
2 minute read
Als ik heel eerlijk ben
from WIJ 1 2020
... heb ik spijt van de naam van mijn kind.
TEKST: HANNEKE MIJNSTER.
“In mijn familie is het een goede gewoonte om te vernoemen. Mijn broer heet Jacob, omdat mijn vader Jaap heet. Want zo heette zijn vader ook. En diens vader ook. Al sinds ik mijn eerste pop in een buggy rondreed, hoor ik mijn vader zich verheugen op de volgende Jaap, Jacob of Jacco. Dus toen ik na vier jaar verkering met Harm-Jan zwanger was en ook nog eens een jongen verwachtte, heeft mijn vader zes maanden geglunderd. En mijn moeder met hem. Ondertussen waren mijn schoonouders ook fanatiek gaan brainstormen. Zij wilden graag een dubbele naam, zoals in hun familie gebruikelijk is. Ik vind dat zelf helemaal niet mooi, en noem Harm-Jan eigenlijk altijd Harm. Of schatje hihi. Tegelijk met mij was ook mijn schoonzus, de zus van Harm, zwanger. En mijn vriendin Rebecca. Mijn schoonzus verklapte al voor de bevalling dat haar spruit Sjuul zou heten, vernoemd naar vader Simon. Blijkbaar kun je dat vernoemen nog best creatief invullen. Alle hoop voor een Erik-Jan, Pieter-Jaap of Willem-Jacco was dus op ons gevestigd. Ondertussen claimde Rebecca de naam Casper, ‘want die wilde ze echt al van kinds af aan en dat wist ik toch’. Binnen onze vriendengroep werd de ene Teun na de andere Mees geboren. Mijn hormonen trokken die wensen en verboden voor geen meter. Sterker nog: ik werd er behoorlijk tegendraads van. En dus heb ik net zo lang lopen drammen en mopperen tegen mijn lief dat hij het met me eens was. We gingen niet vernoemen, maar kozen onze eigen weg. Een naam die niemand zou kiezen, dat wilden we. Goh wat zouden we iedereen verbazen! Nou, dat lukte. Mijn zoon is inmiddels vijf en luistert naar de naam Havik. Leuk dacht ik, klinkt een beetje als David. Maar dan anders. Creatief en stoer vond ik het, want zo zou mijn zoon ook worden. Maar inmiddels heb ik er toch wel spijt van. Niet omdat onze vaders zo pruilden, maar omdat ik een zachtaardig blond jongetje baarde, dat liever knutselt dan voetbalt en zelfs zijn laatste
rozijntje nog weggeeft aan een wildvreemd kind. Wat dat betreft hadden we hem beter Dolfijn kunnen noemen. Of Kangoeroe. Nee, zonder gekheid, ik vind het toch wel rot dat hij altijd drie keer zijn naam moet zeggen als hij zich netjes voorstelt. Ik zie nu dat hij niets liever wil dan normaal zijn en met zo’n naam trek je nu eenmaal de aandacht. We korten het vaak af tot Haaf, dat klinkt wat liever en past hem beter. Achteraf gezien hadden we hem beter wel een tweede naam kunnen geven, dan had hij nog kunnen kiezen. Maar ja. Inmiddels weet ik gelukkig wel beter. Afgelopen zomer ben ik bevallen van een tweede zoon en die hebben we de naam Jaak gegeven. Iedereen blij. Inez (38)