
4 minute read
Brunello di Montalcino DOCG
Chianti 2000
In de jaren zestig van de twintigste eeuw zijn veel wijngaarden in Toscane opnieuw beplant, waarbij de nadruk lag op kwantiteit in plaats van kwaliteit. In 1987 startte het Consorzio het Chianti 2000 project, gericht op kloonselectie, snoei, plantdichtheid en wijngaardmanagement. Het onderzoek leidde tot veel nieuwe inzichten en adviezen ten aanzien van specifieke klonen en een plantdichtheid van 6000 tot 7000 planten per hectare. Voor het herplanten van oude wijngaarden zijn veel van de adviezen uit het Chianti 2000 project in praktijk gebracht.
Advertisement
Het belangrijkste blauwe druivenras van Toscane is nog steeds sangiovese. Deze wordt soms aangevuld met de blauwe canaiolo, colorino en/of malvasia nera. Canaiolo is geen gemakkelijke druif, want hij rijpt moeilijk, maar hij is zeer resistent tegen schimmelziekten. Beide eigenschappen maken hem geschikt om in te drogen en te gebruiken bij de governo-techniek. De populariteit van canaiolo is de laatste jaren wel wat afgenomen. Colorino, die ook in Umbrië voorkomt, is rijk aan anthocyanen en kan een rode wijn extra kleur en inhoud geven. Vroeger werden colorinodruiven licht ingedroogd en aan de wijn toegevoegd om de sangiovese wat meer kleur en alcohol te geven. De druif wordt nog altijd gezien als een belangrijke aanvulling op sangiovese. Colorino heeft veel synoniemen, waaronder abrostino, abrustano nero, colore, jomarello, lambrusco en raverusto. Andere blauwe druivenrassen in Toscane zijn barsaglina, ciliegiolo, mammolo en pugnitello. Voor witte wijnen zijn trebbiano toscano, malvasia bianca, vermentino en vernaccia de belangrijkste druivenrassen. Algemeen is men van mening dat de zeer productieve trebbiano weinig karaktervolle wijnen oplevert. De internationale belangstelling gaat sinds enige decennia ook uit naar Toscaanse wijnen die zijn gemaakt van mondiale druivenrassen zoals cabernet sauvignon, cabernet franc en merlot. Deze rassen zijn niet meer weg te denken uit Toscane. In veel DOC’s, waaronder Bolgheri, Cortona en Chianti, zijn ze toegestaan. Weinigen weten dat cabernet sauvignon al in de zestiende eeuw (!) in Toscane is geïntroduceerd. Ook ontbreken chardonnay, petit verdot, pinot noir, sauvignon blanc, syrah en viognier niet aan het Toscaanse druivenspectrum. Het uiteindelijke aandeel van deze druivenrassen blijft echter relatief klein.
Toscane heeft tientallen DOC’s en DOCG’s. Lang niet alle daarvan zijn het vermelden waard. Een populaire categorie is ook IGT Toscana. Hier worden de belangrijkste DOC’s en DOCG’s van Toscane besproken.
Brunello di Montalcino DOCG Brunello di Montalcino, sinds 1980 een DOCG, is een wijnbouwgebied rondom Montalcino, een middeleeuws stadje op een circa 600 meter hoge heuvel ten zuiden van Siena. Het wijngaardareaal is zo’n 2.000 ha. Het is in de zone van Brunello di Montalcino doorgaans warmer en droger
dan in Chianti Classico en Montepulciano, mede dankzij de beschermende invloed van de uitgedoofde vulkaan Monte Amiata ten zuiden van Montalcino. Door deze ruim 1.700 meter hoge berg worden winden tegengehouden, zodat het klimaat rond Montalcino gelijkmatiger is dan verder naar het noorden of zuiden. Het jaarlijkse neerslaggemiddelde bedraagt slechts 700 mm. De bodem in het gebied varieert van zanderig tot kleirijk met kalk en tufsteen. De beste wijngaarden liggen op stenige, weinig vruchtbare bodems. Montalcino stond van de middeleeuwen tot in de jaren zestig van de vorige eeuw bekend om de zoete witte wijn Moscadello di Montalcino, die in 1984 een eigen DOC-status kreeg, maar deze wijn van muskaatdruiven staat vandaag de dag volledig in de schaduw van de prestigieuze rode wijnen Brunello di Montalcino en zijn ‘kleine broertje’ Rosso di Montalcino. Brunello di Montalcino heeft het imago een eeuwenoude wijn te zijn, maar hij werd in de tweede helft van de negentiende eeuw voor het eerst geproduceerd door Ferruccio Biondi Santi. Deze gebruikte daarbij een speciale sangiovesekloon, sangiovese grosso, ook wel brunello genoemd. Tot 1950 was de familie Biondi Santi bijna de enige producent van Brunello di Montalcino. In 1960, het jaar van de DOC-erkenning, bedroeg het wijngaardareaal slechts 63 ha. Bij de oprichting van het Consorzio del Vino Brunello di Montalcino in 1967 waren er 37 wijnboeren, waarvan er maar 12 zelf hun wijn bottelden. Eind jaren zeventig begon de productie van Brunello te stijgen. In 1990 waren er 87 zelfstandige producenten. Momenteel zijn er meer dan 300 zelf bottelende wijnbedrijven. Door het succes van de wijn is niet alleen het aantal producenten fors gestegen, maar is ook het wijngaardareaal sterk toegenomen. Het is volgens critici tot het uiterste opgerekt, met als gevolg dat niet alle wijngaarden even geschikt zijn voor een goede kwaliteit sangiovesedruiven en het kwaliteitsverschil tussen Brunello’s groot is. In het noorden van het gebied, rond het stadje Montalcino, liggen de wijngaarden tot 500 meter hoog op een ondergrond van galestro. De wijnen uit deze omgeving zijn vaak wat aromatischer en minder vol dan wijnen uit het warmere zuiden van het gebied, uit de lager gelegen vallei van de rivier Orcia, waar de bodem wat zwaarder is en meer klei bevat.
Brunellogate
In 2008 werd ontdekt dat enkele Brunello-producenten de reglementen van de DOCG niet volgden en niet uitsluitend sangiovese gebruikten. Het schandaal is de boeken in gegaan als Brunellogate of Brunellopoli. Miljoenen flessen Brunello werden gedeclasseerd tot IGT. Dit leidde tot een strengere controle en een substantiële kwaliteitsimpuls.
Voor Brunello di Montalcino mag alleen sangiovese worden gebruikt. Als gemiddeld maximumrendement geldt 54,4 hl/ha. De wijn rijpt sinds 1998 minimaal 24 maanden op eikenhout en minimaal 4 maanden (de Riserva 6 maanden) op fles. Van 1990 tot 1998 gold een minimale vatrijping van 36 maanden en vóór 1990 zelfs langer. Voor de lagering worden vaak barriques gebruikt, maar redelijk wat producenten zijn teruggekeerd naar het gebruik van grote eiken botti. De wijn mag nu niet eerder dan 5 jaar na de oogst verkocht worden. Brunello di Montalcino Riserva komt pas na 6 jaar lagering op de markt. Goede Brunello di Montalcino is een echte bewaarwijn en kan makkelijk meer dan 10 jaar ouderen, waarbij de stevige zuren en tannine zachter worden.