2011Lokaal14

Page 1

Nr 14 | Lokaal is het magazine van de lokale besturen en verschijnt 2 x per maand 20 x per jaar | VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel | Afgiftekantoor Kortrijk Masspost | P2A9746

Lokaal gie special ener

Energie, met het oog op morgen

Integratie: zeven tips voor een geslaagde samenwerking

De bibliotheek als monument en cultuurbaken


Public waste PartnershipS: u wint drie keer! U wilt het afvalbeheer in uw gemeente doeltreffend en professioneel aanpakken? Dát verwachten de inwoners van u. De milieuoverheid eist dat u haar wetgeving naleeft. Specialistenwerk dus. U kunt twee dingen doen. Ofwel gaat u in zee met een partner die alle lasten van u overneemt. Ofwel houdt u een deel van het werk in eigen beheer. Twee perfecte oplossingen! Wanneer u kiest voor Indaver en haar Public waste PartnershipS wint u op drie vlakken: ■

■ ■

U krijgt de beste oplossingen voor de verwerking van uw afval, organisatie en verwerkingsinstallaties. U bepaalt in alle vrijheid op welke manier u met ons wilt samenwerken. U bewaart zelf de controle over de opdracht.

Lees meer op onze website of neem contact met ons op voor meer uitleg. info@indaver.be

Tel. +32 15 28 80 24

www.indaver.be www.indaver.com

Toonaangevend in duurzaam afvalbeheer


inhoud Lokaal is het magazine van de lokale besturen

kort lokaal

Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02‑211 55 44 Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist) Vormgeving Ties Bekaert Drukwerk Schaubroeck (Nazareth) Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, T 03-326 18 92, peter@cprojects.be Regie vacatures Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43

6 nieuws – print & web, perspiraat, Triljoen

bestuurskracht 12 Zeven tips om het samenwerken op het vlak van integratie en achterstelling te doen slagen 15 Lokale raad – Kan een medewerker van de politie aan gemeentepolitiek doen? 16 De raad van Tessenderlo – De charme van parket

26 Een energiedoorbraak bij het lokale gebouwenpatrimonium? Een krachtige kopgroep van gemeenten bouwt zo energiezuinig mogelijk, het peloton stelt zich behoudend op: E-60 vinden ze al heel mooi. 31 Praktijk in Sint-Niklaas – Licht in de dojo 32 Het Covenant of Mayors leeft en is een opstap naar Europese projecten 36 Slimme meters vergen eerst slim beleid 38 ICT wordt groener

VVSG-bestuur Luc Martens, voorzitter Sabine Van Dooren, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s

48 Duwolim: goedkope lening voor energiebesparende investering

Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG

43

20 Interview – Tom Balthazar en Luc Maes Een gebouw met een dikke frak De Gentse en Beverense schepen volgen in hun energiebeleid twee sporen: rationeel omgaan met het energiegebruik in de eigen organisatie en via premies en sensibilisatie de bevolking aanzetten tot minder energieverbruik.

43 Hoe moet het verder met de straatverlichting? Het gelige licht van de vroegere straatlantarens vinden we niet meer mooi, maar wordt ledverlichting vandaag al maatschappelijk aanvaard?

Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG

18

special energie

Abonnementen Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 VVSG-leden: 80 euro, vanaf 10 ex. 67 euro; niet-leden: 150 euro

Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

20

stefan dewicikere

Redactie Marleen Capelle, Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Bart Van Moerkerke

alex verhoeven

Hoofdredacteur Marlies van Bouwel, marlies.vanbouwel@vvsg.be T 02-211 55 46

5 opinie – Energie, geen probleem maar een kans?

GF

Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 lokaal@vvsg.be www.vvsg.be

46 Zich verplaatsen is netwerken

werkveld 50 De bibliotheek als monument en cultuurbaken 53 Lokale raad – Mag een particuliere organisator van een evenement op het openbaar domein entreegeld vragen? 54 Wervik zet mensen aan het werk

geregeld 41 wetmatig – berichten 46 agenda – studiedagen, opleidingen en evenementen 47 column – Pieter Bos

Op de cover In het Gentse Zondernaampark schijnt de zon gratis door de bomen. Foto: Bart Lasuy.

Lokaal wordt gedrukt op Circle Silk, een 100% gerecycleerd papier.

Lokaal I 16 september 2011 I 3


Verkrijgbaar vanaf 06/10 Inbegrepen in de VVSG-Studiedag

PRAKTIJKGIDS

CAMERATOEZICHT De afgelopen jaren zetten steeds meer lokale besturen bewakingscamera’s in tegen criminaliteit en overlast. Zo goed als alle gemeenten hebben er tegenwoordig wel eentje hangen in de sporthal, aan het jeugdhuis, bij het gemeentehuis, het rusthuis, het containerpark of in de stationsbuurt. Maar ook op openbare pleinen en in parken wordt steeds meer gebruik gemaakt van permanent cameratoezicht. Het inzetten van camera’s roept echter heel wat vragen op: Staat de privacy van de burger op losse schroeven? Moet de uitgaansbuurt onder toezicht komen? Zijn er alternatieven om sluikstorten tegen te gaan? Bekijkt om het even wie continu de beelden? Wat gedaan indien er toch een misdrijf vastgesteld wordt? Kan je overal en altijd gefilmd worden? Welke evaluaties bestaan er en wat zijn de effecten? Waar dien je een klacht in en kan je bestraft worden? Welke stem heeft het raadslid en het bestuur? Dit handboek maakt u wegwijs doorheen de privacybeginselen en het kluwen aan wetgeving dat het publieke cameragebruik beheerst. Daarnaast krijgt u in dit handboek een overzicht van veelvoorkomende vragen en antwoorden, interessante visies uit rechtspraak en rechtsleer en diverse voorbeelden en modellen van adviezen en raadsbesluiten. Maar we zoomen ook in op 10 knelpunten en de toekomstige ontwikkelingen inzake cameratoezicht, zodat u er zelf ook beter zicht op krijgt.

INHOUDSTAFEL Titel I Titel II

Cameratoezicht in 20 vragen Digitaal toezicht als beleidsinstrument Titel III 5 tendensen in publiek cameratoezicht Titel IV Doelstellingen van het cameratoezicht Titel V Primair: de Camerawet Titel VI Secundair: de Privacywet Titel VII Tertiair: bijzondere camerawetgeving Titel VIII Politioneel gebruik van cameratoezicht Titel IX Integratie en samenwerking in publiek cameratoezicht Titel X Cameratoezicht in beeld Titel XI Stappenplan voor het invoeren van cameratoezicht Titel XII Richtlijnen voor lokale adviesverlening Titel XIII Rechtspraak cameratoezicht Titel XIV FAQ Cameratoezicht Titel XV Schema’s en modellen

BESTELKAART Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be

Ja, ik bestel … ex. van de PRAKTIJKGIDS CAMERATOEZICHT, prijs VVSG-leden Ð 49, niet-leden Ð 59* Bestuur/Organisatie: ............................................................................. Lid VVSG Ja ❑ Nee ❑ Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. Tel. : .................................................................................................................................................... Adres: ................................................................................................................................................. BTW: ................................................................................................................................................... * De ‘Praktijkgids cameratoezicht’ is een losbladige uitgave van de VVSG en Politeia en wordt meermaals per jaar aangevuld. Bestellen kan op www.politeia.be, door te mailen naar info@politeia.be of te faxen naar 02 289 26 19. De prijs bedraagt 49 euro, niet VVSG-leden betalen 59 euro. De bijwerkingen worden u automatisch toegestuurd aan 0,49 euro per pagina en de cd-rom update aan 29 euro/cd tot schriftelijke wederopzegging. Deze prijzen zijn inclusief btw maar exclusief verzendkosten. Prijzen geldig tot 31/12/2011. Check voor actuele prijzen steeds onze website www.politeia.be. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.

Datum en handtekening


kort lokaal opinie

Energie, geen probleem maar een kans?

O

lie en gas worden almaar duurder. Tegelijk tekent de klimaatverandering zich af. De Europese Unie jaagt aan tot duurzamer beleid: minder CO2-uitstoot, meer hernieuwbare energie, meer energie-efficiëntie en verplicht energieneutrale gebouwen voor de overheid vanaf 2019. De bewustwording groeit. Enkele lokale besturen nemen het voortouw met vernieuwende bouw- of renovatieprojecten. Verscheidene andere projecten staan op stapel, die in vergelijking met klassieke werkwijzen de komende jaren een krachtige vooruitgang zullen betekenen. Nieuwe formules van energiedienstverlening aan lokale besturen rechtvaardigen de hoop op een stroomversnelling. Naast het gebouwenpark nemen lokale besturen ontelbaar veel andere acties. Enkele steden zetten een stap verder en ondertekenden het Europese BurgemeestersconLokale besturen nemen venant. Maar zij vragen samenwerking van ontelbaar veel acties. de Vlaamse overheid bij de uitvoering van het engagement. Ook in de recente VVSGenquête over het milieuconvenant stipten meer dan 450 ambtenaren en mandatarissen energiemaatregelen aan als één van de topprioriteiten voor verdere ondersteuning van gemeenten door de Vlaamse overheid. Intussen wordt voor almaar meer mensen de energiefactuur een strop. De OCMW’s komen financieel tussen, doen aan schuldhulpverlening. Maar ‘factuurhulp’ is dikwijls een druppel op een hete plaat. Huurders van slechte, niet-geïsoleerde woningen ontberen de middelen om hun woning grondig te verbeteren, zelfs de aankoop van nieuwe, energiezuinige huishoudtoestellen is een drempel. Het Fonds voor de Reductie van de Globale Energiekost (FRGE) geeft lokale besturen de kans om duurzaam in te grijpen in de staat van woningen. 193 Vlaamse gemeenten doen al mee. Energie hoeft geen ‘lastige post’ te zijn, veeleer een kans tot comfortverhoging, slimme besparingen op lange termijn, milieubescherming en een innovatieve economie. Laten Vlaanderen en de lokale besturen de handen in elkaar slaan om dat op het terrein gerealiseerd te krijgen. Met de Energiedag van 26 oktober wil de VVSG u alvast inspiratie aanreiken.

Mark Suykens is directeur van de VVSG

Lokaal I 16 september 2011 I 5


kort lokaal nieuws

Voeding in woonzorgcentra vergt multidisciplinaire inzet

Ondervoede bewoners hebben vaak cognitieve problemen, slikproblemen, decubituswonden of een recente ziekenhuisopname achter de rug. De onderzoekers formuleren aanbevelingen voor woonzorgcentra om de voedingszorg te verbeteren. In de eerste plaats is een aangepaste begeleiding tijdens de maaltijd nodig. Daarnaast heeft de aanduiding van een voedingsverantwoordelijke belangrijke gunstige effecten. Deze zal het hele team sensibiliseren om meer aandacht voor voeding te hebben en de kennis bij de hele personeelsgroep vergroten. Voeding is zo essentieel in de zorg voor bewoners dat ze niet mag worden beperkt tot louter hoteldienst: de onderzoekers pleiten dan ook voor een multidisciplinaire benadering van voeding. Ze openen, zonder deze overigens te beslechten, ook de discussie of het uitbesteden van voeding aan cateringbedrijven de keuzemogelijkheden en de voeding op maat niet negatief beïnvloedt. Animatiewerking krijgt een pluim. Een screening van de voedingstoestand van de bewo-

layla aerts

Bijna 25% van de bewoners van woonzorgcentra is ondervoed en 38% heeft een risico op ondervoeding, zo blijkt uit een steekproef van universitaire onderzoekers in opdracht van de FOD Volksgezondheid. Een diëtiste of voedingsverpleegkundige in een voorziening is dus geen overbodige luxe.

Een goede ambiance bevordert de eetlust.

ner bij opname en na ziekenhuisopname is ook aangewezen. De onderzoekers raden aan om de familie in te schakelen: die kent de voorkeuren qua voedsel, maar eten in gezelschap van familie blijkt ook de eetlust van de bewoner aan te scherpen. Een goede ambiance blijkt eetlustbevorderend. elke vastiau

Screeningsmodellen: www.best.ugent.be Het volledige onderzoek, de conclusies en aanbevelingen: www.health.belgium.be, zoek op Screening en evaluatie van de voedingstoestand van ROB RVT bewoners

layla aerts

Zitdagen studietoelagen Ook dit jaar organiseert de afdeling Studietoelagen van het departement Onderwijs zitdagen in een aantal gemeenten. Op de website staat een overzicht van het aanbod. Daarnaast loopt het project DAFintermediairs waarbij OCMW’s aanvragen voor een school- en studietoelage digitaal kunnen indienen voor hun cliënten. Ook de stand van zaken van deze dossiers kunnen ze opvolgen. Vorig schooljaar was dit een pilotproject, dit schooljaar wordt het aanbod opengetrokken naar alle geïnteresseerde OCMW’s. nathalie debast

www.ond.vlaanderen.be/studietoelagen/dafintermediair/

Tot 26 september: Projecten Buiten Gewone Buurt 2011 De Koning Boudewijnstichting ondersteunt bewoners die een concreet project willen realiseren voor hun buurt, wijk of dorp. Ook verenigingen en organisaties kunnen meedoen. De nadruk ligt op de participatie van bewoners en in het bijzonder op zij die voor het eerst meedingen. Belangrijke aspecten zijn solidariteit, uitwisseling tussen diverse groepen bewoners, bescherming van de leefomgeving en (her)aanleg van de publieke ruimte. Een kandidaatsdossier indienen kan tot 26 september. www.kbs-frb.be

6 I 16 september 2011 I Lokaal


print & web

Artikel 107 brengt juiste zorg op de juiste plaats De geestelijke gezondheidszorg is momenteel volop in beweging. Artikel 107 van de ziekenhuiswet biedt de mogelijkheid om financiële middelen in het ziekenhuis of de geestelijke gezondheid in te zetten in andere aangepaste hulp zoals intensieve ambulante hulp aan huis. Met artikel 107 wil de federale overheid de ontwikkeling van alternatieve zorgvormen die vertrekken vanuit een zorgcircuit en netwerkgedachte stimuleren. Zo kunnen mensen voor hun behoeften en zorgvragen thuis blijven en hun eigen sociale contacten behouden. De opzet van een laagdrempelige eerstelijnshulp moet de geestelijke gezondheidszorg ook toegankelijker maken. Aan de ontwikkeling van een artikel 107-project moeten alle betrokkenen (dus ook OCMW’s en gemeenten) binnen een bepaald werkingsgebied meewerken. Ze werken samen strategieën uit die een oplossing bieden voor alle geestelijke gezondheidszorgbehoeften bij de bevolking in hun regio. Enkele minimale functies moeten altijd worden ingevuld, zoals Functie 1: activiteiten betreffende preventie en promotie van GGZ, vroege detectie, screening en diagnosestelling; Functie 2: ambulante intensieve behandelteams aan huis voor zowel acute als chronische psychische problemen;

Functie 3: rehabilitatieteams die werken aan herstel en sociale inclusie; Functie 4: intensieve residentiële behandelunits voor zowel acute als chronische psychische problemen wanneer een opname noodzakelijk is in een algemeen of psychiatrisch ziekenhuis; en Functie 5: specifieke woonvormen waarin zorg kan worden aangeboden indien het thuismilieu of het thuisvervangende milieu hiertoe niet in staat is, zoals beschut wonen, psychiatrische verzorgingstehuizen of samenwerking met socialehuisvestingsmaatschappijen. Als eerstelijnsdienst heeft bijna elk OCMW dagelijks met cliënten met psychische problemen te maken. De uitdaging luidt: waar worden de vrijgekomen middelen ingezet, hoe moet die hulp worden georganiseerd en aangeboden? En, vooral voor de OCMW’s zeer belangrijk, hoe zal dit alles zich verhouden tot de bestaande reguliere diensten die de cliënt (en zijn omgeving) ondersteunen? sabine van cauwenberge

2,07 ton CO2 is het belangrijkste broeikasgas. Allerlei beleidsmaatregelen trachten de uitstoot van CO2 te beperken. In dit stukje bekijken we de uitstoot als gevolg van verwarming van de huishoudens. Voor Vlaanderen is de uitstoot 2,07 ton per inwoner (2008). Er zijn vrij grote verschillen tussen de Vlaamse gemeenten. Elke inwoner van Lint stoot elk jaar 1,39 ton CO2 uit voor verwarming. In Bredene, De Haan en Middelkerke is de uitstoot per inwoner meer dan 4 ton. En in Tervuren, waarvan we in de vorige editie ten onrechte schreven dat er taalfaciliteiten van kracht zijn, wordt gemiddeld 1,91 ton CO2 uitgestoten. www.lokalestatistieken.be

Kunsten en Erfgoed: online jaarverslag Voortaan kan het jaarverslag van Kunsten en Erfgoed online geconsulteerd worden via een nieuwe website. Het jaarverslag 2010 kan ook op maat samengesteld worden via een tabblad PDF Download, waar men de gewenste hoofdstukken kan bundelen. Bepaalde beleidsthema’s als immaterieel cultureel erfgoed of ‘topstukken’ worden door middel van aparte artikels in de kijker gezet. De website bevat daarnaast ook links naar eerder verschenen jaarverslagen. www.kunstenenerfgoedjaarverslag.be

Openbaarheid van bestuur Dit boek behandelt de dagelijkse werking en toepassing van het Decreet op de actieve en passieve openbaarheid van bestuur bij de Vlaamse instanties. Op een praktische en heldere manier wordt besproken welke documenten kunnen worden opgevraagd, welke uitzonderingen er gelden en welke procedure men moet volgen. Talrijke recente praktijkvoorbeelden werden opgenomen, waarbij de beslissingen van de beroepsinstantie en de arresten van de Raad van State thematisch worden ontsloten. Daardoor krijgt men een duidelijk beeld van de manier waarop het Openbaarheidsdecreet wordt geïnterpreteerd en toegepast. Ook de resultaten van het evaluatieverslag van 2009 zitten in het boek verwerkt. R. Tijs, Openbaarheid van bestuur. De werking van het Vlaams Openbaarheidsdecreet in de bestuurspraktijk. Uitgeverij Larcier, Gent, 63 i.p.v. 70 euro. herman.verleyen@larcier.be, T 09-269 97 96

Lokaal I 16 september 2011 I 7


kort lokaal nieuws

VDAB en CAW werken met werkzoekenden in armoede In een project van het Europees Sociaal Fonds Vlaanderen (ESF) zochten de VDAB van Antwerpen en CAW Metropool een specifieke manier om met werkzoekenden in armoede aan de slag te gaan. Het werd een integrale en krachtgerichte begeleiding naar de arbeidsmarkt, met aandacht voor welzijn, gezondheid en huisvesting. Uit de armoedebarometer 2011 van de Decenniumdoelen 2017 blijkt dat op de arbeidsmarkt vooral kansengroepen klappen krijgen. Laaggeschoolden, jongeren en ouderen werden als eersten door de crisis getroffen. Ze zullen ook de laatsten zijn die weer werk vinden. Veel gezinnen kunnen nog moeilijk rondkomen en wachten lang om gezondheidszorg te zoeken. Arbeidsparticipatie is een belangrijke hefboom in de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting, maar alleen als het werk duurzaam is en een volwaardig inkomen oplevert. De koppeling van werk en welzijn is meer dan een optelsom. Dat is het vertrekpunt van de W2-aanpak voor het project ‘Krachtgerichte, integrale trajectbegeleiding voor werkzoekenden in armoede’. De werk-welzijnsconsulent ankert en schakelt naar de correcte hulp- en/of dienstverlening. Waar nodig neemt hij eerstelijnswerk op. Het welzijnsnetwerk dat zich rond de werkzoekende in armoede heeft uitgetekend wordt in kaart gebracht. Het is krachtgericht en participatief omdat wordt ingespeeld op de interesses en competenties van de werkzoekende, maar met de ultieme focus op tewerkstelling en/of competentieversterking. De ankerfiguur (vertrouwenspersoon) begeleidt de werkzoekende op het vlak van

welzijn en werk. Ze gaat op zoek naar de dromen, verwachtingen en competenties van mensen. Ze houdt ook rekening met de gezinscontext en heeft dus ook aandacht voor sociale relaties en hulpbronnen. Voor iedere fase in dit proces werden instrumenten ontwikkeld. Een goed voorbeeld zijn de W2-cirkels. Deze meten de mate waarin mensen vooruitgang boeken op verschillende levensgebieden, zowel wat de binnenkant als wat buitenkant van armoede betreft. De buitenkant verwijst naar elementen als administratief in orde zijn, opleidingsniveau of huisvesting. De binnenkant gaat over zich gewaardeerd voelen, zicht op de eigen talenten of controle over het eigen leven hebben.

Sociale rechtvaardigheid De burger in armoede moet competenties en capaciteiten kunnen verwerven en ontwikkelen. Niet omdat er een dreigend tekort is aan arbeidskrachten maar vanuit een visie op sociale rechtvaardigheid. Iedere burger moet volgens zijn mogelijkheden en talenten kansen krijgen op volwaardig burgerschap en participatie aan de samenleving. Het fundamentele basisvertrouwen dat de relatie tussen de hulpvrager en de hulp- en dienstverlener moet kenmerken, moet ook tussen hulp- en dienstverleners bestaan. Naast empowerment van de burger is dus ook het toegankelijk maken van de nodige hulp- en steunbronnen een wezenlijk onderdeel van armoedebestrijding. We zullen ons dus moeten afvragen welke structurele en organisatorische voorwaarden vervuld moeten zijn om de geïntegreerde werk-welzijnstrajecten te realiseren. ann verboven is expert arbeidsbemiddeling en

aandachtsambtenaar armoede bij de VDAB

In het handboek Werk en Welzijn verankerd worden de contouren van deze werkwijze met de mogelijke instrumenten geschetst. Het handboek kunt u bestellen door 15 euro over te schrijven op 435-4508711-37 met als mededeling: Werk & welzijn verankerd + naam. De VVSG en de VDAB organiseren in de loop van oktober per provincie studieochtenden om dieper in te gaan op de handvatten die het onderzoek hanteert en op de achterliggende theorieën. In interactieve sessies bekijken we hoe lokale besturen kunnen bijdragen tot het verbindend, versterkend werken met de burger, en andere dienst- en/of hulpverleningsorganisaties. www.vvsg.be, kalender

Tot 30 september: Armoedeprojecten Het Armoedefonds ondersteunt projecten die de armoede in België in al haar facetten en op vele domeinen bestrijden. Projecten van verenigingen en instellingen die aansluiten op een lokale dynamiek van solidariteit en dialoog met mensen in armoede, komen in aanmerking. Een geselecteerd project ontvangt maximaal 12.500 euro. Voor de herfstselectie kunt u kandideren tot 30 september. www.kbs-frb.be

8 I 16 september 2011 I Lokaal


print & web

Sociaal handhavingsrecht

Zet burgers centraal bij de Dag van de Klant op 24 september Als lokaal bestuur bent u dagelijks in de weer om uw burgers de best mogelijke dienstverlening aan te bieden. U verzorgt uw communicatie, heeft oog voor de fysieke toegankelijkheid van uw loketten en zet in op een klantvriendelijk onthaal. Misschien heeft u nog enkele verbeteracties in uw achterhoofd. De Dag van de Klant biedt een ideale gelegenheid om acties op het gebied van klantvriendelijkheid en toegankelijke dienstverlening te realiseren. Op zaterdag 24 september organiseert Unizo voor de 24ste maal de Dag van de Klant. Naar aanleiding van deze dag lanceerden het OCMW en het gemeentebestuur van Arendonk vorig jaar het ‘charter toegankelijke dienstverlening’. Deze toegankelijkheidsprincipes kunt u in acties omzetten: herbekijk uw openingsuren, neem uw communicatiekanalen onder de loep of stuur uw onthaalpersoneel op vorming. peter sels en joke van reppelen

Tips: ‘Quickwins voor meer toegankelijkheid’ op www.vvsg.be Voor screening van de toegankelijkheid van uw dienstverlening: ‘toegankelijkheidsscan’ op www.vvsg.be

Vrachtroutenetwerk: enquête bij de gemeenten

layla aerts

Tegen eind september zal elke provincie over een provinciaal vrachtroutenetwerk beschikken. De netwerken zullen vervolgens verfijnd worden in 26 kleinere regio’s, telkens in overleg met alle partners, waaronder de gemeenten. Om dit zo vlot mogelijk te doen verlopen, organiseert de Vlaamse overheid een enquête bij de gemeenten. De helft van de gemeenten heeft die al ingevuld. We raden de andere helft aan dit alsnog te doen, zodat maximaal rekening kan worden gehouden met de bekommernissen uit hun gemeente. erwin debruyne

Tot 30 september: Projecten minderjarige nieuwkomers en vrije tijd Met de projectoproep Minderjarige nieuwkomers en vrije tijd wil Vlaanderen, met steun van het Europese Integratiefonds, de participatie van minderjarige nieuwkomers aan vrijetijdsinitiatieven verhogen en zo hun integratie in de samenleving bevorderen. De oproep richt zich tot projecten die experimentele acties opzetten om nieuwkomers naar het vrijetijdsaanbod te leiden en/of het voor hen toegankelijk te maken. Bovendien moet elk project een netwerk inrichten van lokale organisaties die zich richten naar de doelgroep en van organisaties die vrijetijdsactiviteiten aanbieden. www.sociaalcultureel.be

De wetgever hanteert een arsenaal aan sancties met het oog op de handhaving van de sociale wetgeving. Deze uitgave behandelt het sociaal strafrecht en de administratieve sancties in het sociaal recht. In afzonderlijke hoofdstukken bespreken experts de volgende thema’s: sociaalrechtelijke misdrijven en hun strafbaarstelling; sociaalrechtelijk daderschap en aansprakelijkheid; bestraffingsmogelijkheden in het sociaal recht; de opsporing van sociaalrechtelijke misdrijven; uitoefening van de strafvordering en de weerslag daarvan op de burgerlijke vordering naar aanleiding van sociaalrechtelijke misdrijven; en administratieve geldboetes en rechtshandhaving. Guido Van Limbergen (red.), Sociaal handhavingsrecht. Uitgeverij Maklu, Antwerpen – Apeldoorn, 69,50 euro

De wereld draait ook zonder mij: straathoekwerk en eenzaamheid Het Vlaams Straathoekwerk Overleg, een deelwerking van het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, maakte een dossier op over eenzaamheid. Straathoekwerkers getuigen veel over vereenzaamde mensen. Drie experts leverden in opdracht van het Straathoekwerk Overleg een bijdrage rond het thema eenzaamheid. Zij doen daarbij een aantal beleidsaanbevelingen met speciale aandacht voor het lokale niveau. Omdat het merendeel van de straathoekwerkers in dienst is van gemeenten, is de publicatie zeker relevant voor lokale besturen en mandatarissen. U kunt de publicatie downloaden via www.straathoekwerk.be, knop Publicaties

Lokaal I 16 september 2011 I 9


kort lokaal perspiraat

“Als de Vlaamse regering doorgaat met haar voornemen om 90 miljoen euro van de geïnde verkeersbelasting te gaan verdelen op basis van het aantal inwoners in zijn 308 gemeenten, betekent dit een verlies van 1 miljoen euro voor de 44 Limburgse gemeentebesturen.” Burgemeester Theo Schuurmans van Hamont-Achel (CD&V) – Het Belang van Limburg 5/9 “Het toenemende aantal leefloners met een speciaal verblijfsstatuut kost handenvol geld en vereist steeds meer personeel. Mensen die een leefloon nodig hebben, moeten dat krijgen ongeacht hun afkomst of nationaliteit. Maar voor de aanpak van uitwassen en misbruiken is een ander en strenger migratiebeleid nodig.” Antwerps OCMW-ondervoorzitter Marco Laenen (Open VLD) – Gazet van Antwerpen 3/9 “Een boom is emotie, zeker in de stad. Als er een oude boom gekapt wordt, zijn er bijna altijd protestacties. Maar mensen zijn daar ook heel dubbel in. Iedereen houdt van bomen, tot de overheid een boom voor hun deur plant. Hoeveel klachten stadsbesturen krijgen over bomen, dat grenst werkelijk aan het ongelooflijke. Omdat hij blaadjes verliest, in de weg staat van de zonnepanelen, het uitzicht belemmert, vuil is, enzovoort.” Bomenkenner Paul Geerts – Knack 31/8 “Volgens de laatste gegevens die ik krijg, hebben alle schoolkinderen een plaatsje gevonden. Wat de steden aan extra middelen gevraagd hebben, hebben we hen gegeven. Als ze nog problemen hebben, kunnen ze het niet aan de Vlaamse overheid verwijten.” Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A) – De Standaard 31/8

10 I 16 september 2011 I Lokaal

Dicht de digitale kloof Het concept van de Digitale Week slaat aan. De eerste editie in 2006 telde vijftig activiteiten, in 2009 waren er driehonderd activiteiten, waarna het aantal activiteiten in 2010 nog eens verdubbelde. Ondertussen vond in 2011 de zesde editie plaats met meer dan duizend activiteiten waaraan bijna 15.000 mensen deelnamen. De digitale kloof duidt op het verschil tussen mensen die in staat zijn gebruik te maken van nieuwe media en mensen die dat niet kunnen. Digitale vaardigheden zijn immers noodzakelijk geworden om volwaardig aan de maatschappij te participeren. Daarom wordt er ook steeds vaker gesproken van ‘einclusie’. De digitale kloof gaat niet alleen over toegang tot multimedia, maar ook over vaardig, gediversifieerd en bewust gebruik van digitale media. De digitalisering van de maatschappij versterkt de bestaande uitsluitingsmechanismen en creëert er nieuwe. De digitale kloof is niet langer enkel een probleem van armen, ouderen, allochtonen en huisvrouwen. Ook bij bijvoorbeeld jongeren en de actieve beroepsbevolking kan er sprake zijn van digitale uitsluiting. De Digitale Week, een initiatief van LINC vzw, wil de digitale kloof in Vlaanderen overbruggen door de krachten van alle einclusiespelers te bundelen. Tijdens de Digitale Week organiseren gemeentebesturen, OCMW’s, bibliotheken en verenigingen in heel Vlaanderen activiteiten over multimedia. Door bestaande initiatieven samen te brengen en te ondersteunen, bijvoorbeeld via gezamenlijke promotie, kan het gemeentebestuur een belangrijke impuls geven

GF

“We zouden wel gek zijn om van bank te veranderen. Nergens is het geld goedkoper dan bij Dexia.” De woordvoerster van een Amerikaans gemeentebestuur dat klant is bij Dexia, nadat Dexia een aantal van haar goedkoop lenende Amerikaanse klanten wou doen uitkijken naar een andere bank – De Tijd 31/8

Om aan de maatschappij te participeren moet je over digitale vaardigheden beschikken.

aan de Digitale Week in zijn gebied en aan de e-inclusiewerking het hele jaar door. De contacten tussen de verschillende spelers in een gemeente tijdens de Digitale Week leiden namelijk tot samenwerkingsverbanden die vaak ook na de Digitale Week blijven bestaan. De burgers worden zich bovendien beter bewust van het aanbod in de gemeente en de deelnemende organisaties rapporteren ook na de Digitale Week extra bezoekers. herman callens

De Digitale Week 2012 vindt plaats van zaterdag 21 april tot en met vrijdag 27 april 2012 en is een initiatief van LINC vzw. Op www.digitaleweek.be staat informatie over de week maar ook over de provinciale informatiemomenten die nu in september en oktober worden georganiseerd.

Onderhoud gewestwegen: AWV licht procedure toe Onlangs is er (media)deining ontstaan over het onderhoud van de gewestwegen in Mechelen. Tijdens een daarop volgende overlegvergadering deed AWV zijn klachtenprocedure uit de doeken: AWV is dag en nacht bereikbaar, bij vermoeden van onveiligheid is een medewerker of een aannemer binnen drie uur ter plaatse. Er zijn verschillende manieren om klachten door te geven, maar de efficiëntste is via het klachtenopvolgsysteem van AWV op www.meldpuntwegen.be. AWV zal die procedure voor meldingen ook toelichten in het periodiek overleg met alle gemeenten uit het district Puurs (waar ook Mechelen toe behoort). Deze informatie is uiteraard ook nuttig voor alle andere gemeenten. Daarom heeft AWV de klachten- en opvolgprocedure op zijn website in een document gegoten. erwin debruyne


GF

nieuws

Leuven hoopt Indische investeerders aan te trekken om structureel samen te werken.

Top EuroIndia voor slimme, duurzame en vernieuwende steden Na de succesvolle edities van Goa (India), Valladolid (Spanje) en Halle (Duitsland) is op 13 en 14 oktober Leuven gaststad van de Vijfde EuroIndia Top met focus op Europese en Indiase steden. De top heeft als titel ‘Smart, sustainable and innovative cities’ en wordt georganiseerd door het EuroIndia Centre, de Indiase kamer van koophandel (ICC), de stad Leuven samen met de KULeuven en het nano-elektronicacentrum IMEC. Leuven werd in 2010 als eerste (en voorlopig enige) Belgische stad lid van het EuroIndia Centre. In 2010 ontving het een belangrijke Indiase delegatie en in 2011 onderschreef het samen met de KULeuven een akkoord met het EuroIndia Centre om structurele samenwerking op te zetten op gebied van cultuur, universiteit en economie. Voor Leuven is de organisatie van de top een stap naar structurele samenwerking. Tijdens de top behandelen verschillende workshops de drie hoofdthema’s. Smart: hoe kunnen informatie- en biotechnologie steden via kennis-hubs helpen hun dienstverlening in gezondheidszorg te verbeteren?

Sustainable: hoe kunnen slimme netwerken, energie-efficiëntie in gebouwen en waterbeheer bijdragen tot een duurzaam energiebeheer? Innovative: hoe kunnen steden vernieuwing inzetten in stadsplanning terwijl er aandacht blijft voor erfgoed en betaalbare woningen? Daarnaast komt sociale economie expliciet aan bod in het kader van inclusieve groei. In Leuven zal voor het eerst de EuroIndia Environmentally Sustainable City Award (ESCA) worden toegekend aan één Indiase en één Europese stad.

Tot 15 oktober: Projecten voor duurzaam woon-werkverkeer Het Pendelfonds subsidieert projecten die het aantal autoverplaatsingen voor woon-werkverkeer verminderen. In aanmerking komen onder meer het inleggen van een pendeldienst naar nabijgelegen openbaar vervoer, het ter beschikking stellen van bedrijfsfietsen of het investeren in nieuwe infrastructuur zoals fietsenstallingen en douches voor de werknemers. Het bedrag van de subsidie is maximaal 50% van de projectkosten en is afhankelijk van de duur van het project met een maximum van vier jaar. Een subsidieaanvraag indienen kan tot 15 oktober. www.pendelfonds.be.

betty de wachter

www.euroindia-leuven.org

nix

Lokaal I 16 september 2011 I 11


bestuurskracht Integratiebeleid

Zeven tips om het samenwerken op het vlak van integratie en achterstelling te doen slagen De toenemende diversiteit van hun bevolking is een grote maatschappelijke uitdaging voor lokale besturen. Gelukkig staan ze niet alleen. Andere overheden en organisaties nemen ook hun verantwoordelijkheid. Maar er zijn zo veel initiatieven dat samenwerken op lokaal vlak niet altijd gemakkelijk is. Sommige organisaties willen wel samenwerken maar ze worden aangestuurd door hogere overheden of overkoepelende structuren. Andere missen misschien de capaciteit om deel uit te maken van een lokaal netwerk. Daar komen voor het lokale bestuur regie en coรถrdinatie op de proppen. Hoe gaat een bestuur hier het best mee om? Lokaal distilleerde enkele succesfactoren uit goed werkende samenwerkingsinitiatieven op het vlak van diversiteit in onder meer Genk, Mechelen en de Nederlandse gemeente Venlo. tekst lucy vereertbrugghen beeld layla aerts

12 I 16 september 2011 I Lokaal


1

2

Verzamel relevante informatie.

Een goed project staat of valt met een goede analyse. Besteed daarom voldoende aandacht aan het opsporen van informatie en tendensen, maar verlies u hier ook niet in. Wees pragmatisch, baken af en probeer zo veel mogelijk van bestaande informatie te vertrekken. Interessante informatie kan uit bestaande omgevingsanalyses en uit de cijfers van de gemeentelijke diensten worden gehaald, bij de partners van de samenwerking of bij de doelgroep. Ook bestaande overlegfora of de weerslag van inspraakmomenten kunnen waardevolle informatie opleveren. In Lier nodigt het Diversiteitsforum jaarlijks alle burgers (autochtoon en allochtoon) uit op een avond waarop ze hun hart kunnen luchten over verschillende onderwerpen. Thema’s als werk, school, oud worden komen er uitvoerig ter sprake. De bekommernissen en ideeën van de deelnemers worden aan het bestuur overgemaakt. Later krijgt de bevolking toelichting bij wat er met de aanbevelingen gebeurt.

3

Selecteer de partners voor samenwerking aan de hand van hun inbreng.

De Nederlandse gemeente Venlo zette in 2009 het project Veelkleurige Participatie Venlo op. Bedoeling was meer vrouwelijke nieuwe Nederlanders aan de Venlose samenleving te laten participeren, zodat de integratie van deze vrouwen en hun familie en vrienden wordt bevorderd. Venlo vertrok van een uitgebreide inventaris van alle organisaties met een aanbod voor allochtone vrouwen. Daarna bracht de gemeente in kaart of er nog dingen ontbraken die deze doelgroep nodig heeft om te kunnen participeren. Vervolgens werden bestaande samenwerkingsovereenkomsten en subsidieregelingen opgelijst en geanalyseerd. De convenants werden aangepast om het aanbod beter op elkaar te laten aansluiten en om ontbrekende diensten en producten te ontwikkelen. Zo ontstond een optimale afstemming tussen de organisaties die in Venlo bezig zijn met vrouwelijke nieuwkomers. De unieke samenwerking tussen allerlei organisaties – taalaanbieders, welzijnsstichting, Vluchtelingenwerk, gemeente – was zo succesvol dat de methode werd uitgebreid naar andere beleidsdomeinen waar afstemmingsproblemen tussen verschillende organisaties en de gemeente bestaan. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten nam het model over en promoot het nu in andere gemeenten.

Maak een strategische analyse van uw positie binnen het bestuur.

Het is belangrijk uw positie te bepalen ten aanzien van de organisaties en groepen waarmee u wilt werken. Maar dit geldt ook voor uw positie binnen het bestuur. Kunt u terecht bij collega’s? Werken ze mee omdat ze het project zelf interessant of belangrijk vinden of worden ze hiervoor vrijgesteld en krijgen ze echt de ruimte om volop mee te werken? Uw eigen positie ten aanzien van andere diensten is doorslaggevend voor de manier waarop u kunt samenwerken. In het beste geval krijgt u een mandaat om andere diensten aan te sturen. Integratiemedewerkers hebben dit mandaat zelden. De integratie- of diversiteitsdienst bungelt meestal ergens onderaan in het gemeentelijke organogram. Dit maakt het erg moeilijk om collega’s in andere departementen ertoe aan te zetten hun steentje bij te dragen. Is uw mandaat niet zo duidelijk of wordt uw positie gecontesteerd, dan zult u veel meer tijd moeten steken in overtuigen en bemiddelen om mensen mee te krijgen. Met een duidelijk mandaat kunt u onwillige partners indien nodig dwingen tot samenwerking.

4 Werk met een mandaat.

Een strategische positie binnen het organogram is belangrijk voor uw geloofwaardigheid als trekker. Een verankering in het managementteam opent deuren. Zo maakt de medewerker diversiteit in Halle deel uit van de dienst welzijn. Het diensthoofd welzijn zetelt in het managementteam. Dit leidde onmiddellijk tot meer aandacht voor diversiteit en andere sociale thema’s in het meerjarenplan van de gemeente. Maar het kan ook anders. Als het bestuur met organisatiebreed geformuleerde facilitaire of operationele doelstellingen werkt, kunt u als trekker van een project of beleidsactie ook het mandaat krijgen om andere diensten en departementen te responsabiliseren. In Antwerpen loonde deze aanpak. Om diversiteit als een rode draad doorheen de werking van de stad te laten lopen, is diversiteit als facilitaire doelstelling in de strategische beleidscyclus opgenomen. Alle stadsbedrijven worden aangemoedigd om diversiteit maximaal op te nemen. Daarvoor krijgen ze ook ondersteuning van het Bureau voor Diversiteitsmanagement, een onderdeel van het stadsbedrijf Samen Leven. Het Bureau coördineert en begeleidt stadsbrede diversiteitsprojecten en met elk individueel stadsbedrijf werkt het samen diversiteitstrajecten uit. Het Bureau bekijkt samen met de stadsbedrijven hoe ze diversiteit in hun opdracht kunnen opnemen.

Lokaal I 16 september 2011 I 13


bestuurskracht Integratiebeleid

5 Werk aan draagvlak.

Een goede interne positie is (nog) niet weggelegd voor de meeste integratiemedewerkers of -diensten. Daarom is het belangrijk werk te maken van draagvlak om bestuurders mee te krijgen. Alle partijen in het college moeten minstens op de hoofdlijnen eensgezind zijn om de regie te versterken. In Mechelen gingen ze aan de slag met een visietekst om het college voor een geïntegreerd beleid warm te maken. De integratiemedewerkers spraken in eerste instantie hun eigen departement aan om aan een visie en missie Samenleven in Diversiteit te werken. Via een participatieve gespreksmethodiek konden alle leidinggevenden en stafmedewerkers hun zeg doen. In een tweede fase werden de politici erbij gehaald. Door koppelingen met het bestuursakkoord te maken en gesprekken met de burgemeester en enkele schepenen te voeren werd het politieke draagvlak voor deze tekst versterkt. Uiteindelijk keurde het voltallige college de visie en missieverklaring goed. Vervolgens ging de dienst met deze visietekst aan de slag om andere departementen te sensibiliseren. De medewerkers startten trajectbegeleiding met de diensten preventie, jeugd, onderwijsondersteuning, burgerzaken en de stafdienst interne veiligheid om de aandacht voor diversiteit in hun werking te integreren.

14 I 16 september 2011 I Lokaal

6 Overtuig door wetenschappelijke informatie, goede praktijken en win-winsituaties.

In de meeste situaties heeft de trekker van een samenwerkingsproject geen echte regisseursfunctie. Hij heeft meestal geen of weinig instrumenten in handen om samenwerking van organisaties en mensen af te dwingen. Aangezien partners niet verplicht zijn om met het lokale bestuur samen te werken, moet het bestuur ze ertoe overtuigen en verleiden. Dit is een tijdsintensief proces, met veel hindernissen op het parcours. Hilde Haerden is directrice van de opvoedingswinkel in Genk. De stad stelde haar ter beschikking voor deze taak. Zij ondervond dat wetenschappelijk onderbouwde argumenten, goede praktijken en streven naar win-winsituaties van doorslaggevend belang waren om het project Instapje te doen slagen. Instapje is een voorschools project. Kinderen tussen 1 en 2,5 jaar uit laagopgeleide, maatschappelijk kwetsbare gezinnen kunnen dankzij dit project hun slaagkansen in hun schoolloopbaan vergroten. Het project steunt op een breed samenwerkingsverband met partners als het Flankerend Onderwijsbeleid, Kind en Gezin, het Centrum voor Leerlingenbegeleiding, de dienst Sociale Zaken, de Werkwinkel, de provincie Limburg, Interreg SUN, het Nederlands Jeugdinstituut en de Vlaamse overheid (sociale economie). Vóór het project vond een onderzoek plaats, Genk schakelde hier een thesisstudent voor in. De nadruk lag op het wetenschappelijk onderbouwen van enkele goede praktijken. ‘Ondanks het feit dat erg veel gezinnen in Instapje van allochtone afkomst zijn, ligt de nadruk niet louter op taalachterstand of etnische origine,’ zegt Hilde Haerden. ‘Wetenschappelijk onderzoek toonde meermaals aan dat taal alleen nooit het probleem is. Zo hebben anderstalige kinderen van hoogopgeleide ouders geen schoolachterstand. Vooral de sociaal-economische positie van het gezin en de interactie tussen ouder en kind zijn doorslaggevend voor de toekomstige schoolresultaten van het kind. Instapje is ontwikkeld voor gezinnen in potentiële achterstandssituaties met het oog op een verbetering van de onderwijskansen van hun kinderen. De vier voorspellers voor onderwijssucces zijn: emotionele veerkracht, sociale competenties, cognitieve en taalontwikkeling en de ondersteuning door de opvoeder. Om onderwijskansen te vergroten is een aanpak nodig die aan de vier factoren werkt. Dit betekent dat sommige activiteiten van Instapje in de moedertaal plaatsvinden. Ook wordt er met contactmedewerkers van verschillende etnische afkomst gewerkt. Zij gaan op huisbezoek bij de verschillende Genkse gezinnen en winnen snel het vertrouwen omdat ze afkomstig zijn uit de eigen gemeenschap. Hoe taalvaardiger een kind wordt in de moedertaal, hoe sneller en beter het Nederlands leert. Taal is een politiek gevoelige kwestie en dit lag in het begin moeilijk in het bestuur, maar een overtuigende wetenschapper trok de weifelende schepenen over de streep.’ De opvoedingswinkel toonde enerzijds aan dat de uitgangspunten van het project wetenschappelijk zijn, anderzijds kon hij ook het succes van gelijkaardige projecten in andere landen staven. Instapje haalt de mosterd bij de Instap-programma’s van het Nederlands Jeugd Instituut, geïnspireerd door het vroegere Israëlische HIPPYproject . De opvoedingswinkel kon aantonen dat de effectiviteit van die projecten was bewezen. Dit overtuigde de belanghebbende organisaties. Een laatste belangrijk argument voor de hele samenwerking was benadrukken dat iedereen erbij won. Dankzij het brede partnerschap zijn de doorverwijzing en de samenwerking tussen onderwijs en gespecialiseerde hulpverlening erg verbeterd. Alle organisaties winnen bij het vroeg detecteren van problemen en de verbeterde doorverwijzing. Duidelijke afspraken over concrete zaken en de afbakening van de actieradius van elke organisatie maakten de samenwerking en doorverwijzing tot een succes.


lokale raad

Meer weten over samenwerking en regie? De VVSG organiseert in oktober de Ronde Van Vlaanderen. In alle provincies kunt u dan workshops volgen over samenwerking en regie. Politici stellen een goede praktijk voor. Het programma staat op www.vvsg.be (kalender). Op 15 september verscheen ook de gratis VVSG e-publicatie ‘Samenwerking en regie’ op www.vvsg.be, knop sociaal beleid, Etnisch-culturele diversiteit

7 Evalueer en meet.

Door te meten en te evalueren behoudt u de motivatie bij partners. In Antwerpen werden indicatoren aan de doelstellingen gekoppeld. De inspanningen en de resultaten van de verschillende stadsbedrijven worden bijgehouden. Door te meten en te rapporteren analyseert het Bureau de sterktes en zwaktes en wordt er bijgestuurd. In Venlo werd er gemonitord op afspraken tussen de gemeente en de partnerorganisaties en werden de aantallen van de te bereiken doelgroep bijgehouden. De Opvoedingswinkel in Genk ging samen met het Flankerend Onderwijsbeleid nog verder en engageerde de KULeuven voor een effectenonderzoek. De centrale vraag was: versterkt Instapje de startsituatie voor het kind op het ogenblik dat het aan het kleuteronderwijs begint? Het onderzoek stelde vast dat Instapje positieve effecten heeft op de kwaliteit van de moeder-kindinteractie en dit bij álle gezinnen die deelnemen aan het onderzoek. Wat betreft de impact op de cognitieve ontwikkeling van de kinderen bleek Instapje minder succesvol te zijn voor kinderen met een moeder die buiten België is geboren, de zogenaamde nieuwkomers. De opvoedingswinkel buigt zich nu over de vraag hoe hij het programma beter kan afstemmen op de situatie van eerstegeneratiemoeders. Lucy Vereertbrugghen is VVSG-projectmedewerker etnisch-culturele diversiteit

Kan een medewerker van de politie aan politiek doen? In principe kunnen medewerkers van de politie zich geen kandidaat stellen op een kiezerslijst en dus ook geen politiek mandaat uitoefenen. Personeelsleden van de politiediensten worden geacht hun werk zonder vooroordelen en in alle neutraliteit uit te oefenen. Ze moeten te allen tijde aanspreekbaar blijven voor de burger en met een onbevangen blik binnen de samenleving kunnen werken. Om die redenen verbiedt artikel 127 van de Wet op de Geïntegreerde Politie (WGP) dat deze personeelsleden een politiek mandaat uitoefenen of kandideren voor de (gemeenteraads)verkiezingen. In bepaalde gevallen zou er immers een conflict kunnen ontstaan met het gezag dat dit personeelslid moet tonen tegenover de bestuurlijke overheden van de zone, wat een goede politiewerking in het gedrang kan brengen. De wetgever sluit niet uit dat een personeelslid van de politiezone bij een politieke partij aansluit of aan vergaderingen of een (verkiezings)congres deelneemt. Maar in alle gevallen moet een lid van de politie zich dan onthouden van een actieve inbreng. Het mag dergelijke samenkomsten ook niet organiseren. Personeelsleden van de lokale én van de federale politie kunnen dus geen deel uitmaken van de gemeenteraad of de politieraad of tot burgemeester worden verkozen. De vrijheid van meningsuiting wordt onder bovenstaande omstandigheden dus beperkt voor politiepersoneel (artikel 48 en 49 van de EXODUS-wet). Administratief en logistiek personeel bij de politiediensten (CALOG) valt niet onder de regel, het maakt immers geen deel uit van het operationeel kader (OPS). Zowel toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael als zijn Vlaamse collega van Binnenlands Bestuur Marino Keulen meende in het verleden dat het CALOG-personeel zich wel kandidaat mag stellen voor de verkiezingen in om het even welke gemeente, maar dat het enkel een politiek mandaat mag uitoefenen binnen een gemeente die geen deel uitmaakt van de politiezone, ongeacht of dit een eengemeentezone of een meergemeentezone is. Dat laatste zit vervat in artikel 11, eerste lid, 3° van het Gemeentedecreet. Het Provinciedecreet bevat geen gelijkaardige bepaling. Houd er ook rekening mee dat een CALOG-personeelslid van de federale politie zich in elke gemeente kandidaat mag stellen voor een politiek mandaat en dat ook mag uitoefenen. Hier geldt dus geen onverenigbaarheid met het ambt, tenzij er andere onverenigbaarheden tot uiting komen. Wet op Geïntegreerde Politie, artikel 127 en Gemeentedecreet, artikel 11, eerste lid, 3°. Parlementaire vragen: Vraag nr.11710 van D. Claes (Kamer, 17 mei 2006), Vraag nr.3-996 van Y. Buysse (Senaat, 9 februari 2006) en Vraag C309-BIN24 van M. De Meulemeester (Vl.Parl., 4 juli 2006, Inforumnummer 213755).

Mail interessante casussen of vragen over de verkiezingen en de politie of over de verkiezing van politieraden naar tom.deschepper@vvsg.be.

Lokaal I 16 september 2011 I 15


de raad van Tessenderlo

De charme van parket De eerste gemeenteraad na de vakantie is weer even wennen. In Tessenderlo trekken de debatten zich traag op gang, maar er staat dan ook een allegaartje op de agenda: van het parket in het ontmoetingscentrum tot de overkapping van een fietsenstalling of de afschaffing van de gemeentelijke subsidie voor zonnepanelen.

tekst marlies van bouwel beeld stefan dewickere

29 augustus. Vanaf kwart over zeven ’s avonds wandelen de eerste raadsleden over de Markt van Tessenderlo naar het gemeentehuis. In de raadzaal op de eerste verdieping branden al lampen. Voorzitter Herman Geyskens begint traditioneel de zitting met de goedkeuring van het verslag van de vorige zitting. Twee oppositieleden hebben opmerkingen: Linda Vervaeren vindt het agendapunt dat haar fractie Vlaams Belang heeft ingediend, te kort verwoord terug en volgens Stefan Govaerts van CD&V ontbreekt bij punt 10 dat de regeling voor parkeerruimte bij nieuwbouw uitsluitend geldt voor appartementsgebouwen. Herman Geyskens besluit dat iedereen behalve de drie Vlaams Belangleden het verslag goedkeuren. Voor de volgende agendapunten geeft hij telkens meteen het woord aan de schepen die het punt heeft opgesteld. Chris Gaethofs van Open VLD legt de hogere toelagen voor de so-

16 I 16 september 2011 I Lokaal

ciale raad en de seniorenraad uit, waarna ze eenparig worden goedgekeurd, ook al zijn er veel opmerkingen over de werking van de seniorenraad. Beide raden moeten het bestuur advies geven en verenigingen ondersteunen, maar de seniorenraad gebruikt het budget ook om zelf activiteiten te organiseren, waardoor hij op het terrein van de verenigingen komt. Volgens burgemeester Fons Verwimp van SP.A is elke raad vrij om het budget te besteden: ‘De seniorenraad is in de eerste plaats een adviesraad voor alle dossiers die senioren aanbelangen maar hoe ze de subsidies verdelen is een zaak van het dagelijks bestuur. In de seniorenraad bestaat er consensus dat ze ook gezamenlijk een programma willen uitvoeren.’ De praktische opmerking dat de seniorenraad niet op de website vermeld staat, of dat een doorsneevereniging 25 pagina’s moet printen om de sportsteekkaart in te vullen, neemt de burgemeester wel graag mee.

Vlaams Belanglid Willy Van Den Bergh vindt dat de seniorenraad omwille van zijn finale karakter meer recht heeft op betoelaging dan bij wijze van spreken het kleuterzwemmen. ‘Dat is redelijk heftig,’ besluit Herman Geyskens voor hij de goedkeuring van zijn collega’s vraagt. Ook over de handterminal voor de parkeerwachters is er commotie omdat die ene terminal 14.000 euro kost. Volgens burgemeester Verwimp zullen de twee gemeentelijke parkeerwachters hierdoor veel meer op straat kunnen lopen: ‘Nu steken ze veel tijd in de administratieve verwerking op kantoor, dat zal dan automatisch gebeuren. Met die tijdwinst willen we vooral garanderen dat men-

sen maximaal twee uur parkeren in de blauwe zone.’ Ook al kan een goed fototoestel volgens Stefan Govaerts al veel winst opleveren, toch keuren hij en de andere collega’s het punt goed. Van het goedkeuringsbesluit van de rekening van het OCMW in 2009 wordt kennisgenomen, net zoals van de openbare verkoop van hout van het Agentschap Natuur en Bos. Punt 7 is de aanpassing van het subsidiereglement milieuvriendelijke investeringen, zeg maar de afschaffing van de gemeentelijke subsidie voor zonnepanelen. ‘Die subsidie wordt beperkt tot de installaties die er op 1 oktober 2011 zullen zijn,’ zegt schepen Inne Peyl van SPil (het vroegere Spirit). De op-


merking om het bedrag voor te behouden voor andere milieuvriendelijke investeringen, wil Inne Peyl nog bekijken. Volgens Hugo Bertels van CD&V was er op de milieuraad wel een uiteenzetting over de afschaffing maar geen debat of beslissing. Toch weet de burgemeester van de voorzitter van de milieuraad dat er een akkoord was. De oppositie vraagt het verslag van die milieuraad. Voorzitter Geyskens stelt voor dit punt bij handopsteking te stemmen. De meerderheid is voor, CD&V tegen, Vlaams Belang onthoudt zich. Schepen Liliane Moonen van SP.A komt bij de grondgebonden punten in beeld. Voor de aanmaak van een nieuw ruimtelijk uitvoe-

ringsplan zijn er veel vragen, de omwonenden zouden nog niet geïnformeerd zijn over wat ze boven het hoofd hangt. Moonen: ‘We zijn nog niet zo ver, we hebben nog niets om mee naar de mensen te gaan.’ Toch erkent ook de burgemeester het belang van een goed gecommuniceerd verhaal, die communicatie komt ook in het bestek voor de opmaak van het RUP. Bij een van de volgende punten van schepen Moonen zit oppositieraadslid Emiel Meeus van CD&V te rekenen hoeveel de inwoner moet betalen voor de 59 centiare die hij bij wil kopen. Voor voorzitter Geyskens wordt de discussie moeilijker met de minuut: ‘We hebben het moment bereikt dat ik er niet meer aan

uit kan. Ik stel voor dat we dit punt verdagen naar de volgende zitting.’ De bespreking van de volgende punten veroorzaakt weinig animo in de raadzaal, met meer dan twintig mensen in het publiek. Voor de overkapping van de fietsenstalling voor het gemeentelijk personeel komen er tal van voorstellen van de raad: over de mogelijke ligging van de stalling tot oplaadpunten voor elektrische fietsen voor de eigen bevolking en toeristen. Toch wordt het punt niet uitgesteld, iedereen is het erover eens dat de studie op gang mag worden getrokken. Emiel Meeus, zowat de nestor van de raad, reageert opnieuw zeer ad rem als het gaat over de parketvloer van

het ontmoetingscentrum De Kriekel. Voor schepen Willy Wilms van SPiL maakt die vloer de eigenheid van het centrum uit en draagt hij bij tot de gezelligheid. Meeus is het daarmee niet eens, hij is al jaren voorstander van een stenen vloer: ‘Het onderhoud van die vloer heeft al zo dikwijls op de agenda gestaan.’ En hij wijst voorzitter Geyskens als medeschuldige van de parketvloer aan. Die steigert: ‘Ik mag niet deelnemen aan het debat maar wil het goed omschreven zien. Medeverantwoordelijke wil ik zijn, maar het woord schuld hoor ik niet graag.’ De noodhulp voor Oost-Afrika passeert zonder opmerking. De promotiefilm van Tessenderlo lokt dan weer wel wat weerwerk uit, omdat we op een jaar van de volgende verkiezingen staan. Volgens de burgemeester komen er geen politici in voor en gaat de inhoud over Tessenderlo als industriegemeente maar ook als groene gemeente waar het gezellig wonen is. De volgende punten passeren over de hoofden heen, net zoals de lange uiteenzetting van raadslid Maurits Camps van SPiL over het jaarrapport van Infrax. De microfoon laat het afweten en achter me in de zaal begint iedereen te praten. De journalist van Het Belang van Limburg vindt de gemeenteraad in Laakdal interessanter dan die van Tessenderlo: ‘Toch voor ons, journalisten. Hier is het maar mak.’ De gemeenteraad duurt nog geen twee uur, dan volgt de gesloten zitting. Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal

Lokaal I 16 september 2011 I 17


INFRAXBOUWTEAMS Slim bouwen of verbouwen levert je heel wat op. Elke maand een flinke besparing op je energiefactuur bijvoorbeeld. Maar ook een gezonder en comfortabeler huis. De InfraxBouwTeams leren je alles over duurzame materialen en nieuwste technieken. Zo maak je gegarandeerd de beste keuzes bij je bouwproject. Wil je meer weten over bouwstijlen en woonconcepten, dan is er het ‘Programma van de Bouwheer’, een leerrijke inleiding op de InfraxBouwTeams.

EEN INFRAXBOUWTEAM IN JOUW BUURT? BEL ONZE INFOLIJN OP 078 35 30 20 OF KIJK OP WWW.INFRAX.BE


special energie

Antwerpen 26 oktober

Energiedag voor Lokale Besturen Op 26 oktober organiseert de VVSG een Energiedag voor Lokale Besturen. De Energiedag is ook maar zeker niet alleen bedoeld voor technische energiespecialisten. Het Zuinig omspringen met energie programma richt zich bewust ook tot mandatarissen en tot iedereen die op lokaal brengt op ! niveau betrokken is bij aspecten van energiebeleid en energiehuishouding, ook bv. de Investeer in energiezuinige maatregelen voor sociale doelgroepen. toepassingen en win drie keer: • minder energieverbruik,De Energiedag wil de besturen prikkelen en goesting geven om nog beter werk te dus lagere energiefacturen

maken van een duurzaam energiebeleid. Het programma loopt op maat van lokale

• minder CO2-uitstoot, besturen. Met lezingen of panels die de actuele ontwikkelingen uit de doeken doen en dus betere zorg voor het vertalen naar de relevantie voor het lokaal bestuur. Prominent staan de praktijkmarkmilieu

ten in de namiddag, met veel concrete voorbeelden van wat in voortrekkersgemeenten

• erbovenop: een premie voor reeds gerealiseerd is. U kan er face-to-face uw heel concrete vragen direct stellen aan rationeel energiegebruik

tal van deskundigen uit de gemeentelijke praktijk, heel laagdrempelig en interactief. Meer info en inschrijvingen: www.vvsg.be, kalender. Meer info over premies en energiediensten aan lokale besturen? www.eandis.be

Een organisatie van de VVSG, met de steun van haar partners:

Eandis brengt dag en nacht elektriciteit en aardgas tot bij u, thuis of op het werk


special energie

interview Tom Balthazar en Luc Maes

Een gebouw met een dikke frak ‘Energieverspilling is niet enkel een ecologische schande, het brengt veel mensen ook in financiële problemen,’ zegt Gents schepen Tom Balthazar. ‘En dan moet het OCMW soms bijspringen om de factuur te betalen en subsidieert het eigenlijk CO2-uitstoot,’ vult zijn Beverense collega Luc Maes aan. Lokale besturen hebben er dus alle belang bij in te zetten op rationeel energiegebruik, in de eigen organisatie maar ook bij hun bevolking. tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

Het filmpje met Tom Balthazar en Luc Maes vindt u op www.vvsg.be.

T

om Balthazar is de Gentse schepen van Milieu, Stadsontwikkeling en Wonen. Onder de bevoegdheid Milieu valt ook rationeel energiegebruik. Zijn collega Luc Maes uit Beveren heeft Milieu- en Energiebeleid in portefeuille naast onder meer Openbare Werken en Lokale Economie. In hun energiebeleid volgen beide besturen twee sporen: enerzijds rationeel omgaan met het energiegebruik in de eigen organisatie, anderzijds het verminderen van het energieverbruik bij de bevolking, bij de bedrijven en andere doelgroepen via premies, sensibilisatie en begeleiding. Aan Lokaal vertellen ze hoe ze dat concreet doen.

Tom Balthazar: ‘Onze ambities betreffende het rationele gebruik van energie, water en gas door de stad en aanverwante organisaties zoals intercommunales zijn bij het begin van de legislatuur vastgelegd in de RWEG-nota. We hadden toen vooropgesteld jaarlijks één passief gebouw neer te zetten. Onlangs hebben we die ambitie aangescherpt: alle nieuwbouw moet nu passief zijn tenzij dat niet kan door de specificiteit van een gebouw, zoals een loods. Daarnaast is er natuurlijk het enorme probleem van de bestaande gebouwen. Wat gasgebruik betreft, hebben we vooruitgang geboekt. Voor het elektriciteitsge-

20 I 16 september 2011 I Lokaal

bruik hadden we op meer gehoopt. Maar we werken er structureel aan, met een RWEG-werkgroep en -stuurgroep, en een RWEG-coördinator binnen de dienst Facility Management. Daarnaast heeft een stadsorganisatie een belangrijke taak in het stimuleren van rationeel energiegebruik bij de bewoners. Dat doen we met advies, begeleiding, premies. En we hebben samen met het OCMW en Samenlevingsopbouw de vzw REGent opgericht, rationeel energiegebruik Gent, die specifiek werkt voor doelgroepen die het financieel niet breed hebben. Energiescanners en -snoeiers gaan bij die mensen langs om advies te geven over energiebesparende maatregelen en om zelf heel eenvoudige ingrepen uit te voeren. Het probleem van de energieverspilling is niet enkel een ecologische schande, het is voor veel mensen ook een financieel probleem. De grootste uitdaging zijn de huurpanden, omdat het financiële voordeel van energiebesparende maatregelen voor de huurder is terwijl de inspanningen moeten gebeuren door de verhuurder.’ Luc Maes: ‘Je moet de eigenaars ervan zien te overtuigen dat zij er ook voordeel bij hebben, dat hun pand in waarde stijgt. Maar bij sociale kansengroepen is de woningnood natuurlijk zo groot dat kiezen voor een


Luc Maes: ‘Ik begrijp niet waarom er nu nog altijd sociale woningen worden gebouwd die maar net voldoen aan de wettelijke norm.’

Tom Balthazar: ‘Sensibiliseren is veel meer geworden dan folders uitdelen of spreekbeurten geven. Het gaat ook over advies en begeleiding. We hebben bijvoorbeeld een akkoord met de Milieuadvieswinkel over duurzaam bouwadvies.’

Lokaal I 16 september 2011 I 21


special energie

interview Tom Balthazar en Luc Maes

energiezuinige woning helemaal op het achterplan geraakt. Dat is het grote probleem.’ Welke ambities heeft Beveren op het vlak van nieuwbouw? En hoe pakt u het bestaande patrimonium van de stad aan? Luc Maes: ‘De duurzaamheidsambtenaar en de dienst Gebouwen werken samen om in bestaande gebouwen ingrepen te doen die het energieverbruik doen dalen, maar de resultaten zijn vooralsnog beperkt. Vaak worden werken ook niet uitgevoerd omdat er plannen zijn voor een grondige renovatie. Voor nieuwe gebou-

Tom Balthazar: ‘Van het Gravensteen kun je nooit een lage-energiegebouw maken, maar moet je er in de winter nog evenementen organiseren waarvoor je moet verwarmen op kamertemperatuur? Ik vind dat niet.’ wen zijn we zeer ambitieus. Een nieuwe kleuterschool wordt een passiefschool. We zullen onze technische diensten samenbrengen op een nieuwe locatie, op een CO2-neutraal bedrijventerrein. Als het financieel haalbaar is – en die rendabiliteit bekijken we op lange termijn –, dan willen we heel het gebouw CO2neutraal maken. Niet enkel qua elektriciteit zoals de regelgeving het wil, maar ook wat verwarming betreft willen we alles zelf opwekken.’ Wat met historische gebouwen zoals Gent er veel heeft? Tom Balthazar: ‘We hebben gebouwen en monumenten die we onmogelijk op het niveau van de 21ste eeuw kunnen brengen. We moeten afwegen hoe we ze nog willen gebruiken. Van het Gravensteen kun je nooit een lage-energiegebouw maken, het zou ook onverantwoord zijn het te proberen. Maar moet je er in de winter nog evenementen organiseren waarvoor je moet verwarmen op kamertemperatuur? Ik vind dat niet.’ Luc Maes: ‘Ook regelneverij is soms een hinderpaal. Neem het historische Huis Spiers dat we in concessie geven voor horeca-uitbating. Bij de renovatie hebben we gevraagd om dubbel glas te mogen plaatsen. Dat mocht niet, terwijl je het verschil met enkel glas niet kunt zien. Mensen die zoiets beslissen zijn hun maatschappelijke overzicht kwijt, ze kijken alleen naar hun dada.’ Tom Balthazar: ‘Gelukkig komt ook daar stilaan verandering in. In Duitsland, Oostenrijk en Groot-Brit-

22 I 16 september 2011 I Lokaal

tannië bijvoorbeeld wordt grondig nagedacht over het behouden van historische gebouwen in hun globale architecturale waarde terwijl ze toch aangepast worden aan de normen van deze tijd. Het is een kwestie van prioriteiten afwegen, maar men moet toch beseffen dat het beheersen van energiekosten en CO2uitstoot zeer belangrijke waarden zijn die soms eens mee bepalend moeten zijn voor welk deel van erfgoed je bewaart. Als men krampachtig elke verandering wil tegenhouden, zal dat er uiteindelijk toe leiden dat die historische gebouwen niet meer gebruikt worden. En dat heeft ook geen zin.’ Luc Maes: ‘Als ze niet meer gebruikt worden, zal ook de vraag naar het nut van hun instandhouding toenemen. De kans op behoud is het grootst als je die gebouwen een goede bestemming geeft.’ Op welke domeinen kan een lokaal bestuur, behalve in zijn gebouwen, nog energiewinsten boeken? Luc Maes: ‘We proberen ook iets aan het wagenpark te doen. We zijn al een hele tijd afgestapt van dieselwagens. Een probleem zijn de lichte vrachtwagens die je nog nauwelijks in benzinemotoren kunt krijgen, terwijl de manier waarop een gemeente die gebruikt helemaal geen diesel vraagt. Ik dacht een elektrische lichte vrachtwagen gevonden te hebben, maar die is nu gesneuveld op een veiligheidaspect, er zit geen airbag in. We zullen wel twee elektrische personenwagens aankopen. Wat zit er nog in voor de gemeente? De klassiekers natuurlijk zoals de fietsvergoeding voor personeelsleden. Misschien moeten we ook nadenken over de materialen die we gebruiken, bijvoorbeeld in wegenbouw. Dat gebeurt nu nog niet. En ook voeding is een vergeten post.’ Tom Balthazar: ‘Op dat vlak hebben wij met onze Donderdag Veggiedag wel een mentaliteitsverandering op gang gebracht.’ Zijn premies het beste middel om het energieverbruik bij de bevolking te verlagen? Luc Maes: ‘We hebben een vrij uitgebreid premiestelsel. We hebben al een drietal jaar een premie lageenergiewoning van 4000 euro, waar op basis van het inkomen nog 4000 euro kan bijkomen. Onze premie superisolerend dubbel glas hebben we afgeschaft en vervangen door een premie voor driedubbel glas. Vorig jaar hebben we er zo al 175 toegekend, dat loopt snel op. We hebben ook een premie voor geothermische warmtepompen. Die voor zonnepanelen zijn we aan het afbouwen. Naast de premies is sensibilisatie absoluut noodzakelijk. Een belangrijk element daarin is de thermografische kaart die we twee jaar geleden


maakten en in elke deelgemeente hebben voorgesteld, samen goed voor 1200 mensen. Op die informatieavonden bracht ik een presentatie over de mogelijkheden van dakisolatie en vooral over hoe ze goed geplaatst wordt. We geven ook individueel advies aan bouwers en verbouwers zodat ze met meer kennis van zaken met hun architect kunnen spreken. Dat beleid van premies en sensibilisatie werkt, op het vlak van het e-peil van woningen is Beveren een van de best scorende gemeenten in Vlaanderen.’ Tom Balthazar: ‘Wij hebben natuurlijk een gigantisch verouderd woningenbestand in de 19de-eeuwse gordel. In het stadsvernieuwingsproject “Ledeberg leeft” proberen we de kwaliteitsverbetering van de woningen te koppelen aan het energiezuiniger maken ervan, met premies en begeleiding. Sensibiliseren is veel meer geworden dan folders uitdelen of spreekbeurten geven. Het gaat ook over advies en begeleiding. We hebben bijvoorbeeld een akkoord met de Milieuadvieswinkel over duurzaam bouwadvies. Zij gaan bij de mensen aan huis voor advies. Een andere plezante formule zijn de ecobouwpools: aannemers die beslagen zijn in energiezuinig bouwen, instrueren andere aannemers. Hetzelfde gebeurt met doe-het-zelvers die van elkaar leren. Nog een initiatief dat we dit najaar zullen herhalen, is de groepsaankoop dakisolatie. Die levert niet alleen een prijsvoordeel op maar de mensen van de groep wisselen ook kennis uit.’ Gent lanceerde in aanloop naar de Klimaatconferentie van Kopenhagen twee jaar geleden het Gents Klimaatverbond. Wat houdt dat in? Tom Balthazar: ‘Naar het voorbeeld van enkele Duitse steden proberen we de hele lokale gemeenschap – industrie, KMO’s, non-profitorganisaties, de georganiseerde en niet-georganiseerde burgers – te verenigen rond lokale klimaatdoelstellingen zoals de befaamde 20-20-20-doelstelling. De stad is nu bezig met de oprichting van een klimaatteam van zeven specialisten die de verschillende sectoren zullen begeleiden en overtuigen om de transitie te maken. Het is niet de bedoeling voor al die sectoren afzonderlijke doelstellingen te formuleren – voor de industrie bijvoorbeeld is dat niet haalbaar – maar het moet wel mogelijk zijn om binnen elke sector toch enkele koplopers te hebben die de anderen stimuleren en meetrekken. Een van onze vier grote ziekenhuizen gaat richting klimaatneutraliteit. Als het de andere zorginstellingen in de regio kan meekrijgen, is dat formidabel. Hetzelfde kan binnen onderwijs. In de sector cultuur heeft Kunstencentrum Vooruit zichzelf enkele doelstellingen opgelegd. We hopen dat het de rest van de sector meetrekt.’

Mijnheer Maes, u bent ook schepen van Lokale Economie. Is die sector warm te maken voor energiedoelstellingen? En welke rol kan een lokale overheid daarin spelen? Luc Maes: ‘Ondersteund door het Agentschap Ondernemen geven we bijvoorbeeld voorlichtingssessies over energie voor bedrijven. We hebben onlangs ook een budget voor KMO’s vrijgemaakt om hun energie- en milieuvriendelijke bedrijfsinvesteringen te ondersteunen. Het gaat onder meer over geothermische warmtepompen, zonneboilers, elektrische auto’s, energiezuinig bouwen onder de E50. De premie van maximaal 5000 euro per investering zal de beslissing

Luc Maes: ‘Ons beleid van premies en sensibilisatie werkt, op het vlak van het e-peil van woningen is Beveren een van de best scorende gemeenten in Vlaanderen.’

niet beïnvloeden, maar ze is een extra prikkel en een blijk van waardering door de gemeente. Ik merk ook wel een mentaliteitswijziging bij de ondernemers. In Beveren starten binnenkort de werken aan een nieuw zwembad, een PPS-constructie. Ik ben met de investeerders gaan praten over allerlei technieken voor energiebesparing. Vroeger keek de industrie niet verder dan drie tot vijf jaar: als een investering in die periode niet terugverdiend was, werd ze niet gedaan. Nu hebben we voor het zwembad een contract van dertig jaar, de privépartner bouwt het en baat het uit en na dertig jaar komt het naar de gemeente. Voor zijn terugverdientijd rekent de partner ook op die dertig jaar en dat is nieuw. Nogal wat investeringen die vroeger automatisch van de tafel zouden zijn geveegd, worden nu wel gedaan.’ Is alles wat met rationeel energiegebruik te maken heeft niet zeer ingewikkeld aan het worden? Kunt u het als schepen nog allemaal volgen? Tom Balthazar: ‘Ik ben geen ingenieur, ik kan rekenen op goede medewerkers. Maar over complexiteit gesproken, ik sta soms in verwondering te kijken naar de grote verschillen tussen architecten: sommigen zijn op dit gebied echt niet mee met hun tijd, anderen wel. Er is behoefte aan permanente vorming van architecten. Hetzelfde geldt voor aannemers. Nieuw- en verbouwers worden soms nodeloos bang gemaakt voor technieken die wel degelijk goed toe te passen zijn en tot comfortverhoging kunnen leiden. Een duurzame woning is gewoon een aangename woning, dat moet men nog leren.’

Lokaal I 16 september 2011 I 23


special energie

interview Tom Balthazar en Luc Maes

Luc Maes: ‘Je moet het ook op een eenvoudige, weinig technische manier uitleggen. Ik ben nu toevallig voor mijn dochter bezig met de bouw van een energiepositieve woning, een woning die meer energie opbrengt dan ze verbruikt. De ruwbouw is net af en ik heb een openwerfdag georganiseerd. Er kwamen 200 mensen langs. De meeste gebouwen zie je pas als ze af zijn, in de ruwbouwfase zie je dat het alleen maar ingewikkeld lijkt. Het is eigenlijk zeer eenvoudig: de basis is een hele dikke frak rond de woning.’ Tom Balthazar: ‘In Gent zal binnenkort een passief buurtcentrum gebouwd worden. Tijdens de bouw zal het een demonstratiewerf zijn voor professionelen, doe-het-zelvers en alle geïnteresseerden.’ Wat verwachten jullie van Vlaanderen? Luc Maes: ‘Een ander beleid in de sociale woningbouw. Ik was in de vorige legislatuur OCMW-voorzitter. Het OCMW krijgt een pak energiefacturen van kansarme mensen. Het moet die bijpassen want anders zitten die mensen in de kou, maar eigenlijk subsidieert het op die manier CO2-uitstoot. Die middelen kan het toch veel beter investeren in energiezuinige gebouwen die CO2-uitstoot vermijden en de

factuur doen dalen. Ik begrijp niet waarom er nu nog altijd sociale woningen worden gebouwd die maar net voldoen aan de wettelijke norm.’ Tom Balthazar: ‘Minister Van den Bossche heeft aangekondigd die normen te zullen verstrengen. Terecht, want het is echt wel nodig dat socialehuisvestingsmaatschappijen verplicht worden om grondig energiezuinig te bouwen. Bij de maatschappijen is nog een stuk argwaan ten opzichte van lage-energieen zeker passiefbouw. Ik hoor wel eens het argument dat bewoners van sociale woningen hun leefgewoonten niet kunnen aanpassen aan die energiezuinige huizen, maar voorbeelden in het buitenland bewijzen dat het wel kan. Op voorwaarde dat er vorming en begeleiding aan gekoppeld wordt.’ Luc Maes: ‘Een andere taak voor de Vlaamse overheid is het creëren van een goedkoop financieringsfonds voor passiefwoningen zodat de terugverdientijd beperkt wordt. Ook voor gemeentelijke investeringen in energiezuinige gebouwen zou zo’n financieringsfonds meer dan welkom zijn.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

DOE LIEVER IETS ZINVOLS, NEEM EEN KOFFIEPAUZE.

U weet het vast: een koffiepauze is onmisbaar voor het welzijn van uw collega’s. Vandaag, met Puro Fairtrade Coffee, worden koffiepauzes nóg zinvoller. Als u kiest voor Puro koffieautomaten, engageert u zich als gemeentebestuur om, kopje per kopje, bij te dragen tot het verbeteren van de werkomstandigheden van de koffieproducenten in het Zuiden en meteen ook het tropisch regenwoud te beschermen tegen ontbossing. Meer dan 100 gemeenten zijn intussen al “FairTradeGemeente”. Door vanaf nu ook Puro te schenken bent u alvast een goed eind op weg om er ook één te worden. Maak uw koffiepauzes nóg zinvoller en contacteer ons vandaag nog.

INFO: 0800/44 0 88 WWW.ZINVOLLEPAUZE.BE

3205_P_186x130_Lokaal.indd 1

24 I 16 september 2011 I Lokaal

4/22/11 2:36 PM


Ontdek hoe Antwerpen meer doet met minder.

Bezoek het EcoHuis.

thermobeeld tentoonstelling ‘Meer met minder’

De tentoonstelling ‘Meer doen met minder’ over energie, water en materialen Advies over duurzaam bouwen, ecologisch wonen, energie besparen

bezoek GRATIS het EcoHuis Geldig voor twee personen

Van dinsdag tot vrijdag van 9 tot 16.30 uur, donderdag tot 19 uur • elke eerste zaterdag van de maand van 10 tot 16 uur • EcoHuis Antwerpen, Turnhoutsebaan 139 2140 Borgerhout • www.antwerpen.be/ecohuis

V.U. Patricia De Somer, Grote Markt 1, 2000 Antwerpen • C 74237

Bon

De thermografische kaart van het dak van 20 Antwerpse gemeenten

www.antwerpen.be/ecohuis

03 217 08 11


special energie

gebouwen

Een energiedoorbraak bij het lokale gebouwenpatrimonium?

Krachtige kopgroep, behoudend peloton Europa wil vanaf 2019 alle nieuwe overheidsgebouwen ‘bijna energieneutraal’. En ook voor de renovatie van bestaande gebouwen zullen de normen verstrengen. Zijn lokale besturen zich al aan het warmlopen bij hun huidige bouwprojecten? We legden ons oor te luisteren bij enkele gespecialiseerde bureaus. tekst alex verhoeven beeld alex verhoeven

‘Lokale besturen blijken nog altijd in de eerste plaats geïnteresseerd in budgetten,’ zegt Patrick Verdonck van Cenergie. ‘Niettemin zien we de ambities stijgen. Bestekken omschrijven de energie-eisen strikter.’ Meestal is dat een E-peil van 60 à 70. Voor Verdonck een tweesnijdend zwaard: ‘Het is goed dat het bestuur een energie-eis stelt. Maar daardoor is de lat gelegd en kun je niet hoger springen. Vroeger hadden we meer vrijheid en kwam er meer dialoog. Gelukkig werken besturen toch ook almaar meer met varianten. Die laten een opening om zich te onderscheiden met ambitieuzere, creatieve oplossingen, die niet per se duurder zijn. Wij bepleiten dat het bestuur een olympisch minimum oplegt en daarnaast vrijheid biedt voor verdergaande scenario’s, waarover we graag in dialoog gaan.’ Ook een groot deel van de bouwsector moet nog een kennisinhaalslag maken. Patrick Verdonck: ‘Nogal wat lokale besturen blijven terughoudend, dikwijls krijgen ze van hun ontwerper helaas ook de boodschap dat een bepaalde ambitie, zoals passiefbouw, economisch niet zinvol zou zijn. Terwijl vaak het tegendeel waar is.’ Dat hogere energieambities voor architecten en bouwbedrijven meer kennis vergen, klinkt ook door bij Ingenium. Klinkt E60 of E70 niet zo bijster ambitieus, toch zijn veel besturen van oor-

26 I 16 september 2011 I Lokaal

& gfs

deel dat ze dan al verder gaan dan moet. Pedro Pattijn van Ingenium: ‘Ze weten wel dat de EPB-eisen strenger worden. Een grote onbekende is het BEN, de Europese norm van bijna energieneutrale gebouwen, waarvan de precieze betekenis nog ingevuld moet worden. Iedereen wacht af.’ Belemmeringen genoeg: krappe budgetten, gebrek aan kennis, vooroordelen en een markt die voor een groot deel nog niet klaar is. Ook de interne organisatie van de gemeente: ‘In een gemeente heeft

vend, maar ook Oostende volgt. Er zijn natuurlijk ook afwachtende besturen, maar toch steeds minder,’ weet Pattijn. ‘Bij de kopgroep van gemeenten staan tal van projecten op stapel die enorme stappen voorwaarts zullen betekenen,’ zeggen ze ook bij het Passiefhuis-Platform. De voortrekkersrol uit zich ook louter projectmatig. Knokke vroeg voor een gemeenteschool aanvankelijk E70, met de wens om richting E40 te gaan. Cenergie stelde voor passiefbouw na te streven en aanvullend met hernieuwbare ener-

Patrick Verdonck: ‘Wij bepleiten dat het bestuur een olympisch minimum oplegt en daarnaast vrijheid biedt voor verdergaande scenario’s, waarover we graag in dialoog gaan.’ elke dienst zijn eigen budget, ook voor investeringen of al wat met energie te maken heeft. Die verkokering belemmert soms goede projecten, want iedereen wil wel, maar niet uit zijn pot. Of de interne verrekening van budgetten is te ingewikkeld of ligt te moeilijk.’ Maar niet getreurd, een en ander begint toch te leven, ook naast het handvol al bekende voorbeeldprojecten. ‘Diverse gemeenten koesteren zelf hogere ambities, worden overtuigde voortrekkers. Gent lijkt hierin het meest toonaange-

gie te werken om zo tot een nul-energiegebouw te komen, een gebouw dat geen enkele externe energie-input meer nodig heeft. Het bestuur raakte overtuigd en heeft een extra investeringsbudget gereserveerd om tot die nul-energie te komen. Het hielp dat Cenergie enkele scenario’s had uitgetekend met al dan niet passief en nul-energie, met ook de respectieve terugverdientijden. Ook het verhaal over de naderende Europese BEN-norm haalde het bestuur over de brug.


E-peil-berekening kan beter

Opbouw van expertise Steeds meer Vlaamse steden doen een beroep op externe energiedeskundigen of scholen medewerkers bij. ‘Daarnaast krikt externe advisering de duurzaamheid omhoog,’ zo stelt Pattijn vast. ‘Dat is een pluspunt. Energie en duurzaamheid komen dan sterker aan bod, terwijl het lokale bestuur zich eerder behoudend opstelt of soms over onvoldoende doorwegende interne expertise beschikt. De interne milieu- of duurzaamheidsambtenaar probeert het milieuaspect te versterken, maar moet ook opboksen tegen andere diensten en mensen die in de eerste plaats naar de functies per oppervlakte of de kosten op korte termijn kijken. Zo is er bij de stadsdiensten van Gent veel meer interne expertise aanwezig en zitten de verschillende diensten meer op een lijn.’ Kijken besturen al meer naar de kosten over de hele levenscyclus? Pattijn: ‘Jazeker, dat benadrukken we als bureau ook altijd, de berekende total cost of ownership. We leggen het accent op investeringen die je beter nú doet, omdat je ze achteraf amper nog kunt doorvoeren. Dat is met name het bouwfysische, zoals de oriëntatie, de isolatie en de kernstructuur van het gebouw. We vermijden daarmee dat een bestuur suboptimale keuzes maakt die een aantal jaren later toch extra kosten veroorzaken. Een stookketel moderniseren of ventilatie aanpassen kun

je ook nog over tien jaar doen. Hoe dan ook, we moeten bouwfysische en technische optimalisatie zoveel mogelijk geïntegreerd bekijken. De Gentse universiteit wilde een volledige renovatie van een groot lab: alles zou eruit gehaald en vernieuwd worden, de stookplaats gemoderniseerd met een warmtekrachtkoppeling. De oude gevel zou blijven, maar die was totaal niet energie-performant. Welnu, het budget voor die nieuwe stookplaats hebben we kunnen heroriënteren naar een aanpassing van die gevel.’ Bestekken almaar ‘duurzamer’ ‘De afgelopen tien jaar evolueerde de omschrijving van de duurzaamheidseis in het bestek,’ stelt Verdonck vast. ‘Eerst moest het energiezuinig zijn, dan kwam het K-peil, een wat enge benadering. Toen kreeg je EPB en E-peil. Nu vragen besturen onze visie over de totale duurzaamheid van hun project. Bij de volgende stap is duurzaamheid niet meer zo vaag en vrijblijvend omschreven maar hanteren de bouwheren de internationale duurzaamheidsmeter BREEAM of gelijkaardige systemen. We zijn blij met die omslag, we kunnen ons daar goed op profileren, met oplossingen die grondig beargumenteerd zijn en een langetermijnperspectief bieden.’ ‘De verwoording van ambities evolueert inderdaad,’ vindt ook Pattijn. ‘Wel

Bij Cenergie en Ingenium klinken bedenkingen bij het E-peil. Pedro Pattijn van Ingenium: ‘Het E-peil geeft een indicatie, maar omvat niet alle zinvolle energetische oplossingen. Hoe scherper je ambitie, hoe vertekenender het E-peil. Diverse technieken met uitstekende oplossingen zijn niet of niet goed in de E-peil-berekening verwerkt, zoals bij het vermijden van oververhitting met passieve koeling in een kantoor dat je grondig isoleert en voorziet van zonwering. Idem voor zaken als betonkernactivering, nachtkoeling of grondgekoppelde systemen. Zo wil het Antwerpse Blue Gate-project CO2-negatief zijn. Deze projecten bieden de ideale mogelijkheid tot het zoeken naar de beste keuzes op gebouwenniveau en op dat van bouwblok of wijk. Oplossingen met zo’n decentrale energieproductie kunnen veel energie besparen. Maar vanuit de EPBregelgeving wordt daar weinig voordeel aan toegekend. Deels is dat terecht, deels onterecht. Helaas zien we dat de bouwheren door dat E-peil-nadeel uiteindelijk terugkeren naar individuele oplossingen. En dan beland je bij een woonzorgcentrum of een flatgebouw waar in de praktijk elkeen toch weer achter zijn gaswandketel zit. Dit staat haaks op het groene warmteplan van minister Freya Van den Bossche. Economisch zijn collectieve warmteoplossingen interessanter. We hopen dat het warmteplan zich zal vertalen in een bijsturing van de EPB-regelgeving. De studie hiervoor ligt klaar, met een inventaris van alle problemen en met beleidsgerichte voorstellen. Maar het gaat allemaal heel traag.’ AV

Lokaal I 16 september 2011 I 27


special energie

gebouwen

Pedro Pattijn: ‘In een gemeente heeft elke dienst zijn eigen budget, ook voor investeringen of al wat met energie te maken heeft. Die verkokering belemmert goede projecten, want iedereen wil wel, maar niet uit zijn pot.’ is die verwoording soms niet zo doordacht of technisch opportuun, veelal bij besturen met goede bedoelingen maar onvoldoende achtergrond. Zo bestaan er voor een sporthal, polyvalente zaal, zwembad of ziekenhuis geen E-peilen. Toch lees je in een bestek voor een sporthal “E-peil 60”. Soms zijn de eisen ook zo streng geformuleerd dat je wel voor PV-zonnepanelen moet kiezen vanuit de kosten-batenanalyse.’ Zou de energiebehoefte per vierkante meter dan een betere toetssteen zijn? ‘Daar bestaat dan nog geen eenvormige berekeningsmethode voor.’ Passiefbouw als norm ‘De markt is zich echt aan het verbreden.’ Jeroen Poppe van het PassiefhuisPlatform wrijft zich in de handen. Voorlopers nemen belangwekkende principebeslissingen: elke nieuwe school in Antwerpen wordt passief, elk nieuw Gents overheidsgebouw wordt passief tenzij de specificiteit van het gebouw dit niet toelaat, in Genk verkoopt de stad geen ka-

28 I 16 september 2011 I Lokaal

vels meer tenzij de koper passief bouwt. De eerste passiefscholen staan al in de steigers. Heel mooie stadsprojecten dienen zich aan in Ieper, Sint-Katelijne-Waver en Gent. Volgens Poppe is het Brussels Gewest het meest vooruitstrevend: ‘Passief bouwen is er sinds 2010 de norm voor alle nieuwe openbare gebouwen. En vanaf 2015 geldt de passiefnorm voor nieuwe privéwoningen.’ Pedro Pattijn wijst op een interessante discussie: moeten we in ieder geval altijd passiefbouw als uitgangspunt nemen en

het in sommige gevallen beter dat we niet voluit voor passief kiezen maar sneller hernieuwbare energie mee in de weging nemen? ‘Op het niveau van een bouwblok of wijk kan de keuze voor passief de zin van een collectief systeem van warmtepompen of biomassa ondergraven. Dit dilemma rijst bij het Tweewaters-project in Leuven (zie Lokaal 15 van 1 oktober 2009). We begeleiden een thesisstudent die het optimale omslagpunt zoekt voor scholen. Dat de stad Gent voor volledig passief kiest, is goed, maar misschien niet zo verstandig als principe over de hele lijn. Voor woningen is het waarschijnlijk wél goed die volgorde aan te houden. Maar voor kantoren of scholen, waar veel interne warmte beschikbaar is, ligt dat mogelijk anders.’ Volgens al onze gesprekspartners is het voordeel van passiefbouw dat het een ambitieniveau is dat heel precies vastlegt

Voorlopers nemen belangwekkende principebeslissingen: elke nieuwe school in Antwerpen wordt passief, elk nieuw Gents overheidsgebouw ook, tenzij de specificiteit ervan dit niet toelaat, in Genk verkoopt de stad geen kavels meer tenzij de koper passief bouwt.

dan de resterende energiebehoefte aanvullen met hernieuwbare energie? Of is

wat het inhoudt. De vlag ‘lage-energiegebouw’ wordt veel te dikwijls al gebruikt voor een E60 of E70. ‘Een incentive voor lokale besturen om passief te bouwen en te certificeren zou nuttig zijn,’ zegt Patrick Verdonck. Hij stelt vast dat bij particulieren de gecertificeerde passiefbouw flink opkomt door allerlei fiscale stimuli, maar dat gemeenten minder om een certificatie vragen. Intussen onderzoekt het PassiefhuisPlatform hoe scholen uit de jaren vijftig en zestig met prefabelementen aangepast kunnen worden aan passiefbouw. Dat zou gebeuren door het gebouw eerst weer in casco te zetten en een nieuwe buitengevel te realiseren. Ook onderzoekt het platform hoe zulke renovaties kunnen gebeuren zonder dat de bewoners van een woonzorgcentrum tijdelijk moeten verhuizen.


Doorbraak op til? Voor de brede groep van lokale besturen zouden de concrete resultaten op het terrein wel eens een flinke duw in de rug kunnen krijgen. Diverse aanbieders komen met een totaalpakket, dat het bestuur de technische en financieel-administratieve rompslomp geheel of gedeeltelijk uit handen neemt. Onder meer BNP Paribas Fortis, Dexia, Eandis en Infrax bieden deze ‘esco’-diensten (energy service company) aan. De initiatieven zijn nog erg recent maar sommige lopen nu al als een trein. Voor een aantal energietechnische aspecten werd Cenergie preferente partner voor de Infrax-esco. Ook zij zien hierin veel potentieel. Het Infrax-aanbod betreft het hele parcours van haalbaarheidsstudie en voorontwerp tot ontwerp en uitvoering. Meer dan negentig procent van de bij Infrax aangesloten gemeenten zijn in de boot gestapt voor een eerste fase. Verdonck: ‘Want alle gemeenten zitten zonder geld, ze houden niet zo van de hele rompslomp van het projectmanagement en de energievoordelen kunnen over langere termijn mooi meegenomen zijn.’ Infrax stuurt aan op totaalprojecten. ‘Als een gemeente bijvoorbeeld afkomt met een plan tot relighting, zal Infrax ook kijken naar de stookinstallaties om tot werkzamere oplossingen te komen. Oplossingen die verder reiken dan het snelle gewin dat bijvoorbeeld ontstaat als je alleen zonnepanelen plaatst. Door die bredere invalshoek kan de ene maatregel de andere compenseren, omdat niet elke maatregel financieel even mooi oogt. En werken met grote raamcontracten kan de prijzen drukken.’ Maar of het nu Infrax of Eandis of een andere aanbieder is, het is de werkwijze die kansen biedt op een versnelde, diepgaande renovatiegolf bij het gemeentelijk patrimonium. Aan de lokale besturen om uit deze mogelijkheden te kiezen wat hun het beste past. Alex Verhoeven is VVSG-stafmedewerker milieu

Het themanummer duurzaam bouwen

van Lokaal van 1 oktober 2009 is nog altijd actueel, op www.vvsg.be, knop Omgeving, duurzaam bouwen. www.cenergie.be www.ingenium.be www.passiefhuisplatform.be

5 tot 12 december Ecobouwers Office De Bond Beter Leefmilieu organiseert samen met de VVSG van 5 tot 12 december Ecobouwers Office. Zes high-end netwerking-events in energievriendelijke kantoren. Medewerkers en mandatarissen kunnen diepgaand kennis maken met energievriendelijk en duurzaam bouwen in de praktijk. Ecobouwers Office plaatst de bouwheer centraal. Wat was de motivatie om te kiezen voor een duurzaam kantoorgebouw, hoe verliep het bouwproces en de samenwerking met de bouwpartners, wat zijn de ervaringen van de werknemers in het energiezuinig kantoor? Er wordt aandacht besteed aan het financiële aspect: wat was de kostprijs, wat is de terugverdientijd van de verschillende duurzame keuzes? De zes netwerking-events gaan door op zorgvuldig geselecteerde toplocaties in Vlaanderen en Brussel. Staan alvast op het programma: politiekantoor Schoten, het nieuwe passieve OCMW-kantoor in Leuven, de lage-energie sporthal in Maldegem en het bio-ecologische bezoekerscentrum Lieteberg in Zutendaal. Meer info: info@ecobouwers.be of www.ecobouwers.be.

Ingenium is een multidisciplinair ingenieursbureau. Wij ontwerpen technische uitrustingen in gebouwen en verlenen consultancy in ICT en Energie. Bestaande installaties volgen we op om hun werking te optimaliseren. Daarbij streven we ernaar om het functionele en het esthetische in de leef- en werkomgeving te harmoniseren. Voor een blik op de realisaties waar wij trots op zijn: www.ingenium.be

Experts in sustainable engineering

Havenhuis Antwerpen Zaha Hadid

Bayer Diegem Marc Soubron

Greenbridge Oostende Architectuurstudio

Ingenium Simulation Studio - Green Building Renewables - Energy Audits & Certificiation Power Distribution - Smart Buildings - Zero Energy Energy Masterplan - Energy Management

Denken aan de toekomst met slimme oplossingen en veel enthousiasme ir. Pedro Pattijn Business Unit Manager Energie Ingenium nv | Nieuwe Sint-Annadreef 23 | 8200 Brugge | Tel. +32 (0)50 40 45 30 | info@ingenium.be

Lokaal I 16 september 2011 I 29


100% GROENE ENERGIE

Kleur het energiebeleid van je gemeente of stad groen Lampiris levert 100% groene energie aan bedrijven, particulieren en de publieke sector over heel BelgiĂŤ. Wij zijn als partner aanwezig op de komende VVSG-energiedag op 26 oktober in Antwerpen. Informeer aan onze stand naar onze specifieke benadering voor lokale besturen. Wij hechten veel belang aan een persoonlijke relatie met onze klanten. Daarom zal uw dossier altijd door dezelfde persoon beheerd worden: dankzij een grondige sectorkennis evolueert onze dienstverlening mee volgens de behoeften van onze klanten. Wij leveren dus niet alleen 100% groene energie aan een competitieve prijs, maar we denken ook mee met onze klanten. Maak ook de vergelijking voor uw persoonlijke energiefactuur en kleur ook daar je verbruik groen.

Bezoek onze website

www.lampiris.be Mail naar sales@lampiris.be


praktijk

SINT-NIKLAAS – Sinds augustus is het dak van de dojo van de sporthal De Witte Molen uitgerust met vier LightCatchers. Deze actieve en intelligente lichtkoepels zijn een proefproject dat de judozaal energiezuinig moet verlichten en voor temperatuurschommelingen moet behoeden.

special energie

Heeft u een inspirerend project, een doeltreffende maatregel of een efficiënte werkwijze voor lokale besturen? Maak het bekend via www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.

Energiezuinige lichtkoepels regelen temperatuur en verlichten judozaal

Proefproject met onmiddellijk resultaat ‘De bestaande koepels waren beschadigd, maar de grote temperatuurschommelingen in de judozaal vormden zeker mee de aanleiding van dit proefproject,’ legt milieu- en energiecoördinator Jan Burm uit. ‘De dojo ligt aan de zuidkant van de sporthal en de temperatuur is er erg wisselvallig. Tijdens de zomer bestreden we dit probleem tot nu toe door de lichtkoepels in het dak wit te kalken. De vervanging van de oude lichtkoepels door de intelligente LightCatchers moet dit probleem onmiddellijk verhelpen. We zullen snel merken of de temperatuur in de judozaal met deze beperkte ingreep daalt.’ Met de plaatsing van de vier LightCatchers in de judozaal voorspelt EcoNation

gfs

E

en zonnige zomerdag. De zon verandert de sporthal in een sauna en na vijf minuten sporten zweet u zich al ongelukkig. Herkenbaar? Een LightCatcher kan dat verhelpen. Het is een actieve intelligente lichtkoepel die de firma EcoNation met de universiteit Gent ontwikkeld heeft op basis van gepatenteerde sensorentechnologie. Een doordacht spiegelsysteem vangt het binnenkomende daglicht op, versterkt het en verspreidt het maximaal. De koepel bestaat uit drie delen: een spiegel, een besturingssysteem en een lichtschacht. Op elk moment van de dag richt de spiegel zich naar het optimale lichtpunt, hij vangt het licht op, versterkt het en verspreidt het via de lichtschacht door het gebouw. De LightCatcher haalt dus veel licht binnen, maar bovenal houdt hij tegelijk de warmte buiten, dankzij een perfecte thermische isolatie door twee stilstaande luchtlagen. De LightCatcher zou dus wel eens geknipt kunnen zijn om openbare gebouwen te verlichten en te isoleren.

er 3650 ‘gereduceerde branduren’, uren waarin kunstlicht nu in tegenstelling tot vroeger niet meer aan moet. De vermindering van het aantal branduren moet de volgende gedetailleerde energiebesparing opleveren: een jaarlijkse energiebesparing van 8760 kWh per 100 m², een optimale thermische isolatie, geen warmteontwikkeling in de zomer, een besparing van twee graden op de verwarming in de winter, een besparing van ruim 6 ton CO2-uitstoot per 100m². ‘Als deze voorspellingen kloppen, lijkt het me aangewezen om ook LightCatchers in het dak van het gebouw van de dienst financiën te plaatsen,’ merkt Jan Burm op. ‘Deze lichtkoepels verlichten immers meer vloeroppervlakte waardoor het aantal vereiste koepels daalt. Door een vermindering van het aantal dakdoorgangen zal de isolatiewaarde in de ruimte nog aanzienlijk verhogen.’

Jan Burm, milieuen energiecoördinator gemeente Sint-Niklaas, T 03-760 90 77, www.econation.be

inge ruiters

Heeft uw bestuur goede of minder goede ervaringen met de LightCatcher, meld dit dan aan VVSG-stafmedewerker alex.verhoeven@vvsg.be.

Lokaal I 16 september 2011 I 31


special energie

Europa

Het Covenant of Mayors leeft en is een opstap naar Europese projecten TweeĂŤnhalf jaar geleden ondertekenden 360 Europese burgemeesters het Covenant of Mayors. Hierin beloofden ze tegen 2020 de CO2-uitstoot in hun gemeente met minstens twintig procent te verminderen. Ook vijf Vlaamse steden deden toen al mee: Oostende, Gent, Antwerpen, Hasselt en Genk. Ondertussen hebben 2849 burgemeesters het convenant getekend, ook Leuven is sinds mei dit jaar toegetreden. Mooie woorden zijn in het geval van dit convenant geen loze beloften. En passant worden ook Europese projecten haalbaar. tekst marlies van bouwel beeld stefan dewickere

32 I 16 september 2011 I Lokaal


V

olgens het convenant moet elke deelnemende stad een klimaatplan opmaken. Dat van Antwerpen werd op de gemeenteraad van 27 juni 2011 goedgekeurd. De CO2-uitstoot zal op het grondgebied van de stad Antwerpen met twintig procent en bij de stadsdiensten met vijftig procent dalen tegen 2020. Tegen 2050 wil de stad Antwerpen klimaatneutraal worden. Het klimaatplan is een onderdeel van het beleidsplan Antwerpen, een duurzame stad voor iedereen met ook ambities voor lucht, geluid, water, groen en ruimte. ‘Nu het is goedgekeurd, breekt de tijd aan om alle acties van het klimaatplan uit te voeren,’ zegt coördinator Leefmilieu Filip Lenders. ‘We hebben pakketten maatregelen voor acties op korte termijn die we dan telkens in de loop van de volgende jaren uitwerken en opvolgen om er weer bijkomende acties voor te ontwikkelen.’ Breed publiek Het Antwerpse klimaatplan zag het licht na een participatieproces. ‘Vorig jaar oktober hebben we klimaattafels georganiseerd. 450 mensen kwamen vanuit het middenveld, actiegroepen en bewonersgroepen samen en dachten onder begeleiding na wat ze zelf konden doen of wat ze van de stad verwachtten op het vlak van winkelen, wonen, verplaatsen en werk of school. Een aantal van die dingen werden opgenomen in de acties nu, of komen de volgende jaren aan bod,’ zegt Filip Lenders. Nu al geeft de stad Antwerpen een extra premie boven op die van de distributienetbeheerder. De focus ligt daarbij vooral op dakisolatie. De stad verstrekt ook groene leningen, tegen een lage of zelfs zonder rente. De stad wil het goede voorbeeld geven, alleen al voor de stads-

diensten staan er meer dan honderd acties op stapel. Eentje dat er al snel aankomt, is de heraanbesteding van het energiecontract. ‘Nu hebben we nog een groenestroomcontract maar we willen omschakelen naar een CO2-vrije levering van elektriciteit voor de stadsgebouwen en de openbare verlichting,’ zegt Filip Lenders.

nen worden georganiseerd. Alle diensten doen mee, er is veel overleg onderling, verantwoordelijken worden benoemd.’ Voor Filip Lenders is het van belang dat de gedachte dieper en dieper doordringt in de organisatie. Daarom wordt het personeel nu voor het derde jaar op rij gesensibiliseerd. ‘Vorig jaar gingen werk-

Mohamed Ridouani: ‘Het zal ons veel bloed, zweet en tranen kosten om een realistisch ambitieus plan uit te werken zodat Leuven tegen 2030 klimaatneutraal kan worden, maar daarvoor wil ik mensen en bedrijven warm maken.’ Alle nieuwe scholen worden voortaan gebouwd volgens de passiefhuisstandaard. ‘Daarnaast investeren we jaarlijks dertien miljoen euro om de stedelijke gebouwen energiezuiniger te maken. Zo bereiden we nu de plannen voor om in 2012 in meer dan veertig stadsgebouwen dubbel glas, isolatie en relighting te steken.’ De centralisatie van alle backofficediensten in het gebouw Den Bell paste al in een masterplan over hoe ruimte optimaal kan worden ingezet. ‘Daarmee gaan we door, de gebouwen die leeg komen te staan, zetten we op de markt of geven we een nieuwe functie. Door die centralisatie werden tientallen dienstauto’s overbodig, ze worden niet vervangen. We zitten ook in de voorbereidende fase voor elektrische wagens en laadpalen. Een aantal werkvoertuigen zijn elektrisch aangedreven. We onderzoeken op alle vlakken wat haalbaar is. Zo hebben we voor de openbare verlichting een energie-efficiënt lichtplan in opmaak. Dat geldt trouwens voor alle overheidsaankopen: ze verduurzamen. We kijken na welke toestellen we in huis hebben en hoe energiezuinig ze zijn of hoe evenementen duurzamer kun-

nemers uit 27 stadsgebouwen de uitdaging aan om door gedragsverandering minder energie te gebruiken. Met coaching en informatie werden ze gesensibiliseerd om de lichten uit te doen, de deuren achter zich te sluiten en de computer ’s avonds af te zetten. Zo’n actie wordt dan afgesloten met een gemeenschappelijk moment.’ Convenant helpt ‘Op een paar jaar tijd werd in Antwerpen veel in beweging gezet,’ zegt Filip Lenders. ‘Dat was al de ambitie in de vorige beleidsperiode en stond in het vorige en huidige bestuursakkoord. Het werd op een aantal fronten tegelijk opgestart en werpt nu zijn vruchten af. Een instrument als het Covenant of Mayors helpt daarbij. Het maakt het zichtbaarder en helpt bij de inbedding van een klimaatplan.’ De Leuvense schepen Mohamed Ridouani verwacht veel van het netwerk waarin Leuven nu met de vijf andere Vlaamse steden zit: ‘Zo kunnen we samen op Europees niveau sterke projecten binnenhalen zodat Vlaanderen niet buiten de boot valt. Het zal ons tussen nu

Lokaal I 16 september 2011 I 33


special energie

Europa

en 2030 wel veel bloed, zweet en tranen kosten om een realistisch, ambitieus plan uit te werken zodat Leuven tegen dan klimaatneutraal kan worden, maar daarvoor wil ik mensen en bedrijven warm maken. Het Covenant of Mayors is een kader om binnen te werken, een enga-

tersconvenant want het is een aanvulling en een garantie voor de voortzetting van het duurzaamheidsbeleid,’ zegt Isabelle Vanderheyden. ‘Dankzij dat convenant hebben we voorrang bij sommige Europese projecten en soms is het convenant ook een voorwaarde om deel te nemen.

Filip Lenders: ‘Een telemetrische boekhouding leest en meldt automatisch in welk gebouw er een afwijking optreedt. Door sluipverbruik uit te schakelen kun je zonder veel investeringen hoge percentages winst boeken.’ gement voor onszelf en we geven hiermee het signaal dat het ons menens is. Het biedt ook een aantal tools aan en een kader om je acties op te enten. Het valt toch zo te voorspellen dat Europa duurzaamheid en milieu naar voren zal schuiven en daaraan middelen zal koppelen. Dan kunnen we aantonen dat we ons al geëngageerd hebben.’ Ook voor de Genkse duurzaamheidsambtenaar Isabelle Vanderheyden is het Covenant of Mayors een goede handleiding om mee aan de slag te gaan. Sinds 2003 werkt Genk dankzij de samenwerkingsovereenkomst met de Vlaamse overheid aan duurzaamheid met twee duurzaamheidsambtenaren. Dat geld valt weg in 2013. ‘We zijn blij met het burgemees-

Europa is de overheid waar we nu naar kijken. Zo doen we nu ook mee aan “the reference framework for sustainable cities”, zeg maar een Europese duurzaamheidstest. Het is een poging van Europa om steden de kans te geven zich met elkaar te vergelijken op basis van dezelfde informatie. We moeten over de grenzen kijken om meer te kunnen bereiken.’ Nulmeting Vijftig procent minder CO2-uitstoot dan in 2005, dat is realistisch voor de Antwerpse stadsdiensten. Filip Lenders: ‘Toen waren er nog geen groenestroomcontracten en door nu naar CO2-neutrale stroom over te schakelen, realiseert de stad al dertig procent. De andere twintig

VVSG ook ondersteunende organisatie De VVSG werd door de Europese Commissie erkend als ondersteunende organisatie (‘supporting structure’) voor het burgemeestersconvenant, met als taak niet zozeer technische ondersteuning, maar de structurele organisatie van het netwerk en de ervaringsuitwisseling in Vlaanderen. De EU vraagt de VVSG een platform op te richten van stakeholders, met op de eerste plaats de gemeenten die ondertekend hebben, maar ook andere overheden of private spelers. Hiervoor zouden we kunnen vertrekken vanuit de bestaande VVSG-werkgroep Energie en duurzaam bouwen, waar ook al mensen aan deelnemen van de Vlaamse overheid en van de provincie Limburg. Maar dat staat nog niet vast. De provincie Limburg werd erkend als technischer gerichte ‘supporting structure’. Samen met partners als Infrax en de Bond Beter Leefmilieu, ondersteunt ze de Limburgse gemeenten om aan de voorwaarden te kunnen voldoen. De ondertekenende steden doen veel zelf, maar ze willen ook een actieve en betrokken Vlaamse overheid, zoals bij de verplichte berekeningen van CO2-uitstoot. Het is een hele stap vooruit als de Vlaamse overheid voor alle gemeenten cijfers ter beschikking stelt, meer gemeenten zouden dan kunnen ondertekenen. Ook hulp bij het ontwerpen van een klimaatplan is wenselijk. Het kan een mooie vorm zijn van samenwerken om de gemeenschappelijke Europese energiedoelstellingen te halen. AV

34 I 16 september 2011 I Lokaal

procent wordt haalbaar via de afschaffing van de auto’s, de investeringsprogramma’s voor de gebouwen en de monitoring van het energiegebruik. Dat is de reflex die je nodig hebt om energiezuinigheid te garanderen. Er zijn gebouwen met een systeem dat de elektriciteit op een bepaald moment uitschakelt. Een telemetrische boekhouding leest en meldt automatisch in welk gebouw er een afwijking optreedt. Zo weten we welke ketel ’s avonds blijft branden of in welke school er ook op zondag elektriciteitsverbruik is. Door dat sluipverbruik uit te schakelen kun je zonder veel investeringen hoge percentages winst boeken.’ Leuven is pas begonnen aan een nulmeting. Om tegen 2030 een klimaatneutrale stad te worden, wordt het wagenpark stilaan groener, gebouwen worden CO2neutraal door het isolatiepeil op te trekken of bij nieuwbouw de passiefstandaard te hanteren. ‘Nu al koopt de stad alleen nog groene energie aan,’ zegt schepen Ridouani. ‘De acties om het klimaatplan uit te voeren worden in samenwerking met de KULeuven ontwikkeld. We hebben het geluk de universiteit op ons grondgebied te hebben met volop onderzoekers en specialisten ter zake. Volgend voorjaar hopen we met de acties naar buiten te treden op het vlak van energie, mobiliteit, wonen en consumptie en we willen ook de burgers, de universiteit, Inbev, de KBC en de Boerenbond mee in bad nemen.’ In Genk wordt het klimaatplan dat bij de ondertekening in 2009 werd ingediend, eind dit jaar geüpdatet. Isabelle Vanderheyden: ‘Het was toen niet volledig afgestemd op de rapporteringsvraag. We beschikken intussen ook over CO2nulmetingen van 2008 met gedetailleerde cijfers uit de deeldomeinen en dus vormt ze de basis van een geherformuleerde doelstelling.’ Ten opzichte van 2008 wil Genk minstens twintig procent minder CO2-uitstoot. In de nulmeting van 2008 zit ook een detailmeting voor de stad als bedrijf. ‘Ons beleid loopt door en wordt zo mogelijk nog verstrengd. Zo kiezen we de meest milieuvriendelijke wagens uit het Fordgamma en worden er ook twee elektrische voertuigen aangekocht. Genk heeft


al meer dan tien jaar een energieboekhouding die mee de basis vormt voor maatregelen om het patrimonium energiezuiniger te maken. Zo zijn we nu bezig met een centrum voor de jongerenwerking en dat wordt zeer energiezuinig. We waren

voeren we bij de bevolking een isolatiecampagne. We hebben een warmtebeeld laten maken van alle huizen, de bewoners kunnen isolatieadvies op maat opvragen. In het najaar en de winter houden we ook informatiesessies.’

Isabelle Vanderheyden: ‘Genk heeft al meer dan tien jaar een energieboekhouding die mee de basis vormt voor maatregelen om het patrimonium energiezuiniger te maken.’ vertrokken van een passiefverhaal, en uiteindelijk zal het niet veel schelen. Ook verkoopt de stad enkel nog kavels onder de voorwaarde dat er een zeer energiezuinige woning wordt op gebouwd.’ Voor het eigen verbruik en voor de openbare verlichting koopt Genk sinds 2009 honderd procent groene stroom aan. Als duurzaamheidsambtenaar vindt Isabelle Vanderheyden een beperking van de energievraag vooral belangrijk. ‘Daarom

Over de gemeentegrenzen heen Ondertussen heeft ook de provincie Limburg het Covenant of Mayors ondertekend als ondersteunende organisatie, met als ambitie dat alle Limburgse gemeenten tegen eind dit jaar het convenant onderschrijven om Europese projecten te kunnen realiseren. De provincie Limburg wil tegen 2020 helemaal klimaatneutraal zijn. ‘Dat is toch de ambitie,’ zegt Isabelle Vanderheyden. ‘En al zal het misschien

niet lukken, we moeten het wel proberen. De voorstellen van de provincie Limburg voeren wij automatisch ook uit. Zij hebben meer vat op de mobiliteit op of de verlichting aan de gewestwegen.’ Anderzijds heeft Genk de pech dat er een elektriciteitscentrale op het grondgebied staat die verantwoordelijk is voor een pak CO2-uitstoot in Genk maar ook energie levert aan de andere gemeenten. ‘De provincie rekent dat nu mee uit en denkt mee na over mogelijke maatregelen. Als ze daarin slaagt, is dat ook winst voor ons,’ zegt Isabelle Vanderheyden. ‘Genk zit daarnaast ook met veel industrie. Al biedt dat ook perspectieven. Zo zouden de warmteoverschotten van de industrie woningen kunnen verwarmen, eventueel in buurgemeenten. Dit overstijgt dus gemeentegrenzen, zeker als je een grote vooruitgang wilt realiseren.’ Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal

Isover G3, de nieuwe generatie isolatie SYMPOSIUM

2011

7.10.2011

Zero energy ready

Brussel Thema’s

G3 staat voor een nieuwe generatie minerale wol met 3 Garanties. Het resultaat van 70 jaar ervaring en innovatie.

1. Prestaties

▪ Passieve koeling ▪ Projectevaluatie ▪ Nulenergieprojecten ▪ Passieve wijkontwikkeling ▪ Passiefscholen en -kantoren ▪ Het toekomstbestendige passiefhuis ▪ Passieve appartementen en huisvesting ▪ Economisch ventileren en verwarmen in passief-huizen ▪ Renovatie naar 100% passief organisatie

2. Milieu 3. Gezondheid

Inschrijven

www.passivehouse.be

www.isoverg3.be

Isover ad Magazine Lokaal nl.indd 1

22/08/11 20:38

Lokaal I 16 september 2011 I 35


special energie

gebouwen

Slimme meters vergen eerst slim beleid Slimme netten en meters bereiden een slimme energietoekomst voor, met minder verbruik en lagere kosten. Of is het toch niet al goud wat blinkt? De SERV waarschuwt voor te veel ondoordachte voortvarendheid. tekst alex verhoeven beeld stefan dewickere

J

e gevulde was- en vaatwasmachine slaan midden in de nacht aan precies op het moment dat elektriciteit het goedkoopst is. Ook je elektrische auto laadt ’s nachts op, zodat hij ’s morgens paraat staat voor je rit naar het werk. Daar sluit je hem op het parkeerterrein weer aan op de slimme elektriciteitspaal, die al heeft berekend welke reservecapaciteit van de batterij jij straks niet nodig hebt voor de rit langs school naar huis. Tijdens je werkuren verkoopt de slimme laadpaal die reserve op het moment dat elektriciteit duur is door de vraagpiek van volop draaiende fabrieken en kantoren. Zo verdien je er nog wat aan. Op deze zonnige dag zonder een zuchtje wind stuurt het slimme net het elektriciteitsoverschot uit autobatterijen en uit wijken met veel zonnepanelen naar waar er nodig is. Dat compenseert het tekort door stilstaande windmolens. Bij thuiskomst lees je op het scherm in je huiskamer af dat je de afgelopen maand net iets meer energiekosten had dan gezinnen met een gelijkaardig profiel. Een oranje icoontje waarschuwt je dat de koelkast de grote energievreter is. Misschien moet je dat oude toestel nu toch maar vervangen? Tot daar een beeld van de slimme-meter-toekomst. Door slimme meters, zo luidt het, zullen we meer inzicht hebben in ons energieverbruik, zullen we minder energie verbruiken en een lagere energiefactuur hebben.

Hernieuwbare energie is vaak decentraal en niet altijd beschikbaar. Daarom hebben we een slim net nodig. Dat zal de vele, verspreide overschotten, tekorten en buffercapaciteit met elkaar in balans brengen.

36 I 16 september 2011 I Lokaal

Wat is een slimme meter? Je klassieke meter meet hoeveel je verbruikt, dat kun je ergens in de kelder of garage aflezen. Maar de slimme meter stuurt je verbruiksgegevens continu en automatisch naar je energieleverancier, en desgewenst naar een scherm in je huiskamer, waar je afleest hoeveel je verbruikt en hoeveel dat kost. De slimme meter is dus zoals de modem van je computer, waarlangs je webpagina’s of e-mails kunt opvragen of versturen. Eventueel is hij nog slimmer en weet hij welk huishoudelijk toestel wanneer aanslaat en hoeveel het verbruikt en kan hij ook toestellen aan- of afzetten, vanaf een elektriciteitsprijs die je zelf hebt ingesteld als maximumprijs die je bereid bent te betalen, of omgekeerd wanneer de netbeheerder ergens anders extra elektriciteit nodig heeft.


Waarom een slim net? Het huidige net is gebouwd om uit enkele zeer grote, centrale installaties continu geproduceerde elektriciteit of gas te verspreiden naar alle consumenten. Maar hernieuwbare energie met bijvoorbeeld windturbines, zonne-installaties of warmtekrachtkoppeling is vaak decentraal en niet altijd beschikbaar (bij bewolking of windstilte). Daarom hebben we een slim net nodig. Dat zal de vele, verspreide overschotten, tekorten en buffercapaciteit met elkaar in balans brengen. De noodzaak van slimme netten staat dus buiten kijf. De slimme meter moet daarbij helpen. Voordelen De slimme meter heeft onmiskenbaar potentiële voordelen. Dankzij de slimme meter weet het net hoeveel iedere afnemer gewoonlijk en op het moment zelf verbruikt. Daardoor kan dat slimme net de overschotten en tekorten nog beter uitbalanceren. Ook de consument krijgt informatie en kan daardoor zijn gedrag aanpassen om minder of goedkopere energie te verbruiken. Leveranciers krijgen inzicht in verbruiksprofielen en kun-

Sommige studies tonen aan dat mensen liever in energiebesparende maatregelen investeren dan dat ze hun gedrag bijsturen. nen meer op maat gesneden en dus goedkopere tariefformules aanbieden. Manuele meteropnames hoeven niet langer. De energiefacturen zijn correcter, met minder klachten tot gevolg. Fraude opsporen kan eenvoudiger en sneller. Allerlei goeds dus. Maar in een advies van juni 2011 benadrukt de SERV dat slimme meters geen doel op zich mogen zijn maar slechts een middel. Ze zijn nodig als ondersteuning van een slim net. Hamvraag is waar en hoeveel er moeten komen en van welke type ze moeten zijn. De SERV stelde een reeks discussiepunten op. Vlaanderen heeft geen visie In 2008 wees een kosten-batenanalyse uit dat de uitrol van slimme meters in Vlaanderen meer kosten dan baten zou hebben (-396 miljoen euro). De grootste positieve post zou de snellere fraudedetectie (390 miljoen euro) zijn. Een nieuwe kostenbatenanalyse op basis van nieuwe gegevens wordt in november 2011 verwacht. Die zal bepalend zijn voor de eventuele (al dan niet volledige) uitrol van slimme meters in Vlaanderen. Maar de SERV wijst erop dat een kosten-batenanalyse alleen geen basis kan zijn voor een definitieve beslissing. Ze wil vooral een antwoord op de centrale vraag waar welke slimme meters geplaatst moeten worden. Om dat te weten hebben we eerst een visie nodig op het toekomstige elektriciteitsnet en energiesysteem. Immers, de gekozen hernieuwbare energiemix, de

omvang en de locatie van de hernieuwbare energie-installaties en nog andere factoren zijn bepalend voor de behoefte aan een slim net. De kennis, de informatie en het debat ontbreken op dit ogenblik grotendeels om een dergelijke visie op korte termijn te kunnen formuleren. De beschikbare kennis en informatie zit vrijwel volledig en exclusief bij de netbeheerders zelf. Daardoor is de transparantie beperkt. Volgens de SERV dreigt het gevaar dat de beleidsmakers zich onbewust laten leiden door de sector in plaats van door het algemeen belang. Energiebesparing voor huishoudens onzeker Het hoofdargument voor slimme meters is energiebesparing. Maar daarover heerst nog onzekerheid. Schattingen lopen uiteen van 1 tot 15 procent energiebesparing bij de consument. Maar naast een slimme meter moet de gebruiker ook feedback op maat krijgen op een scherm in de huiskamer. Zo’n scherm is een extra uitgave. Het energiebesparingseffect kan op langere termijn uitdoven. Sommige studies tonen aan dat mensen liever in energiebesparende maatregelen investeren dan dat ze hun gedrag bijsturen. En voor mensen die informatie over hun elektriciteitsverbruik willen, bestaan er toestellen die op de meter worden aange­sloten en het verbruik eender waar in de woning kunnen weergeven. Consumenten kunnen niet alle huishoudtoestellen op flexibele tijdstippen inschakelen (wel wasmachines, drogers en vaatwassers, maar geen diepvriezers). Bovendien verbruiken de huishoudens maar 24 procent van de totale elektriciteit, bij de grotere verbruikers is er meer potentieel om energie te besparen. Ook het sturen van het gedrag met prijsverschillen is niet gegarandeerd. Na de invoering van het weekendtarief bleef het gedragseffect beperkt tot 2 à 3 procent. En uitbreiding van tariefformules kan voor de consument onoverzichtelijk en onbegrijpelijk worden (zoals op de gsm-markt). Overigens, het geheel van de kosten dreigt door de consument gedragen te worden terwijl vooral de netbeheerder, de toestelproducent of de industrie zouden genieten van de baten, aldus de begeleidende studienota bij het SERV-advies. Volgens sommigen kan de werking van een slim net ook gegaran­deerd worden door op wijkniveau te meten. Dan zijn een beperktere uitrol en een eenvoudiger dataverwerking even werkzaam. Ook bij het gebruik van elektrische wagens als buffer voor opslag (batterij) worden twijfels geuit. Kortom, de SERV wil eerst een doordachte visie, op basis van verder grondig onderzoek en transparante informatie. Intussen kunnen proefprojecten zeker voortgaan. Zij zijn nuttig om het onderzoek te voeden, mits ze niet op beslissingen vooruitlopen. Alex Verhoeven is VVSG-stafmedewerker milieu

www.smartgridsflanders.be www.serv.be

Lokaal I 16 september 2011 I 37


special energie

ICT

ICT wordt groener ICT zou wereldwijd goed zijn voor twee procent van het energieverbruik. Geen wonder dat het ook in de klimaat- en aanverwante plannen van lokale besturen opduikt als een post van energiebesparing. Maatregelen gaan van het eenvoudige uitschakelen van een screensaver tot het complexe virtualiseren van servers. tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

S

chakelt u uw desk- of laptop uit als u ’s middags een break neemt van een uur? Wellicht niet. Dat is de reden waarom sommige besturen hun medewerkers een handje toesteken. Wie voor de stad Mechelen werkt, ziet zijn computerscherm uitgaan wanneer er gedurende een kwartier niet op wordt gewerkt, de vaste schijven worden uitgeschakeld als de pc een half uur niet meer gebruikt wordt. Deze maatregel zou volgens het bestuur een energiebesparing van dertig procent kunnen opleveren. Ongeveer hetzelfde gebeurt in de stad Kortrijk: de computerschermen gaan na een kwartier in stand-by, de pc’s na twee uur zonder gebruik. Op die manier wordt vermeden dat computers een hele nacht of een heel weekend blijven draaien. Nog zo’n relatief eenvoudige maatregel is het verwijderen van screensavers, zoals onder meer Kortrijk doet. Vroeger waren die bedoeld om het inbranden van de monitor tegen te gaan maar met de huidige schermen is die kans onbestaande: screensavers zijn dus niet meer nuttig. Energiezuinig aankopen Naast het beïnvloeden en sturen van het gedrag van de medewerkers houden nogal wat lokale besturen bij hun ICT-aankoopbeleid rekening met de energieprestaties van de toestellen. Kortrijk koopt enkel nog led-LCD-schermen aan. Ze verbruiken minder elektriciteit en produceren minder warmte dan vroegere modellen. Mechelen heeft alle klassieke CRT-schermen vervangen door flatscreens die veel minder verbruiken. In de

38 I 16 september 2011 I Lokaal


bestekken voor ICT-apparatuur die Digipolis voor de stad en het OCMW van Antwerpen opstelt, wordt de energieefficiëntie steeds meegenomen in de beoordeling: enkel toestellen met een ecocertificaat worden nog aangekocht. De voorafgaande vraag is natuurlijk of een aankoop echt noodzakelijk is. En of een

pieerapparaten. Een multifunctionele printer die ook scant, kopieert en faxt, is zuiniger dan afzonderlijke apparaten. Werken met centrale printers en kopieerapparaten is te verkiezen boven een toestel op elk bureau. Kortrijk heeft het aantal printers met een derde verminderd, van 227 naar 164. Mechelen heeft

Er is een vrij algemene trend om van desktops naar laptops over te schakelen. Een laptop is niet enkel veel flexibeler, hij verbruikt ook minder energie. krachtige computer nodig is. Zo is er een vrij algemene trend om van desktops naar laptops over te schakelen. Een laptop is niet enkel veel flexibeler, hij verbruikt ook minder energie. Wat geldt voor computers en schermen gaat vanzelfsprekend ook op voor randapparatuur zoals printers en ko-

de individuele printers afgeschaft, de stad maakt gebruik van zuinige lasertoestellen met een grotere capaciteit. Virtuele servers Ook op het vlak van de servers is er veel beweging. Steeds meer besturen volgen het spoor van het virtualiseren van ser-

vers. Op een klassieke server draait één besturingsprogramma, waardoor door de band maar vijf tot tien procent van zijn capaciteit gebruikt wordt. Op die manier hebben lokale besturen (maar ook bedrijven) in de loop der jaren een vaak indrukwekkend serverpark ontwikkeld met tientallen, soms honderden stand-alone-servers die allemaal stroom verbruiken maar slechts voor een klein deel gebruikt worden. Virtualisatiesoftware maakt het nu mogelijk om virtuele servers te creëren. Dat komt er eenvoudig gezegd op neer dat op één fysieke server verschillende van die virtuele servers en dus verschillende besturingsprogramma’s kunnen draaien. De capaciteit van die ene server wordt dus veel beter gebruikt dan vroeger en hij verbruikt maar één keer stroom. Natuurlijk wordt die ene machine zwaar belast, en dus heeft ze een forse processor en een krachtig koelsysteem nodig, maar dat meerverbruik weegt niet op

VAKBEURS Donderdag 13 oktober 2011 (10u30 - 21u) Vrijdag 14 oktober 2011 (10u30 - 18u) Brabanthal Leuven - België

www.climatechno.be

Lokaal I 16 september 2011 I 39


IZEN energy systems nv is reeds 25 jaar pionier in hernieuwbare energie. Met reeds duizenden tevreden klanten voor zowel onze zonneboilers, warmtepompen en uiteraard ook fotovoltaïsche panelen hebben we dan ook genoeg ervaring om steeds de juiste oplossing op maat te voorzien voor uw woning.

• Hernieuwbare energie op maat • Zonnepanelen, zonneboilers en warmtepompen van hoge kwaliteit • 25 jaar ervaring • Duizenden referenties (lokale overheden, KMO, residentieel,...) • IZEN is in het bezit van verschillende kwaliteitslabels Bezoek ook website www.IZEN.eu voor meer informatie.

Zonnepanelen - Zonneboilers - Warmtepompen? IZEN...natuurlijk! IZEN energy systems nv Hoeksken 56 - 2275 Lille Tel: +32(0)14 55 83 19 Fax: +32(0)14 55 83 17

IZEN energy systems nv Begoniastraat 14 - 9810 Eke (Gent) Tel: +32(0)9 221 41 79 Fax: +32(0)9 245 04 08

info@IZEN.be www.IZEN.eu


ICT

tegen de besparing op het aantal fysieke servers. Zo heeft Mechelen het aantal fysieke servers teruggebracht van twintig naar zes, de besparing in het energieverbruik loopt volgens de statistieken op tot tachtig procent. Antwerpen heeft 165 fysieke servers gevirtualiseerd op een nieuw centraal server- en storageplatform. Kortrijk heeft voor 85 procent virtuele servers. Ook de ruimte waar de servers staan is vanuit energetisch oogpunt van groot belang. Het vervangen van computerzalen ouder dan vijf jaar kan tot vijftig procent energie besparen. Zo wil Antwerpen tegen 2013 de twee verouderde computerzalen van Digipolis vervangen door een nieuw groen datacenter. In de ontwerpfase gaat veel aandacht naar de koeling met zeer performante aircotechnologie, naar rechtstreekse koeling met buitenlucht, naar geperforeerde vloertegels voor een gelijkmatige verspreiding

die services inhuurt bij een private partner. Die stelt ze via het internet tegen een vaste maandelijkse vergoeding ter beschikking. Het is hier niet de plaats om in te gaan op alle voor- en nadelen van de cloud-technologie maar feit is dat de gemeente fors bespaart op haar energie-

Houthalen-Helchteren is als eerste gemeente in Vlaanderen in the cloud gegaan. van de gekoelde lucht, naar het principe van een koude en een warme gang. Op termijn is het de bedoeling de warmte die de servers produceren te recupereren voor de verwarming van gebouwen. Houthalen-Helchteren gaat nog een stap verder. Als eerste gemeente in Vlaanderen is ze in the cloud gegaan. Dat wil zeggen dat ze geen serverruimte of zelfs software meer heeft, maar dat ze

factuur voor ICT. Bovendien hebben de medewerkers niet meer zulke krachtige toestellen nodig als vroeger: een eenvoudige laptop met een snelle en goede internetverbinding volstaat. De gemeentesecretaris doet zijn werk zelfs op een i-Pad. Green Digital Charter Dit artikel is uiteraard verre van volledig, maar het geeft wel aan dat lokale

besturen op zoek zijn naar energievriendelijkere ICT. De stijgende energieprijzen zullen ertoe leiden dat die aandacht de komende jaren alleen maar toeneemt. Gelukkig is er een snelle evolutie in de richting van steeds betere en energiezuinigere technologie. Overigens, ook Europa zet in op groene ICT voor steden en gemeenten. Zo is Gent een van de 23 Europese steden die het Green Digital Charter hebben ondertekend. De steden gaan samenwerken voor ICT en energie-efficiëntie met als doel de directe CO2-uitstoot van ICT met dertig procent te verminderen tegen 2020. Het project bevindt zich nu nog in de fase van de voorbereiding maar tegen 2015 moeten vijf pilots op grote schaal ontwikkeld worden. De resultaten zullen voor elk lokaal bestuur interessant zijn.

Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Competente ouderen competent begeleiden

Bachelor na bachelor in de psychosociale gerontologie: • Twee jaar studie, een dag les per week • Start: donderdag 22 september 2011

Een of meerdere specifieke vakken uit de bachelor-opleiding: Economische en juridische thema’s (start: 26 januari 2012) • Economische en juridische vragen i.v.m. relatie en familie, arbeid en inkomen, vermogen, gezondheid en wonen Ouderenbeleid (start: 2 februari 2012) • Participatie, lokaal tot internationaal ouderenbeleid, empowerment van ouderen

special energie

Waar? Campus Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen, Huart Hamoirlaan 136 te Schaarbeek Meer weten? • www.hig.be • www.hubrussel.be • of vraag de brochure: info@hig.be - 02 240 68 40

Lokaal I 16 september 2011 I 41


Zuinig omspringen met energie brengt op ! Investeer in energiezuinige toepassingen en win drie keer: • minder energieverbruik, dus lagere energiefacturen • minder CO2-uitstoot, dus betere zorg voor het milieu • erbovenop: een premie voor rationeel energiegebruik Meer info over premies en energiediensten aan lokale besturen? www.eandis.be

Eandis brengt dag en nacht elektriciteit en aardgas tot bij u, thuis of op het werk


straatverlichting

special energie

Hoe moet het verder met de straatverlichting? Minder energieverbruik maar toch beter verlichte straten, pleinen en wijken: voor gemeenten is dit een dubbele uitdaging. Waarmee halen ze het meeste effect? Met de lichtbron, de globale behandeling van infrastructuur en techniek of vooral met het concept en de planning op lange termijn? tekst j. philippe cols beeld gf

I

n de eerste plaats is licht voor mensen bedoeld. Perceptie en tijdsgeest wegen daarom zwaar door. Zo zijn mensen vandaag niet meer zo gelukkig met het gelige licht van de hogedruk-natriumlichtbronnen, terwijl zij zich daar enkele decennia terug goed bij voelden. Dat is het gevolg van de ontwikkelingen binnen onze cultuur. Maar wordt led vandaag maatschappelijk aanvaard? Ook hier blijft een spanning bestaan tussen de behoefte aan innovatie en de beleving van de nieuwe soort licht. Bovendien is die nieuwste lichtbron nu nog niet performant genoeg om alle verlichtingsfuncties aan te kunnen, al heeft ze voor fietsroutes al veel potentieel.

Het gebruik van ledlantaarns op wegen waar hoge snelheidslimieten gelden is een nieuw concept. Het was dus belangrijk gebruikersopinies over de veiligheidsperceptie in te zamelen. 81 procent van de geïnterviewden vond dat de nieuwe verlichting de weg veiliger maakt. Led is nieuw Het Duitse Kaiserslautern besliste in 2009 vijfduizend HPMercury-vapor-lampen systematisch door ledverlichting te vervangen. Deze vervangingsoperatie spreidt de stad over de jaren 2009 tot 2012. Ze kost 2,5 miljoen euro (500 euro per lamp). Jaarlijks wordt 840.500 KWh energie bespaard (zeventig procent minder verbruik) en wordt er 501 ton minder CO2 uitgestoten. De terugverdientijd is geschat op tien jaar. De bestaande palen en armaturen zijn nog in goede staat en kunnen dus in gebruik blijven. Ook de ondergrondse kabel is nog

in prima staat. Voor deze operatie ontving Kaiserslautern de tweede prijs in een Duitse nationale competitie voor energiezuinige straatverlichting. 31 procent van de openbare verlichting in het Verenigd Koninkrijk is meer dan dertig jaar oud en de meerderheid van de lampen zijn oude lagedruk-natriumlampen (SOX). Deze stralen een oranjekleurig licht uit en hebben een beperkte lichtverspreiding. In de gemeente St. Helens zou een energievermindering van gemiddeld veertig procent een besparing opleveren van ongeveer 500.000 euro per jaar en een vermindering van de CO2-uitstoot met 2490 ton. Daarom heeft de gemeenteraad van St. Helens een proefproject met ledstraatverlichting opgezet met Philips Verlichting op de Tithebarnweg in Garswood. Deze semilandelijke weg van een kilometer verbindt een residentiële wijk met een belangrijke autosnelweg en een industriële site. Je mag er tot 96 km/u rijden. De oorspronkelijke verlichting van deze straat bestond hoofdzakelijk uit lagedruk-natriumlampen van 90W, in de vroege jaren tachtig geplaatst op betonnen palen van acht meter hoog die intussen in slechte staat verkeren. In een joint-venture plaatste Philips Verlichting twintig nieuwe koolstofneutrale SpeedStar ledlantaarns, op stalen masten van tien meter hoog. Door de verbeterde lichtstroom van de leds zijn er minder lantaarns nodig om de vereiste verlichtingsniveaus en dito lichtspreiding op het wegoppervlak te verkrijgen. Dankzij de overstap naar ledlantaarns is het energieverbruik bij normale exploitatie met 21 procent afgenomen. Bovendien werden de lantaarns uitgerust met het Philips Dynadimmerbesturingsmechanisme, waarmee de verlichting tussen middernacht en zes uur ’s ochtends tot 66 procent van de normale lichtoutput wordt teruggebracht. Met dit bijkomende dimsysteem wordt een energiebesparing van 36 procent gerealiseerd, waardoor jaarlijks alleen al in dit proefproject 1,2 ton koolstof minder wordt uitgestoten. Dankzij de langere levensduur van

Lokaal I 16 september 2011 I 43


special energie

straatverlichting

de ledlichtbron zal de gemeente ook kunnen rekenen op een aanzienlijke vermindering van de onderhoudskosten. ‘Volgens ons was dit de eerste volledige demonstratie van de SpeedStarlantaarn in de wereld. De kwaliteit van de verlichting is aanzienlijk verbeterd en dat is een groot voordeel voor automobilisten. Andere voertuigen en voetgangers zijn nu veel beter zichtbaar op de weg,’ zegt Rory Lingham, technisch directeur van St. Helens. Het gebruik van ledlantaarns op wegen waar hoge snelheidslimieten gelden is een nieuw concept. Het was

In het masterplan voor een gemeente of een wijk spelen zowel belevingsfactoren (kleurtemperatuur bijvoorbeeld) als functionele en technische aspecten een rol. dus belangrijk gebruikersopinies over de veiligheidsperceptie in te zamelen. Er werden 117 interviews afgenomen met mensen die gebruikmaakten van de weg. 84 procent van de geïnterviewden vond de nieuwe verlichting beter terwijl 81 procent ermee instemde dat de nieuwe verlichting de weg veiliger maakt. Deze positieve resultaten hebben het vertrouwen in de prestaties van ledlantaarns aan hoofdverkeerswegen doen toenemen. Tegelijk maakte St. Helens ook een kosten-batenanalyse op straat- en buurtniveau tussen de hogedruk-natriumlampen (NAHP-SON), CosmoPolis (CPO) en led, telkens met drie besturingssystemen: de standaard fotocel, het zelfdimsysteem en het meer gesofisticeerde control & monitoring system. Wat opvalt, is dat de verschillen in investeringskosten tussen de voorgestelde installaties met telkens één van de drie lichtbronnen niet meer dan een kleine tien procent uitmaken, wanneer hetzelfde besturingssysteem aangehouden wordt. Voor beheer en onderhoud liggen de cijfers veel verder uit elkaar: SON-NAHP blijft de voordeligste, terwijl CPO drie maal meer middelen vraagt en led op jaarbasis bijna twee keer zo duur uitvalt. Wat verbruik betreft is het net andersom: led is de zuinigste oplossing, CPO blijft in de buurt met vijf procent meer verbruik, terwijl NAHP-SON een kleine twintig procent meer energie nodig heeft. Globale werkwijze Terwijl de ledoplossingen in onze buurlanden grote besparingen opleveren, is dat bij ons veel minder het geval. Volgens Koen Putteman en Sven Penninck van Eandis komt dat door de bestaande infrastructuur: ‘In Duitsland bijvoorbeeld kan de netbeheerder meteen van kwikdamplampen (HPL), een verouderde technologie, naar led overschakelen. Bij overschakeling van hogedruk-natriumlampen (NAHP-SON) naar led, zoals in België, is de besparing een heel stuk minder.’ Om die reden gaat Eandis meteen over naar de globale werkwijze. In het masterplan voor een gemeente of een wijk spelen zowel belevings-

44 I 16 september 2011 I Lokaal

factoren (kleurtemperatuur bijvoorbeeld) als functionele en technische aspecten een rol. Qua perceptie voelt het licht van de led vaak veel koeler aan dan dat van ontladingslampen zoals CPO of CDO. Bovendien veroorzaken ledarmaturen nog te vaak verblinding. Omdat Gent er als duurzame stad naar streeft tegen 2020 twintig procent te besparen op de energie voor stadsverlichting, maakte de stad een lichtplan op. Philip De Roo, projectleider lichtplan Gent, benadrukt het belang van deze planmatige werkwijze. Naast de stedenbouwkundige en architecturale verbetering van de publieke verlichting wegen de economische en milieu-aspecten ook zwaar door. Dit planproces biedt de stad de mogelijkheid over de jaren heen strategische keuzes te maken. In een eerste fase (lichtplan I) werd de binnenstad onder handen genomen. Dit project loopt sinds 1998 en werpt al duidelijk vruchten af. Bij het bezoek aan de verlichte binnenstad valt vooral de sfeervolle architecturale verlichting op. Hoewel de impact op het avondlijk stadsbeeld groot is, vertegenwoordigt deze niet meer dan een goede vijf procent van de totale energiekosten. Maar het potentieel is nog bijzonder groot. Sinds 2009 loopt ook lichtplan II waarbij de hele stadsrand betrokken wordt. Ondertussen werden REG-projecten op de rails gezet: een voor hoofdwegen en gewestwegen (van 1998 tot 2005) en een voor de openbare verlichting (2010-2013). Al deze inspanningen passen in het klimaatplan Gent 2020. Om het streefdoel, één vijfde minder verbruik voor de openbare verlichting, te bereiken moet licht op sommige plaatsen volledig herdacht worden, terwijl op andere locaties vervanging van de bovengrondse installatie volstaat. De investering in bijvoorbeeld nieuwe armaturen, ombouw van bestaande toestellen, integratie van meer performante lichtbronnen met elektronische voorschakelapparatuur wordt geraamd op 3,4 miljoen euro. ‘Door de gerealiseerde energiebesparing ligt de terugverdientijd voor deze operatie op iets minder dan zes jaar,’ zegt Jo De Coninck, technisch adviseur dienst Wegen en verantwoordelijke voor REG. De ervaring van Gent leert dat een dergelijke ambitieuze operatie uiteindelijk niet kan slagen zonder duidelijke planning. Daarin vormen lichtplan en REG-acties één geheel. Door de juiste technieken op een specifieke plek toe te passen kan er veel energie bespaard worden. De kwaliteit van de installatie zal bovendien net genoeg licht geven om de ruimte aangenaam en op een efficiënte manier te verlichten. Juist verlichten vermijdt lichtvervuiling en verblinding, past zich intelligent aan de behoeften van het tijdstip aan. Deze aanpak kan niet tot stand komen zonder grondige studie en reflectie. Onderzoek naar lichtbronnen In het kader van hun onderzoek naar efficiëntere lichtbronnen benadrukt Maarten ten Houten van Philips dat duurzaamheid voor het bedrijf geen louter technisch begrip is: ‘Het sociale aspect, de effecten van licht op het milieu en de economische voordelen zijn minstens even belangrijk. Vandaar dat de com-


binatie van een performante lichtbron met het juiste toestel voor een betere kwaliteit van de lichtomgeving van rijweg of plein zal zorgen. Niet alleen verhoogt dat de veiligheid, maar mensen krijgen door aangenaam licht ook een goed gevoel binnen hun vertrouwde ruimte. Met de nieuwste ontwikkelingen

giftige stoffen bestaan heeft invloed op de recyclagemogelijkheden. Beide factoren, lager verbruik en recyclage, maken de economische component uit. J. Philippe Cols is hoofdredacteur van Stad en Landschap

Deze tekst is gebaseerd op de lezingen op de studiedag van In-

Juist verlichten vermijdt lichtvervuiling en verblinding, past zich intelligent aan de behoeften van het tijdstip aan. in de led zou de aard van het licht zelfs parallel kunnen lopen met de natuurlijke veranderingen binnen de dag- en nachtcyclus (kleurtemperatuurverschillen van zonsondergang tot zonsopgang bijvoorbeeld). Dat de belasting op het milieu bij lager energieverbruik vermindert hoeft geen betoog, maar dat de producten zelf (lampen en armaturen) uit zo min mogelijk

terleuven op 23 juni 2011. Interleuven doet mee aan het project BLISS, Better Lighting in Sustainable Streets, dat gesteund wordt door Europa (Interreg IVB North Western Europe) en waarin Interleuven met St. Helens, Eindhoven en Kaiserslautern op zoek gaat naar energievriendelijke toepassingen voor publieke verlichting. De nieuwe technologieën voor publieke verlichting die ze tot half 2013 uittesten, moeten energieverbruik en CO2-uitstoot verlagen. Tegelijk moeten zij ook kosteneffectief zijn en vooral ook door de burgers geaccepteerd worden vanuit het oogpunt veiligheid (ongevallen, veiligheidsgevoel, perceptie). www.bliss-streetlab.eu of www.interleuven.be

EINDHOVEN - De Nederlandse Lichtstad dankt haar imago aan het bedrijf Philips. Ondertussen is dit de toptechnologieregio Brainport die zich de slimste regio ter wereld van 2011 mag noemen. Licht blijft ook op gemeentelijk niveau een belangrijke rol spelen, een van de nieuwste projecten is dat van de dynamische verlichting Velddoornweg.

D

e Velddoornweg is een verbindingsweg door landelijk gebied. ‘We hebben gezocht naar verlichting met respect voor de groene hoofdstructuur,’ vertelt projectleider Sjors van de Zanden. ‘Dat betekent zo min mogelijk lichtvervuiling en zo min mogelijk overlast voor de dieren in het gebied. Die twee vereisten combineren we met een laag energieverbruik en oog voor veiligheid, comfort en een aangename sfeer voor de gebruikers van de weg. Uiteindelijk hebben we gekozen voor groene ledverlichting. Over een lengte van één kilometer verlichten 38 armaturen de weg alleen op momenten dat het nodig is. Het dynamische systeem zorgt ervoor dat de lampen aangaan als de weg gebruikt wordt. De lampen zijn uitge-

Groene leds verlichten met respect voor flora en fauna, alleen waar en wanneer het nodig is.

rust met een draadloos radiofrequent systeem waardoor iedere lamp afzonderlijk te bedienen is.’ Het systeem is pas begin september opgeleverd. ‘Nu gaan we experimenteren met de techniek en met verschillende niveaus van lichtsterkte. Ook de ervaringen en beleving van de gebruikers worden onderzocht. Eindhoven kiest er als laboratoriumstad nadrukkelijk voor om niet enkel volledig ontwikkelde producten toe te passen. Het biedt op die manier bedrijven en onderzoekers de kans producten en ideeën “in het echt” te testen en te verfijnen. Uiteraard altijd binnen reële marges ten aanzien van de veiligheid,’ zegt Sjors van de Zanden. De verlichting op de Velddoornweg is groen. Niet omdat dit mooi kleurt bij de

landelijke omgeving maar omdat uit onderzoek is gebleken dat het menselijk oog bij een laag lichtniveau bij groen licht het beste ziet. ‘Meer zicht bij minder licht’ luidt de slagzin van het bedrijf dat de lampen maakt. Daarnaast blijken dieren minder last van groen licht te hebben dan van wit licht. ‘We zijn ambitieus in Eindhoven maar alles heeft een prijs. Gelukkig maken subsidies het soms mogelijk ook in tijden van laagconjunctuur te blijven zoeken naar goede kwaliteit in de juiste verhouding tot duurzaamheid en energiebesparing. We zoeken altijd naar een optimale mix maar nooit ten koste van de sociale veiligheid,’ besluit van de Zanden. MVB

Lokaal I 16 september 2011 I 45

gf

Groen licht houdt rekening met flora en fauna


special energie

mobiliteit

Zich verplaatsen is netwerken Fossiele brandstoffen geraken op maar we verplaatsen ons almaar meer. Je kunt je natuurlijk op je eigen energie voortbewegen en stappen of trappen en zo je CO2-uitstoot sterk beperken. Maar wat als de afstand daarvoor te groot is of de helling te steil? En wat als zelfs het openbaar vervoer je niet tot op je bestemming kan brengen? Voor mobiliteit luidt de boodschap: netwerken, ook voor de oplaadpunten voor je elektrische auto of fiets. tekst marlies van bouwel beeld gf

G

enetwerkte mobiliteit is een nieuw woord dat je bij de NMBS en De Lijn tegenkomt. Wie met de trein of de bus rijdt, kan niet alleen een andere bus of tram nemen maar in 37 stations ook een Blue-bike huren om snel op de plaats van bestemming aan te komen. Maar soms is die bestemming te ver. Als je Cambio-lid bent, kun je dan in dertien Vlaamse gemeenten ook een auto reserveren. Dat autodelen is bovendien eigenlijk vooral bedoeld voor mensen die geen eigen (tweede) auto hebben en er maar af en toe over een willen beschikken. In een stad als Leuven heeft het autodelen veel succes. Cambio heeft 24 auto’s op negen standplaatsen en daarnaast vormen 172 mensen ook nog dertig groepen bij Autopia. Mechelen en Turnhout hebben een Cambio-abonnement voor de medewerkers van het stadsbestuur. Dat kan zo zijn vloot afbouwen en de medewerkers toch voldoende mobiliteit garanderen. Bovendien zou een Cambio-auto gemiddeld zeven gewone auto’s van de straat halen die in steden het gros van de tijd de schaarse parkeerplaatsen innemen. Automobilisme In Vlaanderen rijden ongeveer 3,7 miljoen voertuigen, waarvan 3,1 miljoen personenwagens. Jaarlijks samen goed voor 56,4 miljard kilometer en 16 mil-

46 I 16 september 2011 I Lokaal

joen ton CO2-uitstoot. Een van de opties om verder over te schakelen naar een efficiënter en duurzamer energiegebruik is de vervanging van voertuigen op fossiele brandstof door elektrische voertuigen. Maar dat loopt al jaren niet van een leien dakje. Toch lijkt er eindelijk schot te komen in de zaak van het elektrische personenvervoer. De nadelen wogen tot nu toe op tegen de voordelen: dure voertuigen met vooral dure batterijen waarmee je maar kleine afstanden kon afleggen en die lang moesten opladen. Bovendien waren er onderweg geen oplaadpunten. Zo werden in 2010 in heel België maar 47 elektrische auto’s ingeschreven, in maart van dit jaar waren het er ondertussen tachtig terwijl er toen 110 laadpunten waren. Verwacht wordt dat deze cijfers ondertussen de hoogte in schieten. Half augustus heeft Leuven acht elektrische scooters gekocht voor de politie en vijf voor de technische diensten. De brommers kunnen nu al tot tachtig kilometer afleggen en dat is perfect voor binnenstedelijk vervoer. In de garage hebben de scooters vaste stallingen met stopcontacten, op vier uur is een scooter opgeladen. ‘Om het elektrische vervoer te stimuleren beginnen we bij onszelf,’ zegt de Leuvense schepen van duurzaamheid Mohamed Ridouani. ‘Dit is een eerste

stap richting duurzaam vervoer. Zo gauw het kan willen we ook een elektrische vrachtwagen kopen, maar die geraken niet zo gemakkelijk gehomologeerd. Met Eandis en de NMBS willen we ook in de stad laadpalen inplanten en aan het station elektrische fietsen verhuren. Met Cambio starten we een duurzaam project opdat ze ook elektrische wagens in hun park hebben.’ Naar de kust Na Gent en Antwerpen verschenen deze zomer ook aan de kust de eerste oplaadpalen. Blankenberge was eerst, op 12 juli werden ze officieel ingehuldigd. ‘We zaten in een kip-of-ei-situatie,’ zegt de Blankenbergse schepen Patrick De Klerck. ‘Weinig mensen reden rond met een elektrische wagen omdat er geen laadpalen waren. Voor ons mocht dat niet de reden zijn om niet naar de kust te komen. We spannen ons al lang in voor duurzaamheid, ook in duurzaam vervoer willen we koploper zijn. Elektrisch rijden moet gestimuleerd worden.’ Ondertussen zijn er ook al laadpalen in Knokke-Heist. De stad Blankenberge zelf beschikt nog niet over een elektrische vloot. ‘Eandis heeft ons een aantal elektrische fietsen ter beschikking gesteld en binnenkort mogen we een elektrische auto


uitproberen. Als dat project positief geëvalueerd wordt, beginnen we eraan.’ Op dit moment bestaan er wel dertien verschillende oplaadsystemen voor elektrische auto’s. Dat euvel werd in Blankenberge verholpen: ‘Omdat er nog geen standaardstekker voor Vlaanderen is, hebben we een systeem waarin verschillende stekkers passen. Bovendien hebben we slimme palen, mensen moeten ook registreren waar ze vandaan komen en hoeveel kilometer ze hebben gereden zodat we na de zomer het effect van de palen kunnen meten,’ zegt Patrick De Klerck. Aan het oplaadeiland voor het station zijn niet alleen twee parkeerplaatsen waar elektrische auto’s kunnen opladen maar is er ook een apart eiland met zes laadpalen voor e-fietsen, e-scooters en gehandicaptenwagens. ‘Dat is vlakbij de Kerkstraat. Tijdens het opladen kunnen mensen shoppen of iets gaan

drinken. Elektrische fietsen slaan zeer goed aan bij het iets oudere publiek en we hebben hier te maken met een dubbele vergrijzing.’

elektrische fietsen (dus iets langere routes en met de laadpunten op de kaart). De teneur luidt nu dat we binnenkort over een netwerk met oplaadpalen be-

Laadpalen voor elektrische fietsen scheppen voor een bestuur mooie mogelijkheden. In Eeklo staan ze op een toeristisch knooppunt, de wachtplaats voor de toeristische stoomtrein. De zonnepanelen op de luifel voeden de laadpalen. Die laadpalen voor elektrische fietsen scheppen voor een bestuur mooie mogelijkheden. Zo staan de palen in Eeklo op een toeristisch knooppunt, de wachtplaats voor de toeristische stoomtrein. De zonnepanelen op de luifel voeden de laadpalen. In de Kempen zijn er al nieuwe toeristische fietsroutes afgestemd op

schikken die we via een apps kunnen vinden en bedienen. Tijdens een vergadering of shopping, laad je op die parkeerplaats je batterij op, het liefst met groene stroom. Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal

www.fsb-cologne.de INTERNATIONALE VAKBEURS VOOR RECREATIERUIMTE, SPORT- EN ZWEMBADACCOMMODATIES

KEULEN, 26 T/M 28 OKTOBER 2011

RECREATIERUIMTE – BETTER CITY, BETTER LIFE Net zoals de Expo Shanghai 2010 biedt de FSB 2011 nieuwe mogelijkheden om aan de actuele eisen voor de stadsontwikkeling tegemoet te komen. Beleef veelzijdige en innovatieve oplossingen voor de toekomst in vorming van belevings-, ontmoetings- en ontspanningsplekken in de stedelijke ruimtes.

RECREATIE

SPORT

ZWEMBADEN

SPORT – SPORT GOES GREEN Op de FSB 2011 staan duurzame voorbeelden en concepten voor de sportaccommodaties van vandaag en morgen centraal. “Greenbuilding” is het centrale sleutelthema voor materialen en bouwstoffen, energiebezuiniging evenals milieubewust sportcomplexmanagement met positieve ecologische- en energiebalansen.

Luc Van Den Eede Representative Koelnmesse Belgium/Luxembourg Interleuvenlaan 62, BE-3001 HEVERLEE Tel.: +32 (0)16 394 855 Fax: +32 (0)16 394 858 bezoekers@koelnmesse.be

RZ-FSB-Anz-BE-183x130-Lokaal.indd 1

ZWEMBADEN – RECREATIE VOOR ALLE GENERATIES De FSB 2011 speelt in op de veranderende eisen door de demografische ontwikkeling. Bovendien is duurzaamheid voor sport- en zwembadaccommodaties een bijzonder aandachtspunt. Daarnaast profiteert u van de unieke synergie-effecten met de tegelijkertijd plaatsvindende Aquanale 2011 in aangrenzende hal.

TIJD EN GELD BESPAREN.

e.com kopen. Nu kunt u tickets via www.fsb-cologn Bezoek de gelijktijdig plaatsvindende . Aquanale, 26 t/m 29 oktober 2011 com Meer informatie op www.aquanale.

30.08.11 09:34

Lokaal I 16 september 2011 I 47


special energie

betaalbaarheid

Duwolim: goedkope lening voor energiebesparende investering De coöperatieve vennootschap met sociaal oogmerk Duwolim verstrekt in heel de provincie Limburg goedkope leningen voor energiebesparende investeringen in woningen. Ze richt zich in de eerste plaats op gezinnen met een beperkt inkomen of een kansenproblematiek. tekst bart van moerkerke beeld gf

I

n maart 2006 richtte de federale overheid het Fonds voor de Reductie van de Globale Energiekost op. Het Fonds verstrekt goedkope leningen aan particulieren die structurele maatregelen nemen om energie te besparen. Sociaal kwetsbare doelgroepen krijgen bijzondere aandacht. Het FRGE stelt de leningen niet zelf ter beschikking, dat gebeurt door een lokale entiteit die door de gemeenten en OCMW’s is aangeduid. Eind 2008 werd Duwolim opgericht als lokale entiteit voor Hasselt en Genk. Intussen is Duwolim erkend door alle Limburgse gemeenten en OCMW’s. In 2010 kende de coöperatieve vennootschap 184 leningen toe, dit jaar zullen dat er al een pak meer zijn. Lage en gemiddelde inkomens Duwolim is een coöperatieve vennootschap met sociaal oogmerk. ‘Energiebesparende renovaties betaalbaar maken voor gezinnen met een beperkt inkomen en/of een kansenproblematiek, dat is ons sociaal oogmerk,’ verklaart gedelegeerd bestuurder Hans Vermeulen. ‘In onze overeenkomst met het FGRE is opgenomen dat tien procent van de leningen naar de sociaal kwetsbare doelgroepen moet gaan. Zelf hebben we twintig procent als doel vooropgesteld. In het werkingsjaar 2010 kwamen we aan meer dan 21 procent. Bovendien hebben we zelf nog een tweede drempel ingevoerd waardoor mensen uit de hoge inkomensklassen niet in aanmerking komen voor een lening. Het heeft geen zin goedkope leningen toe te staan aan mensen die een energiebesparende investering ook zonder onze hulp kunnen en zouden doen. We moeten die doelgroepen bereiken die niet zouden investeren als Duwolim er niet was. Zo

48 I 16 september 2011 I Lokaal

hadden in 2010 63 procent van de kredietnemers een maandelijks netto-inkomen van minder dan 2500 euro. Bij 41 procent van de leningen was minstens één van de kredietnemers een zestigplusser. Oudere eigenaars zijn vaak niet geneigd of hebben niet de middelen om energiebesparende investeringen te doen in hun woning.’ Begeleiding en opvolging

sulent staat in voor het beheer van de leningen. Ook het Centrum Duurzaam Bouwen en Infrax maken deel uit van de coöperatieve Duwolim. ‘Wij hebben er bewust niet voor gekozen een krediet in de markt te plaatsen zoals veel andere lokale entiteiten dat doen. Wij maken geen reclame voor een goedkope lening want daarmee bereik je vaak steeds de-

Hans Vermeulen. ‘We moeten die doelgroepen bereiken die niet zouden investeren als Duwolim er niet was. Dat doe je niet door een goedkoop krediet in de markt te plaatsen maar door die kwetsbare doelgroepen zelf op te zoeken.’ Duwolim leent van 1000 tot 10.000 euro. De intrest ligt op twee procent, de looptijd van de lening op maximaal vijf jaar. Het moet gaan om investeringen in isolerend glas, de verwarmingsketel of isolatie van dak of vloer. Zonnepanelen bijvoorbeeld komen niet in aanmerking. Hans Vermeulen: ‘Het FRGE zegt dat een lokale entiteit de sociaal kwetsbare doelgroep moet begeleiden bij zijn investeringen, wij ondersteunen iedereen die bij ons een lening aanvraagt. Voor elk dossier gaat een energieadviseur ter plaatse zodat we er zeker van zijn dat de juiste investeringen gedaan worden tegen een correcte prijs. De adviseur zoekt ook mee naar de meest geschikte aannemers en volgt de werf op.’ De energieadviseurs werken voor Stebo en Limcoop, twee van de partners in Duwolim. Stebo is actief in het buurtopbouwwerk en voert onder meer energiescans uit voor Infrax. Limcoop is verbonden aan de ACW-werking in Limburg. Een andere partner SJK/De Wooncon-

zelfde mensen die de weg kennen. Wij willen de kwetsbare doelgroepen bereiken en dat doen we door hen zelf aan te spreken, via onze partners. Stebo komt veel in aanraking met mensen die het iets moeilijker hebben, net als Limcoop. Ook de OCMW’s zorgen voor toeleiding. Dankzij die coöperatieve structuur kunnen we onze sociale doelstelling waarmaken,’ zegt Hans Vermeulen. ‘Dat Infrax ook in Duwolim is gestapt heeft te maken met het derdebetalerssysteem dat we willen invoeren. We zouden voor de sociaal kwetsbare doelgroep graag tot een systeem komen waarbij de lening terugbetaald wordt via de energiefactuur. Die zou even hoog blijven voor de kredietnemer hoewel hij minder energie verbruikt, het uitgespaarde bedrag zou dienen voor de afbetaling. We moeten nog enkele juridische obstakels wegwerken voordat het systeem operationeel kan worden.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal


Bouwplannen ? Hou nu al rekening met de strengere EPB-eisen vanaf 2012.

sen

E 70 60

70

80 MAX

Bouwaanvraag vanaf 1/1/2012 Waaraan u moet voldoen

maximaal E70 en K40 strengere isolatie-eisen voor daken, muren, vloeren en vensters aandacht voor de luchtdichtheid en een zuinig ventilatiesysteem Wat u kunt verwachten

extra energiepremies vanaf E50 of lager een energiezuinige woning

Download de folder

‘Meer comfort in uw nieuwbouw met minder energie vanaf 2012’ VEA

op

www.energiesparen.be/publicaties


werkveld cultuur

50 I 16 september 2011 I Lokaal


De openbare bibliotheek als monument en cultuurbaken Bibliotheken bevinden zich in een competitieve vrijetijdsmarkt en zullen hun vrijplaats als culturele basisvoorziening daarin moeten realiseren. Om dit debat te stimuleren organiseerde vzw Locus met de steun van de Vlaamse cultuuradministratie eind juni een studiereis onder het motto Inspireren om visie te creëren. De VVSG reisde mee. tekst hilde plas beeld ilse depré, bibnet

N

ederlandse gemeenten zijn, net zoals Vlaamse, hoofdaandeelhouders van de openbare bibliotheken maar de bibliotheek heeft er meestal wel een zelfstandig statuut als stichting. De economische crisis maakt het debat over de maatschappelijke en economische relevantie van cultuurvoorzieningen er brandend actueel. De druk om lokaal meer te doen met minder middelen onder het motto ‘meer lokale autonomie’ zet Nederlandse gemeenten aan tot scherpe keuzes, ook in bibliotheekbeleid. Vlaamse gemeenten leven in een gelijkaardige context. Hier kondigt zich bovendien een scharnierpunt aan met de invoering van de beleids- en beheerscyclus, het strategisch meerjarenplan en de nieuwe gemeentelijke legislatuur vanaf 2013. Het debat over de toekomst van de openbare bibliotheek is met andere woorden ook in Vlaanderen actueel.

Cultuur trekt publiek en investeerders aan. De inplanting van de openbare bibliotheek achter het Centraal Station is daarom een weloverwogen investering van het Amsterdamse bestuur. Die openbare bibliotheek geniet een goede status als culturele basisvoorziening, mede dankzij de historische decretale verankering in het Vlaams en gemeentelijk beleid. De aanpassing van het hoofdstuk Openbare Bibliotheek in het decreet Lokaal Cultuurbeleid naar aanleiding van het Planlastdecreet is daar geen bedreiging voor. Toch is een proactieve vertaling van maatschappelijke en bestuurlijke uitdagingen aangewezen. De Amsterdamse bibliotheek vertrekt voor de inrichting en het beleid van informatie delen en de verbeelding voeden.

Het wettelijk en financieel kader kennen is nodig, maar visie en ambitie, collectie en infrastructuur, deskundig personeel en dito personeelsbeleid zijn dat ook. We zoomen in dit artikel in op visie en ambitie, geïnspireerd door de Nederlandse voorbeelden. Publieke vrijplaats De openbare bibliotheek heeft in de digitale kennismaatschappij geen monopolie meer in de verzameling (collectie) en ontsluiting van informatiedragers (boek, pc, i-Pad, cd, dvd…). Maar de lokale bibliotheek is nog steeds dé publieke en pluralistische vrijplaats voor informatieverwerving en kennisdeling. Het is de publieke plek bij uitstek waar pluralisme visueel en tastbaar aanwezig is. Je vindt er boeken van Karl Marx of Milton Friedman naast hobby-informatie over koken, reizen of schaken. Als bibliotheekgebruiker word je niet scheef bekeken als je met een uiteenlopende collectie naar huis gaat. De digitale registratie die de meeste bibliotheken al hanteren, maakt de uitleen nog anoniemer. Dat die registratie gebruikersprofielen oplevert, is stof voor een marketingverhaal. Het publieke en pluralistische karakter van de bibliotheek is een belangrijke troef en een ijkpunt. Het weerspiegelt zich in de collectie, in de architectuur en de locatie. Denken we maar aan bibliotheken in Antwerpen, Genk of Dendermonde. Ze liggen in het hart van een stadswijk of aan een plein als fysiek monument en cultuurbaken. Informatiewarenhuis en cultuurmonument Amsterdam en Almere stellen dat de bibliotheek een publiek monument moet zijn en dat ze dit bereiken met hoge kwaliteit in dienstverlening en collectie en met doordachte binnen- en buitenarchitectuur. De bibliotheek als ‘warenhuis’ voor informatie en cultuur vertaalt zich in de inrichting, de keuze en de presentatie van de collectie en de klantenservice. Het aantal leden en uitleningen steeg flink door dit winkelconcept.

Lokaal I 16 september 2011 I 51


werkveld cultuur

In Heerhugowaard bepaalt de stem van kinderen en jongeren wat prioritair is en hoe dat vorm krijgt.

Bij de presentatie hanteert de bibliotheek van Almere het motto vinden wat je niet zoekt. Dat maakte de aankleding duur, want de bibliotheek moet uitnodigen tot exploratie van het wereldwijde informatie- en media-aanbod. Maar collectie en catalogus zijn uitbesteed aan het landelijk netwerk. Afname van uitleenmateriaal gebeurt op grond van gebruikersprofielen waaraan kostbaar lokaal marktonderzoek voorafging. Dat een sterke cultuurinvestering de eigen bevolking dient maar ook de stad promoot, bewijst de monumentale bibliotheek Amsterdam met verve. De Amsterdamse skyline en de

De lokale bibliotheek is dé publieke vrijplaats voor informatieverwerving en kennisdeling. Pluralisme is er visueel en tastbaar aanwezig. publieksstroom groeiden in korte tijd. Cultuur trekt immers publiek en investeerders aan. De inplanting achter het Centraal Station is daarom een weloverwogen investering van het Amsterdamse bestuur. Bij het betreden van de bibliotheek nodigt het binnenplein (atrium) uit om per roltrap de zeven verdiepingen te ontdekken. ‘Voor de inrichting en het beleid vertrekken we van informatie delen en de verbeelding voeden,’ zegt directeur Hans van Velzen die dit de kernopdracht noemt. De transparantie van het gebouw laat via goede zichtlijnen discreet bewaking van de publieke ruimte toe. Het restaurant op de hoogste verdieping versterkt het aangename verblijfsklimaat, met het stadspanorama als toemaatje. 100x talent ‘Dat de openbare bibliotheek er morgen anders uit zal zien dan de ideale bibliotheek vandaag is voor Heerhugowaard de drijfveer om de jeugdbibliotheek opnieuw uit te vinden,’ vertelt Erna Winters, coördinator van de openbare bibliotheek. Het concept ‘meervoudige intelligentie’ is de inspiratiebron. Dat

52 I 16 september 2011 I Lokaal

leunt aan bij ervaringsgericht leren met Howard Gardner als referentie; in Heerhugowaard noemen ze dit het 100x talent. De stem van kinderen en jongeren bepaalt er wat prioritair is en hoe dat vorm krijgt. Die input ernstig nemen en omzetten in inrichting, collectie en activiteiten is niet evident. De omschakeling vraagt extra zorg bij personeel maar ook bij de inschakeling van vrijwilligers. De 100x talent-aanpak kleurt zowel de hoofdvestiging te Heerhugowaard als de servicepunten, verspreid over drie gemeenten. De jeugdbibliotheek is er de leer- en speelplek met een Explorium waar kinderen ‘uitvinden’, geïnspireerd door een workshop of een kunstenaar. Vitrines stallen schaalmodellen en kunstwerkjes uit. In de Golem-lampenkap belanden kinderangsten en -dromen en er is een ‘kraaiennest’ omdat kinderen hoog willen zitten. Het provinciaal servicepunt Probiblio ondersteunt het pilotproject. Iedereen is enthousiast, temeer omdat het concept ook lijkt te werken voor andere (leeftijds)groepen en voor werkvelden zoals erfgoed. De recente clustervorming met drie gemeenten, waar goede financiële afspraken en een bestuur met drie wethouders (schepenen) het management schragen, is complex maar zet geen rem. De focus op meervoudige intelligentie roept bij ons ‘brede school’ op. Erna Winters bevestigt dat aansluiting op het onderwijs belangrijk is. Volgens haar is de voorwaarde voor het succes dat je dit concept als proces blijft benaderen: ‘Vastzetten betekent de doodsteek.’ Netwerkorganisatie maakt bibliotheek tot huis van de stad Om van een bibliotheek een baken te maken moet een goed verhaal sterk gemaakt worden. Zo’n verhaal heeft zijn wortels in de lokale samenleving, dat illustreert Wageningen. De universiteitsstad telt 37.000 inwoners, wat klein is naar Nederlandse norm, en richt zich als ‘the City of Life Sciences’ ambitieus op de verbetering van de kwaliteit van het leven. De bibliotheek vertaalt die ambitie in stijlvolle architectuur, accurate informatietechnologie, educatie en netwerkorganisatie. Iedereen kan er terecht met een logistieke of educatieve vraag: het stadsbestuur voor inspraak over beleidsthema’s, een


lokale raad

Mag een particuliere organisator van een evenement op het openbaar domein entreegeld vragen? Het Gemeentedecreet (art. 57, §3, 1°) stelt dat het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor het beheer van het openbaar domein. Het college geeft dus toelating voor het gebruik van de openbare ruimte. Bij vele evenementen is deze vraag aan de orde: het straattheaterfestival van een lokale vzw, de jaarlijkse kermis of het circus dat neerstrijkt, de occasionele wielerwedstrijd of het zomerterras van de lokale horeca. Pleinen en straten zijn het vaakst gegeerd als openbare ruimte voor particuliere evenementen, maar een trottoir leent zich perfect voor een zomerterras, en een festival kan ook in een openbaar gebouw als een stadsmuseum of bibliotheek plaatsvinden.

vrijwilligersorganisatie voor een sensibiliseringsactie, een school om samen leerproblemen op te lossen. Occasionele en structurele samenwerking met onderwijs, educatieve instellingen, verzorgingstehuizen, gemeentelijk infoloket ‘wet’ en infokrant maken van de bibliotheek dé cultuurmakelaar. Personeel en budget worden er bewust op ingezet. Ideeën van lokale organisatoren worden met de capaciteit van collectie, infrastructuur en personeel opgetild naar een betere uitvoering. De neutraliteit van de collectie, van de (digitale) media en van de kennisoverdracht door het personeel voeden de regie. De bibliotheek vult de regierol in

De jeugdbibliotheek van Heerhugowaard is een leer- en speelplek met een Explorium waar kinderen ‘uitvinden’, geïnspireerd door een workshop of een kunstenaar.

zonder stuurman te worden met als motto: ‘Je mag ideeën niet kapen maar je moet wel de wind in de zeilen houden.’ Directeur Sjaak Driessen noemt de genen van de werking: informatieve duiding, maatschappelijk engagement en verrijkte communicatie via netwerkorganisatie. In de Nederlandse bibliotheekverhalen gaat telkens een doordachte conceptkeuze vooraf aan een consequente uitvoering. De gemeente investeert in een cultuurmonument dat op termijn een sterke reputatie ontwikkelt als cultuurbaken, met de status huis van de stad. Het maatschappelijk en bestuurlijk draagvlak dat met zulke ontwikkeling gepaard gaat, staat op zijn beurt borg voor de nodige beleidsruimte. Hilde Plas is VVSG-stafmedewerker cultuur

Entree of vergoeding Het college beslist niet over de vergoeding die de organisatoren vragen. Als de organisator van een evenement beslist toegangsgeld of een vergoeding te vragen voor het evenement of de dienst die hij aanbiedt aan het publiek, is dat zijn rechtmatige beslissing. De entree of vergoeding wordt immers niet gevraagd voor het gebruik van de openbare ruimte maar voor het evenement of de dienst die de organisator aanbiedt. Het publiek beslist of dat aanbod die prijs waard is. Gratis evenementen die kleinschalig starten met veel vrijwillig engagement en die professioneel groeien waardoor ze ook betalend worden, zijn in het evenementenrijke Vlaanderen geen uitzondering. Als het gemeentebestuur niet rechtstreeks betrokken is bij de organisatie, kan zulke ontwikkeling wel eens tot verrassingen leiden. Openbare ruimte is echter hoe langer hoe meer een kostbaar goed waarbij de rechten van de inwoners als bewoners van die ruimte gevrijwaard moeten worden door het gemeentebestuur. Naast de toelating is het raadzaam dat het college ook goede afspraken met de particuliere organisatoren maakt over de voorwaarden voor het gebruik van de openbare ruimte. Onderscheid tussen de voorwaarden voor bewoners van de ruimte en het publiek dat toegang wenst tot het evenement, voorkomt conflicten. Duidelijke afspraken tussen gemeentebestuur en organisatoren over het gebruik van de ruimte zijn natuurlijk essentieel. Enkele praktische aanbevelingen daarbij zijn: maak de afspraken tijdig en zeker vóór de publieke aankondiging van het evenement, leg de basisafspraken vast in een overeenkomst, zorg dat de organisator u als gemeentebestuur informeert over belangrijke ontwikkelingen en actualiseer de afsprakenovereenkomst zo nodig.

Mail uw vragen over Kunst en Cultuur naar hilde.plas@vvsg.be

Lokaal I 16 september 2011 I 53


werkveld werkgelegenheid

Wervik zet mensen aan het werk Ook OCMW’s in kleinere gemeenten voeren dikwijls een ambitieus en effectief werkgelegenheidsbeleid. Neem Wervik waar het OCMW willens nillens de grootste werkgever van de gemeente is. Het werkt zelf projecten uit en neemt initiatieven die niet alleen de OCMW-cliënten ten goede komen, maar de hele gemeenschap. tekst petra dombrecht beeld gf

D

e West-Vlaamse gemeente Wervik heeft bijna 18.000 inwoners en ligt op 500 meter van de Franse grens en op één kilometer van Wallonië. Wervik ligt niet centraal en ook niet op een as tussen centra. ‘OCMW-cliënten zin laten krijgen om aan het werk te blijven, is voor mij de doelstelling van onze tewerkstellingen,’ zegt Nele Coghe, voltijds en enig arbeidstrajectbegeleider van het OCMW van Wervik. ‘Een derde van de cliënteel van OCMW Wervik is Franstalig, wat de begeleiding naar werk er niet makkelijker op maakt. In Wervik is er geen industrie. De dichtstbijzijnde gemeenten waar wel industrie gevestigd is, zijn Menen en Ieper. De tabaksen textielindustrie van weleer over de Franse grens zijn gesloten. In Wervik is er geen enkel uitzendbureau. En omdat onze cliënten vaak niet mobiel zijn en er in Wervik weinig openbaar vervoer is, is werken buiten Wervik dikwijls geen optie. In Komen, dat in de provincie Henegouwen ligt, is er wel werk maar tussen Wervik en Komen is er geen samenwerking. En op die manier profiteert Wervik niet van de subsidies die de Europese Unie aan Henegouwen heeft toegekend.’ Wel telt Wervik veel sociale woningen. Werk vinden is er niet gemakkelijk en het openbaarvervoernet kan veel beter, maar toch worden er nog altijd sociale woningen bijgebouwd. De indruk leeft dat mensen naar Wervik komen omdát er veel sociale woningen zijn. Het zou wel degelijk kunnen. Er is bovendien een grote toevloed van mensen uit Oost-Europa. ‘Zij leren snel Nederlands en om

54 I 16 september 2011 I Lokaal

werk te vinden in de streek is dat een must,’ legt Nele Coghe uit. ‘Maar tussen deze mensen is er, als zij geen familie zijn, weinig of geen contact.’ Individuele begeleiding De arbeidstrajectbegeleider stippelt met mensen die recht hebben op maatschappelijke integratie in de vorm van leefloon of financiële steun gelijk aan leefloon, een traject op weg naar tewerkstelling in artikel 60 § 7 van de OCMW-wet uit. OCMW-cliënten die geen recht op leefloon hebben, worden met andere werkgelegenheidsmaatregelen naar werk geleid.

In datzelfde jaar 2009 vonden nog 88 personen die geen recht hadden op leefloon, de weg naar de dienst arbeidstrajectbegeleiding van het OCMW. Deze dossiers leverden niet direct tewerkstelling via het OCMW op. ‘Het is niet omdat wij niet naar werk kunnen begeleiden dat het daar stopt,’ zegt Nele Coghe. ‘Dikwijls moeten we mensen doorverwijzen naar de juiste instanties zoals de RVA, de VDAB of het ziekenfonds. Soms geven we informatie over opleiding, ontslag, het werkloosheidsdossier bij de RVA of de VDAB, dienstencheques, vrijwilligerswerk, het recht op uitkeringen. Wij

Nele Coghe: ‘Wij zetten in op de competenties en de ervaring van de mensen die bij ons terechtkomen. Zij krijgen van ons de tijd die zij redelijkerwijs nodig hebben en in het reguliere arbeidscircuit vaak niet krijgen.’ In 2009 werden 74 personen in het kader van leefloon of equivalent leefloon door de sociale dienst van het OCMW doorgestuurd naar de dienst arbeidstrajectbegeleiding. Met al deze mensen werden de mogelijkheden qua werk of opleiding besproken. Uiteindelijk volgde de helft daarvan een opleiding, studeerden ongeveer tien personen in het kader van een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie en ging het overige deel aan de slag in artikel 60 § 7. Drie mensen gingen aan het werk in andere werkgelegenheidsmaatregelen. Voor zes mensen werd onmiddellijk in het reguliere circuit werk gevonden en één persoon ging aan de slag als werknemer van het PWA.

moeten dus van alle markten thuis zijn. Wij bieden ook hulp bij solliciteren: wij helpen bij het opmaken van het cv, we regelen afspraken met mogelijke werkgevers.’ Samen in de Werkwinkel De arbeidstrajectbegeleider werkt drie dagen per week vanuit de lokale werkwinkel. Daar draait zij mee met de werknemers van de VDAB en het PWA. ‘We doen niet hetzelfde maar de mensen voor wie wij werken zijn wel vaak dezelfden. In wat we doen, respecteren we elkaars eigenheid en zo vullen we elkaar aan.’ De overige twee werkdagen werkt Coghe in het OCMW. ‘Ik krijg veel kansen van


Het OCMW van Wervik is de grootste werkgever van de gemeente. Het heeft drie erkende woonzorgcentra, een wasserij die erkend is als innoverend project voor sociale inschakeling, en een vrouwencentrum .

het bestuur en de directie. De vrijheid die we krijgen werkt motiverend.’ In ruil voor die vrijheid eist het bestuur efficiëntie en resultaten, zowel van het OCMWpersoneel als van de cliënten die door het OCMW aan werk worden geholpen. ‘Voor iedereen in het OCMW en in de werkwinkel is de werkdruk groot. Hij is ook voelbaar toegenomen door de economische crisis. Ook het verstrengde toezicht op uitkeringsgerechtigde werklozen leidt ertoe dat er meer mensen komen aankloppen.’ ‘Wij zetten in op de competenties en de ervaring van de mensen die bij ons terechtkomen. Hiervoor is het nodig dat wij hen leren kennen. Zij krijgen van ons de tijd die zij redelijkerwijs nodig hebben en in het reguliere arbeidscircuit vaak niet krijgen. En bij elk werkaanbod kijken we naar de toekomst: de artikel 60’er moet voor zover dat mogelijk is, uitstromen in het normale circuit.’ De grootste werkgever is het OCMW zelf Het OCMW van Wervik is de grootste werkgever van de gemeente. Het OCMW heeft drie woonzorgcentra die alle drie

erkend zijn als rust- en verzorgingstehuis. Het beschikt over een wasserij waar vijftien artikel 60’ers dagelijks hard werken. De wasserij onderhoudt en verstelt het linnen van de bewoners van de ouderenvoorzieningen. Ze is erkend als innoverend project voor sociale inschakeling en kan daardoor ook mensen in de werkgelegenheidsmaatregel sine tewerkstellen. Het OCMW heeft ook een vrouwencentrum opgericht. ‘Het is ontstaan uit de vrijwilligerswerking,’ vertelt Evelien Deboef die daarnaast ook de buurtwerking ’t Park in Wervik coördineert. ‘Iedereen kan er terecht voor informatie en advies, ontmoeting en vorming. Wie in moeilijkheden zit, vindt hier altijd een luisterend oor en wordt zo goed mogelijk naar de juiste instanties doorverwezen. De drempel naar het vrouwencentrum is soms minder hoog dan die naar het OCMW.’ Er is ook een tweedehandskledingwinkel en een computerruimte waar de inwoners van Wervik het internet kunnen raadplegen of een document kunnen afdrukken. Het vrouwencentrum dat als initiatief van lokale diensteneconomie en als socia-

le-economie-initiatief is erkend, wordt opengehouden door de coördinator, twee artikel 60’ers, drie personen die via lokale diensteneconomie gesubsidieerd worden en twee mensen die werken bij het PWA. Buurtwerking ’t Park herbergt ook een groendienst waarin één persoon in artikel 60 werkt en vier mensen in sine. Het OCMW werkt ook samen met de beschutte werkplaats ’t Veer uit Menen. Ook in het Kringloopcentrum ZuidWest-Vlaanderen kunnen OCMWcliënten aan de slag gaan. ‘Wanneer iemand die je een hele tijd begeleid hebt, uiteindelijk een duurzame baan vindt, binnen of buiten het OCMW, dan geeft dat veel voldoening,’ zegt Nele Coghe. ‘Na hun tewerkstelling in artikel 60 § 7 konden bijvoorbeeld twee werknemers in de buitenschoolse kinderopvang van het OCMW terecht nadat zij hiervoor het vereiste certificaat behaald hadden. Voor die mensen, en eigenlijk ook voor ons, is dat een echte overwinning.’ Petra Dombrecht is VVSG-stafmedewerker lokale economie en werkgelegenheid

Lokaal I 16 september 2011 I 55


organiseert selectieprocedures voor de aanwerving in statutair verband van m/v

Afdelingshoofd Infrastructuur voltijds – niveau A1a-A3a heeft de leiding van de dienst infrastructuur (beheer van gebouwen, wegeninfrastructuur en groenvoorzieningen). Streeft naar optimaal functioneren van de technische uitrustingen (materieel en activering), efficiënt beheer van de middelen en naar een verzorgde en veilige infrastructuur in de gemeente. Doet beleidsvoorstellen (planning, uitvoering en budgettering). Houdt toezicht op de infrastructuurwerken (wegen, gebouwen, groenvoorzieningen) in eigen beheer en op de uitbestede werken. Volgt aanbestedingen op en stelt lastenboeken op. Diploma: • master of gelijkwaardig (bij voorkeur in een technische richting zoals bouw of openbare werken); • of bachelor of gelijkwaardig (bij voorkeur in een technische richting zoals bouw of openbare werken) met - minimaal tien jaar praktijkervaring als leidinggevende in de bouwsector of in de sector van de openbare werken; - of minimaal tien jaar werkervaring hebben in een andere gemeente of openbare dienst, waarvan minstens zes jaar op minstens B-niveau als leidinggevende in een technische dienst en/of dienst openbare werken/infrastructuur; en bovendien voldoen aan de toelatings- en wervingsvoorwaarden. Functierelevante vereisten: grondige praktische en theoretische kennis van technieken, werkmiddelen en materialen op het vlak van infrastructuur. Een goed inzicht in de werkorganisatie m.b.t. de bouw, de aanleg en het onderhoud van openbare voorzieningen. Proeftijd: twaalf maanden; Bruto maandwedde (index 154,60): min. 2815,01 euro - max. 4953,65 euro.

Deskundige Sport en Jeugd voltijds – niveau B1-B3 zorgt voor de uitbouw van een sportwerking en sportpromotionele activiteiten binnen de gemeente, alsook voor de uitbouw van de jeugdwerking en activiteiten voor de jeugd. Behandelt de desbetreffende dossiers. Draagt zorg voor de praktische realisatie van de strategische beleidsopties inzake aangelegenheden van de dienst Sport en de dienst Jeugd. Diploma: minstens bachelor, aangevuld met het brevet van sportfunctionaris, uitgereikt door de Vlaamse Trainersschool (of behalen binnen de drie jaar na indiensttreding) of gelijkwaardig en voldoen aan de toelatings- en wervingsvoorwaarden. Proeftijd: twaalf maanden; Bruto maandwedde (index 154,60): min. 2228,82 euro - max. 3755,49 euro. wijze van solliciteren voor de voormelde vacatures

Uw kandidatuur, met duidelijke vermelding van de beoogde functie, vergezeld van een uitgebreid cv en een afschrift van het vereiste diploma, moet: • hetzij overhandigd worden op het secretariaat van het gemeentebestuur, op de 1° verdieping van het gemeentehuis, Gemeentestraat 2, 3054 OudHeverlee, waar u een ontvangstbewijs zult krijgen. • hetzij per post verzonden worden aan het college van burgemeester en schepenen, Gemeentestraat 2, 3054 Oud-Heverlee.

Uiterste inschrijvingsdatum voor de voormelde functies: 31 oktober 2011 (datum poststempel of ontvangstbewijs gelden als bewijs). Bijkomende inlichtingen: dienst personeel, Gemeentestraat 10, 3054 Oud-Heverlee, T 016-38 88 29, personeel@oud-heverlee.be of via www.oud-heverlee.be

56 I 16 september 2011 I Lokaal

De gemeente Kapellen is een dynamische gemeente van ca. 26.000 inwoners, gelegen midden in het groen. Kapellen beschikt over heel wat troeven, zowel op sportief, cultureel als sociaal vlak. Voor de verdere ontwikkeling van onze organisatie zijn wij op zoek naar een

beleidscoördinator technische dienst niveau A4a – A4b – 38 uren prestaties per week – statutair Functie De beleidscoördinator coördineert de verschillende diensten binnen zijn/haar cluster, ondersteunt de gemeentesecretaris in de dagelijkse aansturing van de organisatie en neemt een belangrijke rol op in organisatiebrede projecten waar zijn/haar cluster een belangrijke rol in speelt. De beleidscoördinator heeft de leiding over de cluster Technische Dienst. Hij/zij werkt dan ook nauw samen met de leidinggevenden van de verschillende diensten binnen deze cluster. Hij/zij rapporteert aan de gemeentesecretaris en zetelt samen met de andere beleidscoördinatoren in het managementteam. Profiel In het bezit zijn van een master- of universitair diploma of een diploma van het hoger onderwijs van twee cycli dat gelijkgesteld werd met universitair onderwijs Beschikken over minstens vier jaar ervaring in een leidinggevende functie, binnen een periode van zes jaar voorafgaand aan de openverklaring Beschikken over volgende competenties: leidinggeven, klantgerichtheid, samenwerken, overtuigingskracht, besluitvaardigheid, organisatorische vaardigheden, visie, vaktechnische kennis, ... Contract en loon statutaire aanstelling met een proefperiode van twaalf maanden een brutoloon van ongeveer 3321euro aanleg van een werfreserve met een looptijd van één jaar Selectieprocedure schriftelijk gedeelte: op zaterdag 8 oktober 2011 mondeling gedeelte: in de week van 17 oktober 2011 assesment: in de week van 24 oktober 2011 Ons aanbod voor deze functie Een aangename werkomgeving en interessante vakantieregeling Maaltijdcheques, fietsvergoeding, terugbetaling abonnement openbaar vervoer Relevante privé-jaren worden in aanmerking genomen voor uw loonberekening Gratis kinderopvang bij de gemeentelijke dienst voor buitenschoolse kinderopvang Solliciteren voor deze functie Kandidaturen (brief met cv en diploma) moeten uiterlijk op woensdag 21 september 2011 per post verstuurd worden t.a.v. college van burgemeester en schepenen, Antwerpsesteenweg 130, 2950 Kapellen (poststempel geldt als bewijs) of via personeelsdienst@kapellen.be


geregeld wetmatig

Nieuwe financiering ambtenarenpensioenen sering van de bijdragevoeten gebeurt gespreid over vier jaar. Er komt een responsabiliseringsbijdrage vanaf 2012 voor een bestuur dat een grotere pensioenlast heeft of minder vastbenoemden in dienst heeft in vergelijking met de andere lokale besturen. De lokale politiezones worden voor het eerst geconfronteerd met een stijging van de bijdragevoet. Dat komt omdat de pensioenlasten van de vroegere gemeentepolitie mee verrekend worden. Verder regelt het wetsontwerp enkele andere heikele punten, zoals de laattijdige benoemingen en de cumulatie van een tweede pensioenpij-

ler met een ambtenarenpensioen. Al deze maatregelen uit het wetsontwerp moeten de financiering van de ambtenarenpensioenen ook op lange termijn waarborgen. De VVSG heeft de krachtlijnen van het wetsontwerp gebundeld in een nota en een powerpoint. U leest er ook de basisbijdragepercentages en de hoogte van de responsabiliseringsbijdrage. Opgelet, dit is niet noodzakelijk de effectieve bijdragevoet die aan uw bestuur gefactureerd zal worden, want er kunnen reserves ingezet worden (Koninklijk Besluit nodig).

stefan dewickere

Er liggen enkele hervormingsvoorstellen op tafel om de ambtenarenpensioenen te financieren. De federale regering heeft op 20 juli 2011 een voorontwerp van wet goedgekeurd. Dat gaat nu naar de Raad van State. Volgens het voorontwerp komt er een ambtshalve aansluiting van alle lokale besturen voor de financiering van hun ambtenarenpensioenen bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten (RSZPPO) vanaf 2012. Enkel de huidige besturen van pool 3 en 4 kunnen weigeren. Alle pools bij de RSZPPO worden samengevoegd, maar de harmoni-

marijke.delange@ vvsg.be

Intern gebruik gegevens bevolkingsregister De rondzendbrief van 1 juli 2011 regelt de raadpleging van de bevolkingsregisters voor interne doeleinden voor gemeenten en OCMW’s. Zo bestaat er nu klaarheid over het gebruik van de bevolkingsregisters voor interne doeleinden, het standpunt dat de VVSG eerder vertolkte. De rondzendbrief garandeert een voldoende en rechtmatig gebruik van de nodige gegevens uit het bevolkingsregister om de (rui-

me) doeleinden van gemeente en OCMW te ondersteunen. De consultatie wordt gebaseerd op een beleidsbeslissing goedgekeurd door het bevoegde orgaan (gemeenteraad, college of OCMW-raad). Als in het communicatieplan voor de Grabbelpasactie staat dat alle drie- tot twaalfjarigen persoonlijk aangeschreven zullen worden en dit communicatieplan (en budget- en activiteitenplan) wordt goedgekeurd, le-

Het stadsbestuur van Ninove heeft volgende betrekkingen open verklaard en gaat over tot de organisatie van de selectieprocedures met aanleg van een wervingsreserve voor een diensthoofd onderwijs A1a-A3a, statutair diensthoofd burgerzaken A1a-A3a, statutair communicatieambtenaar A1a-A3a, statutair deskundige financiën B1-B3, statutair coördinator logistiek/patrimonium C4-C5, statutair integratieambtenaar B1-B3, contractueel deskundige leefmilieu B1-B3, statutair

vert dit een rechtmatige basis voor het gebruik van het bevolkingsregister. Let wel, er is vooralsnog géén regeling (en machtiging) voor het gebruik van rijksregistergegevens voor niet-inwoners, hoewel dit ten zeerste wenselijk is. Een aanvraag hiervoor is nog lopende. herman.callens@ vvsg.be

binnenland.vlaanderen.be, BB 2011/2

U kunt alle inlichtingen opvragen bij de personeelsdienst, T 054-31 33 06 – 054-31 32 53 of op www.ninove.be onder Administratieve diensten/ Personeel/vacatures. Mailen kan naar personeelsdienst@ninove.be. De kandidaturen moeten op straffe van nietigheid ingediend worden op de personeelsdienst uiterlijk 15 oktober 2011 met verplicht gesteld sollicitatieformulier. Kopie van diploma(s) of andere bekwaamheidsbewijzen moet worden bijgevoegd.

Er wordt een infosessie georganiseerd op donderdag 6 oktober 2011 om 19.30 u in de gemeenteraadszaal van het stadhuis, Centrumlaan 100, Ninove. Geldig solliciteren kan: • bij aangetekende brief aan stad Ninove, personeelsdienst, Centrumlaan 100, 9400 Ninove • door overhandiging tegen ontvangstbewijs op de personeelsdienst • verstuurd per e-mail met ontvangstmelding gericht aan personeelsdienst@ninove.be.

Lokaal I 16 september 2011 I 57


Met zijn 370 personeelsleden, verspreid over drie woonzorgcentra, een lokaal dienstencentrum, thuiszorgdiensten, administratie en sociale dienst is het OCMW de grootste werkgever van de gemeente Evergem. Het OCMW van Evergem participeert aan de Vereniging Welzijnsband Meetjesland, die het sociaal beleid van de 13 OCMW’s van de regio coördineert. Bij vergelijkend examen gaat het OCMW van Evergem over tot de statutaire invulling van de voltijdse functie (m/v) van:

We zijn op zoek naar een enthousiaste(m/v):

OCMW-SECRETARIS De OCMW-secretaris staat, als hoogste ambtenaar, in voor de algemene leiding van de OCMW-diensten en staat aan het hoofd van het OCMW-personeel. Toelatingsvereisten: De kandidaten dienen: • houder te zijn van een diploma van niveau A (openbare diensten) • ten minste vijf jaar ervaring te kunnen laten gelden in een als dusdanig door de OCMWvoorzitter beoordeelde leidinggevende functie in de openbare of particuliere sector • Belg te zijn • te voldoen aan de vereiste over de taalkennis opgelegd door de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966 • te slagen voor een vergelijkende selectieprocedure. Er wordt een werfreserve aangelegd. We bieden u: Een jaarlijkse geïndexeerde brutobezoldiging van € 55.480,68 tot € 81.932,04 (index juni 2011). Maaltijdcheques en gratis hospitalisatieverzekering. Hoe kunt u zich kandidaat stellen? Op de website www.ocmwevergem.be kunt u bij “jobs” de functiebeschrijving, het OCMWraadsbesluit in verband met de voorwaarden, de selectieprocedure en het inschrijvingsformulier vinden. U kunt deze documenten ook aanvragen bij mevrouw Ann Depinois, financieel beheerder van het OCMW, tel. 09 358 77 78 of via e-mail ann.depinois@ocmw.evergem.be of via de post op het adres van het OCMW: Sleidinge Dorp 54, 9940 Evergem (Sleidinge). Om in te schrijven moet u het inschrijvingsformulier invullen en met de bijhorende documenten, onder gefrankeerde omslag, uiterlijk op vrijdag 30 september 2011, sturen naar bovenstaand adres, gericht aan de OCMW-voorzitter. Het inschrijvingsformulier moet vergezeld zijn van een kopie van het vereiste diploma, een uitgebreid curriculum vitae en de bewijsstukken van vijf jaar ervaring in een leidinggevende functie. De postdatum geldt als bewijs van de datum van inschrijving.

Uw personeelsadvertentie in Lokaal, VVSG-week én op de VVSG-website inlevering advertenties voor:

Lokaal 16 (16 tot 31 oktober): 29 september Lokaal 17 (1 tot 15 november): 13 oktober

informatie personeelsadvertenties

informatie andere advertenties

Nicole Van Wichelen T 02-211 55 43 nicole.vanwichelen@vvsg.be

Peter De Vester T 03-326 18 92 peter@cprojects.be

58 I 16 september 2011 I Lokaal

De gemeente Sint-Katelijne-Waver is een landelijke gemeente met een sterke dynamiek, die openstaat voor vernieuwing en resoluut kiest voor een hedendaags organisatiebeleid.

Bibliothecaris A1a-A3a

voltijds – aanleg van een werfreserve voor een contractuele tewerkstelling met nadien mogelijkheid tot statutaire aanstelling U bent verantwoordelijk voor de algemene leiding, de coördinatie en de organisatie van de bibliotheek. U geeft vorm aan het bibliotheekbeleid en u staat in voor een efficiënte en effectieve uitvoering van de beleidsdoelstellingen. U geeft leiding aan een team van bibliotheekmedewerkers, u kunt deze mensen motiveren, sturen en begeleiden. Wij zoeken iemand die: - een masterdiploma heeft ofwel een diploma universitair onderwijs of een diploma hoger onderwijs van twee cycli dat gelijkgesteld werd met universitair onderwijs - houder is van een diploma postacademische vorming informatie- en bibliotheekwetenschap, graduaat bibliotheekwezen en documentaire informatiekunde of gelijkaardig, of dit behalen binnen een termijn van vijf jaar na de datum van indiensttreding - in het bezit is van een rijbewijs B. Wij bieden u: - een uitdagende job - werk in een aangename omgeving, zonder fileproblemen - opleidingsmogelijkheden - maaltijdcheques - fietsvergoeding - tussenkomst openbaar vervoer - gratis hospitalisatieverzekering. Wilt u deel uitmaken van ons team? Richt dan uw sollicitatiebrief, cv, een kopie van het vereiste diploma en een kopie van uw rijbewijs aangetekend of tegen ontvangstbewijs aan het college van burgemeester en schepenen, Lemanstraat 63, 2860 Sint-Katelijne-Waver, ten laatste op 21 september 2011. Het gemeentebestuur stimuleert gelijke kansen en diversiteit. We werven aan op basis van competenties, ongeacht leeftijd, geslacht, afkomst of handicap. De volledige functiebeschrijving, aanwervingsvoorwaarden en verdere inlichtingen kunt u vinden op www.sintkatelijnewaver.be of verkrijgen bij de personeelsdienst, T 015-30 50 77 of personeelszaken@sintkatelijnewaver.be.


geregeld wetmatig

Niet alle gemachtigd opzichters zijn gemeenschapswachten

preventiedienst menen

In gemeenten zijn veel gemachtigd opzichters aan de slag, sommigen zijn PWA’er, anderen zijn ‘gelegenheidspersoneel’. Ze hebben de opleiding gemachtigd opzichter gevolgd en zijn aangesteld door de burgemeester.

krachten, ouders, vrijwilligers, gepensioneerden deze taak perfect blijven uitoefenen vanuit diezelfde redenering. Dit is nogal absurd: om dezelfde taak uit te oefenen moet in het ene geval wel nog een extra intensieve opleiding gemeenschapswacht van 90 uren gevolgd worden, in het andere geval niet. Bovendien zijn de voorwaarden om deze taak te mogen uitoefenen al lang geregeld in andere regelgeving (opleiding, uitrusting enzovoort). De VVSG bracht deze absurde situatie al meermaals onder de aandacht van het kabinet van de Minister van Binnenlandse Zaken en het kabinet van de Minister van Werkgelegenheid. Laten we vooral het doel van ‘gemachtigd opzicht’ voor ogen houden: ‘verkeersveiligheid aan de schoolpoorten’. nadja.desmet @ vvsg.be

Wet van 15 mei 2007 op de gemeenschapswachten PREV 32 Omzendbrief bij de wet op de gemeenschapswachten Ministerieel rondschrijven van 5 juli 1999 betreffende de gemachtigde opzichters

Al deze gemachtigd opzichters voldoen aan de richtlijnen (zoals opleidingsvereisten, leeftijdsvoorwaarden en uitrusting) die voor deze taak vermeld zijn in het Ministerieel rondschrijven van 5 juli 1999 betreffende de gemachtigd opzichters. Volgens dit rondschrijven kunnen ook stadswachten (de huidige gemeenschapswachten) deze taak uitoefenen, net als vrijwilligers, leerkrachten, ouders, mensen die over vrije tijd beschikken, toeristische gidsen of gidsen van jeugdbewegingen, monitoren, sociale helpers, personeel van rusthuizen en beschutte werkplaatsen. Het feit dat ook gemeenschapswachten deze taak kunnen uitoefenen mag nu niet leiden tot de redenering: iedereen die deze taak uitoefent ‘in kernopdracht en in dienstverband van de gemeente’ valt onder de wetgeving van de gemeenschapswachten. Toch is dit de redenering van de FOD Binnenlandse Zaken. Personen die een taak uitoefenen die gemeenschapswachten kunnen uitoefenen, die dit als kernopdracht doen in rechtstreeks of onrechtstreeks dienstverband van de gemeente, zijn gemeenschapswachten (zie rondzendbrief PREV 32). Als gevolg daarvan krijgen de gemeenten soms ook via de RVA de boodschap dat PWA’ers die louter als gemachtigd opzichter voor de gemeente werken (en dus geen andere taken voor de gemeente uitvoeren) de opleiding gemeenschapswacht (90 lesuren!) moeten volgen, anders kunnen zij niet langer ingezet worden als zodanig. Dit geldt niet als de personen deze taak niet in rechtstreeks of onrechtstreeks dienstverband van de gemeente uitoefenen en/ of als ze deze taak niet als kernopdracht doen. Gemachtigd opzichters zijn mensen die als vrijwilliger via de vrijwilligerswetgeving, via aanstelling door de scholen ofwel in rechtstreeks of onrechtstreeks dienstverband van de gemeente werken en naast de taak van gemachtigd opzicht nog andere taken als (kern)opdracht uitvoeren zoals klussen, schoonmaken of in een gemeentelijke dienst werken. Daarnaast kunnen ook leer-

GAS-wet van 13 mei 1999

Torhout is een levende stad in het hart van de provincie West-Vlaanderen, met bijna 20 000 inwoners. 200 personeelsleden zetten zich dagelijks in om een waaier aan diensten te kunnen bieden aan de inwoners. Het stadsbestuur van Torhout zal overgaan tot de aanleg van een wervingsreserve voor volgende functies op niveau B (m/v):

Werkleider / Diensthoofd technische uitvoering (B4 - B5) FUNCTIE: Het diensthoofd technische uitvoering staat in voor de coördinatie van de werken van de technische dienst in eigen beheer (patrimonium, openbare werken, groen) AANWERVINGSVOORWAARDEN: • je bent houder van een bachelordiploma richting industriële wetenschappen en technologie, biotechniek of architectuur • je beschikt over minstens vier jaar relevante ervaring

Er wordt een wervingsreserve aangelegd van drie jaar. Kandidaturen vergezeld van een curriculum vitae en een kopie van het vereiste diploma dienen uiterlijk op 30 september 2011 (poststempel geldt als bewijs) verstuurd naar het college van burgemeester en schepenen, Markt 1, 8820 Torhout. De eerste selectieproef vindt plaats op zaterdag 8 oktober. Een informatiebundel met de volledige toelatings- en aanwervingsvoorwaarden, functiebeschrijving, berekeningswijze bezoldiging, enz. per functie kan bekomen worden via de personeelsdienst (tel. 050 22 11 35) of de website www.torhout.be.

Lokaal I 16 september 2011 I 59


geregeld wetmatig

stefan dewickere

Gevolgen van de afschaffing registratie als aannemer Dikwijls moeten inwoners voor het verkrijgen van premies de werken laten uitvoeren door een geregistreerde aannemer. Welke gevolgen voor gemeentelijke reglementen heeft de geplande afschaffing van de registratie als aannemer? ‘De ministerraad van 16 juni 2011 heeft een voorontwerp van wet houdende fiscale en diverse bepalingen goedgekeurd dat onder meer de afschaffing van de registratie als aannemer bevat. Daartoe worden de artikelen 401 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en 30bis, § 2, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, opgeheven. Deze afschaffing is het gevolg van opmerkingen van de Europese Commissie die oordeelt dat de genoemde registratie als aannemer niet conform is aan de verdragsbepalingen (artikelen 56 en 57, VWEU) noch aan de bepalingen van de dienstenrichtlijn (Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt),’ zo stond in het Belgisch Staatsblad van 19 augustus. Ondertussen heeft de Raad van State een advies verstrekt. Zodra het voorontwerp is aangepast aan de opmerkingen van de Raad van State, wordt het als wetsontwerp ingediend in het parlement. Een van de opmerkingen van de Raad van State heeft betrekking

op het feit dat alle overheden de nodige tijd moeten krijgen om hun reglementering aan te passen aan deze wijziging, omdat de registratie als aannemer immers in verschillende reglementeringen als voorwaarde geldt voor bepaalde voordelen. Daarom worden alle overheden, zowel federaal als regionaal of lokaal, die zulke bepalingen in hun reglementering hebben, verzocht om nu al de nodige stappen te ondernemen om die reglementering te kunnen verbeteren zodra de afschaffing van de registratie als aannemer effectief is goedgekeurd in het parlement. Hiervoor kunnen ze een formulering uit de fiscaliteit gebruiken, zoals in artikel 14525, derde lid, 4°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. Sinds een wetswijziging luidt het derde lid (wetswijziging W.I.B. 1992 door de wet van 14 april 2011, BS van 6 mei 2011, inforumnummer 254427) nu: ‘de dienstverrichtingen met betrekking tot die werken worden verstrekt en gefactureerd aan de belastingplichtige’. katrien.colpaert @ vvsg.be

De gemeente Ham werft aan (m/v):

AFDELINGSHOOFD BURGERZAKEN

statutair • voltijds • A1a-A3a • met aanleg van een werfreserve voor de duur van 3 jaar Taken: als afdelingshoofd burgerzaken geef je leiding aan de medewerkers van de dienst burgerzaken. Je bent verantwoordelijk voor een klantgerichte werking van de dienst. Je ontwikkelt en bewaakt de verschillende taken en je helpt mee aan de uitvoering ervan. Je implementeert de wetgeving van toepassing op je dienst (burgerlijke stand, bevolking, vreemdelingenzaken, rijbewijzen, …). als lid van het managementteam werk je actief mee aan de kwaliteitsbewaking van de organisatie en aan de voorbereiding en de uitvoering van het beleid. Profiel: Je bent organisatorisch en administratief sterk en je kan een team leiden en motiveren. Je bent in het bezit van een masterdiploma (bij voorkeur in een juridische richting). Je bent Belg, lichamelijk geschikt en van onberispelijk gedrag. Je slaagt in een selectieproef. WiJ Bieden: • statutaire tewerkstelling • correct loon (€ 2.815 tot € 4.953 bruto per maand) • maaltijdcheques, fietsvergoeding en hospitalisatieverzekering • uitstekende verlofregeling.

Hoe solliciteren? Stuur vóór 17 oktober 2011 je sollicitatiebrief met cv en een kopie van je diploma naar: Gemeentebestuur Ham, Dorpsstraat 19, 3945 Ham of via e-mail naar: personeelsdienst@ham.be Meer inlichtingen: Het volledige aanwervingsdossier (aanwervingsvoorwaarden, examenprogramma, weddenschaal en functiebeschrijving) vind je op onze gemeentelijke website (www.ham.be/vacatures) of kan je op aanvraag verkrijgen bij de personeelsdienst (013 61 10 31/32 of via e-mail: personeelsdienst@ham.be).

www.ham.be

60 I 16 september 2011 I Lokaal


agenda studiedagen

Vilvoorde 29 september

Temse 27 september Diksmuide 29 september Hasselt 14 oktober

Handhaving bij economische materies Infosessies voor ambtenaren en schepenen lokale economie. www.vvsg.be (kalender) Antwerpen 27 september

Samenwerking gemeente-OCMW: van toveren tot tools! Studiedag van de Vereniging van Vlaamse OCMW-secretarissen. www.vvsg.be (kalender) Leuven 6 oktober

Werkgelegenheidsmaatregelen in lokale besturen: aan de slag! Hoe kunnen lokale besturen stagiairs uit het secundair onderwijs nuttig inzetten? Van welke werkgelegenheidsmaatregelen en -premies kunnen lokale besturen gebruik maken? Personeelsverantwoordelijken van gemeente en OCMW weten na deze studiedag welke maatregelen zij voor wie kunnen inzetten en hoe zij dat administratief afhandelen. Ten slotte maken wij simulaties van de verminderde loonkosten bij de inzet van deze maatregelen. www.vvsg.be (kalender)

Leuven 20 oktober

Publiek cameratoezicht: zit Big Brother in mijn gemeente?

Projectmatig werken voor lokale overheden

Praktijkgerichte studiedag voor het cameragebruik door gemeente en politie. www.vvsg.be (kalender)

Studiedag voor leden van het managementteam, directieleden, mandatarissen, projectleiders en projectmedewerkers. www.vvsg.be (kalender)

Herentals 12 oktober

Veelbelovende preventie: senioren en veiligheid

opleidingen

Brussel 6 oktober Gent 13 oktober

Communicatie voor kansarme doelgroepen Praktische opleiding over inhoud en vormgeving van communicatie-producten zoals folders en brochures. www.vvsg.be (kalender) Leuven vanaf 7 oktober

Torhout 23 september Hasselt 7 oktober Mechelen 21 oktober

Hoe bouw je een evenwichtig animatieaanbod op?

Studiedag over het SDNA-project in Dendermonde en Almere. www.vvsg.be (kalender)

Infosessie over de mogelijkheden die de Vlaamse Codex aan gemeenten biedt om handhavend op te treden. www.vvsg.be (kalender)

Gent 19 oktober

Mechelen vanaf 4 oktober

Gent 11 oktober Houthalen-Helchteren 12 oktober Roeselare 13 oktober Malle 18 oktober Affligem 19 oktober Leuven 27 oktober

Studiedag voor leidinggevenden en communicatieverantwoordelijken in de woonzorgcentra. www.vvsg.be (kalender)

Vierdaagse praktijkgerichte opleiding voor maatschappelijk werkers en arbeidstrajectbegeleiders. www.vvsg.be (kalender)

Politieacademie over het seniorenproject en het recreatiedomein Netepark. info@politieneteland.be Dendermonde 18 oktober

Nieuwe methodes tegen vermogensdelicten en hold-ups

Communicatie in de woonzorgcentra: voor, tijdens en na een crisis

Beter voorkomen dan genezen: handhaving ruimtelijke ordening op lokaal niveau

Integrale trajectbegeleiding en werkgeversbenadering

Oostduinkerke vanaf 19 oktober

Leiden van een team

Een team functioneert goed dankzij motivatie, inzet, goede resultaten en een prettige werksfeer. Dit vergt veel kennis en vaardigheden van de leidinggevende en van de teamleden zelf. De leidinggevende moet de onderlinge samenhang bevorderen, de communicatie verbeteren, conflicten positief oplossen, feedback geven. In deze residentiĂŤle vorming vertrekken we vanuit de analyse van het eigen team. Door het bepalen van knelpunten gaan we na hoe u uw eigen functioneren en de communicatie binnen het team kunt optimaliseren. We werken intensief aan de hand van oefeningen met telkens een terugkoppeling naar de eigen situatie. www.vvsg.be (kalender)

Driedaagse praktijkgerichte opleiding voor animatoren in de woonzorgcentra. www.vvsg.be (kalender)

Ronde van Vlaanderen

Tien actuele dossiers voor de lokale besturen. www.vvsg.be (kalender) Gent vanaf 18 oktober

Energievraagstukken voor hulpverleners Tweedaagse opleiding voor medewerkers van OCMW’s en diensten voor schuldbemiddeling. www.vvsg.be (kalender)

evenementen

Vlaanderen 16 tot en met 22 september

European Mobilityweek

Acties en initiatieven in het teken van efficiĂŤnt omgaan met energie in functie van duurzame mobiliteit en bewust autogebruik. www.weekvandemobiliteit.be

Lokaal I 16 september 2011 I 61


column Pieter Bos

N

iets is wat het lijkt. Of daar lijkt het toch op. Vraag maar aan Yves Leterme. Die mens mag geen bericht twitteren of alle nit-twits van het land maken er een story van waar geen verhaal tegen is. Of kijk naar Nederland-witsland waar een meute naar Den Haag marcheerde onder meer onder een reuzenspandoek met het fijnzinnige opschrift ‘KUT’. Een beetje modern mens denkt dan aan een slettenmars, maar neen: het was een mars In Naam Van De Beschaving. Op initiatief van de culturele sector die daarmee bewees dat er onder de gordel ook nog beschaving bestaat. Die nieuwe feministen hebben zich dus mooi door de schijn laten misleiden. Het is nauwelijks een verwijt. Ook wij tuinen er wel eens in. Neem de parlementsverkiezingen van een dik jaar geleden. Wij dachten dat die bedoeld waren voor twee dingen: een nieuwe regering vormen en het land hervormen. Ook dat was dus schijn. In werkelijkheid werd de zittende regering hervormd tot een lopende en wordt er een nieuw land gevormd. En misschien is zelfs dát schijn. Misschien wordt er niet één nieuw land gevormd, maar zijn het er twee. Of drie. Of negentien. (On ne sait jamais, met die Brusselse ketjes. De grensconflicten zijn er nu al niet van de poes. Zelfs mortierbrigades slaan er tegenwoordig op de vlucht, een blauwwit confettispoor achterlatend. Straathoekwerkers puzzelen ze met engelengeduld weer samen tot de papieren straatnaambordjes die ze waren: ‘Zonder Haat Straat’. Eén welzijnswerker is even verstrooid als de snippers en maakt er ‘Zonder Straat Haat’ van. Het doet velen twijfelen: wat was het nu eigenlijk?)

62 I 16 september 2011 I Lokaal

Er zijn geen zekerheden meer. Niets is nog wat het lijkt. Normaal zijn er volgend jaar gemeenteraadsverkiezingen. Maar Patrick Janssens, voorzitter van de nv A, liet al weten dat het wat hem betreft niet waar zal zijn. Men zou denken: groot nieuws! Maar geen medium dat erover kikte. Kennelijk had iedereen zich er allang bij neergelegd dat de verkiezingen van volgend jaar alleen in schijn gemeenteraadsverkiezingen zullen zijn. In de feiten zullen het burgemeestersverkiezingen zijn – een kieshervorming waarvoor zelfs geen cordon sanitaire moest worden doorbroken. Straffer nog: een kieshervorming waarvoor zelfs geen stemming nodig was. De schijn is tegen, maar dat heet dus democratie: de grootste zal het worden! Een titanenstrijd tekent zich af aan de politieke horizon die geheel toevallig samenvalt met de electorale. Niks geen ideeënstrijd over het beleid van de stad (de strijd tegen de armoede, het aanbod van voldoende kinderopvang en goed onderwijs, de vermindering van het fijn stof, de betaalbaarheid van woningen, het al dan niet doortrekken van de tramlijn), maar een spannend duel tussen twee karakters uit teflon en beton. Wordt het de man met de tunnelvisie of de rebel die bruggen opblaast? De reclame- of de reclameerspecialist? De macho of de Calimero? Het lijfje of het lijf? Come and see next year. Intussen worden de gemeenteraadsverkiezingen letterlijk om zeep geholpen: VTM maakt er soap van. De ontknoping is gepland voor… oktober 2012. Misschien gebeurt dan eindelijk dat waarvan Story al járen droomt: dat fictie en feiten voor één keer samenvallen.

beeld karolien vanderstappen

Berichten uit de Schijnvallei


Kantoorinrichting

Onthaal

ICT

Energie

Schoonmaak

Veiligheid

Voordeelprijs

49 euro*!

FaCIlITy managEmEnT Een efficiënte en kostenbesparende logistiek efficiëntie en kostenbesparing

Voor managers

Facility management staat voor het integraal managen en organiseren van de ondersteunende activiteiten van een organisatie. Door deze processen te optimaliseren blijven er meer middelen over voor de kernactiviteiten van een organisatie.

Dit losbladige, duurzame werk is niet alleen bestemd voor alle ondersteunende diensten in overheden en organisaties maar ook voor managers die hun organisatie willen moderniseren en een efficiënt en kostenbesparend beleid wil uitbouwen tot grote tevredenheid van alle medewerkers.

Efficiëntie op alle vlakken is cruciaal in deze tijden van besparingen. Een goed facility management maakt uw organisatie niet alleen efficiënter maar bespaart u ook een pak onnodige kosten.

management Na het lezen van het handboek Facility u: voor overheden en organisaties kunt

π een ruimte efficiënt beheren π een aangename werkplek creëren zonder te hoge kosten π het energieprestatiepeil van een gebouw berekenen π een goed onderhoudsplan opmaken π de ICT-dienstverlening verbeteren π nieuwe ideeën verkopen en omgaan met weerstand

altijd actueel Het handboek Facility management voor overheden en organisaties is losbladig en dus altijd actueel. Enkele keren per jaar wordt het handboek aangevuld. Op deze manier wordt de kennis geleidelijk en per thema opgebouwd.

geschreVen door een team Van experts De auteurs van het handboek zijn stuk voor stuk ervaren managementprofessionals. Luc Lebon was projectmanager voor de invoering van facilitair beheer bij de stad Antwerpen en vervolgens medewerker bij het energie- en milieuagentschap van de stad. Peter Buyckx is projectmanager bij Planon, een bedrijf dat facility management software ontwerpt. David van Eyckeren is product manager bij de firma Haskoning Belgium.

U ontvangt dus geen kilo’s papier, enkel de belangrijkste en meest relevante informatie.

Bestelkaart Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be

Ja, ik bestel

....... ex. van het handboek Facility management voor overheden en organisaties tegen de voordeelprijs van 49 euro.*

Bestuur/Organisatie: ........................................................................................................................... Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. Tel. : .................................................................................................................................................... Adres: ................................................................................................................................................. BTW: ................................................................................................................................................... * Prijzen geldig tot 31 december 2011. Het betreft hier een losbladig werk. Bijwerkingen worden u automatisch toegestuurd tegen 0,49 euro per pagina en 29 euro per cd-update, en dit tot schriftelijke opzegging van uw abonnement. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.

Datum en handtekening


Automatische lichtregeling Minder energieverbruik, meer comfort. Detectoren zorgen voor het automatisch in- en uitschakelen en regelen van verlichting. Ze bieden meer comfort en veiligheid. Daarnaast dragen lichtsturingsproducten bij tot een vermindering van de energiefactuur en onderhoudskosten. Want met behulp van detectoren brandt de verlichting nooit langer dan nodig. Bij Niko kun je ook terecht voor projecten die meer vragen dan onze standaardproducten. Niko begeleidt je bij het realiseren van je lichtsturingsprojecten, zowel in renovatie als nieuwbouw. Je kunt rekenen op optimale oplossingen in functie van de gevraagde functionaliteit, het verwachte comfort en de gewenste energiebesparing. Hiervoor geeft Niko je de volledige ondersteuning. Gaande van lastenboekteksten, technisch advies tot calculatie van budget/terugverdientijd en ondersteuning bij inwerkingstelling. Neem contact met ons op, omschrijf je project en Niko doet je een geschikt voorstel. Helemaal op maat van jouw project.

PA-430-01

Niko nv • Industriepark West 40 • BE-9100 Sint-Niklaas • sales@niko.be • tel.: +32 (0)3 778 90 00 • www.niko.eu


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.