3 minute read

Vragen aan Ralph So

Ralph So Ralph So is intensivist in het Albert Schweitzer ziekenhuis

Er wordt in het ASz veel onderzoek gedaan. Wie zijn die collega’s, wat onderzoeken ze, wat hebben ze ontdekt, wat drijft ze en hoe typeren ze zichzelf? Om die antwoorden te krijgen, leggen we regelmatig aan één van hen een aantal vragen voor. Dit keer is het de beurt aan intensivist Ralph So.

Advertisement

Met welk onderzoek ben je bezig? “Ik doe onderzoek naar de meerwaarde van continue monitoring met Slimme Pleisters. Hierbij gaat het om het vroeg herkennen en behandelen van vitaal bedreigde patiënt op de verpleegafdelingen van de chirurgie, MDL en oncologische gynaecologie. Het onderzoek heeft de aanduiding ReMoTe-trial gekregen. Dit staat voor Clinical efficacy of Remote continuous Monitoring supplementary to intermittent monitoring compared to intermittent monitoring on a surgical ward in a large Teaching hospital in the Netherlands!”

Waarom ben je aan dit onderzoek begonnen? “In 2004 bezocht één van mijn collega’s, Huibert Ponssen, een internationaal Intensive Care (IC) congres. Hij volgde een lezing over ongeplande IC-opnames. Bij veel van deze opnames zie je zo’n 8 tot 12 uur van tevoren al bepaalde “rook”signalen, dit wil zeggen afwijkende waarden in de vitale functies, zoals ademhalingsfrequentie, bloeddruk en hartfrequentie. Dit gegeven was in het ASz de opmaat voor een project met ‘alarmsignalen kaartjes’, dat gecoördineerd werd vanuit intensive care. In 2008 startte het Landelijk Veiligheidsprogramma met aandacht voor tien klinische thema’s, waaronder de vroege herkenning en

behandeling van de vitaal bedreigde patiënt op de verpleegafdeling. In het ASz coördineerde ik hiervoor de implementatie van het SIT (spoed interventie team) en landelijk mocht ik in het adviserende team plaatsnemen. Daar is het bij mij allemaal begonnen. Uiteindelijk begon het dus met interesse voor een relevant klinisch probleem op de werkvloer, namelijk de ongeplande IC-opnames vanaf de verpleegafdeling. Op dit moment houden we met de NEWS (national early warning score), die bestaat uit 6 vitale parameters, de klinische patiënt in de gaten en onderzoeken we de eventuele meerwaarde van continue monitoring middels een slimme pleister.”

Heb je al publicaties op je naam staan? “Jazeker, ik heb gepubliceerd op het gebied van surfactant therapie bij ARDS, ongeplande heropnames, beademing, team resource management en natuurlijk de vroege herkenning en behandeling van de vitaal bedreigde patiënt op de verpleegafdeling (spoed interventie team).”

Wat zijn de eigenschappen van een goede onderzoeker? “Bij mijn eerste onderzoek gaf mijn professor me mee dat dit de eigenschappen zijn van een goede onderzoeker: je moet goede ideeën hebben, doorzettingsvermogen en je moet kunnen schrijven.” Wat is de gouden tip voor het starten van onderzoek? “Onderzoek doen is teamwork. Er is inzet en enthousiasme nodig van heel veel mensen om een onderzoek echt goed van de grond te krijgen.”

Wat is je meest frustrerende onderzoekmoment geweest? “De duur van de procedure bij een externe METC. Dit wil zeggen, het goedgekeurd krijgen van een WMO-plichtig onderzoek dat vanuit het ASz is geïnitieerd. Gelukkig had ik heel veel aan alle

adviezen van Tamara Schaeffer, adviseur van het Wetenschapsbureau. Met doorzettingsvermogen is het gelukt en heb ik er veel van geleerd.”

Wat was het allerleukste moment? “De samenwerkingen, zowel nationaal als internationaal, het uitwisselen van ideeën, het bespreken van de uitkomsten en natuurlijk het uiteindelijk gepubliceerd krijgen van je onderzoek.”

Wat heeft onderzoek je gebracht? “Inspirerende samenwerkingen, publicaties en verdieping en plezier in mijn werk.”

This article is from: