Het monster van de nacht

Page 1

Sandrine Lambert www.avondroodboeken.be


‘Ik ben Chris! Dit is mijn vis.’



‘Hallo, Chris-dit-is-mijn-vis, weet jij niet dat het bedtijd is?’ ‘Ach, maar nee, het is nog licht!’ ‘Doe dan de gordijnen dicht.’ ‘Ben je mal? Ik wil nog pret! Ik spring nog uren op mijn bed.’



‘Maar wacht eens… Zeg, wat doe jij hier? Spring jij niet mee voor het plezier?’ ‘Ik ben het monster van de nacht.’ ‘Zo leuk! Jou had ik niet verwacht.’ ‘Ho hoor eens, Chris-dit-is-mijn-vis, Weet jij niet wat een monster is?’



‘Er zijn veel monsters in de nacht. Eén die weent en één die lacht. Er zijn monsters dik en dun. En er zijn monsters groot en klein. Net zoals er mensen zijn.’



‘Ik ben het monster van de nacht. Die onder jouw bed wacht en wacht, tot ik mag komen in je dromen.’ ‘Kan je dan wat later komen?’



‘Maar het is bedtijd kleine Chris, kleine Chris-dit-is-mijn-vis.’ ‘Toch spring ik nog, doe dan toch mee! Het is veel leuker met z’n twee. Spring op één voet. Spring op één been. Anders zit je daar alleen. Heel alleen onder mijn bed. Dan heb je toch niet zoveel pret?’



Ze sprongen hoog. Ze sprongen laag. Ze sprongen snel. Ze sprongen traag.



Maar toen de zomerzon ging slapen begon het jongetje te gapen.



Zo ook het monster van de nacht.



Dus droomde Chris-dit-is-mijn-vis zo zalig mooi en heerlijk zacht.



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.