Een donderslag bij heldere hemel

Page 53

die redelijk kloppen, maar ook die sterk afwijken van wat er is gebeurd. Het is duidelijk dat Ryan zijn informatie niet uit de eerste hand heeft gekregen. Toch willen wij u dit stukje niet onthouden: Sommige steden en dorpen vlak bij de voornaamste ‘Market-Garden’ doelen leden even ernstige schade als de doelen zelf en beschikten over weinig of geen reddingsdiensten. Vlakbij Zeelst, ongeveer acht kilometer ten westen van Eindhoven, had Gerardus de Wit tijdens de bombardementen beschutting gezocht in een bietenveld. Er was geen luchtalarm gegeven. Hij had vliegtuigen hoog in de lucht gezien en plotseling regende het bommen. De Wit, die op bezoek wilde gaan bij zijn broer in Veldhoven, zes kilometer naar het zuiden, was omgekeerd, van zijn fiets gesprongen en in een langs de akker lopende greppel gedoken. Hij had nog maar één streven: zo vlug mogelijk terug naar zijn vrouw en elf kinderen. Hoewel de vliegtuigen nog steeds mitrailleerden, besloot De Wit het risico te nemen; voorzichtig keek hij over de rand van de greppel en zag dat “zelfs de bladeren verschroeid waren”. Hij liet zijn fiets liggen, klauterde uit de greppel en holde dwars door het open veld. Toen hij het dorp naderde, begreep hij dat de bommen, die waarschijnlijk bedoeld waren geweest voor het even buiten Eindhoven gelegen vliegveld Welschap, het kleine Zeelst hadden getroffen. De Wit zag slechts ruïnes; verscheidene huizen stonden in brand, andere waren ingestort, en de bewoners stonden versuft kijkend en huilend in het rond. Een van De Wits kennissen, mevrouw Van Helmont, een weduwe, zag hem en smeekte hem met haar mee te gaan om een laken over een dode jongen heen te leggen. Met tranen in haar ogen verklaarde ze dat ze het zelf niet kon doen. Het kind was onthoofd, maar De Wit zag dat het een zoontje van zijn buurman was. Vlug bedekte hij het lijk. “Ik keek nergens meer naar. Ik probeerde alleen maar zo vlug mogelijk thuis te komen.” Toen hij zijn eigen huis naderde, probeerde een buurman, die aan de andere kant woonde, hem tegen te houden. “Ik bloed dood!” riep de man. “Ik ben geraakt door een bomsplinter.” Op dat ogenblik zag De Wit zijn vrouw, Adriana, op straat staan huilen. Ze holde op hem toe. “Ik dacht dat je nooit terug zou komen!” riep ze tegen hem. “Kom vlug mee. Onze Tiny is getroffen!” De Wit liep langs zijn gewonde buurman heen. “Ik dacht alleen nog maar aan mijn veertienjarige zoon. Toen ik bij hem kwam, zag ik dat zijn hele rechterzij open lag en zijn rechterbeen bijna doormidden was. Hij was nog volledig bij bewustzijn en vroeg om water. Ik zag dat zijn rechterarm verdwenen was. Hij vroeg me

51


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.