van afval tot grondstof

Page 1

imog.indb 1

18/08/09 12:19


imog.indb 2

18/08/09 12:19


jacques soenens

van afval tot grondstof Veertig jaar pionieren in afvalbeheer en waterzuivering in de regio Zuid-West-Vlaanderen

imog.indb 3

18/08/09 12:19


Intergemeentelijke maatschappij voor openbare gezondheid in Zuid-West-Vlaanderen

imog.indb 4

18/08/09 12:19


Veertig jaar pionieren in afvalbeheer en waterzuivering in de regio Zuid-West-Vlaanderen

Van afval tot grond stof jacques soenens

imog.indb 5

18/08/09 12:19


imog.indb 6

18/08/09 12:19


van afval tot grondstof

INHOUD

7 Inhoudsopgave 11 Voorwoord 13 Inleiding 19

Vroeger was het anders Er is veel werk, hoog tijd dus om er aan te beginnen Burgemeesters Lambrecht en Lanneau zijn de voortrekkers 22 1969 Imog wordt boven de doopvont gehouden 26 1970 De locatie voor de inplanting van de afvalwaterzuivering en -verbranding wordt vastgelegd 28

1971 Fries Bijttebier, schepen te Kortrijk, wordt (jarenlang) onze toegewijde voorzitter

29

1972 Afvalwaterzuivering prioritair, ook in Zuid-West-Vlaanderen 1973 Eerste studies afvalwater geven ramingen van drie kwart miljard frank 1974 Eerste paal voor installatie afvalverbranding in Harelbeke wordt geheid 1975 Inplanting waterzuiveringsstation door de overheid principieel aanvaard 1976 Van Imog naar WZK en wat daarna met de waterzuivering in de streek? 1977 De installatie is klaar om opgestart te worden 1978 Steeds meer gemeenten treden toe 1979 Studie voor uitbreiding afvalverbranding met energierecuperatie 1980 Minister wil realisatie waterzuiveringsstation opnieuw aanbesteden 1981 Het huisvuil is van slechte kwaliteit en het vuur wil niet branden 1982 Steeds meer groeit het besef dat er toch nog grote nood is aan een stortplaats

31 34 37 41 44 50 52 54 56 60

7

imog.indb 7

18/08/09 12:19


veertig jaar pionieren in afvalbeheer en waterzuivering in de regio zuid-west-vlaanderen

63

1983 Waregem moet stoppen met het storten van huisvuil en treedt noodgedwongen toe

66

1984 Energierecuperatie met elektriciteitsproductie wordt gegund 1985 69 De gemeentelijke containerparken zitten in de pijplijn 1986 73 De stortplaats in Moen, na een zeer lastige geboorte nu toch in gebruik 1987 78 Containerparken worden in bedrijf genomen en er is elektriciteitsproductie 83

1988 Energierecuperatie bij afvalverbranding wordt een uitdaging en een lastige opdracht

87

1989 Ambtshalve maatregelen voor het voltooien van de recuperatie-installatie 79 1990 92 Onverwacht verlies van een vooruitstrevend voorzitter en een toegewijde secretaris, twee kopstukken van het eerste uur 99

1991 Onze eerste schoorsteen gaat tegen de vlakte 1992 102 Met VLACO krijgen we een sterke partner voor onze groencompostering 1993 106 We maken ons eerste MER voor een nieuwe milieuvergunning voor de afvalverbranding. De milieuboxen beginnen aan hun historisch verhaal 112

1994 Imog bestaat 25 jaar. Stad Kortrijk wordt met zijn ‘grote-hoeveelhedenpark’ de vader van de diftar-parken

115

1995 Fost Plus steekt de kop op en we sluiten een overeenkomst af. De tuinafvalbak doet zijn intrede

122

1996 Interafval wordt opgericht en wordt een stevige partner voor onze intercommunales. We voeren de selectieve inzameling in van PMD en papier en karton met duo-ophaalwagens

128

1997 De strijd tegen het dioxinemonster is begonnen. DIFTAR op de containerparken, een gedurfde uitdaging voor onze gemeenten

133

1998 Het sorteercentrum voor PMD en papier en karton wordt officieel geopend. De dioxinecommissie doet haar werk en Aminal stopt de afvalverbranding

141

1999 De eerste strijd tegen het dioxinemonster hebben we verloren. We geven niet op en maken van de nood een deugd en investeren in een verregaande rookgaszuivering

8

imog.indb 8

18/08/09 12:19


van afval tot grondstof

147

2000 De afvalverbranding is opnieuw in werking - alle emissies blijven ruim onder de norm. De kleiontginning wordt opgestart

152

2001 De groencompostering baart ons kopzorgen want er is geurhinder. Imog krijgt een eigen website

157

2002 Voorzitter Roger Terryn viert zijn jubileum als burgemeester van Deerlijk. VLACO viert zijn tiende verjaardag 164 2003 Gemeenten vragen om hun containerparken te diftariseren 170 2004 Er komen groenestroomcertificaten voor elektrische energie uit afvalverbranding. Alle containerparken krijgen een milieustraatje 178

2005 Afvalverbranding met recuperatie dreigt onder de vennootschapswet te vallen. We verzorgen de inzameling van dode gezelschapsdieren

183

2006 We verkopen onze eerste groenestroomcertificaten. Met het nieuwe decreet krijgen we jaarlijks twee informatievergaderingen en twee algemene vergaderingen

187

2007 Imog krijgt een nieuwe voorzitter en het directiecomité wordt verruimd. De analyse van de organisatie leidt tot opnieuw invullen van de directiefuncties

193

2008 De algemeen directeur gaat op rust. Imog tekent zijn toekomst uit en pakt uit met twee masterplannen, ‘Harelbeke’ en ‘Moen’

200

2009 De bankencrisis eist ook bij de afvalverwijdering haar tol. Op de site in Moen wordt het eerste veld fotovoltaïsche cellen in dienst genomen

213 Slotwoord 217 Bijlagen 218 Overzicht van de fracties en de hoeveelheden die selectief werden ingezameld in 2008 220 Historiek van de statuten, de aandeelhouders en het kapitaal 221 Historiek van de advies- en bestuursorganen 232 Historiek van de tewerkstelling 232 Overzicht van het huidige personeelsbestand 236 Historiek van de jaarlijkse gewone begroting 237 Historiek van de jaarlijkse buitengewone begroting 238 Historiek van de jaarlijkse balanstotalen 239 Verklarende woordenlijst

9

imog.indb 9

18/08/09 12:19


10

imog.indb 10

18/08/09 12:19


van afval tot grondstof

VOORWOORD Rik Soens, voorzitter

Imog viert zijn 40-jarig bestaan. Op zo’n moment is even stilstaan onvoldoende, en daarom waren we heel tevreden dat Jacques Soenens, Ere-algemeen-directeur, de uitdaging wilde aangaan om het titanenwerk van de voorbije 40 jaar te vereeuwigen in een lijvig boek. Ik dank Jacques dat hij zich gedurende ruim een jaar bijna dagelijks verdiepte in de naslagwerken over de werking van Imog, om ons aldus een overzicht te kunnen brengen van bijna een halve eeuw – inclusief de voorbereidende jaren – pionieren binnen de wereld van het afval en afvalwater, en dit in de ruimste zin van het woord. Het boek vangt vanzelfsprekend aan met de oprichting van Imog. Hierbij vind ik vandaag de naamkeuze van toen op zijn minst opmerkelijk, met name dan het laatste stuk van de Intercommunale Maatschappij voor Openbare Gezondheid. Jawel, bij de oprichting van de intercommunale was afvalinzameling en -verwerking een hygiënische uitdaging. Heden ten dage behoren de activiteiten eerder tot de milieusector. Zo zie je maar hoe het engagement van de ganse bevolking en Imog in het bijzonder in een korte periode van veertig jaar leidt tot een beter welzijn. Hiermee wil ik dan ook aangeven dat heel veel actoren betrokken zijn bij het afvalgebeuren. De stichtend voorzitter, wijlen Jozef Lambrecht, de gedreven pionier, wijlen Fries Bijttebier en mijn voorganger Roger Terryn, die vanuit een vertrouwensrelatie met bestuurders en medewerkers verder bouwden op de ingeslagen weg, hebben in samenwerking en in vertrouwen met hun Raad van Bestuur en de Imog-medewerkers, Imog uitgebouwd tot een koploper onder de afvalverwerkingsintercommunales. De werking van ons industrieel bedrijf gebeurt steeds vanuit een goed nabuurschap. Toen Napoleon Bonaparte en Eugène Poubelle voor onze gemeenten verplichtingen uitschreven inzake afvalinzameling, was er nog lang geen sprake van Europese en Vlaamse regelgeving inzake het afvalbeleid. Toch is het het lokale beleid dat hieraan invulling gegeven heeft, en nog steeds geeft. Samen met de stads- en gemeentebesturen wil Imog hierin een voortrekker zijn en blijven. Een wederzijds vertrouwen tussen gemeente en intercommunale liggen hiervoor aan de basis. Het is bij deze viering dan ook gepast om een woord van dank te richten tot alle actoren en overheden die bijgedragen hebben en bijdragen aan onze uitdagingen.

11

imog.indb 11

18/08/09 12:19


veertig jaar pionieren in afvalbeheer en waterzuivering in de regio zuid-west-vlaanderen

Ik ben ervan overtuigd dat Imog klaar is voor nog eens (minstens) veertig jaar, en hierbij worden de nieuwe maatschappelijke uitdagingen niet uit de weg gegaan. Onderwerpen die ons de komende jaren vanuit de opgebouwde expertise zullen begeesteren, zijn onder andere het Kyoto-protocol, broeikasgassen en CO2, ‘cradle to cradle’ of van wieg tot wieg, milieuverantwoord productgebruik, afval is grondstof en energie, duurzaam omgaan met grondstoffen en energie, enz. Vanuit deze sterke expertise willen wij het Imog-kenniscentrum uitbouwen voor de inwoners en bedrijven van onze regio. Iedereen kan zien dat wij ervan overtuigd zijn dat dit boek een eerste deel is in het Imog-verhaal, het is zeker nog niet ten einde, integendeel. Ter afronding willen wij Jacques nogmaals welgemeend danken voor een boek dat voor ons allen, en voor elk op zijn eigen domein, heel nuttig is.

12

imog.indb 12

18/08/09 12:19


van afval tot grondstof

1234-1234

INLEIDING Jacques Soenens, Ere-algemeen-directeur

Beste lezer, In één werk veertig jaar Imog neerschrijven, bleek niet zo simpel als we aanvankelijk dachten. Het is een verhaal over ‘een heleboel’ mensen, met ‘een heleboel’ cijfers en data, met evenveel opgaven als activiteiten en een berg van problemen en oplossingen. Eigenlijk kun je er weinig of niks uit weglaten of wegdenken, want alles heeft een link met alles, het zijn de vele kleine dingen die grote dingen groot maken. In de beginjaren van Imog was er rond afvalverwerking quasi geen beleid. Na veertig jaar is dit er al enigszins wel en laten wij hopen dat het nog verder en sterker kan uitgroeien. De vereniging heeft naar mijn mening haar doelstelling alle eer aangedaan maar het is aan de lezer van het werk om dit al dan niet te beamen. De lezer tracht ik in de eerste plaats te confronteren met het feit dat Imog geen enkele opdracht uit de weg is gegaan tijdens de enorme evolutie die de vereniging heeft meegemaakt. Het vele cijfermateriaal zal hiervoor het bewijs leveren en zal tevens aantonen hoeveel investeringen er werden opgezet en vooral hoe fel de kosten voor dit alles in de loop der jaren zijn opgelopen. We beginnen met afvalwaterzuivering en huisvuilverbranding en maken van Harelbeke ons eerste thuisfront. Maar er is werk genoeg en naast de huisvuilverbranding laten we de site samen met het sorteercentrum evolueren tot een volwaardig geïntegreerde afvalverwerkingseenheid. En ons thuisfront moeten we uitbreiden: al snel laten we ons oog vallen op de site in Moen die we vanuit de stortplaatsactiviteit verder uitbouwen tot een geheel van diverse verwerkingsactiviteiten zoals composteren, sorteren, transporteren en recycleren. De overtuiging dat we bij de aanvang van elke nieuwe uitdaging alles snel onder controle zouden krijgen, hebben we al snel achter ons moeten laten. Telkens weer hebben we kunnen vaststellen dat werken ‘met en rond afval’ met nieuwe technieken niet zo maar van een leien dakje loopt. Eens we op de goede weg zijn, komen de tijden er aan van bijsturingen en investeringen omwille van strengere regelgeving, omwille van technische aanpassingen, omwille van evoluerende technieken en het altijd noodzakelijke onderhoud. Het is niet zo evident om installaties als een afvalverbranding na dertig jaar werking nog als bedrijfsklaar in overeenstemming met de regelgeving te kunnen voorleggen en exploiteren. Dit is alleen mogelijk door voortdurend te werken aan alles wat stuk gaat of beter zou kunnen. Want afvaltechnieken zijn technisch veeleisend en worden voortdurend onderworpen aan de meest verslijtende fenomenen. Beginnen was belangrijk, doorzetten nog belangrijker. Gelukkig konden we bogen op een sterke ploeg medewerkers die zowel

13

imog.indb 13

18/08/09 12:19


veertig jaar pionieren in afvalbeheer en waterzuivering in de regio zuid-west-vlaanderen

administratief als technisch nooit wilden versagen. Gelukkig hadden we daarnaast ook een dynamisch bestuur waarmee we in vertrouwen konden samenwerken want zonder een jawoord en de financiële steun en waarborgen van het bestuur en de gemeenten-vennoten komt een Intercommunale nergens. We hebben dit alles tot uiting laten komen in dit werk. Als openbare instelling is Imog voor dit alles heel erg gebonden aan een strenge regelgeving, wat de snelheid van uitvoering en een haalbare timing meestal niet ten goede komt. Soms zijn er ook voordelen zoals de mogelijkheden voor het verkrijgen van subsidies. Het vraagt veel tijd maar het werkt stimulerend en is in sommige gevallen financieel aantrekkelijk. Maar investeren op basis van subsidies vraagt heel wat visie en durf, want achteraf moet je als initiatiefnemer en investeerder wel zelf opdraaien voor de exploitatie van het genomen initiatief, wat in een snel evoluerend afvalbeleid niet altijd voor de hand ligt. Het is een boeiende ervaring dat bij elke investering in afvalverwerking de basisinvesteringen naderhand heel fel moeten worden bijgestuurd, iets wat dan wel op eigen kracht en met eigen financiële middelen moet gebeuren. We konden het titanenwerk van zoveel mensen onmogelijk verder laten rusten, verscholen in nota’s en vergeelde verslagen van Raden van Bestuur en jaarvergaderingen, weggeborgen in stoffige mappen. We hebben gepoogd om alles te bundelen in dit boek. Het moet de lezer op zijn minst een idee geven van de visie van de stichters en van het doorzettingsvermogen van de bestuurders die het allemaal voor hun ogen en hun gedachten zagen voorbijgaan. Het zal u tonen hoe noest de medewerkers van het eerste uur er zich doorheen hebben geslagen en hoe intens de collega’s van nadien en van nu, het werk nog steeds met heel veel inzet voortzetten. Alle betrokkenen, en ze zijn met velen, zullen zich op één of andere wijze kunnen vinden in het ‘40-jarig Imog-verhaal’. De vertegenwoordigers van de gemeenten en de bestuurders zullen verwonderd zijn van de vele investeringen gedurende al die jaren en de dienstverleningen die er uit zijn voortgevloeid. Sommige verhalen zullen bij velen van onze medewerkers de beelden van toen en van nu terugroepen. Allen die ons hebben bijgestaan met studiewerk, ontwerpen, realisaties en leveringen, kunnen tevreden en fier terugblikken op één of andere samenwerking met onze vereniging. Aangaande de inhoud heb ik een beroep gedaan op verslagen van vergaderingen, nota’s en jaarverslagen aangevuld met een pak ervaring die ik tijdens mijn lange loopbaan bij Imog heb mogen opdoen en een massa informatie die ik heb kunnen opvangen.

14

imog.indb 14

18/08/09 12:19


van afval tot grondstof

Voor het verhaal van de beginperiode kreeg ik deze informatie van de bestuurders van het eerste uur en van de leden van de technische commissie. Nadien heb ik alles zelf mogen meebeleven, hetgeen mij toeliet om Imog te situeren vanuit zijn opdracht voor zijn gemeenten-vennoten, in het geheel van het Vlaamse afvalbeleid. De veelheid van informatie en gebeurtenissen gedurende de veertig jaar Imog hebben het ons niet gemakkelijk gemaakt om de keuze te maken om die al dan niet mee te nemen in het verhaal. Voor sommige lezers zullen niet alle passages even interessant zijn. Toch hebben we getracht om een totaalbeeld te brengen zodat allen die op één of andere wijze betrokken waren bij de vereniging, zich zoveel mogelijk toch nog hier en daar zullen kunnen vinden in de historie. Hetzelfde geldt voor de vele cijfers die een getrouw beeld geven van de vele investeringen. Ze zijn vooral het bewijs van de vele inspanningen en de steeds hoger oplopende kosten rond afvalbeheer tijdens de voorbije veertig jaar. Om de lezer wegwijs te maken in de vele afkortingen en typische namen en woorden, hebben we deze overal in het boek cursief weergegeven. De bijhorende verklaring van deze cursief weergegeven items is terug te vinden in de lijst achteraan waar deze alfabetisch zijn gerangschikt. Dit werk is geschreven met een kijk vanuit ‘de vereniging’ zodat ik het woord ‘ik’, waar het over mijn eigen persoon gaat, niet hoef te gebruiken. Voor de feiten heb ik me gehouden aan de informatie uit verslagen of van hetgeen ik er nog van heb onthouden. Hier en daar is de verleiding groot geweest om vanuit persoonlijke ervaringen wat informatieve of kritische bedenkingen te maken. Deze neem ik dan maar voor mijn eigen rekening. Soms breng ik indrukken en kleine anekdotes rond mensen of gebeurtenissen, dit maakt het geheel wat luchtiger en geeft aan dat het vooral een verhaal is van mensen vóór mensen, een verhaal van ‘heel veel’ soms kleine dingen die grote dingen groot maken.

15

imog.indb 15

18/08/09 12:19


veertig jaar pionieren in afvalbeheer en waterzuivering in de regio zuid-west-vlaanderen

16

imog.indb 16

18/08/09 12:19


van afval tot grondstof

1234-1234

17

imog.indb 17

18/08/09 12:19


imog.indb 18

18/08/09 12:19


van afval tot grondstof

Vroeger was het anders Hier op het platteland, op den buiten, zien we mensen de gezeefde as uit hun Leuvense stoof wegbrengen naar het wegeltje in de achtertuin. Van voren naar achteren, van achteren naar voren. Zo krijgt het pad stilaan de broodnodige verharding om zowel in zomer- als wintertijd, bij droog en nat weer, beloopbaar te blijven. Veel afval is er niet, want die oude Leuvense kachel verbrandt wel wat. Voor het dagelijks aanmaken van het vuur komen de weinige papier- en kartonresten samen met wat houtafval en alles wat ook maar enigszins brandbaar is, goed van pas. Geregeld worden oude kleren en vodden aan huis opgehaald door de plaatselijke voddenraper. Ze worden aan de deur gewogen met een hengsel, een eenvoudig handweegtoestel en de vrouw des huizes krijgt er nog wat voor. Hetzelfde gebeurt met de restjes oud ijzer die men zorgvuldig opspaart. Zelfs voor de gedroogde konijnenvellen komt er af en toe wel een opkoper langs. Dit alles tegen een kleine maar niet te versmaden vergoeding. Groenafval en etensresten zijn er nauwelijks. Mensen eten hun bord leeg en wat soms toch nog overblijft, gaat naar kippen, konijnen en andere huisdieren. Aardappelschillen zijn goed om in de namiddag de gloeiende kolen te bedekken en het vuur in de kachel aan te houden tot tegen de avond. Pas dan krijgt het kacheltje opnieuw wat verse kolen, klaar voor het opwarmen van de prakkies van ‘s middags voor het avondeten. Gebroken potten en glazen en af en toe wat lege conservenblikken zijn er nog niet zoveel. Wat er wel is, wordt dan meestal nog ondergespit in de grond, om later, bij één of andere klus weer te worden opgegraven. Maar niet alles kan ter plaatse worden gedumpt. Al vroeg ontstonden er zowel in de gemeenten als in de stad huisvuilophalingen. Wekelijks zetten de mensen er hun afval op straat in oude wastobbes en komt de vuilniskar langs om de afvalresten weg te halen. De oude gegalvaniseerde wastobbes doen net zolang dienst tot de bodem er helemaal uitvalt. Dan reizen ze op die bewuste dag mee met de rest van het afval, de vuilniskar op, naar het stort. Straten en steegjes worden afgedweild, eerst met paard en kar, later komen er tractoren en vrachtwagens gevolgd door de huidige gesofisticeerde ophaalwagens. Lage weilanden, omwallingen, verlaten kleigroeven en uitgravingen van zandwinningen worden er met de afvalresten opgevuld. Die afvalbegraafplaatsen krijgen al-

lerlei typische volksnamen als ‘t stort, de vuilnisbelt, de vette kaaie enz. Als kind spelen we op de vette kaaie (de scavengers van de streek van de jaren 1950 …), we kunnen er vuurtje stoken en vinden er dingen van mensen – soms haal je er nog iets uit dat bruikbaar is. Het vernikkeld potje dat we ooit mee naar huis brachten, heeft nog jaren gediend als scheerpotje voor vader. Het was onbewust, maar een eerste vorm van recyclage was alvast geboren. Hier en daar had elke gemeente en stad wel een plaats waar ze hun afval konden dumpen. De streek werkt hard en de welstand steekt de kop op. Winkelrekken worden steeds meer gevuld en we consumeren. Heel snel komt er altijd meer afval en de beschikbare opvulbare ruimtes geraken geleidelijk aan vol. Het afval krijgt steeds meer een geurtje; organische stoffen, plastic en brandbare materialen beginnen stilletjes aan een opmars. De hoeveelheden nemen angstwekkend toe, zowel in volume als in gewicht. Het minste dat men kan zeggen is dat naarmate de tijd vordert, de interesse in een vuilnisbelt zowel bij de politici als bij de bevolking snel afneemt. En toch moeten er oplossingen komen - een niet te onderschatten opdracht voor de beleidsmakers, de politici op gemeentelijk, provinciaal, nationaal en internationaal niveau. Het zal heel wat tijd, moeite en geld kosten. In dit werk, over veertig jaar Imog, zien we hoe de streek met zijn politici en de bevolking geprobeerd heeft er iets beters van te maken, zodat men ook in de toekomst hierop terug kan kijken.

Er is veel werk, hoog tijd dus om er aan te beginnen Burgemeesters Lambrecht en Lanneau zijn de voortrekkers In de naoorlogse jaren en het begin van de jaren 1950 werd heel wat stortruimte gebruikt voor de opruiming van de ruïnes van het oorlogsgeweld. Tegen het einde van de jaren 1960 raken de beschikbare plaatsen in de regio waar nog kan worden gestort, snel en zeker opgevuld. De economie neemt alsmaar toe en bedrijven schieten als paddenstoelen uit de grond. De welstand en de koopkracht stijgen, samen met de werkgelegenheid. Het aan-

19

imog.indb 19

18/08/09 12:19


veertig jaar pionieren in afvalbeheer en waterzuivering in de regio zuid-west-vlaanderen

bod aan gebruiks- en verbruiksgoederen neemt steeds sneller toe en de afvalhoeveelheden van bedrijven en gezinnen stijgen angstwekkend. Er kan nu kwistig worden omgesprongen met water want er komt kraantjeswater. Zuinig omspringen met regenwater en putwater is absoluut niet aan de orde. Ligbaden zijn in en wassen gebeurt stilaan meer met automatische wasmachines, echte waterverslinders, maar geen nood want het water is spotgoedkoop, het is gemakkelijk, het werkt. Tot dan toe waren onze vlasroterijen misschien wel de grootste watervervuilers van de streek, en ook stank was navenant, maar niemand die er ooit om klaagde, de vlasbedrijven verschaffen namelijk werk en ze brengen eten op tafel. Er is geen andere keuze. Maar stilletjes aan kwijnen ze weg omwille van wijzigende marksituaties en worden ze vervangen door metaalverwerkende- en textielbedrijven. Het waterverbruik en de -vervuiling nemen angstwekkend toe. Geleidelijk aan komen onze beleidsmensen tot het besef dat het zo niet verder kan en dat er dringend initiatieven dienen te worden genomen om één en ander nog tijdig in goede banen te kunnen leiden. IJveren naar milieuvriendelijke en economisch verantwoorde oplossingen worden beleidsopties met hoge prioriteit. In Zuid-West-Vlaanderen zijn de politici zich meer dan bewust dat het hoog tijd wordt om er iets aan te doen. Als stad aan de Leie wordt Kortrijk met zijn toen ruim 42.000 inwoners al snel geconfronteerd met het verhaal van huisvuil en vuil water. Haar stortplaatsen raken snel vol en men ziet de Leie zienderogen veranderen van kleur. Het is tijd om in actie te treden. Van hogerhand werkt men langzaam maar zeker aan de tot dusver onaangepaste wetten inzake afvalwater en afval. Iedereen blijkt bezig te zijn maar het is een probleem van moed en daadkracht (wie zal het doen) en vooral van financiering (wie zal dit betalen)? Burgemeester Lambrecht van de stad Kortrijk neemt het initiatief. Hij geeft zijn medewerkers de opdracht één en ander te analyseren en te onderzoeken. Zij laten zich omringen door de betrokkenen van de diverse diensten en de technische commissie krijgt vorm. Deze is aanvankelijk samengesteld uit volgende leden: Etienne Blondeel, provinciaal ingenieur van de technische diensten der wegen te Kortrijk, André Desmet, stadsingenieur Harelbeke, Fernand Vanwalleghem, stadsingeni-

eur Kortrijk, Willy Lapere, burgerlijk conducteur, Eric Kemp, Ere-stadsconducteur Kortrijk en Sigfried Devroe, stadsconducteur Kortrijk. Ook de andere gemeenten uit de regio worden zienderogen met dezelfde problemen geconfronteerd. Het lijkt al snel duidelijk dat er hier een taak is weggelegd voor een vereniging van gemeenten waarbij ze de krachten bundelen in één organisatie, een intercommunale, die met ruime initiatieven kan omgaan. Om economische redenen zal vooral voldoende schaalgrootte hier belangrijk zijn. Hiervoor beschikken gemeenten over de mogelijkheid om zich te verenigen in een intercommunale. Een intercommunale is een vereniging van gemeenten die onderworpen is aan een regelgeving die van hogerhand is vastgelegd. Zo’n organisatie heeft haar eigen doelstellingen. Voor de dagdagelijkse werking kan een beroep worden gedaan op externe specialisten, technici en eigen personeel. Ze wordt beheerd vanuit een Raad van Beheer die regelmatig zal samenkomen voor het nemen van beslissingen die moeten leiden tot het bereiken van de vooropgezette doelstellingen. Het College van commissarissen zal toezicht houden op de financiën. Burgemeester Lambrecht kan al snel rekenen op heel wat belangstelling van enkele collega’s burgemeesters uit de naburige gemeenten (Deerlijk, Harelbeke, Heule, Kuurne, Ooigem en Zwevegem). Op 21 september 1967 is er in de schepenzaal van het stadhuis te Kortrijk een uitgebreide vergadering. De gemeenten Deerlijk, Harelbeke, Heule, Kortrijk, Kuurne, Ooigem, Zwevegem, Aalbeke, Bissegem, Gullegem, Lauwe, Marke en Moorsele zijn hierop uitgenodigd. Deze vergadering wordt voorgezeten door Jozef Lambrecht, burgemeester van Kortrijk. Naast vertegenwoordigers van de eerste zeven gemeenten zijn aanwezig: Fries Bijttebier, (schepen van openbare werken), Hendriek Caveye (stadssecretaris Kortrijk), Fernand Vanwalleghem (stadsingenieur Kortrijk), Eric Kemp (Ere-stadsconducteur Kortrijk) en Remi Duynslaeger (afdelingschef Kortrijk). De gemeentebesturen van de eerste zeven gemeenten hebben intussen reeds in hun gemeente met een raadsbesluit goedkeuring verleend aan de ontwerpteksten van de statuten en principieel beslist tot toetreding tot een op te richten intercommunale, het latere Imog. Kortrijk zal aanvankelijk de last op zich nemen voor de administratieve

20

imog.indb 20

18/08/09 12:19


van afval tot grondstof

afhandeling van de acties voor de oprichting van Imog en notaris Maertens zal de oprichtingsakte verlijden. De eerste mandaten van beheerder en commissaris die later zullen worden ingenomen door gemandateerden uit de gemeenten (raadsleden of externen), worden vastgelegd. Gemeenten inwoners

beheerders

commissarissen

4 1 1 1 1 1 1

2

Kortrijk Deerlijk Harelbeke Heule Kuurne Ooigem Zwevegem

45.310 9.768 17.981 9.459 12.228 2.593 11.534

1 1

De heer Van Schaeren laat opmerken dat het doel van Imog tweeledig is: 1° de rioolwaterzuivering en 2°de huisvuilverwerking. Hij trekt de aandacht voor de grote investeringsen exploitatiekosten in verband met rioolwaterzuivering en deelt mede dat de nieuwe wet op de rioolwaterzuiveringsinstallaties zo goed als afgehandeld is en klaar is om ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de Kamer. Hierdoor zou goedkeuring van de Imog-statuten mogelijk zijn via een Koninklijk besluit (KB) en zou de mogelijkheid openblijven voor Imog om naderhand de afvalwaterzuivering links te laten liggen en zich te beperken tot huisvuilverwerking. Imog zal na het verschijnen van de wet kunnen oordelen of het al dan niet gewenst is wijzigingen in die zin aan te brengen aan haar statuten te wijzigen in verband met uitbreidingen van haar werking tot rioolwaterzuivering. (sic)

1

Gilbert Maertens, gemeentesecretaris van Kuurne, wordt aangesteld als secretaris van de vereniging. Remi Duynslaeger wordt secretaris van het College van commissarissen en de Technische commissie wordt behouden. Vanaf heden krijgt ze de opdracht om haar taak verder te zetten, die zal erin bestaan om onder meer studies uit te voeren en in te staan voor de nodige voorlichting en raadgevingen aan de Raad van Beheer. Als minimum kapitaal wordt voorzien in 10.000.000 fr. Elke toegetreden gemeenten onderschrijft 100 fr. per inwoner. Op 27 november 1968 is er een belangrijk overleg op het kabinet van de heer burgemeester van Kortrijk en aanwezig waren: Jozef Lambrecht, burgemeester, Hendriek Caveye, stadssecretaris, de heer Van Schaeren, adjunctadviseur Binnenlandse Zaken, Fernand Vanwalleghem, stadsingenieur Kortrijk, Sigfried Devroe, stadsconducteur Kortrijk, Eric Kemp, commandant brandweer Kortrijk en Remi Duynslaeger, afdelingschef en verslaggever. In het verslag van dit overleg vinden we volgende teksten terug: (…) Doel van de bespreking is het oppuntstellen van de definitieve teksten van de statuten en het inwinnen van cijfermateriaal in verband met de kostprijs voor het bouwen van rioolwaterzuiveringsinstallaties, collectoren, huisvuilverwerking, werkings- en exploitatiekosten, raming van het aandeel van de deelnemende vennoten, e.a.

De vertegenwoordigers van Stad Kortrijk zijn hier niet optimistisch over en dringen aan op een compromis waarbij Imog in zijn doelstellingen naast afvalverwerking ook afvalwaterzuivering opneemt, maar dit doet onder het beding dat er met de studies van afvalwaterzuiveringsinstallaties en collectoren geen aanvang wordt gemaakt binnen de termijn van één jaar na de datum van de oprichting. De teksten van de ontwerpstatuten worden verder afgewerkt. Imog zal deze teksten laten goedkeuren in zijn zitting van de Raad van Beheer. Op deze basis zal het departement van Binnenlandse Zaken een KB treffen houdende goedkeuring van de statuten. (Einde verslag 27 november 1968, Duynslaeger Remi)(sic). Uit het verslag blijkt dat Imog van bij de aanvang sowieso het globale afvalprobleem en het probleem van afvalwater wil aanpakken. Maar van hogerhand werkt men aan afzonderlijke structuren voor het afvalwaterbeleid, vandaar de opmerking van de heer Van Schaeren rond de doelstellingen in de statuten. Want vergeten we niet dat de statuten ook door de hogere overheid zullen moeten worden goedgekeurd. Door een passende keuze van de teksten in de statuten zou Imog naast initiatieven omtrent afval aanvankelijk ook wel initiatieven kunnen nemen rond afvalwater om deze later te kunnen doorgeven aan een andere organisatie.

21

imog.indb 21

18/08/09 12:19


veertig jaar pionieren in afvalbeheer en waterzuivering in de regio zuid-west-vlaanderen

1969 Imog wordt boven de doopvont gehouden Huisvuilproblematiek is niet alleen een probleem van de regio Zuid-West-Vlaanderen maar van de ganse provincie en van het ganse land. Het zijn vooral de dichtbevolkte regio’s die het eerst geconfronteerd worden met een gebrek aan ruimte voor stortplaatsen. Op dat ogenblik, eind jaren 60, is het afvalprobleem in hoofdzaak een volume- en ruimteprobleem, en daarom gaat men overal op zoek naar systemen die afval neutraliseren en het volume reduceren. Om één en ander te structureren, wordt er ook op provinciaal niveau gewerkt. Op dinsdag 10 juni 1969 is er op het stadhuis van Kortrijk een consultatievergadering op initiatief van het Provinciaal Gouvernement van West-Vlaanderen onder het voorzitterschap van Piet Monballieu, Bestendig Afgevaardigde van de provincie West-Vlaanderen. Hij deelt mede dat in opdracht van de provincie door de intercommunales voor streekontwikkeling Leiedal en WITAB een studie wordt gemaakt over Huisvuilverwijdering en -verwerking. De provincie zou worden ingedeeld in 10 sectoren met elk een volwaardige economische werking. Binnen elke sector zou één huisvuilverwerkingsinstallatie kunnen worden gebouwd. De sector Kortrijk omvat de volgende gemeenten: Gullegem, Heule, Kuurne, Hulste, Bavikhove, Bissegem, Harelbeke, Marke, Aalbeke, Rollegem, Bellegem, Zwevegem, Beveren-Leie, Deerlijk, Ooigem en Kortrijk zelf. Op de vergadering licht de heer Thienpont, hoofdingenieur-directeur bij de Dienst aanverwante technieken op het Ministerie van Volksgezondheid, toe dat men de inzameling van huisvuil omwille van de hoge investeringen en de productiviteit intercommunaal dient aan te pakken. Gemeenten uit de Imog-regio die nu niet aansluiten, zullen dit later moeten doen wat voor hen uiteindelijk een duurdere optie zal blijken. Zij die over voldoende ruimte beschikken voor tenminste 20 jaar stortgelegenheid, zullen door het Ministerie worden aangeraden om op die plaatsen het huisvuil te storten. Dit houdt in dat er een oppervlakte van 20 à 30 ha nodig is met een opvulling van 2 à 3 meter, en dit voor een regio van 40.000 à 75.000 inwoners. De kostprijs voor deze methode wordt geraamd op

180 à 300 fr. per ton. Verbranding van huisafval is te verkiezen boven verkleinen en composteren, maar is ook de duurste optie. Vanaf nu zullen er voor elke intercommunale keuzes moeten worden gemaakt over de aard van de verwerking en alles wat er mee samen gaat. Bij Imog fixeert men zich nogal snel op de verbranding van het afval omdat hierdoor vooral het volume wordt aangepakt, terwijl men ook mogelijkheden ziet voor het verwerken van de resten uit de verbranding, namelijk de assen uit de ovens. Een technische commissie start een onderzoek inzake de inzamelingen en de recipiënten. Het inzamelen van zakken veroorzaakt minder lawaai en levert in vergelijking met een systeem van vuilnisbakken een kostenbesparing op van 30%. Papieren zakken zijn te verkiezen boven plastic zakken omdat deze laatste bij verbranding – door chemische werking – onderdelen van de verbrandingsinstallatie zouden kunnen aantasten. Anderzijds is er, bij huisverwarming op kolen, mogelijk brandgevaar omwille van nog smeulende as in de huisvuilzakken, hoewel het hier geen verschil uit maakt of er papieren dan wel kunststofzakken worden gebruikt. Voor het inschatten van de capaciteit van een mogelijke afvalverwerkingsinstallatie wordt rekening gehouden met de aangroei van de bevolking en de economische ontwikkeling. Gebaseerd op de verwachte evolutie van de afvalhoeveelheden zijn er volgens de subsidiërende overheid drie mogelijke scenario’s. Men mag immers verwachten dat van bij de aanvang niet alle gemeenten zullen aansluiten en dat de afvalhoeveelheden wel eens zouden kunnen toenemen. Uitgaande van de ervaring in andere regio’s kan de Imog-regio zich voor zijn afvalverwerking baseren op drie scenario’s. Scenario A: • Afval van 85.000 inwoners • 750 gram huisvuil per dag per inwoner • 250 à 300 kg per inwoner per jaar, geeft een aanvoer van 90 ton per dag Scenario B: • Afval van 146.000 inwoners • 850 gram huisvuil per dag per inwoner • 250 à 300 kg per inwoner per jaar, geeft een aanvoer van 175 ton per dag

22

imog.indb 22

18/08/09 12:19


1969

van afval tot grondstof

| In de naoorlogse periode werd het huisvuil ingezameld en opgehaald via huisvuilemmers. In de steden waren dat uniforme gegalvaniseerde emmers. Op den buiten werden hiervoor allerlei recipiënten gebruikt zoals oude wastobbes en steriliseeremmers.

Scenario C: • Aangroei bevolking over 20 jaar met 15% tot 170.000 inwoners • 1 kg huisvuil per dag per inwoner • 62.000 ton afval per jaar met een verbrandingswaarde van 2000 kcal/kg

Installatie type II. Twee ovens van 5 à 5,5 ton per uur met een stortbunker van 2.400 m3 • •

Om deze scenario’s te overbruggen zijn bij het ontwerpen van een afvalverbrandingsinstallatie de volgende opties mogelijk: Installatie type I. Twee ovens van 6 à 6,5 ton per uur met een stortbunker van 1.000 m3 • • •

Scenario A: Scenario B: Scenario C:

werking 12u/dag in 5-dagenweek werking 20u/dag in 5-dagenweek werking 24u/dag in 5-dagenweek

Scenario A: Scenario B: Scenario C:

werking 14u/dag in 5-dagenweek werking 19u/dag in 6-dagenweek werking 24u/dag in 6-dagenweek

Installatie type III. Twee ovens van 4,2 à 4,6 ton per uur met een stortbunker van 3.700 m3 • • •

Scenario A: Scenario B: Scenario C:

werking 16u/dag in 5-dagenweek werking 22u/dag in 6-dagenweek werking 24u/dag in 7-dagenweek

23

imog.indb 23

18/08/09 12:19


veertig jaar pionieren in afvalbeheer en waterzuivering in de regio zuid-west-vlaanderen

De prijs voor de verwerking stijgt pro rato de ontwerpcapaciteit en het volume van de bunker, en voor type III kunnen de volgende investeringen worden geraamd: Elektromechanische uitrusting Burgerlijke bouwkunde Grondaankoop 7500 m2 Totaal

68.000.000 fr. 24.000.000 fr. 1.500.000 fr. 93.500.000 fr.

Volgens het toen bestaande Regentbesluit kon men voor investeringen in huisvuilverbranding steeds 30% subsidie krijgen, en op verzoek van de Speciale commissie is het mogelijk om de subsidie te verhogen tot 60%. In West-Vlaanderen kan redelijkerwijs ook verwacht worden dat er een provinciale subsidie komt. Een kostenraming voor de werking van bovenvermelde types kan men als volgt samenvatten: Type A: Type B: Type C:

88 fr. per inwoner of 321 fr. per ton 68 fr. per inwoner of 236 fr. per ton 76 fr. per inwoner of 209 fr. per ton

Afgerond zouden de exploitatiekosten, wanneer men 60% subsidie krijgt, oplopen van minimum 220 tot maximum 350 fr. per ton. Op 9 september 1969 houdt Imog op het stadhuis van Kortrijk de oprichtingsvergadering en een eerste vergadering van wat toen nog Raad van Beheer werd genoemd (later wordt dit Raad van Bestuur). Hierbij worden de volgende beheerders aangesteld: Roger Terryn (schepen Deerlijk), Gerard Lanneau (burgemeester Harelbeke), Octaaf Geysen (gemeentesecretaris Heule), Jozef Lambrecht (burgemeester Kortrijk), Fries Bijttebier (schepen Kortrijk), Julien Mathys (raadslid Kortrijk), Carlos Verhenne (raadslid Kortrijk), Adriën Depoortere (raadslid Kuurne), Georges Vanden Avenne (raadslid Ooigem) en Gabriël Gousseau (raadslid Zwevegem). De vergadering wordt geopend met de heer Jozef Lambrecht als eerste voorzitter en Gerard Lanneau als eerste ondervoorzitter. Gilbert Maertens (gemeentesecretaris Kuurne) wordt secretaris en Remi Duynslager zal instaan voor de bedrijfsboekhouding. Allen worden ze met eenparigheid van stemmen verkozen. Naar aanleiding van deze vergadering wordt er op 9 september 1969 een persnota uitgegeven:

… Ter vrijwaring van de openbare gezondheid wensen de openbare overheid, de private sector het treffen van geschikte middelen ter bestrijding van water-, lucht- en grondbezoedeling. Door het aanleggen van, het bouwen van waterzuiveringsstations, het oprichten van een dienst voor huisvuilverwerking, kan de openbare overheid daadwerkelijk en efficiënt meehelpen aan dit werk van openbaar nut bij uitstek. Uit de talrijke contacten die de vertegenwoordigers van de gemeentebesturen van Kortrijk en het Kortrijkse hebben gehad met ter zake bevoegde ambtenaren van het Ministerie van Volksgezondheid en uit besprekingen met de Provinciale Overheid blijkt duidelijk dat iedereen begaan is met het bouwen van waterzuiveringstations, collectoren en inrichtingen voor huisvuilverwerking of -vernietiging. Deze openbare instellingen dragen niet alleen bij tot de bevordering van de openbare gezondheid, ook op economisch vlak hebben zij een gunstige uitwerking (beperking van stapelgronden, vervoermiddelen en transporten). Zich bewust van hun verantwoordelijkheid inzake openbare gezondheid ‘Decreet van 14 December 1789, art. 50, gesteund en geholpen door de vele en nuttige raadgevingen op administratief en technisch vlak hen verstrekt door de hoge ambtenaren, en aangespoord door de overheid hebben de gemeentebesturen van Deerlijk, Harelbeke, Heule, Kortrijk, Ooigem en Zwevegem besloten tot de oprichting van IMOG (Intercommunale Maatschappij voor Openbare Gezondheid). De gemeenteraden van de zeven betrokken gemeenten hebben de statuten goedgekeurd en de kredieten tot volstorting van het te onderschrijven kapitaal werden in de respectieve gemeentebegrotingen ingeschreven. De statuten van de Imog werden goedgekeurd bij KB van 20 maart 1969. Op dinsdag 9 september 1969 werd bij notariële akte overgegaan tot de stichting van Imog. De S.V. Imog heeft een tweevoudig doel: • Oprichten en in bedrijf houden van rioolwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van de verwerking van industriële afvalwaters, • Oprichten en in bedrijf houden van verwerkingsbedrijven voor afval van alle aard, zoals huishoudelijk afval, straatvuil, tuinafval, ook industrieel afval voor zover het in de installaties afbreekbaar of verbrandbaar is. De maatschappelijke zetel is gevestigd te Kortrijk, stadhuis.

24

imog.indb 24

18/08/09 12:19


van afval tot grondstof

1969

| Zicht op de terreinen van de vroegere vlasroterijen langs de Leie. Hiervoor werd het BPA 20 langs de Kortrijksesteenweg te Harelbeke ontwikkeld, met bestemming voor openbaar nut, voor de oprichting van installaties voor afvalwaterzuivering en afvalverwerking.

Op 31 december 1968 bedraagt het gezamenlijke bevolkingscijfer van de zeven aangesloten gemeenten 109.999 inwoners. Het te onderschrijven kapitaal bedraagt 11.004.000 fr., wat overeenkomt met 100 fr. per inwoner en per gemeente. De verkregen bedragen zijn af te ronden naar een hoger duizendtal. Per schijf van 10.000 inwoners hebben de gemeenten recht op één beheerder en per schijf van 20.000 inwoners op één commissaris, zodat het aantal beheerders is vastgesteld op 10, het aantal commissarissen op vijf. Verder kan nog worden medegedeeld dat het Provinciaal Gouvernement van West-Vlaanderen overweegt toe te treden tot de Imog. Ook andere gemeenten zullen later tot deze intercommunale kunnen toetreden. De toetredingsvoorwaarden zullen worden besproken op de eerste Raad van Beheer van Imog. In zijn volgende vergadering, op 23 september 1969, stelt de Raad officieel de technische commissie aan. De commissie wordt ook uitgebreid met Julien Provoost, stadstechnisch ingenieur en deskundige bij de ophaaldienst van de Stad Kortrijk. De commissie krijgt als opdracht het opmaken van Het basisontwerp van de verbrandingsinstallatie en van

de studie van de nodige afvalwatercollectoren. Het ontwerp van het zuiveringsstation zal later aan bod komen in een bijzondere studieopdracht door een studiebureau met ervaring in dergelijke opdrachten. Installaties moeten uiteraard een inplanting krijgen en voor de afvalverbranding en de waterzuivering is het toenmalig stadsbestuur van Harelbeke niet bij de pakken blijven zitten. Ere wie ere toekomt maar het is burgemeester Lanneau van Harelbeke die hierbij het voortouw neemt. Welke politicus zou vandaag nog, zonder bang te zijn hiervoor te worden afgestraft, de moed hebben om de omringende gemeenten aan te bieden om op het eigen grondgebied een site te voorzien voor een verbrandingsoven en een waterzuiveringsinstallatie? Sinds enige tijd al maakt men in Harelbeke werk van een bijzonder plan van aanleg, het BPA 20 dat speciaal bestemd zal worden als inplanting voor inrichtingen van openbaar nut, in dit geval als terrein waarop de installaties voor afvalverwerking en waterzuivering kunnen worden gerealiseerd. Er worden initiatieven genomen voor het opmaken van metingen en schattingen om uiteindelijk later te kunnen overgaan tot onteigeningen van de bedoelde gronden (10 ha 90 a 42 ca). Er wordt geadviseerd tot volledige aankoop.

25

imog.indb 25

18/08/09 12:19


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.