VUB-expertise in Athene
Prof. dr. Paul Wylleman, coördinator van de dienst Topsport en Studie
Verschillende atleten van het VUBprogramma Topsport en Studie gaven het uiterste van zichzelf, maar strandden jammer genoeg net boven de olympische limiet. De jarenlange VUB-expertise inzake topsport vindt echter wel zijn weg naar de Olympische Spelen in Athene. Ondanks het feit dat de VUB geen topsportstudenten zal kunnen afvaardigen voor de Olympische Spelen in Athene, wordt onze universiteit toch vertegenwoordigd door haar oudtopsportstudenten (lees ook p.11) Kathleen Smet (triatlon), Sebbe Godefroid en Min Dizillie (zeilen). Voorts speelt de VUB ook een belangrijke rol in de voorbereiding van kandidaat-Olympiërs. Prof. dr. Paul Wylleman, coördinator van de dienst Topsport en Studie, legt uit hoe dat komt. “Dankzij een jarenlang opgebouwde expertise in de begeleiding van topsporters wordt er onder andere door het Bloso en het BOIC (Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité) beroep gedaan op de kennis en ervaring van de VUB. Deze input varieert van de beleids- en managementaspecten van topsport tot de individuele fysieke en mentale begeleiding van topsporters.” Als sportpsycholoog richt Paul Wylleman zich dan ook op de mentale voorbereiding en begeleiding van topsporters en hun begeleidingsteam (coach, arts,…). Tevens voert hij onderzoek naar de carrièremogelijkheden van huidige en voormalig topatleten en spelers. Het fysieke werk (krachttraining, lichaamshouding,…) neemt sportkinesitherapeut Frank Dewitte voor zijn rekening. Hij maakte al meermaals deel uit van het Belgisch Olympisch team en werkte samen met onder meer spurter Patrick Stevens, zeiler Sebastien Godefroid en judoka’s Heidi Rakels en Ann Simons. De VUB-dienst Topsport en Studie wordt geleid door Prof. Dr. Paul De Knop, eveneens voorzitter van Bloso en van de stuurgroep Topsport
Vlaanderen. In deze laatste functie hield hij zich nog zeer recent bezig met de voorbereiding van een topsportactieplan met het oog op het behalen van meer medailles vanaf de Olympische Spelen van 2008. Vooral op de Spelen van 2016 zou dit plan haar vruchten moeten afwerpen. Sinds kort komt ook vanuit Europa de vraag om de VUB-expertise ter beschikking te stellen. Zo begeleidt Paul Wylleman onder meer een Noorse Olympisch steepleloper. Op uitnodiging van het Grieks Olympisch Comité zal hij begin juni in Athene trouwens het “Forum for Applied Sport psychologists in Topsport” (FAST) leiden. Op dit forum wisselen sportpsychologen uit 13 verschillende Europese landen hun professionele ervaringen met het begeleiden van Olympische atleten en spelers uit. Hieruit blijkt nogmaals dat de VUB-topsportstudenten kunnen genieten van een optimale begeleiding. Ook op termijn ziet het er volgens Wylleman goed uit voor studerende topsporters. Bloso laat duidelijk merken dat het de combinatie topsport en studie actief wil steunen. Ook het BOIC erkent de meerwaarde van een studerende topatleet. Vanaf september zullen jonge universitaire studenten met sporttalent dan ook op hun steun kunnen rekenen. “Dat zijn goeie signalen die we als topsport-universiteit zeker toejuichen”, besluit Paul Wylleman. De VUB hoopt alvast dat de hoogtepunten voor onze universiteit op de Olympische Spelen van Atlanta (1996) en Sydney (2000) gauw geëvenaard of zelfs verbeterd worden. In Atlanta behaalde toenmalig VUB-student Sebastien Godefroid namelijk een zilveren medaille in het zeilen. In Sydney pakte toenmalig TEW-studente Ann Simons een bronzen medaille in het judo. Deelnemen aan de Olympische Spelen en tevens je kansen op een universitair diploma gaaf houden. Het lijkt niet evident, maar het is zeker mogelijk!
Schermer Frederik Van Dormael is 23 en schrijft naast het vele trainen zijn licentiaatsverhandeling Lichamelijke Opvoeding. Frederik is de eerste topsportstudent met een Bloso-contract waarin staat dat hij zowel op sportief als op studievlak goed moet presteren. De Blosoevaluatie kijkt daarbij op sportief vlak niet enkel naar het eindresultaat maar ook naar de progressie. Dankzij dit contract krijgen topsportstudenten voortaan ook 70% van een professioneel loon uitbetaald. In het schermen werd Frederik al meer dan tien keer Belgisch kampioen, zowel individueel als per ploeg. Als mooiste moment uit zijn carrière noemt hij de zevende plaats op zijn eerste Wereldkampioenschap bij de kadetten in 1997. Het jaar nadien behaalde hij op drie internationale tornooien telkens een top-drie-plaats met 2 zilveren en 1 bronzen medaille. Het BOIC bepaalde ook dat Frederik in aanmerking kwam voor de Olympische Spelen in Athene. Hij maakt deel uit van de nationale floretploeg die 6de staat op de wereldranglijst. Vermits enkel de eerste vier op de wereldranglijst rechtstreeks geplaatst zijn voor Athene, moest het team zich op het tornooi van Caïro eind maart kwalificeren. De strijd werd helaas beslecht in het voordeel van Rusland. Frederik is er vast van overtuigd dat hij ook op individueel vlak snel een positieve evolutie zal maken. Op studievlak loopt alles zoals gepland. De thesis waarbij hij onderzoek voerde naar de ontwikkeling van een instrument om de motivatie van een atleet te observeren, zal tijdig worden ingediend. Naast Frederik Van Dormael telde de VUB nog vier andere Olympische kandidaten: Leen Dom (1ste lic LO) in het judo, Tom Vangeneugden (2de kan kunstwetenschappen en archeologie) in het zwemmen en Quentin (1ste kan TEW) en Lionel (1ste kan Politieke en Sociale Wetenschappen) Blondiau in het zeilen.
7