Dropzone juni 2022

Page 1

Thema: mobiliteit

Tijdschrift voor lokaal beleid voor kinderen en jongeren Dropzone PB- PP BELGIE(N) - BELGIQUE Bataljong · Ossenmarkt 3 · 2000 Antwerpen · P206352 · Afgiftekantoor: 2000 ANTWERPEN Stuivenberg Juni 2022 –jaargang 30 –Nr. 2 · Verschijnt 4x per jaar: maartjuniseptemberdecember AUTONOME MOBILITEIT Hoe zorgen we ervoor dat kinderen en jongeren zelfstandig onderweg
zijn?
TO BOA Hoe krijgt het BOA-decreet het best vorm in jouw lokale
kunnen
HOW
context?

Colofon

Met de medewerking van

Frauke Baeyens

Leen Bartholomeus

Kristof Bouvard

Bert Delville

Cato De Craene

Ellen De Grauwe

Jolijn De Haene

Zita De Pauw

Saar De Wulf

Ilse Holvoet

Hannes Jossart

Priscillia Kalonji

Indy Marchal

Emily Mortier

Bieke Nackaerts

Imke Pichal

Wim Soontjens

Filip Stallaert

Jurgen Sprangers

Hans Theuns

Koen Van Boxem

Tieme Verlinde

Jimmy Wertelaers

Coördinatie

Leen Bartholomeus

Vormgeving hierbenik.be

Druk

Drukkerij Jansen

Coverfoto

LightFieldStudios

Verantwoordelijke uitgever

Jurgen Sprangers, Brasschaat

Contact

Bataljong vzw, Ossenmarkt 3

2000 Antwerpen

info@bataljong.be 03 821 06 06

www.bataljong.be

Dubbelinterview autonome mobiliteit

Recht op vrije tijd voor jonge nieuwkomers

Bruggen bouwen tussen jonge nieuwkomers en de vrijetijdskansen in je gemeente

Verder in dit nummer:

Jonge Wegweters

Ga aan de slag met de toolbox of de aanbevelingen voor het mobiliteitsbeleid in jouw gemeente

Tijdelijk straatpraktijken

Tips uit de praktijk om jeugdwerkstraten en leefstraten te organiseren

How to BOA

Hoe krijgt het BOA-decreet het best vorm in jouw lokale context?

Plancheckers

Check het meerjarenplan en bepaal jullie prioriteiten

De commissies: inhoudelijk kompas voor Bataljong

Commissie Breed Jeugdbeleid

Driehoeksverhouding

Hoe werken schepen, jeugdambtenaar en jeugdraad samen in Heusden-Zolder?

Stel je vraag

Hoe kan ik regelmatig voor goeie content op onze Instagram stories zorgen zonder dat het me veel extra tijd kost?

In je agenda

Dit staat binnenkort op de planning bij Bataljong

4 11 16 18 20 22 25 27 13
Ruimte om veilig en vrij te bewegen
07

Je hebt een kind nodig om een gemeente te ontwikkelen.

Vlaanderen is verstedelijkt, want ook onze kleinere gemeentes hebben verstedelijkte kernen. Steden bepalen wereldwijd het leven van de toekomst. De komende decennia zullen steeds meer kinderen en jongeren ter wereld opgroeien in verstedelijkte kernen.

De toonaangevende steden kwamen tot hiertoe uit Amerika. Samen met de Amerikaanse films, muziekgroepen, frisdrankmerken en digitalisering via Apple, Google, Facebook en Instagram. De nieuwe toonaangevende wereldsteden komen uit het Oosten. Met in het zog culturele dominantie met bv. de komst van BTS of met TikTok. Algoritmes volgens de Oosterse waarden domineren nu het leven van onze tieners. Privacy is daarbij geen issue meer, iedereen wordt overal getracked.

Steden vergroenen. Zowel demografisch als qua stedenbouw. Ik groeide op in een gemeente met gescheiden functies: woonblokken en -wijken, industrieterreinen, shoppingstraten, recreatiezones, enz. Nieuwe stadsontwikkeling brengt al die functies samen in één wijk: wonen, werken, ontspannen, winkelen, verenigen, leren… Verkeersassen gaan ondergronds, waterlopen komen terug bovengronds, leefparken verschijnen.

Antwerpen en Brussel zijn nu al superdivers: meer dan 180 nationaliteiten en 90% van de jongeren met minstens bij één (groot)ouder een andere dan Belgische nationaliteit. Andere steden en gemeenten zullen volgen. Dat is een feit. Veel inwoners zullen single of alleenstaande ouder zijn. Welke impact heeft dat op het lokaal woonbeleid, welzijnsbeleid, jeugdbeleid? Vriendschappen worden belangrijker dan families. Voor vrienden kom je buiten, maar voor winkelen is er geen tijd. En dus brengen flexijobbers onze bestellingen aan huis. Wie dacht er een paar jaar geleden dat de stad vol deelfietsen en -auto’s, steps, monowheels, cargofietsen of spedelecs ging rijden?

Hét handvat om die leefomgeving vorm te geven is de bril van kinderen opzetten. Hoe verwerken de hersenen van een 5-jarige de indrukken uit de omgeving? Hoe zorgen we dat een 10-jarige zich zelfstandig kan verplaatsen? Op welke behoeften van de 15-jarige biedt die publieke ruimte een antwoord? Zetten we het kind in het hart van de lokale samenleving, dan wordt die samenleving duurzamer, warmer en toekomstgericht.

Zo heb je niet alleen een gemeente nodig om een kind op te voeden, maar ook een kind om die gemeente te ontwikkelen.

3
Laat ons weten hoe jij werk maakt van #sterkbeleidvoorjongeinwoners facebook.com/Bataljong @Bataljong instagram.com/Bataljong linkedin.com/company/Bataljong

Jonge Wegweters

Toolbox voor jongerenparticipatie in mobiliteitsbeleid

Steden, gemeenten en de vervoersregio’s kunnen met de nieuwe toolbox Jonge Wegweters jongeren betrekken bij het lokale mobiliteitsbeleid. En samen de impact van het beleid op hun autonome en duurzame verplaatsingen analyseren. In Dilsen-Stokkem, Peer, Bornem en Mechelen onderzochten Bataljong en Kind & Samenleving de mobiliteitsbeleving en verplaatsingen van jongeren uit de derde graad secundair onderwijs. Ze gebruikten hiervoor participatiemethodieken uit de toolbox. Dat leverde inspirerende aanbevelingen op voor het mobiliteitsbeleid van jouw stad of gemeente. En geeft goesting om zelf met de toolbox aan de slag te gaan!

Betrek jongeren bij lokaal en bovenlokaal mobiliteitsbeleid. Jongeren worden graag betrokken bij het mobiliteitsbeleid, omdat het een grote impact heeft op hun leefwereld. Toch weten lokale besturen vaak niet goed hoe ze jongerenparticipatie rond het thema mobiliteit kunnen organiseren.

Informeer jongeren correct en laat hen kennis maken met nieuwe mobiliteitsconcepten zodat ze kunnen deelnemen aan het mobiliteitsdebat. Als jongeren merken dat er echt naar hen geluisterd wordt, groeit hun betrokkenheid. Het participatieproces is tegelijk een leerproces voor je jonge inwoners. Plan een vervolgonderzoek met dezelfde groep of juist met een andere steekproef van jongeren in al hun diversiteit. Koppel de resultaten en indicatoren terug naar de jongeren.

Annelies Hautekeete, Diensthoofd Jeugd Bornem

4
Tekst: Wim Soontjens Beeld: GO! Scholengroep Rivierenland
“Het mooiste aan Jonge Wegweters is de aandacht voor het positieve. Het heeft voor Bornem een moeilijk thema bespreekbaar gemaakt en een rapport opgeleverd waarmee we echt iets kunnen realiseren.”

Ontwikkel een regionaal en verlicht fietsnetwerk langs de hotspots van jongeren. De fietsinfrastructuur verbeteren is voor jongeren prioritair. De focus ligt op beter verlichte, (in elk seizoen) onderhouden en voldoende brede fietspaden afgescheiden van de rijbaan. Een fietsroute moet voornamelijk snel, veilig en comfortabel zijn. Ontwikkel een laagdrempelig systeem waarmee ook jongeren gebreken aan fietspaden kunnen melden en het proces van hun melding kunnen opvolgen. Ook fietsenstallingen aan haltes en op plaatsen waar jongeren komen, zijn een belangrijke stap om jongeren op de fiets te krijgen en te houden. Richt een fiesstratenzone in waar je de verkeersregels handhaaft en waar je de impact op kinderen en jongeren monitort.

Maak kruispunten en oversteekplaatsen overzichtelijk en conflictvrij.

De snelheid van het gemotoriseerd verkeer en de verkeersdrukte (voor en na school en op bepaalde hotspots) zijn de belangrijkste redenen voor het onveiligheidsgevoel bij jongeren. Ook kaarten jongeren aan dat de verschillende weggebruikers op kruispunten vaak onvoldoende zichtbaar zijn. Ze adviseren om de gevaarlijke oversteekplaatsen op te lijsten, te optimaliseren en extra veilige oversteekplaatsen, zebrapaden, lichten, fietsbruggen en tunnels ... te installeren en verkeersstromen te ontvlechten Maak een actieplan om alle kruispunten op het grondgebied conflictvrij te maken.

Investeer in betrouwbaar openbaar vervoer en aantrekkelijk vervoer op maat.

Jongeren klagen de onbetrouwbaarheid van het openbaar vervoer aan en ervaren drempels om het openbaar vervoer te nemen. Dit kan te maken hebben met onervarenheid in het nemen van openbaar vervoer, maar ook met het gebrek aan informatie. Zelfstandige verplaatsingen bij activiteiten ’s avonds of in het weekend zijn niet evident. Omwille van de afstand, het weer of het veiligheidsgevoel willen of mogen jongeren (vooral meisjes) zich niet met de fiets naar een fuif begeven en vragen ze vervoer op maat. Ontwikkel, test en evalueer samen met hen de mogelijkheden voor occasioneel nachtvervoer, mét thuiskomgarantie.

5
“Bedankt om naar ons te luisteren en ons au serieux te nemen.”
Jonge Wegweter, Bornem
“Het positieve aan de mobiliteit in Peer is dat er veel fietsstraten zijn, dat er veel mogelijkheden zijn om je fiets te zetten, er is heel veel groen en vaak een goede afscheiding tussen de weg en het fietspad.”
Jonge Wegweter, Peer

Creëer Hoppinpunten en deelmobiliteit die voldoen aan de noden van jongeren.

Voor jongeren zijn een kwalitatieve en veilige publieke ruimte en hedendaagse mobiliteitsoplossingen vaak onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een juist gelokaliseerd en goed ingericht Hoppinpunt komt tegemoet aan de nood aan wachtruimte waar jongeren kunnen, willen en mogen komen en die voor hen betekenisvol is.

Jongeren hebben veel vragen over deelmobiliteit en de wildgroei aan deelsystemen. Toch biedt deelmobiliteit ook voor jongeren enorme kansen om hun zelfstandigheid te vergroten en vervoersarmoede te bestrijden. Onderzoek de (potentiële) mobiliteitsnoden van jongeren en bied deelmobiliteitssystemen aan die betaalbaar en toegankelijk zijn. Gedeelde mobiliteitsmodi vormen vaak een oplossing voor de laatste kilometer na het openbaar vervoer.

Ontwerp een duidelijk leesbare en consequente verkeersruimte.

Jongeren vinden het belangrijk dat de verkeersinrichting eenduidig is en de mobiliteitsruimte zo is ingericht dat gebruikers van verschillende vervoersmiddelen automatisch weten wat hun plek op de weg is. Ook verkeerssignalisatie moet voldoende duidelijk zijn. Ze vragen eenvormige en rode fietspaden zodat de plaats om te fietsen voor zowel fietser als automobilist duidelijk is. Betrek jongeren structureel bij ontwerp en evaluatie van nieuwe of vernieuwde verkeerssituaties.

Informeer en sensibiliseer alle weggebruikers over de verkeersregels.

Het is voor jongeren niet altijd duidelijk hoe ze zich in bepaalde verkeerssituaties moeten gedragen. Bijvoorbeeld kruispunten, rotondes en pleinen zijn verwarrend. Jongeren vragen sensibilisering van alle gebruikersgroepen. Het lokale bestuur informeert, sensibiliseert en controleert best op maat van kinderen, jongeren, volwassenen en gaat met hen in dialoog.

Jonge Wegweters wint de Vlaamse Verkeersveiligheidsprijs 2022.

Samen met onze partner Kind & Samenleving zijn we heel trots om met Jonge Wegweters de Vlaamse Verkeersveiligheidsprijs 2022 in ontvangst te nemen. Lydia Peeters, Vlaams minister van Mobiliteit, titelvoerend burgemeester Dilsen-Stokkem: “Onze stad nam in 2020 deel aan Jonge Wegweters. De mobiliteitsdienst analyseerde de input en het verplaatsingsgedrag van onze jongeren grondig en verwerkte die in het goedgekeurde fietsplan voor de beleidsperiode tot 2024. Ook als minister van Mobiliteit ben ik grote fan van jullie toolbox voor lokale besturen. Want de weg is van iedereen en inspraak en participatie zijn bij initiatieven om de verkeersveiligheid te verhogen een enorme meerwaarde.”

Jonge Wegweters in jouw stad of gemeente?

Zin gekregen om zelf aan de slag te gaan met de toolbox of heb je interesse in een begeleiding op maat van jullie lokale mobiliteitscontext? Neem contact op met Wim Soontjens via wim.soontjens@bataljong.be of check www.jongewegweters.be.

6 ?
“Ik weet niet eens hoe het werkt om een busticket te kopen? Wij kijken nooit naar de bussen, dat is te ingewikkeld.”
Jonge Wegweter, Mechelen

Ruimte om veilig en vrij te bewegen

Dubbelinterview over autonome mobiliteit van kinderen en jongeren

Kind & Samenleving ontwikkelde de website Loslopend Kind. Wat houdt dit initiatief in?

Gisèle Vervoort, medewerker participatie en kindvriendelijke publieke ruimte bij Kind & Samenleving: Met Loslopend Kind brengen we een visie op autonome mobiliteit van kinderen en lanceren we drie principes die hun zelfstandig onderweg zijn ondersteunen: veiligheid, duidelijkheid en beleving. Vier fictieve verhalen van Elias (3), Nina (6), Pjotr (9) en Yasmine (12) zijn gebaseerd op reële situaties uit gesprekken met kinderen. Hun verplaatsingen zijn afhankelijk van hun leeftijd, vervoersmiddel en de fysieke omgeving. Kinderen die zelfstandig ergens naartoe gaan: dat is een complex samenspel van die verplaatsing al dan niet kunnen maken, op weg mogen gaan, dat ook zelf durven, en het graag willen.

Wouter Verhaert, adviseur mobiliteit bij stad Turnhout: De cases van Loslopend Kind zijn waardevol om affiniteit te krijgen met de verschillende vaardigheidsgroepen. Een driejarig kind kan je niet alleen laten. Een kleuter van vijf wel, maar niet in een omgeving waar auto’s rijden. Een kind van acht blijft op de stoep, maar kan nog niet alleen oversteken. Een twaalfjarige heeft de vaardigheid om de rijbaan veilig over te steken. Als je denkt vanuit het kind, zijn vaardigheid, vervoersmiddel en omgeving, kan je een publieke ruimte op maat bedenken en de autonomie van een kind verbeteren.

We hebben het over autonome mobiliteit van kinderen. Je maakt direct de link met publieke ruimte. Is dit belangrijk voor het zelfstandig onderweg zijn van kinderen?

Wouter: Het verschil tussen de publieke ruimte en verkeersruimte werd in 1935 in een wet gegoten: de voetgangerswet. Vroeger waren alle straten bespeelbare verblijfsruimte en met één wet zijn alle straten verkeersruimte geworden. De auto is in onze samenleving gekomen en daarmee ook het gevaar van snelheid. Dat is een belangrijk besef. In een straat zonder auto’s komen kleuters opnieuw tevoorschijn op straat.

Gisèle: De focus in het verkeer ligt op de auto en daar zijn straten voor ontworpen. Door de infrastructuur constant aan te passen aan de auto is verkeersruimte apart komen te staan van de rest van de publieke ruimte.

Wouter: Ik haal altijd het voorbeeld van Venetië aan. Daar kunnen kinderen vrij rondlopen want de eilanden zijn autovrij. Het gemotoriseerd verkeer is er letterlijk gekanaliseerd. Dat is een andere manier van denken: gemotoriseerd verkeer zo veel mogelijk kanaliseren op drukke assen met oversteekvoorzieningen zoals de bruggetjes in Venetië. De rest maak je autoluw met autovrije gebieden. Dan kan een kind zich vrij bewegen en is het ook fijner voor volwassenen.

Tekst: Wim Soontjens Beeld: Stad Turnhout, Kind & Samenleving
Ontdek hoe je loslopende kinderen kan versterken op www.loslopendkind.org.

Hoe creëer je als Vlaamse stad of gemeente zo’n autoluwe ruimte op maat van kinderen?

Wouter: In Turnhout vormt de oversteekbaarheid van straten het basisidee van onze ‘mobiliteitskamers’. Voor kinderen moet er tussen twee auto’s 25 seconden tijd zijn. Anders is het te druk om over te geraken. In een woonwijk moet het dus zo rustig zijn dat er regelmatig geen auto doorrijdt. Een drukke weg vormt een barrière voor kinderen, dus daar moet je specifieke oversteekplaatsen met verkeerslichten of een wegversmalling voorzien.

Gisèle: Lokaal moet je het onderscheid maken tussen buurt- en wijkniveau, waarbij je op buurtniveau inzet op kleine kinderen die vrij kunnen bewegen in de buurt van hun woning. Daarna zoek je naar de knooppunten en verbindingen voor oudere leeftijden.

Wouter: Het kindvriendelijk maken van de publieke ruimte legt strenge eisen op aan verkeerskundigen. De lat moet hoog liggen. Haal de auto uit de woonwijk. Zo krijg je in het hart van de wijk een autovrij of autoarm gebied dat je kan inrichten als woonerf en groenzone. Je krijgt automatisch leven in de wijk, sociale cohesie en ruimte waar kinderen kunnen spelen en fietsen. Na het succes van een eerste wijk, is het een principe dat we altijd toepassen.

Hoe krijg je iedereen mee in het denken vanuit het kind?

Wouter: Als ontwerpers niet thuis zijn in wat kinderen nodig hebben, moet je ze echt wijzen op de noodzaak van het autovrij binnengebied. En autovrij is autovrij. Ook niet om te laden en lossen. En daar moet je soms voor vechten. Want het is gemakkelijk om leveranciers te laten lossen, maar vanaf er één vrachtwagen op het plein rijdt, houden de ouders hun kleuters binnen.

Gisèle: Bij gemeenten hoor ik dat ze ambitieus willen zijn op vlak van ruimte, maar vaak hanteren ze nog principes van 20 jaar geleden of botsen ze op felle kritiek vanuit bewoners. Doorstroming van het gemotoriseerd verkeer staat veel te vaak centraal. Wij adviseren om van fiets- of wandelroutes de gemakkelijkste doorsteek te maken en ze goed aan te geven.

Wouter: Het is een oefening op vlak van draagvlak creëren. Je krijgt weerstand van mensen die met de auto rijden of er afhankelijk van zijn. Dat vormt een spanningsveld met kinderen op de fiets. Maar onderzoeksresultaten tonen een groot effect op vlak van veiligheid voor kinderen en een verdubbeling van het aantal kinderen dat met de fiets naar school rijdt. Dus zorg er eerst voor dat het effectief veilig en autoluw wordt.

8
Het kindvriendelijk maken van de publieke ruimte legt strenge eisen op aan verkeerskundigen. De lat moet hoog liggen. Haal de auto uit de woonwijk.
– Wouter Verhaert
Vanaf er één vrachtwagen op het plein rijdt, houden de ouders hun kleuters binnen.
– Wouter Verhaert

Heb je concrete tips om bestaande wijken kindvriendelijk en autoluw te maken?

Wouter: Bij bestaande ruimte is het plaatsen van paaltjes een goede start. Wanneer je merkt dat de ruimte autoarm wordt, kan je beginnen met een heraanleg: ontharding, stoepen opbreken, groenaanleg en meer zitplekken creëren. Straten en pleintjes worden plots een fietsparcours in plaats van autogebied. In een woonerf is de straat zelf speelzone dus het hekwerk rond het speeltuig kan weg. In Turnhout gaan we zo van speelpleinen naar belevingspleinen.

We focussen ons vaak op het zelfstandig onderweg zijn van kinderen. Hoe kunnen we de verplaatsingen van tieners en jongeren ondersteunen?

Wouter: Voor adolescenten denken we niet op buurt- of wijkniveau, maar op stadsniveau. Belangrijke grote plekken als een basketplein of voetbalkooi kan je niet op een pleintje in een woonwijk plaatsen. Maar je moet wel durven om grote stedelijke parken of belevingsplekken te creëren en er voor zorgen dat jongeren er kunnen en mogen zijn en dat ze er zinvolle dingen kunnen doen.

Gisèle: Bij jongeren heb je veel verschillen in de manier waarop ze zich verplaatsen. Zo heb je jongeren die zich altijd met het openbaar vervoer verplaatsen of nooit. De afstanden en reistijd worden groter, maar de principes blijven gelden. Je gaat op zoek naar de routes die jongeren gebruiken naar bepaalde skateparken of een winkelstraat. Vaak willen jongeren de snelste route nemen. Je kan hun verplaatsingen dan verbeteren door de reistijd te verkorten. Ze kiezen soms ook voor de veiligste of aangenaamste route. Voor een ontspannende rit tussen het groen of langs het water rijden ze gerust wat om.

9
Je kan verplaatsingen van jongeren verbeteren door de reistijd te verkorten.

Wouter: Voor jongeren is de fiets heel belangrijk. In de studie kindvriendelijke ruimte hebben we een kaart gemaakt waarop alle scholen, schoolroutes en speelruimtes zijn aangeduid, maar ook de fietsstallingen en missing links in de fietsroutes. Onze eerste bezorgdheid vandaag is dat de missing links verdwijnen. Maar ook de plekken waar twee fietsroutes vanuit de buurtgemeenten samenkomen zijn belangrijk voor jongeren. Deze knooppunten in het fietsnetwerk kunnen drager zijn om betekenisvolle plekken te creëren waar ze met elkaar afspreken.

Dus dat fietsnetwerk pakken jullie regionaal aan?

Wouter: Ja, want ook de scholieren van de naburige gemeenten hebben veilige routes nodig om bijvoorbeeld naar de scholen in Turnhout te komen. Eén van de kapstokken van ons regionaal mobiliteitsplan is een veilig en autoluw fietsroutenetwerk. Kruispunten met gewestwegen hebben klassiek nog deelconflicten waarin de afslaande auto en het overstekende kind op de fiets samen groen hebben. Wij aanvaarden geen deelconflicten meer. We gaan uit van het principe dat alle verkeerslichten in Turnhout 100% conflictvrij moeten zijn. Met dat verhaal gaan we ook naar Vlaanderen en het Agentschap Wegen en Verkeer.

Bedankt om jullie inzichten met ons te delen. Weer een kinderstap richting zelfstandiger onderweg zijn.

Wouter: We zijn allemaal specialisten die een nieuwe wereld vormgeven. Het is een kwestie van de juiste mindset. Het kan. We moeten de lat hoog leggen.

PERMANENTE TUINSTRATEN

In Antwerpen gaan ze nog een stapje verder om straten die als woonerf zijn ingevuld nog te versterken. Vijf districten kozen straten uit om met permanente tuinstraten te gaan experimenteren.

Tuinstraten versterken woonerven door het inbrengen van vergroening, verblauwing en verbinding. Bij vergroening maakt verharding maximaal plaats voor beplanting. De straat wordt koeler en aangenamer om te verblijven. Bij verblauwing wordt regenwater maximaal in de straat opgevangen en krijgt het ruimte voor hergebruik, buffering en/of infiltratie. Bij verbinding krijgt de straat meer sociale samenhang omdat bewoners betrokken worden bij het hele ontwerpproces. Veel ontwerpideeën komen van de bewoners zelf, zoals een waterpomp voor het hergebruik van opgevangen regenwater of de inrichting van plantvakken. De bewoners zijn belevingsexperts en initiatiefnemers voor groenonderhoud en -beheer. Zo staat het project permanente tuinstraten treffend omschreven in de Databank Publieke Ruimte en het Praktijkboek Publieke Ruimte 2022.

Wim Seghers, consulent speelruimtebeleid stad Antwerpen: “Surf als jeugddienst mee op de klimaatprojecten van je gemeente! Het is vaak een unieke kans om de publieke ruimte kindvriendelijker te maken via bijvoorbeeld speelnatuur, speelwater… Belangrijk aandachtspunt daarbij is dat jeugd van in het begin betrokken is bij de projecten en kinderen hun mening kunnen geven via participatie.”

Meer weten?

Wim Seghers, wim.seghers@stad.antwerpen.be

? www.antwerpenmorgen.be/nl/projecten/tuinstraten/over

10

Kindvriendelijke Ruimte tijdelijke straatpraktijken

Besturen experimenteren meer en meer met tijdelijke alternatieve inrichtingen van straten met uiteenlopende doeleinden. Duik mee in de praktijkverhalen van Zoersel, Gent en Wevelgem en profiteer van hun tips!

ID: jeugdwerkstraten

Doel: De toegang tot de jeugdwerklocatie veiliger en toegankelijker te maken tijdens de werking.

Tijdelijk:

Locatie:

Inrichting:

• 1 of meerdere dagen per week

• van begin- tot einduur activiteit jeugdwerk

Jeugdwerkstraten

Wat was in Zoersel de aanleiding om voor een jeugdwerkstraat te kiezen?

Kristien Schrijvers, jeugddienst Zoersel: “Bij de heraanleg van de straat na rioleringswerken werden er Kiss en Ride zones voorzien op de bermen aan de overkant van de buren. Zodat de omgeving al iets veiliger werd voor kinderen die er naar de jeugdvereniging komen. Het gaat om een grote vereniging met veel leden, en dus kwam de vraag van de scouts of het principe van een schoolstraat ook kon toegepast worden aan hun lokalen. Er werd een proefopstelling gemaakt in het eerste deel van het jeugdwerkjaar die na een evaluatie door de buurt door de gemeenteraad in februari definitief werd bekrachtigd.”

Initiatief:

Kader:

• nadarhek

• verbodsbord dat je de straat tijdelijk niet in mag

• bordje jeugdwerkstraat

• jeugdwerkorganisaties

• stad of gemeente

straat van de jeugdvereniging politiereglement

Welke tips heb je voor gemeenten die overwegen om met een jeugdwerkstraat te werken?

Kristien: “Werk met een proefopstelling en evalueer! Bij de evaluatie merkten de akabescouts, die op een andere werkdag hun werking hebben en die meewerkten tijdens de proefperiode, dat de jeugdwerkstraat voor hun specifieke doelgroep toch niet optimaal zijn werk deed. Rolstoelgebruikers konden niet zelfstandig tot aan het lokaal geraken. Voor hen bleef het gemakkelijker om tot aan het lokaal te kunnen rijden. Zij hebben ook minder leden en de drukte is dus minder groot. Op basis van hun feedback werden de inrichtingsdagen voor deze jeugdwerkstraat nog

Bewaak ook mee dat de leiding van de jeugdbeweging zelf de uren blijft respecteren voor het plaatsen en weghalen van de signalisatie volgens het politiereglement.”

?

Meer weten? Contacteer Kristien Schrijvers, jeugddienst Zoersel, Kristien.schrijvers@zoersel.be

11
Tekst: Filip Stallaert Beelden: Stad Gent

ID: Leefstraten

Doel: Tijdelijk ruimte creëren voor ontmoeting, ontspanning en spelen. Elke straat- en buurtbewoner kan deelnemen, mee creëren of genieten van de Leefstraat. Niet te verwarren met beleefstraten!

Tijdelijk:

Locatie:

Inrichting:

• Van één tot enkele maanden (per jaar), soms zelfs éénmalig.

• In overleg met de straatbewoners.

• Waar veel mensen wonen, maar waar elkaar ontmoeten niet altijd vanzelfsprekend is.

• Waar buurtbewoners al samen aan de slag gaan en activiteiten organiseren en waar de stad extra ondersteuning biedt.

• Elke leefstraat ziet er anders uit!

Bewoners beslissen zelf hoe ze de organisatie, de inrichting, de activiteiten en het onderhoud aanpakken. Als stad of gemeente ondersteun en begeleid je het hele proces.

• Tafels, zitbanken, een grote zandbak ,een speeltoestel, bloembakken …

• Straatmeubilair en signalisatie ter beschikking gesteld door de stad.

Leefstraten

Welke tips heb je voor gemeenten die overwegen om met leefstraten te werken?

William Devoldere, Team Jeugd Wevelgem: “Start kleinschalig, met een beperkt aantal Leefstraten. Zo blijft er voor de buurten maar ook voor de gemeente ruimte om te experimenteren en bij te sturen waar nodig. Ook kan je de organisatoren, voor wie het ook allemaal nieuw is, optimaler begeleiden. Jaarlijks bouwen we het aantal Leefstraten op. Ervaren organisatoren geven we meer zelfstandigheid waardoor er meer ruimte is om nieuwe organisatoren te begeleiden.

Zorg voor een (intensief) voortraject! Dit is een soort draagvlakonderzoek waardoor je garandeert dat de Leefstraat op maat is van de behoeften van de omliggende bewoners. Zo hou je ook rekening met alle bezorgdheden en dromen – en het zorgt voor betrokken buren.”

Welke tips willen jullie vanuit de Gentse ervaringen nog graag delen?

Sofie Rottiers. Team leefstraten, Gent: “Het participatietraject communiceren kan een afschrikkend effect hebben. Begeleid tijdens de aanvraagprocedure de aanvragers en doe dit stapsgewijs.”

Buren of organisaties schuwen het idee om stoelen, banken, speelhuisjes buiten te laten staan (uit angst voor diefstal of vandalisme) maar in Gent leerden we dat er altijd supergoed voor het materiaal wordt gezorgd! Buren nemen hun verantwoordelijkheid van zodra er eigenaarschap is en ze betrokken zijn. Geef vertrouwen!”

?

Initiatief:

• Georganiseerd door de inwoners van de straat zelf, geadviseerd en ondersteund door het gemeentebestuur.

Meer info

Contacteer het team leefstraten via leefstraten@stad.gent

Kader:

De stad zorgt voor de nodige vergunningen.

Contacteer Team jeugd Wevelgem, William Devoldere, william.devoldere@wevelgem.be tuinstraten.be, bataljong.be/veilige-schoolomgeving

12

Recht op vrije tijd voor jonge nieuwkomers

Vrije tijd is geen luxe, het is een recht. Vrije tijd geeft kinderen en jongeren de mogelijkheid om te ontspannen, een netwerk op te bouwen, zich thuis te voelen, talenten te ontdekken… Als lokaal bestuur ben je mee verantwoordelijk om dit kinderrecht te realiseren voor alle kinderen en jongeren, en dus ook die van jonge nieuwkomers.

Bruggen bouwen tussen jonge nieuwkomers en vrijetijdskansen

Wij spraken bruggenbouwer Sanae Haddad van PIN vzw, een sociale-economieonderneming die zich inzet voor de integratie en participatie van nieuwe inwoners met taal- en integratienoden. Sanae is projectverantwoordelijke voor Navigate You(th). Ze leidt kinderen en jongeren met een migratieachtergrond toe naar het lokale vrijetijdsaanbod in Beersel, Halle en Sint-Pieters-Leeuw.

Op welke uitdagingen spelen jullie met het project Navigate You(th) in?

Sanae: “Kinderen en jongeren van buitenlandse herkomst nemen proportioneel minder deel aan het lokale vrijetijdsaanbod. Ze missen vrijetijdsparticipatie als hefboom voor socio-culturele integratie.

De belangrijkste oorzaken van deze lagere particpatiegraad zijn:

 Gezinnen van buitenlandse herkomst zijn niet vertrouwd met het Vlaamse vrijetijdsaanbod, taaldrempels zorgen voor een moeilijke communicatie met vrijetijdsaanbieders en vaak zorgt een kwetsbare maatschappelijke situatie voor bijkomende drempels.

 Het bestaande lokale vrijetijdsaanbod is minder toegankelijk voor kinderen en jongeren van buitenlandse herkomst of het bestaande aanbod voldoet niet aan de interesses en noden van de kinderen en jongeren van buitenlandse herkomst.

De gemeente of stad heeft als doel een inclusief lokaal vrijetijdsaanbod uit te bouwen. Dit bereik je door vrijetijdsparticipatie van kinderen en jongeren met migratieachtergrond te stimuleren en door het lokaal vrijetijdsaanbod toegankelijk te maken. Het project Navigate You(th) wil dit realiseren via toeleiders, mensen die vanuit hun eigen ervaring en gesproken talen een brug vormen tussen nieuwe inwoners met taal- en integratienoden en verschillende diensten. De toeleiders van PIN gaan samen met de ouders en kinderen en jongeren op zoek naar een activiteit die aansluit bij hun wensen en interesses.”

Waar zit volgens jou de echte kracht van Navigate You(th)?

Sanae: “We gaan samen met het kind op zoek naar een vrijetijdsinvulling waar het gelukkig van wordt, we gaan langs bij hen thuis en gaan met behulp van tools in dialoog. De tools geven een beeld van wat er allemaal mogelijk is. De vrijetijdsinvulling die wij kennen, is voor hen niet altijd een evidentie. We zoeken ook antwoorden op praktische vragen zoals vervoer, kostprijs, heeft het kindje vrienden in de gemeente... We vinden het belangrijk om alle drempels in kaart te brengen om zo in de toekomst de weg naar vrije tijd voor andere kinderen en jongeren te vergemakkelijken.”

13
Tekst: Saar De Wulf Beeld: PIN vzw, Kimberley Colman en Lize Pinxten
“Vrije tijd is geen luxe, het is een recht.”
?
Meer weten? www.pinvzw.be/partnerformules/navigate-youth

Over vrijetijdsaanbod tot bij hen brengen

Zelfs als kinderen, jongeren en hun ouder(s) op de hoogte zijn van het aanbod, kan en mag je niet verwachten dat ze er op eigen houtje geraken. Je kan de beweging ook andersom maken: zak met je vrijetijdsaanbod af naar het opvangcentrum of een wijk waarvan je weet dat er veel nieuwkomers wonen. Kimberley Colman, jeugdwerker in Beveren vertelt hoe zij dit aanpakken:

“Al sinds 2011 rijdt onze pretcamionet elke paas- en zomervakantie naar verschillende pleintjes in Beveren. We kiezen pleintjes in wijken waar veel kinderen wonen of waar weinig speelprikkels zijn. Tijdens een belevingsonderzoek in het opvangcentrum van het Rode Kruis (in het kader van het label kindvriendelijke gemeente), kwam naar voor dat de kinderen en jongeren die daar verblijven graag meer activiteiten zouden doen. De begeleiders steken wel eens een activiteit in elkaar, maar de kinderen gaven aan dat ze zich vaak vervelen. Sindsdien rijdt de pretcamionet enkele keren per vakantie naar het opvangcentrum en met succes!”

Samenwerken voor jonge nieuwkomers: een leerproces

Op 1 maart lanceerde staatssecretaris voor Asiel en Migratie Sammy Mahdi een oproep: mensen die vluchtelingen uit Oekraïne willen opvangen werd gevraagd om zich te melden bij hun gemeente. De gemeente Pelt stelde een contactpersoon aan, deelde de oproep binnen de gemeente en er kwam een golf van solidariteit op gang, een groot aantal gastgezinnen toonde zich bereid om mensen in huis te nemen. Momenteel worden er zo’n 100 Oekraïense vluchtelingen opgevangen in Peltse gastgezinnen. Vooral moeders samen met hun kind(eren) kwamen na hun vlucht in Pelt terecht.

Lize Pinxten van de jeugddienst van Pelt vertelt hoe ze hebben geschakeld in het verwelkomen van kinderen en jongeren uit Oekraïne:

“Van het OCMW tot de dienst vrije tijd: iedereen stond klaar om alle vluchtelingen warm te verwelkomen en hen een veilige uitvalsbasis te bieden. We werkten in de eerste weken vooral rond huisvesting en de basisvoorzieningen maar gingen ook aan de slag met hoe we op vlak van vrije tijd, sport en cultuur een gepast aanbod konden opzetten, een greep uit de acties:

 We vroegen aan alle sportclubs en jeugdverenigingen hoe zij vluchtelingen mee konden betrekken in hun werking.

 De monitoren van de speelpleinwerking hielden in de voorbereiding alvast rekening met de aanwezigheid van kinderen met een vluchtverhaal.

 Via wekelijkse nieuwsbrieven brengen we de gastgezinnen op de hoogte van naschoolse opvang en speelpleinwerking.”

14
Contacteer
via kimberley.colman@beveren.be ?
Meer weten?
Kimberley

En op het vlak van onderwijs?

Kim Schrooten, deskundige Welzijn – Gezin / Huis van het Kind: “We gingen in gesprek met twee Oekraïense moeders met onderwijsachtergrond in het lager onderwijs, een tolk en een leerkracht die online les geeft aan secundaire Oekraïense jongeren. Daaruit leerden we heel wat over hun kijk op onderwijs en welbevinden en hoe we dit best aanpakken. We koppelden het gesprek terug naar de directies van de Peltse scholen om de kinderen en jongeren zo goed mogelijk te onthalen in de scholen. We waren in Pelt al vertrouwd met OKAN-onderwijs via twee secundaire scholen. Voor anderstalige kinderen in de basisscholen heeft

1 lagere school al jaren ervaring met het opvangen van kinderen die verblijven in het Rode Kruis Opvangcentrum Valkenhof. Met de scholen werden afspraken gemaakt. De Oekraïense kinderen, ouder dan 12 jaar, kunnen instromen in het OKAN-onderwijs. De kinderen jonger dan 12 jaar zijn ingestroomd in de school het dichtst gelegen bij het verblijfsadres. Zo brengen de kinderen hun schooldag door tussen de Peltse kinderen. Ze krijgen taalimpulsen en krijgen de schoolcultuur al mee want die is hier toch anders dan in hun thuisland.”

Welke lessons learned wil je meegeven aan andere lokale besturen?

Filip Sleurs, deskundige Welzijn – Mondiaal beleid: “We leerden hoe belangrijk het is om helderheid en structuur te bieden. Mensen gaan het liefst te rade bij mensen die ze leerden kennen en waarmee ze in hun eigen taal kunnen communiceren. We verwijzen mensen zoveel mogelijk door naar hun eigen maatschappelijk werker om antwoorden te vinden. Zij kunnen op maat antwoord bieden en doorverwijzen. Correcte vertalingen zijn heel belangrijk. We zijn onze vrijwillige tolken Oekraïens en Russisch erg dankbaar. Na onze oproep mochten we een 15-tal vrijwillige tolken betrekken in uiteenlopende opdrachten. In vele gesprekken maken zij hét grote verschil. Wij mogen van hen nog iedere dag leren hoe we best omgaan met situaties.”

Lize: “ Wat integratie in het vrijetijdsgebeuren betreft, leerden we om niet te veel verwachtingen te scheppen. Zowel voor jezelf als voor anderen… Het kan moeizaam lopen. Mensen moeten hun weg vinden en het is belangrijk dat dat op hun eigen tempo kan. Betrek mensen. Vraag hen hoe zij naar de zaken kijken, en kom samen tot gedragen oplossingen. Dat werkt altijd het beste.”

Meer weten?

Vraag het aan Lize Pinxten, lize.pinxten@gemeentepelt.be ?

Meer weten?

Meer info vind je op bataljong.be/sterk-beleid-voor-jonge-nieuwkomers ?

Dan kan je terecht bij emily.mortier@bataljong.be

15
“We zetten ons in Pelt in om alle vluchtelingen warm te verwelkomen en hen een veilige uitvalsbasis te bieden. Niet altijd simpel maar we doen ons best.”
– Lize Pinxten – jeugddienst Pelt

How to BOA

Het BOA-decreet dat op 1 januari 2021 in werking trad, regelt de organisatie van naschoolse opvang en de afstemming tussen allerlei buitenschoolse activiteiten. Waarschijnlijk worstelt je gemeente op dit moment met vragen als: wie is de meest geschikte coördinator van het BOA-project? Hebben we een stuurgroep nodig en wie moet daar dan in? Vanuit welke visie op de vrije tijd van kinderen en jongeren werken we? Hoe nemen we onderweg beslissingen? Bataljong werkte samen met VVSG een stappenplan uit dat door deze vragen fietst.

Een stappenplan als menu

Wat er al bestaat op vlak van vrije tijd voor kinderen en jongeren en de uitdagingen die het decreet lokaal stelt, dat is in elke gemeente of stad anders. Beschouw dit stappenplan eerder als een recept dan als een vastgelegde route. Pas de volgorde van de stappen aan je lokale situatie aan, of laat ze door elkaar lopen.

Sommige onderdelen die zich vooral bij aanvang stellen, komen later terug, zoals het in de meeste planningsprocessen verloopt. Draagvlak staat bijvoorbeeld helemaal in het begin, maar er duiken onderweg zeker stappen op waarin het draagvlak terug aan bod komt.

Stel een interne werkgroep samen

Creëer een intern draagvlak

Onze uitgangspunten zijn de kinderrechten en het recht op een kwalitatief vrijetijdsaanbod voor alle kinderen en jongeren. Kwaliteit primeert op de grote nood aan kwantiteit. Het is belangrijk dat alle neuzen in dezelfde richting staan, zowel bij de diensten die met dit aanbod bezig zijn, als bij de politici die het kader goedkeuren waarbinnen gewerkt wordt.

Intern draagvlak leidt naar het mandateren van een projectverantwoordelijke en een engagement van sleutelfiguren om samen werk te maken van de uitrol van dit decreet: sport, jeugd, cultuur, kinderopvang, managementteam, schepencollege... Richt de blik van deze interne werkgroep van bij de start naar buiten de gemeentelijke organisatie. Hoe zorgt deze werkgroep dat de scope van onderwijs mee is? Dat het particuliere veld niet uit het oog wordt verloren?

Het is belangrijk dat van bij het begin van het proces alle belangrijke spelers mee aan tafel zitten. Deel uitmaken van de werkgroep betekent niet dat dit ook na afronding van het project voor hen de beste plek is om de realisatie van het BOA-decreet verder vorm te geven. Het betekent wél dat ze betrokken worden in het vormgeven van visie en strategie, wat belangrijk is voor het bouwen aan een draagvlak voor de gekozen manier van werken.

16

Bepaal de visieonderdelen en bespreek ze

Je werkt stap voor stap een kwalitatieve visie uit van hoe je het BOA-decreet wil realiseren. Je beschrijft wat het doel is voor kinderen (en jongeren), welke rollen het lokaal bestuur, het netwerk of samenwerkingsverband en de stuurgroep opnemen en wat het doel is voor ouders. Denk van bij het begin na over hoe je de visie wil verspreiden. Ga je in gesprek met externe betrokkenen, om hen mee te nemen in de visie? Waar en wanneer krijgt deze visie zijn definitieve vorm?

Meer informatie

Over het BOA-decreet:

Miniwebsite van het departement Opgroeien:

Breng in beeld welke info je hebt en welke je mist Wat is het bestaande aanbod voor welke kinderen en wat zijn de eigenschappen ervan? Wat is het perspectief van kinderen hierop? Wat mis je? Zonder duidelijk beeld van het netwerk en wat dit nu al realiseert, werk je in het ijle. Dit brengen we in beeld via een tool die je vanuit alle betrokken diensten gaat in- en aanvullen. Samen met de visie vormt dit de basis voor de keuze van de werkvormen voor de implementatie:

 Een eerste keuze van werkvorm gaat over opvang tijdens het schooljaar. Die verschilt van vakantieperiodes.

 Ga je zelf organiseren of uitbesteden?

 Werk je centraal of decentraal?

 Met eigen personeel of met ondersteuning voor extern personeel?

 Ga je kwalitatieve incentives gebruiken of niet?  Een tweede keuze gaat meer over een netwerk met interne en externe partners regisseren en aansturen. Het gaat ook over bij wie of waar het mandaat ligt om bepaalde vragen te gaan oplossen en cours de route, zoals ‘‘Hoe pakken we kwaliteitsverbetering aan?’, ‘Hoe zorgen we ervoor dat kinderen impact hebben op het geheel?’.

Experimenteer

Onze visie op de regie van vrijetijdskansen:

Zelf aan de slag met dit stappenplan of samen met Bataljong?

Je zal geregeld twijfelen of iets kan en zal werken. Daarom is het belangrijk om te experimenteren. Zo ga je direct in de praktijk aan de slag met knopen die zich aandienen en kan je een keuze maken vanuit meer praktijkervaring. Deze stap kan in de verschillende fasen terugkeren.

Meer info over wat we in een begeleidingsopdracht voor je kunnen betekenen?

Mail naar ilse.holvoet@bataljong.be

filip.stallaert@bataljong.be ?

Meer info over het stappenplan? Stel je vraag aan

17

Check het meerjarenplan en bepaal jullie prioriteiten

In de vorige Dropzone lanceerden we de eerste stap van Plancheckers. Gemist? Check plancheckers.be. Is jouw jeugdraad al met het meerjarenplan (MJP) aan de slag gegaan? Top, want het MJP is halfweg. Tijd dus voor een check-up! In deze editie nemen we je mee in de volgende stappen die je jeugdraad kan ondernemen. Let’s go!

Stap 2: Check het meerjarenplan van jouw gemeente

Op zoek naar het meerjarenplan van jouw gemeente

Nu je jeugdraders weten wat een meerjarenplan precies is, kunnen ze op zoek gaan naar het MJP van jouw stad of gemeente. We tonen hen via Plancheckers waar ze het MJP vinden: website, verslag gemeenteraad, opvragen bij jeugddienst… Het is belangrijk dat de jeugdraders het hele document vinden (met cijfers) en geen samenvatting.

18
Tekst: Ellen De Grauwe Beelden: Bataljong

Meerjarenplan halfweg

Om een mooi overzicht te krijgen van alle doelstellingen en acties die bestemd zijn voor kinderen en jongeren, nemen de jeugdraders het MJP door. Op papier of digitaal? Alles kan! Het is belangrijk dat ze alle acties en doelstellingen die mogelijks impact hebben op kinderen en jongeren aanstippen.

Stap 3: Kies je prioriteiten

Prioriteiten stellen

Uiteraard kunnen de jeugdraders niet alle interessante acties opvolgen. Daarom is het belangrijk om een prioriteitenlijstje te maken. Welke acties hebben rechtstreeks een weerslag op heel wat kinderen en jongeren? De jeugdraders kunnen ook al nadenken over acties die niet in het plan staan, maar die voor kinderen en jongeren in jouw gemeente wel belangrijk zijn.

Hoe staat het?

TIP: Kijk verder dan het hoofdstuk ‘Jeugd’. Ook de herinrichting van de grote markt bv. heeft impact op kinderen en jongeren.

Leesbaarheid van het meerjarenplan

Het meerjarenplan leest niet zo vlot als een roman. Er wordt vaak behoorlijk wat beleidstaal gebruikt. Sta jij ook klaar om een woordje uitleg te geven bij beleidsacties/doelstellingen die voor de jeugdraders onduidelijk zijn?

Jeugdraders, tijd voor actie! Screen het meerjarenplan

 Print het meerjarenplan uit (als het aantal pagina’s meevalt), verdeel het over verschillende jeugdraadsleden en ga met een fluostift door de verschillende delen van het plan. Duid telkens aan welke doelstellingen en acties belangrijk zijn voor kinderen en jongeren.

 Je kan dit ook digitaal doen. Verdeel de pagina’s en verzamel in een gedeeld document (bv. Google Docs) alle doelstellingen en acties.

 Bespreek de doelstellingen en acties die jullie geselecteerd hebben. Vraag eventueel een woordje uitleg aan je jeugdambtenaar om alles goed te begrijpen. Sommige acties zullen voor zich spreken. Bekijk zeker welke jaartallen er bij de acties staan. Wanneer moe(s)ten de acties uitgevoerd zijn?

Meer info?

Bekijk het stappenplan op bataljong.be/plancheckers of contacteer Jimmy, jimmy.wertelaers@bataljong.be ?

Om te weten of doelstellingen en acties in de praktijk zijn uitgevoerd, doen jeugdraders best beroep op jou. Of ze richten zich rechtstreeks tot een andere bevoegde ambtenaar of schepen.

Jeugdraders, tijd voor actie! Bepaal jullie prioriteiten

 Gebruik het schema van Eisenhower (zie plancheckers. be) om prioriteiten te stellen. Of bekijk per actie op welke groepen kinderen en jongeren die impact heeft.

 Spreek de jeugdambtenaar (of een collega) aan om zoveel mogelijk informatie in te winnen over de actuele toestand van jullie prioritaire acties. Bekijk vooral de acties die op de planning stonden, maar nog niet zijn uitgevoerd. En de acties die er in de komende jaren nog aankomen en waar jullie graag bij betrokken zijn. Bv. ‘in 2023 bouwen we het Huis van het Kind verder uit’.

 Zijn er voor de jeugdraad of voor kinderen en jongeren in de gemeente belangrijke thema’s of onderwerpen die nu niet in het meerjarenplan staan? Die kunnen jullie ook opnemen in jullie prioriteitenlijst.

TIP: De gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober 2024 lijken nog veraf. Toch zullen ze snel daar zijn! De verkiezingen bieden de jeugdraad dé uitgelezen kans om hun stem te laten horen. Maar ook die van andere kinderen en jongeren in jouw gemeente. Wil de jeugdraad de noden van kinderen en jongeren in kaart brengen en een memorandum opmaken? Plan dan tijdig je inspraakacties!

19

De commissies: inhoudelijk kompas voor Bataljong Commissie breed jeugdbeleid

‘Practice what you preach’: een uitdrukking die wij bij Bataljong zeer hoog in het vaandel dragen. Als ledenorganisatie van lokale besturen vinden wij het dan ook logisch, én essentieel, dat de aansturing van waar de organisatie voor gaat en staat gebeurt vanuit de leden. Eén van de plekken waar Bataljong samen met leden vorm geeft aan lokale thema’s zoals mobiliteit, mentaal welbevinden, rondhangbeleid... is de commissie breed jeugdbeleid. Commissieleden Pieter-Jan, Ignace en Sien vertellen waarom zij actief zijn in de commissie.

Pieter-Jan Teirlinck, deskundige jeugd en vrije tijd, Laarne

Ignace De Block, dienst jeugd en sport, Lokeren

De commissie breed jeugdbeleid, dat is:

 4x bijeenkomen per jaar.

 Ontmoetingen met jeugdambtenaren met heel diverse profielen en partnerorganisaties van Bataljong. Je hoort hoe collega’s uit andere steden en gemeenten aan de slag gaan met thema’s en haalt er inspiratie uit voor je eigen praktijk.

 Mee vorm geven aan Bataljong, zowel bottomup als top-down. Op die manier draag je bij aan producten, tools en visie waar andere lokale besturen mee aan de slag kunnen.

Sien Crivits, beleidsmedewerker, kinderrechtencoalitie

Met wie had je op de commissie de interessantste ontmoeting?

Ik vind het moeilijk om daar één iemand uit te kiezen, het interessante vind ik de mix aan ontmoetingen die er zijn met jeugdambtenaren uit kleine gemeenten en grote steden. Maar ook de ontmoetingen met partnerorganisaties zoals KeKi, Kind & Samenleving, VVSG, KiReCo en Uit De Marge. Na de commissie keer ik steeds met veel energie huiswaarts.

Het is misschien minder ‘werkgerelateerd’ interessant, maar aan Lies Van Der Wouden (jeugddienst Lochristi, ook lid van de commissie) heb ik in mijn scoutsverleden nog leiding gegeven. En in deze commissie zijn we elkaar terug tegengekomen. Ook de jeugddienstenwereld is dus een kleine wereld.

Als beleidsmedewerker bij een kinderrechten-NGO kom ik voornamelijk in contact met het Vlaamse en federale beleidsniveau. Alle ontmoetingen met personen die jeugdbeleid op lokaal niveau vormgeven zijn dus zeer waardevol voor de uitoefening van mijn job. Dit omdat het mijn voeling met het lokale niveau versterkt en mij in staat stelt om lokale ervaringen te vertalen naar beleidswerk op bovenlokaal niveau.

20
Tekst: Tieme Verlinde

Met welke inspiratie ging je naar huis?

Geef 1 concreet voorbeeld.

Op de laatste commissie maakten we kennis met de verbindingsambassadeur van Stad Lokeren. Dankzij haar input ging ik naar huis met veel tools om aan de slag te gaan met anderstalige nieuwkomers. Dit is een doelgroep waar ik in een kleine gemeente zelden mee in contact kom, maar die door de recente vluchtelingenstroom uit Oekraïne wel volledig in mijn scope is terecht gekomen.

Het ons-kent-ons-verhaal heeft al opgeleverd. Er leeft bij de Lokerse jeugdverenigingen, ook i.h.k.v. een toegankelijksheidsscan, een vraag om meer zichtbaar te zijn in het straatbeeld. Met het voorbeeld uit Merelbeke van signalisatie met gepersonaliseerde (eigen naam en logo) en toch herkenbare borden, zijn we onmiddellijk aan de slag gegaan.

Ik heb geen concreet voorbeeld, maar deelname inspireert mij om meer diversiteit te brengen in de actoren die ik betrek in mijn beleidswerk. Via de commissie wordt het belang van lokale actoren voor de implementatie van kinderrechten immers erg tastbaar.

Wat vond je de interessantste inhoudelijke discussie op de commissie?

De discussie over het nieuwe decreet ‘vroeg en nabij’. In een kleine groep kwamen we samen tot kritische en onderbouwde input. Ik ben ook zeer blij dat ik merk dat Bataljong onze stem verder meeneemt in gesprekken met het Departement Opgroeien.

Het debat dat ontstaan is na de voorstelling van onze Lokerse verbindingsambassadeur. De conclusie die ik meeneem: hoe hoog drempels soms ook lijken, toch kunnen we als jeugdambtenaar, op gebied van toegankelijkheid van ons eigen aanbod, met een aantal kleine acties een belangrijk verschil maken.

Op de commissie hadden we het over de Bataljong-visienota over zogenaamde ‘hangjongeren’. Fijn om te ervaren hoe de verschillende ‘brillen’ van de leden dan samenkomen, en om vanuit een kinderrechtenbril input te kunnen geven.

Aan welke Bataljongtool of –visietraject werkte je mee?

Hoe was dat?

De koekendoos. Het fijne is dat we met de commissie dit volledige traject mee konden vormgeven.

Van conceptidee tot keuze van de vormgeving, tot het testen van de methodiek.

Ik zat in het groepje rond de ‘hangman’. Dit is een heel actueel thema. Dagelijks verschijnt er wel ergens een persartikel over het ‘probleem’ van de hangjongeren. Hier met verschillende jeugdambtenaren een gedragen visienota over (her)schrijven die niet meestapt in de ‘maatschappelijke klaagtendens’, betekent een meerwaarde.

Ik werkte mee aan het traject dat Bataljong opzette over deontologie op de Lokale Integrale Veiligheidscellen (LIVC’s). Uiteenlopende actoren werden betrokken: lokale ambtenaren die rond jeugd- en antiradicaliseringsbeleid werken, ambtenaren die in een LIVC zetelen, middenveldsactoren, een medewerker van het Departement Cultuur, Jeugd en Media... Dit heeft me des te meer overtuigd dat actoren die elk in een andere context en vanuit een verschillende invalshoek werken, elkaar enorm kunnen versterken.

Meer info: bataljong.be/commissie-breed-jeugdbeleid

Ook jij kan lid worden van de commissie breed jeugdbeleid. Interesse? Stuur vrijblijvend een mailtje naar tieme.verlinde@bataljong.be

21

Driehoeksverhouding

Driehoeksverhouding

Heusden-Zolder

Heusden-Zolder is een middelgrote gemeente in Limburg van ruim 33.000 inwoners.

Jeugdambtenaar Jonas Lenaers, jeugdraadslid

Elian Pergola en schepen van jeugd Dirk Schops vormen de driehoek van het jeugdbeleid van deze mooie gemeente met zijn racecircuit en steenkoolmijn.

Wat is je ambitie voor het jeugdbeleid?

Jonas: Bij mijn start ging ik meteen aan de slag met het subsidiereglement en de administratieve rompslomp die in zo’n complexe berekeningen sluipt. Al snel merkte ik dat de aanpassing ervan niet zo snel en radicaal kon als gehoopt. Na 3 jaar en 2 grondige aanpassingen is het reglement op maat van de vragen en noden van het lokale jeugdwerk. De absolute ambitie is om tot een subsidiereglement te komen dat door en voor jeugd is geschreven.

Elian: De ambitie is om dichter bij de jeugd te staan. We beseffen dat de jeugdraad een cruciale katalysator is tussen het beleid en de input van jongeren om dat te voeden. En dat we als jeugdraad op dit moment nog niet genoeg publiek bereiken. Dat is trouwens niet uitzonderlijk: andere jeugdraden hebben hier ook moeite mee. Dat bleek uit een uitwisseling met verschillende jeugdraden die we onlangs organiseerden.

Dirk: Wij zijn een multiculturele gemeente en wij moeten blijven inzetten op de niet-georganiseerde jongeren betrekken bij de reguliere jeugdwerking.

22
V.l.n.r.: Schepen Dirk Schops, burgemeester Mario Borremans en Scouts en Gidsen de Perenboom, winnaars van de fairplayprijs op het jaarlijkse baseballtornooi. Tekst: Bieke Nackaerts Beeld: Heusden-Zolder
Onze jeugdraad groeide tijdens de pandemie. Misschien beginnen jongeren te beseffen dat het tijd wordt om hun stem te doen weerklinken, want die noodzaak is groter dan ooit.

Op welke verwezenlijking in het jeugdbeleid ben je trots?

Jonas: De afgelopen jaren kwam er heel wat kritiek op het bingedrinken bij de jeugd.

In een gedragen proces met heel wat fuiforganisatoren werd er een projectgroep opgestart. Doelstelling? Fuiven in Heusden-Zolder aangenaam maken. En vooral zorgen dat ze mogen blijven doorgaan. Uit deze werkgroep zijn twee producten gekomen: een fuifhandleiding en een fuifcharter gebaseerd op de Feestwijzer van VAD en sensibilisering van Safe ’n sound.

Elian: Toen de pandemie begon, vreesden we dat de werking van de jeugdraad zou stilvallen. Niets was minder waar: de jeugdraad bleef, we connecteerden via online kanalen en dachten coronaveilige edities uit van onze meest populaire activiteiten. Toen we aan het nieuwe werkjaar begonnen vervoegden drie (!) nieuwe leden onze jeugdraad. De crisis heeft er blijkbaar voor gezorgd dat we net meer jongeren aanspreken: misschien beginnen jongeren te beseffen dat het tijd wordt om hun stem te doen weerklinken, want die noodzaak is groter dan ooit.

Dirk: Dat wij binnen onze gemeente een sterke jeugdraad hebben en ik samen met hen erg trots kan en mag zijn op onze jeugdverenigingen: Chiro- en Scoutsgroepen, KAJ, speelpleinwerkingen en onze vier jeugdhuizen. Stuk voor stuk particuliere initiatieven.

Wat was een struikelblok waarvan je toch écht iets leerde?

Jonas: Een jeugdhuis dat erom bekend stond dat ze niet altijd de regels volgden, organiseerde een fuif. Dit keer hadden ze wél alles aangevraagd, maar er was administratief wat misgelopen. Uiteindelijk werd er uitzonderlijk toch nog een vergunning opgemaakt en is de fuif toch kunnen doorgaan. Ik leerde hieruit dat de procedures van een gemeente soms echt heel demotiverend en complex kunnen zijn voor ondernemingsgezinde jeugd. En ook dat het als jeugdconsulent niet altijd even gemakkelijk is om een oogje dicht te knijpen als er iets niet in orde is.

Elian: Het afgelopen jaar probeerden we door een aantal ‘nieuwe’ activiteiten op een andere manier aan ‘jeugdraad’ te doen: we hernamen het Debattle-concept om het lokale bestuur aan de tand te voelen over de eerste helft van hun legislatuur en we gingen op bezoek bij enkele jeugdverenigingen. Daaruit merkten we dat we teveel op een top-down manier de jeugd probeerden te bereiken. We leerden dat we nóg vaker ons netwerk moeten gebruiken om gewoon een praatje te slaan met de jongeren door bv. wat vaker rond te hangen in een jeugdhuis. Uit de gesprekken die jongeren daar hebben met elkaar, leer je veel.

Meer weten? Dan kan je terecht bij Jonas Lenaers, jonas.lenaers@heusden-zolder.be ?

Dirk: Toen ik als prille schepen een dossier terug mocht opstarten voor de bouw van nieuwe scoutslokalen dat al jaren in het slop zat, moest ik vaststellen dat er een slechte communicatie was naar de vereniging. We hebben meteen een afvaardiging van de scouts en oud-leiding mee in het project betrokken. Twee jaar later was de opening van een prachtige nieuwbouw een feit. Tot op de dag van vandaag hanteren we nog steeds deze manier van werken en kunnen talrijke projecten succesvol afgerond worden.

23

Vraag het aan Bataljong!

Zit je zelf met een vraag of heb je hier of daar nood aan een duwtje in de rug?

Laat van je horen via www.bataljong.be/stel-je-vraag

Er is jammer genoeg geen magische oplossing. Je doelpubliek bereiken en engageren met leuke, relevante Instagram Stories kost tijd. Instagram Stories is een dankbaar kanaal om een ‘blik achter de schermen’ te bieden. Je Instagram tijdlijn is je showroom: momentopnames, duurzame beelden, wat meer gepolijst. Op je stories post je tijdelijke beelden waarbij het verhaal en de sfeer veel belangrijker zijn dan de kwaliteit. We geven je 3 concrete tips om de afstand met je doelpubliek te verkleinen met Instagram Stories.

1. Interactie, interactie, interactie. Mik bij élke story op interactie. Waarom? Het Instagram algoritme! Volgers die vaak met je interageren krijgen meer van je content te zien. Content met veel interactie krijgt een voorkeursbehandeling van het algoritme, waardoor je meer mensen bereikt.

Tips om meer interactie te genereren

 Aftelklok voor events. Zoek in de stickers naar ‘countdown’.

 De inschrijflink voor je event kan je rechtstreeks op de story plaatsen met de linksticker.

 “tap here” – of “tap om de volgende tip te ontdekken” – begeleidt de kijker om het verhaal te doorlopen en naar de volgende frame in je story te gaan.

 Vraag en antwoord: laat een ‘gekend gezicht’ vragen beantwoorden van je volgers met de “vragen” sticker. Deel de antwoorden in het vervolg van je story.

 Stories hebben sinds kort ook een “like” (hartje) functie, waardoor laagdrempelige interactie ook mogelijk is.

 Polls. Over alledaagse dingen. Bonuspunten als je dingen kan bevragen die heel eigen zijn aan de leefwereld van je doelpubliek

 Quizjes werken ook altijd.

 “Jouw beurt” – laat volgers hun eigen beelden delen als antwoord op een vraag. Zoek onder stickers bij “jouw beurt”.

2. Het heet Instagram Stories. Denk in termen van een verhaal: inleiding, conclusie en tussenin een spanningsboog. Elk frame (één beeld van een story) trekt de kijker verder en onthult een nieuw stuk van het verhaal.

3. Laat af en toe je gezicht zien. Persoonlijke connectie is belangrijk om dichtbij je doelpubliek te staan. Af en toe zelf in je stories komen kan daarbij helpen.

Tips & tools

?

Meer info?

Trek aan de mouw van Koen koen.vanboxem@bataljong.be

• Win tijd door een paar sjablonen te maken. Ga naar www.canva.com Snel een kleine aanpassing nodig aan je foto of video? Voor ons werkt “ Inshot ” heel goed.

• Ondertitel je video’s met Kapwing , via kapwing.com of met de tekststicker in de Instagram app.

Geen idee waarover je stories moeten gaan? Check de toptopical-kalender van I Like media : ilikemedia.be/toptopicalkalender/

• Doe een takeover. De richtlijnen van Mediaraven helpen je op weg: mediahelpdesk.be/vraag/zo-organiseer-je-een-instagram-takeover

25
“Ik probeer met de jeugddienst regelmatig iets op onze Instagram Stories te zetten. Hoe zorg ik regelmatig voor stories die meer interactie genereren zonder dat het me heel veel extra tijd kost?”
Stel je vraag

BESPEELBARE KUNST MAAKT VAN LEEUWERIKPARK EEN ‘DERDE’ THUIS

Open ruimte optimaal benutten is dezer dagen van cruciaal belang. Antwerpen Berchem begrijpt dat en kleurt daarom groen. Het verbindt de binnen- en buitenstad door de herontwikkeling van haar parken, waaronder het Leeuwerikpark. De stad wil meteen ook een thuis creëren in het park, een zogenoemde ‘third place’. De grote troef? Bespeelbare kunst.

Sinds 2017 creëert stad Antwerpen in Berchem een groene long. Het Leeuwerikpark maakt daar een groot deel van uit. Met haar uitgestrekte ligweiden, graslandschappen omzoomd met parkbos heeft het veel rust en afwisseling te bieden. Naast een integrale opfrisbeurt is er speciale aandacht voor een nieuw ontwerp van de centrale speelplek. De buurtbewoners mochten hierover meebeslissen. Met toegankelijkheid en fantasie als maatstaven bouwde Goede Speelprojecten er bespeelbare kunst. Met de leeuwerik in het achterhoofd werd er gekozen voor het thema vogels.

Speelkunst

Speelkunst is een grote troef voor de creatie van ‘third places’. Vaak beleef je kunst vanop een afstand. Door met kunst te spelen word je deel van het object. Je fantasie wordt geprikkeld en je ontdekt eigen mogelijkheden om het kunstwerk te verrijken. Het nodigt uit tot fysieke exploratie. Soms moet de fantasie daarentegen weer getriggerd worden. Dat gebeurt met beelden die de kinderen herkennen en aantrekkelijk zijn. Speelkunst vindt hierin een ideale balans.

Third places

De covid-19-crisis maakt duidelijk hoe belangrijk het is om de openbare ruimte optimaal te benutten. In ‘third places’ kunnen mensen elkaar ontmoeten en naast thuis of op het werk/school een derde thuis creëren. Weten dat 60% van de kinderen in hoogbouw opgroeit en verstedelijking alsmaar toeneemt, maakt zulke plekken immens belangrijk.

Hoe creëer je succesvolle ‘third places’? In 2014 onderzocht Yvette Plat het samen met een groep internationale studenten. “Een gastheer of -vrouw is een van de belangrijkste zaken. Zo iemand geeft namelijk het gevoel dat er een verantwoordelijke is voor de plek, een persoon waar mensen naar toe kunnen met vragen of klachten”, aldus Plat. Anderzijds wordt een plek vaak ook gevormd door de mensen die er vaak komen.

Samenleven versterken

Daarom is het belangrijk om mensen te betrekken bij een plek. Maar hoe doe je dat? Iedere Parijzenaar voelt zich de bezitter van het Bois de Boulogne, net als dat het Citadelpark van alle Gentenaren is. Het zijn plekken voor iedereen, voor alle lagen van de samenleving. Bij ‘third places’ gaat het om inclusiviteit en niet om allerlei aparte speel- en sportplekken. Meer en meer moeten we beseffen dat de openbare ruimte een middel is om samenleven te versterken. Want diversiteit vitaliseert een samenleving. Spelen, het zit in onze natuur!

GOEDE SPEELPROJECTEN

Brusselstraat 51 | 2018 Antwerpen

03 482 40 67

goede@speelprojecten.be

www.speelprojecten.be

Advertorial

Plan & Play 2022

Het inspiratie- en netwerkmoment om je gemeentelijk vrijetijdsaanbod voor kinderen en jongeren te verrijken!

save the date

27.10.22

 ONTDEK NIEUWE EN VERTROUWDE AANBIEDERS OP DE BEURS

 LAAT JE INSPIREREN OP ÉÉN VAN ONZE SESSIES

 DOE MEE AAN ACTIEVE WORKSHOPS

 NETWERK MET COLLEGA’S

 BOEIENDE KEYNOTE

Voor wie?

Jeugd- en vrijetijdsambtenaren die instaan voor de organisatie, planning en ondersteuning van gemeentelijk jeugdaanbod of vakantiewerking.

Werken aan een vrijetijdsbeleid voor kinderen en jongeren is een integraal verhaal.

Breng een collega sport, cultuur, erfgoed, toerisme… mee die samen met jou zorgt voor een afgestemd gemeentelijk jeugdaanbod.

Waar en wanneer?

Donderdag 27 oktober 2022

‘t Bau-huis, Slachthuisstraat 60, 9100 Sint-Niklaas

Onthaal vanaf 9u30, einde om 16u

Plan & Play?

Uitwisseling, inspiratie en beurs voor je gemeentelijk aanbod.

Een evenement van Bataljong vzw Met de gewaardeerde medewerking van de stad Sint-Niklaas en ’t Bauhuis.

Meer info

saar.dewulf@bataljong.be, 03 304 83 84

Check voor de laatste updates www.bataljong.be/planenplay

27
DONDERDAG

back-cover

Bij Bataljong, we’ve got your back. Onze collega’s zetten zich elke dag tomeloos in om jeugdambtenaren, jeugdraders en schepenen van jeugd te ruggensteunen in hun strijd naar beter en breder lokaal jeugdbeleid.

Zoals Jimmy (rechts op de foto), die mee de regionale uitwisseling voor jeugdraden in West-Limburg op poten zette, met HeusdenZolder als gastgemeente. We brengen jeugdraden samen, wisselen uit rond relevante thema’s en leren van elkaar op verschillende vlakken. Is er nog geen jeugdradenuitwisseling in jouw regio geweest en je hebt interesse om die mee te organiseren? Laat het ons weten! Jullie voorzien de locatie, samen met jullie werken we het programma uit.

Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.