
Dossiernummer: 2025.0020.01
Ref: KH - LH - 130225.V4
STATUTENWIJZIGING
Heden, @eenendertig maart tweeduizend vijfentwintig, verschijnt voor mij, mr. Karen Anne Hüpler-Hebben, notaris te Utrecht: @, en handelend als hierna vermeld.
De verschenen persoon verklaart: -dat de algemene vergadering van coöperatie: Buurtcoöperatie Apeldoorn
Zuid B.A., statutair gevestigd te Apeldoorn, kantoorhoudende te 7331 TX Apeldoorn, Sperwerlaan 18, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 59526947, heeft besloten tot wijziging van de statuten zoals hierna vermeld;
-dat de algemene vergadering voorts heeft besloten de verschenen persoon aan te wijzen om deze akte te verlijden;
-dat van de gemelde besluiten van de algemene vergadering blijkt uit een uittreksel uit de notulen van de betreffende vergadering, dat aan deze akte wordt gehecht (Bijlage).
De verschenen persoon, handelend als vermeld, verklaart voorts, ter uitvoering van voormeld besluit, en met ingang van de dag na heden, de statuten van de vereniging algeheel te wijzigen zodat deze komen te luiden als volgt:
STATUTEN
BEGRIPSBEPALINGEN
1.In deze statuten wordt verstaan onder: algemene vergadering: het orgaan van de coöperatie dat in Titel 2 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek wordt aangeduid als algemene vergadering, tenzij uit de context blijkt dat het een vergadering van de algemene vergadering betreft.
auditcommissie: de commissie van de raad van toezicht, als bedoeld in artikel 22. benoemingsadviescommissie: de benoemingsadviescommissie, als bedoeld in artikel 23.
bestuur: het bestuur van de coöperatie. bestuurder: het enige lid van het bestuur van de coöperatie, tenzij anders vermeld.
Code: de Governancecode Sociaal Werk 2016 of de daarvoor in de plaats tredende code.
coöperatie: de coöperatie waarvan de interne organisatie wordt beheerst door deze statuten, te weten de coöperatie: Buurtcoöperatie Apeldoorn Zuid U.A., ingeschreven in het handelsregister onder nummer 59526947. dagen: alle dagen van een week en derhalve niet uitgezonderd algemeen erkende feestdagen of daarmee op grond van de Algemene termijnenwet gelijkgestelde dagen.
- 2 -
gekwalificeerde meerderheid: een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste de helft van het aantal leden aanwezig of vertegenwoordigd is. Is in een vergadering, waarin een dergelijk besluit aan de orde is, niet ten minste de helft van het aantal leden aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering. In deze tweede vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden rechtsgeldig omtrent het voorstel, zoals dit in de eerste vergadering aan de orde was, worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen. huishoudelijk reglement: het huishoudelijk reglement van de coöperatie. leden: alle leden van de coöperatie, tenzij anders vermeld. raad van toezicht: de raad van toezicht van de coöperatie. remuneratiecommissie: de commissie van de raad van toezicht, als bedoeld in artikel 22. schriftelijk: een bericht dat is overgebracht per brief, e-mail of enig ander elektronisch communicatiemiddel, mits het bericht leesbaar en reproduceerbaar is. statuten: de statuten van de coöperatie. Wmo: de Wet maatschappelijk ondersteuning of de daarvoor in de plaats tredende wet.
2.Verwijzingen naar artikelen zijn verwijzingen naar artikelen van deze statuten, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven.
3.Met verwijzingen in de statuten naar ‘hij’ wordt tevens bedoeld te verwijzen naar ‘zij’ alsmede 'hen' of 'die'. Met verwijzingen in de statuten naar ‘zijn’ (anders dan als werkwoord) of ‘hem’ wordt tevens bedoeld te verwijzen naar ‘haar’ alsmede 'hen' of 'hun'.
NAAM EN ZETEL
Artikel 1
1.De coöperatie draagt de naam: Buurtcoöperatie Apeldoorn Zuid U.A.
2. De coöperatie is statutair gevestigd in Apeldoorn.
DOEL
Artikel 2
De coöperatie heeft ten doel:
a.het ondersteunen van de bewoners van Apeldoorn Zuid bij het bevorderen van hun zelfraadzaamheid en het voeren van regie op het gebied van wonen, participatie, welzijn en zorg;
b.het behartigen van de belangen van de bewoners van Apeldoorn Zuid die een vraag hebben op het gebied van wonen, participatie, welzijn en/of zorg, zowel in de richting van de Gemeente Apeldoorn als in de richting van zorgof welzijnsaanbieders en zorgverzekeraars;
c.het verbinden van bewoners van Apeldoorn Zuid en organisaties werkzaam in Apeldoorn Zuid die als professional of vrijwilliger actief (willen) zijn in het ondersteunen van de bewoners van Apeldoorn Zuid;
d.te voorzien in de stoffelijke behoeften van haar leden op grond van overeenkomsten, met hen gesloten in het bedrijf dat de coöperatie te
- 3 -
hunnen behoeve uitoefent of doet uitoefenen, en voorts al hetgeen hiermee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, direct of indirect, alles in de ruimste zin van het woord.
MIDDELEN
Artikel 3
1.De coöperatie tracht haar doel te bereiken door:
a.het aanstellen van buurtassistenten die actief op zoek gaan naar de behoeften van de bewoners in Apeldoorn Zuid op het gebied van wonen, participatie, welzijn en zorg en die op genoemde gebieden fungeren als eerste aanspreekpunt en ondersteuning voor bewoners in Apeldoorn Zuid;
b.het exploiteren van een buurthuis als laagdrempelige activiteiten-, ontmoetings- en informatieplek voor bewoners van Apeldoorn Zuid;
c.het aanbieden van een dagbestedingsplek voor bewoners van Apeldoorn Zuid;
d.het aanbieden van een leer-werk omgeving voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt;
e.het organiseren en faciliteren van activiteiten voor bewoners van Apeldoorn Zuid die bijdragen aan het realiseren van de doelstelling;
f.het aanbieden van stageplekken voor scholieren en studenten van op wonen, participatie, welzijn en zorg gerichte opleidingen;
g.het aanbieden van trajectbegeleiding in het kader van de Wmo;
h.het behartigen van collectieve maatschappelijke belangen van de leden voor zover die passen binnen de doelstelling van de coöperatie, en verder al hetgeen daarmee verband houdt of aan de verwezenlijking van het doel bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord.
2.De coöperatie kan de overeenkomsten die zij met haar leden sluit ook met derden aangaan, maar niet in zodanige mate dat de overeenkomsten met de leden van ondergeschikte betekenis worden.
LIDMAATSCHAP
Artikel 4
1.De coöperatie kent leden. Uitsluitend meerderjarige natuurlijke personen kunnen als lid worden toegelaten.
2.Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere eisen worden vastgesteld omtrent de minimale verplichtingen waaraan ieder lid tenminste zal moeten voldoen en blijven voldoen teneinde te worden toegelaten als lid van de coöperatie alsmede teneinde zijn lidmaatschap te kunnen continueren.
3.Een verzoek tot toelating tot het lidmaatschap wordt schriftelijk aan de bestuurder gericht. De bestuurder beslist over de toelating tot het lidmaatschap.
4.Bij toelating wordt aan de aanvrager medegedeeld onder welk nummer hij als lid is ingeschreven. De aanvrager ontvangt een bewijs van lidmaatschap, een exemplaar van de statuten en een exemplaar van het huishoudelijk reglement.
5.In geval van niet-toelating tot het lidmaatschap door de bestuurder kan de betrokkene binnen drie maanden nadat het besluit tot niet-toelating met redenen omkleed aan hem bekend is gemaakt, in beroep bij de algemene
- 4 -
vergadering. De algemene vergadering kan alsnog tot toelating besluiten.
LEDENREGISTER
Artikel 5
De bestuurder houdt een ledenregister aan, waarin tenminste de namen en (email)adressen van alle leden zijn opgenomen en waarvan een nadere specificatie kan worden vastgelegd in het huishoudelijk reglement, een en ander met inachtneming van de geldende wetgeving rondom privacy en bescherming van persoonsgegevens.
EINDE VAN HET LIDMAATSCHAP
Artikel 6
1.Het lidmaatschap eindigt:
a.door overlijden van een lid;
b.door opzegging door het lid;
c.door opzegging door de coöperatie;
d.door ontzetting door de coöperatie.
2.Opzegging van het lidmaatschap door een lid kan plaatsvinden door een schriftelijk bericht aan de bestuurder. Opzegging van het lidmaatschap door een lid kan alleen plaatsvinden tegen het einde van een boekjaar en met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste één maand met dien verstande dat een lid zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang kan opzeggen:
a.binnen één maand nadat hem een besluit is meegedeeld tot omzetting van de coöperatie in een andere rechtsvorm, tot fusie of tot splitsing;
b.als van het lid redelijkerwijs niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren;
c.binnen één maand nadat een besluit, waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen - andere dan de verplichtingen van geldelijke aardzijn verzwaard, hem is bekend geworden of medegedeeld; het besluit is alsdan niet op hem van toepassing. Een opzegging in strijd met het in dit lid 2 van dit artikel bepaalde, doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip, volgende op de datum waartegen was opgezegd.
3.Opzegging van het lidmaatschap door de coöperatie vindt plaats door de bestuurder. Het lidmaatschap kan worden opgezegd:
a.wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap te voldoen;
b.wanneer hij zijn (financiële) verplichtingen jegens de coöperatie niet nakomt;
c.wanneer redelijkerwijs van de coöperatie niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren, waaronder in ieder geval wordt verstaan de situatie dat gedurende de afgelopen twee jaar herhaald sprake is geweest van klachten over het betreffende lid afkomstig van zorgvragers welke naar het oordeel van de bestuurder (of in beroep de algemene vergadering) ernstig genoeg zijn voor opzegging van het lidmaatschap, tenzij het klachten betreft welke dateren van voor toetreding van het betreffende lid tot de coöperatie welke door het lid
- 5 -
vóór de toetreding aan de coöperatie zijn gemeld en indertijd geen aanleiding hebben gevormd om het betreffende lid als lid te weigeren.
4.Opzegging als bedoeld in lid 3 van dit artikel geschiedt:
a. als het lid niet in beroep gaat: met onmiddellijke ingang, nadat de termijn als bedoeld in lid 9 van dit artikel is verstreken; of b. als het lid wel in beroep gaat: nadat de algemene vergadering een besluit heeft genomen ten aanzien van het ingestelde beroep.
5.Ontzetting uit het lidmaatschap vindt plaats door de bestuurder. Hiertoe kan worden besloten als het lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de coöperatie handelt of de coöperatie op onredelijke wijze benadeelt. Het besluit tot ontzetting wordt schriftelijk aan de betrokkene meegedeeld, onder opgave van redenen.
6.Ontzetting als bedoeld in lid 5 van dit artikel geschiedt:
a. als het lid niet in beroep gaat: met onmiddellijke ingang, nadat de termijn als bedoeld in lid 9 van dit artikel is verstreken; of b. als het lid wel in beroep gaat: nadat de algemene vergadering een besluit heeft genomen ten aanzien van het ingestelde beroep.
7.De bestuurder kan besluiten een lid te schorsen. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot beëindiging van het lidmaatschap, eindigt door het verlopen van die termijn.
8.Een lid dat is geschorst, behoudt gedurende zijn schorsing zijn verplichtingen ten opzichte van de coöperatie, maar heeft geen enkel recht en wordt niet toegelaten in de algemene vergadering noch in vergaderingen van andere organen van de coöperatie, behoudens ingeval en voor zover de schorsing van het betreffende lid in die algemene vergadering aan de orde is.
9.Van een besluit tot opzegging van of ontzetting uit het lidmaatschap door de coöperatie, staat de betrokkene binnen drie maanden na ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene vergadering. Het betrokken lid wordt daartoe op de meest korte termijn schriftelijk van het besluit tot opzegging of ontzetting met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
10.Een lid kan de toepasselijkheid van een besluit waarbij de geldelijke verplichtingen van de leden zijn verzwaard en/of waarbij de geldelijke rechten zijn beperkt ten opzichte van hem, niet uitsluiten door opzegging van zijn lidmaatschap.
11.Wanneer een lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft toch de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.
CONTRIBUTIE
Artikel 7
1.Ieder lid betaalt elk jaar een contributie, jaarlijks - op voorstel van de bestuurder en na goedkeuring van de raad van toezicht - vast te stellen door de algemene vergadering. De algemene vergadering kan de leden in verschillende categorieën indelen, en voor elke categorie een andere contributie vaststellen.
2.De bestuurder is - na goedkeuring van de raad van toezicht - bevoegd in
bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van contributie te verlenen.
UITSLUITING VAN AANSPRAKELIJKHEID
Artikel 8
Elke aansprakelijkheid van de leden en/of de oud-leden voor een tekort van de coöperatie door ontbinding of andere oorzaak is uitgesloten.
BESTUUR. SAMENSTELLING. BENOEMING
Artikel 9
1.Het bestuur van de coöperatie bestaat uit één natuurlijk persoon. De bestuurder mag tevens de titel "directeur-bestuurder" voeren.
2.De bestuurder wordt benoemd door de raad van toezicht, met dien verstande dat:
a.de raad van toezicht eerst bij afzonderlijk besluit in de vorm van een profielschets de kwaliteiten en/of hoedanigheden vaststelt waaraan de bestuurder moet voldoen;
b.de bestuurder:
i.geen familie van een lid van de raad van toezicht mag zijn, waarbij onder familie in dit verband moet worden verstaan: bloed- en aanverwanten tot en met de vierde graad, waarbij samenwoning wordt gezien als een huwelijk;
ii.geen relatie mag hebben met een lid van de raad van toezicht, waarbij onder relatie in dit verband moet worden verstaan: een huwelijk, geregistreerd partnerschap en samenwonend dan wel op andere wijze een gezamenlijke huishouding voerend;
c.de bestuurder uit of buiten de leden kan worden benoemd.
3.De vaststelling van het salaris en de regeling van de overige arbeidsvoorwaarden van de bestuurder, geschiedt - met in achtneming van het bepaalde in de van toepassing zijnde wet- en regelgeving - door de raad van toezicht.
4.De bestuurder wordt benoemd voor onbepaalde tijd.
5.De bestuurder wordt geacht aan de raad van toezicht opgave te doen van diens nevenfuncties, waaronder bestuursfuncties, commissariaten en adviseurschappen. De bestuurder aanvaardt - zonder voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht - geen (neven)functie die gezien de aard of het tijdsbeslag raakt aan diens functioneren als bestuurder.
6.De bestuurder defungeert:
a.door zijn overlijden;
b.door zijn vrijwillig aftreden (bedanken);
c.door zijn ontslag door de raad van toezicht; d.zijn ontslag door de rechtbank; e.door het verlies van het vrije beheer over zijn gehele vermogen (faillissement, schuldsanering).
7.In geval van ontstentenis of belet van de bestuurder wordt de coöperatie tijdelijk bestuurd door een persoon die daartoe door de raad van toezicht steeds moet zijn aangewezen. Een persoon als bedoeld in de vorige volzin kan door de raad van toezicht niet uit haar midden worden aangewezen. Voor de gedurende deze periode verrichte bestuursdaden wordt de
aangewezen persoon met een bestuurder gelijkgesteld. Er is sprake van ontstentenis als:
a.een vacature ontstaat door aftreden of ontslag waarbij geen directe opvolger is benoemd; of b.de bestuurder overlijdt.
Onder belet wordt in deze statuten in ieder geval verstaan de omstandigheid dat:
a.de bestuurder gedurende een periode van meer dan één maand onbereikbaar is door ziekte of andere oorzaken; of b.de bestuurder is geschorst. De raad van toezicht is echter steeds verplicht zo spoedig mogelijk in een vacature te voorzien.
8.De bestuurder kan te allen tijde worden geschorst en ontslagen door de raad van toezicht.
9.Een schorsing geldt ten hoogste drie maanden, tenzij de raad van toezicht voor de afloop van die periode heeft besloten de termijn eenmalig met ten hoogste drie maanden te verlengen. De geschorste bestuurder wordt in de gelegenheid gesteld zich tegenover de raad van toezicht te verantwoorden en zich daarbij door een raadsman te laten bijstaan. Indien de raad van toezicht niet besluit de geschorste bestuurder te ontslaan dan wel indien de schorsingstermijn niet tijdig wordt verlengd, vervalt de schorsing.
10.De schorsing van de bestuurder vervalt, indien de raad van toezicht niet binnen drie maanden na de datum van ingang van de schorsing besluit tot ontslag of tot opheffing of handhaving van de schorsing. Een besluit tot ontslag van de bestuurder wordt genomen met een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin alle leden van de raad van toezicht aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Is een vergadering, waarin een dergelijk besluit aan de orde is, niet voltallig, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering. In deze tweede vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden van de raad van toezicht rechtsgeldig omtrent het voorstel, zoals dit in de eerste vergadering aan de orde was, worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen.
BESLUITVORMING BESTUUR. TEGENSTRIJDIG BELANG
Artikel 10
1. De bestuurder kan alle besluiten buiten vergadering nemen.
2.De besluiten als omschreven in artikel 11 lid 6 en 7 worden in ieder geval schriftelijk vastgelegd.
3.In het geval dat de bestuurder een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de coöperatie, dient hij dit te melden aan de raad van toezicht en verschaft daarover alle relevante informatie.
4.Indien de bestuurder een tegenstrijdig belang heeft wordt het besluit genomen door de raad van toezicht.
5.De bestuurder draagt zorg voor een zorgvuldige verslaglegging van het besluitvormingsproces indien sprake is van een tegenstrijdig belang.
BESTUURSTAAK EN BESTUURSBEVOEGDHEID
Artikel 11
1.De bestuurder is belast met het besturen van de coöperatie waaronder begrepen de algemene beleidsvoering van de coöperatie op basis van het door de bestuurder opgestelde en door de algemene vergadering vastgestelde (meerjaren)beleidsplan en begroting. De bestuurder legt het (meerjaren)beleidsplan en begroting ter goedkeuring voor aan de raad van toezicht, alvorens deze stukken aan de algemene vergadering ter vaststelling worden voorgelegd.
2.Bij de vervulling van diens taak richt de bestuurder zich naar het belang van de coöperatie en de daaraan verbonden organisatie, in het bijzonder vanuit de maatschappelijke doelstelling daarvan.
3.De bestuurder is gehouden te handelen in overeenstemming met de statuten en de Code. Daarnaast wordt ruimte gegeven aan de betrokkenheid van zowel intern- als extern belanghebbenden en worden hun belangen zorgvuldig afgewogen.
4.De bestuurder is - mits met voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht - bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen. De bestuurder is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de coöperatie zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt.
5.Erfstellingen mogen door de bestuurder slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
6.Aan de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht zijnonverminderd het elders in deze statuten bepaalde - onderworpen besluiten van de bestuurder met betrekking tot:
a.een voorstel tot het ter vaststelling of wijziging van de voor enig jaar of reeks van jaren opgestelde (strategische) beleidsplannen voorleggen aan de algemene vergadering;
b.een voorstel tot het ter vaststelling van de (meerjaren)begroting voorleggen aan de algemene vergadering;
c. de strategie van de coöperatie dat moet leiden tot realisatie van de statutaire doelstellingen alsmede de financiering van de strategie van de coöperatie;
d.het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen of tot huur, verhuur of pacht daarvan;
e. het aangaan van kredietovereenkomsten en van overeenkomsten van geldlening en het doen van beleggingen in welke vorm dan ook;
f. fusie of splitsing van de coöperatie, waaronder begrepen het besluit tot ondertekening van een voorstel tot fusie of splitsing;
g. het aangaan of verbreken van een duurzame rechtstreekse of middellijke samenwerking met andere rechtspersonen, indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is;
h.tot het verbreken van de overeenkomst tussen de coöperatie en een
- 9 -
aanmerkelijk aantal leden en/of eventuele derden met wie de coöperatie overeenkomsten is aangegaan;
i. de aanvraag van faillissement of van surséance van betaling van de coöperatie;
j. de beëindiging van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers tegelijkertijd of binnen een kort tijdsbestek, of van het verbreken van een overeenkomst met een aanmerkelijk aantal personen dat als zelfstandige of als samenwerkingsverband werkzaam is voor de coöperatie;
k. een ingrijpende wijziging in de arbeidsovereenkomst van een aanmerkelijk aantal werknemers;
l. wijziging van de statuten van de coöperatie;
m.het voorstel tot ontbinding van de coöperatie, waaronder begrepen het voorstel tot het vaststellen van de bestemming van het batig liquidatiesaldo;
n. de oprichting van een nieuwe rechtspersoon alsmede de vaststelling van de statuten van een nieuwe rechtspersoon;
o.het verkrijgen van aandelen in een rechtspersoon alsmede het vervreemden of bezwaren van die aandelen;
p.het overdragen van activiteiten van de coöperatie;
q.het aangaan of opzeggen van een lidmaatschap van een (coöperatieve) vereniging;
r.het voeren van het bestuur, de directie of het management over andere ondernemingen, al dan niet rechtspersonen;
s.het verlenen van een volmacht of anderszins doorlopende algemene of beperkte vertegenwoordigingsbevoegdheid, alsmede het intrekken en wijzigen hiervan;
t.tot het voeren van rechtsgedingen, niet zijnde incassoprocedures of voorlopige voorzieningen;
u.het vaststellen van het bestuursreglement.
7.De raad van toezicht is bevoegd ook andere besluiten dan die in lid 6 zijn genoemd aan zijn goedkeuring te onderwerpen. Die besluiten dienen duidelijk te worden omschreven en vooraf schriftelijk aan de bestuurder te zijn medegedeeld.
INFORMATIEVOORZIENING DOOR DE BESTUURDER
Artikel 12
1.De bestuurder verschaft de raad van toezicht tijdig de voor de uitoefening van diens taak noodzakelijke informatie en gegevens met name waar het gaat om informatie en gegevens die op welke wijze dan ook verband houden of kunnen houden met hetgeen in artikel 11 leden 6 en 7 staat vermeld.
2.De bestuurder rapporteert regelmatig, en in ieder geval zo vaak de raad van toezicht daarom verzoekt, aan de raad van toezicht over de stand van zaken met betrekking tot de ontwikkeling van de strategie en het beleid van de coöperatie, de financiële gang van zaken binnen de coöperatie (waaronder de algemene en financiële risico’s) en de gebruikte beheers- en controlesystemen.
VERTEGENWOORDIGING
- 10 -
Artikel 13
1.De coöperatie wordt vertegenwoordigd door de bestuurder.
2.De bestuurder kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan derden, om de coöperatie binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. De bestuurder kan voorts besluiten aan gevolmachtigden een titel te verlenen.
3.De bestuurder kan van het toekennen van doorlopende vertegenwoordigingsbevoegdheid opgave doen bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
RAAD VAN TOEZICHT. SAMENSTELLING. BENOEMING
Artikel 14
1.De coöperatie heeft een raad van toezicht, bestaande uit een door de algemene vergadering vast te stellen aantal van ten minste drie en ten hoogste vijf natuurlijke personen.
2.Bij de samenstelling van de raad van toezicht wordt: a.gestreefd naar een zo optimaal mogelijke invulling van de door de raad van toezicht vastgestelde profielen van de raad van toezicht als geheel en van de leden van de raad van toezicht afzonderlijk;
b.aandacht gegeven aan een evenwichtige samenstelling en voorzien in diversiteit voor wat betreft geslacht, maatschappelijke achtergrond, deskundigheid en leeftijd;
c.gewaarborgd dat de leden van de raad van toezicht ten opzichte van elkaar, de bestuurder en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren.
De profielen als bedoeld onder a. van dit artikellid worden door de raad van toezicht vastgesteld, na overleg met de bestuurder.
3.De leden van de raad van toezicht worden benoemd door de algemene vergadering, met dien verstande dat:
a.de benoemingsadviescommissie door de raad van toezicht tijdig in de gelegenheid wordt gesteld om voor elke zetel in de raad van toezicht een bindende voordracht te doen, een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 5 van dit artikel;
b.de in lid 3 sub a. van dit artikel bedoelde voordrachten worden gedaan met in achtneming van de in lid 2. van dit artikel bedoelde profielschets en de daartoe door de raad van toezicht opgestelde procedure;
c.een besluit over de voordracht tot gevolg heeft dat de kandidaat is benoemd, tenzij het bindende karakter aan de voordracht wordt ontnomen; de algemene vergadering kan met een meerderheid van ten minste twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen besluiten om het bindende karakter aan de voordracht ontnemen;
d.als de algemene vergadering besluit aan de opgemaakte voordracht het bindend karakter te ontnemen, de benoemingsadviescommissie opnieuw in de gelegenheid wordt gesteld een bindende voordracht op te maken;
e.vacatures binnen de raad van toezicht openbaar worden gemaakt en nieuwe leden van de raad van toezicht worden geworven via een transparante procedure en op basis van de profielschets als bedoeld in
- 11 -
lid 2 van dit artikel;
f.de leden van de raad van toezicht uit of buiten de leden kunnen worden benoemd.
4.Leden van de raad van toezicht hebben geen directe belangen bij de coöperatie en de met haar verbonden organisatie.
Voor (her)benoeming tot lid van de raad van toezicht komen niet in aanmerking een persoon die:
a.familie is van de bestuurder of van een ander lid van de raad van toezicht, waarbij onder familie in dit verband moet worden verstaan: bloed- en aanverwanten tot en met de vierde graad, waarbij samenwoning wordt gezien als een huwelijk;
b.een relatie heeft met de bestuurder of een ander lid van de raad van toezicht, waarbij onder relatie in dit verband moet worden verstaan: een huwelijk, geregistreerd partnerschap en samenwonend dan wel op andere wijze een gezamenlijke huishouding voerend.
5.De benoemingsadviescommissie gaat pas over tot voordracht van een lid van de raad van toezicht als:
a.alle leden van benoemingsadviescommissie zich kunnen vinden in de voorgenomen voordracht;
b.de bestuurder over de voorgenomen voordracht advies heeft uitgebracht dan wel in de gelegenheid is gesteld daarover een advies uit te brengen.
6.Bij een voordracht tot benoeming van een lid van de raad van toezicht worden van de kandidaat door de benoemingsadviescommissie aan de algemene vergadering en de bestuurder meegedeeld zijn leeftijd, zijn beroep, de betrekkingen die hij bekleedt of heeft bekleed voor zover die van belang zijn in verband met de vervulling van zijn taak als lid van de raad van toezicht. Tevens wordt vermeld aan welke rechtspersonen hij reeds als lid van de raad van toezicht of commissaris is verbonden; indien zich daaronder rechtspersonen bevinden, die tot eenzelfde groep behoren, kan met de aanduiding van de groep worden volstaan. De voordracht tot benoeming of herbenoeming worden gemotiveerd. Bij herbenoeming wordt rekening gehouden met de wijze waarop de kandidaat zijn taak als lid van de raad van toezicht heeft vervuld.
7.Een lid van de raad van toezicht wordt benoemd voor een periode van ten hoogste vier jaar en is eenmaal herbenoembaar voor een periode van ten hoogste vier jaar.
8.De voorzitter van de raad van toezicht wordt in functie benoemd. De raad van toezicht kan uit zijn midden een vicevoorzitter kiezen.
RAAD VAN TOEZICHT. BELET EN ONTSTENTENIS. SCHORSING EN ONTSLAG. BELONING
Artikel 15
1.Bij ontstentenis of belet van een lid van de raad van toezicht zijn de overige leden van de raad van toezicht met het toezicht belast. Een niet voltallige raad van toezicht blijft volledig bevoegd. In vacatures dient zo mogelijk uiterlijk op de eerstvolgende algemene vergadering te worden voorzien.
2.In geval van ontstentenis of belet van alle leden van de raad van toezicht
- 12 -
wordt het toezicht tijdelijk uitgeoefend door een of meer personen die daartoe steeds door de algemene vergadering steeds moeten zijn aangewezen dan wel die daartoe onverwijld door de algemene vergadering worden aangewezen.
Indien op deze wijze niet binnen één maand na het ontstaan van de situatie van ontstentenis of belet van alle leden van de raad van toezicht in het tijdelijk toezicht wordt voorzien, is elk voormalig lid van de raad van toezicht - al dan niet op verzoek van een belanghebbende - bevoegd een dergelijk persoon aan te wijzen.
3.Er is sprake van ontstentenis als:
a.een vacature ontstaat door aftreden of ontslag waarbij geen directe opvolger is benoemd; of b.een lid van de raad van toezicht overlijdt.
Van belet is in elk geval sprake indien een lid van de raad van toezicht wegens: a.schorsing;
b.ziekte, langer dan één maand; of c.onbereikbaarheid, langer dan één maand, tijdelijk niet bevoegd of in staat is de aan hem bij of krachtens de wet, deze statuten of reglementen van de coöperatie toegekende taken of bevoegdheden uit te oefenen.
4.Het lidmaatschap van een lid van de raad van toezicht eindigt door: a.zijn overlijden; b.zijn vrijwillig aftreden (bedanken); c.het verlies van het vrije beheer over zijn gehele vermogen (faillissement, schuldsanering);
d.het verstrijken van de termijn waarvoor hij was benoemd; e.het verlies van de hoedanigheid op grond waarvan hij is benoemd; f.het ontslag door de raad van toezicht; g.door zijn ontslag door de rechtbank.
5.De leden van de raad van toezicht kunnen zowel door de raad van toezicht als door de algemene vergadering worden geschorst voor een termijn van ten hoogste drie maanden. Deze termijn kan eenmaal worden verlengd met een termijn van ten hoogste drie maanden. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag door de algemene vergadering, eindigt door het verloop van die termijn.
6.De leden van de raad van toezicht kunnen door de algemene vergadering worden ontslagen wegens verwaarlozing van zijn taak, wegens andere gewichtige redenen of wegens ingrijpende wijziging van de omstandigheden op grond waarvan zijn handhaving als lid van de raad van toezicht redelijkerwijs niet van de coöperatie kan worden verlangd.
7. De leden van de raad van toezicht hebben recht op vergoeding van de door hen in uitoefening van hun functie (in redelijkheid) gemaakte kosten en kunnen voorts een niet bovenmatig vacatiegeld ontvangen ter zake van hun werkzaamheden voor de coöperatie als lid van de raad van toezicht, een en ander met in achtneming van het bepaalde in de van toepassing zijnde weten regelgeving. De hoogte van de vergoedingen wordt, op voorstel van de
- 13raad van toezicht en nadat de bestuurder hierover is geconsulteerd, vastgesteld door de algemene vergadering.
8. De in lid 7 van dit artikel omschreven vergoedingen worden in de jaarrekening van de coöperatie zichtbaar gemaakt en nader toegelicht.
9.Een lid van de raad van toezicht meldt, bij voorkeur voorafgaand aan het besluit daarover, iedere hoofd- en nevenfunctie die hij aanvaardt tijdens zijn lidmaatschap van de raad van toezicht aan de (overige) leden van de raad van toezicht. In de jaarstukken van de coöperatie wordt melding gemaakt van alle hoofd- en nevenfuncties van de leden van de raad van toezicht.
RAAD VAN TOEZICHT. TAKEN EN BEVOEGDHEDEN
Artikel 16
1.De raad van toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van de bestuurder en op de algemene gang van zaken in de coöperatie en de met haar verbonden organisatie, op de doelrealisatie van de coöperatie en op het besturen door de bestuurder. De raad van toezicht staat de bestuurder met raad ter zijde.
2.Bij de vervulling van hun taak richten de leden van de raad van toezicht zich naar het belang van de coöperatie en de daaraan verbonden organisatie, in het bijzonder vanuit de maatschappelijke doelstelling daarvan. De raad van toezicht toetst of de bestuurder bij de uitoefening van zijn taken een zorgvuldige en evenwichtige afweging heeft gemaakt van de belangen van de organisatie en de belangen van de interne en externe belanghebbenden.
3.De leden van de raad van toezicht zijn gehouden te handelen in overeenstemming met de statuten en de Code.
4.De raad van toezicht legt zijn werkzaamheden en al hetgeen zijn functioneren betreft, bij afzonderlijk reglement vast.
5.De raad van toezicht kan zich - nadat de bestuurder daarvan in kennis is gesteld - voor rekening van de coöperatie in de uitoefening van zijn taak doen bijstaan door één of meer deskundigen.
RAAD VAN TOEZICHT. BESLUITVORMING. NOTULEN. TEGENSTRIJDIG
BELANG
Artikel 17
1.De raad van toezicht vergadert ten minste vier keer per jaar.
2.De oproepingstermijn voor een vergadering van de raad van toezicht bedraagt ten minste vijf dagen, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend.
3.Vergaderingen van de raad van toezicht kunnen ook worden gehouden door middel van telefonische- of videoconferenties, of door middel van enig ander communicatiemiddel, mits elk deelnemend lid van de raad van toezicht door alle anderen gelijktijdig kan worden gehoord.
4.De raad van toezicht besluit met gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Een besluit kan slechts worden genomen indien ten minste de helft van het aantal leden van de raad van toezicht ter vergadering in persoon aanwezig of vertegenwoordigd is. Ieder lid van de raad van toezicht kan één stem uitbrengen.
Een lid van de raad van toezicht kan zich door een medelid doen vertegenwoordigen. Een gevolmachtigde kan als zodanig voor één ander lid
- 14van de raad van toezicht optreden. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Bij het staken van stemmen is het voorstel verworpen.
5.De raad van toezicht kan ook buiten vergadering (schriftelijk) besluiten maar alleen als geen van de leden van de raad van toezicht zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Het besluit wordt in het verslag van de eerstvolgende vergadering van de raad van toezicht opgenomen.
6.De vergaderingen van de raad van toezicht worden geleid door de voorzitter van de raad van toezicht. Bij afwezigheid van de voorzitter zit de vicevoorzitter van de raad van toezicht de vergadering voor. Bij afwezigheid van zowel de voorzitter als de vicevoorzitter voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
7.De vergaderingen van de raad van toezicht worden bijgewoond door de bestuurder, tenzij de raad van toezicht met opgaaf van redenen de wens te kennen geeft zonder de bestuurder te willen vergaderen. De bestuurder heeft in de vergadering van de raad van toezicht geen stemrecht maar slechts een adviserende stem. De bestuurder is bevoegd, in overleg met de raad van toezicht, ook derden uit te nodigen om de vergaderingen van de raad van toezicht bij te wonen.
8.De raad van toezicht zorgt voor een schriftelijk verslag van wat tijdens een vergadering is besproken en besloten, onder vermelding van de personen die bij de vergadering aanwezig of vertegenwoordigd waren.
9.In het geval dat een lid van de raad van toezicht een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat (potentieel) tegenstrijdig is met het belang van de coöperatie dient hij dit te melden aan de overige leden van de raad van toezicht en verschaft daarover alle relevante informatie.
10.Een lid van de raad van toezicht onthoudt zich van de beraadslaging en besluitvorming omtrent de aangelegenheid waarbij het tegenstrijdig belang speelt, hij heeft ter zake geen stemrecht en evenmin telt hij mee voor een mogelijk quorum dat bij de besluitvorming geldt.
Als alle leden van de raad van toezicht een tegenstrijdig belang hebben met de coöperatie, wordt het besluit genomen door de algemene vergadering.
11.De raad van toezicht draagt te allen tijde zorg voor een zorgvuldige verslaglegging van het besluitvormingsproces indien sprake is van een tegenstrijdig belang.
AANTAL VERGADERINGEN. AGENDA
Artikel 18
1.Jaarlijks vindt ten minste één algemene vergadering plaats.
2.Uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar wordt de jaarvergadering gehouden.
In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
a.het bestuursverslag;
b.het verslag van de raad van toezicht;
c.vaststelling van de jaarrekening met het verslag van de externe accountant;
d.voorziening in eventuele vacatures in het bestuur en/of de raad van toezicht;
- 15 -
e.het eventueel aanwijzen van personen als bedoeld in artikel 9 lid 7 en artikel 15 lid 2 (belet en ontstentenis);
f.voorstellen van de bestuurder, de raad van toezicht of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de algemene vergadering.
3.Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls de bestuurder dit wenselijk oordeelt.
4.Voorts is de bestuurder op schriftelijk verzoek van tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een tiende gedeelte van de stemmen, verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan achtentwintig dagen na indiening van het verzoek.
Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan overeenkomstig artikel 19.
WIJZE BIJEENROEPING. TOEGANG
Artikel 19
1.De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door de bestuurder. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van de leden volgens het register als bedoeld in artikel 5. De termijn van oproeping bedraagt ten minste vijf dagen, de dag van de oproeping en die van de algemene vergadering niet meegerekend. De termijn van oproeping bedraagt ten minste veertien dagen, de dag van de oproeping en die van de algemene vergadering niet meegerekend in het geval een voorstel tot statutenwijziging of ontbinding aan de orde komt.
De oproeping aan ieder lid die daarmee instemt, kan ook geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door hem voor dit doel aan de coöperatie bekend is gemaakt.
2.Bij de oproeping worden de op de vergadering te behandelen onderwerpen vermeld.
3.De bestuurder kan besluiten dat een lid bevoegd is om door middel van een elektronisch communicatiemiddel aan de algemene vergadering deel te nemen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen. Het gebruik van het elektronische communicatiemiddel komt voor risico van de stemgerechtigde.
4.Voor de toepassing van lid 3 van dit artikel is vereist dat de stemgerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering en het stemrecht kan uitoefenen. Door de bestuurder kunnen voorwaarden worden gesteld aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel. Indien de bestuurder besluit voorwaarden te stellen, worden deze voorwaarden bij de oproeping bekend gemaakt.
5.Alle niet geschorste leden hebben toegang tot de algemene vergadering. Zo ook de bestuurder en de leden van de raad van toezicht. Over toelating van andere dan de hiervoor bedoelde personen beslist de algemene vergadering.
6.De bestuurder kan besluiten dat de leden, alvorens tot de algemene
- 16 -
vergadering te worden toegelaten, zelf de presentielijst dienen te tekenen, onder vermelding van hun naam en de naam van de persoon die het betreffende lid in de algemene vergadering vertegenwoordigt.
STEMRECHT. BESLUITVORMING
Artikel 20
1.In de algemene vergaderingen hebben alle niet geschorste leden stemrecht. Ieder zodanig lid kan één stem uitbrengen. Ieder stemgerechtigd lid is bevoegd zijn stem te doen uitbrengen door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander stemgerechtigde lid. Ieder stemgerechtigd lid kan slechts voor één volmachtgever een stem uitbrengen.
2.Besluiten worden genomen bij gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, tenzij in deze statuten anders is bepaald. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
3.Indien de stemmen staken dan is het voorstel verworpen.
4.Een eenstemmig besluit van alle stemgerechtigde leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van de bestuurder genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
5.Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter, dat door de vergadering een besluit is genomen, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
6.Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
VOORZITTERSCHAP. NOTULEN
Artikel 21
1.De voorzitter van de raad van toezicht draagt zorg voor het technisch (laten) voorzitten van de algemene vergaderingen. Wordt op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de algemene vergadering daarin zelf.
2.Van het verhandelde in elke algemene vergadering worden door of namens de bestuurder of een ander door de voorzitter van de vergadering daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt.
3.Indien een algemene vergadering met inachtneming van het bepaalde in artikel 19 lid 5 van deze statuten op verzoek van leden wordt bijeengeroepen, kunnen degenen die die vergadering hebben verzocht andere personen dan de voorzitter van de raad van toezicht belasten met de leiding van die algemene vergadering en het opstellen van de notulen.
COMMISSIES
Artikel 22
1.De raad van toezicht kan de volgende commissies instellen: a.de auditcommissie; b.de remuneratiecommissie.
2. auditcommissie
De auditcommissie bestaat indien deze is ingesteld uit bestaat uit twee
- 17 -
leden van de raad van toezicht. De auditcommissie is alsdan ten behoeve van de raad van toezicht in het bijzonder belast met het toezicht op de bestuurder ten aanzien van financiële aangelegenheden binnen de coöperatie.
3. remuneratiecommissie
De remuneratiecommissie bestaat indien deze is ingesteld uit twee leden van de raad van toezicht, waaronder bij voorkeur de voorzitter van de raad van toezicht. De remuneratiecommissie is alsdan belast met voorbereiden van de besluitvorming van de raad van toezicht ten aanzien van het vaststellen van de omvang van de beloning en vergoedingen voor de bestuurder en het doen van een voorstel aan de bestuurder ten aanzien van de vergoeding voor de leden van de raad van toezicht.
4.De coöperatie heeft een benoemingsadviescommissie als bedoeld in artikel 23.
5.De bestuurder kan naast de in de voorgaande leden van dit artikel genoemde commissies één of meerdere commissies instellen en opheffen. De bestuurder stelt de taak en de bevoegdheden van de betreffende commissie vast. De leden van de krachtens dit lid ingestelde commissies worden benoemd en ontslagen door de bestuurder.
7. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien van de taken, bevoegdheden en werkwijze van de betreffende commissie.
BENOEMINGSADVIESCOMMISSIE
Artikel 23
1.De coöperatie heeft een benoemingsadviescommissie. De benoemingsadviescommissie is belast met: a.het adviseren over en het begeleiden van de invulling van de vacatures - doch uitsluitend bij de eerste benoeming, derhalve niet bij een eventuele herbenoeming - in de raad van toezicht; b.het doen van een bindende voordracht voor de benoeming van alle leden van de raad van toezicht, - doch uitsluitend bij de eerste benoeming, derhalve niet bij een eventuele herbenoeming.
2.De benoemingsadviescommissie wordt gevormd door vijf natuurlijke personen, te weten:
a.drie leden - door de algemene vergadering aan te wijzen; b.twee leden van de raad van toezicht - door de raad van toezicht aan te wijzen.
3.Aanvullende bepalingen rondom de werkwijze en de benoeming van de leden van de benoemingsadviescommissie worden vastgelegd bij huishoudelijk reglement.
4.Een besluit om te komen tot een bindende voordracht als bedoeld in lid 1 sub b. van dit artikel, wordt genomen met unanimiteit van stemmen.
BEGROTING. BELEIDSPLAN. STRATEGIE
Artikel 24
1.Het beleidsplan en de begroting voor het volgend kalenderjaar worden voor één december van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop ze betrekking hebben, opgesteld door de bestuurder.
- 18 -
2.Het beleidsplan en de begroting voor het volgend kalenderjaar worden voor aanvang van het kalenderjaar waarop ze betrekking hebben ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van toezicht.
BOEKJAAR. BESTUURSVERSLAG. REKENING EN VERANTWOORDING Artikel 25
1.Het boekjaar van de coöperatie is gelijk aan het kalenderjaar.
2.De bestuurder is verplicht van de vermogenstoestand van de coöperatie en van alles betreffende de werkzaamheden van de coöperatie, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de coöperatie kunnen worden gekend en waarbij ontvangsten en betalingen duidelijk traceerbaar zijn naar bron en bestemming en waarbij duidelijk is wie op welk moment welke verplichtingen namens de coöperatie is aangegaan.
3.Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vier maanden door de algemene vergadering op grond van bijzondere omstandigheden, maakt de bestuurder een jaarrekening op en legt het deze voor de leden ter inzage ten kantore van de coöperatie. Binnen deze termijn legt de bestuurder ook het bestuursverslag ter inzage voor de leden, tenzij de artikelen 2:396 of 2:403 Burgerlijk Wetboek voor de coöperatie gelden. Voordat de jaarrekening ter inzage wordt gelegd voor de leden respectievelijk ter vaststelling wordt voorgelegd aan de algemene vergadering, behoeft de jaarrekening de goedkeuring van de raad van toezicht. De jaarrekening wordt vastgesteld door de algemene vergadering die de bestuurder uiterlijk een maand na afloop van de in dit artikellid bedoelde termijn doet houden.
4.De jaarrekening wordt ondertekend door de bestuurder en alle leden van de raad van toezicht; ontbreekt de handtekening van één of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Na verloop van de voornoemde termijn van zes maanden kan ieder lid van de coöperatie van de bestuurder in rechte vorderen dat de in dit lid bedoelde verplichtingen worden nagekomen.
5. Na vaststelling van de jaarrekening zal de algemene vergadering een besluit nemen met betrekking tot het verlenen van decharge aan de bestuurder en leden van de raad van toezicht voor de uitoefening van hun taken, voor zover de uitoefening van die taken blijkt uit de jaarrekening of anderszins daarvan kennis is gegeven aan de algemene vergadering voor de vaststelling van de jaarrekening. De reikwijdte van de decharge is onderworpen aan de daaraan gestelde wettelijke beperkingen.
6.De coöperatie verleent aan een accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek, opdracht om de door de bestuurder opgemaakte jaarrekening te onderzoeken. Tot het verlenen van de opdracht is de raad van toezicht bevoegd. De accountant geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring waarvan het karakter in onderling overleg tussen de bestuurder en de betreffende accountant wordt vastgesteld. Deze verklaring wordt aan de stukken toegevoegd zoals die aan de algemene vergadering
- 19ter vaststelling worden voorgelegd. De accountant brengt van zijn onderzoek verslag uit aan de bestuurder en de raad van toezicht of - indien deze is ingesteld -de auditcommissie.
7.De bestuurder is verplicht de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de coöperatie zeven jaar lang te bewaren.
WINSTBESTEMMING
Artikel 26
De eventuele winst wordt toegevoegd aan de algemene reserve van de coöperatie.
HUISHOUDELIJK REGLEMENT. REGLEMENTEN
Artikel 27
1.De algemene vergadering is bevoegd - op voorstel van de bestuurder - tot het vaststellen en wijzigen van het huishoudelijk reglement. Op de vaststelling dan wel de wijziging van het huishoudelijk reglement is het bepaalde in artikel 28 lid 1 tot en met 3 van overeenkomstige toepassing.
2.De bestuurder is bevoegd - met voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de raad van toezicht - tot het vaststellen en wijzigen van het bestuursreglement.
3.De raad van toezicht is bevoegd - in overleg met de bestuurder - tot het vaststellen en wijzigen van: a.het reglement raad van toezicht; b.het reglement auditcommissie; c.het reglement remuneratiecommissie.
4.Overige reglementen worden vastgesteld door de bestuurder.
5.Een reglement mag niet in strijd zijn met de wet of deze statuten.
STATUTENWIJZIGING
Artikel 28
1.In de statuten van de coöperatie kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
2.Een voorstel tot wijziging van de statuten kan uitgaan van de bestuurder, van de raad van toezicht of een of meer leden daarvan, van de algemene vergadering of van ten minste een tiende deel van de leden.
3.Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste veertien dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. Bovendien wordt een afschrift als hiervóór bedoeld aan alle leden toegezonden.
4.Een besluit tot statutenwijziging wordt genomen met een gekwalificeerde meerderheid.
5.Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder lid van de raad van toezicht bevoegd.
ONTBINDING
- 20 -
Artikel 29
1.De coöperatie kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in lid 1 tot en met lid 4 van artikel 28 is van overeenkomstige toepassing.
2.De coöperatie blijft na ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moet aan haar naam worden toegevoegd: in liquidatie. De vereffening eindigt op het tijdstip waarop aan de vereffenaars geen baten meer bekend zijn.
3.De bestuurder is de vereffenaar van het vermogen van de coöperatie. Op hem blijven de bepalingen omtrent de benoeming, de schorsing en het ontslag van de bestuurder van toepassing. De overige statutaire bepalingen blijven eveneens voor zoveel mogelijk van kracht tijdens de vereffening.
4.Bij het besluit van de algemene vergadering tot ontbinding wordt tevens de bestemming van het liquidatiesaldo vastgesteld. Het besluit tot ontbinding en de daarvan deel uitmakende deel uitmakende bestemming van het liquidatiesaldo behoeft de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht. In alle gevallen van ontbinding wordt de bestemming van het liquidatiesaldo door de vereffenaars vastgesteld.
5.Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden coöperatie gedurende zeven jaren berusten onder de persoon, daartoe door de vereffenaar(s) benoemd.
SLOTBEPALING
Artikel 30
Aan de algemene vergadering komen in de coöperatie alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.
SLOTVERKLARING
Tenslotte verklaart de verschenen persoon, handelend als vermeld, dat met ingang van de dag na ondertekening van deze akte:
A.het bestuur van de coöperatie wordt gevormd door: de heer Jasper Nickmann, geboren op vierentwintig april negentienhonderdzevenentachtig.
B.in afwijking van artikel 14 - tot de eerste leden van de raad van toezicht van de coöperatie wordt benoemd:
-mevrouw Ilona Wilhelmine Maria Josephine Jansen, geboren op dertien mei negentienhonderdzesenzestig, in de functie van voorzitter van de raad van toezicht;
-de heer Bartel Christiaan Geleijnse, geboren op zestien maart negentienhonderdnegenenvijftig, in de functie van lid van de raad van toezicht;
-de heer Geurt-Jan van Engelenhoven, geboren op vijfentwintig juli negentienhonderdeenennegentig, in de functie van lid van de raad van toezicht.
SLOT
De verschenen persoon is mij, notaris, bekend.
Verder heb ik, notaris, de zakelijke inhoud van de akte meegedeeld aan de verschenen persoon en daarop een toelichting gegeven, inclusief de uit de
- 21 -
inhoud van de akte voortvloeiende gevolgen. De verschenen persoon verklaart van de inhoud van de akte te hebben kennisgenomen en daarmee in te stemmen. Tevens verklaart de verschenen persoon uitdrukkelijk in te stemmen met de beperkte voorlezing van de akte. Dadelijk na beperkte voorlezing is de akte door de verschenen persoon en door mij, notaris, ondertekend. De akte is verleden te Utrecht op de datum aan het begin van deze akte vermeld.