties met die kwartetten, zoals nu bij het programma ter gelegenheid van ons dertigjarig bestaan, dan krijg je geculmineerde kwaliteit. Dan is elk kwartet in het samenspel weer een afzonderlijk individu.” BL!NDMAN ontstond in 1988. Het saxofoonkwartet wilde de klassieke wereld een beetje opschudden. De naam van het ensemble getuigde ervan. Die verwijst naar The Blind Man, een tijdschrift uit de hoogtijdagen van de dadaïsten van een eeuw geleden. De vier musici gingen iets minder anarchistisch te werk, maar probeerden wel voortdurend grenzen op te rekken: door te putten uit alle mogelijke periodes van de muziekgeschiedenis (ook de saxofoonloze), door de mogelijkheden van hun instrument vol te benutten. Maar ook door kruisbestuivingen met andere kunstdisciplines op te zoeken en door - destijds nog redelijk ongewoon - locaties als bijvoorbeeld fabrieken uit te lichten voor concerten. Musici moesten van alleen zeer bekwame uitvoerders aansprekende individuen worden. Ondanks de dwarse aanpak oogstte BL!NDMAN door de jaren heen veel lof en bouwde het collectief een naam op. Het werkte samen met onder anderen acteur Josse de Pauw, choreografe Anne Teresa de Keersmaeker en auteur Peter Verhelst. Op dit moment participeert BL!NDMAN in de internationaal succesvolle voorstelling Network van regisseur Ivo van Hove.

12

THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019

Veel van dat hemelbestormende en onconventionele uit de begintijd heeft BL!NDMAN de afgelopen dertig jaar behouden, denkt Sleichim. “BL!NDMAN is zichzelf altijd blijven beschouwen als een laboratorium, niet als een instituut. Zo werken wij ook.­­” De omstandigheden hielpen ook mee. “Geen enkele van onze voorstellingen is ooit zo’n hit geworden dat we hem vijf jaar lang non-stop hebben gespeeld. De toppers waren onze programma’s rond Bach en die met een film van Buster Keaton. Die hebben we een keer of 150 gebracht. Maar er zijn ook heel goede voorstellingen geweest, die we maar twee of drie keer hebben kunnen verkopen aan een podium, maar waarvan we toch vonden dat we ze moesten maken. Niet erg. Dat dwingt je om verder te gaan, om steeds weer nieuwe dingen te bedenken.” Met de keuze voor uitbreiding met drie extra kwartetten gedurende de rit haalde BL!NDMAN bovendien een jongere generatie musici in huis. “Die brengen niet alleen een andere kijk op de artistieke praktijk mee, maar houden je ook een spiegel voor wat betreft jouw aanpak, keuzes en smaak.” Aan sommige zaken kan Sleichim maar moeilijk wennen. “Je merkt bij de jongere generatie publiek een zekere mate van ongeduld met muziek. Die

‘Ons jubileumconcert moet een feest zijn, lumineus, een belevenis.’


Muziek

‘Onze muziek laten samengaan met een andere kunstvorm doen we wel vaak. Maar dan moet er sprake zijn van een echte dialoog. ’

Eric Sleichim (tweede van rechts) met BL!NDMAN. foto Guy Kokken

spreekt de oren aan en heeft een grote vorm van abstractie. Terwijl jeugdigere mensen door tv, internet en gamen vooral visueel zijn ingesteld. En ik heb nooit visuele toevoegingen willen gebruiken om de muziek beter verstaanbaar of verteerbaar te maken, ook niet voor didactische redenen. Onze muziek laten samengaan met een andere kunstvorm doen we natuurlijk wel vaak. Maar dan moet er sprake zijn van een echte dialoog. Dan moet je al echt met een videokunstenaar gaan werken en die van begin af aan bij een project betrekken.” Voorlopig gaat BL!NDMAN onder meer de theaters af met een jubileumprogramma. Sleichim noemt het “een anthologie van onze werkwijze en repertoire” en daarnaast “een feestconcert. Het moet lumineus zijn, een belevenis.” Het programma voor de pauze verwijst naar de voorganger van BL!NDMAN, het ensemble Maximalist!, dat reageerde op het minimalisme van componisten als Philip Glass en Steve Reich. “We spelen in verschillende samenstellingen van kwartetten werken van hen, maar ook een eigen compositie en een stuk van Louis Andriessen die destijds veel invloed had op de jonge generatie. Na de pauze herontdekken we met alle BL!NDMAN-kwartetten samen en een Decaporgel oude muziek: twee composities van Georg Friedrich Händel en

een van Jean Féry Rebel. Zijn Le cahos focust net als werken van tweehonderd jaar later minder op melodie en harmonie en meer op textuur en klankeffecten. Op die manier verwijzen we ook weer naar de muziek van voor de pauze en vormt alles een mooi geheel.” 30 jaar BL!NDMAN op 31 maart in CCHA/cultuurcentrum Hasselt als slotconcert van het 5-daagse festival Piano day(s). Volledige festivalprogramma met jazz, klassiek, post-klassiek op ccha.be/pianodays.

JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

13


Melanie De Biasio wordt wel de Belgische Billie Holiday genoemd. Dat cadeautje neemt ze met alle plezier aan. “Maar ik laat me niet graag een bepaalde kant opduwen.” D O O R E M I L E H O L L M A N

foto David Haesaert

Zwoel en betrokken D

e nacht en de stilte zijn nooit ver weg in de songs van Melanie De Biasio (1978), de Waalse jazz- en soulzangeres uit Charleroi. Zeker, dat is pure interpretatie. Haar stem - zwoel en soms onderkoeld sensueel - klinkt nu ’s morgens, door de telefoon. In de nabije toekomst wacht haar een nieuwe reis, vooral langs talloze concertzalen in Frankrijk. Maar eerst is er een bijzonder concert in Charleroi. Melanie is een geboren Carolo, zoals de inwoners van de Waalse industriestad worden genoemd. Nog voordat ze die stad verliet om fluit en zang te studeren aan het Conservatorium van Brussel, zong ze in grungy rockbands. Op haar cd Blackened Cities uit 2016 doet ze in woord en muziek verslag van de steden waar ze graag in mag verdwalen voordat ze het podium betreedt. Ze bleef hangen in Brussel maar kocht een jaar geleden het voormalige Italiaanse consulaat in Charleroi, een prachtige plek voor een dochter van een Belgische moeder en een Italiaanse vader; hij kwam uit Friuli om in de staalfabrieken van Cockerill-Sambre te werken. Het concert in Charleroi is ook de kick-off om geld bijeen te brengen om het pand te verbouwen

14

THEATERMAGAZINE JEROEN

tot een centrum voor kunstenaars, Alba (Italiaans voor dageraad) genaamd. “Er is veel energie in Charleroi, een stad in opbouw. Alba moet vooral een groot huis zijn voor niet alleen musici maar ook dichters, schrijvers of filosofen. Een huis van stilte waar ze in alle rust kunnen werken waaraan ze maar willen werken. Het is ook niet uitsluitend voor jonge talenten maar ook voor kunstenaars die misschien al op hun retour zijn en nieuwe uitdagingen zoeken.” De Biasio gaat zelf ook wonen in deze stedelijke oase. Ze wil er graag de sfeer brengen die ze zich herinnert van de lange zomers in Italië met haar familie. Ze werkt nog aan een concept en hoopt dat ze Alba binnen een jaar kan openen. “Ik voel nu al dat het project breed gedragen wordt.” Melanie De Biasio toerde door Canada, Rusland, Europa. “In elke cultuur luisteren mensen anders naar muziek. Maar ik voel zeer bevoorrecht dat de intentie om naar mijn songs te luisteren overal goed is. Er is veel aandacht, er is veel stilte. Het gaat niet

JANUARI 2019

om mij, het gaat om de muziek.” Tot nu toe maakte ze vier cd’s waarvan de laatste, Lilies, in 2017 verscheen. Ze werkte met Arno Hintjes, tal van Belgische jazzmusici, toerde door Europa met de Amerikaanse band Eels en werd uitgenodigd door Jools Holland, pianist en BBC-presentator van het muziekprogramma Later with Jools Holland. Het schrijven van nieuwe nummers zoekt ze niet op. Ze laat het gebeuren op momenten dat de muzikale concentratie het hoogst is, rond repetities bijvoorbeeld. Inspiratie haalt ze vooral uit boeken, films en het observeren van mensen. Niet dat ze er op uit is om woorden te persen uit zulke ervaringen. “Het komt wanneer het komt. Ik lees nu een boek van de Braziliaanse schrijver Paulo Coelho maar niet met de intentie om daar per se iets uit te halen.” Op zoek naar een karakterschets tekende de Belgische krant De Morgen ooit op dat Melanie

‘Vladimir Horowitz speelt Chopin zo prachtig. Hij schept ruimte in mijn lijf, hij doet iets met me.’


Muziek

Melanie De Biasio. foto Jérôme Witz

De Biasio zichzelf wel kon vinden in een kruising tussen Oedipus’ dochter Antigone, filmheld Forrest Gump en gitaargod Jimi Hendrix. Complex dus maar met een enorme overgave. De overgave die binnen komt als ze zingt of dwarsfluit speelt op het podium. Bij de Warande in Turnhout waar ze in februari te gast is, refereren ze aan Nina Simone, Sade en zelfs de Velvet Underground. Ook veel gelezen is de vergelijking met Billie Holiday. Hoe voelt ze zich daaronder? “Ik begrijp dat iedereen naar referenties zoekt bij nieuwe muziek, dat doe ik zelf ook. En je kunt het slechter

treffen hè. Toen ik op het Conservatorium zat, had iedereen het over Billie Holiday. Bij mij werkt zoiets averechts. Ik wil niet graag een bepaalde richting opgeduwd worden. Later heb ik haar toegelaten en ontdekt dat ze de bezorger en het bezorgde is, ze is de muziek en ze is de woorden. In een andere tijd, in een andere ruimte.” De laatste tijd luistert ze vooral naar klassieke muziek. De Russische pianist Vladimir Horowitz meer bepaald. “Hij speelt de mazurka’s van Chopin zo prachtig. Ik kan het niet anders beschrijven dan dat

JANUARI 2019

hij ruimte schept in mijn lijf, hij doet iets met me. Ik heb dat ook bij Jimi Hendrix, mijn lichaam antwoordt op hun muziek.”

Melanie De Biasio. Op 21 februari in CCHA/ cultuurcentrum Hasselt en op 27 februari in Schouwburg de Warande Turnhout. ccha.be, warande.be

THEATERMAGAZINE JEROEN

15


16

Danseres Liza Wallerbosch. foto Raymond de Vries THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019


Voor de dansvoorstelling Broos werkte choreografe Conny Janssen samen met musicus en multi-instrumentalist Maartje Teussink. En dat werkt goed, voor allebei: muziek geeft vleugels aan de dans – en andersom. D O O R A N N E K E VA N W O L F S W I N K E L

Dans

Muziek en dans tillen elkaar op A

l jaren zorgt Conny Janssen (1958) voor haar moeder. Ze is nu negentig, en wordt steeds brozer. In die fysieke kwetsbaarheid vond Janssen de kiem voor haar dansvoorstelling Broos. Een ensemble van vijftien dansers vertelt in danstaal hoe het is, broos te zijn. Niet alleen het oude, stram en onzeker geworden lichaam legden ze onder de loep, maar ook de broosheid van jonge kinderen, van zoekende en tastende nieuwe ouders, van pubers die te lange ledematen hebben en voor het eerst verliefd worden. Ze gaan de anekdotiek voorbij, op zoek naar menselijke kwetsbaarheid, naar herkenning en ontroering. De ervaren choreografe Conny Janssen werkte voor de tweede keer samen met componist, multi-instrumentalist en zangeres Maartje Teussink. Tijdens de repetities zat Teussink op de dansvloer, observerend, improviserend, reagerend op de choreografie in wording. En op het toneel voert ze de muziek live uit als zestiende speler. Choreograaf en componist vertellen beiden hoe zij die intensieve samenwerking ervaren. Conny Janssen: “De muziek bij een voorstelling is voor mij heel belangrijk. Daarom vind ik het prettig om tegelijk met de choreografie de muziek te ontwikkelen. Ik wil dans en muziek met elkaar vervlechten. Zo geeft de dans vleugels aan de muziek, en geeft de muziek weer vleugels aan de dans. Ik ben blij dat Maartje de muziek maakt voor dit stuk, ik wilde juist haar graag bij Broos hebben. Allereerst is het geweldig dat ze niet alleen componeert, maar ook veel verschillende instrumenten kan bespelen. Maar belangrijker vind ik dat de muziek echt uit haar ziel komt. Ze ís muziek. En helemaal bij deze voorstelling past zij heel goed. Ze heeft een grote gevoeligheid, daar zie ik ook een vorm van broosheid in. Als we in de studio repeteren met de dansers, is zij er vaak bij. Dat vind ik heerlijk, omdat we de ideeën die ontstaan in de dans en de muziek, direct kunnen uitproberen. Soms moeten we de choreografie aanpassen aan de muziek, soms andersom, dat is een organisch proces. Intensief ook, soms werk je echt op de vierkante millimeter. Maartje reageert intuïtief op wat er in de dans gebeurt, met een melodielijn, de keuze voor een bepaald instrument, en het is geweldig wanneer je voelt dat het op zijn plek valt. Haar kracht zit in haar authenticiteit. Bij de voorstellingen staat ze op het podium, en daardoor is behalve de muziek die ze maakt en de liederen die ze zingt, haar fysieke aanwezigheid ook belangrijk. Niet zomaar iedere musicus kan daar staan, het moet passen, kloppen. En als Maartje daar staat, klopt het. Ik zie haar echt als een zestiende lid van het ensemble.”

Maartje Teussink: “Muziek kan je diep raken, en als dat gebeurt gaan je zintuigen verder openstaan. Die fijngevoeligheid heeft voor mij veel met broosheid te maken. Met mijn muziek wil ik aansluiten bij datgene wat de dansers met danstaal vertellen. Daarvoor kan ik mijn songteksten gebruiken, maar ook de keuze voor instrumenten is belangrijk. Voor dit stuk gebruik ik veel piano. Er is een kleine, intieme melodielijn die een paar keer terugkomt. Eerst alleen met piano, dan met zang, met violen en uiteindelijk een orkest-arrangement: iets kleins groeit langzaam uit tot iets groters. Zo geeft de muziek ook structuur aan het stuk. Ik vind het inspirerend om met dansers te werken, omdat ritme voor hen zo essentieel is, en omdat ze vaak bijzonder muzikaal zijn. Door een duidelijke puls in mijn muziek te gebruiken ondersteun ik de dansers. En hun lichaamstaal is voor mij weer enorm inspirerend. De mooiste momenten zijn tijdens repetities, wanneer de ideeën voor de muziek direct voortkomen uit wat de dansers op de vloer doen. Tijdens optredens sta ik ook bij de dansers op het podium, waardoor er contact is en we de timing en inzetten scherp kunnen houden. Ik heb bewondering voor Conny’s energie, haar grenzeloze ideeën, haar betrokkenheid bij de dansers, en haar rijke kennis over lichaamstaal. Ik vind het bijzonder dat ze echt de tijd neemt om te zoeken naar de taal die ze wil creëren en het verhaal dat ze wil vertellen, met dans én muziek. Ze werkt er net zo lang aan tot het goed is, en weet iedereen deelgenoot te

‘Muziek kan je diep raken, en als dat gebeurt gaan je zintuigen verder openstaan.’

maken van dat avontuur.” Broos, Conny Janssen Danst. Op 26 februari in Parktheater Eindhoven. Voorafgaand aan de voorstelling interview met choreografe. connyjanssendanst.nl, parktheater.nl

JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

17


Een janboel is het, de wereld. Autocraten, vluchtelingenstromen, klimaatleed. Dat maakt grote emoties los. “Spinoza, waer sijt gij?”, klinkt de roep om rationele handreikingen. De filosoof zou ze ongetwijfeld kunnen doen, zegt Spinozakenner Maarten van Buuren. D O O R E R I C A L I N K

Han Kerckhoffs in Peer Gynt. foto Philep Deprez

De voorstelling Filosoferen vergt geen Finimal. Dat bewijst Het Zuidelijk Toneel. Nadat het gezelschap eerder de tanden in Socrates en Marx had gezet, is nu Spinoza bron van inspiratie en verbazing. Dat resulteert in een actuele en humorvolle voorstelling. De Vlaamse theatermaker Stefaan Van Brabandt tekent voor de tekst en regie. Het spel is van de doorgewinterde acteur Han Kerckhoffs. Een voorstelling voor jonge idealisten, oude krokodillen en allen die niet willen dat onze negentig miljard hersencellen – gemiddeld per schedel – in lethargie of lamlendigheid eindigen. Spinoza. Het Zuidelijk Toneel. Première 1 februari in Tilburg Theaters. Ook in Maastricht (12/2), Den Bosch (15/2), Roosendaal (19/3), Venlo (20/3), Eindhoven (27/3) en Heerlen (30/3). hzt.nl

18

THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019


Opera

SPINOZA IN HET

SOUFFLEURSHOK

T

oeval bestaat niet, stelde Spinoza. Alles gebeurt noodzakelijk zoals het gebeurt. Een intrigerende gedachte: Het Zuidelijk Toneel kon klaarblijkelijk niet anders dan een theaterstuk over de grootste filosoof van Nederland maken. Troostrijk ook, want de huidige samenleving mist standvastigheid. Ze zwalkt roezig tussen Zwarte Piet, hertjes in de Oostvaardersplassen en #SorryJohan. Net zo wiebelig zijn de equivalenten op Europees niveau: Brexit, les gilets jaunes en Alternative für Deutschland. Gemene deler? De emotie als perpetuum mobile. Spinoza [1632-1677] zou het met kalme meewarigheid bezien, vermoedt Maarten van Buuren. Hij is emeritus-hoogleraar moderne Franse Letterkunde en gezaghebbend kenner van Spinoza. In zijn appartement in Utrecht, waar rust en redelijkheid heersen, verheldert hij de essentie van de denker. Op voorhand is een waarschuwing op z’n plaats. Want de filosoof is groenezepig. Hij kantelt begrippen, verschuift betekenissen. Vrijheid, God, rede: what you see is what you guess. Wie het werk van Spinoza uitbeent, ontdekt zijn grondgedachte: alles wat bestaat, is een verschijning van God. Dat maakt de steen, de giraf, de vallende ster, de boom en de mens gelijk aan elkaar. Kortom: God bestaat niet buiten de schepping c.q. de natuur maar is het. Om dat heldere bewustzijn te bereiken, moet je onafhankelijk durven zijn. Nog een conditie: hevige aanvechtingen het hoofd bieden. “Spinoza noemde dat passies: verwarde, onware ideeën. Hij zag ze als een kwaad, omdat mensen zich hierdoor laten meeslepen. Ze zijn eraan verslaafd, ze lijden eraan.” Aan passies geen tekort: waar en onwaar vechten elkaar het woordenboek uit en grenzen vervloeien. Autocraten slaan munt uit die verwarring. Dat lukt ze, omdat het grootste deel van de bevolking onweldenkend is – dixit Spinoza, die in het revolutionaire motto liberté, egalité, fraternité ogenblikkelijk de gelijkheid zou hebben doorgestreept. Het tegengif in de slangenkuil die Trump, Poetin, Orbán, Edogan en andere creëren? “Kennis. Zij kent drie vormen, zegt Spinoza: zintuiglijke waarneming, rede en intuïtie. Weliswaar vond hij onze rede het

belangrijkste. Maar hij stelde ook: elke mens kent intuïtief de waarheid. Daar hoef je niet voor te leren. Onze intuïtie biedt onmiddellijke en tijdloze kennis. Ze is aangeboren.” Wat eveneens helpt, is ‘Zodra onverstoorbaarheid. Spinoza steunde op Descartes, Hobbes mensen en Machiavelli, maar is ook onderling geestverwant van de stoïcijnen. afspreken “In een lawaaierige stiltecoupé zou om elkaar Spinoza niet kwaad worden. Hij zou niet te het jammer vinden. Misschien had hij voor tegengeluid gekozen: muziek bestelen of luisteren met oordopjes.” de hersens Op radicale denksprongen heeft in te slaan, Spinoza patent. Hij zegt: macht is begint de gelijk aan het goede. Onmacht is het geleidelijke kwade. Dat zet de christelijke ethiek finaal op z’n kop. Immoreel, roepen overgang velen. Maar Spinoza gaat uit van naar een welbegrepen eigenbelang. Oftewel: samenleving. ’ doe in de samenleving wat de natuur je ingeeft, volg je vitale driften en begeerten om jezelf te handhaven in het leven, maar beteugel ze met je verstand. Oefen in terughoudend en stel behoeftebevrediging uit. Kortom: onderscheid je van een dier.” Dat laatste is cruciaal, want anders beland je in wat Spinoza de natuursituatie noemt – de voorloper van de samenleving. “Goed, kwaad, misdaad of zonde >>

JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

19


bestaan niet in de natuursituatie. Je mag er alles doen wat nodig is om jezelf te handhaven: roven, verkrachten en moorden.” Zodra mensen onderling afspreken om elkaar niet te bestelen of de hersens in te slaan, begint de geleidelijke overgang naar een samenleving. Met een stevige voetnoot: onze onvervreemdbare natuurrechten – tot elke prijs jezelf handhaven – blijven intact. Louter voorwaardelijk dragen we ze over aan een autoriteit. Tegen elkaar aanschurken en een zo welvarend en veilig mogelijke samenleving vormen, is een tijdloos fenomeen. Na een miraculeuze wederopstanding uit zijn Haagse graf zou Spinoza de wereld dan ook snel herkennen. Natuurlijk hebben sociale voorzieningen, huisvesting en gezondheidszorg zich flink ontwikkeld, stelt Van Buuren. Maar in essentie is de samenleving niet veranderd. “Het beginsel ‘Eendracht maakt macht’ geldt nog altijd. Evenals de noodzaak dat je je rol en betekenis in de samenleving begrijpt en een bijdrage aan het geheel levert. Dat sluit tweedracht zaaien, zoals Wilders of Trump doen, uit.” Kwetsen mag, vindt Spinoza. Tot je het mistige grensgebied van de strafbaarheid bereikt. “Hij vindt dat je een absolute vrijheid hebt om te denken wat je wil, maar een betrekkelijke vrijheid om te zeggen wat je denkt. Er is een verschil tussen vrijheid van meningsuiting in deze kamer en in een tv-studio. Als ik hier zeg dat jouw collega een %#@& is, dan betreed ik niet de zogeheten politieke ruimte. Hierbuiten wel.” Tricky wordt het als de sociale cohesie vervaagt. “Dat bevordert de neiging om de mazen van te wet te zoeken.” Volgens Van Buuren is

Wie is Spinoza? Vlooienburg, een joods buurtje in Amsterdam waar nu het Muziektheater staat. Daar komt Baruch Spinoza in 1632 ter wereld. Zijn ouders? Joodse Portugezen die hun land zijn ontvlucht. In Nederland leven ze van de import van zuidvruchten. Zuur als limoenen: de banvloek die in 1656 over Spinoza wordt uitgesproken. Eerder heeft de synagoge – na klachten dat Spinoza godslasterlijke denkbeelden zou verspreiden – vergeefs geprobeerd om de vrijdenker in het oude karrenspoor te krijgen. Zijn Hebreeuwse voornaam Baruch betekent ‘de gezegende’, maar Spinoza moet op zijn tellen passen. Veel werk publiceert hij niet – of onder een schuilnaam. De kost

20

THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019

‘Sommige mensen voelen dat ze hun wortels kwijtraken en missen gelijkgestemdheid. ’

schaalvergroting – waar digitalisering het zusje van is – de grootste bedreiging van nu. Een samenleving verlangt maatvoering, kun je uit Spinoza’s werk opmaken. “Enerzijds zou hij waarschuwen tegen een Nexit, want politici hebben dit land welbewust in ons belang bij de EU aangesloten. Anderzijds zou hij begrijpen dat globalisering verzet en nationalisme in de hand werkt: sommige mensen voelen dat ze hun wortels kwijtraken en missen gelijkgestemdheid. Volksmenners misbruiken dat onbehagen. De remedie? Opnieuw: verstand ontwikkelen, waar gemeenschapszin uit voortvloeit.” Een opgave, erkent Van Buuren. Maar dat is niet erg, leert de laatste zin van Spinoza’s Ethica: “Alles wat voortreffelijk is, is even moeilijk als zeldzaam.”” Aanbevolen voor op het nachtkastje: De essentie van Spinoza van Maarten van Buuren, 131 pag., ISW Uitgevers.

verdient hij met het slijpen van lenzen. Zijn scherpe blik is niet alleen fysiek. Ook geestelijk: zijn kritische geschriften ontregelen de geldende filosofische en theologische tradities. Zijn uitleg van de bijbel? Semtex avant le chimie. Gedurfd is ook zijn Theologisch-politieke traktaat. Hierin breekt hij een lans voor de democratie en onderstreept hij het belang van de vrijheid van meningsuiting. Spinoza is rationalist. Hij hoedt zich voor kolkende emoties. Maar de gruwelijke moord in 1672 op de gebroeders De Witt – vlakbij zijn huurkamer in Den Haag – schokt hem diep. Na het nationale rampjaar valt de Republiek. Het noodzaakt Spinoza om nog behoedzamer te manoeuvreren. In 1677 sterft hij op vierenveertigjarige leeftijd aan een longkwaal. Zijn meesterwerk, de Ethica, verschijnt pas na zijn dood.


Muziektheater

Meesterverteller Jacques Vriens transformeert een klassiek sprookje tot een hedendaags verhaal met humor en een actuele moraal. En speelt ook nog de goede fee. D O O R E D O D I J K S T E R H U I S

Assepoester voor de 21ste eeuw Collage Het Laagland.

E

en braaf meisje, twee valse secreten van stiefzusters, de uitnodiging voor een bal, een prins en een glazen muiltje. Iedereen herkent in deze ingrediënten het sprookje van Assepoester. Het verhaal zit diep verankerd in ons collectief geheugen. Assepoester is een van de klassieke sprookjes die Jacques Vriens een 21ste-eeuwse update gaf in zijn bundel Grootmoeders grote oren. De ‘In tijden van kinderboekenschrijver moderniseerde het genderneutrale taalgebruik maar maakte de toon ook lichter. paspoorten en Als het even spannend of eng wordt, volgt er verschuivende meteen een grap. Vriens’ tekst vormt nu de basis voor de theatervoorstelling Assepoesters rolpatronen Assepester, bedoeld voor kinderen van 5 tot 105 kan een fee jaar. Met deze voorstelling kiest philharmonie best een zuidnederland ervoor haar eerste lustrum man zijn.’ te vieren met een familieconcert. Het orkest speelt de beroemde muziek die Sergei Prokofiev componeerde voor een ballet over Assepoester. Op het podium staan nu echter geen dansers maar vier acteurs van de Sittardse theatergroep Het Laagland. Die combinatie verraadt al dat deze Assepoester geen traditionele, rechttoe-rechtaan voorstelling is. Vriens komt weliswaar als een klassieke verteller het podium op maar hij heeft zijn ‘Er was eens…..’ amper uitgesproken of hij wordt al in de rede gevallen door de klierende stiefzusters. Even later glijdt hij naadloos in de rol van

Assepoesters vader, die op reis moet en zijn dochter nietsvermoedend achterlaat bij zijn nieuwe vrouw en haar monsterlijk kroost. En hij speelt ook nog de goede fee – want ja, in tijden van genderneutrale paspoorten en verschuivende rolpatronen kan een fee best een man zijn. Anders dan in de meeste sprookjes zijn de personages niet van bordkarton. Ze hebben karakters, eigenaardigheden en zelfs een naam. Zo heet Assepoester in deze versie Elsje en verandert ze van bedeesd meisje in een assertieve jongvolwassene. Haar prins, daarentegen, is een aardstwijfelaar, die zich in een monoloog beklaagt over keuzestress op de dansvloer. En van Assepoesters plaaggeesten is er een duidelijk slimmer dan de ander, wat ook weer zorgt voor onderling gekibbel. Dat de stiefzusters zichzelf ‘de Assepesters’ noemen geeft de traditionele ‘moraal van het verhaal’ een actuele draai. Want onrechtvaardigheid wordt uiteindelijk bestraft en de pesters trekken aan het kortste eind. Aan het ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’ heeft Vriens niets veranderd. Familievoorstelling Assepoesters Assepester. philharmonie zuidnederland met dirigent Arjan Tien, verteller Jacques Vriens, regie Joris Nassenstein en Lennart Monaster. Dirigent Arjan Tien. In samenwerking met Jeugdtheatergezelschap Het Laagland. Van 28 maart t/m 18 april. philhamoniezuidnederland.nl, hetlaagland.nl, jacquesvriens.nl

JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

21


In Talent Lab brengen VIA ZUID en Toneelgroep Maastricht acht jonge makers uit verschillende kunstdisciplines een aantal weken samen zodat ze elkaar aan verdieping kunnen helpen. “We willen ze laten voelen dat twijfel de basis is van alle kunst.” D O O R E M I L E H O L L M A N

GA EN EXPERIMENTEER B

ij de functies van Toneelgroep Maastricht hoort ook het ontwikkelen van jong theatertalent. “In het verleden gaven we elk seizoen een talent de mogelijkheid om een vlakke vloer voorstelling te maken. Je geeft één talent één keer de kans en dat was het dan. Dat vonden we te beperkt”, zegt Paul Slangen, dramaturg van de toneelgroep. Slangen (54) was lange tijd de rechterhand van Johan Simons en Paul Koek bij tal van theatergezelschappen zoals ZT Hollandia, NTGent en De Veenfabriek. Twintig jaar gaf hij onder andere muziektheater aan het Conservatorium in Den Haag. Hij zag in de afgelopen jaren dat theater steeds vaker wordt gecombineerd met muziek, poëzie, design en beeldende kunst. Daarin zag hij meer mogelijkheden om jonge talenten te helpen. Vandaar dat Toneelgroep Maastricht aanklopte bij Saartje Hoogland (32), sinds 2016 werkzaam als creatief producent voor de talent ontwikkelaars van VIA ZUID. Zij studeerde zelf af als regisseur aan de Toneelacademie maar helpt vooral jonge makers hun kunstenaarsbestaan te regisseren. “Ik merk dat jonge makers vaak op zoek zijn naar andere makers omdat ze het belang zien van kruisbestuiving, op zoek zijn naar andere talen en invloeden maar niet weten hoe ze die deuren moeten openen. Laat staan dat ze daar budget voor hebben. Vandaar die gedachte om een pool van jonge makers te organiseren die elkaar kunnen ontmoeten.” Inmiddels is voor de derde keer een groep van (dit keer) acht getalenteerde makers geselecteerd die begin dit jaar vijf weken intensief met elkaar op zullen trekken. Het gebeurt allemaal in de Maastrichtse Bordenhal en ze krijgen er een maandsalaris voor. Saartje Hoogland van VIA ZUID: “De bedoeling is om zoveel mogelijk verschillende disciplines bijeen te krijgen. Het zijn allemaal kunstenaars die niet langer dan vijf

jaar geleden zijn afgestudeerd en die een band met Limburg hebben of op zoek zijn naar verhalen die hier spelen.” Paul Slangen: “Het zijn jonge professionals, want afgestudeerd, collega’s dus. Denk aan een performer van de Toneelacademie, een kostuumontwerpster, een actrice die muziektheater maakt of een acteur die lid is van een rapgezelschap, de meesten werken al een beetje interdisciplinair in hun dagelijkse praktijk. Interdisciplinair zijn betekent eigenlijk dat je er niet naar streeft om de ander te worden maar dat je ernaar streeft geïnspireerd te raken door de ander. Ze zoeken binnen hun eigen veld naar verdieping. Een ontwerper hoeft geen schrijver te worden maar kan wel leren van de methodiek van een schrijver. Je moet ze laten voelen dat onzekerheid en twijfel de basis is van kunst. Dat is eigenlijk het begin van elk creatief proces. Dat je durft toe te geven dat je niet weet wat je moet doen.” “Het lab is er om eens echt te kunnen experimenteren”, zegt Saartje Hoogland. “De eerste groep kreeg de opdracht een eindpresentatie te maken. Daar hebben we een streep door gezet. Sterker nog: de groep mag zelfs geen eindproductie maken, het gaat om de ontwikkeling.” Slangen: “We zeggen: ga uitproberen, leer elkaar kennen, maak slechte dingen.” Hoogland: “Al moeten ze wel een manier verzinnen om die voortgang te tonen aan het publiek tijdens de Museumnacht.” Paul Slangen: “We willen ze laten voelen dat onzekerheid en twijfel de basis zijn van kunst. Dat is

‘Je moet toe durven laten dat je aan het begin van het creatieve proces niet weet wat het eindresultaat zal zijn.’

22

THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019


Cross-over

Talent Lab. foto Moon Saris

Paul Slangen.

Saartje Hoogland.

Tim Scheffer.

eigenlijk het begin van elk creatief proces. In deze tijd zie je dat veel mensen worden opgeleid in een resultaat gerichte mentaliteit. Je moet toe durven laten dat je aan het begin van het creatieve proces niet weet wat het eindresultaat zal zijn.” “Ze hoeven zich er niet druk om te maken of ze de zaal wel vol krijgen of welke tactiek daarbij hoort”, vult Hoogland aan. “Dat ze iets kunnen laten zien tijdens de Museumnacht is fijn omdat er dan niet alleen een publiek op de been is maar ook een publiek dat openstaat voor experiment en vernieuwing.” Beiden zijn blij met de resultaten die zijn geboekt in de vorige groepen van Talent Lab. De makers blijven elkaar opzoeken. Beeldend kunstenaar Marie van Vollenhoven en ontwerper Tim Scheffer vonden bijvoorbeeld een plek bij Toneelgroep Maastricht. Van Vollenhoven maakte projecties bij De vier heemskinderen, Scheffer de decors voor King Lear. Saartje Hoogland: “Daar ben ik supertrots op. Zonder Talent Lab waren ze niet op deze plek terecht gekomen.”

Ontwerper Tim Scheffer toonde in 2017 een autonoom werk tijdens Cultura Nova in Heerlen. Dat trok de aandacht van Jackie Smeets van VIA ZUID. Zij nodigde hem samen met een pianiste, een choreografe, een acteur, een regisseuse een productieleider en een digitaal kunstenaar uit voor het eerste Talent Lab in Maastricht. Naar aanleiding van zijn theatrale installatie Crumpled Entity werd hij opgepikt door Toneelgroep Maastricht waar hij decors maakte voor La Suberba en King Lear. En de installatie Day Dream Space maakte met choreografe Audrey Apers die hij leerde kennen tijdens Talent Lab 2017. “Ik vond het spannend en superleuk. Als autonoom ontwerper ben ik gewend om veel ontwikkeltijd te hebben, bij Talent Lab leerde ik vooral on the spot te werken. Dat ik decors zou gaan maken voor Toneelgroep Maastricht had ik een jaar geleden niet gedacht.” timscheffer.com TALENT LAB 2019: MERLIJN HUNTJENS (DICHTER), HENDRIK KEGELS (PERFORMER), PATRICK HOUSEN (SOUNDARTIST), SIMON BUS (VIDEOKUNSTENAAR), HANNE PIERROT (KOSTUUMMONTWERPER, SCENOGRAAF), STEVEN IVO (ACTEUR, HIPHOPPER), LUCIËNNE VENNER (FILMMAAKSTER, PERFORMER, MUZIKANT) EN KARLIJN HAMER (MAKER EN PERFORMER MUZIEKTHEATER)

Museumnacht Maastricht. Op 12 april. Talent Lab is in de Bordenhal. museumnachtmaastricht.nl, viazuid.com, toneelgroepmaastricht.nl

JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

23


De vrijheid van jazz past bij de Italiaanse pianist Stefano Bollani. Maar het muzikale stamritueel van spelen met een klassiek orkest, zoals binnenkort met de philharmonie zuidnederland in samenwerking met Jazz Maastricht, wil hij niet meer missen. D O O R PA U L VA N D E R S T E E N

Muzikale geesten

Stefano Bollani. foto Valentina Cenni

24

THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019


Muziek

oproepen H

alverwege het gesprek gaat het even over een cruciale keuze tijdens de loopbaan van Stefano Bollani. Trompettist Enrico Rava haalde de pianist over om vol overgave de weg van de jazz in te slaan. Bollani was jong en ongebonden. Wat had hij te verliezen? Neem het risico, zei Rava, terugkeren naar de veiligheid kan altijd nog. De interviewer vraagt of hij op die manier “werd gered van de popmuziek?”. Of is dat al te cru uitgedrukt? “Nee hoor”, vindt Bollani. “Noem het gerust zo. Zonder Enrico zat ik nu misschien nog bekende artiesten uit de mainstream te begeleiden.” Niet dat Bollani (Milaan, 1972) vies is van pop. Bij tijd en wijle speelt hij het nog. Als jazzartiest van wereldfaam gooit hij sowieso het liefst van alles in de blender, van Brazilaanse bossa tot Frank Zappa. Op Piano solo, zijn eerste album voor het vermaarde ECM-jazzlabel uit 2007, stonden bijvoorbeeld behalve eigen composities ook een nummer van The Beach Boys en een variatie op een thema van Sergei Prokofiev. Niet zo heel veel artiesten kunnen zeggen dat ze speelden met de groten van de jazz (onder anderen Lee Konitz, Chick Corea en Path Metheny), klassieke orkesten van faam en artiesten als Jiovanotti. Bollani deed het. Hij schreef ook boeken, naast die over zijn vak ook een roman. Bovendien mag de Italiaanse tv –niet per se Bollani’s wereld– hem graag vragen voor programma’s. De pianist schopte het zelfs tot karakter in de Italiaanse Donald Duck. Voor het spelen met symfonieorkesten werd hij gevraagd. In 2007 nam hij met zo’n groot gezelschap werk van Poulenc op en in 2010 Gershwin. Die laatste cd met het symfonieorkest van Leipzig onder leiding van Ricardo Chailly haalde zelfs als eerste klassieke plaat de top 10 van de Italiaanse

albumlijsten. “Het idee van spelen met een groot orkest wond me op en beangstigde me tegelijkertijd. Helemaal nieuw was het niet. Tijdens mijn jeugdjaren in Florence kreeg ik een klassieke opleiding, vanaf mijn elfde op het conservatorium daar. Maar dat betekent niet dat het vanzelf ging. Ik heb veel geoefend en lange gesprekken gevoerd met de maestro. Chailly vertelde ook wat hij in mijn jazzspel hoorde, zodat hij me durfde te vragen voor spelen met orkest. Dat waren volgens hem vooral mijn harmonische kwaliteiten.” Tijdens zijn drie optredens met de philharmonie zuidnederland in Utrecht, Maastricht en Eindhoven in februari speelt het orkest werk van Prokofiev en Gershwin en brengen ze samen zijn compositie Concerto Azzurro. “Ik schreef het op uitnodiging van dirigent Kristjan Järvi en het Gewandhaus Orchester Leipzig. Inmiddels heb ik het op veel plekken in de wereld gespeeld. Dit wordt de Nederlandse première. Het is een concert in drie delen, dat veel ruimte laat voor mij als solist. De titel maakt duidelijk dat het een eerbetoon is aan azuurblauw, niet alleen de kleur van de hemel en de zee maar ook de kleur die staat voor de vijfde chakra van de yogaleer. Daarin draait het om de expressie, het jezelf kunnen en durven uiten plus het vermogen om te luisteren.” Met Bollani en het symfonieorkest komen niet alleen twee muzikale werelden samen maar ook twee verschillende werkwijzen. “Klassieke musici vertrouwen op hun ogen. Ze lezen de partituur en spelen wat daar staat. Jazzmusici vertrouwen op hun oren. Daarmee volgen ze wat de anderen doen en daar anticiperen ze op. Bij Concerto Azzurro is alles voor het orkest uitgeschreven, maar idealiter gebruiken de leden hun ogen én hun oren.”

JANUARI 2019

Bollani wil zijn klassieke uitstapjes inmiddels niet graag meer missen. Mozart wordt zijn volgende uitdaging. Al weet hij nog niet welk stuk hij op de bühne zal gaan vertolken. “Een jazzsetting heeft iets heel intiems. Je speelt met drie, vier of vijf mensen. Musiceren met een symfonieorkest zorgt voor een heel andere energie. Zo’n gezelschap kan je optillen. Het heeft ook bijna iets ‘Klassieke tribaals. Met de dirigent musici als een soort sjamaan vertrouwen probeer je de geest van op hun ogen. dode componisten op te Jazzmusici wekken, de muziek van de vertrouwen overledene zoveel mogelijk recht te doen.” op hun oren. Bollani zelf is nog Daarmee springlevend. Hij zit erbij, speelt mee als zijn volgen ze Concerto Azzurro wordt wat de uitgevoerd. In wezen is anderen hij daar op het podium doen en met de philharmonie zuidnederland ook een daar anticiperen beetje een sjamaan. Want wat of waar hij ook speelt: ze op.’ altijd klinkt de geest van de muziekgeschiedenis door in zijn spel, van de grote componisten van de klassieke wereld tot de legendes van de jazz. “Maar het blijft ook altijd zaak om de traditie te bevragen, grenzen op te rekken, grenzen te verleggen en grenzen te negeren.” Concerto Azzurro. Stefano Bollani en philharmonie zuidnederland. Op 16 februari in Theater aan het Vrijthof Maastricht en op 17 februari in Muziekgebouw Eindhoven philharmoniezuidnederland.nl

THEATERMAGAZINE JEROEN

25


DE LIJSTJES VAN Stel je voor dat je een huis binnenwandelt. En er ligt een handgeschreven lijstje voor je klaar met de Spartaanse dagindeling van de vorige bewoner, een jezuïetenpriester die zijn dagen minutieus plande. Het overkwam kunstenares Sarah Van Marcke toen ze in 2013 de verlaten woning van broeder Ignace binnen drentelde. Haar project is onderdeel van het Festival van de Controle. D O O R J U D I T H B O E S S E N

J

e organiseert een Festival van de Controle in CCHA/cultuurcentrum Hasselt. Waarom? “Omdat de behoefte aan controle mensen eigen is. Het bestaan is fragiel en onvoorspelbaar en op de meest fundamentele gebeurtenissen in onze levens hebben we vaak weinig invloed. Toch proberen we dat voortdurend, met lijstjes, planningen en schema’s. Soms zelfs tot het leven na de dood. Mensen stellen bijvoorbeeld een wilsbeschikking op. Ik ben verbaasd over hoe uitgebreid en gedetailleerd zo’n testament is. Daarin proef je duidelijk dat het niet alleen gaat om het afhandelen van praktische en financiële zaken. Mensen willen controle over hun nalatenschap, maar ook over hun nagedachtenis.” Had Ignace ook dergelijke richtlijnen? “Zeker, hij heeft zijn huis en landerijen in Stekene nagelaten aan een stichting voor natuurbehoud. Maar er waren veel dwingende voorwaarden: er mocht bijvoorbeeld tien jaar lang niets veranderd worden aan zijn interieur, de tuin en het omliggende bos. De man was namelijk een fervente natuurliefhebber. Hij had veel moeite gedaan om zijn stuk grond in de natuurlijke staat terug te brengen met inheemse boomsoorten en originele struiken en gewassen. Want het perceel dat hij door de jaren heen had gecreëerd, beschouwde hij als zijn levenswerk. Zo op het oog lijkt het nu een gewoon stuk bos, maar dat is slechts schijn. Er is wel degelijk sprake van stilering, daarin ging hij heel ver. Zo had hij bijvoorbeeld een rechtlijnige visuele tunnel gemaakt waardoor hij vanuit zijn woonkamer een tunnelzicht kreeg op een plek voorbij zijn bos. Ook daar mocht natuurlijk niets aan veranderen en in een van de vele notariële aktes had hij beschreven dat dit uitzicht tien jaar behouden moest blijven. In dat testament stond ook dat zijn perceel dienst zou moeten doen als woon- en werkplek voor kunstenaars, en zo kwam ik er terecht.”

26

THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019

In feite had hij een museum voor zichzelf nagelaten? “Ja, want Ignace had alles zeer doelbewust klaargezet voor de bezoekers na zijn dood. Het lijstje op zijn bureau met hierop zijn vaste dagindeling was daar een voorbeeld van. Maar we vonden ook een geïllustreerde handleiding voor het inpakken van zijn bagage. Nu maken veel mensen een briefje voor zichzelf als ze met vakantie gaan, zodat ze niets vergeten. Maar dit was van een andere orde. Ignace had een plattegrond van zijn reiskoffer getekend en dit visueel in drie compartimenten verdeeld. Per laag werd tot in detail beschreven wat hij mee moest nemen en daarbij had hij ook getekend wat de meest ideale manier was om de koffer in te richten. Het was dus veel meer dan het gebruikelijke kattenbelletje, het was het ultieme inpak-lijstje. Diezelfde hang naar totale controle vonden we ook terug in zijn bibliotheek. De man had een ingenieus systeem bedacht om zijn boeken te rangschikken. Normale mensen zetten hun boeken gewoon zo op de plank en als het ze uitkomt zetten ze de werken van dezelfde auteur bij elkaar. Maar

‘De manier waarop hij zijn leven, zijn huis en zijn tuin achter heeft gelaten, dwingt respect af.’


Theater

BROEDER IGNACE

The molding principle van Sarah Van Marcke.

hij had een heel archief systeem bedacht met jaartal, auteursnaam, onderwerp enzovoort. Geen half werk dus.” Dat klinkt bijna als een obsessie? “Ja, dat is het misschien ook, want deze man liet niets aan het toeval over. In een regenton achterin de tuin vond ik half verbrande foto’s. Die vond hij klaarblijkelijk niet geschikt voor vreemde ogen. Ignace was zich bewust van zijn naderende einde en regisseerde zijn nagedachtenis tot in de puntjes. Wat dat betreft was hij ook een van de laatsten van zijn soort want het wissen van gênante foto’s is in ons digitale tijdperk vrijwel onmogelijk geworden. Die blijven tot in de oneindigheid rondzwerven op het web. Ik heb op basis van Google Street View foto’s uit 2009 een uitgave gemaakt (Errors and Residuals, a Visit) waarin zijn

oprit met een zilveren Opel Corsa te zien is. Dat is waarschijnlijk de laatste opname van zijn huis in de originele staat, want na zijn dood is er toch het een en ander aangepast en weggehaald door de stichting die het domein beheert. Niet moedwillig trouwens, maar het is simpelweg onmogelijk om alles precies zo te laten zoals het was. Je kunt de tijd geen tien jaar stilzetten. Dat vind ik soms wel triest want de consequente en zorgvuldige manier waarop hij zijn leven, zijn huis en zijn tuin achter heeft gelaten, dwingt ook respect af. Er zit een zekere schoonheid in.” >>

JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

27


Sarah Van Marcke aan het werk.

Wat krijgen bezoekers straks te zien op het Festival van de Controle? “Het Festival van de Controle onderzoekt het begrip controle. Mijn presentatie draait uiteraard om Ignace en zijn lijstjesgekte maar we gaan dit uitbreiden tot een groepstentoonstelling, lezingen, performances en voorstellingen. Thierry Vandenbussche (curator en partner) is volop bezig om de expositie samen te stellen met hedendaagse kunstenaars die een link hebben met dit thema. Andere kunstenaars hebben het bijvoorbeeld over grote politieke en economische systemen die mensenlevens beheersen. Een van de kunstenaars die meedoet is Kendell Geers. Hij groeide op als blanke Afrikaner onder het apartheidsregime in Zuid-Afrika, en dat is natuurlijk een schoolvoorbeeld van repressie op basis van huidskleur. Als jongere raakte hij betrokken bij de verzetsbeweging van Mandela en vluchtte naar Europa. Zijn werken zijn vaak politiek geladen en gaan over macht en de methodes die regimes inzetten om die te consolideren. Voor het Festival van de Controle laten Ben Van den Berghe en Alexey Shlyk zich inspireren door Edward James, een Britse excentriekeling die in Mexico vorm gaf aan een privé paradijs.” Niet toevallig werkte dit kunstenaarsduo ooit ook, net als Sarah Van Marcke, rond de Limburgse Benedictijner monnik architect Dom Hans van der Laan die in 1991 stierf in klooster Mamelis. Nog een geestelijke die, net als Ignace, op zoek was naar de volmaakte harmonie. Met een mathematische precisie ontwikkelde hij de ideale maatverhouding en noemde dit het plastische getal. Ignace had prima met hem kunnen opschieten. Festival van de Controle. Expo, lezingen, performances, voorstellingen (o.a. Jan Martens en Lisbeth Gruwez) en artists talks. Van 24 maart (opening 16 uur) tot en met 16 juni. Voor hele programmering zie ccha.be./controle, sarahvanmarcke.com

28

THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019

‘Voor het Festival van de Controle laten Ben Van den Berghe en Alexey Shlyk zich inspireren door Edward James, een Britse excentriekeling die in Mexico vorm gaf aan een privé paradijs.’


Theater

Performer Stijn Meuris speelt een hoofdrol in First Contact van Het nieuwstedelijk, een dynamische mix van strips en theater. “The best is not yet to come.” D O O R F O N S G E R A E T S

Stijn Meuris. foto Katrijn Van Giel

First Contact D

e nieuwste voorstelling van Adriaan van Aken, een rock ‘n’ roll-achtig relatiedrama met toneel, muziek en strips, wordt door hoofdrolspeler Stijn Meuris gekenschetst als ‘exemplarisch voor deze tijd’. Meuris (ook popzanger, journalist en televisiemaker) speelt een gescheiden man die zijn levensangsten onderdrukt door zich een slag in de rondte te werken. Plots stelt hij zich de vraag: wat stelt het allemaal voor? Zijn verzuchting ‘Duizenden ‘Mijn mensen omringen me en toch heb ik me zelden personage zo alleen gevoeld’ is volgens Meuris de cruciale ziet voor zin van het stuk. “Ik herken dat. En met mij honderdduizenden anderen. Wellicht heb je het eerst levenservaring nodig om tot dat besef te komen. dat niet In onze ratrace zit de eenzaamheid ingebakken.” De getourmenteerde man doet verwoede alles lukt.‘ pogingen om in contact te komen met zijn ontspoorde puberdochter. Meuris (54): “Het is een thriller, poëtisch met een sacrale sfeer, over de radeloosheid van iemand die beseft: the best is not yet to come. Ook dat is herkenbaar. Ik ben ervan overtuigd dat het beste wèl nog moet komen. Helaas is dat irrelevant geworden. Al zijn mijn toekomstige producties de beste van mijn arbeidzame leven, ze zullen nooit meer als zodanig worden herkend. Ook al maak je op rijpere leeftijd briljant werk, we-hebben-het-gehad! De aandacht is gericht op de dertigers. Die dramatiek voel

ik in dat toneelpersonage zitten: Hier sta ik met al mijn ervaring en expertise. En nu?” Meuris looft de teksten van Adriaan van Aken. “Ze hebben een filmische allure, vol maatschappelijke kilte. Ze gaan tot op het bot, met wiskundige precisie.” Samen met actrice Sara Vertongen neemt hij het stemmenwerk voor zijn rekening. “Onze voordracht benadrukt de verhardende, klinische samenleving waarin geen ruimte is voor teleurstellingen. Alles moet voortdurend lukken. Een thema dat me nauw aan het hart ligt. Mijn personage ziet voor het eerst dat niet alles lukt. Hij probeert op een knullig onbehouwen wijze zijn dochter terug te binden.” De ex-Noordkaapzanger steekt ook pluimen op de hoed van striptekenaar Wilde Vercnocke en muzikant Joris Caluwaerts. “Zijn muziek is fantastisch. Ik krijg kippenvel van zijn live gespeelde composities. Het klopt als een bus.” First Contact. Het nieuwstedelijk. Op 15 maart in C-Mine cultuurcentrum Genk en op 22,23, 26, 27 maart in De Nieuwe Zaal, Hasselt. De app van First Contact is verkrijgbaar bij de Apple App Store. nieuwstedelijk.be, c-minecultuurcentrum.be

JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

29


‘Acteur worden was dus een vak. Dat stelde me gerust. Je kon het gewoon léren.’

30

Eelco Smits. foto Jan Versweyveld THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019


Column

Theaterhart D

it tijdschrift is mede geworteld in Brabant, net als ik. Daarom moest ik aan mijn jeugd in Goirle denken. Hoe ik er terechtkwam weet ik niet meer, maar toen ik een jaar of tien was speelde ik voor het eerst mee met Goirles Volkstoneel. Het volkstoneel speelde in de zomer, in de openlucht. Veelal stukken met een boerse inslag en er werd gespeeld op het erf van een oude boerderij. Voor mijn gevoel werd er eindeloos gerepeteerd. Op maandagavond in het dorpshuis. De postbode was altijd de hoofdrolspeler. Als ik het zo teruglees kan ik bijna niet geloven hoe gemoedelijk het allemaal klinkt, maar er is geen woord van gelogen. Ik zat meestal in de figuratie, want er waren in die stukken veel boerenkinderen nodig die een beetje op het erf zaten te knikkeren of iets dergelijks. Toen ik ouder en ambitieuzer werd had ik geen zin meer om in een boerenkiel te niksen. Wat ik wilde was: tekst leren en scènes spelen. Het was voor mij namelijk inmiddels duidelijk dat ik acteur wilde worden. Ik had alleen geen idee hoe ik dat moest aanpakken. Hoe kon ik in godsnaam van het podium van het Goirles Volkstoneel op dat van de schouwburg in Tilburg terechtkomen? Daar zag ik in de vroege jaren ’90 ontzettend veel toneelstukken. Ik was van bijna alles diep onder de indruk. Ik zag Richard de Derde van Gerardjan Rijnders, met Pierre Bokma. Het bracht me totaal van mijn stuk, al snapte ik er niks van. Ik ben later met de trein naar Eindhoven gegaan om het nog eens te zien, want ik wilde begrijpen wat ik er zo mooi aan vond. Dat ik iets mooi mag vinden zonder het te begrijpen is inmiddels een gedachte die ik koester. Tekst leren en scènes spelen deed ik inmiddels in Tilburg bij De Muze. Via een schoolvriendin was ik daar beland. Eens in de week na school fietste ik daarheen en werkte met een groepje gelijkgestemden onder begeleiding van fantastische docenten aan een toneelstuk. Vaak gebaseerd op situaties uit een puberleven: verliefd worden, buitengesloten worden, anders zijn, etc. Lieve onderwerpen, door ons bloedserieus gebracht tijdens de uitvoeringen voor ouders en vrienden. Op school had een decaan me inmiddels verteld dat er zoiets bestond als een toneelschool. Acteur worden was dus een vak. Dat stelde me gerust. Je kon het gewoon léren. Mensen denken vaak dat acteren gaat over liegen. Dat je goed moet kunnen liegen als je toneelspeelt. Maar acteren heeft met je eigen waarheid te maken. Dat je voelt: dit vind ik bijvoorbeeld van de wereld, van de mens of van de liefde. Wat ik van die zaken vind is nogal veranderd sinds ik op de jeugdtheaterschool zat, maar het worstelen ermee en het zoeken naar een manier om dat vorm te geven op een toneel blijft voor mij hetzelfde. Nu ik ouder word, zijn andere dingen belangrijker dan toneelspelen, maar als ik speel wordt er in principe uit hetzelfde vaatje getapt als toen ik op het toneel stond in de vroege jaren negentig. Nu ik zelf lesgeef, verbaast en ontroert me dat vaak. De jongeren die auditie komen doen voor de toneelschool zijn hetzelfde als ik toen was. Ze kijken naar de wereld op een manier die anders is dan die van de meeste mensen in hun omgeving, en ze moeten iets doen met dat gevoel. Dat is nog altijd één van de mogelijke verklaringen die ik geef als iemand me vraagt waarom ik acteur ben geworden. In al die jonge mensen begint een theaterhart op dezelfde manier te kloppen. Dat vind ik persoonlijk een geweldige en troostrijke gedachte.

‘Mensen denken vaak dat acteren gaat over liegen. Dat je goed moet kunnen liegen als je toneelspeelt. Maar acteren heeft met je eigen waarheid te maken.’

EELCO SMITS Acteur Eelco Smits (Tilburg, 1977) studeerde in 2001 af aan de Toneelacademie Maastricht. Hij speelde voor het RO Theater en is sinds 2015 vast verbonden aan het ensemble van het Internationaal Theater Amsterdam. Dat jaar ging ook zijn theatermonoloog Song from Far Away in São Paulo in première die Simon Stephens speciaal voor hem schreef. Smits speelde in speelfilms en televisieseries. In oktober werd hij door collega Jacob Derwig onderscheiden met de Paul Steenbergenpenning.

JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

31


DE JEROEN PARTNERS TIPPEN DÉ VOORSTELLINGEN EN CONCERTEN VAN DIT VOORJAAR

DANS / ANNE

TERESA DE KEERSMAEKER, JEAN-GUIHEN QUEYRAS / ROSAS – MITTEN WIR IM LEBEN SIND / BACH 6 CELLOSUITES Bachs Cellosuites worden beschouwd als een mijlpaal in de Westerse muziekgeschiedenis, mede door hun ingenieuze architectuur, dansante ritmiek en tijdloze schoonheid. Opnieuw blijkt Anne Teresa De Keersmaekers affiniteit met Bach en haar streven naar een choreografische taal die de essentie van Bachs muziektaal vat. De zes suites, uitgevoerd door de wereldbefaamde cellist Jean-Guihen Queyras, worden gepresenteerd in een choreografie voor drie dansers en twee danseressen, waaronder De Keersmaeker zelf. Op 19 februari om 20.15 uur in de Warande in Turnhout. warande.be

The Sea Within in cultuurcentrum Hasselt. foto Danny Willems

ROSAS - RAIN Herneming van het meesterwerk van Anne Teresa De Keersmaeker. Een ware hoogmis van de pure dans: vitaal, wervelend en uitbundig. Op 19 februari om 20.15 uur in C-mine cultuurcentrum Genk. c-minecultuurcentrum.be

NEDERLANDS DANS THEATER 2 SETTLE FOR MORE Veertig jaar geleden werd NDT 2 opgericht voor jonge dansers. Door de jaren heen ontwikkelde de groep zich tot een zelfstandig gezelschap. In Settle for More laten ze zien wat ze waard zijn met o.a. werk van Hans van Manen. Op 13 maart in Parktheater Eindhoven. parktheater.nl

LISBETH GRUWEZ/VOETVOLK THE SEA WITHIN Gruwez bevestigde de voorbije jaren (internationaal) haar status van straffe choreografe en danseres. The sea within met 10 danseressen is een magnetiserende voorstelling en een indrukwekkend voorlopig orgelpunt in een zich ontvouwend oeuvre. Op 21 mei om 20.00 uur in cultuurcentrum Hasselt. ccha.be foto Anne van Aerschot

32

THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019


DANS / CAS

PUBLIC - NOT QUITE MIDNIGHT

Na het verbluffende Variations S en de even

knappe mix van klassiek ballet en street art/ hiphop dance in Symphonie dramatique stelt Cas Public in Belgische première hun allernieuwste productie voor in CCHA. Choreografe Hélène Blackburn duikt met zes excellente dansers in een wereld die tot ons collectieve geheugen hoort: die van de sprookjes, de magie, de emoties. Maar net zo goed in een ongelijke wereld waar onrechtvaardigheid en onderdrukking de plak zwaaien. Op 1 maart om 20.00 uur in cultuurcentrum Hasselt. ccha.be, krokusfestival.be

PHILHARMONIE ZUIDNEDERLAND – TURANGALÎLA-SYMFONIE: LOFZANG OP DE LIEFDE Het meest exotische en extatische liefdeslied uit de 20e eeuw. Dat is Messiaens Turangalîla-Symfonie. Vanwege zijn omvang zelden opgevoerd en te zien. Een must see en must hear pur sang! Op 19 januari om 20.00 uur in Theater a/h Vrijthof in Maastricht (als afsluiting van de Franse Componistendag) en op 20 januari om 14.15 uur in Muziekgebouw Eindhoven. philharmoniezuidnederland.nl

BELGIAN NATIONAL ORCHESTRA O.L.V. HUGH WOLFF & KIT ARMSTRONG (PIANO) - BEETHOVENS 3DE PIANOCONCERTO De 25-jarige protégé van Alfred Brendel spreidt zijn briljante pianospel tentoon met het derde pianoconcerto van Beethoven. Dit is het derde concert in de reeks Quintessence met alle pianoconcerti van Beethoven. Op 14 februari om 20.00 uur in cultuurcentrum Hasselt. ccha.be

JOSHUA REDMAN & STILL DREAMING (VS) De gereputeerde Amerikaanse saxofonist Joshua Redman komt naar de Warande! Redman startte zijn carrière begin jaren negentig en vormde al snel eigen groepen met vooraanstaande muzikanten onder wie Charlie Haden, Pat Metheny en Brad Mehldau.

PHILHARMONIE ZUIDNEDERLAND MET JEUGDTHEATERGEZELSCHAP HET LAAGLAND - FAMILIECONCERT ASSEPOESTERS ASSEPESTERS Assepoesters Assepesters is een prachtige jubileumvoorstelling van philharmonie zuidnederland voor jong en oud. Met de bekende kinderboekenschrijver Jacques Vriens.

Op 21 februari om 20.15 uur in de Warande in Turnhout. warande.be

Op 28 maart om 19.00 uur in Theater a/h Vrijthof Maastricht, op 29 maart om 19.00 uur in Muziekgebouw Eindhoven, op 30 maart om 15.00 uur in Concertzaal Tilburg, op 16 april om 18.30 uur in De Maaspoort in Venlo, op 17 april om 15.00 uur in Chassé Theater Breda en op 18 april om 19.00 uur in Theater Heerlen. philharmoniezuidnederland.nl

OPERA2DAY & NEDERLANDSE BACHVERENIGING - VIVALDI: DANGEROUS LIAISONS In deze moderne barokopera komen Vivaldi’s meest opwindende aria’s samen op een nieuw libretto, gebaseerd op de roemruchte briefroman Les Liaisons Dangereuses. Een Vivaldi voor deze tijd! Op 14 maart in Parktheater Eindhoven. parktheater.nl

LEYLA MCCALLA (VS) THE CAPITALIST BLUES Leyla McCalla is een Haïtiaans-Amerikaanse muzikante die woont in New Orleans. Haar muziek is sterk beïnvloed door traditionele Creoolse en Haïtiaanse muziek, cajun en Amerikaanse jazz en blues.

AZIZA BRAHIM Maak kennis met deze bevlogen zangeres en noodzakelijke stem uit de Westelijke Sahara. Ze is niet alleen een geweldige muzikante, maar ook een activiste en woordvoerster van de Saharawi bevolking. Op 29 maart om 20.15 uur in de Warande in Turnhout. warande.be

Op 22 maart om 20.15 uur in de Warande in Turnhout. warande.be

Aziza Brahim. foto Chuillem Moreno JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

33


MUZIEK / PHILHARMONIE

ZUIDNEDERLAND – LABÈQUES SPELEN MOZART Een concert met louter superlatieven: ’s werelds beste pianoduo (aldus de New York Times) - de gezusters Labèque - , ’s werelds grootste componist - Mozart - en ’s werelds beroemdste klassieke stuk - de Vijfde van Beethoven. Dat is Klassiek met een hoofdletter K. En dat onder leiding van ‘coming man’ dirigent Karel Deseure. In alle opzichten een concert om niet te missen! Op 31 mei om 20.00 uur in Theater a/h Vrijthof, op 1 juni om 20.15 uur in Muziekgebouw Eindhoven en op 2 juni om 18.00 uur in Eurogress Aachen. philharmoniezuidnederland.nl Karel Deseure. foto Hans van der Woerd

PHILHARMONIE ZUIDNEDERLAND LIZA FERSCHTMAN SCHITTERT IN BERNSTEIN Bernsteins meeslepende serenade schittert nog meer in Ferschtmans handen. En dirigent Jamie Phillips zal in Dvoráks Zevende Symfonie vooral het Boheemse woud laten glanzen. James Heater. foto Fabrice Bourgelle

JAMES HEATHER + LUKE HOWARD + MARTIN KOHLSTEDT Absolute aanrader voor liefhebbers van het werk van de apostelen van de hedendaagse klassiek als Nils Frahm, Joep Beving en Jóhann Jóhannsson.

Op 10 mei om 20.00 uur in Theater a/h Vrijthof Maastricht, op 11 mei om 20.30 uur in Concertzaal Tilburg, op 12 mei om 14.15 uur in Theater aan de Parade Den Bosch, op 17 mei om 20.30 uur in Chassé Theater Breda, op 18 mei om 20.00 uur in Theater Heerlen en op 19 mei om 14.15 uur in Muziekgebouw Eindhoven. philharmoniezuidnederland.nl

Op 5 april om 20.00 uur in Theater a/h Vrijthof Maastricht en op 6 april om 20.15 uur in Muziekgebouw Eindhoven. philharmoniezuidnederland.nl

34

THEATERMAGAZINE JEROEN

O.a. nog op 15 januari in Theater Heerlen en op 17 januari in Theater Speelhuis Helmond. hzt.nl

HET NIEUWSTEDELIJK - ESPERANTO Eerste voorstelling van audiomaker Lucas Derycke, gebaseerd op zijn ervaringen als vrijwilliger in een Grieks vluchtelingenkamp en een ontmoeting met een oude Esperantist. Theater met een stevige vleug audio over de de botsing tussen droom en daad. Op 15 januari in CC De Bogaard Sint Truiden, op 28 januari in C-mine Genk, op 9 en 10 februari in De Nieuwe Zaal Hasselt en op 28 februari in CC Leopoldsburg. nieuwstedelijk.be

Op 29 maart om 20.00 uur in cultuurcentrum Hasselt. ccha.be/pianodays

PHILHARMONIE ZUIDNEDERLAND BERLIOZ’ SYMPHONIE FANTASTIQUE Berlioz’ beroemde Symphonie Fantastique met chef-dirigent Dmitri Liss. De eerste uitvoering was een ramp, net als Berlioz’ huwelijk. Vandaag de dag is het een symfonie die je gehoord moet hebben!

HET ZUIDELIJK TONEEL / NICOLE BEUTLER PROJECTS / RUDOLPHI – LIEFDESVERKLARING (VOOR ALTIJD) Veelgeprezen voorstelling met o.a. Cas Enklaar en René van ’t Hof, die hun liefde (en soms haat) voor het publiek tonen.

CIRCUS KATOEN - AS HEAVY AS IT GOES In As heavy as it goes onderzoekt Circus Katoen de verschillende aspecten van fysieke arbeid. Evenwicht en gewicht zorgen voor een uniek spektakel. Op 6 januari om 20.15 uur in C-mine cultuurcentrum Genk. c-minecultuurcentrum.be

HET NIEUWSTEDELIJKGESPREK MET DE REGEN Een koppel verliest hun kind. Zij stort zich op haar werk, hij wandelt door de moessonregens in Singapore, ziet zijn dochter verschijnen in de regen en start een gesprek. Ontroerende voorstelling over verlies en liefde. Op 17 januari in CC Diest en op 18 januari in CC De Adelberg in Lommel. nieuwstedelijk.be

JANUARI 2019


BENJAMIN VERDONCK/ TONEELHUIS – AREN In AREN neemt Verdonck het publiek mee op tocht langs een parcours van installaties, een miniatuurtheater en een wunderkammer. Onderdeel van de reeks pro-portie, een aantal kleinschalige voorstellingen in een microkosmos van maquettes, projectie en objecten.

THEATER / HET

ZUIDELIJK TONEEL / STEFAAN VAN BRABANDT - SPINOZA

Nummer drie in de Filosofenreeks van HZT en de Vlaamse filosoof/theatermaker Stefaan Van Brabandt. Monoloog over onze bekendste filosoof, nog altijd brandend actueel. Spinoza toont dat er geen kloof kan zijn tussen overtuiging en eigen leven. Met Han Kerckhoffs als Spinoza.

Op 22 januari om 20.00 uur in cultuurcentrum Hasselt. ccha.be

Première op 31 januari in Theaters Tilburg, daarna o.a. op 12 februari in Ainsi in Maastricht, op 15 februari in de Verkadefabriek Den Bosch, op 20 februari in de Maaspoort Venlo en op 30 maart in Theater Heerlen. hzt.nl

HET NIEUWSTEDELIJK - TRAGE SUIKERS Een blik in de keuken van theaterhuis Het Nieuwstedelijk met een soirée composée vol spelers, muzikanten, zangers, wetenschappers, dichters, schrijvers tijdens een avond vol tekst, muziek, debat, theater en audio. Op 1 februari in C-mine cultuurcentrum Genk. nieuwstedelijk.be

TONEELGROEP MAASTRICHT ICH BAU DIR EIN SCHLOSS Actrice Mieneke Bakker is weer te zien in het door pers en publiek bejubelde Ich bau dir ein Schloss. Samen met journalist Wiel Beijer schreef zij dit streekverhaal over hun geboortegrond, de vroegere Oostelijke Mijnstreek, die ze hebben zien veranderen van economisch hart naar krimpregio. Een ode aan een niet vergeten verleden en een gooi naar een gedroomde toekomst Op 1 en 2 februari om 20.00 uur in De Domijnen in Sittard. domijnen.nl

HET ZUIDELIJK TONEEL / BOG. IEMAND DIE SLAAPT Muzikale voorstelling waarin BOG. de woorden van hun grote inspiratiebron, schrijver Georges Perec, omzet in een voorstelling die de eenzaamheid van het menselijk bestaan prachtig voelbaar maakt. O.a. nog op 5 februari in Theater a/h Vrijthof Maastricht, op 19 februari in cultuurcentrum Hasselt en op 26 februari in Parktheater Eindhoven. hzt.nl

foto Roel van Berckelaer

THEATER / THEATER

UTRECHT - CALIGULA

Regisseur Thibaud Delpeut ensceneert zijn veelgeprezen vertolking uit 2014 van de legendarische toneelklassieker Caligula van Albert Camus nu voor de grote theaterzalen. Als zijn zus en geliefde is gestorven, ontsteekt er een storm in het hoofd van de jonge, onervaren keizer Caligula. In deze inventieve enscenering onderwerpt Caligula zijn onderdanen aan een gruwelijk experiment: leven in het licht van de dood. Wordt Caligula werkelijk waanzinnig? Of juist een angstaanjagend eerlijk heerser die weigert te huichelen? Op 14 februari in Parktheater Eindhoven. parktheater.nl

JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

35


Vuur van Het Nieuwstedelijk. foto Katrijn van Giel

THEATER / HETPALEIS / SIMON

DE VOS WAT IS DE WAT Een razend spannende biografie over een jonge Soedanees die van de ene op de andere dag zijn thuisland moet ontvluchten. Een verhaal over de onaflatende wilskracht van de mens en de hoop op een nieuwe toekomst. Aangrijpend theater over emoties, maatschappelijke betrokkenheid en een kritische blik op de actualiteit, voor jongeren van nu. Op 19 februari om 20.15 uur in C-mine cultuurcentrum Genk. c-minecultuurcentrum.be

foto Diego Franssens

36

THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019


THEATER / DE

NIEUWE ZAAL – VERKIEZINGSKOORTS

Scènes uit een huwelijk bij Warande in Turnhout en Parktheater Eindhoven. foto Jan Versweyveld

INTERNATIONAAL THEATER AMSTERDAM - SCÈNES UIT EEN HUWELIJK Johan en Marianne lijken het perfecte koppel, maar scène na scène wordt dit mooie beeld systematisch ontmanteld. U beweegt zich door het decor en volgt verleden, heden en toekomst van een liefdespaar. Het Internationaal Theater Amsterdam (voorheen Toneelgroep Amsterdam), herneemt de succesvoorstelling van Ingmar Bergman, in een regie van Ivo van Hove, na veel lof van publiek én van de internationale pers. Op 6, 8 en 9 februari om 20.30 uur in Parktheater Eindhoven, op 1 en 2 maart om 20.15 uur in De Warande in Turnhout. parktheater.nl, warande.be

TONEELGROEP MAASTRICHT NOEM HET MAAR LIEFDE Anniek Pheifer en Jeroen Spitzenberger spelen de hoofdrollen in Noem het maar liefde, een nieuwe toneeltekst van Ilja Leonard Pfeijffer, geïnspireerd op Arthur Schnitzlers Reigen. Artistiek leider Michel Sluysmans regisseert met Noem het maar liefde een hilarische en ontroerende reis langs bedrog, eenzaamheid, verleiding, verlangen en intimiteit. Van 8 maart t/m 1 juni in de theaters. toneelgroepmaastricht.nl

ERHAN DEMIRCI - WA MAKE? Na Komt Goed! over de aanslagen in Brussel, zoekt Erhan nu uit hoe we met elkaar omgaan. Wa make?, ofwel, ‘hoe gaat het?’, heerlijke humor, in première in Genk! Op 9 maart om 20.15 uur in C-mine cultuurcentrum Genk. Op 1 juni om 20.15 uur in de Warande Turnhout. warande.be c-minecultuurcentrum.be

HET ZUIDELIJK TONEEL / ALLES VOOR DE KUNSTEN / LIKEMINDS - SHIRT UIT FAHD! Theatermaker Fahd Larhzaoui trok in 2014 met zijn solo Schijn bomvolle zalen. In deze nieuwe voorstelling bekijkt hij weer even scherp zijn eigen lot. O.a. op 15 maart in Theaters Tilburg, op 29 maart in Chassé Theater Breda en op 18 april in de Maaspoort Venlo. hzt.nl

PAUL DE MUNNIK - GOED JAAR Paul de Munnik vindt het heerlijk om intiem, verhalend en muzikaal theater te maken, dicht bij u. De muziek van Goed Jaar varieert van uitgesproken pop, rock, Westcoast, New Orleans-achtige groove, soul en blues naar chanson en het theaterlied. Op 25 maart in Parktheater Eindhoven. parktheater.nl

TONEELGROEP MAASTRICHT & VIA ZUID - TALENT LAB Tijdens Museumnacht Maastricht 2019 zetten de jonge talenten van Talent Lab hun laboratoriumdeuren open. Ze presenteren in korte performances het resultaat van hun samenwerking die ze gedurende een maand zijn aangegaan. Op 12 april om 20.00 uur in de Bordenhal in Maastricht. toneelgroepmaastricht.nl

HET ZUIDELIJK TONEEL / SUZE MILIUS - KUBRICK Zijn we beesten, of worden we tot beesten gemaakt? Jonge theatermaker Suze Milius verrast met een monumentale voorstelling over filmregisseur Stanley Kubrick, zijn esthetiek en zijn gewelddadige wereldbeeld. O.a. op 18 april in Parktheater Eindhoven, op 25 april in cultuurcentrum Hasselt, op 3 mei in Theater Heerlen en op 11 mei in Theater Speelhuis Helmond. hzt.nl

JANUARI 2019

Een maand voor de Europese, Belgische en Vlaamse verkiezingen en de verkiezing van de Nederlandse Eerste Kamer loopt de verkiezingskoorts hoog op. Daarom organiseert Het nieuwstedelijk een maand vol politiek theater en verdiepend debat. Omdat we kritisch moeten zijn, maar hoopvol willen blijven. Met o.a. Fight Night van Ontroerend Goed, de crisistrilogie van Stijn Devillé en als hoogtepunt De Kiezer Beslist van Adriaan Van Aken op verkiezingsdag, zondag 26 mei in De Nieuwe Zaal Hasselt. nieuwstedelijk.be

HET NIEUWSTEDELIJK - VUUR 23 jongens lieten het leven in de internaatsbrand van Heusden-Zolder in 1974. Theatermaker Christophe Aussems interviewde 41 jaar later overlevenden, hulpverleners en nabestaanden en onderzocht hoe deze gebeurtenis nog steeds nazindert. Een beklijvende voorstelling. Voor het laatst op tournee. Op 19 & 20 april in De Nieuwe Zaal Hasselt, op 2 mei in CC De Kimpel in Bilzen, op 3 mei in GC De Markthallen in Herk-de-stad, op 4 mei in CC De Kruisboog in Tienen, en op 6 en 7 juni in CC Muze in Heusden-Zolder. nieuwstedelijk.be

FABULEUS ISM JAN MARTENS / GRIP - PASSING THE BECHDEL TEST Dertien jongeren kruipen in elkaars huid en in die van vrouwelijke auteurs en persoonlijkheden van vroeger en nu, van Woolf over Winterson tot Sontag, Solnit en Solange. Op 30 april om 20.15 uur in C-mine cultuurcentrum Genk. c-minecultuurcentrum.be

THEATERMAGAZINE JEROEN

37


Noem het maar liefde kick off onder leiding van Michel Sluysmans in Amsterdam. foto’s Bjorn Frins

38

THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019


Achter de façade van opgewekte welvaart, op Facebook geëtaleerd succes en aangedikte Parship-profielen hunkeren we allemaal naar liefde en geborgenheid. Toneelgroep Maastricht tilt Arthur Schnitzlers schandaalstuk Reigen naar de 21ste eeuw.

Theater

DOOR EDO DIJKSTERHUIS

[ GEBORGENHEID IN DE HOTELKAMER ] W

enen rond 1900 was een glinsterende magneet. De economie draaide als een tierelier en er was werk voor iedereen. Opera, theater en beeldende kunst konden rekenen op steun en aandacht van de gegoede burgerij. Maar deze voorspoed had ook een keerzijde. Arbeiders dreigden hun huis kwijt te raken aan onbetaalbare stadsuitbreiding. Onzekerheid en onvrede wakkerden antisemitische onderbuikgevoelens aan. De druk van het moderne leven zorgde op grote schaal voor depressie en als hysterisch bestempelde vrouwen belandden op de sofa van Sigmund Freud en andere psychotherapeuten. Er wierpen zich zoveel zelfmoordenaars in de Donau dat het bijna een kijksport werd. Eigenlijk lijkt de Oostenrijkse hoofdstad van toen best veel op het Nederland van nu. Ook wij hebben te maken met xenofobie en angst voor de gevolgen van een technologische revolutie die ons ongekende welvaart heeft gebracht. We netwerken met de halve wereld, de media die iedere vrije minuut opslorpen heten godbetert ‘sociaal’, maar we bereiken en begrijpen elkaar steeds minder goed. Die historische parallel deed regisseur

Michel Sluysmans teruggrijpen naar zijn beduimelde exemplaar van Reigen. Hij kende het toneelstuk van Arthur Schnitzler sinds de toneelschool en wilde er al jaren iets mee doen. Opvoering van Reigen was tot 1982 verboden. De schrijver was zo geschrokken van alle ophef bij de première in 1920 dat hij het stuk zelf in de ban deed. De tien akten van Reigen beschrijven een estafette van seksuele ontmoetingen. Het hoertje geeft de soldaat een beurt en die vlindert door naar de dienstmaagd. De dienstmaagd legt het aan met de jonge heer, die op zijn beurt doorschuift naar de jonge vrouw. Enzovoort tot de kring rond is en het hoertje weer aan de beurt is. Jong en oud, rijk en arm, alle rangen en standen komen elkaar tegen en doen het met elkaar. Het is een dwarsdoorsnede van de Weense maatschappij die op zoek is naar contact en een beetje warmte tussen de lakens. Het is tevergeefs: de intimiteit is inwisselbaar. Reigen is eerder opgevoerd in Nederland. In 1999 bracht De Paardenkathedraal het stuk op de planken en tien jaar later Dood Paard. Beide keren werd de oorspronkelijke, vertaalde tekst van Schnitzler aangehouden en lag de nadruk op liefdeloze lust, op seks als verdovingsmiddel. Daar waar Schnitzler

JANUARI 2019

regels X-en in de tekst geschreven had om een vrijpartij aan te duiden, gingen de acteurs ongegeneerd los. Zelfs voor een hedendaags theaterpubliek dat echt wel wat gewend is, was deze ‘Het is piemelparade soms iets te een dwarsexpliciet. doorsnede De voorstelling van Toneelgroep van de Maastricht is pertinent anders. Weense Zelfs de titel is vervangen. maatschappij Noem het maar liefde is eigenlijk een heel nieuw die op zoek werk, losjes gebaseerd op is naar het staketsel van Schnitzlers contact en schandaalstuk maar stevig een beetje geworteld in het Nederland van warmte nu. Het is meer dan een ‘Reigen tussen de 2.0’ want structuur, tekst en vormgeving zijn allemaal door lakens.’ de gehaktmolen gehaald. Noem het maar liefde is niet eens ‘naar Arthur Schnitzler’ maar op zijn hoogst ‘gemaakt met dank aan’. Voor deze voorstelling werkt ideeënmaker Sluysmans samen met tekstenmaker Ilja Leonard Pfeijffer, die de Toneelschrijfprijs kreeg voor hun vorige samenwerking, het Shakespeariaanse koningsdrama De advocaat. Ook de vormgeving is weer in >>

THEATERMAGAZINE JEROEN

39


(vlnr) Elisabeth De Loore, Jouman Fattal, Anniek Pheifer, Jeroen Spitzenberger, Michel Sluysmans (regie), Viktor Griffioen (ook muziek), Jan Paul Buijs

dezelfde handen. Beeldenmaker Michiel Voet ontwierp het toneelbeeld terwijl Pfeijffer – pas op het laatste moment beschikbaar vanwege een roman die eerst af moest – nog druk aan het schrijven was. Voet situeert de keten aan ontmoetingen in een hotel. In een hotel ontmoeten vreemden elkaar, wordt vreemdgegaan en werken prostitués, vieren stellen hun trouwdag of maken er ruzie. In de lobby is iedereen nog neutraal, die ruimte behoort nog tot de openbare ruimte, maar zo’n kamer-voor-één-nacht met een Do not disturb-kaart aan de klink is het toppunt van privacy. De kelder kan een plek zijn voor clandestiene ontmoetingen maar ook een hippe club huisvesten waar paradijsvogels baltsen op de maat van zwoele beats. Het penthouse is weer meer iets voor de CEO met zijn secretaresse of een verveelde rocker en een oververhitte groupie. Tussen verdiepingen -2 en 22 kan alles gebeuren, van puberale ontmaagding tot uit de hand gelopen werkbespreking. Voets hotel is abstract en wordt neergezet met eenvoudige middelen. De videowand kan uitzicht bieden over de nachtelijke metropool, dienst doen als scherm in een Skype-gesprek of transformeren tot buitenmaats aquarium. Aan het plafond hangen rijen balken, vergelijkbaar met de mobiles die behoren tot de standaardinrichting van hotelentreehallen wereldwijd. Ze kunnen op en neer bewegen waardoor transparante wanden en kamers ontstaan. De belangrijkste bijdrage van Voet bestaat uit zes T-vormige, houten blokken. Rechtop lijken de manshoge rekwisieten op pilaren. Tegen elkaar aangeschoven worden het zitjes en in platte toestand is er eenvoudig een bed van te maken. Maar ze kunnen ook dienst doen als bar, bad of kast. Wie het wil

40

THEATERMAGAZINE JEROEN

zien kan het multifunctionele modulaire systeem ook nog een symbolische waarde toekennen. Een T is immers ook een splitsing, waar twee wegen zich scheiden, of juist bij elkaar komen. Het stuk begint met de acteurs als leden van een bandje. Anniek Pheifer, Jeroen Spitzenberger, Jan Paul Buijs, Jouman Fattal, Viktor Griffioen, Elisabeth De Loore vormen een sextet – uiteraard. Die omlijsting past bij de muziektheatrale traditie van Toneelgroep Maastricht maar doet ook denken aan de hotellobbyorkesten die in de jaren zeventig onder een glitterbal in de sleazy etablissementen van Las Vegas stonden te musiceren. Onder leiding van Griffioen spelen ze een breed repertoire, van zijige liefdesliedjes tot een schlager die uitmondt in Rammstein-achtig beukwerk. Een voor een maken de acteurs zich los uit de groep, die functioneert als dramaturgische vluchtheuvel, om hun rollen aan te nemen en het spel van de liefde te spelen. Net als de muziek springt de taal in Noem het maar liefde alle kanten op. Taalvirtuoos Pfeijffer noemde het schrijfproces ‘literair apenkooien’. Hij varieert in lengte, vorm en stijl. Schnitzlers oorspronkelijke structuur van tien, ongeveer even lange akten is losgelaten. De scènes kunnen kort en vurig zijn maar ook lang uitgesponnen. Eén ding is gelijk gebleven: het komt uiteindelijk tot seks. Ook de personages hebben bij Pfeijffer een update gekregen. Soldaten, graven en dienstmaagden zijn niet meer zo van deze tijd. Evenmin als de strikt heteroseksuele rolbezetting van het originele stuk. In Noem het maar liefde kunnen ontmoetingen ook plaatsvinden tussen twee mannen, twee vrouwen of, waarom ook niet, drie of meer personen. Zij verleiden elkaar,

JANUARI 2019

zoeken bevestiging, lijden heel hedendaags aan Tinder-stress en pornovervorming. Manipulatief gedrag is ze niet onbekend en dat neemt soms onfrisse vormen aan die niet zonder gevolgen blijven. We leven immers in het tijdperk van #MeToo, aangezwengeld door het wangedrag van filmproducent Harvey Weinstein die zijn ‘We leven slachtoffers bij voorkeur trof in het in hotelkamers. tijdperk van Pfeijffer en Sluysmans bieden de kijker houvast in #MeToo, aangezwen- deze copuleercarrousel in de vorm van een echtpaar geld door dat de hele voorstelling het meegaat. Gaandeweg wangedrag worden deze man en vrouw van filmouder, verandert hun relatie producent en daarmee hun seksuele omgang. Ze gaan van verliefd Harvey gefrunnik en hebberige Weinstein geilheid naar functionele die zijn voortplantingsdaad en slachtoffers tenslotte tederheid met een bij voorkeur wekelijkse onderhoudsbeurt trof in om de relatie levend te hotelkamers.’ houden. Het contrast tussen die lange, steeds evoluerende levenslijn en de korte ontmoetingen in het hotel raakt aan de kern van het stuk. Want die is niet pornografisch of cynisch maar existentialistisch en moreel. Noem het maar liefde stelt de vraag naar onze rol in een wereld gevuld met schone schijn. Zijn we onszelf of spelen we een versie van onszelf? Noem het maar liefde. Toneelgroep Maastricht. Première: zondag 10 maart 2019 in Theater aan het Vrijthof, Maastricht. Daarna tournee Nederland & België van 7 maart t/m 1 juni. toneelgroepmaastricht.nl


Hoe transformeer je een roman over een mijmerend, vooral in haar hoofd levend personage in een bekijkenswaardige toneelvoorstelling? Janine Brogt ging aan de slag met Kom hier dat ik u kus .

Theater

DOOR EDO DIJKSTERHUIS

Mona en haar satellieten H

et was een pittige uitdaging die dramaturg Janine Brogt aanging toen ze ja zei tegen de bewerking van Kom hier dat ik u kus. De bestseller van Griet Op de Beeck is een psychologische roman over Mona als kind, jonge vrouw en 35-jarige volwassene. De Vlaamse auteur beschrijft hoe de hoofdpersoon opgroeit omringd door ouders, een broertje, een minnaar en collega’s. Mensen met geheimen en gebreken. Mensen die beschadigd zijn en daarom ook anderen schade toebrengen.

Kom hier dat ik u kus leverde Op de Beeck ‘Als twee delen optredens in De Wereld Draait Door op en een uitverkiezing tot boek van de maand. van een groter De paperbacks vlogen de winkel uit. Bij geheel schuren signeersessies stonden lezers huilend bij de auteur aan tafel, zoveel herkenbaars zit er in en botsen ze, willen ze soms het verhaal. Mona’s introverte worsteling met tegengestelverantwoordelijkheid, schuld en eigenwaarde de dingen maar gedijt goed op papier. Maar de intimiteit van een boek, een één-op-één relatie tussen kunnen ze niet schrijver en lezer, werkt niet in een zaal met zonder elkaar.’ veelkoppig publiek. Die collectieve ervaring vraagt om een andere beeldtaal, een andere dynamiek. Daarom nam Brogt een radicale beslissing: ze hakte Mona doormidden. Van begin tot einde wordt zij gespeeld door twee actrices die gelijktijdig op het toneel staan. Als Mona jong is verleent dat dubbele ego haar kracht. Maar naarmate ze ouder wordt, is ze haar eigen grootste criticus en zit zij zichzelf behoorlijk in de weg. De actrices die Mona vertolken in de regie van Mirjam Koen lijken op het eerste gezicht op elkaar. Sophie van Winden en Kirsten Mulder zijn allebei blond en atletisch. Maar waar Van Winden ietwat dromerig overkomt, is Mulder de nuchterheid zelve. Als twee delen van

een groter geheel schuren en botsen ze, willen ze soms tegengestelde dingen maar kunnen ze niet zonder elkaar. Met de overige personages in Kom hier dat ik u kus – de satellieten rond Mona – heeft Brogt het tegenovergestelde gedaan. Terwijl Van Winden en Mulder welbeschouwd een halve rol spelen, vertolkt de rest van de cast twee rollen. Mona’s jongere broertje, voor wie zij beschermend optreedt, wordt gespeeld door dezelfde acteur die ook haar collega gestalte geeft. Eenzelfde verdubbeling geldt voor de dominante vader en de controlerende minnaar. Het indikken van identiteiten zorgt ervoor dat de nadruk komt te liggen op Mona. Het gaat immers om haar, hoe zij gevormd wordt door haar omgeving en zich er uiteindelijk van losmaakt.

Kom hier dat ik u kus - Sophie van Winden, Kirsten Mulder, Dragan Bakema, Oda Spelbos e.a. Op 1 maart in Parktheater Eindhoven. parktheater.nl

JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

41


Tijdens het dansfestival Schrit_tmacher krijgen jonge choreografen de kans om te laten zien wat hen bezighoudt. “Het is goed om je pad niet te solide te maken.� D O O R E M I L E H O L L M A N

Beiden zouden verder over de wereld kunnen reizen om zich te ontplooien maar ze hebben de kansen gegrepen die hen zijn geboden.

Mami Izumi en Roshanak Morrowatian. foto Moon Saris

42

THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019


Dans

Spreken met het lichaam Z

e zijn allebei per toeval in ZuidLimburg terecht gekomen. De Japanse danser Mami Izumi (31) eindigde haar reis als backpacker in Maastricht. De Iraanse Roshanak Morrowatian (29) vluchtte met haar ouders naar Rotterdam en studeerde aan de Folkwang Dansacademie in Essen. Beiden zouden verder over de wereld kunnen reizen om zich te ontplooien maar ze hebben de kansen gegrepen die hen zijn geboden. Beide dansers worden gesteund door talentontwikkelaar VIA ZUID en het Huis voor de Kunsten. Dat houdt hen voorlopig in het zuiden. Het gaat daarbij niet zo zeer om geld als wel om ontwikkeling. Zo werd Mami Izumi door VIA ZUID op het spoor gebracht om eens te gaan kijken bij de dansstudio van HFC in Heerlen. “Ik hou van breakdance”, zegt Mami, “maar zelf ben ik klassiek geschoold. Ik zou zelf niet zo snel op het idee zijn gekomen met hen iets samen te doen.” “Als jonge danser”, ondervond Roshanak, “kun je je plek nog wel vinden. Al moet je soms als een malloot eindeloos veel audities doen. Maar dat is nog lastiger als jonge maker, want niemand kent je, je hebt geen publiek en voor een theater is dat risicovol. Het is dus erg belangrijker dat er instellingen zijn die je ondersteunen en je aan een podium helpen.” De inspanningen hebben overigens een naam gekregen: Co Laboration. Het programma zelf heet GENERATION 2. Zo’n podium is het grensoverschrijdende dansfestival Schrit_tmacher, een van de weinige echt succesvolle cultuurmanifestaties die de landsgrenzen slechten, in dit geval die tussen Heerlen en Aken. Vorige editie kwamen er 18.000 bezoekers op af, veertig procent daarvan

ging de grens over. De Amerikaan Rick Takvorian (1959) is als cultuurmanager van de stad Aken verbonden aan Schrit_ tmacher. “Ik denk dat ons festival inmiddels tot de gevestigde culturele orde behoort. Dan is het dus erg belangrijk dat je ervoor waakt dat het niet saai of te mainstream wordt. Dat doen wij door jonge dansers en choreografen uit de buurt een podium te bieden. Zij zijn de toekomst van Schrit_ tmacher. We laten ze ook dansen zowel in Heerlen als in Aken. Het is mooi dat Parkstad Limburg Theaters, Huis voor de Kunsten en VIA ZUID dat ondersteunen.” Tot nu toe zijn de kleine podia voor de jonge dansers uit de Euregio, Takvorian wil ze in de toekomst op de grootste podia hebben. Misschien was Mami Izumi wel altijd een danser gebleven als VIA ZUID haar niet had gevraagd om een choreografie te schrijven voor jonge dansers. “Het mooie is dat ze je van alles op je pad gooien waar je iets mee kunt doen. Ze zijn een soort matchmakers als het gaat om interactie tussen de kunstdisciplines. Als ze weer met iets komen zet ik me altijd schrap: be prepared for take off, zo voel ik dat. Heel goed voor elke jonge maker, het is niet goed om je pad al vroeg solide te maken, het is goed om andere dingen uit te proberen, dat begrijpen ze daar.” Komend voorjaar zal ze een voorstelling choreograferen met jonge breakdancers. Dat doet ze samen met Jop Vermeesch van Dansstudio HFC (Heerlen Funky City). Mami vindt het coole gasten die bloedserieus met hun lijf en dans bezig zijn. “Ze zijn heel erg underground, je krijgt er niet veel van mee. Maar ze doen battles van België tot Singapore. Ze trainen zeer intensief, hebben heel veel geduld en gaan intelligent om met lichaam en zwaartekracht. Ze willen ook

JANUARI 2019

niemand pleasen en gaan erg respectvol met elkaar om. Verkopen liever T-shirts dan dat ze moeten bedelen om geld.” Wat ze precies samen gaan doen is nog onduidelijk alsdit interview plaatsvindt. “We zullen in elk geval samen een nieuw dansvocabulaire schrijven”, belooft Mami Izumi. “We zijn nu samen soundscapes in de stad aan het opnemen die we straks zullen gebruiken. Misschien zetten we er nog een ‘Als ze weer beat onder. Zij vinden met iets dit experiment net als ik heel interessant, komen zet ze hebben nog nooit ik me altijd anders gedanst.” De communicatie loopt schrap: be lekker. “We hoeven bij prepared for wijze van spreken niet take off, zo eens Engels te praten, we laten onze lichamen voel ik dat.’ spreken.” Waar Mami Izumi en de breakdancers de beat van de stad zoeken, daar gooit Roshanak Morrowatian het over een andere boeg. Ze gaat aan de slag met jonge dansers van de Venlose vooropleiding dans ArtEZ. Zij richt zich in haar choreografie op het fenomeen knielen. Ze verzamelde tal van teksten en beelden van mensen op hun knieën, soms devoot, soms met een poetsdoek in de hand, of vlak voor een executie. Dat knielen, die houding, is de basis van haar voorstelling, de verschillende interpretaties daarvan brengt ze op het podium. “Ik wil geen specifiek verhaal vertellen, zie het meer als een onderzoek. Fijn dat we dat platform krijgen.” GENERATION 2 . Schrit_tmacherfestival. 24 maart PLT Kerkrade en op 6 april in Aken. Schrittmacherfestival.de, plt.nl, viazuid.com

THEATERMAGAZINE JEROEN

43


De philharmonie zuidnederland pakt uit met Olivier Messiaens Turangalîla-Symfonie, een van de sleutelwerken van de twintigste eeuw. Messiaen-kenner pur sang, pianist Roger Muraro, is van de partij. D O O R M A R K VA N D E V O O R T

TIJDLOOS LIED VAN DE LIEFDE E

en in uitbundige klankkleuren uiteenspattende symfonie die het volle leven bezingt. Met zijn Turangalîla-Symfonie schreef de Franse componist Olivier Messiaen (1908-1992) een ‘hymne van plezier’ en ‘een lied van liefde’, zoals hij het zelf verwoordde. Het tachtig minuten durende orkestmonument is Messiaens ode aan de eeuwige liefde en de dood, waarbij hij zijn fascinatie voor het mythische liefdespaar Tristan en Isolde als leidraad koos. De ongewone titel ontleende Messiaen aan het Sanskriet: ‘Turanga’ staat voor tijd en de beweging van tijd, terwijl ‘Lîla’, de schepping, de liefde en de uiteindelijke kosmische vernietiging symboliseert. Heftige emoties die Messiaen halverwege zijn creatieve carrière verklankt in een kolkende symfonie voor orkest, pianist en ondes-Martenot. Het laatste instrument is een exotische, vroege synthesizer dat is ontworpen door de Fransman Maurice Martenot in 1928. Messiaen was verzot op de zangerige, onaardse klank van het instrument. In de Turangalîla-Symfonie wordt deze oersynthesizer op glorieuze wijze van stal gehaald. Na de première in december 1949 in Boston groeide de symfonie uit tot een van Messiaens

44

THEATERMAGAZINE JEROEN

populairste en meest gespeelde werken. Messiaens vrouw, pianiste Yvonne Loriod, en zijn schoonzus, ondes-Martenotspeler Jeanne Loriod traden daarna vaak als gelouterde solisten op. Voor de spectaculaire uitvoering van philharmonie zuidnederland in januari worden twee echte Messiaen-specialisten naar Nederland gehaald. De Turangalîla-Symfonie is maar zelden live te horen door de grote bezetting. Naast ondes-Martenotspeler Nathalie Forget is dat Messiaen-pianist van het eerste uur, de Fransman Roger Muraro. Een 59-jarige klavierleeuw die het piano-oeuvre van Messiaen van binnen en buiten kent. Toen hij nog maar net negentien was kwam hij al in contact met Messiaen en ging hij studeren bij diens vrouw Yvonne Loriod aan het Parijse conservatorium. Muraro herinnert het zich met veel plezier. “Loriod zag me spelen tijdens een van de examens. Ze kwam backstage en complimenteerde ‘ Ik heb met me met mijn gevoelvolle spel. Dat was zo mijn eigen indrukwekkend. Een kleine dame van één meter zestig tegenover een knaap van één meter geld een negentig. Ik keek haar aan en ze kwam meteen concert in op me over als een moeder. Dat vergeet je niet Parijs snel.” geregeld en Muraro studeerde vervolgens tien jaar bij de hele haar. “Toen ontmoette ik Messiaen ook voor Vingt regards de eerste keer. Ik speelde gedeeltes uit zijn gespeeld. ’ Vingt regards sur l’enfant-Jésus. Hij was zo aardig en kalm. Bij hem voelde ik me volledig op mijn gemak. ‘Je moet meer van mijn muziek spelen’, voegde hij er nog aan toe.” Het zou nog een aantal jaren duren voordat Muraro zich onvoorwaardelijk op Messiaens piano-oeuvre zou storten. “Mijn pianostudie nam me volledig in beslag. Dus veel Mozart en Beethoven. Maar na mijn studie had ik volop tijd. Ik heb met mijn eigen geld een concert in Parijs geregeld en de hele Vingt regards gespeeld. Dat was

JANUARI 2019


Muziek

‘Muziek was voor Messiaen een rivier aan herinneringen.’

het begin van een jarenlange vriendschap met Messiaen en Loriod. We hebben samen heel wat trips gemaakt over de wereld. Van Australië tot Italië. Zo speelde ik samen met Loriod de pianopartij van Messiaen in diens Visions de l’Amen.” Muraro leerde de klankwereld van Messiaen van binnenuit kennen. Een rijk componistenleven, weet Muraro. “Hij kende Ravel, Stravinsky maar ook de moderne lichting componisten als Stockhausen en Boulez. Maar ondanks alle trends, bleef Messiaen altijd Messiaen. Hij schrok niet terug voor zoete harmonieën. Muziek was voor hem een rivier aan herinneringen. Ook zijn vele leerlingen kregen dat vaak te horen. Daarbij liet hij iedereen in zijn waarde.” In Messiaens latere oeuvre zouden het katholieke geloof, natuurschoon en in het bijzonder vogelzang een cruciale rol vervullen. “Alles klinkt volkomen natuurlijk bij Messiaen, niet gedicteerd door het intellect maar door vrijheid en het gevoel.” Muraro sloeg adviezen van Messiaen en Loriod nooit in de wind. “Loriod was een

echte docent: meer methodisch en nauwgezet in haar raad. Ze droeg echt zorg voor het werk van haar man. Messiaen was totaal anders in zijn aanpak. Hij liet je meer vrij en gaf ruimte aan je verbeelding. Echt advies gaf hij niet, hij was vooral verheugd om zijn werk te horen. Details waren niet zo heel belangrijk. Ik interpreteerde zijn pianowerken op een romantische wijze. Daar hield hij van. Zoals van liefdesliederen en een ruimhartige attitude.” Die gulle, levensomarmende houding klinkt ook door in de Turangalîla-Symfonie. Muraro heeft al zo’n honderdvijftig keer aan een uitvoering meegewerkt. De allereerste keer was in het Poolse Krakau in 1988, maar Muraro voerde het ook al een keer uit met Het Brabants Orkest in 2000. “Daar heb ik goede herinneringen aan. Ik speelde samen met Jeanne Loriod, een ontroerende ervaring.” Van kolossaal tot intiem, van romantisch tot hyperexpressief, iedere Turangalîlauitvoering is anders, benadrukt Muraro. “Als pianist voel je je enerzijds als een kamermusicus die een intieme dialoog aangaat met anderen, en anderzijds ben je een solist die opgaat in een enorm groot klankcanvas. Iedere Turangalîla-Symfonie is onvoorstelbaar spannend.” Turangalîla-Symfonie van Olivier Messiaen, philharmonie zuidnederland o.l.v. Dmitri Liss, met Roger Muraro (piano) + Nathalie Forget (ondes-Martenot), Theater aan het Vrijthof Maastricht, zaterdag 19 januari (slotevenement Franse Componistendag), 20.00 uur + Muziekgebouw Eindhoven, zondag 20 januari, 14.15 uur. philharmoniezuidnederland.nl

JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

45


De Vlaamse en de Nederlandse muziekeducatie kregen dezelfde stormen over zich heen: een economische crisis, een groeiend populisme dat cultuur graag bestempelt als linkse hobby en bezuinigingsdrift bij overheden. Hoe hangt de vlag erbij? D O O R PA U L VA N D E R S T E E N

foto’s Jean Pierre Geussens

46

THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019


Muziek

KOESTER HET MUZIEKONDERWIJS H

et muziekonderwijs in Vlaanderen overleefde de crises, de bezuinigingen en het populisme. Dat in Nederland raakte flink en in sommige opzichten misschien wel onherstelbaar beschadigd. De gemeentelijke muziekschool oude stijl was bij menige snoeioperatie een geliefd doelwit. Het was dit keer wel een erg harde dreun, vindt ook Marc Rutten, teamleider muziekeducatie aan het Conservatorium Maastricht en voorzitter van het landelijk Opleidersoverleg Docent Muziek, maar nieuw zijn ingrepen allerminst. “Wie in Nederland gaat werken in zorg, onderwijs of cultuur weet dat politiek pingpongen, trends en hypes het helaas meestal winnen van gezond verstand en langetermijnperspectief. Heel hard demonstreren kan dan weleens contraproductief werken. Dan bevestig je het beeld van linkse hobbyist waarschijnlijk alleen maar. Beter is zorgen dat je aan tafels die ertoe doen blijft meepraten. Ondertussen is het zaak om er ondanks alles het beste van te maken. Dan helpt het als een regio voor wat betreft haar culturele identiteit sterk leunt op muziek. Kijk naar het grote aantal hafabramuziekgezelschappen in Limburg en hun opleidingen. Of naar de sterk ontwikkelde popscène in en rond Limburg. Via tal van initiatieven wordt kennis van die kanten ook ingeschakeld, bijvoorbeeld door tijdelijke en structurele inbreng in het onderwijs.” Mijn eigen kinderen kwamen ongeveer tien jaar geleden min of meer toevallig in het Vlaamse muziekonderwijs terecht. Mijn zoon was een jaar of vijf, toen we hem meenamen naar een open dag van een Nederlandse muziekschool. Elk lokaal herbergde weer andere instrumenten en docenten. Vooral zelf mogen spelen op een harp maakte diepe indruk. Het werd een mooie middag. Aan echt op muziekles gaan trok de kleuter na zijn ronde door het gebouw niet erg. Een jaar of twee later kwam hij wel enthousiast thuis van de basisschool. Wonend op de grens hadden we onze kinderen naar de dichtstbijzijnde onderwijsinstelling gestuurd, een Belgische. Daar was

een leraar van de gemeentelijke muziekacademie bekeringswerk komen doen. Naar die man wilde hij wel elke week. Tijdens het eerste jaar van de lekker speelse muzikale initiatie kon mijn zoon opnieuw aan alle mogelijke instrumenten ruiken. Dit keer bleef hij haken aan de viool. Zijn zus doorliep een paar jaar later zo’n zelfde traject en koos voor de piano. Wat volgde was een gedegen opleiding (lagere, middelbare en hogere graad) met wekelijks tot drieënhalf uur les in instrument, samenspel, notenleer en muziekgeschiedenis. Ondertussen bleken ook de prijzen ongekend vriendelijk. Dit jaar betaal je voor een kind onder de achttien 83 euro per jaar en voor elk volgend gezinslid 42 euro. In Nederland kan dit met weggesnoeide muziekscholen en docenten die helemaal of bijna helemaal op eigen kracht hun kost moeten verdienen oplopen tot het tienvoudige of meer. En dan gaat het nog niet eens over drieënhalf uur les per week. “Het buitenschoolse muziekonderwijs wordt in Vlaanderen gezien als volwaardig onderdeel van het onderwijssysteem”, zegt Thomas de Baets, coördinator muziekpedagogie aan de LUCA School of Arts in Leuven en bestuurslid van de European Assocation for Music in Schools. “Het geld komt ook van het ministerie van Onderwijs en niet van het ministerie van Cultuur. De leerkrachten zijn ook gewoon ambtenaren met een bijbehorende rechtspositie. Dat maakt de sector minder gevoelig voor grillen.” Die positie is haast zo vanzelfsprekend dat De Baets eigenlijk nooit goed heeft nagedacht over het waarom van die sterke verankering. “Misschien is het wel een vorm van social engineering”, denkt Rutten hardop. “Wellicht zetten de Vlamingen wel zo fors in op cultuur met het idee dat er tot in de >>

‘Ambachtelijkheid en kunst staan in België en Duitsland nog op een voetstuk.’

JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

47


kleinste gemeenschappen iets te doen moet zijn voor de mensen. Het heeft ook te maken met een andere instelling. Nederland is erg Angelsaksisch gericht. Alles wordt algauw in economisch nut en rendement uitgedrukt. De bezuinigingen werden ermee beargumenteerd. Het aanleren van 21st century skills wordt ermee gemotiveerd. België en Duitsland hangen meer het Rijnlandse model aan. Ambachtelijkheid en kunst staan er nog wat meer op een voetstuk. Duitsland kan bovendien bogen op een grootse muziekgeschiedenis en koestert die. Bach én Beethoven voelt toch anders dan Sweelinck.” Tegenover de rigoureus bezuinigende staatssecretaris Halbe Zijlstra (VVD, Cultuur) en fors snijdende gemeenten stond de afgelopen tien jaar ook een andere tendens, meent Rutten. “Onder invloed van mensen als wetenschapsjournalist Mark Mieras en de Britse neuroloog Oliver Sacks raakte een brede groep mensen doordrongen van het belang van muziek en muziekeducatie voor onze ontwikkeling en voor de hersenen. Bovendien werd duidelijk hoeveel van de vaardigheden die als onmisbaar worden gezien voor de toekomst, de zogenaamde 21st century skills, je kinderen kunt aanleren via muziek: oplossend vermogen, creatief denken, taligheid, samenwerken, omgaan met technologie en nog veel meer.” Met koningin Máxima als hartstochtelijk pleitbezorger kwam het project Méér Muziek In De Klas van de grond met als ambitie om alle basisschoolkinderen in Nederland uiterlijk in 2020 structureel binnenschools muziekonderwijs te laten krijgen. Het Rijk legde er 25 miljoen euro voor op tafel, de Joop van de Ende Foundation hetzelfde.” Iets is altijd beter dan niets, stelt Rutten. Toch zou het idealiter én én moeten zijn: én muziek in de klas én muziek na schooltijd. Rutten vreest echter dat de tijd van de prijstechnisch voor iedereen makkelijk toegankelijke muziekschool in Nederland nooit meer terugkomt. In Vlaanderen verandert ondertussen ook iets. De Baets: “Kinderen werden hier opgeleid in een sterk klassiek idioom. De generieke eindtermen waren daarbij erg streng. Dat wordt nu vrijer gelaten. Muziekscholen krijgen meer autonomie: om meer te variëren in genres, om keuzevakken aan te bieden.”

48

THEATERMAGAZINE JEROEN

Volgens Rutten zijn de gevolgen van de kaalslag in Nederland van de afgelopen jaren ondertussen helaas merkbaar. “De solfège is bij de Belgen die hier toelating doen in orde. Die zet je iets voor en dan spelen ze dat gewoon. Steeds meer Nederlanders hebben moeite met het toonsoort onafhankelijk reproduceren. Belgische studenten zijn als gevolg van hun hele schoolsysteem wel wat docieler en meer rigide.” De Baets gelooft niet zo in brave, strikte studenten uit zijn land. “Natuurlijk bestaan er verschillen. Tegen een groep Belgische jongeren kan ik nog een uur, misschien wel twee spreken. Nederlandse leeftijdgenoten schieten meteen in de vraagmodus. Maar de verschillen worden soms wel erg gepolemiseerd voorgesteld.” Ook de Vlaming signaleert in eigen land een teruggang. “Bij studenten die toelating voor het conservatorium doen ligt het niveau gemiddeld lager dan een aantal jaren geleden. Ze kunnen bijvoorbeeld minder goed een partituur screenen.” Rutten wijt het deels aan de komst van het internet. “Voorheen lag de nadruk bij de jeugd veel meer op het auditieve. Het vergde voorstellingsvermogen om een muziekstuk om te zetten in iets dat je kon horen. De You-Tube-generatie is veel visueler ingesteld. Die leerde door te kijken en veel minder door te luisteren. Ze kopiëren de motoriek van de musici die ze bewonderen en gaan van daaruit verder.” De Baets denkt dat het aan andere ontwikkelingen ligt: “Zowel in Vlaanderen als in Nederland is de omslag gemaakt van onderwijs waarbij de docent wist wat goed was voor de leerling naar onderwijs dat zich meer concentreert op de leervraag van de leerlingen. Of dat over de hele lijn zorgt voor een teruggang kun je betwisten. Ik denk dat de huidige generatie leerlingen wat betreft creativiteit en ondernemendheid verder is dan de vorige.”

‘De solfège is bij de Belgen die hier toelating doen in orde. Die zet je iets voor en dan spelen ze dat gewoon. ’

JANUARI 2019


Kunstfestival Stormopkomst brengt een caleidoscopisch geheel aan kunsten tijdens de familiedagen in Dilbeek en Turnhout. “Een kinderfeest vol ontdekkingen.” D O O R A N K E R I E S E N K A M P

Festival

Kunst voor kinderen

P

rogrammeur Sarah Rombouts gelooft niet dat beeldende kunst vooral voor volwassenen zou zijn. Sterker nog, ze denkt dat kinderen vaak juist meer open staan voor een pallet aan verschillende smaken kunst dan hun ouders. foto Sacha Jennis

Het programma dat ze ontwikkelde heeft aandacht voor kunstvormen waar kinderen doorgaans nauwelijks mee in aanraking komen zoals installaties, performances, geluids- en mediakunst, architectuur en literatuur die bovendien ook nog linken naar filosofie, wetenschap en techniek. Rombouts bevestigt dat dit een bijzonder artistiek profiel is. “We zijn een van de weinige festivals die kinderen én volwassenen een zo breed arsenaal van de kunsten aanbiedt. Beeldende kunst die lang niet altijd specifiek voor kinderen is gemaakt maar die bij uitstek geschikt blijkt voor de jonge doelgroep. Waar grote mensen soms wat schrik hebben van kunst, die te moeilijk zou zijn, zijn kinderen vaak zorgelozer. Zij hebben geen verwachtingspatroon en zijn daardoor meer open en onbevangen kijkers dan volwassenen. Omdat ouders de open blik van een kind overnemen, zien we dat we volwassenen bereiken die wellicht zelf niet zo vlug naar zoiets zouden komen kijken.” Rombouts neemt een voorbeeld aan het Jeugdtheater. Dat heeft volgens haar een plek in de theaterwereld verworven maar zo ver is het nog lang niet als het om beeldende kunst in combinatie met andere kunsten voor jongeren gaat.

“Toch is er een aantal hele goede voorvechters geweest om kunst voor kinderen ook op het voorplan te zetten.” Rombouts benadrukt dat ze doelgroepen niet langer wenst te scheiden maar juist door elkaar wil laten lopen. “In de beeldende ‘Kinderen kunst is dat nu echt in ontwikkeling. hebben geen Er is werk aan de winkel. Aan de verwachtingskunstenaars zal het niet liggen, die zijn zeer geïnteresseerd. De patroon en zijn instituten volgen deze ontwikkeling daardoor echter nog maar traag.” meer open en Stormopkomst garandeert een onbevangen feest vol ontdekkingen. Sarah Rombouts: “Kijken, luisteren, dan denken, spelen en maken, dat volwassenen.’ zijn de ingrediënten die je mag verwachten. In Dilbeek draait alles rond speelgoed en knuffels, en in Turnhout voegen we ook voelen toe aan het lijstje.” Festival Stormopkomst. De familiedagen zijn op zondag 27 januari in Westrand in Dilbeek en op zondag 31 maart in de Warande in Turnhout. Van 6 tot en met 9 februari is er het gratis te bezoeken nachtelijk installatie-parcours op het domein van de Hoge Rielen, Kasterlee. stormopkomst.be, warande.be

JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

49


Fahd Larhzaoui. foto’s Bowie Verschuuren

“N

a afloop van mijn eerste solovoorstelling Schijn waren er mensen die me omhelsden en bedankten. Sommigen vertelden me, fluisterend in mijn oor, wat het stuk met hen gedaan had.” Fahd Larhzaoui (1978), die vanaf februari zijn tweede solovoorstelling Shirt uit Fahd! speelt, wil het publiek heel dichtbij laten komen. “Daarom ging ik na het applaus ook niet af. Ik vond het vreemd om in de coulissen te verdwijnen nadat ik ruim een uur mijn persoonlijke verhaal had staan vertellen. Er ontstond in de zaal een hele rij van mensen die even iets terug wilden zeggen, en die hun verhaal met mij deelden.” Het is niet gek dat Schijn zo veel losmaakte bij het publiek. Larhzaoui vertelt in het

50

THEATERMAGAZINE JEROEN

‘Ik heb geen contact meer met mijn familie en word teruggeworpen op mijzelf. Ik zoek naar iets wat ik ben kwijtgeraakt. Ik zoek liefde, uiteindelijk.’ stuk over zijn jeugd in Gouda, als zoon van Marokkaanse ouders. Hoe hij opgroeit in twee werelden. En hoe hij steeds onontkoombaarder voelt dat hij anders is: hij valt op jongens. Maar doordat dat taboe is in zijn Marokkaanse leefwereld kan hij die gevoelens niet plaatsen, laat staan accepteren. Hij stapt, op aandringen van zijn moeder, in het huwelijksbootje. “Ik was er heilig van overtuigd dat door een huwelijk met een vrouw mijn gevoelens voor jongens wel zouden veranderen”,

JANUARI 2019

vertelt hij. “Maar dat gebeurde niet.” Uiteindelijk kon hij de spagaat waarin hij leefde niet meer volhouden, vertelde hij het aan zijn familie, en scheidde hij van zijn vrouw. De intense, persoonlijke, bij vlagen ook humoristische voorstelling waarin hij zijn levensverhaal vertelt, werd goed ontvangen door publiek en pers. Larhzaoui werd bekend als acteur/ presentator van het kindertelevisieprogramma Huisje Boompje Beestje (2009-2014). Hij speelde in de voorstellingen Krijg nou Titus en Spinazie Spinoza, en had in 2012 de hoofdrol in Ik Driss de Musical. Larhzaoui: “In die rollen vertel ik de verhalen van anderen. In een solo wil ik mijn eigen verhalen vertellen. En dat


Door jezelf bloot te geven, kan je anderen raken en ontroeren. Fahd Larhzaoui laat het publiek in zijn tweede solovoorstelling in zijn ziel kijken. “Als ik op het podium sta, leg ik telkens opnieuw mijn oude huid af, als een slang die vervelt.”

Theater

D O O R A N N E K E VA N W O L F S W I N K E L

Dicht op de

huid is heel persoonlijk. Maar ik ben ervan overtuigd dat mensen in deze tijd juist die intieme verhalen graag willen horen. Klassieke verhalen hebben hun eigen kracht, maar die gaan niet over nú. Door persoonlijke verhalen worden mensen geraakt. Juist die intieme verhalen kunnen herkenning oproepen, en universeel worden.” Ook in zijn tweede solovoorstelling geeft Larhzaoui zichzelf bloot. In Shirt uit Fahd! ontrafelt hij hoe hij zijn nieuwe ik aan het ontdekken is. “Na Schijn ben ik in de gay scene terecht gekomen, een wereld waar ik altijd weerstand tegen gevoeld heb. Misschien omdat ik er nog niet klaar voor was. Nu ben ik die scene binnengestapt, met grote feesten, met drugs. Het is een wereld waarin je volledig vrij bent om te zijn wie je wilt. Niemand heeft een oordeel. Op die feesten kan ik mij opgenomen voelen in de massa, één worden met de anderen. Door te experimenteren met

drugs zoek ik ook grenzen op, in een omgeving die grenzeloos is.” Samen met schrijver Don Duyns, die ook de tekst voor Schijn schreef, en met regisseur Bram Jansen, met wie hij voor het eerst samenwerkt, zocht Larhzaoui naar de vragen die hij nu heeft, en de verhalen die hij nu wil vertellen. “Ik stel mijzelf de vraag wat ik precies zoek op die feesten. Ik vind het opwindend, maar ik vlucht ook ergens van weg. Van mijn eenzaamheid, mijn verlatenheid. Ik heb geen contact meer met mijn familie en word teruggeworpen op mijzelf. Ik zoek naar iets wat ik ben kwijtgeraakt. Ik zoek liefde, uiteindelijk.” Larhzaoui, die ook veel als danser gewerkt heeft, heeft een fysieke en gepassioneerde stijl. “Als ik op het podium sta, en ik ben goed gefocust, ben ik helemaal in het moment. Ik wil dat mensen voelen dat wat ik vertel, echt uit mijn binnenste komt. Uit mijn ziel. Het vereist veel moed om daar te staan – van tevoren schijt ik zeven kleuren in mijn broek.” Maar dat weerhoudt hem er niet

JANUARI 2019

van het tóch te doen. “De titel Shirt uit Fahd! zegt iets over wat ik meemaak op feesten, het is een aanmoediging om, húp, de vrijheid in te stappen. Maar voor mij gaat het ook over kwetsbaarheid, dat ik mijzelf laat zien. Het voelt alsof ik iedere avond opnieuw als een slang mijn oude huid afleg. Als ik merk aan mensen in de zaal dat mijn verhaal binnenkomt, geeft mij dat moed. De mooiste ervaring voor mij is om één te worden met het publiek.” Shirt uit Fahd!, Het Zuidelijk Toneel, Alles voor de kunsten en Likeminds. Op 11 februari (try-out) en 15 maart Theaters Tilburg, op 29 maart Chassé Theater in Breda, 4 april De Kring in Roosendaal, 9 april Theater Speelhuis in Helmond, 11 april Pand P in Eindhoven, 18 april De Maaspoort in Venlo. hzt.nl www.fahdlarhzaoui.nl

THEATERMAGAZINE JEROEN

51


Toneelgroep Het nieuwstedelijk grossiert in maatschappijkritische stukken over actuele kwesties. De artistiek leiders Adriaan Van Aken en Stijn Devillé over theater en engagement. “Een kunstenaar moet niets.” D O O R F O N S G E R A E T S

THEATER OVER HIER EN NU ‘‘‘Kunst moet niets, behalve boeien.” Ook een platitude, maar waar.’

H

et was monnikenwerk, het zoeken naar stoplappen van Belgische politici. Adriaan Van Aken scande talloze afleveringen van Villa Politica, Terzake, het Journaal en Wakker op Zondag om tot op de draad versleten politieke uitspraken te verzamelen. Toen de teller op 1500 stond vond hij het mooi geweest. Hij schakelde muzikant Joris Caluwaerts in om al die clichés op muziek te zetten. Het leidde tot een podcast in zes afleveringen: De Kiezer Beslist. Vervolgens maakte hij er een 35 minuten durend toneelstuk van – Van Aken spreekt liever van ‘geënsceneerde audio’. Het project is geboren uit ergernis en uit diepe bezorgdheid, zegt hij. “Taal is het instrument van politici, je mag toch verwachten dat die hun instrument beheersen? Maar helaas worden aan de lopende band stoplappen gedeclameerd. ‘We willen het over de inhoud hebben’ roepen ze, maar wat die inhoud behelst kom je nooit te weten.” Een politicus die één verkeerde opmerking maakt hangt. Dan is het toch niet verwonderlijk dat ze zoveel mist produceren? Stijn Devillé: “Het zijn onze leiders! Die hoeven toch niet bang te zijn? Een sterk politicus kan een verbale uitglijder rechtzetten. Net als autorijden: je kunt met een wiel de goot in slippen, maar ook terug de baan vinden. Sommigen zijn meesterlijk met taal. Kijk naar Trump: een vocabulaire

52

THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019

van tweehonderd woorden maar hij krijgt zijn boodschap glashelder overgebracht. Een Dick Bruna-achtige manier om de wereld neer te zetten.” Devillé schreef voor Het nieuwstedelijk een trilogie over de Grote Financiële Crisis. “In 2009 werd ik geraakt door een beslissing die hier driehonderd meter verderop werd genomen.” Hij wijst naar buiten, naar het Leuvense hoofdkantoor van AB InBev, ’s werelds grootste bierbrouwerij. “Achthonderd mensen werden ontslagen en tegelijkertijd toucheerde de internationale top een bonus van achthonderd miljoen euro. Ik kon die twee getallen niet loskoppelen. Het voelde alsof de directeuren elk een miljoen ontvingen per ontslagene. Met dat geld hadden die arbeiders tot aan hun pensioen kunnen blijven doorwerken.” Hij wilde meer weten over de driehoeksverhouding tussen mens, geld en werk. Maar liefst vijf jaar verdiepte hij zich in de ondoorgrondelijke wereld van derivaten, triple A en collateralized debt obligations. Het resulteerde in een op schuurpapier geschreven drieluik: Hebzucht, Angst en Hoop. De uitwassen van het financieel kapitalisme waren erger dan hij had verwacht. “Door experts werd ons aangepraat: die bankencrisis is zo complex, je moet hogere wiskunde hebben gestudeerd om te begrijpen wat er fout is gelopen. Larie, boerenbedrog. Het basisprincipe is simpel: er werden producten verkocht in de wetenschap dat de klanten die niet konden betalen.” Dan volgt een ontboezeming. “Ik durf niet te zeggen, mocht ik in hun schoenen staan, dat ik het niet ook zou doen.” Hij vindt dat we allemaal een hoge pet op hebben van onszelf. “Dan wordt het gevaarlijk en wanen we ons onaantastbaar voor een vorm van besmetting.” Het vraaggesprek meandert naar geëngageerde kunst, naar de zin en onzin van politiek toneel. Vinden ze het belangrijk dat theatermakers het maatschappelijk debat aanzwengelen? AA: “Een kunstenaar moet niks. In Antwerpen stond lange tijd deze zin op een muur: ‘Kunst moet niets, behalve boeien’. Ook een platitude, maar waar.” SD: “Ik weet niet of kunstenaars per se onder hun kaasstolp vandaan moeten komen. Ik wil niemand voorschrijven wat hij moet doen. Ik ben wél geëngageerd, maar niet 24/7. Ik wil het recht hebben om in


Theater

‘We spelen geen Shakespeare, Tjechov of oude Grieken. We willen het hebben over het hier en nu.’

mijn luie zetel te zitten en te denken: rot toch allemaal op.” Harde lach. “Leonard Nolens, een van onze beste dichters, schrijft zeer persoonlijke poëzie. Die man komt nooit buiten. In dat statement zit ook een politieke kracht.” AA: “Paul van Ostayen, onze allergrootste, heeft een wonderlijk parcours afgelegd. Hij begon als expressionist met betekenisvolle gedichten, kwam daar later op terug haalde zijn bundels uit de winkels om ze te verbranden – om te eindigen met zuivere klankpoëzie, totaal uitgepuurd en allesoverstijgend.” Wat wil je daarmee zeggen? AA: “Dat moet eigenlijk het doel zijn. Bij Het nieuwstedelijk propageren we het primaat van de inhoud, maar raar genoeg – we zeggen dat meestal niet hardop – is de vorm toch het einddoel. Ik vind dat wel mooi.” De Franse schrijver Edouard Louis zegt: Wie in 2018 schrijver is, moet zich radicaal met het heden bezighouden. SD: ”Dat is ook het standpunt van ons gezelschap. Daarom spelen we geen Adriaan Van Aken. foto’s Katrrijn Van Giel

Shakespeare, Tsjechov of oude Grieken. We willen het hebben over het hier en nu.” AA: “Het heden documenteren.” Is het niet preken voor eigen parochie? AA: “De Kiezer Beslist hebben we gespeeld vlak voor een lijsttrekkersdebat in Hasselt. Ze hoorden hoe hun collega’s al die gemeenplaatsen verkondigden. Dat leverde daarna een genuanceerd en inhoudelijk debat op. En wie toch een stoplap debiteerde, werd onthaald op hoongelach.” SD: “Mijn crisistrilogie is gezien door politici van het hele politieke spectrum. Zelfs door een topman van de KBC. Die zei na afloop: dit moeten al mijn tweehonderd risico-analisten van KBC-Benelux zien.”

De Kiezer Beslist van Het nieuwstedelijk, op 7 en 26 april De Nieuwe Zaal, Hasselt. nieuwstedelijk.be VERKIEZINGSKOORTS. Een maand vol politiek theater en verdiepend debat. Op 27 april Night van ontroerend Goed, De Nieuwe Zaal Hasselt, 7 mei Trage Suikers een soirée composée over democratie, De Nieuwe Zaal Hasselt, 19 mei Hebzucht, Angst, Hoop de marathon, C-mine cultuurcentrum Genk en 26 mei De Kiezer Beslist op verkiezingsdag, De Nieuwe Zaal Hasselt.

Stijn Devillé.

JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

53


Het festival WinterWarm trekt dit jaar weer naar de bossen van de Hoge Rielen in Kasterlee. Op het domein waar de Britten ten tijde van de koude oorlog geruisloos bommen en granaten opsloegen, is er nu plaats voor bijvoorbeeld écht circus. DOOR ANKE RIESENKAMP

‘En heel belangrijk, wat elk theater nodig heeft is een bar, de beste bar van de stad.‘

54

THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019

foto’s Bart Van der Moeren

THEATERMAGAZINE JEROEN

54


Festival

A

fgelopen jaar zag ik hoe de regen boven de bossen licht leek te geven, vuur de kou verdreef en hoe muziek en gedruis het duister omarmden. WinterWarm, een festival met een sfeer van jewelste. WinterWarm brengt een divers en eigenzinnig programma met onder meer muziek, theater en een wandelparcours met beeldende kunstinstallaties, in de openlucht, in tenten en loodsen. In De Bosbar en de Winterbar zullen weer de nodige hartverwarmende jenevers geschonken worden. Programmeur Bert Heylen is in zijn nopjes: “Naast de concerten en beeldende kunst is er dit jaar een flinke dosis circus. Of tsja, veel valt onder de noemer circus maar dat is het dan toch ook weer niet precies.” De makers Claudio Stellato, Circus Ronaldo en Tim Oelbrandt brengen heel diverse voorstellingen waarbinnen, in diverse gradaties, het klassieke circus zich vermengt met theater, dans en of magie. La Cucina dell’Arte, de succesvoorstelling van Circus Ronaldo waarmee twee broers de wereld over toerden, is een circusvoorstelling die overduidelijk meer is dan een aaneenschakeling van spectaculaire acts. De theatrale verhaallijn is de verbindende kracht, in dit geval over de relaties tussen de meesterkok en het keukenhulpje en de machtsspelletjes achter de potten en pannen. Danny Ronaldo meent dat een voorstelling dicht op de mensen moet staan omdat anders het drama en daarmee de emotie verdwijnt. Ronaldo is uitgesproken over nut en noodzaak van het circus. “Het is een metaforisch spel waarin mensen onbewust en met grote lach de dwaasheid, de schoonheid en de lelijkheid van hun maatschappij en het mens zijn herkennen; het is de vermakelijkste spiegel voor de mensheid.” Claudio Stellato is bijna lyrisch over zijn kunstbroeder Ronaldo: “I love Danny, hij belichaamt het circus tot in het diepst van zijn vezels.” In La Cosa, de voorstelling van de Italiaanse Belg, binden vier bewegingsacteurs de strijd aan met een gigantische berg hout. Stellato: “Wanneer je circus terugbrengt naar sleutelwoorden als ‘extreem, risico en superhelden’, jazeker, dan zijn we circus maar wat het publiek vooral zal zien is de arbeid. Het ongenadig harde werken dat er aan een show vooraf is gegaan. Drie jaar werkten we aan de voorstelling, waar we onze fysieke grenzen op zochten. Zoals jij geleerd hebt om je tandenborstel te laten doen wat je wil, zo hebben wij

Circus in het bos onze lichamen en geesten getraind om het hout te temmen zodat het luistert naar ons en het ons niet zal bezeren.” Tim Oelbrandt is goochelaar, magiër, verhalenverteller en hypnotiseur. In Heen en Terug ‘vervaagt de grens tussen je bevattingsvermogen en onderbewustzijn en word je beduveld door zijn ondoorgrondelijke kunsten, vol humor en waanzin’. Voelt hij zich verwant met het circus? “Jazeker, goochelen heeft altijd een plek gehad in het circus. Nu vele circusgezelschappen meer en meer naar de theaters verhuizen, wordt de lijn tussen de klassieke circus- en goochelkunsten natuurlijk alleen maar kleiner.” Oelbrandt legt ook de link naar de noeste arbeid die voorafgaat aan de perfecte act: “Net als in het circus oefenen wij onze technieken ook uren, dagen, jaren om ze pas dan te tonen zodat het publiek enkel een act ziet die schijnbaar moeiteloos uitgevoerd kan worden.” Het is niet eenvoudig voor de makers je staande te houden tussen de kolossen van spektakel-shows. Ronaldo: “Verkoop je ziel niet aan de vermaakindustrie. Als circus en clown in de eerste plaats klantvriendelijk moeten zijn, dan verdwijnt het drama en daarmee ook de emotie. Dat is zonde want circus is de meest vermakelijke spiegel voor de mensheid en hoort op het plein dicht bij de mensen.” Ook Oelbrandt meent dat het een volledige andere beleving is. “Mijn voorstelling gaat niet over mij maar over de magie die iedereen kan beleven mits ze er voor openstaan. In de grotere goochelshows draait het vaak om de illusionist; ‘kijk eens wat ik kan.’ Dit probeer ik juist te vermijden. Ik ga met de toeschouwer een uurtje naar een andere realiteit. Door de interactie met het publiek krijgt de voorstelling dan ook snel een persoonlijke waarde.” Stellato houdt wel van het grote toneel: ”Net zoals er ook goede Hollywood films zijn moeten we nadenken hoe we, zonder onszelf te verloochenen, intelligente grote shows kunnen maken voor een breed publiek.” Bloedserieus voegt hij toe: “En heel belangrijk, wat elk theater nodig heeft is een bar, de beste bar van de stad.” Op dat vlak scoort WinterWarm zonder twijfel punten; want de Bosbar, weet ik mij te herinneren, schenkt de beste borrels van het bos. Festival WinterWarm. Van 6 tot en met 10 februari in de Hoge Rielen Kasterlee. warande.be

JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

55


De stad als plek vol prikkels

regisseur Stefan Jung. foto Parktheater

56

THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019


Mensen met een beperking zijn acteurs met bijzondere gaven. In de voorstelling Stedelingen krijgen ze een gezicht en geven ze een indruk van hun leefwereld. D O O R PA U L VA N D E R S T E E N

“M

ensen met een verstandelijke beperking zijn intellectuelen op emotioneel en spiritueel gebied”, zegt Stefan Jung van het Eindhovense kunstenaarscollectief Carte Blanche en regisseur van Stedelingen. “Waar bij niet-gehandicapten de meeste nadruk op ratio ligt, geven verstandelijk gehandicapten uiting aan hun intuïtie en gevoel. Daardoor komen ze met heel andere observaties.” Anders laten kijken, dat is precies wat goede kunst teweeg moet kunnen brengen. “Het moet geen ‘gekken kijken’ worden. We zijn geen Jostiband. Ik wil volwaardig theater maken. Publiek grijpen met oorspronkelijkheid en originaliteit.” Minstens zeventig mensen staan er straks op het toneel van het Parktheater in Eindhoven: een handvol professionele acteurs vergezeld door acteurs in wording, verstandelijk gehandicapten. Zo groots heeft ook Jung het nog nooit aangepakt. Lunet Zorg, Stichting Dutch Happiness Week, het Parktheater en Carte Blanche willen met de muziektheatervoorstelling Stedelingen mensen met een beperking een gezicht geven. Het is een verbeelding van hun wereld. Ze brengen die wereld zelf tot leven. Carte Blanche kwam in beeld voor dit project vanwege twee decennia ervaring met het maken van voorstellingen met lastige talenten. “Ik had een stuk dat ging over een circus dat net was verkocht. Om er nog wat van te maken moesten de toeschouwers zelf aan de slag. Na workshops van niet langer dan anderhalf uur kwamen daar de prachtigste dingen uit. De deelnemers gingen op een heel ander niveau functioneren. Ik vond het zonde als ze de volgende dag weer eindeloos schroefjes in zakjes moesten gaan stoppen of bladeren moesten gaan harken. Toen heb ik Carte Blanche opgericht.” Tal van projecten volgden. Ouders en begeleiders van de gehandicapten waren soms huiverig. “De nadruk ligt heel vaak op ‘Dat kunnen ze niet’. Of er is angst dat de verstandelijk gehandicapten te ver doorschieten in hun fantasie. Terwijl daar juist hun grote talent ligt, dat moet worden gestimuleerd.” Carte Blanche schuwde de grote thema’s ook nooit. “We hebben stukken gemaakt over liefde, seksualiteit en de dood. Dat zijn zaken die hen erg bezighouden.” Het thema ‘de stad’ sluit ook prima aan bij de leefwereld van verstandelijk gehandicapten, meent Jung. “De afgelopen vijftien jaar is veel veranderd in de zorg. De voorzieningen zijn gedecentraliseerd. Weg uit het bos. Naar de stad. Tussen de mensen. Daar wonen ze nu met verschillende vormen van begeleiding.” De bedoelingen zijn misschien nobel (stop ze niet weg), maar de beweging naar de stad heeft ook schaduwkanten, meent de theatermaker. “In de oude situatie was veel meer sprake van een gemeenschap. In de stad is het gevaar van vereenzaming groter. Op het terrein van een instelling oude stijl kon een gehandicapte met een driewieler rustig rondfietsen. In de stad is dat in veel gevallen te gevaarlijk. Dus blijft-ie thuis achter de geraniums zitten. En dan is

Muziek

er nog de enorme complexiteit van de wereld van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), persoonsgebonden budgetten en allerlei andere regelingen.” De indrukken en prikkels van de stad worden straks op allerhande manieren verbeeld. “In een gestileerd ballet dat de drukte laat zien. In het kleine verhaal van iemand die vertelt hoe moeilijk het kan zijn om een drukke weg over te steken. Maar ook in de rap van een jonge ‘We gaan jongen die verwoordt hoe het verstandelijk is om er nooit echt bij te horen. gehandicapten Hartverscheurend. Die rap snijdt niet vertellen echt door de ziel.” Jung dacht bij aanvang van het wat ze moeten project vooral aan Aufstieg und doen of aan ze Fall der Stadt Mahagonny, de uit lopen trekken.’ 1930 daterende opera van Kurt Weill en Bertolt Brecht over drie voortvluchtige boeven die midden in de woestijn hun eigen stad stichten. Ook Himmel über Berlin, de film die Wim Wenders in 1987 maakte over engelen die over de stad moesten waken, is een inspiratiebron. In Stedelingen rijgen vertellers ook de verhalen en gebeurtenissen aan elkaar. “Dat zijn professionele acteurs die als het ware voedend spelen. We gaan de mensen met een verstandelijke beperking niet vertellen wat ze moeten doen of aan ze lopen trekken, zoals ik ook weleens heb gezien bij anderen. Maar als je op het podium op de juiste wijze met ze communiceert, wordt de vooraf bedachte lijn aardig vastgehouden. Soms gaat het anders. Dan worden de professionals verrast en moeten ze reageren. Meestal ontstaat dan ter plekke iets buitengewoon interessants. Dat is echt het mooie van samenwerken op deze manier.” Op en rond het podium wordt het nog een heel geregel om de voorstelling op rolletjes te laten lopen. Jung gelooft dat dit allemaal best goed zal komen. “Het enige waar ik me zorgen om maak is de spanningsboog. We zijn vroeg in het najaar begonnen met werken aan Stedelingen. De eerste uitvoering is pas halverwege maart. Mensen uit het vak zijn dat soort aanlopen gewend, maar voor verstandelijk gehandicapten is een half jaar héél erg lang. Die kunnen niet wachten om op te gaan.” Stedelingen is op 18 maart en 1 april te zien in het Parktheater in Eindhoven. parktheater.nl

JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

57


“We gaan met drie stuivers grootse opera maken”, beloofde Waut Koeken, intendant-bestuurder van Opera Zuid, bij zijn aantreden in 2017. “Dat het zo goed gaat komt omdat we er in slagen innovatief te zijn.” D O O R E M I L E HOLLMAN

Opera Zuid W

aut Koeken was vijftien jaar toen de Vlaamse Opera in zijn woonplaats Antwerpen kaartjes goedkoper maakte dan een ticket voor de cinema. Dit om meer jonge mensen te trekken. Daar had Koeken (1975) wel oren naar. “En niet dat we aan de randen mochten zitten of achter de pilaren, nee, we kregen de beste plaatsen.” Die gebeurtenis veranderde zijn leven. Een jaar later al liftte hij naar Parijs om Placido Domingo te zien die hij als een soort God beschouwde. Hij werkte al bij het theater tijdens zijn studie kunstgeschiedenis en later filosofie. Eerst als toneeltechnicus, toneelmanager, productieleider, dramaturg, assistent-regisseur, producent en uiteindelijk regisseur en artistiek leider. Als operaregisseur werkte hij vooral in Duitsland (Erfurt, Nürnberg en Frankrijk), al was hij ook twee keer te gast bij Opera Zuid (Barbe bleue en La Bohème). Hij komt met het verhaal over zijn eerste kaartje omdat zijn gezelschap niet over de prijs van de kaartjes gaat. Terwijl hem er alles aan gelegen is om jonge mensen in aanraking te brengen met opera. “Verdi zei ooit: de werkelijkheid tonen is mooi maar de verbeelding gebruiken is veel mooier.” Dat wil hij ze meegeven. Neemt niet weg dat een operakaartje voor jonge mensen prijzig is. Koeken somt graag op wat je daarvoor terug krijgt: muziek, een grote cast aan spelers, een koor, een orkest, kostuums, decors. “Het verdienmodel van opera is economisch absurd, het is onmogelijk zelf bedruipende opera te maken”, legt Koeken uit. “Al zit je zaal vol.” Hij rekent uit dat een kaartje zonder subsidie tussen de vier en vijfhonderd euro zal bedragen. Subsidie moet ervoor zorgen dat opera

voor iedereen beschikbaar is, ook voor jongeren dus. Toen staatssecretaris Halbe Zijlstra zijn bezuinigingen in de cultuursector doorvoerde in 2011, kreeg de opera een flinke tik. Nu bestaan er, naast initiatieven als Opera2Day en Holland Opera, nog maar drie zogenaamde BIS-gezelschappen: Nationale Opera en Ballet, de Nederlandse Reisopera en Opera Zuid. Daar waar het in Frankrijk en Duitsland stikt van de operahuizen en operagezelschappen. Toch ziet de intendant van Opera Zuid langzaam een kentering komen. “Ik hoor steeds meer politici die beseffen dat geld voor cultuur veel meer dan een subsidie is of een elitaire hobby. Het is investeren in de maatschappij: muziek en theater hebben effect op het welzijn van mensen. Van elke euro die de overheid investeert in kunsten, vloeien er drie terug naar de economie. Denk aan werkgelegenheid, technici, vervoer, horeca, kinderoppas.” Neemt niet weg dat Opera Zuid de laatste jaren flink is afgeslankt. Het kan maar twee grote producties doen en dat is volgens Waut Koeken, die in 2017 Miranda van Kralingen opvolgde, één te weinig om een hechte band op te bouwen met het publiek. “Als de voorstelling voorbij is kan het gemakkelijk een eeuwigheid duren voordat we terug zijn. Bovendien kunnen we met drie producties veel beter ons verhaal vertellen en ook meer risico’s nemen.” Niet dat hij per se wil bedelen om meer geld. We kunnen toveren met dit krappe budget, we slagen erin om vanuit de passie inventief te zijn.” Koeken beloofde voor “drie stuivers” grootse opera te gaan maken. Zijn keuzes zijn desalniettemin gewaagd. Neem het relatief onbekende en weinig gespeelde A Quiet Place van Leonard Bernstein. Die

kreeg lovende kritieken en goed gevulde zalen. “Het decor van A Quiet Place hebben we voor héél weinig geld gemaakt. We kunnen out of the box denken juist omdat we geen grote logge operamachine zijn. Wij zijn een slank team, iedereen werkt samen met iedereen.” Diezelfde verbeelding die artistiek centraal staat, passen ze toe op hun manier van produceren. Wie klein is moet slim zijn, dat heeft Koeken goed begrepen. Vandaar de vele samenwerkingen en coproducties, ook internationaal, zoals met Opéra National de Lorraine, Les Théâtres de la Ville de Luxembourg, Angers Nantes Opéra Nouve en Opéra Fribourg. Met dat laatste gezelschap maakte Opera Zuid samen Mozarts Die Zauberflöte die op 29 december in Fribourg in première gaat. In november 2019 komt de productie naar Nederland. De decors werden in Zwitserland gemaakt, de kostuums in het (inmiddels beroemde) atelier van Opera Zuid in Maastricht. Voor de nieuwe productie Fantasio die in mei 2019 in première gaat werkt Opera Zuid samen met Guy & Roni’s Poetic Disasters Club en FASHION CLASH. Een grote wens van Waut Koeken is om kameropera te doen. “Er is een groot repertoire beschikbaar dat weinig wordt uitgevoerd. Vanuit de theaters komt die wens ook regelmatig: kunnen jullie niet een productie maken voor de middenzalen, of voor de kleine zaal, een intieme kleine opera? Heel graag maar het is lastig om daar budget voor te vinden en om musici daarvoor los te weken uit het symfonisch programma.” Maar ga er vanuit dat het hem gaat lukken, linksom of rechtsom. Fantasio, Opera Zuid. Nederlandse première op 19 mei in Parktheater Eindhoven daarna op tournee door Nederland, België en Duitsland. operazuid.nl

58

THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019


Opera

kan toveren

‘Het verdienmodel van opera is economisch absurd.’

Waut Koeken. foto Opera Zuid

JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

59


VROUWEN MET ELEKTROPOWER SALLY ’S Danslab in Maastricht biedt een springplank voor aanstormend choreografisch talent. Audrey Apers is dolbij met alle zakelijke en inhoudelijke hulp. “Deze ondersteuning is cruciaal.” DOOR FONS GERAETS

60 60

THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019


Dans

C

horeografe Audrey Apers was zoekende naar een stevige structuur voor haar dansvoorstelling Remote toen ze de oplossing in haar schoot kreeg geworpen: de roman Macht van de Britse Naomi Alderman die ze aan het lezen was. In dat boek kunnen vrouwen met hun wijsvinger stroomstoten uitdelen om zo hun mannelijke belagers uit te schakelen. “Door die elektropower zijn vrouwen plots fysiek sterker en worden de huidige machtsverhoudingen op hun kop gezet”, zegt Apers met een lichte triomf in haar stem. “Dat vond ik een fantastisch uitgangspunt.” Het leidde tot een performance – met dank aan de RWTH, de technische universiteit in Aken, voor de geleverde expertise – waarbij haar kostuum was bedekt met sensoren die al haar bewegingen nauwgezet registreerden. Die data werden doorgestuurd naar een computer en omgezet in elektronische klanken. “Om een voorbeeld te geven: als ik mijn hand naar boven bewoog werd het geluid hoger, als ik mijn arm draaide leverde dat een metaalachtige geluid op.” Voor Apers (Antwerpen, 1991) was deze combinatie van dans en geluidskunst een experiment. Om het aan den lijve te ervaren was het noodzakelijk om zélf de vloer op te gaan. Ze speelde de voorstelling in december tijdens Winternights in Maastricht. “Het is een eerste proeve. Een dansonderzoek. Ik ben blij met het resultaat maar wil het technisch perfectioneren. Ik ben hier voorlopig niet mee klaar.” Remote is, na Day Dream Space, de tweede voorstelling die ze in korte tijd maakte in samenwerking met Danslab, de ‘onderzoeksplek voor nieuw makerstalent’ van SALLY Dansgezelschap Maastricht en VIA ZUID Talentontwikkeling in de podiumkunsten Limburg. De dansers in het Danslab worden ondersteund door VIA ZUID dankzij gelden van het Fonds voor de Podiumkunsten. Samen met twee andere choreografen, Ryan Djojokarso en Patrizio Bucci, krijgt de in Brussel woonachtige Apers alle mogelijkheid om haar vakmanschap te verkennen en uit te bouwen. Ik spreek haar op de derde etage van AINSI, de voormalige cementfabriek van Maastricht, waar ze gebruik kan maken van de studio. “Deze ondersteuning is cruciaal. Een schrijver kan eender waar aan een tafeltje zitten, maar dansers hebben fysieke ruimte nodig. Zelf een studio huren is voor mij onbetaalbaar. Door deze werkresidentie valt die zorg weg. Daar ben ik heel dankbaar voor.” Behalve facilitaire en zakelijke ondersteuning is er ook coaching. Die feedback vindt ze belangrijk. “Ik ben inhoudelijk autonoom, maar goede gesprekken en sparringpartners zijn nodig voor je ontwikkeling. Een outside eye als reflectie. Maar aan het einde van de dag is het mijn creatie.” Als achtjarige wilde Audrey Apers tennisster worden. Maar na een kinderworkshop (“in de zomer, als alle ouders hun kinderen ergens dumpen”) raakte ze verknocht aan dans. Ze volgde de Koninklijke Balletschool in Antwerpen en daarna de opleiding moderne theaterdans aan de Hogeschool voor de Kunsten in Amsterdam. Met het diploma op zak ging ze in 2013 als danseres aan de slag: eerst bij SALLY, een jaar later bij LeineRoebana. “Maar ik heb altijd de kriebels gehad om zelf te

maken”, vertelt Apers. Daarom kwam de uitnodiging van Ronald Wintjens, algemeen directeur van SALLY, om mee te doen aan het Danslab als een geschenk uit de hemel. “Ik heb de sprankel om te creëren en daarvoor krijg ik hier alle ruimte. Ik wil niet achter een bureau zitten om na te denken over mijn bewegingsidioom, maar doen en reflecteren. Ik wil mijn drijfveren onderzoeken en mijn handtekening verfijnen.” De Vlaamse choreografe vindt dat ze in dit eerste jaar is gegroeid als maker, stappen voorwaarts heeft gezet in de ontwikkeling van haar danstaal. “Ik begin steeds beter te begrijpen wat ik belangrijk vind. Ik focus me niet alleen op de brede stroom, ik heb ook interesse in de vele zijriviertjes.” Wat zijn haar wensen en ambities als choreografe? Is ze daar überhaupt al mee bezig? “Jawel, ik denk daar heel bescheiden over na”, zegt ze. “Ik vind allianties heel belangrijk. Ik wil graag werken met mensen uit andere disciplines: lichtontwerpers, muzikanten, kostuummakers, beeldend kunstenaars. Dat interdisciplinaire leidt tot spannende processen en magie, zoals Day Dream Space met Tim Scheffer. Het publiek een totaalbeleving laten ervaren. Daar zou ik veel voldoening uit halen.” Of dans dan wel het primaat moet krijgen? Audrey Apers: “Pfft, da’s moeilijk om over te spreken. Ik kies voor beweging omdat ik me het beste in die taal kan uitdrukken, maar andere elementen vind ik gelijkwaardig. Er is geen rangorde. Voor mij niet.” Niet vreemd dus dat ze bewondering koestert voor Romeo Castellucci, de fameuze Italiaanse toneelregisseur die het liefste ook decor, licht en kostuums ontwerpt. “Wat mij erg raakt”, zegt ze, “is als iemand erin slaagt om elk toneelelement tot in de finesses uit te werken. Ook al valt de voorstelling tegen, zo’n oog voor detail getuigt van echte liefde voor het vak. Dat apprecieer ik tot in het oneindige.”

‘Ik heb de sprankel om te creëren en daarvoor krijg ik hier alle ruimte.’

Audrey Apers is op 29 januari te zien tijdens de Sneak Peek in Parkstad Limburg Theaters Heerlen. Samen met Hemelhond en Sam Scheuermann verzorgt ze deze blinddate in het theater. Plt.nl, viazuid.com

JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

61


Christophe Aussems zet in Hybris een chirurg en een aan beide benen verlamde patiënt tegenover elkaar. Het is hun eerste ontmoeting na een smartelijke medische misser. “Verder kunnen gaan begint bij begrip.” D O O R T WA N VA N D E N B R A N D

OVER MOED EN OVERMOED ‘Chirurgen hebben het over een incident, de buitenwacht denkt bij een medische misser meteen aan sensatie, aan het verkeerde been dat is afgezet.’

62

Jaren nadat ze haar zoon Christophe op de wereld had gezet, werd ze op de markt in Bilzen onverwachts aangesproken. Een vrouw zei: “Als het indertijd fout was afgelopen met U, had ik het ziekenhuis voor het gerecht gedaagd.” De onbekende bleek een verpleegster te zijn die ten tijde van de bevalling dienst had. Na de geboorte zweefde de jonge moeder, als gevolg van complicaties, tussen leven en dood. Uiteindelijk kwam het goed. Maar pas te midden van de marktkramen in Bilzen werd klip en klaar dat ze kantje boord had gelegen door een medische fout.

C

hristophe Aussems is intussen 43 jaar. Acteur en regisseur, als artistiek leider verbonden aan Het nieuwstedelijk, stadstheater van Hasselt, Genk en Leuven. In februari gaat zijn nieuwe stuk over medische missers in première: Hybris, Oudgrieks voor overmoed. Hybris raakt aan Aussems persoonlijke ervaringen. Zijn geboorte natuurlijk, en: “Vier jaar geleden kreeg ik met een serieuze burn-out te maken. Ik ben me daar in gaan verdiepen en las toen dat het ook veel chirurgen overkomt. Terwijl ik dacht: die moeten mensen beter maken, niet zelf ziek worden. Maar ja, de marktwerking, de

THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019

concurrentie, het zorgt voor ontmenselijking van de zorg.” Als theatermaker laat Aussems zich leiden door maatschappelijke issues. Zijn theaterstuk Vuur is aan het vierde seizoen bezig. Dat gaat over de brand in het internaat van Heusden-Zolder, waarbij in de nacht van 23 januari 1974 drieëntwintig jongens tussen 12 en 15 jaar de dood vonden. Het haalt emoties naar boven. Net als voor Vuur is hij voor Hybris diep in de materie gedoken. Hij leefde zich in, maandenlang, dag en nacht. Las over een onderwerp dat taboe is tot grote ogen klein werden, sprak met chirurgen die fouten maakten en met patiënten bij wie het mis ging. “Veel artsen praten er niet over. Niet tegenover hun partner, niet tegenover vrienden of collega’s. Er bestaat een omerta.” Ook al omdat er angst is voor juridische consequenties. Bij Aussems gingen ze, vertrouwen verzekerd, wel te biecht. “Vaak gaat het om kleine fouten, al kunnen die grote gevolgen hebben. Chirurgen hebben het over een incident, de buitenwacht denkt bij een medische misser meteen aan sensatie, aan het verkeerde been dat is afgezet.” Hij verwerkt tal van geïnterviewde personages in een confrontatie tussen een chirurg en een patiënt die elkaar jaren na een medische misser voor het eerst ontmoeten. De laatste is als gevolg van de fout aan beide benen verlamd. Ze praten over de consequenties voor hun beider levens. Die voor de patiënt zijn evident. Maar, zegt Aussems, de chirurg mag dan als de macho met de Porsche worden uitgetekend, een medische fout kan ook hem of haar hard raken. “De chirurgen zeggen: we moeten goed zijn met mes en vork - waarmee ze het werk aan de operatietafel bedoelen - maar krijgen te weinig tijd voor het gesprek. De operatiekamer is overboekt, druk en concurrentie zijn groot en dus gaan ze zelf op de adrenaline maar door en door.” Na een misser ontbreekt vaak de empathie, constateren patiënten op hun beurt. “Was het maar tot een gesprek gekomen”, zeiden zij tegen Aussems. “Was er maar een sorry uitgesproken. Kom je elkaar nu tegen dan is dat vooral bij de rechter.” De theatermaker zelf voegt daar aan


Theater

‘Na een misser ontbreekt vaak de empathie, constateren patiënten. “Was het maar tot een gesprek gekomen”’

toe: “De chirurg wordt in zijn opleiding nauwelijks voorbereid, op missers noch op de nazorg daarvan.” Hybris, hoogmoed, refereert niet alleen aan de chirurg die over het leven van de ander beschikt en zich plaatsvervanger van God waant. Het heeft evenzeer een relatie met de patiënt die als Don Quichotte het gevecht om transparantie en genoegdoening aangaat. “Het vergt moed om naar de rechter te stappen na een medische fout. De tegenstander is machtig. En het vraagt bijna óvermoed om zo’n zaak vol te houden. De procedure is lang en duur, de stress groot. Het maakt mensen soms fysiek ziek”, constateert Aussems. Hybris slaat bovendien op de economische wetten die de zorg dicteren. “Voor de negatieve effecten zouden we meer oog moeten hebben.” En ja, hij bekent het

met een glimlach, misschien is ook de theatermaker die denkt een taboe-onderwerp bespreekbaar te kunnen maken aan overmoed ten prooi. “Aan theater maken zit voor mij maatschappelijke urgentie vastgeklonken. Ik wil in de eerste plaats zelf inzicht krijgen en dat vervolgens delen met zoveel mogelijk andere mensen. Ik wil verschillende perspectieven tonen. Het begint bij elkaar begrijpen, bij begrip hebben. Ik hoop dat Hybris laat zien wat zo’n ontmoeting kan opleveren. Hoe de een en de ander daarna verder kan.” Hybris. Het nieuwstedelijk. Op 20, 21, 22, 27 en 28 februari, op 24 februari, 8 en 9 maart in De Nieuwe Zaal in Hasselt en op 12 en 13 maart C-mine in Genk. nieuwstedelijk.be, c-minecultuurcentrum.be

JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

63


Jente Pironet en Sarah Pepels van Portland. foto’s Zeb Coune

64

THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019


De dreampop van Jente Pironet en z’n band Portland is, gekatapulteerd door Studio Brussel, bezig aan de weg omhoog. In april staat de band op Little Waves in Genk. “België heeft een soort hoek af.” D O O R F O N S G E R A E T S

Muziek

PORTLAND WORDT GROOT W

ie goed zoekt vindt ze nog: indoorpopfestivals met een exquise line-up voor fijnproevers, waar het niet draait om decibellen, afterparty’s en hectoliters bier, maar waar enkel De Muziek centraal staat. Little Waves in C-Mine in Genk is zo’n verborgen parel. Het zijn niet de minste artiesten die de afgelopen jaren op de vier podia van dit festival hebben gestaan: Mercury Rev, Grandaddy, Blitzen Trapper, Damien Jurado, Wovenhand, Milky Chance, Villagers. Het affiche voor editie nummer zeven, op zaterdag 13 april, is met Amerikaanse singer-songwriters als Ryley Walker (zijn album Primrose Green is een meesterwerk), Marissa Nadler, Gabriel Kahane plus de Belgische formaties Isbells, Crayon Sun en Portland, weer veelbelovend. “Toen we in 2013 begonnen was de intentie om terug te gaan naar de bron: de song. Bovendien ontbrak een evenement met louter singer-songwriters in deze regio”, zegt Brecht Gielis, programmeur van C-Mine. “Het idee heb ik opgepikt van Songbird in Rotterdam, Crossing Border in Den Haag en Naked Song in Eindhoven. In de loop der tijd is de formule opgerekt. Nu bieden we ook ruimte aan indiepop, folk, americana en aanleunende genres.” Portland zal in april als ‘subliner’ worden opgediend. De dreampop van deze viermansformatie – in de verte refererend aan Fleet Foxes en Alt-J – maakt

pijlsnel furore in Vlaanderen. Zo is de op 1 december begonnen nieuwe clubtour bijna overal uitverkocht. Dat is opmerkelijk, gezien hun bescheiden discografie. Sinds de oprichting in 2014 zijn drie singles uitgebracht: Pouring Rain, Matilda en onlangs Lucky Clover. Portlands geluk is dat die nummers veelvuldig worden gedraaid op Studio Brussel. Uitvloeisel van het feit dat de band afgelopen jaar de eerste prijs in de wacht sleepte van Studio Brussels talentenjacht De Nieuwe Lichting. “Aandacht van zulke media is belangrijk om grotere bekendheid te verwerven”, vertelt zanger-gitarist Jente Pironet (27). “In Nederland moeten bands het vooral hebben van Spotify en andere streamingdiensten, bij ons is de radio nog doorslaggevend.” De royale airplay levert ook andere positieve effecten op, namelijk uitnodigingen voor de talrijke zomerfestivals. Zo speelde Portland op Dranouter, Eurosonic Noorderslag en Rock Herk en Boomtown Gent. De vraag dringt zich op of hun breekbare, melancholische, met elektronica doorspekte songs, in die ambiance wel tot hun recht komen. Pironet: “Daar moet het publiek maar antwoord op geven. In theorie zijn intieme clubs

‘In Vlaanderen is de radio nog doorslaggevend.’

JANUARI 2019

THEATERMAGAZINE JEROEN

65


voor ons het meest geschikt, dat is waar. Daarom is er hard gewerkt, onder meer door PA-repetities, om overeind te blijven op de festivals. Onze live-sound is nu volledig aangepast aan grote podia.” In oktober 2017, toen Portland live nog minder robuust voor de dag kwam, legde Pironet het optreden tijdens het DVERS-festival in Sittard stil. Het rumoer vanuit de zaal liep de spuigaten uit. “Het was een hel. Een paar concertgangers heb ik verzocht om de zaal te verlaten. Ze verpestten de show voor iedereen. Die ingreep was niet de meest populaire move die ik ooit heb gemaakt, maar het was noodzakelijk.” Volgens de blikvanger van Portland is publieksherrie vooral schering en inslag bij de zogenoemde showcasefestivals. Hier komen bezoekers niet speciaal voor een artiest, maar voor de gezelligheid. “Allerlei bands worden gepresenteerd en bezoekers lopen in en uit om overal iets mee te pikken. Het is vooral een sociaal gebeuren”, aldus Pironet. De groep is vernoemd naar de grootste stad van de Amerikaanse staat Oregon, woonplaats van de door hem bewonderde singer-songwriter Eliott Smith. “Ik ben me in hem gaan verdiepen na een 2 Meter Sessie bij Jan-Douwe Kroeske. Toen raakte ik ook geïnteresseerd in de bijzondere subcultuur van de stad. Wist je trouwens dat Portland de meest groene stad van Amerika is? En vanwege het gunstige klimaat worden er rozen gekweekt, mijn lievelingsbloem. En de naam is kort en krachtig.” De vier bandleden leerden elkaar kennen op de PXL rockacademie in Hasselt. In zijn toenmalige

66

THEATERMAGAZINE JEROEN

JANUARI 2019

studentenhuis vroeg hij medebewoonster Sarah Pepels als eerste. Dat klikte meteen. “Toen zijn anderen erbij gekomen en weer vertrokken. Dat is geëvolueerd tot de huidige bezetting. In januari is het precies één jaar geleden dat we in deze samenstelling onze eerste show hebben gespeeld.” Het Belgische voetbal, popmuziek en film zitten duidelijk in de lift. Heeft Jente Pironet een verklaring? “Misschien zit er bij ons iets in het leidingwater”, zegt hij grappend. Dan serieus: “België heeft een soort hoek af. Wij doen niet aan epigonisme, maar proberen vooral ons eigen ding te doen.” Ook andere zaken vormen een gunstige voedingsbodem voor de bloeiende popcultuur: aandachtig publiek, goed geoutilleerde concertzalen en het vertrouwen van de muziekindustrie. “België is een broeinest van creativiteit. Ik zie hier bandjes uit Amerika of god mag weten vanwaar, die kwalitatief veel minder zijn. Ik hoop van harte dat de Belgische popscene internationaal doorbreekt. Er zijn veel bands die dat echt verdienen.” Little Waves. Op 13 april in C-Mine Cultuurcentrum Genk met o.a. Portland, Ryley Walker (USA), Gabriel Kahane (USA), Crayon Sun, Marissa Nadler (USA). Tickets: littlewaves.be


Hemelhond

VIA ZUID, TALENTONTWIKKELING IN DE PODIUMKUNSTEN LIMBURG VIA ZUID begeleidt talentvolle makers in de podiumkunsten en ontwikkelt samen met hen bijzondere voorstellingen en unieke projecten, in en vanuit Limburg. VIA ZUID biedt beloftevolle regisseurs, performers, choreografen, schrijvers, muzikanten en crossover-kunstenaars de mogelijkheid om zich onderzoekend te ontplooien, te presenteren, ervaring op te doen, elkaar te ontmoeten en zich te ontwikkelen tot zelfstandig maker. Daarnaast bieden we het publiek de unieke kans om al vanaf het prille begin te genieten van dit aanstormend talent!

UITGELICHT Sneak Peek Blind dates in het theater met voorproefjes van onze makers Parkstad Limburg Theaters Heerlen 29 januari Hemelhond, Sam Scheuermann en Audrey Apers (zie blz 60) 23 april under construction Meer info www.plt.nl

Schrit_tmacher | Co Laboration 12 maart t/m 14 april, Parkstad & Aken (zie blz 42) 24 maart (Kerkrade) & 6 april (Aken) Korte choreografieĂŤn van Mami Izumi + Roshanak Morrowatian Meer info www.plt.nl

Talent Lab Festival Cement 22 t/m 30 maart, Den Bosch Onder meer Timo Tembuyser, afstudeerwerk Toneelacademie Maastricht geselecteerd, co-productie VIA ZUID en Festival CEMENT

12 april, Museumnacht Maastricht, Bordenhal (zie pag 22) Inkijkje in het multidisciplinaire laboratorium van acht podiumkunstenaars, een samenwerking onder leiding van TGM & VIA ZUID. www.museumnachtmaastricht.nl MEER INFO: WWW.VIAZUID.COM


INTERNATIONALE FESTIVALS CULTUURCENTRUM HASSELT MEER INFO: CCHA.BE

22STE E D ITIE

VR 1 T/ M DO 7 M RT 2019

met CAS PUBLIC, KOPERGIETERY, TOUT PETIT, NAT GRAS, FRIEDA, HOP SIGNOR,

DALIJA ACIN THELANDER, THEATER ARTEMIS, SCHIPPERS&VANGUCHT, COMPAGNIE HYBRIDE, DE DANSERS, PAUL VIVIEN e.a.

KROKUSFESTIVAL.BE

2019 WO 27 T/M ZO 31 MRT 19 ELIANE RODRIGUES DE BEREN GIEREN DIMITRI LEUE & KIYOTAKA IZUMI JAMES HEATHER + LUKE HOWARD + MARTIN KOHLSTEDT ORCHESTRE ROYAL DE CHAMBRE DE WALLONIE & FRANK BRALEY CLAIRE CHEVALIER & SERGEI ISTOMIN BL!NDMAN [SAX] + [DRUMS] + [STRINGS] PETER BRODERICK GUY VAN NUETEN MATTEO MYDERWYK PIANODAYS.BE


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.