5 minute read

Landelijke meetdag voor palliatieve zorg

Naomi Vischer is verbonden aan het Radboudumc, maar werkte eerder in ons ziekenhuis op verpleegafdeling C1 van de afdeling longgeneeskunde. Ze was ook studiecoördinator en zorgde in die hoedanigheid voor draagvlak voor de flashmobstudie. Ze deed dit met ondersteuning van Nathalie Gerritsen, longarts en supervisor CPT, en Janneke Louws, verpleegkundige B3. In dit artikel beschrijft Naomi de achtergrond en opzet van de studie.

Achtergrond In mijn dagelijkse werk zie ik hoe belangrijk palliatieve zorg is geworden voor patiënten en voor hun naasten. Wat omvat deze zorg in de laatste levensfase? Als professional palliatieve zorg proberen we de best passende zorg te bieden voor hen die dat nodig hebben en zo lang dit nodig is. De zorg kan zelfs gelijktijdig

Advertisement

verleend worden met een ziektegerichte behandeling. De wensen van de patiënt en diens naasten staan centraal. Deze wensen worden erkend en vervuld gedurende het verloop van een ziekte, tijdens het stervensproces en ook na het overlijden. De laatste jaren komt de palliatieve zorg vaker en beter onder de aandacht bij patiënten, diens naasten en zorgprofessionals. Sinds 2010 is het verplicht om in alle ziekenhuizen te beschikken over een daartoe gespecialiseerd team. Dit team kan zorgvragers en - professionals ondersteunen bij diverse aspecten van de palliatieve zorg. We zien dat er ieder jaar meer consultvragen zijn. Toch is dit een relatief klein aantal ten opzichte van de klinisch opgenomen palliatieve patiënten in de Nederlandse ziekenhuizen. Daarbij wordt het palliatief team vaak pas laat in het ziektebeloop geconsulteerd en worden vermoedelijk nog onvoldoende patiënten bereikt.

Onderzoek Het Expertisecentrum Palliatieve Zorg Noordoost zette de flashmobstudie op in samenwerking met de andere expertisecentra palliatieve zorg en overige deelnemende ziekenhuizen in Nederland. Het doel is om meer inzicht te krijgen in het aantal opgenomen patiënten dat gebaat kan zijn bij inzet van palliatieve zorg en ondersteuning 2 . De flashmobstudie betreft een cross-sectioneel onderzoek. Op 16 april 2021 werd geïnventariseerd hoeveel patiënten met een mogelijk palliatieve zorgbehoefte waren opgenomen op de verpleegafdelingen van de deelnemende ziekenhuizen. Er werd gebruik gemaakt van de surprise question: ‘Zou het mij verbazen wanneer deze patiënt in de komende twaalf maanden komt te overlijden?’. Dit is een veelgebruikt instrument in de palliatieve zorg, waarmee palliatieve patiënten en patiënten die baat hebben bij palliatieve zorg, geïdentificeerd kunnen worden. Indien een zorgverlener deze vraag met ‘nee’ beantwoordt, kan dit het startpunt zijn voor een gesprek over palliatieve zorg met patiënten en hun naasten 3 .

In de weken voorafgaand aan het onderzoek werd er via verschillende wegen over gecommuniceerd en werd van de betreffende afdelingen deelname gevraagd. Alle klinische patiënten die op 16 april 2021 om 8.00 uur opgenomen waren, werden geïncludeerd. Patiënten die opgenomen werden op de dagbehandeling, kinderafdeling en intensive care werden geëxcludeerd. Op landelijk niveau werden in totaal zo’n 10.000 patiënten geïncludeerd. Per ziekenhuis verschilde het totaal aantal patiënten, afhankelijk van de grootte en capaciteit van ieder deelnemend ziekenhuis. Voor het Albert Schweitzer ziekenhuis werden 221 patiënten geïncludeerd.

Verwacht eindresultaat Met het onderzoek krijgen we inzicht in het aantal patiënten met een mogelijke palliatieve zorgbehoefte. Ook krijgen we inzicht in de verdeling naar verpleegafdeling, leeftijd, type aandoening, behandelbeperkingen en betrokkenheid van het palliatief team.

Daarnaast werd geïnventariseerd hoeveel patiënten met een levensverwachting van <3 maanden waren opgenomen op de verpleegafdelingen van de deelnemende ziekenhuizen. Met behulp van deze gegevens kan de expertise van het palliatief team doelmatiger worden ingezet en kan waar nodig consultvoering en scholing worden uitgebreid. Tevens kan hiermee bewustwording worden gecreëerd op de deelnemende afdelingen.

Er wordt verwacht dat verpleegkundigen de palliatieve zorgbehoefte van patiënten hoger inschatten dan dat artsen dit doen. Dit is gebaseerd op de ervaring dat verpleegkundigen een intiemere behandelrelatie hebben dan artsen en eerder aangeven dat een palliatief behandeltraject passend is voor de patiënt3.

Voorlopige resultaten Het is een multicenter onderzoek en de analyse loopt nog door de onderzoekers uit de indicerende expertisecentra. In tabel 1 zijn de voorlopige resultaten te zien van het Albert Schweitzer ziekenhuis. Hieruit blijkt dat er soms een opvallend verschil is tussen het inzicht van de arts en de verpleegkundige. Er is maar een enkele patiënt waarvoor het palliatief team in consult is gevraagd. Mogelijk wordt niet voldaan aan de palliatieve zorgbehoefte van alle andere patiënten waarvoor (nog) geen consultatie is gedaan.

Discussie Uit ervaring blijkt dat verpleegkundigen relatief eerder inzien dat een patiënt mogelijk een palliatieve zorgbehoefte heeft als dit vergeleken wordt met de behandelingen van artsen. De voorlopige resultaten zijn dan ook verbazend, omdat artsen die palliatieve zorgbehoefte bij een beduidend groter aantal patiënten zien dan verpleegkundigen. Waardoor dit komt is nog niet geheel duidelijk. Op de landelijke meetdag van het onderzoek kwam het helaas ook voor dat zorgverleners weinig tot geen tijd hadden om de datasets in te vullen. Dit kan ervoor hebben gezorgd dat de datasets minder nauwkeurig zijn ingevuld. In dit artikel is een klein deel van de verkregen gegevens toegevoegd, omdat aanvullende gegevens, zoals levensverwachting en specialisme, uitsluitend digitaal zijn verwerkt. Daarom kan er nog geen conclusie worden getrokken uit het onderzoek voor het Albert Schweitzer ziekenhuis.

Dit artikel krijgt nog een vervolg zodra de definitieve onderzoeksresultaten binnen zijn. Uit die resultaten kan een conclusie getrokken worden over de palliatieve zorgbehoefte van klinisch opgenomen patiënten. Om het effect van de bewustwording van deze studie te meten hopen de expertisecentra op 22 oktober 2022 de studie te kunnen herhalen.

This article is from: