Akademos april 2005

Page 13

eerste jaar bachelor, een voortgangscommissie die de tussentijdse deliberaties verzorgt en een examencommissie die samenkomt op het einde van het studietraject. Dus op het einde van de bachelor- of masteropleiding. Elke examencommissie heeft eigen bevoegdheden. Zo zal de examencommissie op het einde van het eerste bachelorjaar oordelen of de student geslaagd is voor de gevolgde opleidingsonderdelen, terwijl de voortgangscommissie nagaat of de student voldoende credits verzamelt, geen te lage cijfers heeft of het nodige gemiddelde haalt. Aan de hand van die beoordeling kan de voortgangscommissie dan een niet-bindend studieadvies formuleren. De examencommissie op het einde van de opleiding oordeelt dan weer over de toekenning van het diploma en de bijhorende graad van verdienste. De examencommissies doen ook aan studievoortgangsbewaking. Wat houdt dit in? Vanessa De Cock: Zij gaan na of de student niet te veel ‘treuzelt’, of hij/zij de toegestane examenkansen niet heeft opgebruikt,… en verbinden aan de volgende inschrijving van de student voorwaarden. De

beslissing die de commissie op dit vlak neemt, is in tegenstelling tot het studieadvies wel bindend. Examenkansen? Vanessa De Cock: Elke student heeft volgens het nieuwe decreet recht op twee inschrijvingen en bij elke inschrijving horen twee examenkansen. Is een beperking van het aantal inschrijvingen geen nadeel voor de ietwat ‘tragere’ studenten? Rosette S’Jegers: Net zoals nu zal men om te mogen ‘trissen’ toestemming moeten krijgen. Vanessa De Cock: Trissers worden in de toekomst beoordeeld per opleidingsonderdeel. Wel is het zo dat de beperking op het aantal inschrijvingen ‘levenslang’ geldt. Studenten die vroeger een jaar overdeden en nog niet geslaagd waren, konden zich een aantal jaren later gemakkelijk opnieuw inschrijven voor dat studiejaar. Het nieuwe decreet voorziet dit niet meer.

Zijn er richtlijnen gegeven om anders te quoteren? Vanessa De Cock: Er werden geen richtlijnen uitgeschreven. In principe dient men er vanuit te gaan dat de student net zoals vroeger 10 op 20 krijgt van zodra hij/zij het opleidingsonderdeel met goed gevolg heeft afgelegd. We kunnen natuurlijk niet uitsluiten dat docenten minder snel dan vroeger die bewuste 10 zullen geven. Dat cijfer geeft nu eenmaal recht op credits. Wat wil zeggen dat de student dat opleidingsonderdeel verworven heeft en een creditattest krijgt.

Niet iedereen was voorstander van deze wijziging, maar omdat het decreet dit voorschrijft was deze wijziging in het examenreglement noodzakelijk. Ook voor de toekenning van de graden heeft dit consequenties. Met een gemiddelde van 14 op 20 onderscheiding halen wordt in principe moeilijker. Voor dit probleem zoeken we momenteel naar een oplossing. Bijvoorbeeld door een lager gemiddelde te eisen bij de toekenning van een graad of door een extra proclamatievorm ‘geslaagd zonder graad’ in te voeren.

Alle trajectbelgeiders op een rijtje (vlnr): Suzy De Wilde (WE en TW), Veerle Van Gijsegem (RG), Inge Van Mol (PE), Sofie Daniels (LK) en Heidi Belet (ES). Kathlijn Pittomvils (LW) en Ruddy Verbinnen (GF) ontbreken op de foto.

Een andere wijziging in het examenreglement is de vrijstelling vanaf 10 op 20. Vanessa De Cock: Inderdaad, deze verandering gaat dit jaar al bij de

Een woordje uitleg • Flexibilisering: invoering van een systeem van accumulatie van studiepunten dat de mobiliteit van de student en de mogelijkheden tot differentiëring binnen het onderwijs en tot levenslang leren moet vergroten. Bij het voltooien van een opleidingsonderdeel ontvangt de student een creditattest. • Modeltraject: het ‘vaste’ studietraject dat voor een groep van studenten de modaliteiten bepaalt inzake studieomvang (aantal SP te volgen per academiejaar), deliberatie en studievoortgangsbewaking. • Minor: een verbredend (keuze)vakkenpakket uit andere, complementaire studiedomeinen. Een minor is een verbreding buiten het eigen vakgebied, vormt een meerwaarde o.m. bij toekomstige tewerkstelling en zorgt voor een vlottere doorstroming naar een andere Master. • Studiepunt: een internationale eenheid die overeenstemt met ten minste 25 en ten hoogste 30 uren voorgeschreven onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten en waarmee de studieomvang van elke opleiding of elk opleidingsonderdeel wordt uitgedrukt. • Credit: verworven studiepunt.

eerstvolgende zittijd in. Dit geldt zowel voor de studenten in het kandidatuur-licentietraject als voor de nieuwe bachelorstudenten.

De nieuwe bachelorstudenten kunnen vanaf dit academiejaar dus terecht bij de studietrajectbegeleiders. Heidi Belet, trajectbegleider op de faculteit Economische, Sociale en Politieke Wetenschappen, is één van hen. Weten de nieuwe studenten je te vinden? Ik was in het verleden reeds studentenbegeleider voor de studenten Politieke en Sociale Wetenschappen en had op die manier al een goed contact met hen. Tijdens de onthaalweek heb ik mezelf dan voorgesteld aan de nieuwe studenten. Na de eerste examens heb ik hen via e-mail nog eens op de hoogte gebracht dat ze bij mij terecht konden met eventuele problemen. Na die examens zag ik toch dat meer en meer studenten met vragen naar me toe kwamen. Elke voormiddag kunnen ze bij me binnenlopen in het studentensecretariaat en ’s namiddags na afspraak. Welke soort vragen stellen de studenten? Dat gaat van studenten die een 7 op 20 hebben voor een bepaald vak en zich afvragen of ze nog kunnen slagen tot studenten die menen dat ze in de verkeerde richting zitten en willen weten of ze nog kunnen veranderen. Al naargelang het probleem help ik hen zelf of stuur ik ze door naar studie-advies of een andere bevoegde dienst.

13.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Akademos april 2005 by Vrije Universiteit Brussel - Issuu