ASSwijzer als navigatiesysteem
“ Focus op de emmer, niet op de druppel” Sinds een paar jaar gebruikt Philadelphia de zogenoemde ASSwijzer bij het ontwikkelen van individuele ondersteuning voor cliënten met een autisme-spectrumstoornis (ASS). Tineke van der Veer, orthopedagoog/GZ-psycholoog, heeft het over volle emmers en scheve deurmatten. Coördinerend begeleider Hike Alberts vertelt over de eerste ervaringen met de ASSwijzer in locatie Snikke-Boven in Hoogeveen.
De ASSwijzer is een instrument dat begeleiders helpt bij het in kaart brengen van de best passende ondersteuning voor een individuele cliënt met autisme, zodat hij (of zij) zich optimaal kan ontwikkelen en ontplooien. “Noem het een navigatiesysteem”, zegt Tineke van der Veer, die als adviseur van gedragsdeskundigen en begeleiders aan Philadelphia is verbonden. “Protocollen werken niet bij mensen met een autisme-spectrumstoornis, daarvoor presenteren ze zich individueel te verschillend. Wat deze mensen bindt, is dat ze het leven als een constante chaos ervaren; maar de manieren waarop ze zich daarin staande proberen te houden, verschillen enorm. In de ASS- wijzer noemen we dat ‘de eigen ordening van de cliënt’. In die eigen ordening hoort een deurmat bijvoorbeeld recht te liggen. Een
18 Hallo
scheve deurmat bij de buren kan de druppel zijn die de emmer van de cliënt doet overlopen. Hulpverlening is geneigd zich te richten op die druppel, op het gedrag dat de cliënt vertoont als zijn emmer overloopt en op het voorkómen van die druppel. Met de ASSwijzer focussen wij op de emmer in plaats van de druppel. Als we helpen bij het voorkómen van een te volle emmer, kan hij die scheve deurmat bij de buren beter verdragen. Hoe leger de emmer, des te meer ruimte er ontstaat voor ontwikkeling en ontplooiing.” Dat laatste is het ultieme doel van de ASSwijzer.
Ordening De ASSwijzer benoemt diverse soorten ordening: de eigen ordening van de cliënt (rituelen, dwangmatig gedrag, afhankelijkheid,
herhalingen) en de geboden ordening vanuit de omgeving van de cliënt (ouders, docenten, hulpverleners), die zich richt op het legen van de emmer. Daarbinnen onderscheidt de ASSwijzer diverse gebieden waarop ordening plaatsvindt (tijd, ruimte, activiteit) en verschillende manieren waarop ordening kan worden geboden (vastigheid, verbaal en visueel). Als de eigen en de geboden ondersteuning inclusief de beeldvorming van de cliënt goed in kaart zijn gebracht, kan na ‘kritische weging’ de gewenste ordening en