

JAARVERSLAG 2019
Rubriek 1: Organisatiestructuur: centrale organen
Rubriek 2: Organisatiestructuur: decentrale organen
Rubriek 3: Onderwijsverslag
Rubriek 4: Onderzoeksverslag
Rubriek 5: Innovatie en Valorisatie VUB Techtransfer
Rubriek 6: Mens & Organisatie: het Personeelsverslag
Rubriek 7: Studentenvoorzieningen
Rubriek 8: Synthese jaarrekening
Rubriek 9: Internationaliseringsverslag
Rubriek 10: Duurzaamheidsverslag
RUBRIEK 1 ORGANISATIESTRUCTUUR: CENTRALE ORGANEN
Naam en adres van de universiteit: Vrije Universiteit Brussel, Pleinlaan 2, 1050 Brussel
SAMENSTELLING EN BEVOEGDHEDEN VAN DE BESTUURLIJKE ORGANEN OP HET CENTRALE NIVEAU
I. UNIVERSITAIRE ORGANEN KRACHTENS HET ORGANIEK STATUUT (O.S.)
1. UNIVERSITEITSRAAD
Samenstelling:
Effectieve leden (O.S. art. 13, §1)
Voorzitter RvB Eddy VAN GELDER
Decanen
LW Alex HOUSEN
RC Miguel DEJONCKHEERE
ES Joël BRANSON
PE Johan VANDERFAEILLIE
WE Ben CRAPS
IR Stefaan CAENEPEEL
GF Peter IN ‘T VELD
LK Evert ZINZEN
ZAP-leden
LW Wim VANDENBUSSCHE
RC Filiep DERUYCK
ES Thomas CRISPEELS
PE Dominique VERTE
WE Luc DE VUYST
IR Lars DE LAET
GF Karine BRECKPOT
LK Marc THEEBOOM
OAP-leden
LW Stefanie KEULEN
RC Canigia MESTDAGH
ES Alexandre THYS
PE Elien HELEVEN (Ondervoorzitter)
WE Raphaël KIEKENS
IR Charlotte CAMBIER
GF Stefaan VERHULST
Studenten
RC Sueann VANDEPUTTE
ES Lisa JONGMANS
PE Quentin LIEVENS
WE Sasha SOLAU
IR Mohamed BOUSSABAT
IR Sofie FÉRAUGE
GF Lio EGGERS
GF Jolien LERSBERGHE
ATP-leden
Inge CORNILLIE
John KELLEN
Natalie TIELEMANS
Overige afgevaardigden
UZB Yolande AVONTROODT
Alumni Gaétan VAN RUSSELT
IES Anthony ANTOINE
EhB Ann BRUSSEEL
VECO Sven VAN KERCKHOVEN
ULB Pierre GURDJIAN
UGent Isabel VAN DRIESSCHE
Externe leden
Franc BOGOVIC
Liesbet DHAENE
Hannelore GOEMAN
Filip MOEYKENS
Tinne VAN DER STRAETEN
Raymonda VERDYCK
Met raadgevend stem (O.S. art. 14)
- de Rector
- de Vicerectoren
- de Algemeen Beheerder van de Universiteit
- de Gedelegeerd Bestuurder van het UZ Brussel
Caroline PAUWELS
Jan DANCKAERT, Onderwijs en Studentenzaken
Karin VANDERKERKEN, Onderzoek
Hugo THIENPONT, Innovatie en Valorisatie
Romain MEEUSEN, Internationalisering
Nic VAN CRAEN
Marc NOPPEN
Secretaris: Yves VAN DER HOEVEN, Secretaris van de Raad
Glenn RONSSE, Adjunct-secretaris
Bevoegdheden:
De Universiteitsraad bepaalt de algemene strategische visie van de VUB, keurt de begroting en de jaarrekening goed en stelt de bestuurders aan.
Zie ook O.S. art. 15 t.e.m. 21.
2. RAAD VAN BESTUUR
Samenstelling:
Effectieve leden (O.S. art. 25, §1)
- de Rector
- de Voorzitter van het Bestuurscollege UZ Brussel
- één lid van het Zelfstandig Academisch Personeel
- één lid van het Overige Academisch Personeel
- één student
- één lid van het Administratief en Technisch Personeel
- vier externe bestuurders, waaronder één extern lid van de Universiteitsraad en minstens één alumnus, met complementaire deskundigheid in minstens de volgende domeinen: ICT, financiën, infrastructuur, recht en internationalisering
Caroline PAUWELS
Jean-Luc VANRAES
Elvira HAEZENDONCK
Stefaan VERHULST (Ondervoorzitter)
Sofie FERAUGE
John KELLEN
Karsten DE CLERCK
Natasja DEGRIECK
Eddy VAN GELDER (Voorzitter)
Raymonda VERDYCK Met raadgevende stem (O.S. art.26)
- de Algemeen Beheerder
- de Gedelegeerd Bestuurder van het UZBrussel, op uitnodiging van de voorzitter van de Raad van Bestuur, wanneer de Raad van Bestuur dient te beraadslagen over agendapunten die het UZ Brussel aanbelangen
Secretaris: (O.S. art. 33) Yves VAN DER HOEVEN, Secretaris van de Raad
Bevoegdheid:
Glenn RONSSE, Adjunct-secretaris
Nic VAN CRAEN
Marc NOPPEN
De Raad van Bestuur bepaalt het algemeen strategisch beleid van de Universiteit. Zie O.S. art. 27 t.e.m. 31.
ADVISERENDE COMITES VAN DE RAAD VAN BESTUUR
2.1. AUDITCOMITE
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden:
- Voorzitter, extern
- De Voorzitter van de Raad van Bestuur, ambtshalve
- 1 extern lid van de Universiteitsraad
- 1 personeelslid van de VUB met expertise in het domein
Met raadgevende stem: Worden ambtshalve uitgenodigd:
- de Rector
- Algemeen Beheerder
- Hoofd Financiële Administratie
- de Interne Auditor
Dirk BOOGMANS
Eddy VAN GELDER
Filip MOEYKENS
Diane BREESCH
Caroline PAUWELS
Nic VAN CRAEN
Nadine VERHEYEN
Filip HONS
Andere personen kunnen de vergadering met raadgevende stem bijwonen in functie van de agenda en indien daarom verzocht door de Voorzitter.
Het secretariaat wordt waargenomen door het afdelingshoofd Interne Audit, met ondersteuning van het Secretariaat van de Raad.
Bevoegdheid:
Het auditcomité staat de Raad van Bestuur bij in zijn toezichtsfunctie, meer specifiek op volgende vlakken:
- het houden aan de diverse verplichtingen zoals voorzien in de wettelijke, statutaire of bedrijfsinterne voorschriften, en dit samen met de Bedrijfsrevisor;
- nagaan of aan alle verplichtingen ten opzichte van de toezichthoudende organen is voldaan;
- controleren en evalueren van de interne audit en het auditproces;
- onderzoeken en evalueren van risicobeheersing en interne controle;
- monitoring van het financiële verslaggevingsproces, van de interne audit en van de controle van de jaarrekening.
2.2. GOVERNANCE COMITE
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden :
- de Rector
- 1 vicerector
- 3 decanen
- de Voorzitter van de Raad van Bestuur, ambtshalve
- een extern lid van de Raad van Bestuur, bij voorkeur met juridisch profiel
- een extern lid van de Universiteitsraad
Caroline PAUWELS
Karin VANDERKERKEN
Johan VANDERFAEILLIE (plvv. Miguel DE JONCKHEERE)
Stefaan CAENEPEEL (plvv. Ben CRAPS)
Peter IN ‘T VELD (plvv. Evert ZINZEN)
Eddy VAN GELDER
Natasja DEGRIECK
Tinne VAN DER STRAETEN
- een lid van het ZAP uit de Universiteitsraad
- een lid van het OAP uit de Universiteitsraad
- een lid van het ATP uit de Universiteitsraad
- een studentlid uit de Studentenraad
- een afgevaardigde Directie UZB
- een expertlid
Met raadgevende stem :
Worden ambtshalve uitgenodigd :
- Algemeen Beheerder
- de Interne Auditor
Andere personen kunnen de vergadering met raadgevende stem bijwonen in functie van de agenda en indien daarom verzocht door de Voorzitter:
- decaan ES – wordt permanent uitgenodigd.
- afgevaardigde Directie IES
Het secretariaat wordt waargenomen door het Secretariaat van de Raad.
Treedt op als penhouder
Het voorzitterschap wordt waargenomen door de Rector, de Vicerector of de Voorzitter van de Raad van Bestuur.
Bevoegdheid:
Luc DE VUYST
Canigia MESTDAGH
Natalie TIELEMANS
Lio EGGERS
Hilde HAEGEMAN
Filip MOEYKENS
Nic VAN CRAEN
Filip HONS
Joël BRANSON
Anthony ANTOINE
Yves VAN DER HOEVEN, Secretaris van de Raad
Glenn RONSSE, Adjunct-secretaris
Frank GLADINES
Het Governance Comité verleent de Raad van Bestuur advies over het bestuur en de organisatie van de VUB.
2.3. ETHISCH COMITE
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden :
- Voorzitter, extern
- een extern lid van de Raad van Bestuur
- een extern lid van de Universiteitsraad
- een lid van het ZAP uit de Universiteitsraad
- een lid van het OAP uit de Universiteitsraad
- een lid van het ATP uit de Universiteitsraad
- een studentlid uit de Studentenraad
Met raadgevende stem : Worden ambtshalve uitgenodigd :
- de Rector
Andere personen kunnen de vergadering met raadgevende stem bijwonen in functie van de agenda en indien daarom verzocht door de Voorzitter.
Het Secretariaat wordt waargenomen door het Secretariaat van de Raad
Etienne DE GROOT
Raymonda VERDYCK
Franc BOGOVIC
Dominique VERTE
Alexandre THYS
Inge CORNILLIE
Lio EGGERS
Caroline PAUWELS
Yves VAN DER HOEVEN, Secretaris van de Raad
Glenn RONSSE, Adjunct-secretaris
Bevoegdheden:
Het Ethisch Comité verleent advies aan de Raad van Bestuur over dossiers met een ethische dimensie, in het bijzonder (maar niet uitsluitend) over dossiers betreffende sponsoring, fundraising en internationale samenwerking.
2.4. REMUNERATIECOMITE- EN NOMINATIECOMITE
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden :
- 4 leden aangeduid door de Raad van Bestuur met expertise in het domein
Met raadgevende stem:
Worden ambtshalve uitgenodigd:
- de Rector of zijn/haar afgevaardigde
- Algemeen Beheerder
- Directeur M&O
Het secretariaat wordt waargenomen door het Secretariaat van de Raad.
Bevoegdheden:
Karsten DE CLERCK (Voorzitter)
Elvira HAEZENDONCK
Philippe EISELEIN
Luc DESCHOUWER
Hugo THIENPONT
Nic VAN CRAEN
Raf DEVOS
Yves VAN DER HOEVEN, Secretaris van de Raad
Glenn RONSSE, Adjunct-secretaris
Het Remuneratie- en nominatiecomité verleent advies en formuleert voorstellen aan de Raad van Bestuur met betrekking tot het remuneratiebeleid en de individuele remuneratie voor bestuurders en het management van de universiteit alsook over de profielen van de niet-ambtshalve bestuursleden en bij de periodieke evaluatie van de niet-ambtshalve bestuursleden.
Het Remuneratie- en nominatiecomité heeft tevens als opdracht het selecteren van kandidaat-externe bestuurders en het formuleren van voorstellen voor de benoeming van de externe bestuurders.
2.5. GUNNINGSCOMITE
Samenstelling:
- De Rector of zijn/haar afgevaardigde (Voorzitter)
- Voorzitter gebouwencommissie Etterbeek
- Voorzitter gebouwencommissie Jette
- Algemeen Beheerder
- Expert in de Bouwkunde
- Expert
- Hoofd Juridische Dienst
Leden met raadgevende stem Worden ambtshalve uitgenodigd:
- Hoofd Aankoopdienst
- Afdelingshoofd Directie Financiën
Marc JEGERS
Philippe LATAIRE
Johan DE MEY
Nic VAN CRAEN
Jurgen MAES
Nancy MUSSCHEBROECK
Yves VAN DER HOEVEN
Ineke CASIER
Sonia DEWULF
Nadine VERHEYEN
Andere personen kunnen de vergadering met raadgevende stem bijwonen in functie van de agenda en indien daarom verzocht door de voorzitter.
Het secretariaat wordt waargenomen door een medewerker van de Dienst Aankoop.
Bevoegdheid:
Het Gunningscomité adviseert de Raad van Bestuur en het Directiecomité i.v.m. de wijze van gunnen en de toewijzing van opdrachten van werken, leveringen en diensten.
2.6. FINANCIEEL MANAGEMENT COMITE
Samenstelling:
Externe bestuurder RvB met Eddy VAN GELDER deskundigheid in financiën
Expert Joël BRANSON
Expert Steven VANDUFFEL
Afdelingshoofd Directie Financiën
Hoofd planning en begroting
Nadine VERHEYEN
Eddy STROOBANTS
Algemeen Beheerder Nic VAN CRAEN
Bevoegdheden:
Het Financieel Management Comité werkt conform het door de Raad van Bestuur goedgekeurde lange termijn financiële strategisch beleid (met inbegrip van het beheer van de portefeuilles en het thesauriebeheer). Het FMC treedt op als financieel expertencomité voor de governance organen van de VUB. Het kan op vraag van de organen of op eigen initiatief adviezen formuleren. Het FMC rapporteert halfjaarlijks (en tussentijds waar nodig) over de wijze waarop het zijn bevoegdheden heeft uitgeoefend en over de behaalde resultaten in het portefeuille- en thesauriebeheer.
3. ACADEMISCHE RAAD
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden
Ambtshalve leden
Rector (statutair voorzitter)
Vicerector Onderwijs en studentenzaken
Vicerector Onderzoek
Vicerector Innovatie en Valorisatie
Vicerector Internationalisering
Decaan faculteit LW
Decaan faculteit RC
Decaan faculteit ES
Decaan faculteit PE
Decaan faculteit IR
Decaan faculteit WE
Decaan faculteit GF
Decaan faculteit LK
Niet-ambtshalve leden
Afgevaardigden OAP
Afgevaardigden Studenten
Afgevaardigden ATP
Caroline PAUWELS
Jan DANCKAERT
Karin VANDERKERKEN
Hugo THIENPONT
Romain MEEUSEN
Alex HOUSEN
Miguel DEJONCKHEERE
Joël BRANSON
Johan VANDERFAEILLIE
Stefaan CAENEPEEL
Ben CRAPS
Peter IN ‘T VELD
Evert ZINZEN
Charlotte CAMBIER / plvv. Wout DE COCK
Raphael KIEKENS / plvv. Celine MOENS
Wouter KUIJK / Sasha SOLAU
Jana GOYVAERT / Lisa JONGMANS
Inge CORNILLIE
Nina BRIGOU
Plaatsvervangende leden
Voor de ambtshalve effectieve leden overeenkomstig Organiek Statuut
Voor de niet-ambtshalve effectieve leden de door de Academische Raad aangeduide plaatsvervangers overeenkomstig Huishoudelijk Reglement Academische Raad c.q. het Participatiereglement, voor wat betreft de studentleden
Leden met raadgevende stem:
Algemeen Beheerder van de Universiteit
Nic VAN CRAEN
Directeur Personeel van de Universiteit Raf DEVOS
Op uitnodiging van de voorzitter, in voorkomend geval:
Afgevaardigde Instituut voor Europese Studies Alexander MATTELAER / plvv. Ilke ADAM
Bevoegdheid:
De Academische Raad is het hoogste academisch advies- en overlegorgaan op het gebied van academisch strategisch beleid.
De beslissingsbevoegdheid betreft het aanstellen, evalueren en bevorderen van Academisch Personeel. Zie ook O.S. art. 39 t.e.m. 41.
ONDERSTEUNENDE RADEN INZAKE ACADEMISCH BELEID
3.1. ONDERWIJSRAAD
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden:
Vicerector Onderwijs en Studentenzaken (Voorzitter) Jan DANCKAERT
ZAP
OAP
STUDENTEN
LW Esli STRUYS / plvv. Marc VAN DEN BOSSCHE
RC Kim VAN DER BORGHT / plvv. Frederik DHONDT
ES Jo PIERSON / plvv. Bert SCHREURS
PE Koen LOMBAERTS / plvv. Wim VAN DEN BROECK
WE Dominique MAES / plvv. Wolfgang DE MEUTER
IR Annick HUBIN / plvv. Svend BRAM
GF Nicole POULIART / plvv. Tamara VANHAECKE
LK Bart ROELANDS / plvv. Kristine DE MARTELAER
MILO Jill SURMONT / plvv. Jo TONDEUR
IES /
LW Fleur VAN BOCXLAER / plvv. Febe VANDENSTEENE
RC Ann-Sofie VANDENBOSCH / plvv. /
ES Tom DE WINTER / plvv. Philippe EISELEIN
PE /
WE Jasper DIERICKX / plvv. Raphaël KIEKENS
IR /
GF Joeri LAMBRECHT / plvv. Stefaan SIX
LK Yanni VERHAVERT/ plvv. Jef VANPARIJS
LW Jorben VANDEWEGGE
RC Mona MIRSATARI
ES Silke WYNANTS
WE / IR Liesl (Kristel) DE PAUW
PE Laureen CLEF
GF Jolien LERSBERGHE
LK /
MILO / IES /
Secretaris: de verantwoordelijke van het Departement Onderwijs en Studentenzaken Vanessa DE COCK
Leden met Raadgevende Stem: De Centrale ombudsman/vrouw
De door de vicerector onderwijs- en studentenbeleid daartoe aangeduide medewerkers van het Departement Onderwijs- en Studentenbeleid
De Algemeen Beheerder van de VUB Nic VAN CRAEN
Bevoegdheid:
O.S. art. 46 en 47
3.2. ONDERZOEKSRAAD
Samenstelling:
Vicerector Onderzoek (Voorzitter) Karin VANDERKERKEN
2 effectieve en 2 plaatsvervangende leden per faculteit met streven naar genderevenwicht
Faculteit LW
Faculteit RC
Faculteit ES
Faculteit PE
Faculteit LK
Faculteit WE
Faculteit IR
Faculteit GF
eff.: Rik VOSTERS / Inge ARTEEL plvv.: Paul ERDKAMP / Dries TYS
eff.: / plvv.: /
eff.: Bram SPRUYT / Malaika BRENGMAN plvv.: Karen DONDERS / Lieselot VANHAVERBEKE
eff.: Gina ROSSI / Liesbeth DE DONDER plvv.: Wim VAN DEN BROECK / Free DE BACKER
eff.: Marc THEEBOOM / Jo NIJS plvv.: Veerle DE BOSSCHER / David BECKWÉE
eff.: Wim VERSÉES / Ann NOWÉ plvv.: David BASSENS / Olga DE TROYER
eff.: Bram VANDERBORGHT / Marijke HUYSMANS plvv.: Herman TERRYN / Francis BERGHMANS
eff.: Ivan BAUTMANS / Tamara VANHAECKE plvv.: Vicky CAVELIERS / Ilse ROOMAN
1 effectief lid en 1 plaatsvervanger niet beiden van hetzelfde geslacht, aangeduid per School of Arts binnen de Associatie KCB RITS eff.: / plvv.: / eff.: / plvv.: /
Leden met Raadgevende Stem
Algemeen Beheerder van de VUB Nic VAN CRAEN
Vicerector Innovatie- & Valorisatiebeleid
Hugo THIENPONT
Een afvaardiging vanuit het UMC-comité Aude BONEHIL
Een afgevaardigde SISC
Vijf waarnemers, aangeduid door de AR
Bevoegdheid:
O.S. art. 49 en 50
Stefan WECKX
Anne WINTER (ZAP)
Steven PROVYN (ZAP)
Steven LOWETTE (ZAP)
Raphael KIEKENS (OAP)
Ramon DE KONING (OAP)
3.3. INNOVATIE- EN VALORISATIERAAD
Samenstelling:
Leden die tevens in de IOF-Raad zetelen:
Hugo THIENPONT (Voorzitter)
Karin VANDERKERKEN
Romain MEEUSEN
Vicerector Innovatie- en Valorisatie IR
Vicerector Onderzoek GF
Vicerector Internationalisering LK
Peter SCHELKENS IR
Pieter BALLON ES
Viviane JONCKERS WE
Thomas CRISPEELS ES
Dominique MAES WE
Tony LAHOUTTE GF/UZ
Leden uit de faculteiten die niet in de IOF-Raad vertegenwoordigd zijn:
Dominique VERTÉ PE
Wim VANDENBUSSCHE LW
Fabienne BRISON RC
In functie van de agenda en voorliggende dossiers kunnen experten worden uitgenodigd.
Secretariaat: TechTransfer
Bevoegdheid:
O.S. art. 52 en 53
3.4. RAAD INTERNATIONAAL BELEID
Samenstelling:
Vicerector Internationalisering (Voorzitter)
Romain MEEUSEN
Effectieve ZAP-leden, plaatsvervangend ZAP-lid, raadgevend ATP-lid
LW ZAP ATP
RC ZAP ATP
ES ZAP ATP
PE ZAP ATP
WE ZAP ATP
IR ZAP ATP
GF ZAP ATP
LK ZAP ATP
Voorzitters FACIR of gelijkgestelde:
LW
RC
ES
PE
WE
IR
eff.: Ann PEETERS / Marie Eve MICHOT plvv.: Karin NYS
Tanita PEPERMAN
Lucas MELO MELGAÇO / Kim VAN DER BORGHT plvv.:Tony JORIS
Eva GEURS
Ilse SCHEERLINCK / Leo VAN AUDENHOVE plvv.: Vincent GINIS
Jonas LOOS
Chang ZHU / Tim VANTILBORGH plvv.: Free DE BACKER
Eva VANTHOURNHOUT
Matthieu KERVYN / Beat SIGNER plvv.: Jo VAN GINDERACHTER
Marjan MAES
Heidi OTTEVAERE / Lincy PYL plvv.: Patrick GUILLAUME
Pauline DE PELSMACKER
Leo VAN GRUNSVEN / plvv.: Steve RAEYMAECKERS
Irén VARGA
David BECKWEE / Bart ROELANDTS plvv.: Inge DEROM
Katrijn D’HERDT
Marie-Eve MICHOT / plvv. Greet VERMEERSCH
Erik FRANCKX / plvv. Tony JORIS
Leo VAN AUDENHOVE / plvv. Jonas LOOS
Tim VANTILBORGH / plvv. Julie RODEYNS
Beat SIGNER / plvv. Marjan MAES
Inge BERTELS / plvv. Lincy PYL
GF Leo VAN GRUNSVEN / plvv.
LK
Vertegenwoordigers Studentenraad:
Paulina RIOS MAYA
Leden met Raadgevende Stem:
Bart ROELANDS / plvv. Kristine DE MARTELAER
Fatimzahra BALAIDI ZINE
Vertegenwoordiger VECO Sven VAN KERCKHOVEN
Verantwoordelijke IRMO
Jacqueline COUDER
Vertegenwoordiger OWSB Daphné COOMANS / plvv. Sofie DE SMET
Vertegenwoordiger R&D Mieke GIJSEMANS
Vertegenwoordiger Techtransfer Anneke GEYZEN
Vertegenwoordiger MARCOM Rob VANDEREYCKEN
Vertegenwoordiger IES
Secretariaat
Bevoegdheid:
O.S. art. 55 en 56
Anthony ANTOINE
Jacqueline COUDER
ADVISERENDE ORGANEN VAN DE ACADEMISCHE RAAD
3.5. PERMANENT ADVIESORGAAN IN HET KADER VAN GESCHILLEN BETREFFENDE VERDERZETTING VAN DOCTORAATSPROEFSCHRIFTEN
Samenstelling:
- De voorzitter van de Academische Raad, die het adviesorgaan voorzit
- Minstens twee Vicerectoren, met uitzondering van de Vicerector Onderzoek
- Twee afgevaardigden uit de OAP-geleding van de Academische Raad
- Een jurist van het departement Onderzoek, die optreedt als secretaris van het adviesorgaan
De nominatim samenstelling gebeurt ad hoc, afhankelijk van de casus.
Bevoegdheid:
Het Adviesorgaan in het kader van geschillen betreffende de verderzetting van doctoraatsproefschriften behandelt en geeft bindend advies inzake geschillen betreffende de verderzetting van doctoraatsproefschriften.
3.6. COMMISSIE VOOR WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT
Samenstelling:
Vaste leden
Voorzitter
Ondervoorzitter
Ad hoc leden
Secretaris
Bevoegdheid:
Paul GEERLINGS
Daniël DE WOLF
Minimum 3 leden
John PIERSON
De Commissie Wetenschappelijke Integriteit spreekt zich in een advies uit over het bestaan van een inbreuk op de wetenschappelijke integriteit en is met uitsluiting van studenten bevoegd voor inbreuken gepleegd door personen die op het ogenblik van de vermeende inbreuk in het kader van een onderzoeksactiviteit verbonden waren aan de Vrije Universiteit Brussel.
4. DIRECTIECOMITE
Samenstelling:
Rector (Voorzitter)
Algemeen Beheerder
De leidinggevenden van de rectorale en centrale administratieve diensten:
Afdelingshoofd Onderwijs en Studentenzaken
Afdelingshoofd Onderzoek
Afdelingshoofd Innovatie en Valorisatie
Afdelingshoofd Internationalisering
Directeur MARCOM
Directeur Personeel
Caroline PAUWELS
Nic VAN CRAEN
Vanessa DE COCK
Mieke GIJSEMANS
Sonja HAESEN
Jacqueline COUDER
Ann VAN DRIESSCHE
Raf DEVOS
Directeur Infrastructuur Iwein BAEYENS
Afdelingshoofd Directie Financiën
CIO
Eén vertegenwoordiger van het facultair administratief en technisch personeel, aangeduid door en onder de facultaire administratief secretarissen met niveau A
Nadine VERHEYEN
Xavier VAN MOEN
Tanja THIJS
Bevoegdheid:
Het Directiecomité staat in voor de dagelijkse werking van de universiteit op zowel administratief, logistiek als financieel vlak.
Zie ook O.S. art. 58 en 59.
BELEIDSADVISERENDE ORGANEN VAN HET DIRECTIECOMITE
4.1. BEHEERSCOMITE BIBLIOTHEEK
Samenstelling:
Rector of haar afgevaardigde (Voorzitter) / 8 ZAP (1 per faculteit, aangeduid
LW Daniel ACKE / plvv. Johan STUY door fac., waaruit 1 ondervoorzitter)
RC Daniël DE WOLF / plvv. Els ENHUS
ES Benjamin DE CLEEN / plvv. Malaika BRENGMAN
PE Gina ROSSI / plvv. Wim VAN DEN BROECK
WE Remy LORIS / plvv. N.N.
IR Philippe CARA / plvv. Wendy MEULEBROECK
GF Joeri AERTS / plvv. N.N.
LK Eva D’HONDT/ plvv. Tom DELIENS
2 leden OAP
Canigia MESTDAGH / plvv. / Lise SWITSERS / plvv. / 4 studenten
Luc GOOSSENS / plvv. / Emmeline WAUTERS / plvv. / Sasha SOLAU /plvv
Lisa Elizabeth Ashley JONGMANS / plvv
1 lid ATP (verkozen uit personeel BI)
Vertegenwoordiger VECO vzw
Els VERCAMMEN / Katrien ALEWAETERS
Tom WITTOCX / plvv. / Vertegenwoordiger ACTO
Met raadgevende stem
- Hoofdbibliothecaris
- De Decanen
Bevoegdheid:
Barbara LOUWAGIE/ plvv. Philipp BEKAERT
Patrick VANOUPLINES
Staat in voor het beleid van de VUB-documentatie en voor de externe betrekkingen die de VUB heeft met andere instellingen op het vlak van documentatie.
4.2. ICT-RAAD
Samenstelling:
Voorzitter (Academicus)
Ondervoorzitter (CIO)
1 afgevaardigde per faculteit (+ plvv)
Yves ROLAIN/ plvv. CIO
Xavier VAN MOEN
LW Arnout HOREMANS/ plvv. Michel DEDEYNE/ Ivan WYNANT
RC Frederik DHONDT /plvv. /
ES Wouter VERBEKE/plvv. Michel DEDEYNE/ Ivan WYNANT
PE Peter THEUNS/ plvv. Joeri HOFMANS
WE Olga DE TROYER/ plvv. Ann DOOMS
Studentenvertegenwoordiger
Academisch vertegenwoordiger Bestuurscollege SISC
Vicerectoraat Onderwijs en Studentenzaken
Vicerectoraat Onderzoek
Vicerectoraat Innovatie en Valorisatie
Vicerectoraat Internationalisering
Algemeen Beheerder en Dienst Strategie en beleidsvoorbereiding
Dienst Personeel
Directie financiën
Universiteitsarchief
Universiteitsbibliotheek
MARCOM
Directie Infrastructuur en Facility Management
Bevoegdheid:
Aansturing van en adviesverlening over het ICT beleid.
IR Sven REYNIERS/ plvv. Koen KENENS
GF John KELLEN/ plvv. Johan DE MEY
LK
Bas DE GEUS/ plvv. Kevin DE PAUW
Alexandre KAHN / plvv. /
Stefan WECKX
Karla GROEN/ plvv. Stijn VAN ACHTER
Elisa MAES / plvv. Stefanie VAN RYSSEGHEM
Qing CAI / plvv. Diana KENTSCH
Diana KENTSCH/ plvv. Qing CAI
Jeroen DE SAMBLANCX/ plvv. /
Raf DEVOS / plvv. /
Nadine VERHEYEN / plvv. Bernard AGNEESSENS
Frank SCHEELINGS / plvv. Ward VAN STEENKISTE
Stefaan RENARD /plvv. Patrick VANOUPLINES
Hugo DEMAEGD /plvv. Rob VANDEREYCKEN
Iwein BAEYENS / plvv. Serge GILEN
5. STUDENTENRAAD
Samenstelling:
Facultaire Studentenvertegenwoordiging
Effectief Plaatsvervanger
LW
RC Sueann VANDEPUTTE
ES Bernd Willem WETHMAR
Paulina RIOS MAYA
PE Quentin LIEVENS (Ondervoorzitter)
WE Sasha SOLAU
IR Mohamed BOUSSABAT
Liesl Kristel DE PAUW
GF Lio EGGERS
Audrey DEVOS
LK
Jonnick Constantijn FONKE
Viktor LOX
Universitaire studentenvertegenwoordiging
Sofie Christine FÉRAUGE (Voorzitter)
Lisa Elisabeth Ashley JONGMANS
Jolien LERSBERGHE
Wouter KUIJK
Bevoegdheid:
De Studentenraad verdedigt de belangen van de studenten en kan o.a. uit eigen beweging een schriftelijk advies verstrekken over alle aangelegenheden die de studenten aanbelangen. Zie ook Participatiereglement.
6. STUVORAAD
Samenstelling:
Rechtstreeks verkozen studenten
Leden aangeduid door de Raad van Bestuur
Liesl DE PAUW Mohamed BOUSSABAT
Lio EGGERS
Sofie FÉRAUGE
Lisa JONGMANS
Jolien LERSBERGHE
Paulina RIOS MAYA
Sasha SOLAU
Bevoegdheid:
Audrey DEVOS
Jonnick Constantijn FONKE
Quentin LIEVENS
Viktor LOX
Sueann VANDEPUTTE
Bernd WETHMAR
De Stuvoraad is o.a. bevoegd voor het opmaken van een beleidsplan en een jaar- en meerjarenbegroting voor de werking en organisatie van de studentenvoorzieningen en voor de opmaak van het jaarverslag over de studentenvoorzieningen. Zie ook Participatiereglement.
7. BESTUURSCOLLEGE UZ BRUSSEL
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden de rector Caroline PAUWELS een vicerector
Hugo THIENPONT de Decaan van de faculteit Geneeskunde en Farmacie
Peter IN ‘T VELD de Voorzitter van de Raad van Bestuur
Eddy VAN GELDER de Algemeen Beheerder van de Universiteit
Nic VAN CRAEN vijf externe leden
Jean-Luc VANRAES (Voorzitter)
Yolande AVONTROODT
Erik DERYCKE
Guy PEETERS
René SPILIERS vier artsen verbonden aan het UZ Brussel
één niet-arts als personeelslid verbonden aan het UZ-Brussel
Leden met raadgevende stem: (art. 76 van het O.S.)
Gedelegeerd Bestuurder
Hoofdgeneesheer UZB
Secretaris BCUZ (art. 75, § 6 van het O.S.)
Bevoegdheid:
Organisatie, werking en het beheer van het UZ Brussel. Zie ook O.S. art. 77.
Johan DE MEY
Mark DE RIDDER (Ondervoorzitter)
Caroline VAN LERSBERGHE
Sofie DE MEYST
Marc NOPPEN
Jan SCHOTS
Hilde HAEGEMAN
8. DIRECTIECOMITE UZ BRUSSEL
Samenstelling:
Gedelegeerd Bestuurder, Voorzitter Directiecomité
Directeur Algemeen Beheer, Ondervoorzitter Directiecomité
Marc NOPPEN
Olivier NAEYAERT
Hoofdarts en Medisch Directeur Jan SCHOTS
Directeur Departement Verpleeg- en Vroedkunde
Ria VANSCHOENWINKEL
Directeur HR Jan VAN RAES
Directeur ICT, Biotechniek, Patiëntenadministratie en Kwaliteit Tom COOLEN
Bevoegdheid:
Operationele aangelegenheden gedelegeerd door de Raad van Bestuur en het Bestuurscollege UZ Brussel.
9. UMC-COMITE
Samenstelling:
Voorzitter, aangesteld onder de externe leden van BCUZ door de Universiteitsraad, op voorstel van de Rector en na advies van BCUZ en bevoegd facultair orgaan Faculteit GF
Guy PEETERS de Gedelegeerd Bestuurder UZB
Marc NOPPEN een lid van het Directiecomité UZB
Olivier NAEYAERT de Decaan Faculteit GF Peter IN ‘T VELD een lid aangesteld door het Faculteitsbestuur van de Faculteit GF Dirk DEVROEY
Bevoegdheid:
Verstrekt, voor alle aangelegenheden die het UZ en de faculteit GF betreffen, niet-bindend advies aan het BCUZ en de faculteit over de ontwikkeling van een samenhangend en op elkaar afgestemd beleid van het UZ en de universiteit. Zie ook O.S. art. 82.
II. AAN DE VUB VERBONDEN BIJZONDERE INSTITUTEN
1. INSTITUTE FOR EUROPEAN STUDIES (IES) - BOARD
Samenstelling:
4 ZAP-leden met een hoofdopdracht binnen de VUB in complementaire vakgebieden binnen het wetenschapsdomein van het IES
een afgevaardigde tweejaarlijks verkozen door en onder het ZAP van het IES
6 externe leden met complementaire bestuurlijke deskundigheid met een hoofdopdracht buiten de VUB
Caroline BUTS
Tony JORIS
Leo VANAUDENHOVE
Karen DONDERS
Trisha MEYER
Karel DE GUCHT(Voorzitter)
Freddy VAN DEN SPIEGEL
Frank HOFFMEISTER
Eddy BONNE
Sarah ENGELS
Sandra GALLINA
twee afgevaardigden van de studenten
De Rector of zijn afgevaardigde Nic VAN CRAEN
Met raadgevende stem:
• de leden van het Executive Committee
• één afgevaardigde verkozen door en onder het junior academisch personeel
• één afgevaardigde tweejaarlijks verkozen door en onder het ATP van het IES
• één afgevaardigde van de faculteit RC en één afgevaardigde van de faculteit ES, beiden
• tweejaarlijks aangeduid door de respectievelijke faculteiten
• de vicerector onderwijs en Studentenzaken of zijn/haar afgevaardigde
De Executive Director treedt op als secretaris Anthony ANTOINE
Bevoegdheid:
De Board is het hoogste beleidsorgaan en bepaalt het strategisch beleid van het IES. (volgens het Organiek Reglement van het IES)
2. MULTIDISCIPLINAIR INSTITUUT LERARENOPLEIDING (MILO)
2.1.
INSTITUUTSRAAD MILO
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden
Vicerector Onderwijs Jan DANCKAERT
Voorzitter MILO Nadine ENGELS
Ondervoorzitter MILO Els CONSUEGRA
Algemeen coördinator Veerle VANDROMME
Beleidsmedewerker stage- en professionalisering Jetske STRIJBOS
Campuscoördinator Oranjerie Lies VANERUM (Andy THYS)
Campuscoördinator COOVI Wim KEYAERTS (Ariadne WARMOES)
Voorzitter Commissie Onderwijs
Alle leden van het ZAP
OAP onderwijs
OAP onderzoek
ATP vertegenwoordiger
Jo TONDEUR
Joost VAESEN
Jo TONDEUR
Wouter COOLS
Jill SURMONT
Tom KUPPENS
Iris STIERS
Bart WINDELS
Gracienne LAUWERS
Koen PELLERIAUX
Ingeborg PLACKLÉ
Peter DERIEMAEKER / plvv. Heidi DEPRAETERE
Vicky WILLEGEMS / plvv. Sebastiano CINCINNATO
Anske MERTENS / plvv. Britt VANROELEN
Student Silke MASSANT
Met raadgevende stem Effectief
Decaan LW
Decaan GF
Decaan PE
Decaan IR
Decaan WE
Decaan LK
Decaan ES
Decaan RC
Alle personeelsleden MILO
Vertegenwoordiging uit het werkveld
Bevoegdheid:
Alex HOUSEN
Peter IN'T VELD
Johan VANDERFAEILLIE
Stefaan CAENEPEEL
Ben CRAPS
Evert ZINZEN
Joël BRANSON
Miguel DE JONCKHEERE
Patrick DE CLERCQ (KA Etterbeek)
Plaatsvervanging
Paul ERDKAMP
Ron KOOIJMAN
Dominique MAES
Kristine DE MARTELAER
Marie-Anne GUERRY
De Instituutsraad bepaalt het algemeen beleid van het MILO en oefent toezicht uit op het Dagelijks Bestuur. De Instituutsraad beschikt over de bestuursbevoegdheden die hem via delegatie zijn toegekend door de Raad van Bestuur in uitvoering van artikel 29 van het Organiek Statuut. Zie ook Organiek Reglement MILO art. 6.
2. 2 DAGELIJKS BESTUUR MILO
Samenstelling:
Stemgerechtigde leden
Voorzitter Nadine ENGELS
Ondervoorzitter Els CONSUEGRA
Algemeen Coördinator Veerle VANDROMME
Beleidsmedewerker stage- en professionalisering Jetske STRIJBOS
Campuscoördinator COOVI Wim KEYAERTS
Campuscoördinator de Oranjerie Lies VANERUM
Bevoegdheid:
Het Dagelijks Bestuur bestuurt het MILO binnen het beleidskader en onder toezicht van de Instituutsraad. Zie ook Organiek Reglement MILO art. 9.
III. WETTELIJKE ORGANEN
1. ONDERNEMINGSRAAD
Samenstelling:
Werkgeversafvaardiging
-
Voorzitter RVB (als ondernemingshoofd)
- Rector
- 1 decaan of vicedecaan
- Algemeen Beheerder
- Directeur M&O
Werknemersafvaardiging
ABVV
- Jo COULIER
- Marina OPSOMER
- Ai Lee LEONG
Frank VAN DER KELEN
- Eddy CASSIMAN
Eddy VAN GELDER
Caroline PAUWELS
Miguel DEJONCKHEERE
Nic VAN CRAEN
Raf DEVOS
plvv. Julie BERTONE
Christoff VIERENDEELS
Jolein DE RIDDER
Stefan DE CORTE
Maaike VAN DER TEMPEL - Nefertari VANDEN BULCKE
Patrick VANROOSE
- Rudi WILLEMS
Serge GILLOT - Rudi VAN CAENEGEM
Stefanie BEYENS
- Inge VAN MOL
Eef COOX - Oscar STEENHAUT
- Jenneke CHRISTIAENS
- Mark RUNACRES
ACLVB
- Tim VAN DE VOORDE
- Alain TRIEST
- Andrea KNAEPEN
-
Tim VANDENBERGHE
Sonja LAVAER
Jan DANCKAERT
plvv.
Nikie STEVENS
Inge MEYSKENS
Tony DE LEEUW
Dimitri BONNEWIJN-DELMÉ
ACV
Tania STADSBADER
Bevoegdheid:
Wettelijk bepaald volgens art. 15 van de wet van 20 september 1948.
2. COMITE VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK
Samenstelling:
Werkgeversafvaardiging
- Voorzitter RVB (als ondernemingshoofd)
- de Rector of zijn/haar afgevaardigde
- 1 afgevaardigde OAP
- Algemeen Beheerder
Eddy VAN GELDER
Philippe LATAIRE
Ramon DE KONING
Nic VAN CRAEN
- Directeur M&O
Met raadgevende stem
- Directeur Infrastructuur
- Hoofd Preventie en Milieu
- Milieucoördinator
Werknemersafvaardiging
ABVV
- Jo COULIER
- Tim VANDENBERGHE
- Sandra VAN SNICK
- Michael KORNTHEUER
- Nathalie N’DOYE
- Marnix VERLEYSEN
- Marie-Anne STRAETMANS
- Katia SEGERS
- Dimokritos KAVADIAS
ACLVB
- Nikie STEVENS
- Tim VAN DE VOORDE
ACV
- Tania STADSBADER
Het secretariaat wordt waargenomen door de Preventiedienst.
Bevoegdheid:
Wettelijk bepaald (art. 837, eerste lid, ARAB).
Raf DEVOS
Iwein BAEYENS
Christel VAN DEN BOSSCHE
Dimitri DEVUYST
plvv. Jo DE NEEF
Stijn VAN ACHTER
Marina HUVET
Christine SANDERS
Gunther VANOPDEN BOSSCHE
Ann NOWE
Anne WINTER
Margareta DEVUYST
Christophe EMPSEN
plvv.
Diane SORGELOOS
Tony DE LEEUW
Philippe MERCKX
3. PATRONALE DELEGATIE SYNDICALE ONDERHANDELINGEN
Samenstelling:
- Voorzitter RVB
- Rector
- 1 decaan of vicedecaan
- Algemeen Beheerder
- Directeur M&O
- 1 afgev. ZAP uit de Universiteitsraad
- 1 afgev. OAP uit de Universiteitsraad
- 1 afgev. ATP uit de Universiteitsraad
Het secretariaat wordt waargenomen door het Secretariaat van de Raad.
Bevoegdheid:
Bespreking van alle personeelsaangelegenheden
Eddy VAN GELDER
Caroline PAUWELS
Evert ZINZEN
Nic VAN CRAEN
Raf DEVOS
Dominique VERTE
Mathias MEERT
John KELLEN
4. BIOVEILIGHEIDSCOMITES
Samenstelling:
Bioveiligheidscomité voor de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus
Patrick VANDERHEYDEN, Voorzitter
Geert ANGENON
Stefan WECKX
Maia DE KERPEL
Gustavo GUTIERREZ
Geert RAES
Han REMAUT
Patrick VANDERHEYDEN
Christel VAN DEN BOSSCHE, Preventieadviseur
Dimitri DEVUYST, Milieucoördinator
Serge GILEN
Guy SCHYVENS, Arbeidsarts VUB
Walter KEMPENAERS, Bioveiligheidsverantwoordelijke en Secretaris
Patrick VANDERHEYDEN, Voorzitter
Bioveiligheidscomité UMC (VUB & UZ, Brussels Health Campus)
Bart VAN DER AUWERA, Voorzitter
Walter KEMPENAERS, Bioveiligheidsverantwoordelijke en Secretaris
Nico VAN ELZEN, Milieucoördinator UZ
Dimitri DEVUYST, Milieucoördinator VUB
Veerle VAN CUTSEM, Preventieadviseur UZ
Christel VAN DEN BOSSCHE, Preventieadviseur VUB
Hilde DEVROEGH, Arbeidsarts UZ
Guy SCHYVENS, Arbeidsarts VUB
Dirk DE SMEDT, Labo Medische Genetica UZ
Karine HELLEMANS, DRC - VUB
Yves HEREMANS, BENE - VUB
Ron KOOIJMAN, FARC - VUB
Karin BRECKPOT, LMCT - VUB
Angelo WILLEMS, LMCT - VUB
Isabelle HOUBRACKEN, DIFF - VUB
Thierry VANDENDRIESSCHE, GTRM - VUB
Kristof EMMERECHTS, Labo microbiologie - UZ
Johan GUNS, Kwaliteitscoördinator UZ
Bevoegdheden:
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 (B.S. 26 februari 2002) betreffende het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde en/of pathogene organismen en betreffende de indeling van de betrokken installaties;
- Artikel 6 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 november 2001 (B.S. 26 februari 2002) betreffende de taken en de samenstelling van het bioveiligheidscomité.
5. RAAD INDUSTRIEEL ONDERZOEKSFONDS (IOF-RAAD)
Samenstelling:
De IOF-raad bestaat ten minste uit 12 leden en is onderverdeeld in 3 geledingen.
- Geleding 1: personeelsleden van de universiteit waarvan ten minste een vierde en ten hoogste de helft tegelijkertijd lid van de OZR is:
Hugo THIENPONT, Voorzitter (Vicerector Innovatie en Valorisatie)
Karin VANDERKERKEN (Vicerector Onderzoek)
Romain MEEUSEN (Vicerector Internationalisering)
Peter SCHELKENS IR GF LK IR
Viviane JONCKERS WE
Pieter BALLON ES
Thomas CRISPEELS ES
Dominique MAES WE
Tony LAHOUTTE GF/UZ
- Geleding 2: personeelsleden van de hogescholen bij de associatie:
- Geleding 3: vertegenwoordigers van het bedrijfsleven:
Bevoegdheid:
Annelies BOCKSTAEL Filip VERHULST EhB EhB
Véronique WENDRIX
Pascale REDIG
Belgacom (engineering) J&J (life sciences)
Ingrid VAN DE VOORDE (ICT-engineering) Nokia Bell-labs (engineering)
René DEKEYZER
Synergism 10 (previous Agfa Gevaert) (engineering / life sciences)
Adviseren van het universiteits- of associatiebestuur over de besteding van de middelen van het Industrieel Onderzoeksfonds.
6. ETHISCHE COMMISSIE DIERPROEVEN (ECD)
Samenstelling:
De Commissie bestaat uit ten minste 7 leden
- Voorzitter
- Ondervoorzitter
- Plaatsvervangend lid voor labo
- Ondervoorzitter
- Plaatsvervangend lid voor labo
- Secretaris
- Waarnemend lid Dienst Dierwelzijn
- Lid als voorzitter van de cel Dierenwelzijn
- Plaatsvervangend lid als ondervoorzitter van de cel Dierenwelzijn
- Lid als kwaliteitsmedewerker
- Lid Dierenwelzijnscel
- Lid als hoofdverzorgster van het animalarium
Karine BRECKPOT
Joery DE COCK
Haaike COLEMONTS-VRONINKS (PhD studente)
Eline MENU
Kim DE VEIRMAN
Margaux CAPIEAU
Inge DECORTE
Sophie HERNOT
Dorien VAN SAEN
Marleen CLAES
Angelo WILLEMS
Patricia KRANSKENS
- Leden als statisticus
- Lid als dierenarts
- Lid als externe dierenarts
- Externe leden
- Lid als ethicus
- Leden
Kurt BARBE
Susanne BLOTWIJK - PhD studente
Karlijn DEBUSSCHERE
Maxime MAHU
Heleen DE WITTE
Joke WELLENS
Gustaaf CORNELIS
Ellen GOOSSENS
Matthias D’HUYVETTER
Pieterjan DEBIE (plvv. PhD student)
Ann MASSIE
Pauline JANSSEN (plvv. PhD studente)
Geert RAES
Isabelle SCHEYLTJENS (plvv.)
Leo VAN GRUNSVEN
Elyne BACKX - PhD studente
Gunter LEUCKX
Luc BAEYENS (plvv.)
Dimitri DE BUNDEL
Ines DE MESMAEKER - PhD studente
Jordy STICHELMANS (plvv. – PhD student)
Isabelle HOUBRACKEN
Pauline JANSSEN (plvv. PhD studente)
Bevoegdheden:
De evaluatie en goedkeuring van projecten waarbij elke dierproef dient te worden ingedeeld als « terminaal », « licht », « matig », of « ernstig » op basis van de indelingscriteria van bijlage 5 van K.B. van 23 mei 2013. Het opstellen van criteria op ethisch vlak inzake dierproeven. Advies verlenen aan gebruikers, proefleiders en medewerkers inzake de ethische aspecten van dierproeven. Een retrospectieve analyse uit voeren van alle projecten tenzij deze enkel dierproeven omvatten die als « terminaal » kunnen worden ingedeeld en dit binnen de termijn die ze bepaalt.
7. CEL DIERWELZIJN - ANIMAL WELFARE BODY (AWB)
Samenstelling:
- Voorzitter, vertegenwoordiger AWB in de Ethische Commissie Proefdieren
- Dierenarts, bekwaam in proefdierkunde
- Vertegenwoordiger van de personen die instaan voor de bijzondere verzorging van de proefdieren
- Vertegenwoordiger van de personen die actief deelnemen aan op proefdieren uitgevoerde proeven
- Vertegenwoordiger campus Etterbeek
- Secretaris
Bevoegdheden:
De AWB staat in voor de dagelijkse werking van de Cel Dierwelzijn.
De Cel Dierwelzijn vervult ten minste de volgende taken:
Sophie HERNOT Dorien VAN SAEN (Ondervoorzitter)
Karlijn DEBUSSCHERE Marleen CLAES
Patricia KRANSKENS voor het animalarium in zijn geheel
Marleen CLAES
1° Verstrekken van advies aan het personeel dat met de proefdieren omgaat betreffende dierenwelzijn in samenhang met de aanschaf, de huisvesting, de verzorging en het gebruik van de proefdieren;
2° Adviseren van het personeel over de toepassing van het voorschrift inzake vervanging, vermindering en verfijning en het op de hoogte houden van de technische en wetenschappelijke ontwikkelingen inzake de toepassing van dat voorschrift;
3° Zorg dragen voor de vaststelling en toetsing van bedrijfsinterne procedures inzake monitoring, rapportage en follow-up met betrekking tot het welzijn van de in de inrichting gehuisveste of gebruikte proefdieren;
4° De ontwikkeling en resultaten van projecten opvolgen, rekening houdend met de effecten op de gebruikte proefdieren,
het in kaart brengen van de elementen die verder kunnen bijdragen tot vervanging, vermindering en verfijning en hierover adviseren;
5° Advies uitbrengen over adoptieregelingen, met inbegrip van advies met betrekking tot de passende socialisatie van de voor adoptie vrijgegeven proefdieren;
6° Er op letten dat het fokken, de huisvesting en de verzorging worden verfijnd teneinde elke vorm van pijn, lijden, angst en blijvende schade die de dieren kunnen ondervinden, te voorkomen of tot het minimum te beperken.
IV. REGLEMENTAIRE ORGANEN
1. BEROEPSCOMMISSIE ZELFSTANDIG ACADEMISCH PERSONEEL
Samenstelling:
De beroepscommissie bestaat uit drie effectieve en drie plaatsvervangende leden, die allen leden van het ZAP zijn. Ze worden jaarlijks door de raad van bestuur aangeduid, op voorstel van de rector. De raad van bestuur wijst onder hen de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter aan, die beiden juristen zijn. De leden van de beroepscommissie mogen geen effectieve noch plaatsvervangende leden van de raad van bestuur zijn. Het mandaat van een lid van de beroepscommissie is hernieuwbaar.
Als secretaris van de beroepscommissie evaluatie treedt een personeelslid op van de personeelsdienst of van de juridische dienst, die bij voorkeur een jurist is. De secretaris en de plaatsvervanger van de secretaris worden jaarlijks door de raad van bestuur aangeduid.
Van elke representatieve vakbondorganisatie vertegenwoordigd in de ondernemingsraad van de universiteit wordt een vertegenwoordiger uitgenodigd om de zitting als waarnemer bij te wonen.
Bevoegdheid:
Voorzitter: Filiep DERUYCK / plvv. Elisabeth ALOFS Effectieve leden: Peter THEUNS
Niels DE TEMMERMAN Plaatsvervangers: /
Brengt advies uit over de gegrondheid van een beroep, ten behoeve van de Raad van Bestuur.
2. BEROEPSCOMMISSIE ASSISTEREND ACADEMISCH PERSONEEL
Samenstelling:
De beroepscommissie bestaat uit drie effectieve en drie plaatsvervangende leden van het ZAP en drie effectieve en drie plaatsvervangende leden van het AAP. Ze worden jaarlijks door de Raad van Bestuur aangeduid, op voorstel van de Rector. De Raad van Bestuur wijst onder hen de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter aan, die beiden juristen zijn.
De leden van de beroepscommissie mogen geen effectieve noch plaatsvervangende leden van de Raad van Bestuur zijn.
Het mandaat van een lid van de beroepscommissie is hernieuwbaar.
ZAP-leden:
Voorzitter: Eline SEVERS/ plvv. Filiep DERUYCK
Effectieve leden: Ivan BAUTMANS
Dominique MAES
Plaatsvervangers: Philippe CLAEYS /
AAP-leden:
Effectieve leden: Charlotte CAMBIER Donovan VERKENS /
Plaatsvervangers:
Céline MOENS
Liza DEWYSE /
Als secretaris van de beroepscommissie treedt een personeelslid op van de personeelsdienst of van de juridische dienst, die bij voorkeur een jurist is. De secretaris en de plaatsvervanger van de secretaris worden jaarlijks door de Raad van Bestuur aangeduid. Van elke representatieve vakbondorganisatie wordt een vertegenwoordiger uitgenodigd om de zitting als waarnemer bij te wonen.
Bevoegdheid:
Ineke CASIER/ plvv. Yves VAN DER HOEVEN
Brengt advies uit over de gegrondheid van een beroep, ten behoeve van de Raad van Bestuur.
Ineke CASIER/ plvv. Yves VAN DER HOEVEN
3. BEROEPSCOMMISSIE INZAKE EVALUATIE ATP
Samenstelling:
cf. art. 60 van het Reglement voor het Administratief en Technisch Personeel ten laste van de Werkingsuitkering & art. 25 van het Reglement voor het Administratief en Technisch Personeel buiten de werkingsuitkering
- de Algemeen Beheerder (Voorzitter)
Nic VAN CRAEN
- de directeur M&O Raf DEVOS
- een lid van het ZAP, aangeduid door de Raad van Bestuur
- een lid van het ATP, aangeduid door de Raad van Bestuur
Wilfried RAUWS
Goedele NUYTTENS
- De arbeidsarts zetelt met raadgevende stem. Guy SCHYVENS
Een personeelslid die jurist is, treedt op als niet-stemgerechtigd secretaris.
Bevoegdheid:
Fungeert als beroepsinstantie met adviserende bevoegdheid voor de behandeling van een bezwaarschrift tegen een evaluatieverslag bij de periodieke evaluatie.
4. BIJZONDERE TUCHTCOMMISSIE
Samenstelling:
3 effectieve leden en 3 plaatsvervangende leden van het ZAP, waaronder de voorzitter (die bij voorkeur houder is van een diploma van doctor in de rechten); ten hoogste 1 van de 3 leden mag een op rust gesteld lid van het ZAP zijn, voor zover en zolang hij/zij nog met enige academische opdracht belast is
1 lid en 1 plaatsvervanger van het OAP
Kaat LEUS (Voorzitter)/ plvv. Guido VAN LIMBERGHEN
Annick HUBIN/ plvv. Luc BOUWENS
Miguel DE JONCKHEERE/ plvv. Michel MAUS
Elien HELEVEN/ plvv. Alexandre THYS 1 lid en 1 plaatsvervanger van het ATP Nic VAN CRAEN/ plvv. Vanessa DE COCK 1 ondersteunend secretaris en plaatsvervanger Ineke CASIER/ plvv. Yves VAN DER HOEVEN
Bevoegdheid:
Behandelt de door de Rector doorverwezen tuchtdossiers.
5. RAAD VAN BEROEP INZAKE TUCHTREGELING ATP
Samenstelling:
De Raad van Beroep bestaat uit 5 leden,
Marnix VAN DAMME (Voorzitter) jaarlijks aangeduid door de RvB.
Geert DEBERSAQUES (plvv. voorzitter)
Vanessa DE COCK
Myriam GYSEMANS
Nadine VERHEYEN
De secretaris van de Raad van Beroep is een personeelslid die bij voorkeur een jurist is, en wordt jaarlijks aangeduid door de RvB
Bevoegdheid:
Ineke CASIER/ plvv. Yves VAN DER HOEVEN
Bepaald bij titel VII (Tucht) van het reglement voor het Administratief en Technisch Personeel op de Werkingsuitkering.
6. TUCHTCOMMISSIE STUDENTEN
Samenstelling:
- De Rector of haar/zijn afgevaardigde, aangeduid door de Raad van Bestuur op voordracht van de Rector (= Voorzitter)
- 3 leden van het AP aangeduid door de Raad van Bestuur
- 3 studentleden aangeduid door de Studentenraad
Patrick STOUTHUYSEN
An-Sofie SMETCOREN
Alexandre THYS
Canigia MESTDAGH
Quentin LIEVENS
Sueann VANDEPUTTE
Jolien LERSBERGHE
Het secretariaat wordt waargenomen door de Juridische Dienst
De Rector of haar/zijn afgevaardigde, aangeduid door de Raad van Bestuur op voordracht van de Rector (= Voorzitter)
Bevoegdheid:
bepaald door het Tuchtreglement Studenten VUB (laatst gewijzigd door de RVB op 2 juni 2015).
De tuchtcommissie kan na verzoek van de Vicerector Onderwijs en Studentenzaken alle onderzoeksmaatregelen nemen die zij nodig acht, inclusief het horen van getuigen. Zij beslist eventueel na betrokkene(n) gehoord te hebben tot een van de vijf tuchtsancties opgesomd in de eerste paragraaf van artikel 12 van het Tuchtreglement.
V. OVERIGE ADVIESORGANEN
1. KUNSTADVIESCOMMISSIE
Samenstelling:
Voorzitter KCAC
Stroomlijning UZ-VUB Kunstencommissie
Coördinator Dienst Cultuur VUB
2 Experten Beeldende Kunsten
2 Experten Muziek
2 Experten Podiumkunsten
2 Experten Kunst & Wetenschap
Bevoegdheid:
Eddy VAN GELDER
Jan BEECKMANS
Lieselotte VANEECKHAUTE
Evelyn SIMONS /
Rita JASHARI /
Hendrik DE SMET
Dries DOUIBI
Christophe DE JAEGER
Karen VERSCHOOREN
De Kunst- en Cultuuradviescommissie fungeert als reflectie- en adviesorgaan. De commissie zal reflecteren over de programmatie van de dienst Cultuur in de vernieuwde culturele infrastructuur en zal advies geven m.b.t. de aankoop/verwerving van kunst (e.g. Kunstintegratie, uitbouw Kunstcollectie, …).
De Commissaris van de Vlaamse Regering wordt met raadgevende stem uitgenodigd voor alle vergaderingen van de beslissingsorganen van de universiteit.
- Dhr. Johan DHONDT, Commissaris Vlaamse Regering t.e.m. 31 juli 2019
- Mevr. Marleen DEPUTTER, Commissaris Vlaamse Regering t.e.m. 31 oktober 2019
- Mevr. Karla VAN LINT, Commissaris Vlaamse Regering m.i.v. 1 november 2019.
RUBRIEK 2 ORGANISATIESTRUCTUUR: DECENTRALE ORGANEN
FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE
SAMENSTELLING COMMISSIES 2019-2020 (1)
FACULTAIRE BESTUURSORGANEN LW(2)
FACULTEITSBUREAU
Stemgerechtigde leden
Decaan: A. Housen
Vice-decaan: P. Erdkamp
Academisch secretaris: G. Cornelis
Voorzitter COZ: R. Vosters
Voorzitter COW: E. Struys
Voorzitter FACIR: A. Peeters
Voorzitter COMMAR: D. Tys
Lid met raadgevende stem
Academisch directeur: K. Nys
Administratief Secretaris: E. Cassiman
FACULTEITSBESTUUR
Stemgerechtigde leden
Decaan: A. Housen
Vice-Decaan: P. Erdkamp
Academisch secretaris: G. Cornelis
Vakgroepvoorzitter HARP(3): J. Tyssens – plvv: J. Stuy
Vakgroepvoorzitter LIST(4): I. Arteel – plvv: P. Humblé
Opleidingsraadvoorzitter FILO(5): K. Verstrynge – plvv: G. Coene
Opleidingsraadvoorzitter HIST(6): A. Winter – plvv: W. Ryckbosch
Opleidingsraadvoorzitter SKAR(7): D. Tys – plvv: P. Martens
Opleidingsraadvoorzitter OAHD(8): F. Scheelings – plvv: B. Ballaux
Opleidingsraadvoorzitter TALK(9): K. Lochtman – plvv: A. Vande Casteele
Opleidingsraadvoorzitter TTKA(10): E. Struys – plvv: A. Sepp
Opleidingsraadvoorzitter MUMA(11): A. Peeters – plvv: R. Vosters
Afgevaardigde van het OAP:
C. Verheyden – plvv: NN
Afgevaardigde van de studenten: NN – plvv: NN
Afgevaardigde van het ATP: NN – plvv: NN
Leden met raadgevende stem
Academisch Directeur K. Nys
Administratief Secretaris: E. Cassiman
Facultair ZAP-afgevaardigde in de Universiteitsraad: W. Vandenbussche – plvv: K. François
Facultair OAP-afgevaardigde in de Universiteitsraad: S. Keulen – plvv: NN
Voorzitter COW: E. Struys – plvv: ??
Voorzitter COZ: R. Vosters – plvv: P. Erdkamp
Voorzitter FACIR: A. Peeters – plvv: M.E. Michot
Voorzitter Recrutering: A. Winter – leden: G. Cornelis
Voorzitter COMMAR: D. Tys – leden: B. Van Kerkhove, Y. Van den Eede
Facultaire Studietrajectbegeleiders: K. Leemans en S. Ceulemans
1)Het is de verantwoordelijkheid van de voorzitters, secretarissen, leden en afgevaardigden die in deze lijst voorkomen om, in geval van vooraf geweten afwezigheid hun plaatsvervangers te contacteren en de opdracht te delegeren (2)Krachtens het Centraal reglement betreffende de bestuurlijke inrichting en de werking van de faculteiten van de VUB (3)HARP staat voor vakgroep History, Archaeology, Arts, Philosophy and Ethics en wordt hierna als HARP aangeduid (4)LIST staat voor vakgroep Linguistics and Literary Studies en wordt hierna als LIST aangeduid (5)FILO staat voor opleidingen Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen wordt hierna als FILO aangeduid (6)HIST staat voor opleidingen Geschiedenis en wordt hierna als HIST aangeduid (7)SKAR staat voor opleidingen Kunstwetenschappen en Archeologie en wordt hierna als SKAR aangeduid (8)OAHD staat voor opleiding Archivistiek en Hedendaags Documentenbeheer en wordt hierna als OAHD aangeduid (9)TALK staat voor opleidingen Taal- en Letterkunde en wordt hierna als TALK aangeduid (10)TTKA staat voor opleidingen Toegepaste Taalkunde en wordt hierna als TTKA aangeduid (11)MUMA staat voor opleiding MA in Linguistics and Literature Studies en wordt hierna als MUMA aangeduid
FACULTEITSRAAD
Stemgerechtigde leden
Decaan:
Vice-Decaan:
Academisch secretaris:
Per vakgroep twaalf leden van het ZAP: HARP (voorzitter: J. Tyssens)
J. Stuy – plvv: E. Acosta
K. Verstrynge – plvv: S. Lavaert
K. François – plvv: S. Ducheyne
G. Coene – plvv: B. Van Kerkhove
J. Tyssens – plvv: F. Scheelings
A. Winter – plvv: B. Lambert
W. Ryckbosch – plvv: B. Henriet
P. Erdkamp – plvv: N. De Mûelenaere
D. Tys – plvv: P. Martens
T. Meganck – plvv: K. Vanden Buys
H. De Wolf – plvv : J. D’hooghe
K. Nys – plvv: R. Vandam
A. Housen
P. Erdkamp
G. Cornelis
LIST (voorzitter: I. Arteel)
I. Arteel – plvv: D. Acke
K. Lochtman – plvv: D. Vanden Berghe
M.-E. Michot – plvv: R. Geerts
J. Hauthal – plvv: W. Vandenbussche
R. Vosters – plvv: L. Bekers
A. Peeters – plvv: D. Castilleja
J. Deconinck – plvv: K. Lemmens
P. Humblé – plvv: S. Hillen
K. Kerremans – plvv: M. Temmerman
E. Struys – plvv: I. Van Linthout
H. Stengers – plvv: A. Sepp
J. Mast – plvv: S. Lavaert
Per vakgroep drie leden van het OAP: HARP LIST
E. Janssens – plvv: M. Samaes
L. De Kock – plvv: S. Withaeckx
D. Devriese – plvv: A. Verbeke
Per opleidingsraad een student:
FILO: NN – plvv: NN
HIST: M. Bauwens – plvv:
SKAR: M. Galle – plvv: NN
MUMA: NN – plvv: NN
Drie leden van het ATP:
Leden met raadgevende stem
Academisch Directeur
Administratief Secretaris
Afgevaardigde van LIST
Afgevaardigde van HARP
S. Keulen – plvv: K. Collewaert
C. Verheyden – plvv: M. Goedefroy
M. Van Obberghen – plvv: A. Horemans
OAHD: NN – plvv: NN
TALK: NN – plvv: NN
TTKA: NN – plvv: NN
K. Nys
E. Cassiman
F. Vandensteene
F. Van Bocxlaer
Facultair ZAP-afgevaardigde in de Universiteitsraad: W. Vandenbussche – plvv: K. François
Facultair OAP-afgevaardigde in de Universiteitsraad: S. Keulen
Facultaire Studietrajectbegeleiders:
K. Leemans en S. Ceulemans
FACULTAIRE BESTUURSORGANEN LW(2)
Vakgroepraad HARP
Stemgerechtigde leden
Voorzitter: J. Tyssens
Ondervoorzitter: J. Stuy
ZAP
K. Verstrynge – plvv: S. Lavaert
J. Stuy – plvv: E. Acosta
G. Coene – plvv: S. Duchene
K. François – plvv : B. Van Kerkhove
H. De Wolf – plvv: K. Ruchel-Stockmans
K. Nys – plvv: M. De Bie
(2)Krachtens het Centraal reglement betreffende de bestuurlijke inrichting en de werking van de faculteiten van de VUB
D. Tys – plvv : P. Martens
A. Diels – plvv: M. Jacob
A. Winter – plvv : B. Lambert
W. Ryckbosch – plvv: B. Henriet
J. Tyssens – plvv: F. Scheelings
P. Erdkamp – plvv : N. de Mûelenaere
F. Scheelings – plvv: NN
OAP
L. De Kock – plvv: J. Van Besouw
S. Withaeckx – plvv: J. Frans
NN – plvv: J. Baguet
E. Janssens – plvv : M. Samaes
N. Van den Broeck – plvv: W. Leloup
B. Wouters – plvv: E. Janssens
Vakgroepraad LIST
Stemgerechtigde leden
Voorzitter:
Ondervoorzitter:
Secretaris:
ZAP
D. Acke
E. Bekers
D. Castillja
C. Collard
M. Declerck
J. Deconinck
L. De Cuypere
R. Geerts
D. Gullentops
J. Hauthal
A. Housen
K. Kerremans
S. Keulen
S. Lavaert
K. Lemmens
AAP en GASTPROFFEN
J. Aerts
B. Bulté
K. Collewaert
G. Crauwels
OAP
S. Clappaert
Y. Crombez
L. Harnie
L. Holtzem
W. Mostinckx
Integratiekader
D. Bauwens
M. Goedefroy
A. Horemans
J. Jagers
M. Temmerman
I. Arteel
P. Humblé
S. Hillen
K. Lochtman
J. Mast
M.E. Michot
P. Paquier
A. Peeters
L. Rosseel
A. Sepp
H. Stengers
E. Struys
A. Vande Casteele
D. Vanden Berghe
W. Vandenbussche
H. Vandevoorde
D. Van Raemdonck
R. Vosters
B. De Clercq
S. Ricciardi
M. Van Obberghen
L. Penné
T. Pieters
C. Van Nerom
H. Van Praet
C. Verheyden
M.B. Timmermans
G. Vandermeulen
I. Vande Wijer
I. Van Linthout
J.P. Walraevens
Opleidingsraad Cluster Bachelor en Masteropleiding Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen (FILO)
Voorzitter: K. Verstrynge
Ondervoorzitter: G. Coene
Secretaris: F. Van Bocxlaer
Afvaardiging ZAP-leden: E. Acosta
G. Coene
G. Cornelis
S. Ducheyne
K. François
F. Heylighen
S. Lavaert
J. Stuy
Afvaardiging OAP-leden: F. Van Bocxlaer
M. De Proost
D. Lafaut
Afvaardiging studenten: R. Van Cappellen
A. Van Gestel
L. De Coninck
A. Lamghebech
Z. Civelek
L. Maris
T. Van Binsberghen
Afvaardiging werkveld: V. Vincke
Met raadgevende stem: A. Housen, Decaan
JP. Van Bendegem
M. Van Den Bossche
Y. Van Den Eede
B. Van Kerkhove
K. Vertrynge
H. Alma
S. Withaeckx
J. Van Besouw
L. De Kock
E. Cassiman, Administratief secretaris
K. Leemans, Studietrajectbegeleider
S. Ceulemans, Studietrajectbegeleider
A. Schippers, Facultaire stafmedewerker externe kwaliteitszorg OWSB
F. Van Bocxlaer, studiebegeleider HARP
Opleidingsraad Cluster Bachelor en Masteropleiding Geschiedenis (HIST)
Voorzitter: A. Winter
Ondervoorzitter: W. Ryckbosch
Secretaris: W. Leloup – plvv: A. Meert
Afvaardiging ZAP-leden: G. Declercq
N. De Mûelenaere
P. Erdkamp
B. Henriet
B. Lambert
W. Ryckbosch
F. Scheelings
J. Tyssens
A. Winter
Afvaardiging OAP-leden: E. Debackere
W. Leloup
A. Meert
H. Roose
Afvaardiging studenten: Y. Van de Weghe
M. Dermauw
J. Van Hulle
T. Bellens
Afvaardiging alumni: A. Erkul
Afvaardiging werkveld: A. Maes
Met raadgevende stem: A. Housen, Decaan
E. Cassiman, Administratief secretaris
K. Leemans, Studietrajectbegeleider
L. Steensels, Facultaire stafmedewerker externe kwaliteitszorg OWSB
F. Van Bocxlaer, studiebegeleider HARP
V. Servranckx, administratief medewerkster
Fellow: E. Smets (proxima A. Winter)
Opleidingsraad Master of Arts in Linguistics and Literary Studies (MUMA)
Voorzitter: A. Peeters
Ondervoorzitter: R. Vosters
Secretaris: T. Pepermans – plvv: C. Van Nerom
Afvaardiging ZAP-leden: I. Arteel (TALK)
A. Housen (TALK)
K. Lochtman (TALK)
M.E. Michot (TALK)
A. Peeters (TALK)
A. Vande Casteele (TALK)
Afvaardiging OAP-leden: P. Mureddu
H. Van Praet
Afvaardiging studenten: A. Klimina
D. Aoun
A. Detry
T.C. Watong
Afvaardiging alumni: J. Nzally
Afvaardiging werkveld: J. Aerts
Afvaardiging ATP: T. Pepermans
Met raadgevende stem: A. Housen, Decaan
J. Deconinck (TTKA)
K. Kerremans (TTKA)
A. Sepp (TTKA)
H. Stengers (TTKA)
E. Struys (TTKA)
R. Vosters (TTKA)
E. Cassiman, Administratief secretaris
K. Leemans, Studietrajectbegeleider
S. Ceulemans, Studietrajectbegeleider
F. Vandersteene, onderwijsbegeleider
A. Schippers, Facultaire stafmedewerker externe kwalititszorg OWSB
Opleidingsraad Master na master Archivistiek: Erfgoedbeheer en Hedendaags Documentbeheer (OAHD)
Voorzitter: F. Scheelings
Ondervoorzitter: B. Ballaux
Secretaris: S. Vanobbergen – plvv: K. Knaepen
Afvaardiging ZAP-leden: B. Ballaux
G. Kwanten
E. Put
F. Scheelings
K. Velle
W. Verbeke
Afvaardiging OAP-leden: Er zijn momenteel geen OAP-leden verbonden aan de opleiding
Afvaardiging studenten: J. Rosseel
S. Samyn
Afvaardiging werkstudenten: Niet voorzien
Afvaardiging alumni:
Afvaardiging werkveld:
Met raadgevende stem:
H. Nilens
S. Van Obbergen
A. Housen, Decaan
E. Cassiman, Administratief secretaris
K. Leemans, Studietrajectbegeleider
S. Ceulemans, Studietrajectbegeleider
L. Steensels, Facultaire stafmedewerker externe kwaliteitszorg OWSB
Opleidingsraad Cluster Bachelor en Masteropleiding Kunstwetenschappen en Archeologie (SKAR)
Voorzitter: D. Tys
Ondervoorzitter: P. Martens
Secretaris: M. Samaes
Afvaardiging ZAP-leden:
Afvaardiging OAP-leden:
Afvaardiging studenten:
W. Adriaenssens
M. De Bie
H. De Wolf
J. D’Hoore
M. Jacobs
T. Meganck
E. Janssens
M. Samaes
K. Dormaels
M. Galle
E. Vanroelen
Afvaardiging werkveld/alumni:
A. Brebels
Y. Devos
C. Mathues
Oud-studenten in OLR:
Met raadgevende stem:
K. Nys
K. Ruchel-Stockmans
R. Vandam
K. Van den Buys
F. Vandepitte
R. Hermans
S. Sinnige
B. Wouters
A. Housen, Decaan
E. Cassiman, Administratief secretaris
S. Ceulemans, Studietrajectbegeleider
A. Schippers, Facultaire stafmedewerker externe kwaliteitszorg OWSB
F. Van Bocxlaer, studiebegeleider HARP
Opleidingsraad Cluster Bachelor en Masteropleiding Taal- en Letterkunde (TALK)
Voorzitter: K. Lochtman
Ondervoorzitter: A. Vande Casteele
Secretaris: B. Declercq – plvv: L. Penné
Afvaardiging ZAP-leden:
D. Acke
I. Arteel
E. Bekers
D. Castilleja
C. Collard
L. De Cuypere
R. Geerts
D. Gullentops
K. Lochtman
M.E. Michot
A. Peeters
S. Ricciardi
E. Struys
A. Vande Casteele
D. Vanden Berghe
W. Vandenbussche
Afvaardiging OAP-leden:
Afvaardiging studenten:
J. Hauthal
A. Housen
S. Keulen
S. Clappaert
K. Collewaert
Y. Crombez
B. De Clercq
M. Castro
K. Decuyper
S. Massant
M. Szymczak
J. Thomas
Afvaardiging werkstudenten: NN
Afvaardiging alumni:
Afvaardiging werkveld:
Met raadgevende stem:
H. Vandevoorde
D. Van Raemdonck
R.Vosters
T. Pieters
L. Penné
G. Roviro Gili
B.Tilburghs
J. Vandebroek
C. Verheyden
Z. Ysenbaert
K. Maes
A.Verhees
E. Ceuleers
H. Simoens
A. Housen, Decaan
I. Arteel, vakgroepsvoorzitter
F. Vandersteene, onderwijsbegeleider
S. Ceulemans, Studietrajectbegeleider
K. Leemans, Studietrajectbegeleider
A. Schippers, Facultaire stafmedewerker externe kwaliteitszorg OWSB
E. Cassiman, Administratief secretaris
Gastprofessoren die onderwijs verschaffen in de TALK-opleidingen:
J. Aerts
B. Bulté
K. Collewaert
B. De Clercq
H. Van Hove
NN
Lezers (zowel VUB-intern als –extern) van BA-papers en MA-scripties van TALK studenten:
B. Louwagie, Coördinator ACTO
W. Vandenbussche, Academisch voorzitter ACTO
Lectoren ACTO: D. Atkinson
L. Balencourt
P. Bekaert
J. Bertone
D. Dekeyser
Fellow: NN
S. Moreno Pereiro
J. Vandenberghe
N. Vanden Bulcke
H. Vanhellemont
NN
Opleidingsraad Cluster Bachelor Toegepaste Taalkunde, Master in de Journalistiek, Master Tolken en Master Vertalen (TTKA)
Voorzitter: E. Struys
Ondervoorzitter: A. Sepp
Secretaris: I. Van Linthout – plvv: G. Crauwels
Afvaardiging ZAP-leden (+ OP3 integratie):
J. Deconinck
K. Kerremans
J. Mast
H. Stengers
Afvaardiging OAP-leden:
M. Temmerman
R. Vosters
M. Goedefroy
A. Horemans
W. Mostinckx
Jean-Paul Walraevens
Afvaardiging ATP: M. Mallefroy
Afvaardiging studenten:
L. Noël
S. Slagmulder
D. S. Mulder
Q. Delpütz
L. Dumortier
Afvaardiging werkveld/alumni:
Met raadgevende stem:
K. Dewachter
D. Bauwens
P. Bekaert
B. De Geyter
J. Eyckmans
L. Harnie
S. Hillen
I. Hollebeke
L. Holtzem
P. Humblé
J. Jagers
S. Lavaert
K. Lemmens
B. Louwagie
M.E. Michot
A.Housen, Decaan
I. Arteel, voorzitter LIST
S. Moreno Pereiro
R. Nye
A. Rekkers
L. Rosseel
B. Timmermans
W. Vandenbussche
H. Vanhellemont
M. Van Obberghen
I. Vande Wijer
J. Vandenberghe
G. Vandermeulen
H. Van Gerwen
J. Xu
E. Cassiman, Administratief secretaris
K. Leemans, Studietrajectbegeleider
S. Ceulemans, Studietrajectbegeleider
A. Schippers, Facultaire stafmedewerker externe kwaliteitszorg OWSB
F. Vandersteene, studiebegeleider LIST
Fellow: K. Abdolah (proximi: P. Humblé & A. Sepp)
Fellow: C. Van Thillo (proximus J. Mast)
Samenstelling EBC
Evaluatie- en Bevorderingscommissie ZAP
Decaan: A. Housen
HIST: D. Tys
FILO: K. François
TALK: W. Vandenbussche
TTKA: M. Temmerman
FACULTAIRE ADVIESORGANEN LW
Commissie Onderwijs (COW)
Stemgerechtigde leden
Voorzitter: E. Struys
Ondervoorzitter: A. Winter
Opleidingsraadvoorzitter FILO: K. Verstrynge – plvv: G. Coene
Opleidingsraadvoorzitter HIST: A. Winter – plvv: W. Ryckbosch
Opleidingsraadvoorzitter MUMA: A. Peeters – plvv: R. Vosters
Opleidingsraadvoorzitter OAHD: F. Scheelings – plvv: B. Ballaux
Opleidingsraadvoorzitter SKAR: P. Martens – plvv: D. Tys
Opleidingsraadvoorzitter TALK: K. Lochtman – plvv: A. Vande Casteele
Opleidingsraadvoorzitter TTKA: E. Struys – plvv: A. Sepp
Facultair OAP afgevaardigde in de OWR: F. Van Bocxlaer – plvv:
Faculteitssecretariaat:
Verslaggeving:
Leden met raadgevende stem
E. Cassiman
F. Vandersteene
Decaan: A. Housen
Facultaire Studietrajectbegeleiders:
Stafmedewerker(s) externe kwaliteitszorg OWSB
Commissie Onderzoek (COZ)
Stemgerechtigde leden
Voorzitter:
Ondervoorzitter:
S. Ceulemans en K. Leemans
L. Steensels en A. Schippers
R. Vosters
P. Erdkamp
Secretaris: wisselend onder leden
Voorzitters van de vakgroepraden:
Directeurs van de onderzoekscentra LW:
BIAL
BIJU
BREL
CLIC
CLIN
CLIO
CLPS
DIGI
ETHU
FOST
FREE
HOST
MARI
OAHD
RHEA
ATP-Lid faculteitssecretariaat:
Facultair ZAP-afgevaardigden in de OZR:
OAP-lid:
FWO-panelleden: Met raadgevende stem:
Cult1: Languages
Cult2: Art and Literature
Cult3: History and Archaelogy
J. Tyssens (HARP)
I.Arteel (LIST)
Leden: G. Coene, K. François, K. Verstrynghe
H. Stengers
J. Mast
D. Tys
I. Arteel
E. Struys
J. Tyssens
K. François
W. Ryckbosch
K. Verstrynge
P. Erdkamp
J. Tyssens
A. Winter
K. Nys
F. Scheelings
G. Coene
S. De Paepe
I. Arteel – plvv: D. Tys
R. Vosters – plvv: P. Erdkamp
M. Temmerman – plvv: S. Laporte
Cult4: Theology, Philosophy, Science of Religion
Cult5: Interdisciplinary Panel
Ph. Paquier
H. Vandevoorde
P. Erdkamp
K. Verstrynge
B. Van Kerkhove
Research and Grant Officer Humane Wetenschappen: R. Haudenhuyse
Commissie Internationalisering (FACIR)
Stemgerechtigde leden
Voorzitter:
Ondervoorzitter:
Afgevaardigde per opleiding:
FILO
HIST
OAHD
SKAR
TALK
A. Peeters
M.E. Michot
E. Acosta – plvv: F. Heylighen
B. Lambert – P. Erdkamp
F. Scheelings – plvv: B. Ballaux
K. Nys – plvv: M. Jacobs
M.E. Michot – plvv: D. Castilleja
TTKA
MUMA
OAP-lid:
NN – plvv: A. Horemans
A. Peeters – plvv: M.E. Michot
A. Horemans – plvv:
ATP-Lid faculteitssecretariaat: T. Pepermans
Commissie Communicatie & Marketing (COMMAR)
Stemgerechtigde leden
Voorzitter:
Afgevaardigde per opleiding:
OAHD
FILO
HIST
MUMA
SKAR
TALK
TTKA
OAP-afgevaardigden:
Studentenvertegenwoordigers:
Decanaat:
Decaan:
Commissie Lokalenbeheer (LOCO)
Stemgerechtigde leden
Voorzitter:
Ondervoorzitter:
ZAP-leden:
OAP-afgevaardigde:
ATP-afgevaardigde:
D. Tys
F. Scheelings
B. Van Kerkhove – Y. Van den Ede
A. Winter – B. Henriet
A. Peeters
D. Tys
L. Bekers – S. Keulen – L. Penné
M. Temmerman – I. Hollebeke
E. Janssens – M. Samaes
A. Van Kersen – T. Caira
E. Verhofstadt – H. Mattens – T. Pepermans
A. Housen
P. Martens
E. Cassiman
J. Stuy (FILO) – K. Verstrynge
J. Tyssens (HIST) – plvv: NN
P. Martens (SKAR) – plvv:
NN (TALK) – plvv: A. Housen
H. Stengers (TTKA) – plvv: J. Deconinck
M. Samaes
E. Cassiman
REGLEMENTAIRE ORGANEN
Examencommissies voor het geheel van de Bachelor- en Masteropleidingen en de Schakel- en Voorbereidingsprogamma’s
Stemgerechtigde leden voor de opleidingen FILO, HIST, OAHD, SKAR
Voorzitter:
Secretaris:
Voorzitter van de opleidingsraad FILO
Voorzitter van de opleidingsraad HIST
Voorzitter van de opleidingsraad OAHD
Voorzitter van de opleidingsraad SKAR
D. Gullentops – plvv: A. Housen
G. Cornelis – plvv: NN
K. Verstrynge
J. Tyssens
F. Scheelings
D. Tys
Plvv: ieder ZAP-lid dat onderwijs verzorgt in de betrokken opleiding
Stemgerechtigde leden voor de opleidingen MUMA, TALK en TTKA
Stemgerechtigde leden voor de opleidingen MUMA, TALK en TTKA
Voorzitter:
Secretaris:
Voorzitter van de opleidingsraad TALK
Voorzitter van de opleidingsraad TTKA
Voorzitter van de opleidingsraad MUMA
TTKA ZAP-lid:
Leden met raadgevende stem
Decaan: A. Housen
Administatief Secretaris: E. Cassiman
Studietrajectbegeleiders: K. Leemans en S. Ceulemans
D. Gullentops – plvv: A. Housen
G. Cornelis – plvv: NN
K. Lochtman
E. Struys
A. Peeters
S. Lavaert
Plvv: ieder ZAP-lid dat onderwijs verzorgt in de betrokken opleiding
Facultair Ombudsman: D. Vanden Berghe – plvv. D. Acke
Promotor van een masterproef, enkel bij deliberatie van Masters
Beroepscommissie
Stemgerechtigde leden
Voorzitter:
Secretaris:
ZAP-verkozene in de Universiteitsraad:
Stemgerechtigde leden:
P. Erdkamp – plvv: S. Lavaert
E. Cassiman (raadgevende stem) – plvv: A. Sepp
W. Vandenbussche – plvv: K. François
D. Tys (SKAR) – plvv: ieder ZAP-lid betrokken
bij het onderwijs in de opleiding of K. Verstrynge (FILO) – plvv: G. Coene of A. Winter (HIST) – plvv: ieder ZAP-lid betrokken bij het onderwijs in de opleiding of A. Peeters (MUMA) – plvv: ieder ZAP-lid betrokken bij het onderwijs in de opleiding of F. Scheelings (OAHD) – plvv: ieder ZAP-lid betrokken bij het onderwijs in de opleiding of K. Lochtman (TALK) – plvv: ieder ZAP-lid betrokken bij het onderwijs in de opleiding of E. Struys (TTKA) – plvv: ieder ZAP-lid betrokken bij het onderwijs in de opleiding
Leden met raadgevende stem
Facultair ombudsman: D. Vanden Berghe – plvv: D. Acke
Studietrajectbegeleider: K. Leemans en S. Ceulemans
Afgevaardigde van de Rector met expertise in onderwijsreglementering
Beroepscommissie ZAP
ZAP-afgevaardigde: effectief: M. Van den Bossche
Beroepscommissie AAP
ZAP-afgevaardigde: effectief: M. Van den Bossche
VERTEGENWOORDIGERS IN CENTRALE RADEN EN ORGANEN
Universiteitsraad
ZAP: W. Vandenbussche – plvv: K. François
OAP: S. Keulen
Verkozen student: M. Bauwens
Academische Raad
Decaan: A. Housen – plvv: vicedecaan: P. Erdkamp
Onderwijsraad (OWR)
ZAP: M. Van den Bossche – plvv: NN
OAP: F. Van Bocxlaer – plvv: F. Vandersteene
Verkozen student: NN
Onderzoeksraad (OZR)
ZAP: I. Arteel – plvv: D. Tys R. Vosters – plvv: P. Erdkamp
Innovatie- en valorisatieraad (IVR)
Afgevaadigde LW, niet zetelend in de IOF Raad: A. Housen
Raad Internationaal Beleid (RIB)
Vertegenwoordiger beleid van faculteit: A. Peeters – plvv: E. Acosta
Vertegenwoordiger FACIR:
ICT-Raad
Vertegenwoordiger beleid van faculteit:
Commissie Middelen
E. De Vos - plvv: S. Ducheyne
Ethische Commissie (ECHW)
M.E. Michot – plvv: P. Erdkamp
A. Horemans – plvv: M. De Deyne/I. Wynant
Discipline Letteren en Historische Wetenschappen: D. Acke – plvv: W. Ryckbosch Dicipline Wijsbegeerte:
J. Stuy – plvv: G. Cornelis
Facultaire Administratie (LWAC)
Faculteitssecretaris:
Faculteitscoördinator:
Facultaire medewerkers:
E. Cassiman
H. Mattens
N. De Leeuw
M. De Ridder
E. Depuysseleir
M. Hofmans
M. Mallefroy
V. Servranckx
S. Van Snick
E. Verhofstadt
Management assistent Internationalisering: T. Pepermans
Management assistent Onderzoek: S. De Paepe
Onderwijsbegeleiders:
F. Van Bocxlaer
F. Vandersteene
FACULTEIT LICHAMELIJKE OPVOEDING EN KINESITHERAPIE
FACULTEITSSECRETARIAAT EN DECANAAT
Tel. 02/629.27.28
faclk@vub.be
FACULTEITSBUREAU
stemgerechtigde leden
Decaan Zinzen Evert
Vicedecaan
Academisch Secretaris
Voorzitter van de Onderwijscommissie
Voorzitter van de Onderzoekscommissie
leden met raadgevende stem
Administratief Secretaris
Academisch directeur
FACULTEITSBESTUUR
stemgerechtigde leden
Theeboom Marc
De Bosscher Veerle
Roelands Bart
Nijs Jo
Stevens Sofie
Roland Pepermans
Decaan Zinzen Evert
Vicedecaan
Academisch Secretaris
Vakgroepvoorzitters
OAP, studenten en ATP
Een afgevaardigde van het OAP
Een afgevaardigde van de studenten
Een afgevaardigde van het ATP
Voorzitter van de Onderzoekscommissie
Voorzitter van de Onderwijscommissie
De voorzitters van de Opleidingsraden
LOBW en REVAKI
leden met raadgevende stem
Administratief Secretaris
Academisch directeur
Theeboom Marc
De Bosscher Veerle
Clarys Peter
Provyn Steven
Effectief lid
Serrien Ben
NN
D’Herdt Katrijn
Nijs Jo
Roelands Bart
De Martelaer Kristine
Kerckhofs Eric
Stevens Sofie
Roland Pepermans
FACULTEITSRAAD
stemgerechtigde leden
Decaan Zinzen Evert
Vicedecaan
Theeboom Marc
Academisch Secretaris De Bosscher Veerle
Een vertegenwoordiging van het ZAP vanuit elke vakgroep van de faculteit, gekozen door en uit de vakgroepraden; louter voor de toepassing van deze paragraaf worden hierin ook begrepen de bezoldigde gastprofessoren en de klinische professoren.
Fac.: De leden van het ZAP die in hoofdorde aan de faculteit LK verbonden zijn inclusief de bezoldigde gastprofessoren
Een vertegenwoordiging van het OAP, bij voorkeur behorend tot verschillende vakgroepen van de faculteit, gekozen door en onder de leden van dit personeel; louter voor de toepassing van deze paragraaf worden hierin ook begrepen de bursalen
4 vertegenwoordigers van het OAP
Een vertegenwoordiging van de studenten, bij voorkeur vanuit de verschillende opleidingen van de faculteit, gekozen uit en door de studentengemeenschap volgens de procedures en modaliteiten bepaald in het participatiereglement
4 vertegenwoordigers van de studenten
Een vertegenwoordiging van het ATP, gekozen door en onder de leden van dit personeel.
2 vertegenwoordigers van het ATP
leden met raadgevende stem Administratief Secretaris
De vertegenwoordigers van het academisch personeel van de faculteit in de Universiteitsraad.
Ten hoogste 3 alumni van de faculteit kunnen de Faculteitsraad met raadgevende stem bijwonen; zij zijn niet als personeelslid verbonden aan de rechtspersoon VUB.
VAKGROEPRADEN
Vakgroepraad BESW (voorzitter Clarys Peter)
Vakgroepraad KIMA (voorzitter Provyn Steven)
OPLEIDINGSRADEN
Opleidingsraad LOBW (voorzitter De Martelaer Kristine)
Opleidingsraad REVAKI (voorzitter Kerckhofs Eric)
BESW: Aerenhouts Dirk Baeyens Jean-Pierre Clarys Peter De Martelaer Kristine Deliens Tom D’Hondt Eva Wylleman Paul Derom Inge
KIMA: Adriaenssens Nele
Beckwée David Cattrysse Erik De Geus Bas
De Pauw Kevin Ickmans Kelly Nijs Jo Provyn Steven Roelands Bart Swinnen Eva
Serrien Ben Tassignon Bruno Malfliet Anneleen
Sledsens Dana D’Herdt Katrijn
Stevens Sofie
ZAP: Theeboom Marc
OAP: NN
Opleidingsraad Postgraduaat Sportmanagement (voorzitter Verschueren Jos)
Opleidingsraad Postgraduaat Football Management (voorzitter Verschueren Jos )
Opleidingsraad Postgraduaat Multidisciplinaire arterio-veneuze en lymfatische kinesitherapie (voorzitter Adriaenssens Nele)
OVERIGE ADVIESORGANEN
Facultaire evaluatie-en bevorderingscommissie (EBC) (voorzitter Zinzen Evert)
Beroepscommissie voor studenten (voorzitter Kerckhofs Eric )
Commissie ZAP-vacatures (vakgroepvoorzitters van betrokken vakgroep)
Commissie AAP-vacatures: praktijkassistent en mandaatassistent (NN)
Commissie AAP-vacatures: praktijkassistent en mandaatassistent (NN)
Commissie Lerarenopleiding vanuit de Faculteit LK (NN)
Commissie Roostering (voorzitter Zinzen Evert)
Doctoraatsopvolgingscommissie (Swinnen Eva)
Examencommissie (voorzitter Cattrysse Erik)
Examencommissie voor het Postgraduaat Sportmanagement (voorzitter Verschueren Jos)
Examencommissie voor het Postgraduaat Football management (voorzitter Verschueren Jos)
Examencommissie voor het Postgraduaat Multidisciplinaire arterio-veneuze en lymfatische kinesitherapie (voorzitter Adraenssens Nele)
Internationaliseringscommissie (voorzitter Roelands Bart)
Masterproefcommissie (voorzitter De Pauw Kevin)
Onderwijscommissie (voorzitter Roelands Bart )
Onderzoekscommissie (voorzitter Nijs Jo )
PR commissie (voorzitter Roelands Bart)
Promotiecommissie ATP-leden (Faculteitsbestuur)
Stagecommissie REVAKI (voorzitter Vaes Peter)
FACULTEIT RECHT EN CRIMINOLOGIE
BESTUURSLICHAMEN EN SECRETARIATEN
De Faculteit Recht en Criminologie wordt bestuurd door het Faculteitsbureau, de Faculteitsraad en het Faculteitsbestuur, waarvan het dagelijks beleid uitgaat. De Evaluatie- en Bevorderingscommissie is bevoegd voor de bevorderings- en hernieuwingsvoorstellen en de evaluaties van het zelfstandig academisch personeel.
De Faculteit Recht en Criminologie heeft twee basisopleidingen, die ook in de naam van de Faculteit worden weerspiegeld: de opleiding Rechten en de opleiding Criminologie. Daarnaast biedt de faculteit drie master-na-masteropleidingen aan: de Master-na-Master of Laws in het notariaat, de Master-na-Master of Laws in het sociaal recht en de Master-na-Master in het internationaal en Europees recht. Voor beide basisopleidingen en voor de master-na-masteropleidingen richt de faculteit opleidingsraden op.
De faculteit stelt volgende adviesorganen in:
• De Facultaire Onderzoekscommissie (FOC);
• De Facultaire Internationaliseringscommissie (FACIR);
• De Facultaire Alumni en studentencommissie (FALS)
De faculteit bestaat uit vier vakgroepen: Publiekrecht, Privaat- en Economisch recht, Metajuridica en Criminologie.
De faculteit wordt ondersteund door één faculteitssecretariaat, gevestigd op twee locaties (4.C.301 en 4.B.303).
• Administratief secretaris: Saskia Segers
• Teamleider: Micheline Rooselaers
• Onderwijscoördinator: Eva Geurs
• Management assistant: Nona De Grom
• Administratief medewerkers:
• Nele De Clercq
• Kenneth De Koker
• Ibrich Dumon
• Ulrike Luyckx
• Ann Maertens
• Magda Minner (tot 30 juni 2020)
• Marina Schaerlaeken (tot 31 mei 2020)
• Martine Schierl
• Ilse Van Brempt
• Nadia Vernimmen
• Mieke Vyncke
De hierna vermelde gegevens betreffen de toestand op 15 maart 2020.
HET FACULTEITSBUREAU
Samenstelling:
Het faculteitsbureau is samengesteld uit:
1. De decaan: prof. dr. M. De Jonckheere
2. De vicedecaan: prof. dr. P. De Hert
3. De academisch secretaris: prof. dr. E. Alofs
4. De administratief secretaris (met raadgevende stem): S. Segers
Bevoegdheden:
Het Faculteitsbureau is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van de faculteit. Het Faculteitsbureau is ten minste bevoegd voor:
1. het opmaken van een voorstel van huishoudelijk reglement van de faculteit;
2. het opmaken van de agenda voor de Faculteitsraad en voor het Faculteitsbestuur;
3. het toezicht op het functioneren van het faculteitssecretariaat.
Indien een beslissing dringend moet worden genomen of een maatregel dringend moet worden getroffen, kan het Faculteitsbureau die beslissing nemen of die maatregel treffen, voor zover uitstel tot de eerstvolgende vergadering van,
naargelang de aangelegenheid, de Faculteitsraad dan wel het Faculteitsbestuur de goede werking van de faculteit belemmert. In voorkomend geval wordt de genomen beslissing en/of getroffen maatregel meegedeeld op de eerstvolgende vergadering van de betrokken facultaire bestuursorganen. In voorkomend geval oefent het Faculteitsbureau de hem gedelegeerde bevoegdheden uit. De voorstellen of beslissingen van het Faculteitsbureau gedaan in uitoefening van deze bevoegdheden worden meegedeeld aan de eerstvolgende vergadering van, naargelang het geval, de Faculteitsraad of het Faculteitsbestuur.
DE FACULTEITSRAAD
Samenstelling:
De faculteitsraad is samengesteld uit:
A. Stemgerechtigde leden:
1. De decaan: prof. dr. M. De Jonckheere
2. De vicedecaan: prof. dr. P. De Hert
3. De academisch secretaris: prof. dr. E. Alofs
4. Per vakgroep vier andere leden van het zelfstandig academisch personeel; met uitzondering van de twee vakgroepen die de voorzitters van respectievelijk de opleidingsraad Rechten en de opleidingsraad Criminologie leveren, die vijf andere stemgerechtigde leden krijgen.
1.Criminologie
L. Melgaço – E. Enhus (plvv)
S. De Kimpe – J. Christiaens (plvv)
S. Snacken – A. Nuytiens (plvv)
K. Beyens – A.S. Vanhouche (plvv)
E. Dumortier – K. De Koster (plvv)
2. Metajuridica (JURI)
S. Gutwirth – G. Gonzalez Fuster (plvv)
P. De Hert – F. Eggermont (plvv)
F. Dhondt – D. De Ruysscher (plvv)
M. Hildebrandt – N. Van Dijk (plvv)
3. Publiek Recht (PUBR)
T. Joris – A. Pauwels (plvv)
A. Wirtgen – K. Leus (plvv)
W. Rauws – G. Van Limberghen (plvv)
F. Deruyck – D. De Wolf (plvv)
4. Privaat en economisch recht (PREC)
E. Guldix – M. Muylle (plvv)
K. Byttebier – R. Feltkamp (plvv)
F. Brison – B. Maes (plvv)
K. Van der Borght – S. Somers (plvv)
J. Delvoie – A. François (plvv)
5. per vakgroep één lid van het overig academisch personeel:
Criminologie: E. Jehaes – Elli Gilbert (plvv)
Metajuridica: R. Van Brakel – A. Van Scharen (plvv)
Publiekrecht: A. Magerotte – W. De Cock (plvv) Privaat- en Economisch recht: A-S Vandenbosch – Sofie De Bus(plvv)
6. vier studenten, minstens één uit elke kernopleiding:
S. Vandeputte
7. twee leden van het administratief en technisch personeel.
E. Geurs
M. Rooselaers
B. Waarnemende leden:
1. Administratief secretaris: S. Segers
2. De vertegenwoordigers van het administratief personeel van de faculteit in de Universiteitsraad
Drs. C. Mestdagh
prof. dr. F. Deruyck
3. Ten hoogste drie alumni kunnen de faculteitsraad met raadgevende stem bijwonen, zij zijn niet als personeelslid verbonden aan de rechtspersoon VUB: N.N.
4. Vertegenwoordiging van studenten, bij gebrek aan stemgerechtigde studenten: N.N.
Bevoegdheden:
De faculteitsraad heeft een toezichthoudende taak en bepaalt het algemeen beleid van de faculteit. De faculteitsraad keurt onder meer de grote beleidslijnen en algemene plannen goed. Ze behoudt de bevoegdheid inzake de voorstellen houdende de aanduiding van fellows en de doctor honoris causa. De faculteitsraad houdt minstens volgende themavergaderingen: over de vakgroepplannen en -verslagen en facultaire plannen en -verslagen; over programmahervormingen en reglementen.
De faculteitsraad beslist inzake volgende aangelegenheden:
• De bekrachtiging van de verkiezingsuitslag en de proclamatie van de verkozen decaan;
• De aanduiding van de vicedecaan op eensluidend voorstel van de decaan, in voorkomend geval op voorstel van de decaan-elect;
• De aanduiding van de academisch secretaris op eensluidend voorstel van de decaan, in voorkomend geval op voorstel van de decaan-elect;
• De goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de faculteit;
• Het toezicht op de aanwending van de centraal aan de faculteit toegekende financiële middelen;
• Het bepalen van het aantal opleidingsraden voor opleidingen of clusters van opleidingen;
• De oprichting van facultaire adviesorganen andere dan vermeld in het Organiek Statuut, in voorkomend geval het bepalen van de samenstelling en de bevoegdheden van deze bijkomende adviesorganen. De faculteitsraad kan inzake volgende aangelegenheden voorstellen formuleren ten aanzien van het bevoegde universitaire orgaan:
• Het facultaire beleidsplan;
• Het formuleren van een motie van wantrouwen ten aanzien van de zittende decaan, desgevallend het formuleren van een voorstel tot ontslag van de decaan;
• Het aanvullend facultair reglement in toepassing van titel V, artikel 35;
• De facultaire aanvullingen op de centrale reglementen voor de organisatie en coördinatie van het academisch onderwijs;
• De samenstelling nominatim van de facultaire Evaluatie- en Bevorderingscommissie voor het zelfstandig academisch personeel;
• De oprichting, de benaming en de samenstelling van vakgroepen;
• De inrichting van nieuwe opleidingen of het stopzetten van bestaande opleidingen.
HET FACULTEITSBESTUUR
Samenstelling:
Het faculteitsbestuur is samengesteld uit:
A. Stemgerechtigde leden:
1. De decaan: prof. dr. M. De Jonckheere
2. De vicedecaan: prof. dr. P. De Hert
3. De academisch secretaris: prof. dr. E. Alofs
4. De vakgroepvoorzitters
• Prof. dr. K. Beyens – prof. dr. J. Christiaens (plvv)
• Prof. dr. P. De Hert – prof. dr. F. Dhondt (plvv)
• Prof. dr. W. Rauws – prof. dr. S. Smis (plvv)
• Prof. dr. E. Guldix – prof. dr. K. Byttebier (plvv)
5. Één afgevaardigde van het overig academisch personeel
• Drs. A. Magerotte – R. Van Brakel (plvv)
6. Één afgevaardigde van de studenten
• S. Vandeputte – N.N. (plvv)
7. Één afgevaardigde van het administratief en technisch personeel
• M. Rooselaers – E. Geurs (plvv)
8. De voorzitters van opleidingsraden van de kernopleidingen
• Rechten: prof. dr. K. Van der Borght
• Criminologie: prof. dr. E. Dumortier
B. Waarnemende leden:
1. de administratief secretaris: S. Segers
Bevoegdheden:
Het faculteitsbestuur bepaalt het beleid van de faculteit en bestuurt de faculteit binnen het algemeen beleidskader en onder het toezicht van de faculteitsraad. Het faculteitsbestuur bereidt het facultaire beleidsplan voor.
Het faculteitsbestuur houdt toezicht op het deugdelijk functioneren van de facultaire adviesorganen en ook van de vakgroepraden en opleidingsraden.
Het faculteitsbestuur beslist inzake volgende aangelegenheden:
• De samenstelling van de vakgroepraden;
• De samenstelling van de opleidingsraden, inclusief hun voorzitter;
• De samenstelling van de doctoraatsjury’s;
• De delegatie van bevoegdheden naar het faculteitsbureau.
Het faculteitsbestuur kan inzake volgende aangelegenheden voorstellen formuleren ten aanzien van het bevoegde universitaire orgaan:
• Voor het zelfstandig academisch personeel verbonden aan de faculteit: de vacatures, de opdracht, de periodieke evaluatie, de verdere aanstelling en het gebeurlijk ontslag;
• Voor het overig academisch personeel verbonden aan de faculteit: de vacatures, de aanstelling, de periodieke evaluatie en het gebeurlijk ontslag;
• Voor het administratief en technisch personeel verbonden aan de faculteit: de vacatures, de aanstelling, de bevordering en het gebeurlijk ontslag.
De faculteitsraad heeft bevoegdheden inzake volgende aangelegenheden gedelegeerd: Voorstel- en adviesbevoegdheid aan het bevoegde universitaire orgaan:
1. De eerste aanstelling van het voltijds zelfstandig academisch personeel verbonden aan de faculteit; 2. De eerste aanstelling van het deeltijds zelfstandig academisch personeel verbonden aan de faculteit; 3. De bevordering van het zelfstandig academisch personeel in hoofdorde verbonden aan de faculteit;
FACULTEITSORGANEN EN RAADGEVENDE BEVOEGDHEID
FACULTAIRE EVALUATIE- EN BEVORDERINGSCOMMISSIE (EBC)
Samenstelling:
Voorzitter: prof. dr. M. De Jonckheere
Leden: prof. dr. K. Beyens
prof. dr. E. FranEckx
prof. dr. S. Gutwirth
prof. dr. K. Byttebier
prof. dr. S. Snacken
prof. dr. G. Van Limberghen
Waarnemend lid: S. Segers
Bevoegdheden:
De commissie oefent de haar bij het ZAP-reglement toegewezen bevoegdheden uit.
FACULTAIRE ONDERZOEKSCOMMISSIE (FOC)
Samenstelling:
Voorzitter: prof. dr. G. Van Limberghen
Stemgerechtigde leden: prof. dr. S. Snacken
prof. dr. P. Quinn
prof. dr. K. Van der Borght
prof. dr. E. Franckx
Waarnemend lid: S. Segers
Bevoegdheden:
De facultaire onderzoekscommissie heeft als taak bij te dragen tot de ontwikkeling en uitvoering van het onderzoeksbeleid van de faculteit, impulsen te geven om de kwaliteit en zichtbaarheid van het facultaire onderzoek te bevorderen en de onderzoeksinitiatieven van de vakgroepen globaal te ondersteunen. De commissie legt uit eigen beweging of in opdracht van een facultair orgaan dienaangaande voorstellen van beslissing of adviezen voor aan de decaan.
FACULTAIRE INTERNATIONALISERINGSCOMMISSIE (FACIR)
Samenstelling: prof. dr. M. De Jonckheere
prof. dr. K. Van der Borght
prof. dr. L. Melgaço
prof. dr. T. Joris
prof. dr. S. Smis
prof. dr. A. Evenepoel
drs. W. De Cock
S. Segers
Bevoegdheden:
De FACIR draagt bij tot de ontwikkeling en uitvoering van een integraal facultair internationaliseringsbeleid, moedigt de internationalisering van de activiteiten van faculteit aan en ondersteunt de initiatieven van de vak- en onderzoeksgroepen. Zij legt uit eigen beweging of in opdracht van een facultair orgaan dienaangaande voorstellen van beslissing of adviezen voor aan de decaan.
FACULTAIRE STUDENTEN- EN ALUMNICOMMISSIE (FSAC)
Voorzitter: Prof. Dr. S. Smis
Bevoegdheden:
De facultaire studenten- en alumnicommissie draagt bij tot de ontwikkeling en uitvoering van het facultaire studenten- en alumnibeleid en coördineert de rekrutering- en marketinginitiatieven van de faculteit. Zij legt uit eigen beweging of in opdracht van een facultair orgaan dienaangaande voorstellen van beslissing of adviezen voor aan de decaan.
VAKGROEPRADEN
1. Privaat- en Economisch recht: voorzitter prof. dr. E. Guldix
2. Publiekrecht: voorzitter prof. dr. W. Rauws
3. Metajuridica: voorzitter Paul De Hert
4. Criminologie: voorzitter K. Beyens
OPLEIDINGSRADEN
Samenstelling:
§1. De opleidingsraad is samengesteld uit volgende stemgerechtigde leden:
a. een afvaardiging van het zelfstandig academisch personeel met een onderwijsopdracht in de opleiding(en);
b. een afvaardiging van het overig academisch personeel met een onderwijsopdracht in de opleiding(en);
c. een afvaardiging van studenten uit de opleiding(en), aangeduid overeenkomstig het participatiereglement, waaronder bij voorkeur een afvaardiging van werkstudenten uit de opleiding(en), indien er een werkstudenten traject bestaat;
d. een afvaardiging van alumni van de opleiding(en); e. een afvaardiging uit het werkveld.
Bij de samenstelling van de opleidingsraad wordt gewaakt over voldoende representativiteit ten aanzien van de betrokken opleiding(en), afstudeerrichtingen, profielen, minoren, et cetera, waarbij minstens een derde van de stemmen bestaat uit een afvaardiging van studenten, tenzij wanneer onvoldoende studenten bereid gevonden worden om er deel van uit te maken.
§2. De opleidingsraad kiest onder zijn leden een voorzitter en een secretaris voor een hernieuwbare termijn van twee jaar. De verkiezing gebeurt via geheime stemming bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. De secretaris van de opleidingsraad behoort tot de stemgerechtigde leden van het academisch personeel.
§3. Minstens volgende personen worden met raadgevende stem uitgenodigd: a. een stafmedewerker kwaliteitszorg van het departement Onderwijs en Studentenzaken; b. de studietrajectbegeleider; c. de decaan van de faculteit; d. de administratief secretaris.
§4. De samenstelling wordt jaarlijks vóór 31 oktober vastgelegd en meegedeeld aan de vicerector Onderwijs en Studentenzaken.
De faculteit bestaat uit volgende opleidingsraden:
OPLEIDINGSRAAD RECHTEN
Voorzitter: prof. dr. K. Van der Borght
OPLEIDINGSRAAD CRIMINOLOGIE
Voorzitter: prof. dr. E. Dumortier
OPLEIDINGSRAAD MASTER NA MASTER SOCIAAL RECHT
Voorzitter: prof. dr. G. Van Limberghen
OPLEIDINGSRAAD MASTER NA MASTER INTERNATIONAAL RECHT
Voorzitter: prof. dr. E. Franckx
OPLEIDINGSRAAD MASTER NA MASTER NOTARIAAT
Voorzitter: prof. dr. M. Maus
FACULTAIRE EXAMENCOMMISSIES
Examencommissie voor het geheel van de opleiding Bachelor en Master Criminologie
Voorzitter: prof. dr. E. Dumortier – prof. dr. J. Christiaens (plvv)
Secretaris: prof. dr. S. De Kimpe – prof. dr. A. Nuytiens (plvv)
Leden: prof. dr. L. Melgaço en prof. dr. M. Cools
Examencommissie voor het geheel van de opleiding Bachelor Rechten, schakel- en voorbereidingsprogramma Master Rechten, opleiding Master Rechten
Voorzitter: prof. dr. F. Deruyck – prof. dr. K. Leus (plvv)
Secretaris: prof. dr. R. Feltkamp – prof. dr. K. Van der Borght (plvv)
Leden: prof. dr. G. Debersaques en prof. dr. N. Van Dijk
Gemeenschappelijke examencommissie Master na Master in het Internationaal en Europees Recht en in het Sociaal Recht
Voorzitter: prof. dr. G. Van Limberghen – prof. dr. E. Franckx (plvv)
Secretaris: prof. dr. S. Smis – prof. dr. K. Salomez (plvv)
Leden: prof. dr. W. Rauws en prof. dr. T. Joris
Examencommissie Master na master in het Notariaat
Voorzitter: prof. dr. E. Alofs – prof. dr. R. Janssens (plvv)
Secretaris: prof. dr. M. Maus – prof. dr. A. François (plvv)
Leden: prof. dr. H. De Decker en prof. dr. M. Muylle
Examencommissie postgraduaat fiscaal recht – algemene rechtsvakken en fiscale rechtsvakken
Voorzitter: prof. dr. M. De Jonckheere – prof. dr. M. Maus (plvv)
Secretaris: prof. dr. F. Borger – prof. dr. M. Lamensch (plvv)
FACULTAIRE INTERNE BEROEPSCOMMISSIE
Stemgerechtigde leden
Voorzitter: prof. dr. F. Eggermont – prof. dr. T. Corthaut (plvv) prof. dr. F. Brison – prof. dr. T. Joris (plvv) prof. dr. A. Wirtgen – prof. dr. D. De Wolf (plvv)
Leden met raadgevende stem
Administratief secretaris: S. Segers
Studietrajectbegeleiding: S. Denis – L. Duvekot
Facultaire ombudspersoon: prof. dr. M. Maus
Afgevaardigde van de rector met expertise in onderwijsreglementering: A. De Meu – S. Heyl
FACULTEIT SOCIALE WETENSCHAPPEN EN SOLVAY BUSINESS SCHOOL (ES)
Het Centraal reglement betreffende de bestuurlijke inrichting en de werking van de faculteiten van de Vrije Universiteit Brussel, goedgekeurd door de Raad van Bestuur van 2 juni 2015, stipuleert in Titel V artikel 35§1 dat de faculteit in aanvulling op bedoeld centraal reglement een aanvullend facultair reglement kan opstellen.
In het aanvullend facultair reglement ES worden slechts de noodzakelijke en fundamentele aspecten opgenomen met dien verstande dat werkingsgerelateerde aspecten worden opgenomen in een huishoudelijk facultair reglement. Het aanvullend reglement ES wordt vervolledigd met het delegatieplan dat de bevoegdheidsverdeling vastlegt tussen de faculteitsraad, faculteitsbestuur en faculteitsbureau.
FACULTEITSSECRETARIAAT EN DECANAAT
Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus
Pleinlaan 5, 3de verdieping 1050 Brussel
Tel: 02/614.83.83
E-mail: Faces@vub.be en decaanes@vub.be
FACULTEITSBUREAU
Academiejaar 2018-2019 en 2019-2020: Het faculteitsbureau bestaat uit de volgende stemgerechtigde leden: a) de decaan; b) de vicedecaan; en c) de academisch secretaris.
De decaan kan voor het faculteitsbureau bijkomend aan de faculteitsraad één of twee leden voordragen.
Nominatieve samenstelling:
Decaan: Prof. dr. Joël Branson
Vice-decaan: Prof. dr. Marie-Anne Guerry
Academisch Secretaris: Prof. dr. Jo Pierson
Bijkomende lid: Prof. dr. Caroline Buts
FACULTEITSBESTUUR
Het faculteitsbestuur bestaat uit de volgende stemgerechtigde leden: a) de leden van het faculteitsbureau; b) de vakgroepvoorzitters; c) één afgevaardigde van het overig academisch personeel; d) één afgevaardigde van de studenten; en e) één afgevaardigde van het administratief en technisch personeel.
FACULTEITSRAAD
De faculteitsraad bestaat uit de volgende stemgerechtigde leden: a) de leden van het faculteitsbureau; b) per vakgroep vijf leden van het zelfstandig academisch personeel; c) per vakgroep één lid van het overig academisch personeel; d) zes studenten; en e) drie leden van het administratief en technisch personeel.
Voor de leden bedoeld onder de litterae b, c, d en e kunnen plaatsvervangers worden aangeduid.
FACULTEITSORGANEN EN RAADGEVENDE BEVOEGDHEID
Evaluatie- en BevorderingsCommissie (EBC)
De facultaire evaluatie- en bevorderingscommissie bestaat uit de vakgroepvoorzitters en de leden van het faculteitsbureau. De decaan zit deze commissie voor
Nominatieve samenstelling academiejaar 2018-2019:
Decaan: Prof. dr. Joël Branson
Vice-decaan: Prof. dr. Marie-Anne Guerry
Bijkomende lid: Prof. dr. Caroline Buts
Voorzitter vakgroep Applied Economics (APEC): Prof. dr. Marc Jegers
Voorzitter vakgroep Business (BUSI): Prof. dr. Steven Vanduffel
Voorzitter vakgroep Business, Technology and Operations (BUTO): Prof. dr. Cathy Macharis
Voorzitter vakgroep Politieke wetenschappen (POLI): Prof. dr. Bruno Coppieters
Voorzitter vakgroep Sociologie (SOCI): Prof. dr. Bram Spruyt
Voorzitter vakgroep Communicatiewetenschappen (SCOM): Prof. dr. Leo Van Audenhove
Nominatieve samenstelling academiejaar 2019-2020:
Decaan: Prof. dr. Joël Branson
Vice-decaan: Prof. dr. Marie-Anne Guerry
Bijkomende lid: Prof. dr. Caroline Buts
Voorzitter vakgroep Applied Economics (APEC): Prof. dr. Marc Jegers
Voorzitter vakgroep Business (BUSI): Prof. dr. Malaika Brengman
Voorzitter vakgroep Business, Technology and Operations (BUTO): Prof. dr. Thomas Crispeels
Voorzitter vakgroep Politieke wetenschappen (POLI): Prof. dr. Karen Celis
Voorzitter vakgroep Sociologie (SOCI): Prof. dr. Bram Spruyt
Voorzitter vakgroep Communicatiewetenschappen (SCOM): Prof. dr. Leo Van Audenhove
VAKGROEPSRADEN
Applied Economics (APEC)
Voorzitter: Prof. dr. Marc Jegers (academiejaar 2018-2019 en 2019-2020)
Business (BUSI)
Voorzitter: Prof. dr. Steven Vanduffel (academiejaar 2018-2019)
Voorzitter: Prof. dr. Malaika Brengman (academiejaar 2019-2020)
Business, Technology and Operations (BUTO)
Voorzitter: Prof. dr. Cathy Macharis (academiejaar 2018-2019)
Voorzitter: Prof. dr. Thomas Crispeels (academiejaar 2019-2020)
Politieke wetenschappen (POLI)
Voorzitter: Prof. dr. Bruno Coppieters (academiejaar 2018-2019)
Voorzitter: Prof. dr. Karen Celis (academiejaar 2019-2020)
Sociologie (SOCI)
Voorzitter: Prof. dr. Bram Spruyt (academiejaar 2018-2019 en 2019-2020)
Communicatiewetenschappen (SCOM)
Voorzitter: Prof. dr. Leo Van Audenhove (academiejaar 2018-2019 en 2019-2020)
OPLEIDINGSRADEN
OPLEIDINGSRAAD HANDELSINGENIEUR EN (TOEGEPASTE) ECONOMISCHE WETENSCHAPPEN
Voorzitter: Prof. dr. Luc Hens (academiejaar 2018-2019 en 2019-2020)
Secretaris:
- Prof. dr. Leo Van Hove (academiejaar 2018-2019)
- Prof. dr. Ilse Scheerlinck (academiejaar 2019-2020)
OPLEIDINGSRAAD BEDRIJFSKUNDE/MANAGEMENT
Voorzitter: Prof. dr. Bert Schreurs (academiejaar 2018-2019 en 2019-2020)
Secretaris: Prof. dr. Nicolay Dentchev (academiejaar 2018-2019 en 2019-2020)
OPLEIDINGSRAAD COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN
Voorzitter: Prof. dr. Jan Loisen (academiejaar 2018-2019 en 2019-2020)
Secretaris: Prof. dr. Kevin Smets (academiejaar 2018-2019 en 2019-2020)
OPLEIDINGSRAAD BA POLITEKE WETENSCHAPPEN EN SOCIOLOGIE
Voorzitter:
- Prof. dr. Dimokritos Kavadias (academiejaar 2018-2019)
- Prof. dr. Didier Caluwaerts (academiejaar 2019-2020)
Secretaris:
- Prof. dr. Werner Schirmer (academiejaar 2018-2019)
- Prof. dr. Hadewijch Vandenheede (academiejaar 2019-2020)
OPLEIDINGSRAAD MA POLITEKE WETENSCHAPPEN
Voorzitter:
- Prof. dr. Dimokritos Kavadias (academiejaar 2018-2019)
- Prof. dr. Didier Caluwaerts (academiejaar 2019-2020)
Secretaris:
- Prof. dr. Didier Caluwaerts (academiejaar 2018-2019)
- Prof. dr. Silvia Erzeel (academiejaar 2019-2020)
OPLEIDINGSRAAD MA SOCIOLOGIE
Voorzitter: Prof. dr. Hadewijch Vandenheede (academiejaar 2018-2019 en 2019-2020)
Secretaris: Prof. dr. Werner Schirmer (academiejaar 2018-2019 en 2019-2020)
PROGRAM BOARD BA SOCIAL SCIENCES
Voorzitter:
- Prof. dr. Dieter Vandebroeck (academiejaar 2018-2019)
- Prof. dr. Eline Severs (academiejaar 2019-2020)
Secretaris: Prof. dr. Christopher Parker (academiejaar 2018-2019 en 2019-2020)
ONDERWIJS EN ONDERZOEKSEENHEDEN
Facultair
BCCP (Brussels Centrum voor Mededingingsbeleid)
Contactpersoon: Prof. dr. Caroline Buts
BRIO (Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum)
Contactpersoon: Prof. dr. Dimokritos Kavadias
CEMESO (Culture, Emancipation, Media and Society)
Contactpersoon: Prof. dr. Jo Renate Bauwens
DATA (Data Analytics Laboratory)
Contactpersoon: Prof. dr. Wouter Verbeke
DEMO Interface Demography
Contactpersoon: Prof. dr. Christophe Vanroelen
FINS Financien en Verzekeringen
Contactpersoon: Prof. dr. Steven Vanduffel
SMIT (Studies on Media Information and Telecommunication)
Contactpersoon: Prof. dr. Pieter Ballon
TOR (Tempus Omnia Revelat)
Contactpersoon: Prof. dr. Bram Spruyt
Interfacultair
BIRMM (Brussels Interdisciplinary Research Centre on Migration and Minorities)
Contactpersoon: Prof. dr. Florian Trauner
MOBI (Mobiliteit en voertuig technologie onderzoeksgroep)
Contactpersoon: Prof. dr. Ir Joeri Van Mierlo (IR) en Prof. dr. Cathy Macharis (ES)
RHEA (Centrum Gender & Diversiteit)
Contactpersoon: Prof. dr. Gily Coene (directeur) en Prof. dr. Karen Celis (codirecteur)
WORK (Arbeidsstudies)
Contactpersoon: Prof. dr. Guido Van Limberghen (RC) en Prof. dr. Marie-Anne Guerry (ES)
Aliantieonderzoeksgroepen VUB-UGENT
JOSO (Jongeren en sociale ongelijkheid)
Contactpersoon: Prof. dr. Bram Spruyt
ReDS (Political Representation in Diverse Societies)
Contactpersoon: Prof. dr. Karen Celis
International Joint Research Group
DeSirE (Centre for the Study of Democracy, Signification and Resistance)
Contactpersoon: Prof. dr. Benjamin De Cleen
S-DIRECT (Social Digital Innovation Research to Empower Communities in Transition)
Contactpersoon: Prof. dr. Leo Van Audenhove
ULB-VUB Joint Research Groep
DEGO (The Politics of Democratic Governance)
Contactpersoon: Prof. dr. Kris Deschouwer
FACULTAIRE COMMISSIES
De faculteit heeft de volgende adviesorganen:
- de facultaire onderzoekscommissie (FOZ)
Voorzitter: Prof. dr. Malaika Brengman (academiejaar 2018-2019 en 2019-2020)
- de facultaire onderwijscommissie (FOW)
Voorzitter: Prof. dr. Jo Pierson (academiejaar 2018-2019 en 2019-2020)
- de facultaire commissie internationalisering (FIN)
Voorzitter: Prof. dr. Leo Van Audenhove (academiejaar 2018-2019 en 2019-2020)
- de facultaire commissie marketing en communicatie (FMC)
Voorzitter: Prof. dr. Kim Willems (academiejaar 2018-2019 en 2019-2020)
- de facultaire evaluatiecommissies voor het assisterend academisch personeel (ECA)
Voorzitter: Prof. dr. Joël Branson (academiejaar 2018-2019 en 2019-2020)
FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPEN
DE ALGEMENE VERGADERING
Bestaat uit de totaliteit van de facultaire gemeenschap.
Ze wordt éénmaal per jaar bij het begin van het kalenderjaar georganiseerd.
Tijdens deze bijeenkomst geeft de decaan een overzicht van de toestand van de faculteit en van de vooruitzichten inzake het beleid voor het komende jaar.
De leden van de algemene vergadering krijgen tijdens deze bijeenkomst de gelegenheid tot het stellen van vragen.
FACULTEITSBUREAU
• Decaan: Prof. S. Caenepeel
• Vicedecaan: Prof. F. Berghmans
• Academisch secretaris: Prof. P. Guillaume
• Voorzitter van de facultaire Onderwijscommissie: Prof. A. Hubin
• Voorzitter van de facultaire onderzoeks- en investeringscommissie: Prof. B. Vanderborght
HET FACULTEITSBESTUUR
Samenstelling:
• Decaan: Prof. S. Caenepeel
• Vicedecaan: Prof. F. Berghmans
• Academisch secretaris: Prof. P. Guillaume
• De voorzitters van de facultaire onderwijscommissie en van de facultaire onderzoeks- en investeringscommissie: resp. Prof. A. Hubin en Prof. B. Vanderborght
• De vakgroepvoorzitters: A. Van Griensven, S. Caenepeel, G. Desmet, P. Guillaume, J. Van Mierlo, M. Runacres, L. Van Biesen (vanaf 01.10.2019 Prof. R. Pintelon), D. Van Hemelrijck, H. Terryn, J. Stiens, H. Thienpont (vanaf 01.10.2019 Prof. H. Ottevaere), I. Wouters
• Een afgevaardigde van het overig academisch personeel (OAP): J. Dobbels (plvv. C. Cambier)
• Een afgevaardigde van de studenten: NN
• Een afgevaardigde van het administratief en technisch personeel (ATP): T. Thijs (plvv. M. Ponet)
• Worden met raadgevende stem uitgenodigd: de voorzitters van de facultaire commissies internationalisering (H. Ottevaere), Public Relations (P. Guillaume), computerbeleid (Y. Rolain), doctoraatsopvolging (R. Pintelon), en Mevr. M. Ponet
Bevoegdheid:
Het faculteitsbestuur oefent de bevoegdheden uit conform art. 10 van het ‘Centraal reglement betreffende de bestuurlijke inrichting en de werking van de faculteiten van de Vrije Universiteit Brussel’, zoals ook gepreciseerd in het aanvullend facultair reglement en het delegatieplan van de faculteit ingenieurswetenschappen.
DE FACULTEITSRAAD
Samenstelling:
• Decaan: Prof. S. Caenepeel
• Vicedecaan: Prof. F. Berghmans
• Academisch secretaris: Prof. P. Guillaume
• Twee vertegenwoordigers per vakgroep: I. Wouters, L. De Laet (plvv. M. Mollaert), G. Desmet, K. Broeckhoven (plvv. T. Van Assche, W. De Malsche), R. Pintelon, G. Vandersteen (plvv. I. Markovsky, Y. Rolain), J. Van Mierlo, (plvv. T. Coosemans, V.-A. Jacobs), J. Stiens, P. Schelkens (plvv. H. Sahli (t.em. 30.09.2019), R. Vounckx), W. Thiery, A. Van Griensven (plvv. M. Chen), M. Runacres, A. Touhafi (plvv. T. De Troyer, K. Steenhaut), H. Terryn, G. Van Assche (plvv. I. De Graeve, T. Hauffman), P. Guillaume, B. Vanderborght (plvv. F. Contino, D. Lefeber), L. Pyl, T. Tysmans (plvv. D. Angelis), H. Thienpont, G. Verschaffelt (F. Berghmans, G. Van Der Sande), S. Caenepeel (tevens decaan vanaf 01.10.2016) (plvv. J. De Beule)
• Een vertegenwoordiger van de opleidingsraden van de bachelor- en masteropleidingen: H. Rahier (plvv. F. Berghmans), N. De Temmerman, D. Van Hemelrijck (plvv. M. Mollaert), Ph. Lataire (plvv. F. Contino (t.e.m. 01.09.2019)), A. Hubin (plvv. I. De Graeve), M. Kuijk (plvv. A. Munteanu), N. Deligiannis (plvv. B. Janssen), F. Borguet (plvv. A. Braeken), H. Ottevaere (plvv. W. Meulebroeck), J. Vandemeulebroucke (plvv. B. Janssen), M. Huysmans (plvv. M. Chen)
• Vijf vertegenwoordigers van het overig academisch personeel (OAP): J. Dobbels (plvv. C. Cambier), E. Van Wittenberghe (plvv. T. Lapauw), T. Collet (D. Verkens), N.N. ;
• Vijf vertegenwoordigers van de studenten; K. Adriaenssens, S. Férauge, W. Kuijk
• Drie vertegenwoordigers van het administratief en technisch personeel M. Frooninckx (plvv. J. Pattyn), K. Kenens (plvv. S. Reyniers), T. Thijs (plvv. M. Ponet)
• Wordt eveneens uitgenodigd: Voorzitter Polytechnische Kring
Bevoegdheid:
De faculteitsraad oefent de bevoegdheden uit conform art. 10 van het ‘Centraal reglement betreffende de bestuurlijke inrichting en de werking van de faculteiten van de Vrije Universiteit Brussel’, zoals ook gepreciseerd in het aanvullend facultair reglement en het delegatieplan van de faculteit ingenieurswetenschappen.
FACULTEITSORGANEN met RAADGEVENDE BEVOEGDHEID
DE FACULTAIRE ONDERWIJSCOMMISSIE
Bevoegdheid:
Adviezen en initiatief op gebied van studieprogramma’s, onderwijsproblemen en investeringen in verband met onderwijs.
Samenstelling:
Voorzitter: A. HUBIN vanaf 01.10.2018
Ondervoorzitter: S. BRAM
Secretaris: M. PONET
Medewerkster decaan: T. THIJS
Trajectbegeleidster: A. DEBOELPAEP
Leden:
• voor het zelfstandig academisch personeel (voorzitters en secretarissen van de verschillende opleidingsraden IR):
• D. VAN HEMELRIJCK, N. DE TEMMERMAN (BB & IA) I. WOUTERS (BA IA), JAN LEMEIRE, H. RAHIER (BA), PH. LATAIRE, F. CONTINO (WE), A. HUBIN, K. BROECKHOVEN (CM), B. JANSSEN (K. STEENHAUT), N. DELIGIANNIS (MACS), M. KUIJK, Y. MARKOVSKY (EIT), F. BORGUET, A. LINTERMANS (IW), H. OTTEVAERE (fotonica), J. STIENS (biomedische) P. BAETEN (nuclear engineering), M. HUYSMANS (Phylares), vertegenwoordiger IUPWARE
• + Worden uitgenodigd:
• Voor BRUFACE: J. DE RUYCK en G. DEGREZ
• voor het overig academisch personeel: NN
• voor de studenten: NN
DE FACULTAIRE ONDERZOEKS- EN INVESTERINGSCOMMISSIE
Bevoegdheid:
Adviezen en initiatief alsook investeringen in verband met onderzoek. Deze commissie rapporteert rechtstreeks aan het Bureau van de Onderzoeksraad over haar voorstellen. Zij is regelmatige informatie plechtig aan het Faculteitsbestuur.
Samenstelling:
Voorzitter: B. VANDERBORGHT
Ondervoorzitter: F. BERGHMANS
Leden:
• voor het zelfstandig academisch personeel (de vakgroepvoorzitters):
• G. DESMET, J. VAN MIERLO, I. WOUTERS, J. STIENS, H. OTTEVAERE, R. PINTELON, A. VAN GRIENSVEN, H. TERRYN, P. GUILLAUME, D. VAN HEMELRIJCK, S. CAENEPEEL;
• voor het OAP:
• J. DOBBELS (plvv. C. CAMBIER)
• de administratief secretaris van de faculteit of zijn/haar afgevaardigde (lid van het ATP).
DE FACULTAIRE PUBLIC RELATIONS COMMISSIE
Bevoegdheid
Initiatieven, adviezen en coördinatie met betrekking tot facultaire acties ter bevordering van interne en externe communicatie.
Samenstelling:
Voorzitter: P. GUILLAUME
Ondervoorzitter: H. RAHIER
Secretaris: M. GHIJSELS
Leden:
• voor het zelfstandig academisch personeel: B. VANDERBORGHT, K. BROECKHOVEN, P. LATAIRE, S. BRAM, F. BERGHMANS.
• voor het assisterend academisch personeel: J. HELSEN
• Afgevaardigde. V.Ir.Br.: NN
• Contactpersonen dienst ‘marketing en communicatie’: H. VAN SCHOONEVELD
• voor de studenten: NN
• wordt uitgenodigd: N. BRIGOU (PR-verantwoordelijke faculteit WE)-
• wordt uitgenodigd : Joachim Mathieu (Projectcoördinator Dienst R&D: Science Outreach Office)
• wordt uitgenodigd : T. VAN GUCHT (PR medewerker vakgroep TONA)
FACULTAIRE COMMISSIE COMPUTERBELEID
Bevoegdheid:
Adviezen en initiatief op gebied van facultaire computernoden en investeringen in verband met deze noden.
Samenstelling:
Voorzitter: Y. ROLAIN
Ondervoorzitter : S. Reyniers
Vaste leden:
• voor het zelfstandig academisch personeel: A. VAN GRIENSVEN (HYDR), PH. LATAIRE (ETEC), J. LEMEIRE (ETRO), L. DE LAET (ARCH), M. VAN DAMME (MECH),
• voor het administratief en technisch personeel: L. VAN KEMPEN (ETRO), M. SONCK (CHIS), A. WERY (MECH), R. CLAESSENS (MACH/IR)
Per opleidingsraad kan tevens een student afgevaardigd worden.
FACULTAIRE COMMISSIE INTERNATIONALE RELATIES
Bevoegdheid
Adviezen en initiatief betreffende internationale betrekkingen van de faculteit IR.
Samenstelling:
Voorzitter: H. OTTEVAERE
Ondervoorzitter: A. HUBIN
Secretaris: M. PONET
Leden:
• voor het zelfstandig academisch personeel:
• I. DE GRAEVE, Ph. LATAIRE, A. MUNTEANU, B. JANSEN, M. KUIJK, C. LACOR, P. GUILLAUME (vz. FPRC), L. PYL, K. STEENHAUT, J. STIENS, M. HUYSMANS, J. DE RUYCK, L. DE LAET, J. VANDEMEULEBROUCKE, I. DE GRAEVE
• voor het assisterend academisch personeel: NN
• Afgevaardigde BEST + TIME + IAESTE
• Afgevaardigden studenten: NN
• Studietrajectbegeleider: A. DEBOELPAEP
• Beleidsmedewerkster internationalisering: P. De Pelsmacker
• Stafmedewerkster(s) decaan: M. PONET, T. THIJS
FACULTAIRE DOCTORAATSCOMMISSIE EN COMMISSIE VOOR DE DOCTORAATSOPLEIDING
Bevoegdheid:
Evaluatie dossiers doctorandi-IR m.b.t. toelatingsvoorwaarden, predoctorale examens, tussentijdse jaarverslagen. Evaluatie van de door de doctorandi voorgestelde programma’s voor de doctoraatsopleiding. Advies aan de facultaire onderwijscommissie betreffende het aanvullend facultair doctoraatsreglement en reglement van de doctoraatsopleiding.
Samenstelling:
Voorzitter: R. PINTELON
Ondervoorzitter: R. VOUNCKX
Secretaris: S. DENIS (t.e.m. 31.07.2019), A. LINTERMANS (vanaf 01.08.2019)
Leden:
• Alle vakgroepvoorzitters en voorzitters van onderzoeksgroepen:
• Vakgroepvoorzitters: J. VAN MIERLO, P. GUILLAUME, D. VAN HEMELRIJCK, L. VAN BIESEN (t.e.m. 30.09.2019), R. PINTELON (vanaf 01.10.2019) J. STIENS, A. VAN GRIENSVEN, H. THIENPONT (t.e.m. 30.09.2019), H. OTTEVAERE (vanaf 01.10.2019) G. DESMET, A. HUBIN, S. CAENEPEEL, M. RUNACRES (plvv. T. De Troyer)
• Voorzitters onderzoeksgroepen: J. DANCKAERT, J. VAN MIERLO, A. HUBIN (plvv. T. HAUFFMAN), P. VAN DEN BOSSCHE, D. LEFEBER, INE WOUTERS (plvv. L. DE LAET), H. TERRYN, G. VERSCHAFFELT
• voor het overig academisch personeel: J. DOBBELS (plvv. C. CAMBIER)
• bijkomend lid: NN
FACULTAIRE OPLEIDINGSRADEN
Voor de volgende opleidingen binnen de faculteit wordt een opleidingsraad ingericht:
- Bachelor in de ingenieurswetenschappen (ORBA)
- Bachelor in de ingenieurswetenschappen: architectuur (ORBIA)
- Master in de ingenieurswetenschappen: architectuur en bouwkunde (ORMAB)
- Master in de ingenieurswetenschappen: werktuigkunde-elektrotechniek (ORWE)
- Master in de ingenieurswetenschappen: elektronica en informatietechnologie (ORE)
- Master in de ingenieurswetenschappen: chemie en materialen (ORCM)
- Master in de computerwetenschappen (OMCW) (interfacultair met faculteit wetenschappen)
- Master in de industriële wetenschappen (ORIW)
Samenstelling:
Met uitzondering van de interuniversitaire opleidingscommissies masters fotonica, masters biomedische ingenieurstechnieken en de master Nuclear Engineering, waarvoor de (afwijkende) samenstelling is opgenomen in de desbetrefffende interuniversitaire samenwerkingsovereenkomst, omvat de opleidingsraad, voor (het deel van) de opleiding(en) waarvoor de raad bevoegd is, volgende stemgerechtigde leden:
• Zes leden van het zelfstandig academisch personeel (ZAP) van de VUB, (hoofd)titularissen van een verplicht opleidingsonderdeel uit de betrokken opleiding(en), waarvan bij voorkeur minstens de helft met een voltijds ZAPstatuut.
• Vier leden van het overig academisch personeel (OAP) van de VUB die instaan voor oefeningen en/of practica bij een verplicht opleidingsonderdeel uit de betrokken opleiding(en)
• Eén afgevaardigde van de alumni van de opleiding, voor de bacheloropleidingen bij voorkeur een student uit de masterjaren, voor de overige opleidingen een alumnus/alumna die niet tot één van de vorige categorieën behoort en die bij voorkeur niet aan de instelling verbonden is.
• Eén afgevaardigde uit het werkveld.
• Zes afgevaardigden van de studenten uit de betrokken opleiding(en)
De gezamenlijke afvaardiging van het ZAP en het OAP is bij voorkeur zo samengesteld dat ze representatief is voor de verschillende studiejaren en de verplichte opleidingsonderdelen. De stemgerechtigde leden van het ZAP en het OAP zijn bij voorkeur niet betrokken bij hetzelfde opleidingsonderdeel. De afvaardiging van de studenten is bij voorkeur zo samengesteld dat ze representatief is voor de verschillende studiejaren uit het modeltraject.
Alle VUB (hoofd)titularissen en leden van het OAP die een onderwijstaak vervullen in de opleiding(en) waarover de betrokken opleidingsraad de bevoegdheid draagt, maar geen stemrecht hebben conform de aanvullende bepaling opgenomen in § 2, kunnen uitgenodigd worden met raadgevende stem.
Voor de opleidingsraden ORMAB, ORWE, ORCM en ORE worden de volgende personen eveneens uitgenodigd, met raadgevende stem:
• minstens één vertegenwoordiger van de Commission de Filière van de overeenkomstige opleiding aan de ULB;
• minstens één afgevaardigde van de studenten die de bacheloropleiding niet aan de VUB gevolgd heeft.
Op initiatief van de voorzitter of op voorstel van een lid van de opleidingsraad kunnen nog andere personen met raadgevende stem van binnen of buiten de instelling op de vergaderingen uitgenodigd worden.
Bevoegdheid:
Bij de faculteitsraad en het faculteitsbestuur (cf. aanvullend facultair reglement en delegatieplan), na overkoepelend advies van de facultaire onderwijscommissie, advies uitbrengen over:
• de kwaliteit van het verzorgde onderwijs en indien nodig de bijsturing ervan;
• de organisatie, de programmering, de inhoud en eventuele herzieningen van het onderwijs in de betrokken opleiding, met inbegrip van de afstudeerwerken;
• de onderwijsbelasting van de studenten en de OAP-leden;
• de eventuele klachten van studenten betreffende de organisatie en de inhoud van het onderwijs.
OPLEIDINGSRAAD BACHELOR INGENIEURSWETENSCHAPPEN (ORBA)
Voorzitter: HUBERT RAHIER
Ondervoorzitter: FRANCIS BERGHMANS
Secretaris: JAN LEMEIRE
OPLEIDINGSRAAD BACHELOR INGENIEURSWETENSCHAPPEN-ARCHITECTUUR (ORBIA)
Voorzitter: NIELS DE TEMMERMAN
Ondervoorzitter: DIRK LEFEBER
Secretaris: INE WOUTERS
OPLEIDINGSRAAD MASTER INGENIEURSWETENSCHAPPEN ARCHITECTUUR- BOUWKUNDE (ORMAB)
Voorzitter: DANNY VAN HEMELRIJCK
Ondervoorzitter: MARIJKE MOLLAERT
Secretaris: NIELS DE TEMMERMAN
OPLEIDINGSRAAD INGENIEURSWETENSCHAPPEN WERKTUIGKUNDIG-ELEKTROTECHNIEK (ORWE)
Voorzitter: PATRICK GUILLAUME
Ondervoorzitter: PH. LATAIRE
Secretaris: FRANCESCO CONTINO
OPLEIDINGSRAAD MASTER COMPUTERWETENSCHAPPEN (OMCW)
Voorzitter: NIKOLAOS DELIGIANNIS
Ondervoorzitter: KRIS STEENHAUT
Secretaris: BART JANSSEN
OPLEIDINGSRAAD INGENIEURSWETENSCHAPPEN CHEMIE EN MATERIALEN (ORCM)
Voorzitter: GUY VAN ASSCHE
Ondervoorzitter: GERT DESMET
Secretaris: KEN BROECKHOVEN
OPLEIDINGSRAAD INGENIEURSWETENSCHAPPEN ELEKTRONICA EN INFORMATIE-TECHNOLOGIE (ORE)
Voorzitter: MAARTEN KUIJK
Ondervoorzitter: ADRIAN MUNTEANU
Secretaris: IVAN MARKOVSKY
OPLEIDINGSRAAD INDUSTRIËLE INGENIEURSWETENSCHAPPEN (ORIW)
Voorzitter: FRÉDÉRIQUE BORGUET
Ondervoorzitter: SVEND BRAM
Secretaris: TIM DE TROYER
OVERLEGORGAAN WETENSCHAPPEN - INGENIEURSWETENSCHAPPEN
Bevoegdheid:
Het bestendig overlegorgaan is paritair opgesteld en heeft als bevoegdheid en opdracht de voorstellen van beide faculteiten te harmoniseren.
Het bestendig overlegorgaan heeft als taak de initiatieven en voorstellen van beide faculteiten te coördineren door de in de faculteiten (via faculteitsraad) gestemde voorstellen kritisch door te nemen en in geval van gemis aan coördinatie, terug te sturen. Dit orgaan kan, voor problemen die door beide faculteiten samen moeten opgelost worden, ad-hoc commissies oprichten. Er wordt regelmatig overleg gepleegd in vergaderingen van decanen, vicedecanen en bestuurssecretarissen.
Samenstelling:
Voor ZAP IR: - decaan: S. CAENEPEEL - vicedecaan: F. BERGHMANS
VAKGROEPEN
• ARCH (architectonische ingenieurswetenschappen)
Voorzitter: I. WOUTERS
• CHIS (chemische ingenieurstechnieken en industriële scheikunde)
Voorzitter: G. DESMET
• ELEC (elektriciteit)
Voorzitter: L. VAN BIESEN (t.e.m. 30.09.2019), R. PINTELON (vanaf 01.10.2019)
• ETEC (elektrotechniek en energietechniek)
Voorzitter: J. VAN MIERLO
• ETRO (elektronica en informatie)
Voorzitter: J.STIENS
• HYDR (hydrologie en waterbouwkunde)
Voorzitter: A. VAN GRIENSVEN
• MEMC (mechanica van materialen en constructies)
Voorzitter: D. VAN HEMELRIJCK
• MACH (materialen en chemie)
Voorzitter: H. TERRYN
• TONA (toegepaste natuurkunde en fotonica)
Voorzitter: H. THIENPONT (t.e.m. 30.09.2019), H. OTTEVAERE (vanaf 01.10.2019)
• MECH (toegepaste mechanica)
Voorzitter: P. GUILLAUME
• WISK-IR (wiskunde)
Voorzitter: S. CAENEPEEL
• INDI (industriële ingenieurswetenschappen)
Voorzitter: M. RUNACRES
FACULTEIT WETENSCHAPPEN EN
BIO-INGENIEURSWETENSCHAPPEN
ORGANISATIESTRUCTUUR 2019
De Faculteit Wetenschappen en Bio-iingenieurswetenschappen organiseert haar kerntaken via 7 Vakgroepen:
DINF Vakgroep Computerwetenschappen
DWIS Vakgroep Wiskunde
DNTK Vakgroep Fysica
DSCH Vakgroep Chemie
DBIO Vakgroep Biologie
DGGF Vakgroep Geografie
DBIT Vakgroep Bio-ingenieurswetenschappen
Voor wat het onderzoek betreft is de faculteit opgedeeld in onderzoeksgroepen. De onderzoeksgroepen worden erkend door de onderzoeksraad.
FACULTAIRE BESTUURSORGANEN
De Faculteitsraad
De Faculteitsraad is samengesteld uit de volgende stemgerechtigde leden:
• de decaan;
• de vicedecaan;
• de academisch secretaris;
• een vertegenwoordiging van de ZAP-leden, verdeeld over de Vakgroepen à rato van het aantal voltijds equivalent ZAP-leden die deel uitmaken van de verschillende Vakgroepen (zoals jaarlijks bepaald op 15 september). De vertegenwoordigers en hun plaatsvervangers worden gekozen door en uit de respectievelijke Vakgroepen. Jaarlijks vóór 1 oktober worden de namen van de verkozenen en de plaatsvervangers bekendgemaakt aan de decaan;
• een vertegenwoordiger van elke Vakgroep van het overig academisch personeel (OAP), in hoofdorde verbonden aan de Faculteit WE-BIR, gekozen door en uit de Vakgroepen;
• 5 vertegenwoordigers van de studenten bij voorkeur ingeschreven in verschillende opleidingen van de Faculteit WE-BIR en verkozen overeenkomstig het participatiereglement;
• 2 vertegenwoordigers van het administratief en technisch personeel (ATP), in hoofdorde verbonden aan de Faculteit WE-BIR en verkozen door en onder hen.
Volgende leden worden op de Faculteitsraad uitgenodigd met raadgevende stem:
• de administratief secretaris;
• de voorzitters van de opleidingsraden van de kernopleidingen, conform het door de RvB goedgekeurde strategisch plan van de Faculteit (ASP2);
• de facultaire vertegenwoordigers van het ZAP, AAP, ATP en studenten in de universitaire beleidsorganen (Raad van Bestuur, Universiteitsraad, Academische Raad, Onderwijsraad, Onderzoeksraad) en de overige voorzitters van de facultaire opleidingsraden maken met raadgevende stem deel uit van de Faculteitsraad voor zover zij niet reeds in de Faculteitsraad zetelen (met stemrecht) als vertegenwoordiger van hun geleding;
• de directeur van de Doctoral School;
• een vertegenwoordiger van de alumni van de Faculteit;
• specifieke deskundigen kunnen uitgenodigd worden.
Het Faculteitsbestuur
Het Faculteitsbestuur is samengesteld uit de volgende stemgerechtigde leden:
• de decaan;
• de vicedecaan;
• de academisch secretaris;
• de Vakgroepvoorzitters;
• een afgevaardigde van het overig academisch personeel, verkozen door en onder de OAP afgevaardigden in de Faculteitsraad;
• 2 afgevaardigden van de studenten, verkozen door en onder de studentenafgevaardigden in de Faculteitsraad;
• een afgevaardigde van het administratief en technisch personeel verkozen door en onder de ATP afgevaardigden in de Faculteitsraad.
Volgende leden worden met raadgevende stem uitgenodigd op het Faculteitsbestuur:
• de administratief secretaris;
• de facultaire afgevaardigde in de universiteitsraad en zijn plaatsvervanger;
• specifieke deskundigen kunnen uitgenodigd worden.
Het Faculteitsbureau
Het Faculteitsbureau is samengesteld uit de volgende stemgerechtigde leden:
• de decaan;
• de vicedecaan;
• de academisch secretaris;
• de voorzitter van de facultaire onderwijscommissie;
• de voorzitter van de facultaire onderzoekscommissie
Volgende leden worden met raadgevende stem uitgenodigd op het Faculteitsbureau:
• de administratief secretaris;
• de coördinator strategische planning, financieel beleid en infrastructuur;
• de voorzitter van de facultaire commissie studentenzaken;
• de voorzitter van de facultaire commissie voor de doctoraatsopvolging;
• de voorzitter van de facultaire commissie Public Relations;
• de voorzitter van de facultaire commissie internationalisering;
De Vakgroepraden
Elke Vakgroep bepaalt in een intern reglement de samenstelling van de Vakgroepraad en het al dan niet stemgerechtigd zijn van de leden bij de verschillende agendapunten.
Elk ZAP, OAP en ATP-lid behoort in hoofdorde tot één enkele Vakgroep, voor het ZAP op voorstel van de Raad van Bestuur, voor OAP en ATP op basis van de facultaire allocatie.
De Voorzitter van de Vakgroep is een ZAP-lid dat in hoofdorde aan de Vakgroep verbonden is. De AAP-leden en studenten die zetelen in de Vakgroep worden verkozen door en onder de leden van hun geleding, in hoofdorde verbonden aan de Vakgroep.
De nominatieve samenstelling van de Vakgroepraad wordt jaarlijks vóór 1 oktober aan de decaan bekendgemaakt.
De Opleidingsraden
Deze samenstelling dient conform te zijn met het VUB reglement “Opleidingsraden”. Voor de master opleidingen die in het kader van een interuniversitaire overeenkomst ingericht worden, kan afgeweken worden van de bepalingen in het Centraal Reglement.
De nominatieve samenstelling van de Opleidingsraad wordt jaarlijks vóór 1 oktober aan de decaan bekendgemaakt.
Overige Adviesorganen
De Faculteitsraad heeft volgende adviesorganen:
• onderwijscommissie;
• onderzoekscommissie;
• commissie voor de doctoraatsopvolging;
• commissie public relations;
• commissie internationalisering;
• evaluatie- en bevorderingscommissie;
• commissie studentenzaken; Het faculteitsbestuur en het faculteitsbureau kunnen geadviseerd worden door ad hoc commissies, aangesteld door het faculteitsbestuur of door het faculteitsbureau.
FACULTEIT GENEESKUNDE EN FARMACIE
1 . BESTUURSLICHAMEN EN SECRETARIATEN
• Faculteitsbureau
• Faculteitsbestuur
• Faculteitsraad
• Faculteitssecretariaat Medewerkers
De faculteitssecretaris: Chantal Vermoesen en Caroline Pouders
De secretariaatsmedewerkers:
Ine De Smet, Inge Servranckx, Laura Cornelis, Annelies Tassenoy, Iren Varga, Mitch Van Hove, Lieselot Van Kerkhove, Jenny Van Mol, Sophie Vanvaerenbergh, Bea Vermoesen, Hilde Willems
Inschrijvingen, Informatie en PR : Veerle De Wilde,
Helpdeskmedewerker en ondersteuning audiovisuele middelen : Luc De Witte
Leslokalen- en congresmedewerker: Alexandre URBANCZYK
Stafmedewerker communicatie : Dirk Wouters
2. BUREAU VAN HET FACULTEITSBESTUUR
Samenstelling:
• De decaan : Prof. Dr. P. In’t Veld
• De vice-decaan: Prof. dr. D. Devroey(studentenbeleid en UMC) en plaatsvervangend decaan
• De 2 directeuren
• Prof. N. Pouliart (onderwijs)
• Prof. I. Bautmans (onderzoek)
• De faculteitssecretaris : Prof. T. Vanhaecke
• De faculteitssecretaris : Chantal Vermoesen en Caroline Pouders
Artikel 8 Bevoegdheden (ad CR artikel 13)
§1 Het Faculteitsbureau is ten minste bevoegd voor:
1° de dagelijkse leiding van de Faculteit;
2° het opmaken van een voorstel van huishoudelijk reglement van de faculteit;
3° het opmaken van de agenda voor de Faculteitsraad, voor het Faculteitsbestuur en voor het College van Gewoon Hoogleraren;
4° het voorbereiden van de vergaderingen van het Faculteitsbestuur, de Faculteitsraad en het College van Gewoon Hoogleraren voor en het uitvoeren van de genomen beslissingen;
5° het nemen van de noodzakelijke beslissingen in spoedeisende aangelegenheden; de Decaan legt deze beslissingen tijdens de eerstvolgende vergadering ter bekrachtiging voor aan het Faculteitsbestuur of de Faculteitsraad, naargelang het geval;
6° het toezicht op het functioneren van het faculteitssecretariaat;
7° de voorstel- en adviesbevoegdheid met betrekking de vacatures, de aanstelling, de bevordering en het gebeurlijk ontslag voor het ATP verbonden aan de faculteit;
8° de voorstel- en adviesbevoegdheid met betrekking tot de periodieke evaluatie, de verdere aanstelling (hernieuwing) en het gebeurlijk ontslag voor het AAP verbonden aan de faculteit;
9° de goedkeuring van de samenstelling en de verslagen van de doctoraatscommissies ( examenjury’s) en de toelating tot de openbare verdediging;
10° het advies over de aanstelling van klinische stafleden in het UZ Brussel;
11° de verdeling van de lokalen in functie van het beleidsplan, dat werd goedgekeurd en opgevolgd door het Faculteitsbestuur;
12° het aanduiden van de ‘ad hoc’ leden aan van de (bijzondere) hospitalo facultaire commissies.
13° het aanduiden van vertegenwoordigers van de faculteit in externe commissies
Artikel 9 Werking (ad CR artikel 14)
§1 Het Faculteitsbureau komt in principe wekelijks samen. In functie van de noodwendigheden, beoordeeld door de Decaan, kan het Faculteitsbureau ook elektronisch overleg plegen en tot besluiten komen.
§2 Het Faculteitsbureau neemt haar beslissingen in consensus of indien nodig, bij gewone meerderheid. Bij staking van stemmen, geeft de stem van de Decaan de doorslag.
§3 Alle beslissingen en maatregelen, in het uitzonderlijk geval van hoogdringendheid genomen door het Faculteitsbureau, worden op de eerstvolgende vergadering van het Faculteitsbestuur meegedeeld.
§4 Alle beslissingen en maatregelen genomen in functie van delegatiebevoegdheid toegekend door het Faculteitsbestuur of de Faculteitsraad aan het Faculteitsbureau, worden op een eerstvolgende vergadering van het Faculteitsbestuur of de Faculteitsraad meegedeeld.
3. FACULTEITSBESTUUR
Samenstelling: in voege vanaf 2de semester 2015-2016
Het Faculteitsbestuur is samengesteld uit de volgende stemgerechtigde leden:
a. de decaan;
b. de vicedecaan;
c. de twee directeurs, lid van het Faculteitsbureau, bevoegd voor onderwijs, onderzoek, studentenbeleid en/of internationalisering;
d. de academisch secretaris;
e. de vakgroepvoorzitters; f. de voorzitters van de opleidingsraden van de kernopleidingen, g. een afgevaardigde van het overig academisch personeel; h. een afgevaardigde van de studenten; i. een afgevaardigde van het administratief en technisch personeel, in hoofdorde verbonden aan de faculteit Geneeskunde en Farmacie.
Volgende leden worden met raadgevende stem uitgenodigd op het Faculteitsbestuur:
• de faculteitssecretaris;
• de coördinatoren van de onderzoeksclusters ;
• de facultaire vertegenwoordigers van het ZAP, AAP, ATP en studenten in de universitaire beleidsorganen (Raad van Bestuur, Universiteitsraad, Academische Raad, Onderwijsraad, Onderzoeksraad) maken met raadgevende stem deel uit van het Faculteitsbestuur voor zover zij niet reeds in het Faculteitsbestuur zetelen (met stemrecht) als vertegenwoordiger van hun geleding;
• de academisch verantwoordelijke van de Tandheelkundige Kliniek;
• de voorzitter van het UMC-Comité;
• de voorzitter van de vaste selectiecommissie van de faculteit
• de Gedelegeerd Bestuurder van het UZ Brussel;
• de voorzitter van de Gebouwencommissie Jette;
• de voorzitter van de Commissie Communicatie en Voorlichting;
• de voorzitter van de Medische Raad;
• de directeur van de Doctoral School;
• de studietrajectbegeleider GF;
• de leden van het vorige Faculteitsbureau (tot aan de volgende verkiezingen);
• een studentenvertegenwoordiger uit de opleidingen Geneeskunde, Farmaceutische Wetenschappen, Biomedische Wetenschappen, Gerontologie, Management en beleid in de gezondheidszorg, Manama Huisartsgeneeskunde en Manama Specialistische geneeskunde; • specifieke deskundigen kunnen uitgenodigd worden.
De afgevaardigde van het OAP in het Faculteitsbestuur is één van de verkozen leden van deze geleding voor de Faculteitsraad. Hij/zij wordt aangeduid onder en door de verkozen leden van het OAP. Het mandaat duurt twee jaar en is hernieuwbaar.
De afgevaardigde van het ATP in het Faculteitsbestuur is één van de verkozen leden van deze geleding voor de Faculteitsraad. Hij/zij wordt aangeduid onder en door de verkozen leden van het ATP. Het mandaat duurt twee jaar en is hernieuwbaar.
De afgevaardigde van de studenten in het Faculteitsbestuur is één van de verkozen leden van deze geleding voor de Faculteitsraad. Hij/zij wordt aangeduid in onder en door de verkozen leden van de studenten. Het mandaat duurt één jaar en is hernieuwbaar.
Bevoegdheid:
Het Faculteitsbestuur geeft advies over het door het Faculteitsbureau voorbereid facultair beleidsplan en is bevoegd voor het implementeren van het facultair beleidsplan nadat werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de VUB.
Het Faculteitsbestuur beslist inzake volgende aangelegenheden:
1° de afvaardiging van facultaire vertegenwoordigers in centrale organen;
2° de vaste vertegenwoordigers van de faculteit in de (Bijzondere) Hospitalo-Facultaire Commissies (vast en tijdelijk kader);
3° de samenstelling van de examencommissies, inclusief de aanduiding van een voorzitter en secretaris per examencommissie;
4° de samenstelling van de Commissie voor de Doctoraatsopvolging;
5° de samenstelling van de Commissie Medische Ethiek van het UZ Brussel en van de Ethische Commissie voor Proefdierengebruik;
6° het opstellen van een organogram van de faculteit, inclusief het faculteitssecretariaat;
7° de samenstelling van de vakgroepraden;
8° de samenstelling van de opleidingsraden, inclusief hun voorzitter;
9° de delegatie van bevoegdheden naar het Faculteitsbureau;
10° de samenstelling van de vaste selectiecommissie;
11° de aanstelling in een ZAP-mandaat van minder dan 50 % VTE, en de inschaling en bepaling van de salaristrap;
12° de hernieuwing van de ZAP-mandaten van minder dan 50 % VTE;
13° de aanstelling en hernieuwing in een mandaat van Klinische Professor;
14° de aanstelling en hernieuwing in een AAP-mandaat;
15° de aanstelling en hernieuwing in een mandaat van Doctorassistent van minder dan 50 % VTE; 16° de hernieuwing in een mandaat van Doctorassistent van meer dan 50 % VTE;
17° de herbepaling van de opdracht van ZAP overeenkomstig artikel 100 van het ZAP reglement;
18° de herleiding van de omvang van de aanstelling van een ZAP lid overeenkomstig artikel 103 tem 106 van het ZAP reglement;
19° de herbepaling van de opdracht van het AAP;
20° de aanstelling van de lezinghouders;
21° de aanstelling van de klinische tutoren;
22° de interne en externe tijdelijke vervangingen van ZAP en AAP;
23° de goedkeuring van nevenactiviteiten van AAP.
24° het opstellen van de facultaire kalender;
Het Faculteitsbestuur heeft voorstel- en adviesbevoegdheid ten aanzien van het bevoegde universitaire orgaan inzake volgende aangelegenheden:
1° de samenstelling van de facultaire Evaluatie- en Bevorderingscommissie;
2° voor het ZAP in hoofdorde verbonden aan de faculteit: de vacatures, de eerste aanstelling en de opdracht (de voorstel- en adviesbevoegdheid met betrekking tot de periodieke evaluatie, de verdere aanstelling / hernieuwing, de bevordering en het gebeurlijk ontslag wordt gesubdelegeerd naar het College van Gewoon Hoogleraren);
3° voor het OAP verbonden aan de faculteit: de vacatures, de opdracht en de aanstelling (de voorstel- en adviesbevoegdheid met betrekking tot de periodieke evaluatie, de verdere aanstelling/hernieuwingen het gebeurlijk ontslag van het AAP wordt gesubdelegeerd naar het Faculteitsbureau en van het andere OAP naar het College van Gewoon Hoogleraren);
4° de bewaking van de onderwijskwaliteit op basis van de actieplannen van de opleidingsraden;
5° onderwijs- en opleidingsgerelateerde voorstellen, behoudens de inrichting van nieuwe opleidingen of het stopzetten van bestaande opleidingen;
6° de verdeling van de ondewijskredieten;
7° de verdeling van de onderzoekskredieten wordt gesubdelegeerd aan de UMCOR;
8° de nevenactiviteiten van ZAP leden;
9° de aanstelling van de facultaire ombudspersoon; 10° het verlenen van de titel van Doctor Honoris Causa;
11° het verlenen van de titel van VUB/UMC Fellow;
12° de aanstelling van artsen in het UZ Brussel;
13° algemeen beleid rond de (her) allocatie van lokalen aan vak- en onderzoeksgroepen;
14° maatschappelijke en andere standpunten van de faculteit.
Het Faculteitsbestuur delegeert de volgende bevoegdheden naar het Faculteitsbureau:
1° voor het ATP verbonden aan de faculteit wordt de voorstel- en adviesbevoegdheid met betrekking de vacatures, de aanstelling, de bevordering en het gebeurlijk ontslag;
2° voor het AAP verbonden aan de faculteit: de voorstel- en adviesbevoegdheid met betrekking tot de periodieke evaluatie, de verdere aanstelling (hernieuwing) en het gebeurlijk ontslag;
3° de goedkeuring van de samenstelling en de verslagen van de doctoraatscommissies (examenjury’s) en de toelating tot de openbare verdediging;
4° het advies over de aanstelling van klinische stafleden in het UZ Brussel.
Het Faculteitsbestuur delegeert de volgende bevoegdheden naar het College van Gewoon Hoogleraren:
1° voor het ZAP in hoofdorde verbonden aan de faculteit: de voorstel- en adviesbevoegdheid met betrekking tot de periodieke evaluatie, de verdere aanstelling (hernieuwing), de bevordering en het gebeurlijk ontslag;
2° voor het OAP (met uitzondering van het AAP) in hoofdorde verbonden aan de faculteit: de voorstel- en adviesbevoegdheid met betrekking tot de periodieke evaluatie, de verdere aanstelling (hernieuwing) en het gebeurlijk ontslag;
4. FACULTEITSRAAD
Samenstelling:
De Faculteitsraad is samengesteld uit de volgende stemgerechtigde leden:
a. de decaan;
b. de vicedecaan;
c. de academisch secretaris;
d. een vertegenwoordiging van de ZAP-leden, inclusief de bezoldigde gastprofessoren en klinische professoren, verdeeld over de vakgroepen (cfr. art. 3) a rato van het aantal voltijdse equivalenten ZAP-leden die deel uitmaken van de verschillende vakgroepen, gekozen door en uit de vakgroepraden zoals bepaald in het huishoudelijk reglement van de faculteit GF;
e. 6 vertegenwoordigers van het overig academisch personeel, in hoofdorde verbonden aan de faculteit Geneeskunde en Farmacie en verbonden aan verschillende vakgroepen
f. 6 vertegenwoordigers van de studenten bij voorkeur ingeschreven in verschillende opleidingen van de Faculteit
Geneeskunde en Farmacie, zoals omschreven in artikel 2
g. 3 vertegenwoordigers van het administratief en technisch personeel, in hoofdorde verbonden aan de faculteit
Geneeskunde en Farmacie Volgende leden worden op de Faculteitsraad uitgenodigd met raadgevende stem:
• de faculteitssecretaris;
• de twee directeurs, lid van het Faculteitsbureau, bevoegd voor onderwijs, onderzoek, studentenbeleid en/of internationalisering;
• de voorzitters van de opleidingsraden van de kernopleidingen, conform het door de RvB goedgekeurde strategisch plan van de faculteit (ASP2);
• de facultaire vertegenwoordigers van het ZAP, AAP, ATP en studenten in de universitaire beleidsorganen (Raad
van Bestuur, Universiteitsraad, Academische Raad, Onderwijsraad, Onderzoeksraad,… en de overige voorzitters van de facultaire opleidingsraden maken met raadgevende stem deel uit van de Faculteitsraad voor zover zij niet reeds in de Faculteitsraad zetelen (met stemrecht) als vertegenwoordiger van hun geleding;
• de coördinatoren van de onderzoeksclusters;
• de academisch verantwoordelijke van de Tandheelkundige Kliniek;
• de voorzitter van het UMC-Comité;
• de voorzitter van de vaste selectiecommissie van de faculteit
• de Gedelegeerd Bestuurder van het UZ Brussel;
• de voorzitter van de Gebouwencommissie Jette;
• de voorzitter van de Commissie Communicatie en Voorlichting;
• de voorzitter van de Medische Raad;
• de directeur van de Doctoral School;
• de studietrajectbegeleider GF;
• de leden van het vorig Faculteitsbureau (tot aan de volgende verkiezingen);
• een studentenvertegenwoordiger uit de opleidingen Geneeskunde, Farmaceutische Wetenschappen, Biomedische Wetenschappen, Gerontologie, Management en beleid in de gezondheidszorg, Manama Huisartsgeneeskunde en Manama Specialistische geneeskunde;
• specifieke deskundigen kunnen uitgenodigd worden.
Bij afwezigheid, verhindering of ontstentenis van leden van de Faculteitsraad genoemd onder artikel 5§1 d tem g worden zij vervangen door hun plaatsvervangers die verkozen of aangeduid zijn door hun vakgroep, geleding en in het geval van de studenten, overeenkomstig het participatiedecreet
Bevoegdheid:
De Faculteitsraad delegeert de volgende bevoegdheden naar het Faculteitsbestuur:
a) Beslissingsbevoegdheid:
1° de afvaardiging van facultaire vertegenwoordigers in centrale organen; 2° de samenstelling van de examencommissies, inclusief de aanduiding van een voorzitter en secretaris per examencommissie;
3° de samenstelling van de commissie voor de doctoraatsopvolging; 4° het opstellen van een organogram van de faculteit, inclusief het faculteitssecretariaat;
b) Voorstel- en adviesbevoegdheid aan het bevoegde universitaire orgaan:
1° de eerste aanstelling van het voltijds zelfstandig academisch personeel verbonden aan de faculteit; 2° de eerste aanstelling van het deeltijds zelfstandig academisch personeel verbonden aan de faculteit;
3° de bevordering van het zelfstandig academisch personeel in hoofdorde verbonden aan de faculteit; 4° de bewaking van de onderwijskwaliteit op basis van de actieplannen van de opleidingsraden; 5° onderwijs- en opleidingsgerelateerde voorstellen, behoudens de inrichting van nieuwe opleidingen of het stopzetten van bestaande opleidingen;
6° de aanstelling van de facultaire ombudspersoon;
7° het verlenen van de titel van Doctor Honoris Causa;
8° het verlenen van de titel van VUB Fellow.
Voor de hierboven vermelde bevoegdheden a) 2 en 4 is subdelegatie door het Faculteitsbestuur naar het Faculteitsbureau mogelijk.
5. BUREAU
6. FACULTEITSORGANEN MET RAADGEVENDE BEVOEGDHEID
De Evaluatie- en Bevorderingscommissie (EBC-commissie)
§1 De facultaire EBC bestaat uit ten minste 5 ZAP-leden in hoofdorde verbonden aan de Faculteit Geneeskunde en Farmacie.
§2 De samenstelling van de facultaire EBC wordt, op voorstel van het Faculteitsbureau, goedgekeurd door het Faculteitsraad.
§3 De facultaire EBC wordt samengeroepen in functie van de noodwendigheden, op uitnodiging van de Decaan.
§4 De bevoegdheden van de EBC worden omschreven in het ZAP-reglement.
Vakgroepsraden: elke vakgroep kiest zijn eigen voorzitter uit de leden die tot de desbetreffende vakgroep behoren.
Vakgroepen
Vakgroep Vakgroep Voorzitters
FARM Farmaceutische en Farmacologische Wetenschappen
GEWE Gezondheidswetenschappen
GERO Gerontologie
BMWE Basis (bio-) medische wetenschappen
PATH Pathologie/Moleculaire en cellulaire geneeskunde
KLIW Observerende klinische wetenschappen
LABO Ondersteunende klinische wetenschappen
CHIR Snijdende klinische wetenschappen
HUIS Huisartsgeneeskunde en chronische zorg
I. Smolders
J. Bilsen
I. Bautmans
L. Bouwens
B. Keymolen
M. De Ridder
J. De Mey
D. Michielsen
D. Devroey
GFAC Geneeskunde en Farmacie academisch/administratief Decaan – P. In’t Veld
Clusters en Onderzoeksgroepen http://gf.vub.ac.be/onderzoeksclusters.php
Het onderzoek is georganiseerd in onderzoeksclusters, opgebouwd uit de door OZR erkende onderzoeksgroepen (OZG) binnen de faculteit G&F. Hieronder vindt u een overzicht van de clusters, de onderzoeksgroepen en de ZAP-leden die hiertoe behoren (situatie op 31/12/2019).
Development, Ageing & Pathology
Coördinatoren: Ivan Bautmans & Brigitte Velkeniers
OZG Voorzitter
FRIA Bautmans I
INTG Velkeniers B
GRON Vandenplas Y
Andere ZAP leden
De Vriendt P
Gorus E
Mets T
Njemini R
Scafoglieri A
Van Damme W
Ajeganova S
Bravenboer B
De Waele E
Spapen H
Verbanck S
Vanderhelst E
Wissing KM
Cools F
Gies I
Imeraj L
Van der Werff ten Bosch J
Veereman G
URGE Hubloue I
MIPI Pierard D
HEEL Lamote J
ANES Poelaert J
Gordts F
Wybo I
Simoens C
Malbrain M
SKIN Gutermuth J Kortekaas I
ORHE Cosyn J
Diabetes, Transplantation and Pathology
Coördinator: Bart Keymeulen
OZG Voorzitter
Bottenberg P
Cleymaet R
Eghbali A Jacquet W
Andere ZAP leden
DIAB Keymeulen B Hellemans K Hilbrands R
Gorus F
Jacobs-Tulleneers-Thevissen D Ling Z
Martens G
Pipeleers D
Van De Casteele M
Vanderauwera B
Weets I
EXPA Forsyth R In’t Veld P
Liver, Cell Biology & Toxicology
Coördinator: Tamara Vanhaecke
OZG Voorzitter
Andere ZAP leden
IVTD Vanhaecke T De Kock J
De Paepe K Rogiers V Rodrigues RM Vinken M
LIVR van Grunsven L Mannaerts I Reynaert H
Medical Imaging & Physical Sciences
Coördinator: Tony Lahoutte
OZG Voorzitter
Andere ZAP leden
MIMA Lahoutte T Buls N
Caveliers V
Defrise M
De Mey J
Devoogdt N
D’Huyvetter M
Everaert H
Goethals L
Hernot S
Keyaerts M
Pouliart N
Scheerlinck T
Willekens I
Xavier C
TROP De Ridder M
Distelmans W
Gevaert T
Michielsen D
Neurosciences
Coördinator: Ilse Smolders
OZG Voorzitter
Andere ZAP leden
EFAR Smolders I De Bundel D
Kooijman R
Van Eeckhaut A
NEUR Engelborghs S Baeken C
Bjerke M
D’Haeseleer M
D’Hooghe M
Duerinck J
Matthys F Moens M
Nagels G
Ten Tusscher M
Van Schependom J Versijpt J
MICH Massie A Aerts J
CRRG Huygens L Hachimi-Idrissi S Verborgh C
Oncology Research Centre
Coördinator: Karin Vanderkerken
OZG Voorzitter
Andere ZAP leden
HEIM Vanderkerken K De Bruyne E
Demanet C De Veirman K
Jochmans K
Maes K
Menu E
Schots R
Van Riet I
LMCT Breckpot K
LMMO Rooman I
Goyvaerts C Thielemans K
De Grève J Neyns B
ZRL Deliens L Bernheim J Chambaere K
Cohen J Houttekier D Pardon K
Smets T
Van den Block L
TROP De Ridder M
Distelmans W Gevaert T Michielsen D
Pharmaceutical Research & Data Technology
Coördinator: Yvan Vander Heyden
OZG Voorzitter
Andere ZAP leden
FABI Vander Heyden Y Dejaegher B Mangelings D Vanommeslaeghe K
Public Health
Coördinator: Dirk Devroey
OZG Voorzitter Andere ZAP leden
I-CHER Putman K Jegers M Boon E
OPIH Leys M Beeckman K Louckx F
Noppen M Vanroelen C
HUIS Devroey D Vandevoorde J Vansintejan J
BISI Buyl R Barbé K
MENT Bilsen J Deschepper R Hermans V Peremans L
Reproduction, Genetics & Regenerative Medicine
Coördinator: Karen Sermon
OZG Voorzitter Andere ZAP leden
BITE Goossens E De Schepper
J Tournaye H Van Saen D
REGE Sermon K Bonduelle M Camus M
De Rycke M Geens M Hes F Seneca S Spits C
Stouffs K
Van Dooren S Verpoest W
FOBI Smitz J Anckaert E De Vos M
REIM Van de Velde H Blockeel C Vercammen M
GTRM VandenDriessche T Chuah M
NEGE Jansen A
MOKI Gucciardo L
BENE Heimberg H Baeyens L De Leu N
DIFF Bouwens L Houbracken I
Research Center for Cardiovascular diseases
Coördinator: Steven Droogmans
OZG Voorzitter
CHVZ La Meir M
KFAR Dupont A
Andere ZAP leden
Brugada P
Cosyns B
Chierchia GB
De Asmundis C
Debing E
Droogmans S
Schoors D
Dupont A
Steurbaut S
Van Der Niepen P
Volledige naam van de onderzoeksgroepen
OZG Volledige naam
ANES Anesthesiology
BENE Beta Cell Neogenesis
BISI Biostatistics & Medical Informatics
BITE Biology of the Testis
CHVZ Centre for Cardiovascular Diseases
CRRG Cerebral Resuscitation Research Group
DIAB Diabetes Pathology and Therapy
DIFF Cell Differentiation Lab
EFAR Experimental Pharmacology
EXPA Experimental Pathology
FABI Analytical Chemistry, Applied Chemometrics and Molecular Modelling
FOBI Follicular Biology
FRIA Frailty in Ageing
GRON Growth & Development
GTRM Gene Therapy and Regenerative Medicine
HEEL Surgery
HEIM Hematology & Immunology
HUIS General Medicine
I-CHER Interuniversity Centre for Health Economics Research
INTG Internal Medicine
IVTD Experimental in vitro Toxicology & Dermato-Cosmetology
KFAR Clinical Pharmacology & Clinical Pharmacy
LIVR Liver Cell Biology Lab
LMCT Laboratory of Molecular and Cellular Therapy
LMMO Laboratory of Medical and Molecular Oncology
MENT Mental Health & Well-being
MIMA Medical Imaging
MIPI Microbiology & Infection Prevention
MOKI Mother & Child
NAVI Neuro-aging & viro-immunotherapy
NEGE Neurogenetics
NEUR Neuroprotection and neuromodulation
OPIH Organisation, Policy- and Social Inequalities in Health Care
ORHE Oral Health
REGE Reproduction & Genetics
REIM Reproductive Immunology and Implantation
SKIN Immunology of the skin
TROP Translational Radiation Oncology and Physics
URGE Emergency and Disaster Medicine
ZRL End-of-life care
Alliantieonderzoeksgroepen
Alliantieonderzoeksgroepen VUB – UGent
Alliance for Modulation in Epilepsy (AMIE)
Ilse Smolders (VUB) en Paul Boon (UGent)
Connexin Signaling Research Group (CONX)
Vera Rogiers (VUB) en Luc Leybaert (UGent)
Interuniversity Center for Health Economics Research (I-CHER)
Koen Putman (VUB) en Lieven Annemans (UGent)
PAT Chemometrics (PATC)
Yvan Vander Heyden (VUB) en Thomas De Beer (UGent)
Research in Geriatics and Gerontology (REGG)
Ivan Bautmans (VUB) en Mirko Petrovic (UGent)
Zorg rond het levenseinde (ZRLA)
Luc Deliens (VUB) en Simon Van Belle (UGent)
Research Consortiom on Particle based Immunotherapy (PACT)
Karine Breckpot (VUB) en Stefaan De Smedt (UGent)
Translational Liver Cell Biology Alliance (TLCA)
Leo van Grunsven (VUB) en Hans Van Vlierberghe (UGent)
VUB-ULB Joint Research Groups
Brussels (Bio)Pharmaceutical Analysis Research Group (BBRG)
Yvan Vander Heyden, Debby Mangelings, A. Van Eeckhaut (VUB) en P. Van Antwerpen, J.M Kauffmann, B. Dejaegher (ULB)
Brussels Diabetes Research Pole (BDRP)
Harry Heimberg (VUB) en Decio L. Eizirik (ULB)
Immunoregulation
Léo Oberdan (ULB) en Jo Van Ginderachter (VUB), Kris Thielemans (VUB)…
International Joint Research Group
Liver Connexin and Pannexin Research Group (LCPR)
Mathieu Vinken (VUB) en Bruno Cogliati (Univ. De Sao Paulo - Brazilië)
Opleidingsraden
§1 Elke bachelor-, master- en master na masteropleiding heeft een opleidingsraad. De Facultaire opleidingsraden zijn minstens samengesteld uit alle ZAP-leden die coördinator zijn voor een opleidingsonderdeel/studiedeel, alsook uit een vertegenwoordiging van het OAP en de jaarverantwoordelijken van de studenten, en eventueel van het ATP en van de Alumni.
§2 De samenstelling, bevoegdheid en werking wordt vastgelegd in het reglement van de opleidingsraad, dat ook vastlegt hoe de verkiezing van de voorzitter en ondervoorzitter wordt georganiseerd. Het reglement van de opleidingsraad wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het Faculteitsbestuur, na advies van het Faculteitsbureau.
§3 De samenstelling, bevoegdheid en werking van de interuniversitair georganiseerde master na master opleidingen wordt vastgelegd in de interuniversitaire overeenkomst, en wordt ter akte name voorgelegd aan het Faculteitsbestuur, na advies van het Faculteitsbureau.
§4 De opleidingsraad waakt over de kwaliteit van het onderwijs, de examens, de practica en stages van de opleiding. Zij formuleert voorstellen voor curriculumvernieuwing, de (her)bepaling of het uitschrijven van vacatures voor onderwijsopdrachten (dit laatste in overleg met de betrokken vakgroep), voor aanpassingen en aanvullingen aan het examenreglement, voor het opstellen van uurroosters en examenroosters, specifieke examenreglementen, bestendige specifieke onderwijskredieten, bespreken van de resultaten van de onderwijsevaluaties en voorstellen tot remediëring. Wanneer de voorstellen, geformuleerd door de opleidingsraad, implicaties hebben op het onderwijs onder toezicht van een andere opleidingsraad, worden de voorstellen eerst voorgelegd aan de Vicedecaan/Directeur bevoegd voor Onderwijs en, indien nodig, besproken in de facultaire overkoepelende opleidingsraad.
§5 De opleidingsraad richt zijn voorstellen tot het Faculteitsbureau, die ze voorlegt aan het Faculteitsbestuur.
§6 Elke opleidingsraad komt minstens tweemaandelijks samen.
7. FACULTAIRE COMMISSIES :
Academisch Kernteam Tandheelkunde
§1 Het Academisch Kernteam Tandheelkunde, het zgn. “Bestuurscollege Tandheelkunde”, bestaat uit de leden van het ZAP die in hoofdorde verbonden zijn aan de faculteit en die als afdelingshoofd verbonden zijn aan de Tandheelkundige Kliniek van de VUB. Het team wordt voorgezeten door de academisch verantwoordelijke van de Tandheelkundige Kliniek.
§2 Het Academisch Kernteam Tandheelkunde geeft adviezen aan het bestuur van de faculteit in verband met alle academische aangelegenheden die betrekking hebben op onderwijs en onderzoek in het domein van de tandheelkunde.
Overkoepelende Facultaire Onderwijscommissie
§1 De Overkoepelende Facultaire Onderwijscommissie is samengesteld uit de voorzitters van de opleidingsraden, de facultaire AAP- en studentenvertegenwoordigers in de Onderwijsraad en de Administratief Secretaris. De Directeur bevoegd voor Onderwijs, die de faculteit vertegenwoordigt in de Onderwijsraad van de VUB, zit de Overkoepelende Onderwijscommissie Commissie voor en roept ze samen in functie van de noodwendigheden.
§2 De Overkoepelende Facultaire Onderwijscommissie bespreekt de onderwijsgebonden onderwerpen die het domein van de specifieke opleidingsraden overstijgen en verdeelt de kredieten van het onderwijsfonds, het fonds multimediale middelen en zware apparatuur.
Commissie Communicatie en Voorlichting
§1 De Voorzitter van de Commissie Communicatie en Voorlichting (C&V-commissie) stelt de commissie samen, rekening houdend met de noodzakelijke expertise van de leden. De commissie omvat tenminste de Directeur bevoegd voor studentenzaken, de coördinator wetenschapsvoorlichting, de vertegenwoordiging van MARCOM op de Campus Jette en de communicatieverantwoordelijke van het UZ Brussel.
§2 De C&V-commissie beraadt zich over alle activiteiten die de recrutering en de algemene uitstraling van de Faculteit Geneeskunde en Farmacie en de Campus Jette bevorderen. In het bijzonder wordt aandacht besteed aan de marketing en communicatieactiviteiten ten dienste van de opleidingen binnen de leefbaarheid en studentvriendelijkheid van de campus, de verbetering van de sport-, culturele- en sociale activiteiten. De commissie organiseert de info- en onthaaldagen in samenwerking met het Faculteitsbureau.
§3 De voorzitter van de C&V-commissie stelt een Perscel samen, rekening houdend met een evenwichtige vertegenwoordiging van alle geledingen aanwezig op de campus. De Perscel bevordert de zichtbaarheid van de Faculteit Geneeskunde en Farmacie en het UZ Brussel in de Pers.
§4 De voorzitter van de C&V-commissie rapporteert aan het Faculteitsbureau
Doctoraatcommissies en de Commissie voor Doctoraatsopvolging
§1 De faculteit richt een Commissie voor Doctoraatsopvolging op en voor elk van haar doctoraatsopleidingen een Doctoraatscommissie op, conform het facultair doctoraatsreglement.
§2 De samenstelling en de werking van de Commissie voor Doctoraatsopvolging en de facultaire doctoraatscommissies worden beschreven in het aanvullend facultair doctoraatsreglement en de facultaire richtlijnen.
Facultaire Commissie Internationalisering
§1 De Facultaire Commissie Internationalisering (FACIR) bestaat minstens uit de verantwoordelijken van de internationalisering van de verschillende opleidingsraden. De Directeur bevoegd voor Internationalisering is voorzitter van deze commissie.
§2 De FACIR wordt door de voorzitter samengeroepen in functie van de noodwendigheden.
§3 De FACIR bevordert het internationaal beleid binnen de faculteit GF. De voorzitter rapporteert aan het Faculteitsbureau.
Facultaire “Ad Hoc” Adviescommissies”
§1 De Voorzitters van de facultaire “ad hoc” adviescommissies (met uitzondering van de voorzitters van de opleidingsraden en de vakgroepen) worden aangeduid door het Faculteitsbureau.
§2 De Voorzitters brengen advies uit aan het Faculteitsbureau en het Faculteitsbestuur. De duur van de aanstelling loopt gelijk met de duur van de aanstelling van het Faculteitsbureau.
FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN
EDUCATIEWETENSCHAPPEN
SAMENSTELLING FACULTEITSRAAD PE – 2019-2020
DECAAN – stemgerechtigd
Vanderfaeillie Johan
VICEDECAAN – stemgerechtigd
Lombaerts Koen
ACADEMISCH SECRETARIS - stemgerechtigd
De Gieter Sara
ZAP – stemgerechtigd
De Donder Liesbeth
Baetens Imke
De Backer Free
De Witte Nico
Deroost Natacha
Dierckx Eva
Hofmans Joeri
Pepermans Roland
Rossi Gina
Schotte Christiaan
Soyez Veerle
Struyven Katrien
Theuns Peter
Van den Broeck Wim
Van Overwalle Frank
van West Dirk
Vantilborgh Tim
Vanwing Tom
Verté Dominique
Westreich Smadar
Zhu Chang
OAP – stemgerechtigd
EDWE: Smetcoren An-Sofie (effectief) - Brosens Dorien (plaatsvervanger)
EDWE: Garonne Anja (effectief) - Croux Flore (plaatsvervanger)
PSYC Staels Eva (effectief) – Debast Inge (plaatsvervanger)
PSYC: Heleven Elien (effectief) – Decremer Jennifer (plaatsvervanger)
STUDENTEN – stemgerechtigd
de Hoog Suzan (effectief)
Zintel Josefine (effectief)
Krol Emma (effectief)
Lievens Quentin (effectief)
ATP – stemgerechtigd
Vantournhout Eva (effectief) - N.N. (plaatsvervanger)
ZAP – raadgevende stem
Andries Caroline
Dhar Monica
Elias Willem
Hermans Veerle
Mairesse Olivier
Tang Eileen
Van Hoof Elke
Van Puyvelde Martine
Ysebaert Walter
ADMINISTRATIEF SECRETARIS – raadgevende stem
Van Akelijen Ivo
SAMENSTELLING
DECAAN – stemgerechtigd
Vanderfaeillie Johan
VICEDECAAN – stemgerechtigd
Lombaerts Koen
ACADEMISCH SECRETARIS - stemgerechtigd
De Gieter Sara
VOORZITTERS VAKGROEPEN - stemgerechtigd
De Donder Liesbeth
Theuns Peter
ONDERVOORZITTERS VAKGROEPEN - stemgerechtigd
De Backer Free
Hofmans Joeri
OAP - stemgerechtigd
Garone Anja (effectief) – Heleven Elien (plaatsvervanger)
STUDENTEN - stemgerechtigd
Lievens Quentin (effectief) – N.N. (plaatsvervanger)
ATP - stemgerechtigd
Vantournhout Eva (effectief) – N.N. (plaatsvervanger)
ADMINISTRATIEF SECRETARIS – raadgevende stem
Van Akelijen Ivo
OPLEIDINGSRAAD EDUCATIEWETENSCHAPPEN
Cluster Psychologie, Agogische Wetenschappen, Onderwijskunde/Educational Sciences
VOORZITTER
N.N.
SECRETARIS
Lombaerts Koen
TITULARISSEN
Andries Caroline
Braem Senne
De Backer Free
De Donder Liesbeth
De Witte Nico
Jegers Marc
Lombaerts, Koen
Mednick Frederic Jan
Meurs Pieter
Redig Guy
Struyven Katrien
Theeboom Marc
Theuns Peter
Van Den Brande Godelieve
Vanhee Jean-Pierre
Vantieghem Wendelien
Vanwing Tom
Verte Dominique
Ysebaert Walter
Zhu Chang
LEDEN VAN HET ONDERWIJSTEAM
Brosens Dorien
De Coorde Gert
Debognies Pieter
Dury Sarah
Muls Jaël
Schaillée Hebe
Smetcoren An - Sofie
Staels Eva
Triquet Karen
STUDENTEN
Lievens Quentin
STUDIETRAJECTBEGELEIDERS
Van Mol Inge
Verbeiren Katelijne
ADMINISTRATIEF SECRETARIS
Van Akelijen Ivo
Vantournhout Eva
OPLEIDINGSRAAD PSYCHOLOGIE
VOORZITTER
Deroost Natacha
ONDERVOORZITTER
Lombaerts Koen
TITULARISSEN
Baetens Kris
Baetens Imke
Braem Senne
De Gieter Sara
Deroost Natacha
Dhar Monica
D’Hooge Rudi
Dierckx Eva
Heleven Elien
Hermans Veerle
Hofmans Joeri
Mairesse Olivier
Pepermans Roland
Rossi Gina
Schotte Christiaan
Sorgeloos Daan
Soyez Veerle
Spanouli Andromachi
Tang Ho-Shu Eileen
Theuns Peter
Van den Broeck Willem
Van Hoof Elke
Van Puyvelde Martine
Vanderfaeillie Johan
Vantilborgh Tim
Westreich Smadar
Wylleman Paul
LEDEN VAN HET ONDERWIJSTEAM
Achnak Safâa
Acke Elia
Baetens Kris
De Bruyne Johan
De Cremer Jennifer
Debast Inge
Garré Margot
Gypen Laura
Heurckmans Nathalie
Isaac Alain
Koolen Katrien
Maloens Martine
Norre Jan
Staels Eva
Torbeyns Toon
Van Den Eynde Lynn
Van Den Meersschaut Joyce
West Delphine
Yang Yang
STUDENTEN
de Hoog Suzan
Zintel Josefine
Krol Emma
STUDIETRAJECTBEGELEIDERS
Van Mol Inge
Verbeiren Katelijne
ADMINISTRATIEF SECRETARIS
Van Mol Inge
Verbeiren Katelijne
ATP
Van Akelijen Ivo
Vantournhout Eva
EBC PE
VOORZITTER (decaan)
Vanderfaeillie Johan
LEDEN
Andries Caroline
Lombaerts Koen
Pepermans Roland
Rossi Gina
Theeboom Marc
Van Overwalle Frank
ADVIESORGANEN FACULTAIRE
Opleidingsraad Psychologie: Deroost Natacha (voorzitter)/Lombaerts Koen (ondervoorzitter)
Opleidingsraad Educatiewetenschappen: N.N. (voorzitter)/Lombaerts Koen (ondervoorzitter)
Commissie Onderzoek: Rossi Gina (voorzitter)
Commissie Internationalisering: Vantilborgh Tim (voorzitter)
Commissie BRUCC/ATOM: Theuns Peter (voorzitter)
Commissie Labo: Van Overwalle Frank (voorzitter)
OAP-raad: Debast Inge en Halimi Myriam (voorzitters)
DOCTORAATSOPVOLGINGSCOMMISSIE
VOORZITTER
Baetens Imke
DECAAN
Vanderfaeillie Johan
ZAP-LEDEN
Baetens Imke
Deroost Natacha
Lombaerts Koen (ondervoorzitter)
De Donder Liesbeth
AAP-LEDEN (waarnemende leden)
Switsers Lise (effectief), Brosens Dorien (plaatsvervanger)
N.N. - Staels Eva (plaatsvervanger)
PROMOTIECOMMISSIE ATP
Vanderfaeillie Johan (voorzitter)
Lombaerts Koen
De Gieter Sara
Van Akelijen Ivo
Vantournhout Eva
VAKGROEPRADEN
EDWE - Educatiewetenschappen
- Voorzitter: Verté Dominique
- Vicevoorzitter: Vanwing Tom
PSYC – Psychologie
- Voorzitter: Theuns Peter
- Vicevoorzitter: Hofmans Joeri
EXAMENCOMMISSIES
Psychologie & Educatiewetenschappen 6 stemgerechtigde leden
VOORZITTER (stemgerechtigd)
Lombaerts Koen
SECRETARIS (stemgerechtigd)
De Gieter Sara
STEMGERECHTIGDE LEDEN EXAMENCOMMISSIE
De Donder Liesbeth
Vanwing Tom
Peter Theuns
Joeri Hofmans
INTERNE BEROEPSCOMMISSIE
Beroepsinstantie opleiding psychologie
VOORZITTER
Vanderfaeillie Johan (plaatsvervanger: stemgerechtigd lid van de interne beroepscommissie)
SECRETARIS
Van Akelijen Ivo (plaatsvervanger: Vantournhout Eva)
STEMGERECHTIGDE LEDEN
Deroost Natacha (plaatsvervanger: ZAP-lid uit de opleiding psychologie die niet als effectief lid zetelt in een examencommissie)
Vantilborgh Tim (plaatsvervanger: ZAP-lid uit de opleiding psychologie die niet als effectief lid zetelt in een exa-
mencommissie)
RAADGEVENDE LEDEN
Verté Dominique (facultaire ombudspersoon)
Van Mol Inge (studietrajectbegeleider)
Verbeiren Katelijne (studietrajectbegeleider)
De Meu Anneleen (afgevaardigde van de Rector met expertise in onderwijsreglementering)
Beroepsinstantie Educatiewetenschappen (Agogische Wetenschappen/Educational Sciences/Onderwijskunde)
VOORZITTER
Vanderfaeillie Johan (plaatsvervanger: stemgerechtigd lid van de interne beroepscommissie)
SECRETARIS
Van Akelijen Ivo (plaatsvervanger: Vantournhout Eva)
STEMGERECHTIGDE LEDEN
De Backer Free (plaatsvervanger: ZAP-lid uit de opleidingen agogische wetenschappen, educational sciences of onderwijskunde die niet als effectief lid zetelt in een examencommissie)
Zhu Chang (plaatsvervanger: ZAP-lid uit de opleidingen agogische wetenschappen, educational sciences of onderwijskunde die niet als effectief lid zetelt in een examencommissie)
RAADGEVENDE LEDEN
Van Mol Inge (studietrajectbegeleider)
Verbeiren Katelijne (studietrajectbegeleider)
De Meu Anneleen (afgevaardigde van de Rector met expertise in onderwijsreglementering)
VERTEGENWOORDIGERS IN CENTRALE RADEN EN ORGANEN
Universiteitsraad ZAP
- Effectief: Verté Dominique
- Plaatsvervanger: De Gieter Sara
Universiteitsraad OAP
- Effectief: Heleven Elieen
- Plaatsvervanger: Switsers Lise
Onderwijsraad ZAP
- Effectief: Lombaerts Koen
- Plaatsvervanger: Deroost Natacha
Onderwijsraad OAP
- Effectief: N.N.
- Plaatsvervanger: N.N.
Onderzoeksraad ZAP
- Effectief: Rossi Gina
- Plaatsvervanger: Van Overwalle Frank
- Effectief: De Donder Liesbeth
- Plaatsvervanger: De Backer Free
- Effectief (kandidaat): Lombaerts Koen
- Effectief (kandidaat): Zhu Chang
- Plaatsvervanger (kandidaat): Van Overwalle Frank
Raad voor Internationaal Beleid
- Effectief: Vantilborgh Tim
- Effectief: Zhu Chang
- Plaatsvervanger (ZAP): De Backer Free
- Raadgevend ATP: N.N. ICT-raad
- Effectief: Theuns Peter
- Plaatsvervanger: Hofmans Joeri
Beheerscomité Bibliotheek
- Effectief: Rossi Gina
- Plaatsvervanger: De Backer Free
Innovatie- en valorisatieraad
- Effectief: Verté Dominique
Gebouwencommissie
- Effectief: N.N.
- Plaatsvervanger: N.N.
Ethische commissie humane wetenschapen
- Effectief: Theuns Peter - Dierckx Eva (plaatsvervanger)
- Effectief: Zhu Chang – Meurs Pieter (plaatsvervanger)
Ethische commissie geneeskunde
- Effectief: Schotte Chris
Facultair contactpersoon BAEF - Fullbright
- Effectief: Zhu Chang
RUBRIEK 3 ONDERWIJSVERSLAG
Ten geleide
Bij het opstellen van het jaarverslag werd het schema gevolgd zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 1997 met betrekking tot het jaarverslag van de Universiteiten van de Vlaamse Gemeenschap en werd tevens rekening gehouden met de richtlijnen vervat in het schrijven van dhr. Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke kansen en Brussel d.d. 21 februari 2011.
Dit deel besteedt onder meer aandacht aan globale beleidslijnen “onderwijs”, onderwijsinnovatie, kwaliteitszorg, het studiebegeleidingscentrum en het taalrapport.
Naar aanleiding van de opmaak van dit jaarverslag wens ik alle medewerkers van het departement Onderwijs en Studentenzaken te danken voor hun inzet en gerealiseerde werkzaamheden, alsook voor de bijdrage tot dit jaarverslag.
Prof. dr. Jan Danckaert, Vicerector Onderwijs en Studentenzaken.
I. GLOBALE BELEIDSLIJNEN ONDERWIJS
Tijdens het werkingsjaar 2019 werd het beleidsplan van het departement Onderwijs en Studentenzaken voor de periode 2018 – 2021 verder gerealiseerd.
Het beleidsplan onderwijs werd door de Academische Raad op 4 december 2017 goedgekeurd, na positief advies van de Onderwijsraad en de Studentenraad.
Na goedkeuring van het beleidsplan werden in de loop van het werkingsjaar 2017 in het departement Onderwijs en Studentenzaken de voorbereidende activiteiten uitgevoerd, noodzakelijk voor de operationalisering van het beleidsplan.
Strategische doelstellingen beleidsplan onderwijs en studentenzaken 2018-2021
Het beleidsplan Onderwijs en Studentenzaken gaat uit van 7 strategische doelstellingen. Voor elk van deze doelstellingen worden in het beleidsplan tegen 2021 de te realiseren KPI’s en kwalitatieve doelstellingen gedefinieerd.
Strategische (SD) en operationele (OD) doelstellingen:
• SD1 Het ontwikkelen van een onderwijsaanbod anno 2030;
- OD 1.1 Het ontwikkelen van een onderwijsaanbod gericht op de actuele maatschappelijke uitdagingen, dat gekenmerkt wordt door;
• multi-, inter of interdisciplinair onderwijs,
• ingebedde internationale en interculturele competenties,
• meertaligheid,
• gericht op het verwerven van brede professionele competenties,
• gericht op een reciproke interactie met de Brusselse regio
- OD 1.2 Het inrichten van opleidingsonderdelen voor een brede cluster van opleidingen
- OD 1.3 Naar een nieuwe inrichting van het academiejaar
- OD 1.4 Het valoriseren van activiteiten die refereren aan de 5 pijlers van de visie op onderwijs
- OD 1.5 het aanbieden van stages binnen het departement Onderwijs en Studentenzaken
• SD2 Het innoveren van het onderwijs middels nieuwe onderwijsvormen en -technologieën;
- OD 2.1 Het opbouwen van expertise binnen OWSB en de vereiste basisinfrastructuur uitbouwen,
- OD 2.2 het opbouwen van expertise bij docenten en opleidingen (project Blend the Future)
• SD3 Het verhogen van het welzijn van studenten;
- OD 3.1 Het professionaliseren van onze studentgerichte loketfunctie,
- OD 3.2 Het uitbouwen van een flexibele studeer- en vertoefruimte,
- OD 3.3 het verzekeren van de lichamelijke en psychische gezondheid van onze studenten,
- OD 3.4 het versterken van het sociaal weefsel binnen onze studentengemeenschap,
- OD 3.5 Het voorzien van functionele; duurzame en betaalbare studentenhuisvesting met een diversiteitsweerspiegelende mix van verschillende groepen,
- OD 3.6 Het stimuleren van studenten als hefboom voor meer duurzame mobiliteit,
- OD 3.7 Het ondersteunen van de (beleids)participatie door studentenvertegenwoordigers.
• SD4 Het verder uitbouwen van het begeleidingsaanbod voor studenten;
- OD 4.1 versterking van de studiebegeleiding rekening houdend met de noden van studentensubgroepen
- OD 4.2 Studiekeuzebegeleiding/instroombegeleiding
- OD 4.3 Het ontwikkelen van ingebedde begeleidingstrajecten in opleidingen
- OD 4.4 Het uitwerken van een systeem van tutoring
- OD 4.5 Het aanbieden van uitstroombegeleiding
• SD5 Het Uitbouwen van de onderwijsprofessionalisering tot een coherent en gedifferentieerd aanbod;
- OD 5.1 De uitbouw van een coherent en gedifferentieerd aanbod
- OD 5.2 Het ontwikkelen van een ondersteunend platform voor professionalisering
• SD6 Het stimuleren van onderwijskwaliteit en kwaliteitscultuur;
• SD7 Het ontwikkelen van een taalbeleid.
- OD 7.1 Een performante (re)organisatie van de diverse taalgerelateerde entiteiten in het belang van de instelling
- OD 7.2 De ontwikkeling van een talenbeleid dat spoort met de VUB-missie en dat de instelling versterkt
- OD 7.3 De ontwikkeling van onderwijs/onderzoek/dienstverlening rond taalbeleid met grote sociale en publicitaire meerwaarde in onze rekruteringsregio’s
- OD 7.4 Het operationaliseren van taalbeleid als verbindende motor voor partnerships met onze 5europese) partnerinstellingen
Mate van Realisatie van de doelstellingen in 2019
SD1 Het ontwikkelen van een onderwijsaanbod anno 2030
Met het oog op het ontwikkelen van een onderwijsaanbod dat gericht is op de actuele maatschappelijke uitdagingen, wil de VUB inzetten op de ontwikkeling van een opleidingsaanbod gekenmerkt door;
• multi-, inter- en transdisciplinair onderwijs;
• verwerven van internationale en interculturele competenties;
• meertaligheid;
• gericht op het verwerven van brede professionele competenties;
• gericht op een reciproke interactie met de Brusselse regio.
Het beleidskader voor de inrichting van multi-, inter en transdisciplinair onderwijs, waarin drempels en streefdoelen m.b.t. interdisciplinair onderwijs geformuleerd worden, werd uitgewerkt en goedgekeurd. De begeleidende stuurgroep werd samengesteld en in 2018-2019 werden 4 pilootprojecten geselecteerd en opgestart. Een eerste versie van een toolkit werd ontwikkelde en wordt verder verfijnd.
De herbenaming van de bacheloropleiding wiskunde tot bachelor in de wiskunde en Data Science, het meer zichtbaar maken van artificiële intelligentie in het curriculum van de masteropleiding ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen/Computer Science, en de hervorming van de specifieke lerarenopleidingen tot 8 educatieve masters zijn eveneens realisaties in het kader van de uitbouw van multi-, inter- en transdisciplinair onderwijs.
Om het verwerven van internationale en interculturele competenties te faciliteren werd ondermeer een informatiedocument met tips verspreid onder de voorzitters van de opleidingsraden van internationale opleidingen, en werd een eerste ‘Get inspired’-sessie georganiseerd rond ‘teaching students in international classrooms’.
Aanvragen voor de inrichting van anderstalige masteropleidingen werden in 2019 niet ingediend. Gelet op het huidige aanbod zal verder strategisch worden nagegaan welke masteropleidingen in het Engels nog zullen worden ingericht. Op het niveau van de bacheloropleidingen werd één aanvraag voor een anderstalige, nieuwe opleiding voorbereid; de Bachelor of Arts in Humanities.
In 2019 gebeurde een oproep om voorstellen te formuleren om nieuwe instellingsbrede opleidingsonderdelen in te richten en werd hiervoor een kader uitgeschreven. Een opstartfonds ter ondersteuning van deze initiatieven werd opgezet. Tijdens het voorjaar selecteerde een gelegenheidscommissie 5 initiatieven die tijdens het academiejaar ’19-’20 zullen worden voorbereid en vormgegeven om dan vanaf het academiejaar ’20-’21 te worden uitgerold.
Om een reciproke interactie met de Brusselse regio meer te integreren in het onderwijs, wordt het concept van ‘Community Engaged Research & Learning - CERL’ uitgewerkt en gehanteerd. Tijdens 2019 werd;
• geparticipeerd aan meerdere wetenschappelijke congressen, onder meer aan het European Service Learning Congres,
• een raamwerk voor maatschappijbetrokken onderwijs opgemaakt,
• een tweede leergemeenschap gestart en verder ondersteuning geboden aan de eerst gevormde leergemeenschap,
• binnen het CANVAS-leerplatform Univer.City vorm gegeven,
• materialen en initiatieven gedissemineerd door middel van workshops, rapporteringen en een blog,
• samen met de ULB een projectvoorstel voor de inrichting van een co-creatieruimte op de toekomstige nieuwe campus ‘U-Square’ uitgeschreven,
• 2 Europese projecten – EUTOPIA en CIRCLET – gehonoreerd.
De consultaties van de universitaire gemeenschap omtrent de haalbaarheid en wenselijkheid van de herinrichting van de academische kalender werden afgerond en hebben geresulteerd in een wijziging van de focus naar het faciliteren van het gebruik van vormen van activerend onderwijs en het hanteren van hiervoor geëigende evaluatievormen.
De VUB wil haar studenten valoriseren voor activiteiten en engagementen die extra-curriculair worden ontplooid en die aansluiten bij de humanistische waarden zoals uitgedrukt in de 5 pijlers van de visie op onderwijs. Om dit te operationaliseren werden een aantal studentenprofielen afgebakend waarvoor een valorisatiebeleid kan worden vastgelegd.
De beleidskaders voor de profielen van de ‘student-ondernemer’, ‘student-tutor’ en ‘student-onderzoeker’ werden inmiddels uitgewerkt. Werkzaamheden zullen worden gestart om het profiel van ‘student-bestuurder’ en ‘studentassistent’ af te bakenen zodat studenten die bestuurlijke taken, dan wel onderwijsactiviteiten ondersteunen hiervoor ook een gepaste erkenning kunnen krijgen.
Binnen de diensten van het departement Onderwijs en Studentenzaken, in het bijzonder in het
Studiebegeleidingscentrum, worden inmiddels op vrijwel regelmatige basis stageplaatsen aangeboden. Tijdens het academiejaar 2018-2019 werden door de cel Onderwijsinnovatie drie masterproeven begeleid, o.m. met betrekking tot het leerplatform en het geëigende gebruik van de nieuwe leslokalen en infrastructuur.
SD2 Het innoveren van onderwijs middels nieuwe onderwijsvormen en -technologieën
Naast de ontwikkeling van een curriculum anno 2030 “wat bieden we aan?” zal de VUB ook een denkoefening maken over “hoe bieden we het onderwijs ‘future proof’ aan?”. Deze oefening betekent dat we zullen nadenken over de onderwijs- en examenvormen en hoe we daarbij nieuwe technologieën zullen kunnen inzetten. In een eerste fase zal de VUB inzetten op de ontwikkeling van een visiedocument en zal er geïnvesteerd worden in het ontwikkelen van expertise, het aanleggen van een basisinfrastructuur en het voorzien in een professionalisering van de docenten.
Om de nodige expertise binnen het departement Onderwijs en Studentenzaken verder uit te bouwen en te voorzien in de vereiste basisinfrastructuur;
• Werd een structurele reflectie- en werkgroep ingesteld die aanbevelingen zal formuleren met het oog op het verfijnen en aanscherpen van onze visie omtrent ‘Innovatie@vub’,
• Worden interne opleidingen georganiseerd voor opleiders die zullen bijdragen tot de opbouw van de basisexpertise rond onderwijsinnovatie, nieuwe onderwijsvormen en -technologieën,
• Werden twee proeftuinen geïnstalleerd; ‘teleclassing’ en ‘opnames’ en ‘informeel leren en samenwerkend leren’. Een derde proeftuin met betrekking tot ‘teleclassing’ zal eveneens gestart worden.
• Ten gevolge de beperkingen qua infrastructuur die zich momenteel nog stellen kon het implementatieplan rond BYOD (Bring Your Own Device) nog niet verder worden geconcretiseerd.
• Mogelijke systemen voor het flexibel organiseren van online examens/toetsen op campus en op afstand werden geïnventariseerd en geanalyseerd. Een proefproject met Canvas en een zgn. Lockdown-browser werd opgestart.
• De plagiaat-software ‘Turnitin’ werd volledig in het nieuwe leerplatform Canvas geïntegreerd en een systeem voor peer-evaluaties (Buddycheck) werd ingevoerd.
• Werden inmiddels 12 opleidingsonderdelen begeleid in de omvorming naar blended learning.
In het kader van het project ‘Blend the Future’ werd een aangepast aanbod van technologische ondersteuning voor docenten gecreëerd en werden trainingen via een aantal kanalen aan de docenten ter beschikking gesteld; algemene trainingen, ABC-workshops, blended opleidingen rond ‘Blended Learning’, online cursussen en via een uitgebreid aanbod van infofiches.
In 2019 was het centrale thema waarrond projecten konden worden ingediend ‘activerend onderwijs’.
Om de bevindingen van de Onderwijsvernieuwingsprojecten (OVP’s) te helpen dissemineren werd de presentatie ervan gefaciliteerd. De nauwere opvolging van de OVP-projecten heeft er toe geleid dat meer docenten met elkaar worden samengebracht.
Het beschikbaar gestelde budget voor OVP’s werd verhoogd.
SD3 Het verhogen van het welzijn van de studenten
Deze doelstelling focust op het niet-onderwijs gerelateerd welzijn van de studenten en wordt nog verder in het beleidsplan studentenvoorzieningen uitgewerkt.
Er werd zorg besteed aan de verdere professionalisering van onze studentgerichte loketten. Onder meer werden waar relevant landingspagina’s voor subgroepen van studenten op het studentenportaal gebouwd.
De voorbereidingen om de onthaalweek voor de nieuwe studenten (voor generatiestudenten, nieuwe zij-instromers en nieuwe internationale studenten) te organiseren tijdens de week die voorafgaat aan de feitelijke start van de colleges, werden gestart. In september 2019 werd de onthaalweek volgens deze nieuwe planning ook effectief zo georganiseerd.
Met betrekking tot het verzekeren van de lichamelijke en psychische gezondheid van de studenten werd de input voor het opstellen van een ‘Doopcharter’ bezorgd aan het departement Onderwijs en Vorming. In het academiejaar ’19-’20 worden hier meteen concrete acties aan gekoppeld, onder meer aangaande versterkt geluid en alcoholarm bier.
Gezondheid was overigens een van de thema’s op het laatste studentencongres “redelijk ongeregeld”. Een onderzoek naar stress-inducerende factoren en aspecten van lichamelijke gezondheid werd opgezet, een vragenlijst werd opgesteld en afgenomen.
Binnen de schoot van de Gebouwencommissie wordt de aandacht voor de nood aan flexibele studeer- en vertoefinfrastructuur opgenomen. De noden aan buiteninfrastructuur werden middels een begrotingsaanvraag geïnventariseerd maar konden nog niet worden gehonoreerd.
In functie van het versterken van het sociaal weefsel binnen de studentengemeenschap wordt in functie van het faciliteren van het studentenleven en het omgaan met diversiteit de Codex Studentenleven jaarlijks geëvalueerd. Om eenzaamheid bij studenten te voorkomen zal een “kotcoach” worden geworven.
Duurzame mobiliteit bij studenten wordt gestimuleerd door verschillende initiatieven, onder meer door het organiseren van gezamenlijke fietsverplaatsingen.
De inhoudelijke ondersteuning van de studentenvertegenwoordigers kon worden gefaciliteerd door de beleidsmedewerker studentenzaken.
SD4 Het verder uitbouwen van het begeleidingsaanbod voor studenten
Met het oog op een versterking van de studiebegeleiding werd nagegaan of er voor belangrijke studentendoelgroepen bijkomende acties ter ondersteuning dienen te worden opgezet. De adviezen hieromtrent, afkomstig uit de gesprekken van de klankbordgroepen, werden besproken en acties ter verbetering van de effectiviteit van de geboden studiebegeleiding worden voorbereid.
Om een goede studiekeuze- en instroombegeleiding aan te bieden werd het concept ontwikkeld van het studiekeuzeplatform dat hiervoor zal worden ingezet. In samenwerking met het departement Marketing en Communicatie werd de technische realisatie en integratie ervan in de bestaande VUB-website voorbereid. Met de cel Kwaliteitszorg werd de voorbereiding opgestart van de formulering van de relevante opleidingsspecifieke informatie op dit studiekeuzeplatform.
In opleidingen ingebedde begeleidingsactiviteiten blijken een grotere effectiviteit te hebben, en in het overgrote deel van de opleidingen aan de VUB zijn hiervan realisaties van.
Om de verdere uitbouw van dergelijke begeleidingstrajecten te kunnen faciliteren werd een kader voor monitoring en evaluatie ontwikkeld.
Het proces voor universiteitsbrede toepassing is uitgewerkt en in praktijk gebracht.
Het online aanmeldingsportaal dat toelaat vraag en aanbod voor tutoring efficiënt te monitoren en te matchen werd verder aangepast ten behoeve van de internationale studenten.
De vooropgestelde afstemming tussen het aanbod aan loopbaanbegeleiding en studiekeuzebegeleiding, gekoppeld aan rol en plaats van het ‘Career Center’ in het organogram heeft niet kunnen plaatvinden omwille van de stopzetting van de samenwerking met Adecco.
SD5 Het uitbouwen van de onderwijsprofessionalisering tot een coherent en gedifferentieerd aanbod
Het aanbod aan onderwijsprofessionalisering werd verder uitgebouwd en gedifferentieerd. Onder meer werd ten behoeve van het AAP/OAP een assistententraining uitgewerkt, aangeboden in het Nederlands en het Engels, waaraan opvolgsessies worden gekoppeld.
Ook voor het verplichte ZAP-traject wordt een concept met opvolgsessies (‘terugkomdag’) verder vorm gegeven. Er wordt eveneens voorzien in individuele coaching van ZAP-leden en het concept van “Out of office” werd inmiddels gerealiseerd. Ten behoeve van de voorzitters van de opleidingsraden werden er omtrent specifieke topics activiteiten ontwikkeld. Het concept van het ‘lerend netwerk’ zal in dit kader worden uitgewerkt.
Er werd tenslotte verder gewerkt aan de uitbouw van een ondersteunend online platform voor onderwijsprofessionalisering, waarvoor strategisch overleg met andere interne stakeholders en aanbieders van vormingen (M&O-Personeelsdienst, dept. R&D) zal worden gestart.
SD6 Het stimuleren van onderwijskwaliteit en kwaliteitscultuur
De VUB biedt als lerende organisatie kwaliteitsvol onderwijs aan en stimuleert een positieve kwaliteitscultuur. Daarbij zetten wij zowel in op het ontwikkelen en hanteren van reglementen, processen en instrumenten, als op een verdere bevordering van de kwaliteitscultuur door aandacht te schenken aan de gedeelde attitude van de verschillende belanghebbenden ten opzichte van de kwaliteit van het onderwijs.
Dit sluit aan bij de verdere implementatie van het kwaliteitszorgsysteem en de voorbereiding van de instellingsreview. In de looptijd van het beleidsplan willen we daarom het nieuwe kwaliteitszorgsysteem verder implementeren en waar nodig bijsturen. Deze bijsturing zal gebaseerd zijn op de aanbevelingen vanuit de instellingsreview van 2016 en op de interne evaluatie van processen, instrumenten en reglementen.
In dit kader werd in 2019;
• Het kwaliteitsboek geüpdatet,
• Gestart met de evaluatie van de effecten van de vervroeging van het tijdstip van de studentenfeedback en met het uitwerken van andere maatregelen die de studentenparticipatie kunnen verhogen (o.m. formules om via het leerplatform deelname af te dwingen),
• Gestart met de evaluatie van de werklast die toepassing van het kwaliteitszorgsysteem impliceert,
• Het beleid rond studiesucces – zoals verankerd in het kwaliteitshandboek – verdergezet,
• De website kwaliteitszorg met publieke informatie over de opleidingen is live (www.vub.ac.be/onderwijs/ kwaliteitszorg) en wordt verder en stelselmatig aangevuld,
• In functie van de CTI-visitatie concertatie gezocht omtrent kwaliteitszorg met de overige Vlaamse universiteiten en werden op VLIR-niveau afspraken rond kwaliteitszorg bij interuniversitaire opleidingen vastgelegd,
• Gestart met een monitoring van het evaluatiebeleid,
• Een infodocument rond stages gefinaliseerd,
• Specifieke acties rond benchmarking en werkveldbevraging werden opgezet
• Een template voor studiemateriaal en bijhorende richtlijnen ontwikkeld,
• Gestart met de ontwikkeling van een ‘factsheet’ die het aanleveren van managementinformatie aan opleidingen
SD 7 Het ontwikkelen van een taalbeleid
Als instelling in een multiculturele en multilinguale omgeving als Brussel is het ontwikkelen van en het inzetten op een taalbeleid een absolute must.
Om hieraan tegemoet te kunnen komen werd middels werd gezorgd voor een performante (re-)organisatie van de diverse ‘taalgerelateerde’ entiteiten, ingebed in een transparante beheersstructuur en werd een talenbeleid dat spoort met de VUB-missie en dat de instelling versterkt, verder uitgewerkt.
Het universiteitsbreed programma ‘academisch Nederlands’ werd verder ontwikkeld. Alle generatiestudenten (ongeveer 1.700) kregen bij het begin van het academiejaar een taaltest, op basis waarvan hen een opvolgingstraject werd voorgesteld. Vervolgens zal een verdere taalbegeleiding voor de hele duur van de studie hieraan gekoppeld worden. Het ondersteuningsaanbod voor taalzwakke studenten via workshops, tutoring en online (Canvas) wordt verder uitgewerkt en verfijnd.
De implementatie van een digitaal ondersteuningstraject, in partnerschap met de ‘HogeschoolTaal’, wordt vorm gegeven, evenals de implementatie van STAN (Stimulans Academisch Nederlands) voor taalzwakke studenten. Dit initiatief is in partnerschap met CVO Semper.
Met de opleidingsraden wordt overleg gepleegd om een geïntegreerde leerlijn ‘taalbeheersing’ uit te bouwen in de opleidingen.
In samenwerking met de partners binnen het UNICA-netwerk van hoofdstedelijke universiteiten wordt nagegaan hoe een model voor een universitair taalbeleid verder kan worden geconcretiseerd.
II. KWALITEITSZORG EN ONDERWIJSINNOVATIE
1. KWALITEITSZORG
A. Het stelsel van kwaliteitszorg
Inleiding
Op 19 juni 2015 keurde de Vlaamse Regering de wijziging goed van de Codex Hoger Onderwijs met betrekking tot het stelsel van kwaliteitszorg en accreditatie in het hoger onderwijs. In dit stelsel kregen de instellingen voor hoger onderwijs meer autonomie en verantwoordelijkheid voor de kwaliteitsbewaking van de onderwijsactiviteiten. De instellingen moeten permanent en op eigen initiatief toezien op de kwaliteit van het onderwijs en moeten daarbij studenten, alumni, externe deskundigen uit het beroepenveld en internationale deskundigen betrekken.
Het decreet bood aan de instellingen de mogelijkheid te kiezen voor een bijkomende beoordeling van de wijze waarop ze de regie voeren van de borging van de kwaliteit van de opleidingen. Op 9 december 2014 besliste de Raad van Bestuur van de VUB om in de periode 2015-2020 te worden onderworpen aan een instellingsreview, uitgebreid met een derde trail ‘de beoordeling van de regie van de borging van de kwaliteit van de eigen opleidingen’. Deze beslissing had tot gevolg dat de VUB in deze periode werd vrijgesteld van opleidingsvisitaties en –accreditaties (met uitzondering van opleidingen die vallen onder de bepalingen van de Codex Hoger Onderwijs II.387/1).
Op 18 mei 2018 werd het Decreet houdende vaststelling van het kwaliteitszorgstelsel in het hoger onderwijs goedgekeurd, dat in werking is getreden op 1 september 2019. In dit decreet wordt de instellingsreview verplicht voor alle instellingen. Voor de VUB zal de volgende instellingsreview plaatsvinden in 2020-2021. De instellingsreview
wordt omschreven als een periodieke beoordeling door een externe commissie van de wijze waarop een hogeronderwijsinstelling onderwijsbeleid voert en aantoont dat ze dit onderwijsbeleid op een kwaliteitsvolle manier uitvoert met inbegrip van de regie die de instelling opzet opdat de kwaliteit van haar opleidingen geborgd wordt. De commissie betrekt daarbij ook de beleidsprocessen die de instelling opzet om het onderwijs dat ze in haar opleidingen aanbiedt te ondersteunen vanuit haar opdrachten op het terrein van onderzoek en maatschappelijke en wetenschappelijke dienstverlening. De regie is het geheel van acties, processen, praktijken, procedures en instrumenten die de instelling in staat stelt de kwaliteit van de opleidingen te borgen. Nieuw in dit stelsel zijn de systeembrede analyses. Deze analyses brengen goede praktijken inzake onderwijsbeleid en onderwijskwaliteit in beeld en bieden de mogelijkheid om van elkaar te leren. Gedurende een periode van zes jaar moeten instellingen twee keer deelnemen aan een systeembrede analyse.
Instellingsreview
De instellingsreview vond aan de VUB plaats in het voorjaar van 2016. De resultaten werden voor alle instellingen tegelijk bekendgemaakt in september 2017. De VUB ontving een positief besluit: de instelling heeft ‘een adequaat onderwijsbeleid [...] dat zij effectief en verbeteringsgericht uitvoert zodat zij, mede op basis van de heersende kwaliteitscultuur, kan garanderen dat de kwaliteit van haar onderwijs zich op een internationaal en maatschappelijk relevant niveau bevindt’.
De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) publiceerde tevens een evaluatie- en een adviesrapport op haar website. Het evaluatierapport beschrijft de kwaliteit van het onderwijsbeleid van de instelling; het adviesrapport heeft betrekking op de eigen regie voor de borging van de kwaliteit van de opleidingen. Met de aanbevelingen wordt rekening gehouden bij de verdere implementatie en bijsturing van het onderwijsbeleid in het algemeen en het kwaliteitszorgsysteem in het bijzonder.
Eigen regie
De wijze waarop de VUB de kwaliteit van de eigen opleidingen borgt, wordt beschreven in het kwaliteitshandboek onderwijs. Hierin worden de uitgangspunten, verantwoordelijkheden, de kwaliteitszorgprocessen en -instrumenten beschreven. Deze processen en instrumenten hebben hun plaats in een kwaliteitscyclus. Het kwaliteitshandboek werd initieel goedgekeurd door de Academische Raad op 22 februari 2016. Een herwerkte versie werd goedgekeurd op 29 april 2019.
De kwaliteitszorgprocessen hebben een overkoepelend karakter en bekijken de resultaten van de diverse kwaliteitszorginstrumenten op een structurele manier en in hun onderlinge samenhang. Het gaat dan meer bepaald om de instellingsbrede analyses en de kwaliteitsbeoordeling onderwijs. De instellingsbrede analyses vervangen de strategische rapporten, die tot 2017-2018 opgesteld werden. Informatie over de opleiding (onder andere instroomgegevens, cijfermateriaal met betrekking tot studiesucces, evaluatiebeleid, verslagen van focusgesprekken en kwaliteitsbeoordelingen/visitaties) is opgenomen in het opleidingsportfolio.
Thema’s die relevant zijn voor kwaliteitsborging en -verbetering worden cyclisch instellingsbreed onderzocht in de instellingsbrede analyses. Per thema wordt de beschikbare informatie gebundeld op instellingsniveau, geanalyseerd en worden aanbevelingen geformuleerd. De instellingsbrede analyses bieden niet alleen een overzicht, maar ook een interne benchmark, aanvullend op de informatie die per opleidingsraad verzameld wordt in het opleidingsportfolio. Jaarlijks wordt bepaald welke thema’s onderzocht worden. In academiejaar 2018-2019 werden volgende rapporten opgesteld:
• Monitoring samenstelling opleidingsraden 2018-2019
• Monitoring evaluatiebeleid – eerste fase (een tweede fase is gepland in voorjaar 2020)
In 2018-2019 werden opleidingsraden omwille van de overgang van de strategische rapporten naar de instellingsbrede analyses uitzonderlijk niet gevraagd een nieuw actieplan in te dienen. Vanaf 2019-2020 worden opleidingsraden opnieuw gevraagd een actieplan, gebaseerd op de informatie in het opleidingsportfolio, op te stellen. Deze actieplannen worden gebundeld in een facultair actieplan, waarna de vicerector Onderwijs en Studentenzaken deze bespreekt met de decaan en de voorzitters van de opleidingsraden.
Bij de kwaliteitsbeoordeling onderwijs wijdt elke opleiding elke vier jaar een diepgaande reflectie aan de kwaliteit van haar onderwijs. Deze reflectie mondt uit in een gesprek tussen de opleiding en een panel, waarbij werkpunten worden geïdentificeerd en aanbevelingen gedaan. Ter voorbereiding wordt een focusgesprek met studenten georganiseerd. De opleiding bereidt een presentatie voor met een sterkte-zwakteanalyse en een bespreking van recente, lopende en geplande acties. Hierover gaat de opleiding met het panel in gesprek. De werkpunten worden opgenomen in het actieplan van de opleidingsraad.
Tijdens het academiejaar 2018-2019 vonden voor de volgende opleidingen kwaliteitsbeoordelingen plaats:
Lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen (LK)
BSc Lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
MSc Lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen
Manuele therapie (GF)
MSc Manuele therapie (MNM)
Management en beleid van de gezondheidszorg (GF)
MSc Management en beleid van de gezondheidszorg
Fysica en Sterrenkunde (WE)
BSc Geneeskunde
MMed Geneeskunde
Gerontologie (GF)
MSc Management, zorg en beleid in de gerontologie
Bio-Ingenieurswetenschappen (WE)
BSc Bio-ingenieurswetenschappen
MSc Bio-ingenieurswetenschappen: Cel- en Genbiotechnologie
MSc Bio-ingenieurswetenschappen: Chemie en bioprocestechnologie
Biologie (WE)
BSc Biologie
MSc Biologie
MSc Biology
Chemie (WE)
· BSc Chemie
MSc Chemie
MSc Chemistry
Sociaal recht (RC)
· LL.M. Sociaal recht (MNM)
Internationaal en Europees recht (RC)
LL.M. Internationaal en Europees recht (MNM)
Communicatiewetenschappen (ES)
· BSc Communicatiewetenschappen
MSc Communicatiewetenschappen
MSc Communication Studies
Toegepaste taalkunde (LW)
BA Toegepaste taalkunde
· MA Journalistiek
MA Tolken
MA Vertalen
Tot de kwaliteitszorginstrumenten behoren de studentenfeedback, aangevuld met focusgesprekken met studenten, en de alumnibevraging. Deze instrumenten worden centraal georganiseerd. Verder wordt van opleidingen verwacht dat zij hun werkveld bevragen en een benchmarking van de leerresultaten en het programma uitvoeren.
Onderwijs en Studentenzaken biedt ondersteuning bij de initiatieven met betrekking tot kwaliteitszorg. Opleidingsraden worden ondersteund door kwaliteitszorgmedewerkers en er wordt ook onderwijsprofessionalisering (zie elders in dit jaarverslag) aangeboden die toelaat om de onderwijskundige competenties te verdiepen.
De opleidingsraden zelf zijn echter het belangrijkste orgaan voor de kwaliteitszorg van het onderwijs. De samenstelling en bevoegdheden van de opleidingsraad worden bepaald in het Centraal reglement betreffende de bestuurlijke inrichting en de werking van de faculteiten van de Vrije Universiteit Brussel. De opleidingsraad tekent de visie op de opleiding(en) uit en neemt initiatief en/of formuleert voorstellen betreffende de inhoud, de vorm, de samenhang en de studeerbaarheid van de opleidingsprogramma’s, de invulling of wijziging van onderwijsopdrachten in overleg met de betrokken vakgroepen en de opmaak van een actieplan ter bewaking en verbetering van de kwaliteit van de opleiding(en). De opleidingsraad stimuleert de leden van het academisch personeel tot deelname aan activiteiten met betrekking tot onderwijsprofessionalisering en onderwijsinnovatie, neemt initiatief ten aanzien van opleidingsbrede activiteiten
hierrond en fungeert als forum voor de uitwisseling van informatie en ervaringen met betrekking tot (de kwaliteit van) het onderwijs.
B. Aangevraagde en verkregen accreditaties
In 2018-2019 werden de educatieve masteropleidingen na het doorlopen van de procedure ‘Toets Nieuwe Opleiding’ erkend door de Vlaamse Regering. Volgende educatieve masteropleidingen worden vanaf 2019-2020 aan de Vrije Universiteit Brussel aangeboden:
• Educatieve MSc Cultuurwetenschappen
• Educatieve MSc Gedragswetenschappen
• Educatieve MSc Economie
• Educatieve MSc Gezondheidswetenschappen
• Educatieve MSc Lichamelijke opvoeding
• Educatieve MSc Maatschappijwetenschappen
• Educatieve MSc Talen
• Educatieve MSc Wetenschappen en Technologie
Daarnaast werd er een Admission par l’état (via de visitatie door het externe orgaan Commission des Titres d’Ingénieur –CTI) bij de Franse Regering voor MSc Applied Computer Science aangevraagd en toegekend.
C. Studentenfeedback
Zoals elk academiejaar vond ook in 2018-2019 de studentenfeedback plaats via een online enquête, waarvoor alle studenten per e-mail door de Rector en de Vicerector Onderwijs en Studentenzaken werden opgeroepen om deel te nemen.
1. Participatie
De studentenfeedback vindt tweemaal per jaar plaats, tot academiejaar 2018-2019 was dit steeds na afloop van elk semester. De enquête van het tweede semester kende in het verleden steeds een lagere deelname dan de enquête van het eerste semester. Verschillende factoren kunnen hieraan ten grondslag liggen: tweede zittijd, onbereikbaarheid van net afgestudeerden, zomerperiode, …
Tijdens het tweede semester van academiejaar 2017-2018 is een pilot uitgevoerd, waarbij voor een aantal opleidingen de studentenfeedback voor de examens werd georganiseerd i.p.v. na de examens. Hierbij werd door een aantal docenten expliciet opgeroepen om deel te nemen of werd tijd voorzien tijdens de laatste les van hun opleidingsonderdeel om de studentenfeedback in te vullen. Het resultaat van de pilot was dat de gemiddelde deelname aan de pilot hoger lag dan de deelname tijdens de reguliere periode van het tweede semester. Vooral daar waar tijd werd voorzien tijdens de laatste les was er een sterke stijging in deelname.
Op basis van de resultaten van deze pilot heeft de Academische Raad van 19 november 2018, na positief advies van de Onderwijsraad en Studentenraad, beslist om vanaf academiejaar 2018-2019 de studentenfeedback voor alle opleidingen voor de examens te laten plaatsvinden i.p.v. na de examens.
1.1. Eerste semester
Voor de studentenfeedback van 2018-2019 eerste semester, heeft 32,09% van de studentenpopulatie zich ingelogd op de betreffende website. Van deze groep heeft 82,08% effectief deelgenomen aan de enquête (i.e. minstens één opleidingsonderdeel beoordeeld). Dit leidt tot een participatiegraad van 26,34% van de studentenpopulatie.
1.2. Tweede semester
Voor de studentenfeedback van 2018-2019 tweede semester, heeft 25,66% van de studentenpopulatie zich ingelogd. Van deze laatste groep heeft 84,35% beslist om inhoudelijk deel te nemen aan de enquête. Dit betekent dat het effectieve deelnamepercentage is uitgekomen op 21,64%.
1 Met uitzondering van doctoraatstudenten en studenten in een postgraduaat.
1.3. Op jaarbasis
Op jaarbasis komen we tot de volgende gemiddelde participatiecijfers voor academiejaar 2017-2018:
• 29% van de studentenpopulatie heeft zich ingelogd;
• 24% van de studentenpopulatie heeft effectief inhoudelijk deelgenomen (i.e. 83% van de groep ingelogde studenten);
• 17% van de ingelogde studenten heeft ervoor gekozen om niet deel te nemen.
1.4. Vergelijking met voorgaande academiejaren
Figuur 1 toont het verloop van de participatiegraad op jaarbasis voor de periode 2001-2002 t.e.m. 2018-2019. De invoering van de registratieverplichting voor studenten in 2002-2003 heeft een zeer sterk positief effect gehad op de participatiegraad. Sinds 2004-2005 is dit positieve effect echter beginnen verwateren. Sinds academiejaar 2007-2008 wordt de kritieke grens van 50% niet meer gehaald. Ook het invoeren van de vernieuwde studentenfeedback heeft in 2016-2017 geen positief effect gehad op de deelname.
Tijdens academiejaar 2018-2019 is de studentenfeedback voor het eerst voor alle opleidingen georganiseerd voor de examens (de 2 laatste lesweken en blokweken) i.p.v. na de examens. In het eerste semester was er geen effect merkbaar op de participatiegraad, maar voor de deelname in het tweede semester was er wel een stijging t.o.v. 2017-2018 (21,64% t.o.v. 16,55%). Hierdoor ligt de participatiegraad op jaarbasis in 2018-2019 ook terug iets hoger dan in 2016-2017 en 2017-2018. Het effect is echter beperkt.

Figuur 1: verloop participatiegraad studentenfeedback (op jaarbasis)
2. Resultaten studentenfeedback
In de studentenfeedback wordt aan studenten gevraagd om alle opleidingsonderdelen die ze hebben gevolgd in het voorgaande semester, te beoordelen op volgende aspecten:
• Doelen;
• Inhoud;
• Begeleiding;
• Studiemateriaal;
• Evaluatie;
• Docent.
Op het aspect docent kan de student elke (co-)titularis verbonden aan het opleidingsonderdeel beoordelen. Aangezien de enquête voor de examens werden georganiseerd, konden de examens zelf nog niet worden beoordeeld in het aspect evaluatie. Er wordt gevraagd een score te geven op een schaal van 0-10, daarnaast kan de student ook kiezen voor de antwoordcategorie ‘geen antwoord’.
De studentenfeedback 2018-2019, eerste semester, heeft geleid tot 885 geldige2 microfiches3 van reguliere opleidingsonderdelen. Hierbij werden volgende gemiddelde scores gehaald:
• Doelen: 7,30
• Inhoud: 7,45
• Begeleiding: 7,33
• Studiemateriaal: 7,15
• Evaluatie: 7,18
• Docent: 7,53
De studentenfeedback 2018-2019, tweede semester, heeft geleid tot 834 geldige microfiches. Hierbij werden volgende gemiddelde scores gehaald:
• Doelen: 7,23
• Inhoud: 7,40
• Begeleiding: 7,29
• Studiemateriaal: 7,01
• Evaluatie: 7,03
• Docent: 7,49
Wanneer we bovenstaande resultaten samenbrengen komen we tot 1719 geldige microfiches van reguliere opleidingsonderdelen voor het academiejaar 2018-2019. De verdeling van de gemiddelde beoordelingen over de verschillende categorieën wordt weergegeven in figuur 2. Hieruit kan afgeleid worden dat studenten grotendeels positief staan ten opzichte van de gedoceerde opleidingsonderdelen.
Uit figuur 2 en de gemiddelde scores kunnen we ook afleiden dat er geen grote verschillen bestaan tussen de gemiddelde beoordeling van de zes deelaspecten (doelen, inhoud, begeleiding, studiemateriaal, evaluatie en docent). Het aspect docent krijgt over de twee semesters de hoogste gemiddelde score, het aspect studiemateriaal de laagste. Op de aspecten docent en evaluatie krijgt 2% van de microfiches een score ‘geen antwoord’. Het hoge percentage ‘geen antwoord’ op dit aspect kan worden verklaard door het feit dat de studenten niet steeds les krijgen van een van de toegewezen (co) titularissen en doordat de examens nog niet hebben plaatsgevonden.

Figuur 2: verdeling gemiddelde scores microfiches 2018-2019
2 Geldig = minimum 3 studenten hebben deelgenomen
3 Een microfiche is de resultaatfiche van een opleidingsonderdeel binnen een bepaalde opleiding
3. Opvolgsignalen
Sinds 2016-2017 wordt niet meer gesproken over probleemsignalen, maar wel over opvolgsignalen. Een opvolgsignaal kan zich voordoen per aspect en niet meer op een globale beoordeling (zoals t.e.m. 2015-2016). Er is sprake van een opvolgsignaal indien aan volgende voorwaarden voldaan is:
- Deelname van ten minste 3 studenten (geldig resultaat)
- Participatiecriteria gekoppeld aan groepsgrootte
• ten minste 50% bij groepsgrootte [1-15[
• ten minste 40% bij groepsgrootte [15-50[
• ten minste 30% bij groepsgrootte [50-150[
• ten minste 20% bij groepsgrootte 150 en meer
- 34% van de deelnemende studenten heeft voor een aspect minder dan 5 geantwoord op de schaal 0-10 - Het signaal doet zich voor op macroniveau én is te herleiden tot ten minste 1 geldige microfiche
In het eerste semester 2018-2019 waren er 55 opvolgsignalen op 25 opleidingsonderdelen. Hiervan waren er 44 eerste opvolgsignalen op 21 OO’s en 11 tweede opvolgsignalen op 4 OO’s. In het tweede semester waren er 43 eerste opvolgsignalen voor 13 opleidingsonderdelen en geen tweede opvolgsignalen. In totaal waren er in academiejaar 2018-2019 dus 38 opleidingsonderdelen met één of meer opvolgsignalen.
4. Studietijdervaring
Bovenop de beoordeling van de opleidingsonderdelen wordt er aan de studenten gevraagd om in te schatten of de tijd die zij besteed hebben aan een bepaald opleidingsonderdeel overeenstemt met de voorziene studietijd. Studietijd wordt hierbij uitgedrukt in ECTS. Wanneer een student meent dat de tijd die hij besteed heeft aan een opleidingsonderdeel 1 ECTS hoger ligt dan de voorziene studietijd, wordt hem gevraagd om +1 ECTS aan te duiden.
De studietijdervaring heeft geleid tot 677 geldige resultaten voor het eerste semester en 731 geldige resultaten voor het tweede semester. Voor het volledige academiejaar 2018-2019 komt dit op 1408 geldige resultaten.
Figuur 3 geeft de resultaten van deze peiling naar studietijd op jaarbasis. We concluderen dat iets minder dan de helft van de opleidingsonderdelen (47%) een aantal ECTS kent dat naar de mening van de studenten overeenstemt met de tijd die zij eraan besteed hebben. Een niet onbelangrijk deel van de opleidingsonderdelen (45%) wordt echter door de studenten zwaarder (1 ECTS, 2 ECTS, 3 ECTS of meer) ervaren dan wat begroot werd door de opleiding. 8% van de opleidingsonderdelen wordt door de studenten als minder zwaar dan begroot ervaren.

Figuur 3: Studietijdervaring in ECTS (studentenfeedback 2017-2018)
5. Algemene tevredenheidsenquête en Opleidingsenquête
Tot academiejaar 2016-2017 werden er naast de bevraging van de opleidingsonderdelen na het tweede semester steeds twee subenquêtes afgenomen: één betreffende het opleidingsprogramma en één betreffende de opleidingsfaciliteiten.
Sinds academiejaar 2016-2017 zijn deze subenquêtes vervangen door een algemene tevredenheidsenquête (eerste semester) en een opleidingsenquête (tweede semester). In de opleidingsenquête worden studenten op het einde van hun bachelor- en masteropleiding gevraagd naar hun tevredenheid over opleidingsgebonden aspecten (programmaopbouw en competenties). In de algemene tevredenheidsenquête wordt gepeild naar de tevredenheid van de studenten over VUB-brede en facultair georganiseerde diensten. De algemene tevredenheidsenquête bestaat uit een vaste module die elk academiejaar wordt voorgelegd aan alle studenten en een variabele module waarvan interne VUB-diensten gebruik kunnen maken om hun bevraging te koppelen aan de studentenfeedback. In academiejaar 2018-2019 is geen gebruik gemaakt van de variabele module.
5.1. Algemene tevredenheidsenquête
De Algemene Tevredenheidsenquête kende in 2018-2019 een deelname van 12,18%, 1662 van de 13648 studenten hebben deelgenomen. De participatie was lager dan de participatie in 2017-2018 (15,3%).
De eerste vraag van de Algemene Tevredenheidsenquête peilt naar de tevredenheid over de Vrije Universiteit Brussel. Hierbij geeft 81% van de respondenten aan tevreden te zijn over de VUB (zie figuur 4).

Figuur 4: Tevredenheid VUB – Algemene Tevredenheidsenquête (studentenfeedback 2018-2019)
Bij de andere vragen (figuur 5) valt op dat de studenten overwegend tevreden zijn over:
- De beschikbaarheid van het examenrooster (71%)
- Het leerplatform Canvas (66%) - De beschikbaarheid van het lessenrooster (66%)

5: Algemene Tevredenheidsenquête (studentenfeedback 2018-2019)
Figuur
5.2. Opleidingsenquête
De Opleidingsenquête kende in 2018-2019 een deelname van 9,49%, in 2017-2018 was dit 8,55%. 373 van de 3932 uitgenodigde studenten hebben deelgenomen.
De eerste vraag van de Opleidingsenquête peilt naar de tevredenheid over de opleiding. Hierbij geeft 74% van de respondenten aan tevreden te zijn over de opleiding (zie figuur 6).

Figuur 6: Tevredenheid opleiding - Opleidingsenquête (studentenfeedback 2017-2018)
Bij de andere vragen (Figuur 7) valt op dat de studenten tevreden zijn over:
· Zelfstandig leren werken (82%)
Het ontwikkelen van een kritische geest en attitude (76%)
De wetenschappelijke vorming (76%)
De beschikbaarheid van docenten en assistenten (75%)
Het bijbrengen van probleemoplossend vermogen (75%)
De studenten zijn minder tevreden over:
Informatie vanuit de opleiding over de beroepsuitwegen (35%)
Informatie vanuit de opleiding over de keuzevakken (29%)
Informatie vanuit de opleiding over de afstudeerrichtingen (21%)

Figuur 7: Opleidingsenquête (studentenfeedback 2018-2019)
D. Alumni-enquête
Elke vier jaar organiseert Onderwijs en Studentenzaken een centrale bevraging van alumni die 1 tot 5 jaar voordien zijn afgestudeerd. Deze bevraging loopt over alle opleidingen heen en levert zowel de instelling als de betrokken opleidingen informatie op die kan worden gebruikt bij de verdere ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs.
De eerste bevraging voor alumni 2011-2012-2013-2014-2015 werd afgenomen tussen oktober en december 2016. Een volgende bevraging zal worden georganiseerd in het najaar 2020.
2. ONDERWIJSPROFESSIONALISERING
Onderwijs en Studentenzaken organiseert jaarlijks verschillende trainingen en trajecten voor het onderwijzend personeel van de Vrije Universiteit Brussel. Via dit aanbod wil de universiteit alle leden van het academisch personeel ondersteunen bij het (verder) ontwikkelen van hun didactische competenties ten behoeve van het verzorgen van kwaliteitsvol universitair onderwijs.
Naast het reguliere aanbod met trainingen en infosessies rond diverse didactische thema’s, richt de universiteit jaarlijks een onderwijsprofessionaliseringstraject voor docenten in, alsook een aanbod specifiek voor het Assisterend Academisch Personeel (AAP) en Wetenschappelijk en Pedagogisch Personeel (WPP) met een onderwijsopdracht. Verder is er ook een professionaliseringsaanbod voor opleidingsraadvoorzitters.
Deze verschillende activiteiten worden gecommuniceerd aan het academisch personeel via de nieuwssectie op het intranet en een gerichte mailing. De in september 2018 gelanceerde website ‘VUB LRN’ (http://www.vub.be/lrn), ontwikkeld in samenwerking met Mens & Organisatie (M&O) en Research & Data Management (R&D), biedt permanent de mogelijkheid om het actuele VUB-opleidingsaanbod te raadplegen en zich online in te schrijven.
In het academiejaar 2018-2019 werd het onderwijsprofessionaliseringsaanbod ook uitgebreid met een aantal nieuwe initiatieven: zo lanceerde Onderwijs en Studentenzaken de brochure “Starten met lesgeven aan de VUB” en werd de training ‘Begeleiden van Bachelor- en Masterproef’ ontwikkeld. Daarnaast werd gestart met ‘Get Inspired!’-sessies: lunchsessies waarin lesgevers onderling – over faculteiten en opleidingen heen – goede praktijkvoorbeelden, ervaringen en tips uitwisselen rond een specifiek thema. Dergelijke ‘peer learning’-initiatieven worden duidelijk gesmaakt: bij de twee georganiseerde sessies, nl. ‘Benchmarking’ en ‘Video in onderwijs’, waren respectievelijk 18 en 28 deelnemers aanwezig.
In functie van consolidatie blijft Onderwijs en Studentenzaken uiteraard ook investeren in het reeds bestaande ondersteuningsaanbod.
A. Korte trainingen en infosessies
Onderwijs en Studentenzaken biedt voor docenten en assistenten een open trainingsaanbod aan. In het academiejaar 2018-2019 werden de volgende trainingen en infosessies georganiseerd:
• Trainingen m.b.t. didactiek:
- Begeleiden van bachelor- en masterproef
- Hoe maak ik mijn colleges (inter)actiever?
- Workshop basisprincipes voor goed studiemateriaal
• Trainingen en infosessies m.b.t. onderwijsmedia en -technologie:
- Activerende lessen in grote groepen met Poll Everywhere
- Basiscursus Canvas
- Haal meer uit Canvas: opdrachten
- Peer review en peer assessment in Canvas
- Workshop: Bouw je Canvas cursus
- Infosessie lesopnames: basis
- Get Inspired! Gebruik van video in onderwijs
• Trainingen rond stemgebruik:
- Stemtechnieken
• Infosessies m.b.t. centrale onderwijsbeleidsthema’s:
- Auteursrecht en onderwijs: Wat mag en wat mag niet?
- Get Inspired! Benchmarking
- Faalangst en stress bij studenten
- Realiseren van inclusief onderwijs - Redelijke flexibiliteit voor studenten
Het totale aantal deelnames voor deze trainingen en infosessies bedroeg 241, waarvan 89 voor de trainingen rond het leerplatform Canvas [t.o.v. 281 deelnames in 2017-2018 (waarvan 125 deelnames aan de trainingen rond het toenmalig nieuwe leerplatform Canvas), een totaal aantal van 154 deelnames in 2016-2017, 101 deelnames in 2015-2016, 145 deelnames in 2014-2015 en 81 deelnames in 2013-2014]. Bevragingen na de trainingen geven gemiddeld een hoge tot zeer hoge waardering door de deelnemers aan.
Deelname trainingen
Deelname trainingen
B. Onderwijsprofessionaliseringstraject voor docenten
B. Onderwijsprofessionaliseringstraject voor docenten
In 2013 startte het toenmalige Departement Onderwijsbeleid met een onderwijsprofessionaliseringstraject voor ZAP-leden. Sinds academiejaar 2014-2015 geldt er een verplichte deelname voor een deel van deze doelgroep, waarbij de verplichting voornamelijk nieuw instromende, Nederlandstalige leden van het ZAP met een afdoende VUB-aanstelling betreft. (Beslissing Raad Van Bestuur, 3 juli 2012) Eventuele resterende plaatsen bij het traject worden opengesteld voor vrijwillige deelname. Het beleid hieromtrent werd vastgelegd in een bijlage bij het Reglement voor het Zelfstandig Academisch Personeel, de gastprofessoren en de vervangers, namelijk het document ‘Bijlage II. Onderwijsprofessionaliseringstraject’.
In 2013 startte het toenmalige Departement Onderwijsbeleid met een onderwijsprofessionaliseringstraject voor ZAP-leden. Sinds academiejaar 2014-2015 geldt er een verplichte deelname voor een deel van deze doelgroep, waarbij de verplichting voornamelijk nieuw instromende, Nederlandstalige leden van het ZAP met een afdoende VUB-aanstelling betreft. (Beslissing Raad Van Bestuur, 3 juli 2012)
Eventuele resterende plaatsen bij het traject worden opengesteld voor vrijwillige deelname. Het beleid hieromtrent werd vastgelegd in een bijlage bij het Reglement voor het Zelfstandig Academisch Personeel, de gastprofessoren en de vervangers, namelijk het document ‘Bijlage II. Onderwijsprofessionaliseringstraject’.
Het onderwijsprofessionaliseringstraject ondersteunt de docent in de ontwikkeling van de vooropgestelde onderwijscompetenties uit de competentietoets ZAP, luik Onderwijs. Het volledige traject vraagt van de deelnemers een tijdsinvestering van maximaal 90 uur en bestaat uit een residentiële basistraining, gevolgd door vier vervolgsessies, het maken van een video-opname van een eigen onderwijsactiviteit t.b.v. reflectie op de eigen didactische aanpak, het bijwonen van een college van een collega t.b.v. observatie en reflectie, en het uitwerken van een geïntegreerde opdracht, uitgaande van een eigen opleidingsonderdeel. Het traject wordt afgesloten met een evaluatiegesprek voor een jury.
In 2019 rondden 18 ZAP-leden het traject succesvol af en behaalden zij het ‘getuigschrift onderwijsprofessionaliseringstraject voor docenten’. (t.o.v. 17 ZAP-leden in 2017-2018, 17 in 2016-2017, 17 in 2015-2016 en 16 in 2014-2015.)
C. Onderwijstraining voor assistenten
Het onderwijsprofessionaliseringstraject ondersteunt de docent in de ontwikkeling van de vooropgestelde onderwijscompetenties uit de competentietoets ZAP, luik Onderwijs. Het volledige traject vraagt van de deelnemers een tijdsinvestering van maximaal 90 uur en bestaat uit een residentiële stoomcursus van vier dagen, gevolgd door vier vervolgsessies, het maken van een video-opname van een eigen onderwijsactiviteit t.b.v. reflectie op de eigen didactische aanpak, het bijwonen van een college van een collega t.b.v. observatie en reflectie, en het uitwerken van een geïntegreerde opdracht, uitgaande van een eigen opleidingsonderdeel. Het traject wordt afgesloten met een evaluatiegesprek voor een jury.
Sinds 2015 biedt Onderwijs en Studentenzaken eendaagse onderwijstrainingen voor AAP- en WPP-leden met een onderwijsopdracht. Tijdens deze eendaagse trainingen wordt er vooral gefocust op basisdidactiek en de onderwijspraktijk van de deelnemers. De training geeft de deelnemers de belangrijkste handvaten mee om op een gedegen manier onderwijs te verzorgen en te begeleiden, en hierin steeds verder te groeien.
In 2018 rondden 17 ZAP-leden het traject succesvol af en behaalden zij het ‘getuigschrift onderwijsprofessionaliseringstraject voor docenten’. (t.o.v. 17 ZAP-leden in 2016-2017, 17 in 2015-2016 en 16 in 2014-2015.)
In het academiejaar 2018-2019 werden er 3 Nederlandstalige onderwijstrainingen voor assistenten georganiseerd, met in totaal 53 deelnemers (t.o.v. 36 deelnemers in 2017-2018, 43 deelnemers in 2016-2017, 33 deelnemers in 20152016 en 32 deelnemers in 2014-2015). Er werd ook voor de eerste keer een Engelstalige variant op deze training georganiseerd waaraan 18 AAP- en WPP-leden deelnamen. Zowel de Engelstalige als Nederlandstalige trainingen werden door de deelnemers zeer positief gewaardeerd.
D. Aanbod voor opleidingsraadvoorzitters
In het najaar van 2015 startte het toenmalige Onderwijs en Studentenzaken met de uitbouw van een professionaliseringsaanbod specifiek voor de voorzitters van opleidingsraden.
In het academiejaar 2018-2019 werden binnen dit kader de volgende sessies georganiseerd:
• ‘Infosessie voor (nieuwe) voorzitters van opleidingsraden’ – 8 deelnemers
• ‘Infosessie Samenstelling van studentenvertegenwoordiging in opleidingsraden’ – 3 deelnemers
• ‘Opvolgen van de Studentenfeedback: Infosessie voor opleidingsraadvoorzitters’ – 4 deelnemers.
3. ONDERWIJSINNOVATIE
3.1. Inleiding
Het onderdeel onderwijsinnovatie beschrijft de concrete initiatieven rond vernieuwing binnen het onderwijs aan de VUB. Er wordt gerapporteerd over de projecten in het kader van het Fonds voor Onderwijsvernieuwing, de ontwikkelingen met betrekking tot het leerplatformen, de ontwikkelingen rond lesopnames, toetsverwerkingsoftware en rond de implementatie van onderwijstechnologie.
3.2. Onderwijsinnovatie
A. Fonds OnderwijsVernieuwingsProjecten
(OVP)
In december 2018 werd de achtste call voor Onderwijsvernieuwingsprojecten gelanceerd vanuit het vicerectoraat Onderwijs & Studentenzaken. Voor de Call 2019 was het budget opgetrokken tot 300.000 EUR. De commissie die de selectie heeft gemaakt bestond uit Prof. dr. Jan Danckaert (vicerector onderwijs & studentenzaken), Prof. dr. Wolfgang De Meuter (WE), Prof. dr. Nicole Pouliart (GF), Prof. dr Koen Lombaerts (PE), Karla Groen (OS), Stijn Van Achter (OS) en Pieter Depessemier (extern commissielid, AP Hogeschool Antwerpen). De procesbegeleider was Joke Van den Broeck (OS).
De call bevatte twee categorieën waarvoor een project konden worden ingediend:
• Categorie 1 (zonder thema): Vrije innovatieprojecten voor de innovatie van een component van het onderwijs van een of meerdere opleidingsonderdelen. Projecten kunnen zowel vanuit een individuele docent als vanuit een opleiding ingediend worden. Het budget kan als werking worden aangewend of voor de aanstelling van personeel. Er is matching van middelen nodig. Er kunnen projecten ingediend worden ten belope van 5000, 10000, 15000 of 20000 euro.
• Categorie 2 (thematisch): Innovatieprojecten binnen 1 overkoepelend thema voor de innovatie van een component van het onderwijs van een of meerdere opleidingsonderdelen. Projecten kunnen zowel vanuit een individuele docent als vanuit een opleiding ingediend worden. Het budget kan als werking worden aangewend of voor de aanstelling van personeel. Er is geen matching van middelen voor nodig. Er kunnen projecten ingediend worden ten belope van 5000, 10000, 15000 of 20000 euro.
Voor de OVP-projecten 2019 was het thema: “activerend onderwijs”.
Een Algoritme voor actieve verankering: tijdsgespreide herhalingsoptimalisatie
Interactief leerplatform voor programmeeroefeningen met ondersteuning voor zelf- en peerremediëring
Language Escape rooms
Masterstudenten farmaceutische zorg beter voorbereiden op het beroep van officina-apotheker
Open IOT Creation Lab: een spil voor activerend leren in de opleiding Industriële wetenschappen Elektronica-ICT.
De Student als Marktonderzoeker
Taalcompetentieleerlijn medisch Frans voor zorgverleners
Tabel 1: Overzicht goedgekeurde projectaanvragen (OVP 2018)
Opvolging Onderwijsvernieuwingsprojecten
De onderwijsvernieuwingsprojecten worden opgevolgd vanuit Onderwijs en Studentenzaken via voortgangsgesprekken, tussentijdse rapportages, plaatsbezoeken en eindrapporteringen. De projectverantwoordelijken worden aangemoedigd om hun resultaten te delen met andere collega’s via informele kanalen en via de Dag van de Onderwijsinnovatie.
De projecten uit OVP-ronde 2016 en 2017 hebben hun presentatie gedaan op de Dag van de Onderwijsinnovatie 2019.
B. Dag van de Onderwijsinnovatie 2019
Op 7 februari 2019 werd de Dag van de Onderwijsinnovatie 2019 georganiseerd. De projectpresentaties waren onderverdeeld in 2 x 3 parallelsessies, met als thema’s Oefeningen in Canvas, Inter en multidisciplinair onderwijs, Projectonderwijs, CSL, Klaarstomen voor de arbeidsmarkt, Blended learning. Elke sessie werd ingeleid en gemodereerd door een specialist in het specifieke thema. 12 OVP-projecten uit 2016 en 2017 hebben zich voorgesteld tijdens de parallelsessies.
Tijdens de lunch stelden enkele OVP-projecten zich voor via een poster of video. Vier projecten hebben hun resultaten voorgesteld tijdens het toonmoment in de lunchpauze.
Tijdens de namiddagsessie konden deelnemers deelnemen aan de eerste Special Interest Group (SIG) Blended Learning, of aan een rondleiding op de campus langs lokalen met innovatieve technologie of onderwijssettings. Er waren ongeveer 90 deelnemers op deze dag.
C. Lesopnames en teleclassing
Lesopnames
Momenteel zijn op campus Etterbeek 13 lokalen uitgerust met vaste opnameapparatuur. In deze lokalen krijgen lessen die opgenomen worden voorrang bij het inroosteren van de lessen. In Jette wordt gewerkt met een mobiele opname-unit, die inzetbaar is in de leslokalen in gebouw A. De vraag naar lesopnames neemt toe en dit legt druk op de bezetting van de beschikbare leslokalen.
In academiejaar 2018-2019 merkten we dat steeds meer docenten hun eigen laptop gebruiken met een externe camera en microfoon. Hierdoor zij ze niet meer afhankelijk van specifieke lokalen en kunnen ze ook opnames maken buiten de campus. Enkele faculteiten hebben zelf ook extra externe camera’s en microfoons aangekocht voor hun docenten. Daarnaast zien we dat de faculteiten waar weinig gebruik wordt gemaakt van de mobiele opnamekit die hen werd bezorgd door OS, deze opnamekit ook ter beschikking stellen van andere faculteiten.
Overzicht van de leslokalen uitgerust met vaste opname-installaties (Campus Etterbeek, stand van zaken op 1 september 2019):
Tabel 2: Overzicht lokalen uitgerust voor lesopnames (campus Etterbeek)
Panopto
In 2019 werd er een marktonderzoek gedaan om te bekijken of we verder zouden gaan met Panopto of zouden overstappen naar een ander video management systeem/opnamesysteem. Na het onderzoek werd er besloten om verder te gaan met Panopto.
Online leermodule - aanmaak
In het academiejaar 2018-2019 werd er een online leermodule opgezet in het leerplatform Canvas rond Video in onderwijs. Deze module werd beschikbaar gesteld voor gebruikers vanaf 1 oktober 2019. De module bestaat uit vier delen: a) het maken van kennisclips; b) lesopnames maken en publiceren in Canvas; c) het onderwijskundig gebruik van video’s; d) de tools die je kan gebruiken.
Proeftuin DIY opnamestudio - inrichting
Vanaf mei 2019 is er begonnen met het opzetten van een Do it yourself opnamestudio in gebouw Ke. Doel van deze proeftuin is om uit te zoeken op welke manier we een opnamestudio kunnen inrichten waarin docenten zo veel mogelijk zelf aan de slag kunnen om verschillende soorten opnames te maken en te bewerken. De docenten kunnen de studio gebruiken vanaf 1 oktober 2019. In de studio kunnen opnames gemaakt worden met Panopto met of zonder gebruik van autocue, met gebruik van een glazen bord en kunnen er podcasts worden gemaakt.
Teleclassing
Infrastructuur
De VUB beschikt over vijf lokalen uitgerust met teleclassingapparatuur (Polycom). Op campus Etterbeek worden vooral lokaal E3.03 en E3.04 (klein) en D0.05 (groot) gebruikt voor teleclassing-lessen. Lokalen E3.03 en E3.04 worden, in de mate van het mogelijke, exclusief daartoe voorbehouden.
Daarnaast wordt er steeds meer gebruik gemaakt van software oplossingen voor kleinere groepen, bv. Skype for Business, LifeSize of BigBlueButton.
D. Leerplatform Canvas
Lesopnames
In het academiejaar 2018-2019 is het nieuwe leerplatform Canvas van start gegaan als vervanger voor PointCarré. Voor een uitgebreid eindverslag van de implementatie van Canvas verwijzen we naar het Eindrapport ASP3-project Implementatie Canvas.
Tussen december 2018 en maart 2019 werden de verschillende gebruikersgroepen bevraagd rond hun ervaringen met Canvas. De algemene teneur in de feedback is zeer positief. Vanuit docenten kwam vooral de vraag om meer in te zetten op ondersteuning voor een goed gebruik ervan in het onderwijs. In 2018-2019 was het ondersteuningsaanbod in hoofdzaak gericht op de introductie van Canvas bij alle docenten zodat er een minimumkennis aanwezig is bij alle docenten. Vanaf juni 2019 werd er meer ingezet op de onderwijskundige ondersteuning, o.a. door de creatie van twee online cursussen op Canvas. De eerste is een online module over opdrachten en feedback in Canvas. De tweede is een blended traject over het blended maken van een opleidingsonderdeel.
Ondersteuningsaanbod
• Quickstart Canvas – 1600 exemplaren verdeeld bij het AP en ATP (secretariaten)
• Brochure Hoe ga ik van start met Canvas voor studenten – 2000 exemplaren verdeeld.
• Trainingen
Tabel 3: overzicht van het aantal folders en kijkuren per faculteit.
• Persoonlijke ondersteuningssessies
• 59 docenten deden een beroep op het Canvasteam voor een persoonlijke ondersteuningssessie.
• Opvolging van vragen via Service Now.
• De ondersteuningsruimte op Canvas werd door 380 gebruikers bezocht.
E. Toetsverwerking
Onderwijsinnovatie en -ondersteuning biedt docenten iedere examenperiode ondersteuning aan bij het verwerken en/of analyseren van meerkeuzetoetsen en – zagen examens. Tijdens academiejaar 2018-2019 zagen we opnieuw een zeer grote stijging van het aantal examens via meerkeuze-formulieren, ook buiten de examenperiode. We noteerden we de volgende aantallen:
Tabel 4: Overzicht aantal examens/testen verwerkt via toetsverwerkingsysteem (percentages zijn afgerond)
F. Andere implementaties
Auteursrecht
In februari 2019 werd er een informatiesessie rond auteursrecht in het onderwijs georganiseerd in samenwerking met Reprobel en VUB-professoren die gespecialiseerd zijn in de materie. Ter opvolging werd er een boekje en een website gemaakt met FAQs over auteursrecht in het onderwijs.
G. Learning and Innovation Center en gebouw “I”
Learning and Innovation Center
In 2018-2019 is er binnen een werkgroep VUB-ULB verder gewerkt rond de vereisten voor een gezamenlijk learning and innovation center, o.a. over het gedeelte Smart Building.
Gebouw “I”
In het kader van het project “I” (voordien “project XY”) werd er meegewerkt aan de aanbesteding voor de audiovisuele inrichting en aan de keuze voor het losse meubilair. Het gebouw i ging open in september 2019.
III. STUDIEBEGELEIDING
1. INLEIDING EN BESCHRIJVING
1.1. Situering van de dienst Studiebegeleiding (SB) binnen de VUB
De Studiebegeleiding is een dienst die instaat voor de begeleiding van studenten. Deze dienst is operationeel onder het vicerectoraat Onderwijs en Studentenzaken. Alle begeleidingsinitiatieven worden op elkaar afgestemd, zodat een integraal begeleidingspakket op maat van de student kan geleverd worden.
1.2. Missie
De Studiebegeleiding is een dienst waar elke student met respect voor zijn eigenheid (als een autonoom en competent individu) in vertrouwen terecht kan met al zijn studiegerelateerde vragen/problemen tijdens zijn volledige studieloopbaan. Samen met de student wordt gezocht naar een gepaste oplossing of begeleiding op maat. De Studiebegeleiding staat voor gelijke kansen voor elke student.
1.3. Doelstelling
De Studiebegeleiding biedt een professionele dienstverlening aan de studenten om:
• Het studierendement te verhogen
• Het studentenwelzijn te verbeteren
1.4. Methodiek
• We staan voor een laagdrempelige en vlotte dienstverlening waarbij de student centraal staat.
• Een student helpen we op maat verder via individuele begeleiding, workshops, e-mail, telefoon, met of zonder afspraak.
• We werken behoeftegestuurd (vanuit de student, faculteit, studierichting, cijferanalyses, enz.).
• De begeleiding heeft veelal een vrijwillig karakter maar kan ook aanklampend zijn.
• In relatie met de student tonen we begrip en empathie.
• We staan voor gelijke kansen via een inclusieve aanpak en redelijke aanpassingen aan onderwijs- en examenactiviteiten.
• Risicostudenten worden gedetecteerd en actief benaderd.
• Met een geëngageerde student gaan we een procesverbintenis aan (geen resultaatsverbintenis).
• We houden ons aan een transparante deontologische code met discretieplicht en beroepsgeheim.
• We werken evidence-based en doen aan kwaliteitscontrole via continue evaluaties van de eigen werking.
1.5. Zelfsturende organisatie
De dienst Studiebegeleiding opteert om te werken vanuit een zelfsturende organisatie. Met als organisatiestructuur twee groepen functies: studentenpsycholoog en studieadviseur. Binnen deze functies heb je subteams (zie infra) en rollen (trekker, eigenaar, beleidsmedewerker) die bepaalde medewerkers vervullen. Het zelfsturend karakter bestaat erin dat werkgroepen verantwoordelijk zijn voor de werking van een specifiek onderdeel in onze dienstverlening en binnen werkgroepen allen (trekker en deelnemers) een gedeelde verantwoordelijkheid hebben. We vergaderen met behulp van de driestappenmeeting (iedereen doet zijn zeg en denkt mee), we hanteren het principe van ‘No-objection decision-making’ (ieder ageert en beslist mee) en dit alles volgens ‘verbindende communicatie’ (ieder verbindt in zijn communicatie).
1.6. Subteams
Het Studiebegeleidingsteam bestaat uit drie subteams van Studietrajectbegeleiders, Studiebegeleiders en Studentenpsychologen. Naast generieke taken (zie infra) hebben zij, afhankelijk tot welk subteam ze behoren, specifieke kerntaken.
Studietrajectbegeleiders hebben o.m. als kerntaak het adviseren van de samenstelling van het individueel studietraject; het oplossen van complexe vragen rond OER en leerkrediet; het leveren van advies bij beroepscommissies; de voorbereiding en de controle van deliberaties, ...
De kerntaken van de Studentenpsychologen richten zich in hoofdorde op studiegerelateerde psychosociale problemen zoals stress en faalangst; studeren in een bijzondere situatie (reflex, …); studiekeuze en heroriëntering; student in crisis, ...
Studiebegeleiders staan o.m. in voor de vakoverschrijdende en vakspecifieke begeleiding; het aftoetsen en verwerven van startcompetenties; het uitwerken van begeleidingstrajecten op maat van een opleiding, …

Figuur 9: Verdeling subteam-taken Studiebegeleiding Als Studiebegeleiding wensen we vanuit een holistische visie een begeleiding te bieden aan elke student.
1.7. Jaardoelstellingen
Zowel het volledige SBC-team, als elk subteam en de verschillende werkgroepen4 stellen per academiejaar hun jaardoelstellingen op.
Tijdens het academiejaar 2018-2019 heeft het SBC-team haar focus gericht op het verder implementeren van het principe van de ‘Verbindende Communicatie’ alsook op de opstart en creatie van infographics rond studiegerelateerde topics.
Het team van de studentenpsychologen had o.m. als jaardoelstelling een verdere inhoudelijke verdieping omtrent de topic ‘studeren met autisme’ met als doel een beter individuele begeleiding van studenten met autisme.
De studietrajectbegeleiders legden de focus op het verder onderhouden en consolideren van de Good Practices van de voorbije academiejaren waarbij werd ingezet op een aantal grote thema’s waaronder de programmawijzigingen en het eerste individuele traject van de student.
Het team studiebegeleiders had naast het op punt stellen van de begeleidingstrajecten een bijzondere aandacht voor het uitwerken van enerzijds criteria voor een kwaliteitsvol traject en anderzijds Richtlijnen voor een uniforme wijze van rapportage naar de opleidingsraden toe
2. DIENSTVERLENING SB NAAR DE STUDENT TOE
2. Dienstverlening SB naar de student toe
2.1. Visuele voorstelling
2.1. Visuele voorstelling

2.2. Generieke dienstverlening
2.2. Generieke dienstverlening
De generieke dienstverlening naar de student toe bestaat uit volgende taken:
De generieke dienstverlening naar de student toe bestaat uit volgende taken:
• Informatieverschaffing: algemene informatie over opleidingen, opleidingstrajecten, individuele trajecten, begeleidingsinitiatieven ...
• Studiekeuze-begeleiding door geven van informatie;
• Informatieverschaffing: algemene informatie over opleidingen, opleidingstrajecten, individuele trajecten, begeleidingsinitiatieven ...
• Studiekeuze-begeleiding door geven van informatie;
• Student juist doorverwijzen: na eerste contact met een student en dit vanuit vraag/’diagnose’;
• Individuele begeleiding op maat aanbieden;
• Workshops/groepsessies aanbieden;
• Student juist doorverwijzen: na eerste contact met een student en dit vanuit vraag/’diagnose’;
• Individuele begeleiding op maat aanbieden;
• Studenten bewust maken van hun (risicovolle) studiesituatie: via de studievoortgangs- en studievoortgangsbewakingsgesprekken
• Workshops/groepsessies aanbieden;
4 Voor de werkgroepen zie infra punt 3
• Studenten bewust maken van hun (risicovolle) studiesituatie: via de studievoortgangs- en studievoortgangsbewakingsgesprekken
2.3. Aanspreekpunten
Figuur 2
Figuur 10 Holistische visie Studiebegeleiding met topics en wijze waarop
2.3. Aanspreekpunten
Contactpunt
In het contactpunt kunnen studenten terecht voor een ‘eerste gesprek’. Wanneer de medewerker de vragen/problemen niet onmiddellijk kan oplossen, wordt gezorgd voor een correcte doorverwijzing naar de voor hun geschikte begeleiding. De student moet dus zelf niet meer op zoek gaan naar de juiste begeleider en/of begeleidingsactiviteit. Studenten kunnen er terecht elke werkdag van 9u tot 17u, dus ook tijdens de middag (zowel Face to Face als telefonisch).
Via begeleiding@vub.be en guidance@vub.be kunnen studenten hun vragen stellen.
Facultair/Studietrajectbegeleider
Bij vragen en problemen omtrent de opleiding, mogelijkheden in het opleidingstraject en het te volgen studietraject (zowel standaardtraject als afwijkingen hierop), studievoortgang, leerkrediet, deliberaties en resultaten kunnen de studenten steeds beroep doen op de studietrajectbegeleider (STB) van hun opleiding. De STB kan zowel telefonisch, per e-mail als face to face gecontacteerd worden (zowel op afspraak als tijdens vaste spreekuren). Door deze laagdrempeligheid en aanspreekbaarheid van de STB heeft deze tevens een belangrijke doorverwijsfunctie naar andere bevoegde diensten en personen in het verder helpen van de student.
Centraal
Via de externe website van de VUB en via student.vub wordt de student geïnformeerd over de mogelijkheden die de Dienst Studiebegeleiding kan aanbieden.
Calendly
Het gebruik van Calendly werkt drempelverlagend. Via de website kunnen studenten rechtstreeks in de agenda’s van de medewerkers en aldus een afspraak maken voor individuele begeleiding.
Dienst Topsport en Studie
De Dienst Topsport en Studie is een aanspreekpunt specifiek voor topsportstudenten. T&S begeleidt (i.s.m. de STB) de student bij (i) zijn studiekeuze, (ii) het uitstippelen van een individueel studietraject in functie van het sportief programma, (iii) het bekomen van maximale studie- en examenflexibiliteit, en (iv) het ontwikkelen van competenties gericht op het optimaliseren van de combinatie topsport en studie.
2.4. Begeleidingsinitiatieven: Instroom
Studiekeuzebegeleiding
Voor de start van zijn studie wordt de student zowel geïnformeerd over de mogelijkheden en opleidingen die de VUB aanbiedt als begeleid binnen zijn/haar keuzeproces. Volgende initiatieven en activiteiten dragen hiertoe bij:
• Workshop leren kiezen in scholen SO
• De VOETENdagen (workshop ‘Leren Kiezen’ en ‘Studeren aan de universiteit’)
• Workshop ‘Eerste hulp bij studiekeuze’ tijdens de lentevakantie
• Studie-informatiedagen (SID-in dagen)
• Info-dagen
• Voorkennistoetsen (Wiskunde, Fysica, Chemie en Academisch Nederlands)
• SOS studiekeuze op een aantal woensdagnamiddagen.
Voorbereidingsactiviteiten/studiemateriaal
Om de brug te slaan tussen het secundair en het hoger onderwijs zijn er heel wat initiatieven uitgewerkt rond het versterken van de startcompetenties van studenten. Een deel van deze initiatieven wordt aangeboden nog vooraleer het academiejaar van start gaat, een ander deel concentreert zich tijdens de eerste weken van het academiejaar.
• Workshops ‘Toelatingsexamen arts’
• Workshops voorbereiding Ijkingstoets
• Workshops ‘Eerste Hulp Bij Onderzoeksproblemen’
• Vakinhoudelijke voorbereidingscursussen (Wiskunde, Chemie en Fysica)
• Het handboek ‘Studeerwijzer, op weg naar succesvol studeren’
• Onthaalactiviteiten: zowel voor dag- als werkstudenten
2.5. Begeleidingsinitiatieven: Doorstroom
Begeleidingstrajecten
Een belangrijk initiatief voor het bevorderen van een goede studievoortgang is het uitwerken van begeleidingstrajecten door de dienst Studiebegeleiding en dit voor iedere eerste bacheloropleiding aan de VUB. Een begeleidingstraject bestaat uit een opeenvolging van activiteiten die samen een coherent pakket vormen en die duidelijk gecommuniceerd worden naar de eerstejaarsstudenten uit de opleiding (of studenten die de opleiding wensen aan te vatten). Per opleiding zijn een of meerdere studiebegeleiders verantwoordelijk voor de organisatie. Het traject wordt ingericht in nauwe samenwerking met de opleiding.
Het doel van een begeleidingstraject is risicostudenten uit de opleiding tijdig te detecteren en studenten ondersteuning te bieden op vlak van studie-aanpak en -vaardigheden.
Het begeleidingstraject houdt rekening met de specifieke situatie van een opleiding, bv. profiel van de instromende studenten, knelvakken, een hoge uitval of andere aandachtspunten die uit vaststellingen, analyses of rapporten naar voor komen.
De activiteiten kunnen extra- of intra-curriculair zijn, vrijblijvend of verplicht, en ingericht worden door onderwijzend personeel, begeleiders of door beide samen. In een begeleidingstraject streven we ernaar om bij elk van de volgende cruciale fasen van een eerste bachelorjaar een activiteit te voorzien: voor de start van het academiejaar (zie supra), bij de start van het academiejaar, eerste semester, eerste examenperiode, tweede semester, tweede examenperiode en de 2de zittijd.
Daarnaast is het belangrijk om op elk moment van het academiejaar de student te kunnen bijstaan voor zowel psychosociale, vakinhoudelijke als vakoverschrijdende begeleiding wanneer hij/zij dit nodig acht. Dit gebeurt hoofdzakelijk op individuele vraag , maar kan ook door deelname aan groepsactiviteiten.
Activiteiten binnen en/of naast een begeleidingstraject
• Pretoetsen (tijdens de onthaalweek) en feedback.
• Gesprekken/remediëring na tussentijdse evaluaties: studenten binnen bepaalde opleidingen (WE, GF, IR) worden uitgenodigd voor een volggesprek omtrent hun studiehouding en de behaalde resultaten.
• Taalbegeleiding: volgende trainingen werden georganiseerd: presentatievaardigheden en Taalateliers (in samenwerking met ACTO).
• Studie- en examenvaardigheden: in beide semesters worden workshops aangeboden m.b.t. deze thema’s (ook Engelstalige). Voor het eerst werden 2 workshops in de zomermaanden van 2018 aangeboden In de begeleidingstrajecten wordt steeds een training studie- en/of examenvaardigheden geïntegreerd in het curriculum gegeven. De Dienst Topsport en Studie biedt zowel in het eerste als tweede semester een reeks van workshops aan i.f.v. de combinatie topsport en studie.
• Psychosociale begeleiding: studenten die te kampen hebben met faalangst en studiestress kunnen deelnemen aan een groepstraining of individueel begeleid worden. Ook de dienst Topsport en Studie biedt workshops aan m.b.t. mentale training voor topsportstudenten (bv. omgaan met stress, veerkracht).
• Vakspecifieke begeleiding: individuele begeleiding (op afspraak, permanenties) en in groep (workshops) rond de knelvakken wiskunde en statistiek, fysica, chemie en computerwetenschappen in de faculteiten WE, IR en ES.
• Tutoring-project: studenten met een vraag naar bijles worden in contact gebracht met een geschikte tutor. De werkgroep Tutoring coördineert de tutorwerking waarbij succesvolle hogerejaarsstudenten ingeschakeld worden voor individuele, vakinhoudelijke begeleiding. Daarnaast zorgt zij voor de bewaking, opvolging en ondersteuning. In het academiejaar 17-18 werd de tutorenpool uitgebreid en werd er gefocust op Engelstalige studenten.
• Studietrajectbegeleiding : de studietrajectbegeleiders zijn verantwoordelijk voor, geven informatie over, en/of helpen studenten bij het oplossen van problemen met:
• het samenstellen van het individueel traject: bv. toelatingsvoorwaarden bij overstap andere opleiding/ instelling, nagaan vrijstellingen, buitenlands diploma …
• wijzigingen in het jaarprogramma
• wijziging van opleiding
• inschrijving en registratie van het traject
• leerkrediet, deliberaties en resultaten
• Redelijke flexibiliteit met aandacht voor heterogeniteit: studentenpsychologen staan in voor de individuele begeleiding en advisering van studenten in specifieke situaties (werkstudenten, studenten met een functiebeperking, student-ondernemers, studentenvertegenwoordigers of studenten die zich in een andere bijzondere situatie bevinden) met betrekking tot het aanvragen van redelijke aanpassingen voor studie- of examensituaties. Topsportstudenten kunnen terecht bij de dienst Topsport en Studie.
• Studievoortgangsgesprekken: studievoortgangsgesprekken hebben als doel om vooral te peilen naar de oorzaak/redenen van de zwakke studievoortgang. Bijkomend worden studenten geïnformeerd over bindende voorwaarden, over begeleidingsinitiatieven, heroriënteringsmogelijkheden … Zij worden georganiseerd na de januarizittijd. Ook de dienst Topsport en Studie organiseert voortgangsgesprekken voor topsportstudenten, en past het studieprogramma (indien vereist in functie van de studieresultaten en/of het sportief programma) aan voor het tweede semester.
• Studievoortgangsbewakingsgesprekken: om de vergaande flexibilisering binnen de perken te houden, maar ook om het studentenwelzijn en het studierendement te verhogen, werd een strenger studievoortgangsbewakingssysteem uitgewerkt waarin professionele begeleiding op maat van risico-studenten wordt voorzien. Elke student die onder bindende voorwaarden wordt geplaatst krijgt een uitnodiging tot ‘verplichte studiebegeleiding’ (een gesprek over zijn/haar studievoortgang en een eventuele doorverwijzing of opvolging rekening houdend met zijn/haar specifieke situatie).
• Onderzoekscompetenties: ten behoeve van studenten die een paper en masterproef moeten schrijven worden verschillende trainingen en ook individuele begeleiding aangeboden.
• Massablokken: om studenten de mogelijkheid te geven in optimale omstandigheden samen te studeren tijdens de blok- en examenperiode, worden door een aantal VUB-diensten aangepaste ruimtes voorzien, waaronder de SBC - studeerruimte. Studiebegeleiding neemt hier de coördinerende rol op zich.
• Online reflectietool: de dienst Topsport en Studie heeft het online platform www.dualcareertools.com ontwikkeld en gebruikt dit actief om de competenties van topsportstudenten in kaart te brengen, bespreekbaar te maken en te ontwikkelen.
2.5. Opstellen van bijzondere procedures
Om de aanvragen van studenten rond bepaalde thema’s te faciliteren werden door SB - medewerkers een aantal procedures uitgewerkt en/of geoptimaliseerd.
• Procedure inzake reflexmaatregelen: SB werkt de procedures inzake studie- en examenflexibiliteit verder uit. Het team SP tracht hierbij meer duidelijkheid, efficiëntie en transparantie te bereiken in de aanvraagprocedures voor het statuut van reflex-student en maatregelen, zowel voor de studenten als voor het (academisch) personeel. Op 19 november 2018 werd op de academische raad het nieuwe ReFlex-beleid goedgekeurd dat stelt dat elke aanvraag tot flexibiliteit die door de Studiebegeleiding of Topsport en Studie wordt weerhouden, wordt gecommuniceerd aan de docent. Het weerhouden van een aanvraag betekent dat deze redelijk, aanvaardbaar en verdedigbaar is bevonden door de Studiebegeleiding of de dienst Topsport en Studie en nodig is om de gelijke kansen van de student te garanderen. Een aanvraag inzake redelijke flexibiliteit is goedgekeurd, behoudens weigering door de docent binnen de 7 kalenderdagen na kennisgeving van de aanvraag aan de betrokken docent. De weigering dient te steunen op volgende motieven: - de toepassing van de maatregel(en) heeft als gevolg dat de leerresultaten verbonden aan het opleidingsonderdeel niet kunnen worden behaald; - de toepassing van de maatregel(en) leidt tot een disproportionele belasting.

Figuur 11: *2014-2015: start registratie studenten met een functiebeperking, **2018-2019: eerste academiejaar waar studenten bij hun inschrijving konden aangeven door de studiebegeleiding gecontacteerd te willen worden om een reflex-statuut aan te vragen
• Procedure inzake studenten zonder SO-diploma: SB gidst de student zonder diploma SO doorheen de toelatingsprocedure tot een bacheloropleiding. Een studentenpsycholoog is betrokken bij de beoordeling van het dossier, de testing van de student, de verwerking van het resultaat en -desgevallend-de aflevering van het attest tot toelating via de UAB.
• Procedure voor student in crisis en bij overlijden: SB heeft de procedures inzake crisis en overlijden van een VUB-student op punt gesteld en uitgebreid naar VUB-personeelsleden.
3. INTERNE WERKING TER ONDERSTEUNING VAN DE DIENSTVERLENING NAAR STUDENTEN TOE
De dienstverlening aan studenten kan maar ten volle worden opgebouwd als, naast het reguliere aanbod van begeleidingsactiviteiten, ook geïnvesteerd wordt in verdere professionalisering van haar expertise o.m. door middel van overleg/samenwerking met studenten, faculteiten en bij de verschillende diensten die eerstelijnsinformatie aan studenten aanbieden.
Om haar dienstverlening aan studenten te optimaliseren eventueel te innoveren heeft de dienst Studiebegeleiding daartoe een aantal werkgroepen opgericht. Tot de generieke taken van de medewerkers binnen deze werkgroepen behoren o.m.:
• (Beleids)adviezen ontwikkelen, rapporteren en implementeren
• Expertise delen intern/extern
• Professionalisering van de collega’s
Werkgroepen SB: de algemene doelstelling van elke werkgroep is het verzorgen van een professionele dienstverlening naar de studenten toe om het studierendement te verhogen en het studentenwelzijn te verbeteren. Daarnaast heeft elke werkgroep haar specifieke doelstelling(en).
• Pre-studenten: ‘Een coherent geheel aan begeleidingsinitiatieven gericht op pre-studenten’ (algemene doelstelling). Vanuit deze werkgroep werd o.m. gewerkt aan een efficiënter verloop van de infodagen door de wachtrijen te reduceren door groepssessies te organiseren en werd de brochure ‘Al gewend aan een student’ (voor ouders) terug opgepikt en gedrukt.
• Begeleidingsinitiatieven: In het academiejaar 2018-2019 werden verschillende werkgroepen onder één werkgroep geplaatst. Deze nieuwe werkgroep kreeg de benaming ‘Begeleidingsinitiatieven’ en houdt zich bezig met de volgende thema’s: examens, studievaardigheden en planning, workshops en individuele begeleiding, taal en onderzoekscompetenties. De werkstudenten zitten er niet expliciet in vervat. Een medewerker bewaakt wel de initiatieven voor werkstudenten. De algemene doelstelling betreft een coherent en universiteitsbreed geheel aan begeleidingsinitiatieven die studenten toelaten zo optimaal mogelijk hun competenties/vaardigheden/ talenten te ontwikkelen en te verbeteren. Een van de jaardoelstellingen was het herbekijken van de werking en organisatie van de verschillende workshops. Het 2de semester werd beschouwd als een testfase; de vernieuwingen (o.a. kortere workshops, aanpassing inhoud) leidde tot meer inschrijvingen.
• Tutoring: ‘Een universiteitsbrede tutorwerking met focus op knelvakken’ (algemene doelstelling). De werkgroep Tutoring coördineert de tutorwerking waarbij succesvolle hogerejaarsstudenten ingeschakeld worden voor individuele, vakinhoudelijke begeleiding. Daarnaast zorgt zij voor de bewaking, opvolging en ondersteuning. In het academiejaar 17-18 werd de tutorenpool uitgebreid en werd er gefocust op Engelstalige studenten
• Studievoortgang/HER: ‘Een coherent en universiteitsbreed geheel aan begeleidingsinitiatieven gericht op studenten met (een risico op) onvoldoende studievoortgang’ (algemene doelstelling). In september 2018 (ac. 2017-2018) was de opkomst zeer laag. Naar aanleiding hiervan werd een brainstorm georganiseerd met verschillende actoren waaronder een studentenvertegenwoordiger. Met (o.m.) deze input werden de SVB-gesprekken in een nieuw jasje gestoken. Het basisprincipe blijft hetzelfde maar enkele zaken werden toegevoegd, waaronder een reflectiedocument, zodat studenten het gesprek kunnen voorbereiden. Deze maatregelen hebben ervoor gezorgd dat we bijna hetzelfde percentage deelnemers hadden als in het academiejaar 2016-2017.

Figuur 12: deelname SVB gesprek 1617 deelgenomen (N=589) 28,8 niet deelgenomen (N=1453) 71,2 1718 deelgenomen (N=382) 18,6 niet deelgenomen (N=1667) 81,4 1819 deelgenomen (N=610) 26,6 niet deelgenomen (N=1686) 73,4
• I(infra-structuur)M(assablok)F(rontoffice): FO: ‘Voorzien in een laagdrempelig aanspreekpunt om studenten zo snel mogelijk te helpen en eventueel door te verwijzen naar de relevante (studie)begeleiding’. MB: ‘Voorzien in studieruimtes en faciliteiten zodat studenten zich optimaal kunnen voorbereiden op examens’.
• Internationale studenten: ‘Een coherent en universiteitsbreed geheel aan begeleidingsinitiatieven gericht op internationale studenten’ (algemene doelstelling). Het bestaande (begeleidings)aanbod voor internationale studenten werd in 1819 opnieuw geëvalueerd en bijgestuurd waar nodig. Zo werd het tutor-project voor internationale studenten verder uitgebouwd.
• Digitalisering studenten: ‘Inventariseren, testen en faciliteren van digitale toepassingen voor studenten en dit ter ondersteuning van begeleidingsinitiatieven binnen SB’ (algemene doelstelling). Er is een toolkit ontwikkeld binnen sharepoint. Dit vormt het raamwerk voor verdere coaching van onze collega’s op het vlak van blended learning, online coaching, gebruik van Office 365 en onderhoud en beheer van Filemaker. Een inventaris is uitgevoerd rond het gebruik van Pointcarré en Canvas door Studiebegeleiding. Het startsein is gegeven voor het testen van canvascursussen rond Studietrajectbegeleiding en Tutoring. Samenwerking met andere diensten is toegenomen, waarbij uitwisselingen van ervaringen en ideeën centraal staan (Onderwijsinnovatie, Infopunt, faculteiten). Vanaf februari is er een groep (Community of Practice) georganiseerd rond het creëren van filmpjes.
• Inclusief beleid: reflex+UDL: ‘Ontwikkelen en implementeren van een inclusief beleid binnen de Studiebegeleiding en aan de VUB met aandacht voor elke student. Voorzien van een breed inclusief basisaanbod aangevuld met verhoogde zorg en redelijke aanpassingen waar nodig’ (algemene doelstelling). Zie supra: ‘Procedure inzake reflexmaatregelen’.
• Communicatie studenten: ‘Een heldere, vriendelijke en laagdrempelige communicatie naar studenten met een herkenbare SB-stijl’ (algemene doelstelling). Een nieuw academiejaar hangt samen met een nieuwe campagne om Studiebegeleiding in al haar facetten en op ieders radar te activeren. Deze campagne bevat een campagnebeeld met bijpassende slogan die het hele academiejaar gebruikt wordt in alle communicatievormen. Voor 2018-2019 was de slogan ‘Wij helpen jou groeien’.
Overleg/samenwerking met studenten, faculteiten en andere diensten
• Tussen docent/faculteit en SB-medewerkers: De begeleidingsvormen bij onderwijsactiviteiten worden uitgewerkt in nauw contact en overleg met docenten/professoren/assistenten. In dit kader werden verschillende begeleidingstrajecten in opleidingen geoptimaliseerd of nieuwe opgestart (zie supra).
• Tussen docent/faculteit en Studietrajectbegeleider: de Studietrajectbegeleider zetelt mee binnen de opleidingsraden. Hierin vervult hij/zij een adviserende rol en signaalfunctie bij mogelijke programmawijzigingen. Het contact tussen docent en Studietrajectbegeleider uit zich op de eerste plaats bij het samenstellen van het individuele studietraject (vrijstellingen, overschrijven pre-corequisites, laattijdig opnemen van vakken, instroom in de opleiding na heroriëntering, …). Hiernaast is er tevens een signaalfunctie tussen docent en Studietrajectbegeleider waarbij een docent desgewenst steeds mogelijke problemen kan melden aan de Studietrajectbegeleider.
• Tussen andere diensten en SB-medewerkers: op het vlak van curriculumbeheer en het opbouwen van inschrijvings- en afstudeervereisten en anderzijds bij het opvolgen van inschrijvings- en registratieproblemen van studenten is er tevens een nauw contact tussen de studietrajectbegeleiders en de hierbij betrokken diensten: Cel Curriculumbeheer, StudentenAdministratieCentrum, het Infopunt, Dienst Topsport en Studie en het CALI-team. Qua taalbegeleiding is er een intense samenwerking en uitwisseling van expertise tussen de SBmedewerkers en de medewerkers van ACTO.
• Meldpunt ongewenst grensoverschrijdend gedrag: Het CAW bemant het meldpunt, in nauwe samenwerking met VUB-diensten zoals de Studiebegeleiding en Mens en Organisatie. Om de werking van het meldpunt continu te optimaliseren, is er ook continu uitwisseling en structureel overleg tussen het meldpunt en relevante partners binnen de VUB (denk aan de vertrouwenspersonen, een SP van de Studiebegeleiding, enzovoort).
Overleg met andere Instellingen en/of externe instanties
• Vertegenwoordiging van de VUB door SB in verschillende werkgroepen van de Vlaamse Overheid: de VLIRwerkgroep Gelijke Kansen, de VLIR-werkgroep Studieloopbaan-begeleiding, de VLOR-commissie Diversiteit, de VLOR-commissie Hoger Onderwijs voor Studenten met een Functiebeperking, de VLOR-werkgroep Studierendement, de VLOR-werkgroep Leerkrediet, de UNICA-taskforce on equal opportunity’s en de Centrale Ijkingstoetscommissie. SB is partner in het Steunpunt Leren en Werken met functiebeperkingen in het Hoger Onderwijs. SB maakt ook deel uit van de stuurgroep Eduspot. SB heeft een organiserende rol in de samenwerking tussen VUB, UAB en HUB bij de opstart en gegevensverzameling van het onderzoek van de VAD (Vlaams expertisecentrum druggebruik) naar middelengebruik bij studenten.
• De Dienst ‘Topsport en studie’ vertegenwoordigt de VUB binnen het Overlegplatform ‘Topsport en Studie’ van Sport Vlaanderen en binnen het VUB-ULB-expertiseplatform ‘Topsport en Hoger Onderwijs’ van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om expertise uit te wisselen tussen onderwijsinstellingen en sportclubs mbt de combinatie topsport en hoger onderwijs.
• Afstemming met de associatiepartner: SB heeft op regelmatige basis contacten met docenten en studietrajectbegeleiders van de EHB. Binnen het kader van de begeleiding van topsportstudenten wordt een gezamenlijke screening uitgevoerd van aanvragen tot erkenning als topsportstudent.
IV. TAALRAPPORT
1. DOELSTELLINGEN EN RECHTSGROND
De instelling beschrijft summier de doelstellingen en resultaten die worden beoogd met het taalbeleid van de instelling. De instelling geeft voornamelijk weer welke specifieke accenten zij als instelling stellen.
De instelling geeft een overzicht van de aard van de gemotiveerde beslissingen van de anderstalige opleidingsonderdelen waaruit de meerwaarde voor de studenten en het afnemend veld en de functionaliteit voor de opleiding blijkt. De opsomming van de anderstalige opleidingsonderdelen is niet nodig, enkel een overzicht van de aard van de motiveringen.
De Vrije Universiteit Brussel is sterk Nederlandstalig ingebed, maar internationaal en meertalig gericht. De universiteit wil het kosmopolitische karakter van Brussel incorporeren en de studenten beter voorbereiden op een nieuwe internationale realiteit die de hunne zal zijn.
De Vrije Universiteit Brussel is een Nederlandstalige universiteit, met veel studenten waarvan het Nederlands de moedertaal niet is. Tijdens het academiejaar 2018-2019 is hier verder sterk op ingezet (diagnose en begeleidingsinitiatieven).
Het taalbeleid van de instelling situeert zich verder op de volgende niveaus:
• Niveau curriculum: (1) het uitwerken van taalleerlijnen binnen bestaande opleidingen; (2) het uitbouwen van een anderstalig aanbod conform decretale bepalingen, al dan niet in samenwerking met andere partners
• Niveau student: (1) het aanbieden van taalbegeleiding aan studenten die het nodig hebben; (2) aan studenten de gelegenheid geven om taalvakken of opleidingsonderdelen te volgen in een andere taal; (3) de gelegenheid bieden aan studenten om zich extra curriculair in een andere taal te verdiepen
• Niveau docent: Het Academisch Centrum voor Taalonderwijs (ACTO) heeft een flexibel aanbod aan cursussen Engels en Nederlands voor docenten om aan de talrijke vragen van het onderwijzend/academisch personeel te beantwoorden.
De inrichting van anderstalige opleidingsonderdelen of opleidingen wordt o.a. als volgt gemotiveerd:
A. Studenten vertrouwd maken met de anderstalige terminologie in hun onderwijsvakgebied: - vaardigheden bijbrengen om te reflecteren, discussiëren en argumenteren in de doeltaal en inzicht bijbrengen in de cultuur van de vreemde taal
- de gehanteerde handboeken evenals de gespecialiseerde literatuur (wetenschappelijke artikelen, presentaties, ...) zijn vaak in het Engels/vreemde taal.
- het schrijven van verhandelingen zoals bijvoorbeeld een masterthesis of (onderzoeks)rapport in een vreemde taal faciliteren
B. Studenten beter voorbereiden op internationale mobiliteit:
- verrijking van de studiecontext door de aanwezigheid van internationale studenten
- de uitgaande Erasmusstudenten voorbereiden op hun anderstalige studie-ervaring
- voor inkomende Erasmusstudenten en internationale studenten in het algemeen is het belangrijk voldoende anderstalige opleidingen en opleidingsonderdelen te kunnen aanbieden.
- de mogelijkheid om een internationale stage te volgen (in het kader van mobiliteit of het schrijven van een verhandeling) faciliteren
C. Studenten vertrouwd maken met de belangrijkste wetenschappelijke talen:
- op basis van een Engelstalige of meertalige masteropleiding zal een integratie in de internationale onderzoek gemeenschap gemakkelijker verlopen
- publiceren in (hoog gerankte) tijdschriften gebeurt hoofdzakelijk in het Engels
D. Studenten voorbereiden op hun professionele loopbaan en de internationale realiteit:
- gelet op de aanwezigheid in en rond Brussel van internationale bedrijven, betekent meertaligheid voor de afgestudeerden van de Vrije Universiteit Brussel een belangrijk pluspunt op de arbeidsmarkt
E. De samenwerking van de Vrije Universiteit Brussel als instelling met (internationale) partners en universiteiten (zoals de ULB) faciliteren.
2. VOORWAARDE INZAKE KWALITEIT EN DEMOCRATISERING
2.1. Onderwijzend personeel
Duiding over de voorzieningen die de instelling voorziet voor de leden van het onderwijzend personeel en van het academisch personeel, waaronder een toegankelijk en behoeftedekkend aanbod van Nederlandstalige en anderstalige taalcursussen en taalbegeleidingsmaatregelen.
De Vrije Universiteit Brussel zet structureel in op de taalbegeleiding van het onderwijzend personeel, dit wordt opgenomen in hun professionaliseringstraject en wordt kosteloos aangeboden.
Er wordt geïnvesteerd in taaltrajecten Nederlands voor docenten via ACTO, het Academisch Centrum voor Taalonderwijs. Er wordt taalondersteuning voorzien voor docenten die hun taalbeheersingsniveau B2 nog niet behaald hebben. Het ACTO neemt de testen Nederlands ITNA en CNaVT af waarmee voor de ZAP-leden de vereiste kennis van het Nederlands op B2- of C1-niveau getoetst kan worden.
De Vrije Universiteit Brussel investeert eveneens in taaltrajecten Engels voor docenten via ACTO. Er wordt taalondersteuning aangeboden aan de docenten die hun decretaal vastgelegde ERK-taalbeheersingsniveau C1 nog niet hebben bewezen en de ITACE test nog dienen af te leggen. De docenten die niet slagen voor de ITACE for lecturers test kunnen een afspraak maken bij ACTO om individuele feedback te krijgen in functie van hun volgend examen.
Daarnaast kunnen de docenten die zich willen blijven bijscholen wat de Engelstalige onderwijstaal betreft bij ACTO terecht (onder andere voor modules rond vocabulary extension en Communication for University Teaching).
Dit aanbod van cursussen Engels voor docenten evolueert volgens de vragen, noden en behoeftes van de docenten Engels van de Vrije Universiteit Brussel.
Daarnaast biedt het Academisch Centrum voor Talenonderwijs (ACTO) ook praktische cursussen (bv. Professional communication) Engels aan voor de administratieve medewerkers van de Vrije Universiteit Brussel.
2.2. Studenten
2.2.1. De instelling voorziet in de mogelijkheid dat studenten die een initiële bachelor- of masteropleiding volgen met anderstalige opleidingsonderdelen of een anderstalige initiële bachelor- of masteropleiding, hun taalkennis van deze andere taal kunnen testen: op welke wijze gebeurt dit binnen de instelling?
De studenten van de Vrije Universiteit Brussel kunnen binnen de instelling de volgende taaltesten afleggen:
Engels
• TOEFL (Test Of English as a Foreign Language): voor wie zich aan de VUB wil inschrijven voor een Engelstalig programma, maar nog niet voldoet aan de taalvereisten vermeld in het OER of voor wie een officieel taalattest nodig heeft voor buitenlandse studies of voor het werk.
• ITACE for students (Interuniversity Test of Academic English): voor studenten die hun bekwaamheid in het Engels moeten bewijzen. De deelnemers kunnen via de test een B1, B2, C1 of C2 certificaat behalen.
Nederlands
• ITNA (Interuniversitaire Taaltest Nederlands voor Anderstaligen) voor wie zich aan een Vlaamse universiteit wil inschrijven en nog niet voldoet aan de taalvereisten of een officieel taalattest B2 of C1 nodig heeft voor het werk.
• CNaVT voor anderstalige personen die het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal B2 of C1 van de Nederlandse Taalunie wensen te behalen.
Frans
• DELF (Diplôme d’études en langue française) Officieel diploma om de taalvaardigheid van niet-Franstaligen te attesteren. De deelnemers kunnen via de test aantonen op welk niveau (A1, A2, B1 en B2) ze de Franse taal beheersen.
• DALF (Diplôme approfondi de langue française) Net zoals DELF een officieel diploma om het niveau taalvaardigheid C1 of C2 van niet-Franstaligen te attesteren.
2.2.2. Welke taalbegeleidingsmaatregelen voorziet de instelling in het opleidingsprogramma van initiële bachelor- of masteropleidingen met anderstalige opleidingsonderdelen of van anderstalige initiële bachelor- of masteropleidingen?
De Vrije Universiteit Brussel voorziet in verschillende vormen van taalbegeleidingsmaatregelen in de opleidingsprogramma’s. Studenten worden vertrouwd gemaakt met bijvoorbeeld het Frans en/of Engels in hun vakgebied (domeinspecifiek) als voorbereiding op Franstalige en/of Engelstalige opleidingsonderdelen in hun opleiding. Dit gebeurt via op zich staande opleidingsonderdelen (bijvoorbeeld ‘English for Criminology’) of via een module binnen een bepaald opleidingsonderdeel (bijvoorbeeld de module ‘français juridique’ in het opleidingsonderdeel ‘Rechtsmethodologie II’).
Het ACTO gaat ook frequent in op ad-hoc-aanvragen voor taalondersteuning voor specifieke anderstalige onderwijsonderdelen voor heel diverse opleidingen (van politieke wetenschappen tot biologie).
Faculteit Geneeskunde en Farmacie (GF):
Op campus Jette wordt de vraag naar betere kennis van het Frans beantwoord met een interprofessioneel project GFEhB-ACTO-UAB dat zich richt tot studenten van de zorgopleidingen evenals tot personeel van het UZ Brussel. Hierbij wordt gedurende het eerste semester een extracurriculaire cursus basis/niveau Frans georganiseerd in samenwerking met het CVO/SEMPER Jette - Meise. Zowel een onderdeel Frans voor beginners (Waystage A) als een onderdeel intermediair Frans (Threshold 2A) worden aangeboden.
Tijdens het tweede semester wordt in samenwerking met ACTO een extracurriculaire cursus medisch Frans georganiseerd. Deze cursus is bedoeld voor wie al een goede basiskennis Frans heeft en taalvaardigheden Frans binnen het medische domein verder wenst te ontwikkelen.
Daarnaast loopt er een onderwijsvernieuwingsproject getiteld “Taalcompetentieleerlijn medisch Frans voor zorgverleners” dat de bedoeling heeft medisch Frans structureel in te bedden in de verschillende opleidingen voor zorgverleners.
In 2018-2019 was er voor de opleiding Biomedische wetenschappen geen taalbegeleiding in het Nederlands en Frans, maar wel in het Engels. Dit was begeleiding door het ACTO bij het voorbereiden en uitwerken van de bachelorproef. Dit zal worden gecontinueerd in de volgende academiejaren.
Faculteit Psychologie en educatiewetenschappen (PE):
Academisch Engels (alle niveaus) wordt als keuzevak aangeboden in alle bachelor- en masteropleidingen binnen de faculteit.
Er wordt een taaltest Academisch Nederlands afgenomen in het eerste jaar van alle Nederlandstalige programma’s (m.u.v. de masters).
Faculteit Lichamelijke opvoeding en kinesitherapie (LK): Binnen de Nederlandstalige masteropleiding Bewegings- en sportwetenschappen, afstudeerrichting sportbeleiden management, worden de vakken “English for business and economics” en “Human Resources Management” aangeboden via service-onderwijs (ES).
Faculteit Economische en Sociale Wetenschappen & Solvay Business School (ES): Studenten die de bacheloropleiding Toegepaste Economische Wetenschappen of Handelsingenieur aangevat hebben voor 2018-2019 hebben in hun eerste bachelortraject verplicht de taalvakken ‘Economische vaktaal Frans’ en ‘Economische vaktaal Engels’.
In hun tweede bachelortraject dienen deze studenten een keuze te maken van 2 uit een aanbod van 4:
• Bedrijfsgerichte communicatie vaktaal Frans (keuze 2BA)
• Bedrijfsgerichte communicatie in het Engels (keuze 2BA)
• Economische vaktaal Duits (keuze 2BA)
• Economische vaktaal Spaans (keuze 2BA)
Door programmawijzigingen zijn de taalvakken binnen de bacheloropleiding TEW/HI enigszins herwerkt en komen ze later in de opleiding aan bod.
Zo hebben studenten die gestart zijn in 2018-2019 geen taalvakken meer in het eerste bachelortraject. Zij volgen in het tweede bachelortraject verplicht ‘English for Business and Economics’ (start 19-20) en in het derde bachelortraject ‘Français des affaires’ (start 20-21).
Beide vakken tellen 6 ECTS-credits en worden over een heel academiejaar gedoceerd (jaaropleidingsonderdelen), wat het leerproces alleen maar ten goede komt.
Binnen het schakelprogramma MSc in de Bedrijfskunde werd de keuze voor ‘bedrijfsgerichte communicatie in het Engels’ geschrapt.
De aansluitende master kent geen Engelstalige opleidingsonderdelen.
Binnen de bacheloropleiding politieke wetenschappen en sociologie werden er in 2018-2019 geen taalvakken as such ingericht. Er zijn ook geen plannen om dit in de toekomst te veranderen. Binnen het Engelstalig opleidingsonderdeel European History (1BA) werd er wel samen met ACTO extra begeleiding voorzien. Het resultaat van deze begeleiding is niet gekend. Begeleiding in academisch Nederlands wordt voorzien in de werkcolleges.
De bacheloropleiding communicatiewetenschappen heeft ervoor geopteerd opnieuw taalvakken in te voeren. Studenten die in 2018-2019 gestart zijn met de opleiding volgen in het tweede bachelortraject verplicht het taalvak ‘Engels voor communicatieprofessionals’ (start 19-20) en in het derde bachelortraject ‘Frans voor communicatieprofessionals’ (start 2020-2021).
Binnen de Engelstalige bacheloropleidingen (Social Sciences en Business Economics) wordt er niet zozeer ingezet op andere talen, maar wordt er wel extra aandacht besteed aan ‘Academic Writing’.
2.2.3. Op welke wijze voorziet de instelling voor studenten in aangepaste voorzieningen, waaronder een kosteloos toegankelijk en behoeftedekkend aanbod van Nederlandstalige en anderstalige taalcursussen en taalbegeleidingsmaatregelen?
De workshops, taalconsults en taalbegeleiding Academisch Nederlands zijn enerzijds geïntegreerd in de opleidingsprogramma’s, anderzijds kunnen studenten die aan de Vrije Universiteit Brussel zijn ingeschreven er op vrijwillige basis gebruik van maken.
De digitale ondersteuning academisch Nederlands werd verder op punt gesteld. Daarnaast zijn licenties aangekocht voor het online leerplatform ‘universiteitstaal’ voor de geïnteresseerde studenten.
Om de integratie te vergemakkelijken van de inkomende internationale studenten organiseert ACTO verder de ‘Dutch Survival Course: overlevingscursus Nederlands voor internationale studenten’.
ACTO organiseert in samenwerking met de ULB een Tandemproject waarbij taalleerders met een verschillende moedertaal de kans krijgen om elkaars taal en cultuur op een interactieve manier te leren beheersen. Deelname aan dit project is gratis.
Alle studenten die aan de Vrije Universiteit Brussel zijn ingeschreven voor een volledige opleiding kunnen bovendien bij ACTO terecht voor extra niveaucursussen – gelinkt aan het ERK - buiten het curriculum. Dat kan voor Frans, Engels, Duits, Spaans, Italiaans en Nieuwgrieks. Vrije Universiteit Brussel-studenten en -personeel kunnen deze taallessen volgen aan een sterk verminderd tarief.
2.2.4. De studenten hebben het recht om over een AOO het examen in het Nederlands af te leggen indien er binnen de opleiding geen Nl OO equivalent is binnen een initiële Nederlandstalige opleiding - Hoeveel studenten maken hiervan gebruik?
- Voorziet de instelling in een specifieke procedure om dit aan te vragen?
Het recht van studenten om examen af te leggen in het Nederlands (behalve in het geval dat de opleidingsonderdelen de studie van een vreemde taal tot voorwerp hebben of in het geval dat de student de opleidingsonderdelen volgt aan een andere instelling) is opgenomen in het onderwijs- en examenreglement en op die manier kenbaar gemaakt aan alle studenten.
Exacte gegevens zijn hierover niet beschikbaar (in de meeste faculteiten neemt de student dit rechtstreeks op met de titularis van het opleidingsonderdeel en is er daarom centraal op de faculteit geen informatie over beschikbaar), maar in het algemeen wordt van dit recht zelden gebruik gemaakt. Daarom is ook geen specifieke procedure voorzien binnen de meeste faculteiten.
De faculteiten ‘Economische en Sociale Wetenschappen & Solvay Business School’ (ES), ‘Letteren en Wijsbegeerte’ (LW) en ‘Geneeskunde en Farmacie’ voorzien in een specifieke procedure in hun aanvullend facultair onderwijs- en examenreglement om dit aan te vragen (studenten die van het recht om het examen in het Nederlands af te leggen gebruik wensen te maken, melden dit uiterlijk drie weken voor de aanvang van de examenperiode via e-mail aan de titularis met het faculteitssecretariaat in cc).
Binnen de opleidingen van de faculteit GF werden er geen aanvragen ingediend om examens in een andere taal dan de onderwijstaal af te leggen.
In 2018-2019 werd in de faculteit LW voor volgende Engelstalige vakken examen in het Nederlands afgelegd:
• “History of Science” (BA Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen) en “History and Philosophy of Scientific Method” (MA Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen): 100% van de studenten legden het examen in het Nederlands af.
• “History and Theory of Freemasonry”: een aantal studenten hebben de finale schriftelijke opdracht in het Nederlands ingediend
• “Theory of Literary Translation”: De studenten hebben de mogelijkheid om hun paper in een andere taal dan het Engels – dus ook het Nederlands – te schrijven, afhankelijk van de gekozen talencombinatie of de taal die ze het best beheersen. Er zijn steeds ook Nederlandstalige studenten die kiezen om een paper in het Nederlands te schrijven, waarbij ze worden begeleid in het Nederlands en achteraf de papers besproken worden in het Nederlands.
• “Urbanisation in Early Modern Europe”: Vanuit de Master Geschiedenis heeft 1 student het examen afgelegd in het Nederlands.
• “Existential Philosophy”: het overgrote deel van de studenten legde het examen af in het Nederlands
In de faculteit PE verschilt het van vak tot vak hoe dit wordt geregeld (examen wordt in beide talen opgesteld, studenten geven op voorhand hun voorkeurstaal door, …):
• “Social psychology II”: Het examen was schriftelijk multiple choice en in het Nederlands. De enkele studenten die het examen in het Engels wilden afleggen hadden meestal een andere taal dan Nederlands als moedertaal en deden dat mondeling.
• “Diversity and inclusion in educational settings”: in eerste zit hebben 51 studenten het examen in het Nederlands afgelegd en 10 in het Engels.
• “Managerial Psychology”: alle studenten kregen de schriftelijke examenvragen sowieso in beide talen (Eng+Ned). Voor de open vragen, mogen studenten gewoon kiezen in welke taal ze antwoorden.
• “Facilitation of Learning and Coaching”: De Nederlandstalige studenten mogen hun taken afgeven in het Nederlands, de internationale in Engels. Idem voor de taal van het mondeling examen. Voor deel 2 van het mondeling examen, in duo’s, gebeurt dit in het Engels, wanneer er een internationale student betrokken is; alternatief kan dit in het Nederlands gebeuren.
In 2018-2019 ontving de faculteit ES iets minder aanvragen om het examen van een Engelstalig opleidingsonderdeel in het Nederlands af te leggen dan in 17-18 (16 t.o.v. 24).
Net als het jaar voordien was de aanvraag vooral geconcentreerd binnen een en hetzelfde vak. Alle aanvragen situeerden zich ook binnen eenzelfde opleiding (communicatiewetenschappen).
In 2018-2019 werd er voor 3 Engelstalige vakken een aanvraag ingediend om het examen in het Nederlands af te leggen:
• Data, Privacy and Society (verplicht master communicatiewetenschappen, MIG) = 2 aanvragen
• Media, Culture and Globalisation Theories (verplicht master communicatiewetenschappen, MC) = 13 aanvragen
• Theories on Media, Technology and Society (verplicht master communicatiewetenschappen, MIG) = 1 aanvraag
Minimaal 16 studenten hebben dus van deze regeling gebruik gemaakt. De faculteit vermoedt dat er wel meer studenten het examen in het Nederlands afleggen dan diegene die de procedure volgen.
Ervaring leert dat docenten op de hoogte zijn van dit recht en dit ook vlot toestaan (ook al werd de facultaire regel niet gevolgd).
De meerderheid van de studenten legt het examen van een Engelstalig OO in een Nederlandstalige opleiding evenwel in het Engels af.
3. GEDRAGSCODE
De gedragscode zoals omschreven in artikel II.272 wordt ter beschikking gesteld op de website van de instelling: http://www.vub.ac.be/reglementen (onderwijs- en examenreglement 2018-2019).
V. INFOPUNT STUDENTEN
Studenten kunnen vragen stellen via balie, telefoon, e-mail en in de sociale media. Infopunt Studenten zet voor zijn loketfunctie in op een onmiddellijke, klantvriendelijke service. E-mails worden binnen de 24 uur behandeld.
De studentenwebsite student.vub.be bundelt alle studenteninformatie op één plek, zowel over de onderwijsorganisatie als over het campusleven. Voor studenten is het een 24/7 houvast over hoe de universiteit werkt, voor studentendiensten een handig en efficiënt verwijsplatform in hun dienstverlening naar studenten. We geven er ook de nieuwsberichten en een overzicht van de belangrijkste studentenactiviteiten.
In 2019 coördineerde Infopunt de eerste editie van de onthaalweek voor nieuwe studenten. Er namen ongeveer 2000 studenten deel aan de activiteiten. De eerste editie van onthaalweek werd positief geëvalueerd, en we zetten daarom de komende jaren blijvend in op dit project.
In september en oktober zagen we een opmerkelijke stijging van 58 procent bezoekers op de studentenwebsite. Dit is waarschijnlijk het onthaalweek-effect. Door in te zetten op bekendheid van het platform vermeden we dat het aantal individuele vragen stagneert rond 41000 per jaar. Dit is een opluchting, na een verontrustende stijging van het aantal vragen met liefst 33% in 2018.
VI. STUDENTENOMBUDSPERSONEN
https://student.vub.be/ombudspersoon#intro
1. ALGEMENE VASTSTELLINGEN OMBUDSFUNCTIE
De werkzaamheden van de facultaire ombudspersonen en de centrale ombudspersoon betreffen in hoofdzaak de behandeling van vragen, opmerkingen en klachten van studenten. Het merendeel van de contacten gebeurt per e-mail of telefonisch, een kleine groep vraagt een afspraak voor een persoonlijk onderhoud.
Voor studenten is het vaak reeds geruststellend dat ze hun verhaal kunnen doen. Een groot deel van de klachten dient ter ventilering van een ongenoegen over een toegekend examencijfer, een onduidelijke communicatie over opdrachten, of een misverstand over de interpretatie van reglementen, zonder dat er sprake was van een schending van rechten en zonder dat een formele klacht geformuleerd wordt.
Het volstaat veelal de student te wijzen op de mogelijkheden en procedures die voorzien zijn in het onderwijs- en examenreglement en ook toegelicht worden op het studentenportaal, en/of op de inhoud van opleidingsonderdeelfiches, alsook om de student door te verwijzen naar de bevoegde dienst.
Een duidelijke communicatie tussen docent en student, zeker indien er verschillende leden van het onderwijsteam betrokken zijn bij de organisatie van een opleidingsonderdeel, en een correcte invulling van de opleidingsonderdeelfiche, komen de studenten alleszins ten goede. Naar docenten toe wordt dan ook gevraagd hiervoor aandachtig te zijn.
De tussenkomsten van de ombudspersonen leiden meestal tot bevredigende oplossingen voor de studenten.
Daarnaast worden de facultaire ombudspersonen tevens uitgenodigd op de hoorzittingen bij de decaan in het kader van onregelmatigheden of beëindiging stage, en op de interne beroepscommissies. Zij zijn tevens het aanspreekpunt bij discussies bij het opstellen van het definitieve examenrooster en bij moeilijkheden in de dialoog om tot een werkbare regeling te komen in het kader van reflex.
De centrale ombudspersoon werd regelmatig gecontacteerd inzake klachten of vragen die op facultair niveau moeten worden behandeld.
2. INHOUD TUSSENKOMSTEN
Het grootste deel van de klachten en interventies heeft betrekking op:
De organisatie van opleidingsonderdelen:
• onvoldoende afspraken tussen titularis en co-titularissen of assistenten, met een gebrekkige of tegenstrijdige communicatie tot gevolg;
• onduidelijkheid over studiemateriaal of laattijdige beschikbaarheid van digilessen, powerpoint, ...
• gebrek aan verwittiging via het elektronisch leerplatform door titularis die onverwacht afwezig is of klachten over hoorcolleges die wegvallen en zelfstudie ter vervanging,
• onduidelijkheid i.v.m. de mogelijkheid voor Erasmusstudenten om in tweede zittijd het VUB-equivalent OO te hernemen aan de VUB, mits inzetten van extra studiepunten,
• overlap bij individueel studietraject;
• vragen of klachten n.a.w. programmawijzigingen (opnemen nieuw studiedeel)
De organisatie van examens, omwille van onduidelijkheden hierrond, doch voor een groot deel ook omwille van een gebrek aan kennis van het examenreglement:
• het examenverloop (te weinig tijd, onduidelijkheid over giscorrectie bij multiple choice, …)
• problemen met examenplanning (chaotisch verloop door computerproblemen, lawaaihinder door werken),
• tegenstrijdige communicatie, waarbij de student als afwezig beoordeeld werd,
• onduidelijkheid over overmacht en de vraag om een examen te verplaatsen, evenals over de organisatorische onmogelijkheid om een inhaalexamen in te lassen,
• vraag over inzage en/of feedback over een examencijfer, en opmerkingen nopens de beschikbaarheid van de docent,
• ontevredenheid nopens een examencijfer, ook zonder eerst inzage en/of feedback te vragen,
• discussie over de berekening / toepassing van de regels zoals omschreven in de opleidingsonderdeelfiche,
• bemiddeling bij onduidelijkheid over toekennen van eindcijfer voor een opleidingsonderdeel dat uit meerdere delen bestaat en door verschillende docenten gegeven wordt,
• ontevredenheid over het verloop van een mondeling examen,
• klachten over te grote moeilijkheidsgraad van vragen bij (tussentijdse) evaluaties, of discrepantie met voorbeeldoefeningen tijdens werkcolleges,
• ontevredenheid nopens de begeleiding van de bachelor-/masterproef (bv. late antwoorden van promotor, onvoldoende begeleiding door promotor),
• verduidelijking inzake de beoordeling van de masterproef door de (vaste) jury of vragen over de indiening van een masterproef zonder ‘akkoord’ van de promotor,
• onduidelijkheid (vooral bij internationale studenten) over plagiaat,
• onduidelijkheid over stagebegeleiding en –beoordeling,
• bemiddeling bij keuze stageplaats of het willen stopzetten van een stage door interne problemen,
• vragen over het indienen van een intern beroep;
In bepaalde gevallen wordt aan de (facultaire) ombudspersoon ook gevraagd om als waarnemer een mondeling examen te willen bijwonen.
Onduidelijkheden op het vlak van onderwijsorganisatie en ondersteuning vanuit Studiebegeleiding:
• onduidelijkheid over het systeem van studievoortgangsbewaking, vooral bij internationale studenten die dit niet kennen,
• te late aanvraag tot registratie van opleidingsonderdelen, met nefaste gevolgen voor de student,
• ongenoegen over de wachttijd voor een antwoord van een studietrajectbegeleider;
Een aantal van de klachten die niet de organisatie van het onderwijs of examenaangelegenheden betroffen, hadden betrekking op mogelijks grensoverschrijdend gedrag door studenten t.a.v. medestudenten of t.a.v. docenten, of door academisch en/of administratief personeel t.a.v. studenten (zo bv. onaangepast taalgebruik, gevoel oneerbiedig behandeld te zijn), waarbij de betrokkenen werden doorverwezen naar het Meldpunt en de vertrouwenspersonen.
Studenten contacteerden de ombudspersonen ook voor problemen met de inschrijving of registratie van opleidingsonderdelen, hetgeen onder Studentenadministratie valt.
3. KLACHTENMANAGEMENT INFOPUNT STUDENTEN
De ombudswerking is traditioneel onderwijsgebonden. Complementair daaraan kunnen studenten met klachten en suggesties over situaties op de campus of tijdens hun studies terecht op feedback@vub.be. Infopunt Studenten beheert dit kanaal.
In 2019 behandelde Infopunt Studenten 116 klachten. Dit aantal ligt hoger dan de voorbije jaren 2018 (81 klachten), 2017 (56 klachten) en 2016 (100 klachten).
De klachten die Infopunt Studenten ontvangt via info@vub.be en feedback@vub.be kunnen grotendeels in deze categorieën worden opgedeeld:
• infrastructuur: opmerkingen over de temperatuur in de lokalen, geluidsoverlast, toegankelijkheid van de campus, parkeerperikelen op de campus, veiligheid op de campus;
• actualiteit: de VUB komt intern of extern in het nieuws, en mensen ventileren hun mening of gevoelens daarbij;
• dienstverlening: gedrag van personeelsleden dat niet aan de verwachtingen voldeed, suggesties over verbeteringen van de campus, … .
Infopunt Studenten behandelt de klachten onmiddellijk en met een grote, communicatieve zorg en brengt de desbetreffende diensten op de hoogte van de klacht. Meestal wordt via urgente, prioritaire aandacht voor deze individuele dossiers vrij snel een oplossing geboden. Vaak wordt in samenspraak met het betrokken diensthoofd een oplossing voorgesteld, wordt de situatie rechtgezet of worden excuses aangeboden. In enkele uitzonderlijke gevallen wordt de juridische dienst om advies gevraagd.
BESLUIT EN SLOTBEDENKING
In 2019 werd de realisatie van het beleidsplan Onderwijs en Studentenzaken voor de periode 2018 – 2021 verdergezet. De voortgang ervan spoort in grote mate met de vooropgestelde timing en termijnen.
De implementatie van de nieuwe elektronische leeromgeving Canvas werd succesvol uitgevoerd. Het hervormen en optimaliseren van de studentenfeedback, het bevorderen van de studentenparticipatie, de verdere uitbouw van de studiebegeleiding en de ondersteuning van de Studentenraad vormden in 2019 belangrijke ‘werven’ waar binnen het departement werd op ingezet.
De optimalisering van het management en organisatie van het studenteninformatiesysteem werd – aan de hand van het concrete actie- en stappenplan, goedgekeurd door de academische overheden - inmiddels gestart.
RUBRIEK 4 ONDERZOEKSVERSLAG
De onderzoeksraad keurde in 2017 haar nieuwe vijfjaren strategisch beleidsplan voor onderzoek goed. De strategische doelstellingen van het onderzoeksbeleid zijn:
• SD1: ontwikkelen van een optimale onderzoeksomgeving, met aandacht voor ondersteuning en opleiding van onderzoekers en voor optimale onderzoeksinfrastructuur,
• SD2: (verder) ontwikkelen van een internationale & interdisciplinaire onderzoekscultuur, met aandacht voor het beter ondersteunen van vorsers bij het uitschrijven van projecten, het verder inbedden van de RRI principes, …
• SD3: inzetten in participatief en community based onderzoek, met aandacht voor het vergroten van de impact van VUB onderzoek (o.m. in Brussel),
• SD4: bouwen aan een inclusieve en open vorsersgemeenschap, met aandacht voor het bevorderen van transdisciplinaire en campusoverschrijdende initiatieven.
In het voorliggende jaarverslag wordt ingegaan op de zaken die in 2019 werden verwezenlijkt in het kader van de hierboven geschetste doelstellingen.
1. BELEIDSORGANEN VOOR ONDERZOEK
1.1.
Beleidsorganen
De onderzoeksraad (OZR) is het centrale advies- en beslissingsorgaan voor onderzoeksaangelegenheden van de Vrije Universiteit Brussel. Het dagelijks beheer wordt verzekerd door het Bureau van de Onderzoeksraad. Overeenkomstig art. 49 en art. 50 van het Organiek Statuut wordt de Onderzoeksraad belast met volgende taken:
• De Onderzoeksraad beslist inzake:
- de verdeling en de toewijzing van de projectmiddelen voor onderzoek,
- de erkenning van de onderzoeksgroepen,
- de toekenning van door de OZR beheerde VUB-prijzen,
- de toelating tot herinschrijving van doctoraatsstudenten op basis van de voortgangsrapporten.
• De Onderzoeksraad formuleert voorstellen en verleent advies inzake het strategisch onderzoeksbeleid en in bijzonder inzake:
- Het algemeen beleid en de organisatie van de universiteit van het wetenschappelijk onderzoek,
- De opmaak van de onderzoeksgerelateerde begroting,
- De verdeling en de toewijzing van de onderzoeksmiddelen van de universiteit, inclusief het advies inzake de verdeling en de toewijzing van de onderzoeksmandaten gefinancierd via door de OZR beheerde middelen,
- Het doctoraatsproces,
- De installatie van leerstoelen met onderzoeksbestemming.
De Onderzoeksraad is samengesteld uit een representatief aantal leden van het zelfstandig academisch personeel (ZAP) van wie bij de aanduiding door de Academische Raad is aangetoond dat zij tegemoetkomen aan de prestatie-indicatoren opgenomen in de ZAP-competentieprofielen zoals goedgekeurd door de Academische Raad (kwaliteitsvereiste) en van wie hoogstens 2/3 van hetzelfde geslacht zijn (genderevenwicht) met inbegrip van de vicerector, ex officio voorzitter van de OZR.
De samenstelling is als volgt geregeld : Effectieve leden:
• de Vicerector Onderzoek is automatisch voorzitter van de OZR;
• per faculteit zetelen 2 effectieve leden en worden 2 plaatsvervangende leden aangeduid, waarbij wordt gestreefd naar een genderevenwicht;
• 1 effectief en 1 plaatsvervangend lid, aangeduid per School of Arts binnen de associatie
Leden met raadgevende stem:
• De regeringscommissaris
• De afgevaardigde financiën
• De algemeen beheerder van de VUB
• Vijf waarnemers, aangeduid door de Academische Raad
• De vicerector Innovatie- en Valorisatiebeleid
• De vertegenwoordiger van het SISC (Shared ICT Services Centre)
• Een afgevaardigde vanuit het UMC-comité
Samenstelling 2019-2020 (* de leden van het Bureau (effectief en plaatsvervanger) zijn in bold aangeduid)

Het secretariaat van de Onderzoeksraad en het Bureau wordt waargenomen door het R&D dept.
De Onderzoeksraad kwam in 2019 negen keer samen.
Het dagelijks bestuur van de Onderzoeksraad (het Bureau van de Onderzoeksraad – BOZ) kwam in 2019 elf keer samen. De werking van de Onderzoeksraad wordt ondersteund door de volgende bijzondere adviesorganen :
- Bureau van de Onderzoeksraad (BOZ) :
• Het BOZ bereidt de werkzaamheden van de Onderzoeksraad voor en treedt tevens op als Evaluatie- en Bevorderingscommissie (EBC) voor de ZAP mandaten binnen het BOF/OZR contingent,
- Stuurgroep Doctoral Schools :
• De Stuurgroep Doctoral Schools bepaalt het beleid van de drie Doctoral Schools en stemt deze af op de beleidsvisie van de OZR. De stuurgroep bewaakt eveneens de kwaliteit van de doctoraatsopleiding.
- Herculescommissie :
• De Herculescommissie is verantwoordelijk voor de evaluatie en selectie van de FWO middelen voor Middelzware Apparatuur (eerder Hercules).
- Ethische Commissie Humane Wetenschappen (ECHW) :
• De Ethische Commissie Humane Wetenschappen werd opgericht naar aanleiding van de door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) en de Europese Commissie (EC) ingevoerde verplichting tot ethisch advies voor toegekende mandaten en projecten in de Humane Wetenschappen. De commissie verleent ethisch advies aan onderzoekers, toetst de verenigbaarheid van het onderzoek met ethische beginselen en normen en volgt de ontwikkelingen op omtrent ethisch onderzoek in het domein van de Humane Wetenschappen.
- Ethische Commissie Dierproeven :
• De commissie waakt over het ethische gebruik van proefdieren en verleent de door de wet vereiste ethische adviezen, i.c. de Wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren en het KB van 29 mei 2013 betreffende de bescherming van proefdieren.
- Ethische Commissie Dubbelgebruik, Militair Onderzoek en Misbruik :
• De commissie verleent adviezen in overeenstemming met de Ordonnantie van 26 juni 2013 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de in-, uit-, doorvoer en overbrenging van defensiegerelateerde producten, ander voor miliatir gebruik dienstig materiaal, ordehandhavingsmateriaal, civiele vuurwapens, onderdelen, toebehoren en munitie ervan en de Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van de Europese Unie van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik.
2. BESTEMMING BIJZONDERE ONDERZOEKSFONDSEN
Verdeling Financiele Middelen Bijzonder Onderzoeksfonds :
- BOF toelage 2019 : 15.715.980 Euro
• Details onderverdeling worden hieronder beschreven
- Eigen bijdrage VUB bij BOF : 1.532.540 Euro
De Onderzoeksraad kent daarnaast ook nog andere onderzoeksmiddelen toe, in bijzonder de middelen verworven door de universiteit in het kader van de defiscaliseringsmaatregel van de Federale Overheid.
Via de middelen van het Bijzonder Onderzoeksfonds, financiert de Vrije Universiteit Brussel volgende onderzoeksinitiatieven :
2.1. Middelen bestemd voor onderzoeksmandaten
Via de middelen van het BOF financiert de Vrije Universiteit Brussel onderzoeksmandaten op ZAP-niveau. Dit onderzoekscontingent betekent niet alleen een belangrijke stimulans voor het onderzoek in het algemeen, maar verruimt ook de mogelijkheden om als ZAP-lid een onderzoekscarrière uit te bouwen aan de universiteit.
In totaal wordt ingezet in (BOFbegroting 2019) : - 30 vte ZAP ‘senior research fellows’ : 2.700.000 Euro
- 19 vte tenure track : 989.835 Euro via BOF Tenure Track en 245.165 Euro via BOF - 3 + 2 vte sabbatical leaves : 225.000 Euro
Voor de Senior Research Fellowships wordt een totale periode van 10 jaar beoogd, voornamelijk besteed aan onderzoek. De initiële toekenning gebeurt voor 5 jaar en is verlengbaar voor 5 jaar na positieve evaluatie. Naast mandaten toegekend binnen prioritaire thema’s bestaat de mogelijkheid om een Senior Research Fellowship toe te kennen (1) aansluitend op een Odysseusmandaat (RvB 06.10.2009), (2) aansluitend op een EU-Tenure Track mandaat gelijklopend met een ERC Grant, (3) als verdere hernieuwing van FWO-overgehevelden voor periodes na de eerste 10 jaar (RvB 06.10.2009), en (4) als andere verdere hernieuwing na 10 jaar tot maximum 25% van de middelen (BOF-besluit, Vlaamse Regering 21.12.2012). Rekening houdend met de begrotingsmogelijkheden en de verwachte instroom, werd het contingent stelselmatig en met een spreiding van de mogelijkheden over de jaren uitgebouwd naar een 30-tal mandaten. Conform het OZR werkingsreglement wordt bij de verdeling van de mandaten gestreeft naar een genderevenwicht (minimum 1/3 van hetzelfde geslacht). Excellentie blijft bij de selectie steeds het eerste criterium.
Binnen de toekenningsronde 2019-2020 gebeurden twee hernieuwingen en vijf nieuwe toekenningen, met telkens termijnen van 5 jaar.
Concreet werden in 2019 volgende vijf nieuwe VUB-onderzoeksmandaten toegekend via instroom op themavoorstel :
• Prof. Elke De Bruyne (GF - BMWE)
• Prof. Steven Goderis (WE - DSCH)
• Prof. Matthieu Declerck (HW - LIST)
• Prof. Jeroen Van Schependom (interdisciplinair) via instroom in opvolging van een EU-ERC mandaat gelijklopend met een ERC starting grant :
• Prof. Stijn Buitink (WE-DNTK)
Daarnaast werd in 2019 de hernieuwing voor 5 jaar goedgekeurd van volgende VUB-onderzoeksmandaten:
• Prof. Sebastiaan Eeltink (IR-CHIS) – 2e vijfjarentermijn met ingang van 1 oktober 2019 tot 30 september 2024
• Prof. Nic Van Eijndhoven (WE-DNTK) – 2e vijfjarentermijn met ingang van 1oktober 2019 tot 30 september 2014
De genderverdeling van de VUB-onderzoeksmandaten (totale contingent) is als volgt :
- 77 % man - 23 % vrouw
Dit is in hoofdzaak te wijten aan het feit in dit contingent ‘VUB onderzoeksmandaten’ hoofdzakelijk vorsers instromen via ERC- of Odysseusmandaat. Het bewaken van een genderevenwicht in deze context is minder evident.
In 2019 werden 4 nieuwe Tenure Track mandaten toegekend via de daartoe bestemde BOF middelen :
- Tom Verstraten (IR - MECH) met ingang van 1 januari 2020
- Damya Laoui (WE - DBIT) met ingang van 1 oktober 2020
- Janine Hauthal (LW – LIST) met ingang van 1 oktober 2020
- Sophie Hernot (GF - KLIW) met ingang van 1 oktober 2020
De genderverdeling van de BOF-Tenure Tracks (lopende mandaten) is als volgt:
- 68 % man
- 32 % vrouw
De toekenningsmogelijkheden voor Sabbatical Leaves werden vanaf 2012 uitgebreid met bijkomende mandaten naar aanleiding van de berekeningen voor de Basisfinanciering voor vakgroepen (BAS), gepaard gaand met bijkomende aandachtspunten in de selectieprocedure (ingevoerd voor via BAS gefinancierde mandaten RvB 24.04.2012, veralgemeend AR 09.11.2015): de belasting van de kandidaat inzake onderwijs, het lidmaatschap van beleids- en adviesorganen aan de VUB, en gendergerelateerde argumenten. Zo werden vanaf de in 2012 uitgeschreven jaarlijkse oproepen voor Sabbatical Leaves telkens bijkomende Sabbatical Leaves gefinancierd via BAS, gereserveerd voor het domein van de Humane Wetenschappen.
Binnen de call 2019-2020 voor Sabbatical Leaves werden slechts 2 aanvragen ontvangen die beiden ontvankelijk werden verklaard en beiden werden gehonoreerd na internationale peer review evaluatie. Sinds de toekenningsronde 2018-2019 werd door de Onderzoeksraad een soepeler beleid gevoerd inzake mogelijke periodes van Sabbatical Leaves, voortaan voltijds op te nemen in blokken van 3 maanden, in totaal hetzij 3, 6, 9 of 12 maanden, in principe volledig binnen het betreffende academiejaar (kaderend in het genderbeleid en in een beleid naar jonge gezinnen toe).
In 2019 werden twee sabbatical leave mandaten toegekend aan:
• Prof. An Vande Casteele, faculteit LW - LIST (1 jaar)
• Prof. Philippe Cara, faculteit WE – DWIS en faculteit IR - WISK (1 jaar)
De genderverdeling van de Sabbatical Leaves (volledige toekenningsperiode) is als volgt:
- 80 % man - 20 % vrouw
2.2. Middelen voor Projectfinanciering
De VUB heeft sinds 2011 een nieuw financieringsmodel voor onderzoek ingevoerd waarbij enerzijds jaarlijks een automatische basisfinanciering (BAS) wordt toegekend aan alle vakgroepen en waarbij anderzijds een meerjarige strategische programmafinanciering voor groeiers en zwaartepunten (Strategic Research Programme – SRP) wordt georganiseerd.
Dit betekent dat werd overgestapt van een projectfinanciering met jaarlijkse aanvragen naar een structurele lange termijn financiering waarbij zich zwaartepunten kunnen profileren, ontstaan en gevoed vanuit een zich continu vernieuwende onderzoeksbasis.
Een SRP zwaartepunt financiering wordt toegekend voor een periode van 5 jaar en is vernieuwbaar mits positieve evaluatie. Een SRP groeier financiering is beperkt tot 5 jaar en heeft als doel de betrokken onderzoeksgroepen binnen die periode te laten uitgroeien tot excellentieniveau (zwaartepunt).
SRP onderzoekszwaartepunten zijn programma’s voor de financiering van fundamenteel onderzoek, uitgevoerd door excellente onderzoeksteams, die een gezamenlijke onderzoekslijn op internationaal excellentieniveau uitbouwen.
De financiering kent een looptijd van 5 jaar en is – althans voor de zwaartepunten - verlengbaar mits positieve evaluatie. Het jaarbudget bedraagt minimum 150.000 Euro en maximum 300.000 Euro voor de SRP onderzoekszwaartepunten en minimum 110.000 Euro tot maximum 150.000 Euro voor de SRP groeiers.
Voor de hierboven vermelde onderzoeksfinanciering werd in 2019 volgende budget voorzien :
- BAS financiering: 2.600.000 Euro
- SRP financiering (1e reeks ): 4.175.000 Euro
- SRP financiering (2e reeks – call gelanceerd in 2018): 3.000.000 Euro
In 2019 werd de selectie gedaan van de voorstellen die werden ingediend in het kader van de oproep 2018 uitgeschreven voor nieuwe SRP-Onderzoekszwaartepunten en Groeifinanciering met beoogde ingang op 01.03.2019. Bij de kennisname van de 45 ingediende aanvragen werden 2 aanvragen onontvankelijk verklaard. 43 aanvragen werden via internationale peer review geëvalueerd. Hiertoe werden de aanvragen door de Onderzoeksraad ingedeeld in drie panels volgens de grote domeinen Social Sciences & Humanities (16 aanvragen), Basic, Natural & Applied Sciences (14 aanvragen) en Biomedical Sciences (13 aanvragen). De coördinatoren van deze 43 aanvragen situeren zich binnen Letteren en wijsbegeerte (7 aanvragen), Recht en criminologie (2 aanvragen), Sociale wetenschappen en Solvay business school (2 aanvragen), Psychologie en educatiewetenschappen (3 aanvragen), Wetenschappen en bio-ingenieurswetenschappen (10 aanvragen), Geneeskunde en farmacie (10 aanvragen), Lichamelijke opvoeding en kinesitherapie (2 aanvragen), Ingenieurswetenschappen (7 aanvragen).
De Onderzoeksraad van 13 februari 2019 besliste over de selectie van 9 SRP onderzoekszwaartepunten (elk voor een periode van 1 maart 2019 tot 29 februari 2024) en van 9 SRP-groeifinancieringen (elk voor een periode van 1 maart 2019 tot 29 februari 2024).
Hieronder volgt een overzicht van alle lopende SRP programma’s:





Het stimuleren van interdisciplinair onderzoek gebeurt via de Interdisciplinaire Research Programmes en Expertisecentra (IRP). Dit zijn discipline overstijgende thematische programma’s gericht op de uitbouw van duurzame, vernieuwende en multidisciplinaire netwerken gericht op maatschappelijke uitdagingen. Een IRP financiering wordt toegekend voor een periode van 5 jaar en is vernieuwbaar mits positieve evaluatie. Het gemiddelde jaarbudget van een IRP bedraagt tussen de 120.000 Euro en de 150.000 Euro.
In 2019 wordt volgend budget voorzien voor IRP financiering :
- 1.147.000 Euro via BOF (nieuwe call gelanceerd in 2018)
- 846.000 Euro via defiscaliseringsmiddelen (lopende IRP’s en verlengingen)
De Onderzoeksraad van 24 april 2019 besliste over de verlenging van volgende twee IRP’s (expertisecentra) :
- Centre of Expertise in Gender, Diversity and Intersectionality, woordvoerder Gilly Coene (LW – HARP) - Brussels Centre for Urban Studies, woordvoerder Bas van Heur (WE – DGGF)
In 2018 werd een oproep uitgeschreven voor nieuwe IRP’s, met beoogde ingang op 01.11.2019. Als bijzonder element voor deze oproep werden aanvragen ingewacht gericht op thematische totaalexpertise binnen vijf thematische clusters: Health; Inclusive and secure society; Digital and industry; Climate, energy and mobility; Food and natural resources. De kadering in deze 5 thema’s is een stimulans voor het verwerven van toekomstige externe financiering op het hoogste niveau, en meer bepaald Horizon Europe - Framework Programme 9 (opvolger van Horizon 2020). Bij de kennisname van de 18 ingediende aanvragen werden alle ontvangen aanvragen formeel onontvankelijk verklaard (BOZ 27.02.2019). Van deze 18 aanvragen werden er 15 gepreselecteerd in de eerste preselectieronde (OZR 24.04.2019), rekening houdend met de criteria betreffende de draagkracht van de onderzoeksteams en de criteria betreffende de interdisciplinaire netwerkvorming waaraan een IRP dient te voldoen, waarna de gepreselecteerde aanvragen werden uitgestuurd voor externe peer review. Op basis van de externe peer review werden 11 van de 15 aanvragen gepreselecteerd in de tweede preselectieronde (OZR 04.09.2019), waarna de promotoren van de gepreselecteerde aanvragen werden uitgenodigd voor een mondelinge toelichting. Finaal werden 7 IRP’s toegekend (OZR 02.10.2019), waartoe de oorspronkelijk voorziene budgettaire ruimte voor 5 nieuwe IRP’s werd aangevuld vanuit een andere financieringslijn.
Hieronder volgt een overzicht van alle lopende IRP programma’s en Expertisecentra:



In 2019 werd een nieuwe call uitgeschreven voor het indienen van aanvragen voor Methusalemfinanciering. Er is ruimte voor 2 nieuwe Methusalemselecties. De onderzoeksraad stelde een onverenigbaarheid in met SRP financiering. Kandidaten moeten een 80 % ZAP aanstelling hebben (of een combinatie van 10 % ZAP met een 80 % aanstelling binnen de rechtspersoon). ZAP leden op 7 jaar of minder verwijderd van emeritaat dienen een duo-aanvraag in te dienen met een jonger ZAP lid.
De VUB besteedt het volledige BOF-Methusalembudget aan onderzoek en voorziet geen beheerskost op de Methusalemmiddelen.
Vanaf 2018 wordt door de Onderzoeksraad een nieuwe financieringslijn ingevoerd voor de (co-)financiering van Core Facilities, aansluitend bij het nieuwe beleid dat hierrond werd opgestart.
Volgende financiering werd hiervoor voorzien in 2019 :
- 900.000 Euro via BOF (recurrent vanaf 2018)
- 1.124.000 Euro via eigen middelen universiteit (recurrent) – ingezet als co-financiering bij FWO-Hercules en VUB infrastructuurinvesteringen
- 2.800.000 Euro éénmalige injectie vanuit eigen middelen universiteit voor de opstart van het beleid. Over de besteding van de middelen zal in de loop van 2020 worden beslist.
De Onderzoeksraad kent tweejaarlijks een prijs uit aan VUB ZAP leden voor hun bijzondere verdiensten inzake maatschappelijke valorisatie Door de OZR wordt hiervoor jaarlijks 150.000 Euro projectfinanciering voorzien. De selectie van de laureaten 2018 en 2019 werd beslist op de Onderzoeksraad van 24 april 2019. Volgende VUB ZAP leden werden geselecteerd :
- Hugo Thienpont – voorgesteld voor zijn pioniersrol in fotonica, zowel op vlak van onderzoek, onderwijs (STEM) en valorisatie (Europees netwerk).
- Luc Deliens & Joachim Cohen – voorgesteld voor hun werk in het domein van de zorg rondhet levenseinde.
2.3. Middelen voor interuniversitaire en internationale samenwerking
De Onderzoeksraad investeert BOF middelen in volgende vormen van interuniversitaire en internationale samenwerking. In totaal worden ingezet :
- 780.000 Euro via BOF
- 350.000 Euro via Eigen Bijdrage BOF
Concreet :
- Internationale samenwerkingsakkoorden : 200.000 Euro
• Deze middelen worden vanaf 2019 ingezet in het kader van joint PhD calls met partners binnen het Erasmus + EUTOPIA European University Network pilootproject. In 2019 werd een call voor joint PhD’s met de Universiteit van Warwick uitgeschreven. Vier joint PhD’s werden geselecteerd, twee gefinancierd door UWarwick en 2 door VUB. Een
gelijkaardige call wordt bij de start van 2020 gelanceerd in samenwerking met de Universiteit Paris Seine.
- Joint Research Groups : 350.000 Euro
• De Joint Research Groups hebben tot doel om via een strategische samenwerking de positie van beide partners, elk binnen hun eigen competentiedomeinen, te versterken en disciplinaire of interdisciplinaire onderzoeksbijdragen te versterken. De VUB heeft drie soorten strategische samenwerkingsvormen in dit kader :
• Alliantieonderzoeksgroepen groeperen vorsers van de VUB en van de Universiteit Gent die actief zijn rond een gemeenschappelijke onderzoekslijn,
• ULB-VUB Joint Research Groups groeperen vorsers vanuit de ULB en de VUB die actief zijn rond een gemeenschappelijke onderzoekslijn,
• Internationale Joint Research Groups groeperen vorsers vanuit ten minste één niet-Belgische universiteit en vanuit VUB, die actief zijn rondom een gemeenschappelijke onderzoekslijn
- Joint PhD’s : 200.000 Euro
• De onderzoekers van de VUB begeleiden diverse doctorandi die een doctoraat voorbereiden onder begeleiding van twee of meer onderzoeksinstellingen. Hiertoe wordt bij de start van het doctoraat een joint PhD agreement opgesteld en de doctorandus ontvangt van de OZR een bench fee waarmee de mobiliteitskosten, verbonden aan het doctoraat, kunnen gedekt worden.
2.4.
Middelen voor beheer van het onderzoek
Voor het beheer van het onderzoek worden volgende uitgaven voorzien :
- Bijdrage in de personeelskost R&D in het kader van het beheer van de BOF projecten : 220.000 Euro
- Werking OZR (inclusief vergoeding evaluatoren en organisatiekost SRP evaluaties en secretaris OZR): 210.000 Euro - Co-financiering overheidsdotatie Expertisecentra Wetenschapscommunicatie: 65.000 Euro
- Databeheer & Open Data, inclusief licentiekost CRIS, kost SCOPUS, ORCID: 250.000 Euro
- Events en Trainingen ikv OZR beleid (vb. Ethiek, GDPR, …): 70.000 Euro
De financiering gebeurt deels via BOF (695.000 Euro) en deels via eigen middelen van de universiteit.
2.5. Prijzen en Beurzen vanuit de Onderzoeksraad
In 2019 werden geen prijzen toegekend.
Bij de start van 2020 zal een nieuwe call uitgeschreven worden voor de OZR prijzen R. Van Geen, I. Vanderschueren en Kankeronderzoek.
3. KWALITEITSZORG EN DE EVALUATIE VAN ONDERZOEK(ERS)
De wetenschappelijke kwaliteit van een ploeg, van een vorser en van een project is bij de meeste externe financieringskanalen (FWO, EU, Impulsprogramma’s, ...) hét doorslaggevende selectiecriterium. Het verzekeren van de kwaliteit van onze onderzoeksploegen is een belangrijke sleutel tot het vrijwaren van de financiering van onze onderzoeksactiviteit. Het evalueren en opvolgen van de wetenschappelijke kwaliteit van de onderzoeksploegen is een van de meest fundamentele taken van de Onderzoeksraad en blijft een van de belangrijkste peilers van het onderzoeksbeleid.
Aan de VUB situeert men het onderzoeksgebeuren en de daaraan geassocieerde financieringskanalen op 3 niveaus:
- Basisfinanciering voor vakgroepen ter ondersteuning van onderzoek op zaainiveau (nieuwe ideeën) en op incubatieniveau (reeds goed uitgebouwd onderzoek); - Programmafinanciering op excellentieniveau voor onderzoek waarvan de internationale uitmuntendheid is aangetoond; - Persoonsgebonden toekenningen als startfinanciering voor nieuwe professoren en ter ondersteuning bij verwerving van EU-financiering.
Met deze indeling beschikt de Onderzoeksraad over een instrumentarium waarmee alle onderzoeksploegen en specifieke onderzoeksprogramma’s kunnen worden gesitueerd en ondersteund, met een diepte en methode van evaluatie in overeenstemming met het financieringsniveau. Binnen de domeinen Humane Wetenschappen (HW), Basis-, Natuur- en Toegepaste Wetenschappen (BNTW), en Biomedische Wetenschappen (BMW) zorgen specifieke OZR-overlegplatformen voor een gecoördineerde adviesvoorbereiding.
De Onderzoeksraad hanteert sinds jaren het systeem van peer review bij evaluaties voor omvangrijke onderzoeksfinanciering (in het bijzonder langetermijnfinancieringen en Senior Research Fellowships), en bij disciplinegewijze onderzoeksevaluaties. Ook op het bredere associatieniveau wordt peer review gehanteerd voor de (tweejaarlijkse) evaluatie van aanvragen voor middelzware onderzoekinfrastructuur door de UAB-FWO commissie (voorheen de Hercules commissie). De ingewonnen reviews worden niet alleen gebruikt voor de selectie van
aanvragen, maar zijn eveneens een bron van feedback voor aanvragers via mondelinge of schriftelijke debriefings. Een algemeen systematisch aandachtspunt in alle door de Onderzoeksraad georganiseerde peer review evaluaties is genderevenwicht (bij de opvraging van suggesties voor reviewers door aanvragers, bij de selectie van reviewers door de evaluatiecoördinatoren, bij de samenstelling van evaluatiepanels), breder dan verplichtingen dienaangaande via het BOFbesluit (i.h.b. Methusalemfinanciering).
Zowel de evaluaties ex ante (in aanvraagfase, via peer review of andere - bijkomende/ondersteunendeevaluatietechnieken), maar ook ex post (via outputmonitoring of evaluatie van verslagen of financieringskanalen) worden verder uitgebouwd én systematisch toegepast. De resultaten van deze evaluaties worden niet alleen in rekening gebracht bij de verdeling van de OZR- en BOF-onderzoekskredieten, maar verstrekken eveneens informatie die kan worden gebruikt bij promoties e.d.
Het huidige financieringsmodel voor onderzoek (RvB 24.05.2011) plaatst een jaarlijks automatisch toegekende basisfinanciering voor onderzoek naast een zichtbaarder zwaartepuntenbeleid op aanvraagbasis. Beide instrumenten samen moeten ervoor zorgen dat de universiteit zich duidelijk kan profileren rond een reeks excellente onderzoekspolen, ontstaan en gevoed vanuit een diverse en zich continu vernieuwende onderzoeksbodem.
Naast kwaliteitszorg via o.a. evaluatie zoals beschreven in dit hoofdstuk, ondersteunt het departement R&D de onderzoekers op verschillende vlakken met het oog op kwaliteitstoename: de Research & Grant Officers (RGO’s) ondersteunen diverse projectaanvragen, het Researcher Training & Development Office (RTDO) voorziet in training van vorsers in alle fases van hun carrière, en het Research Information & Data Management (RIDM)-team biedt ondersteuning in de vorm van datamanagement (zie de desbetreffende hoofdstukken voor meer details).
3.1. Kwaliteitszorg via de OZR financieringsprogramma’s
De basisfinanciering voor onderzoek vertrekt vanuit een visie waarbij stimulansen vanuit het centrale onderzoeksbeleid worden doorgegeven aan de onderzoeksgemeenschap. Middelen en stimulansen worden rechtstreeks doorgegeven aan vakgroepen en vorsers. In een toelichtende nota (RvB 24.05.2011) werden de geselecteerde parameters uitvoerig gekaderd in een ruimer onderzoeksbeleid. De gehele vorsersgemeenschap wordt voorzien van een basisfinanciering gericht op het in stand houden van een breed scala aan onderzoeksdisciplines, als duurzame en multidisciplinaire voedingsbodem voor nieuwe ontwikkelingen. De basisfinanciering voor onderzoek moet enerzijds, via de gebruikte criteria, een systematische financiële stimulans vormen voor het stelselmatig verder uitbouwen van kwaliteitsvol onderzoek, en moet anderzijds voldoende continuïteit en stabiliteit bieden. Publicaties en PhD’s zijn de basis voor een formulegebaseerde basisfinanciering voor vakgroepen Om deze zo efficiënt mogelijk te kunnen aanwenden in de verscheiden domeinen, wordt zij toegekend als een vrij aanwendbare ‘lump sum’. De prestatiestimulans die hiervan uitgaat moet bijdragen tot continu groeiende prestaties, reputatie en uitstraling van de onderzoeksteams en van de universiteit als geheel. De vakgroepen krijgen hiermee een expliciete verantwoordelijkheid op het vlak van onderzoeksbeleid, en ook de middelen om hun lokale onderzoeksstrategieën uit te bouwen en te ondersteunen. De formule voor de middelenverdeling combineert een zekere eenvoud met voldoende nuancering. De parameters blijven beperkt tot een set representatieve en strategische criteria. Een reeks persoonsgebonden bonussen is erop gericht om onderzoekers te ondersteunen die sterke uitdagingen aangaan. Hier wordt gefocust op initiatieven die een grote inzet vergen in aanvraagfase, maar die eens toegewezen een sterke meerwaarde betekenen, zowel financieel als inzake uitstraling.
- De ZAP-startfinanciering toegekend aan een nieuw ZAP-lid (mits het een aanstelling van ten minste 50% als ZAP betreft) beoogt het internationaal aantrekken van vorsers via substantiële aanstellingen te bevorderen. Zoals voorzien in het Strategisch Beleidsplan Onderzoek 2013-2017 (OZR 26.06.2013, RvB 02.07.2013) werd de ZAP-startfinanciering uitgebreid (AR 09.11.2015) ten opzichte van de oorspronkelijke criteria, gezien de sterke vraag hiernaar vanuit de onderzoeksgemeenschap.
- Incentives voor het voorbereiden en verwerven van Europese onderzoeksfinanciering (kaderprogramma’s, ERC grants, ...) stimuleren het optimaal benutten van het groeiend Europees instrumentarium en het budget inzake onderzoeksfinanciering. Redenen waarom hier nog ruimte voor verbetering is, zijn zowel te vinden in de aard van de Europese kanalen zelf (complexiteit, hoge vereiste inzet, lage slaagkans) als bij de organisatie van de potentiële aanvragers (beperkte schaalgrootte en daaraan gekoppelde ondersteuningsmogelijkheden). Het budget hiervoor stond echter reeds van bij het begin onder druk, met een systematische overschrijding van het jaarbudget sinds 2013. Bovendien bleek de EU-bonus na een evaluatie in 2017 niet meer het gewenste incentive-effect te hebben. Daarom werd de bonusregeling in 2017 hervormd en ging ze in een hernieuwde vorm in op 1 juli 2018, met een overgangsregeling tot juni 2018. Voor vele groepen is het een welgekomen extraatje om een doctoraatsstudent een vierde jaar te kunnen aanstellen of ondersteuning voor projectmanagement in te huren. Sinds 2012 werden er zo al 101 bonussen uitgekeerd, of gemiddeld 17 per jaar, en de verwachting is dat dit aantal nog zal stijgen.
- Een bonus voor maatschappelijke valorisatie kan worden toegekend aan een ZAP-lid waarvan het onderzoek in de afgelopen 5 jaren bijzonder verdienstelijk aanleiding gaf tot maatschappelijke valorisatie in brede zin. Deze bonuscategorie stimuleert de aandacht van de vorsers voor maatschappelijke valorisatie, in overeenkomst met de verhoogde aandacht hiervoor op regionaal vlak, op internationale fora en in het Algemeen Strategisch Plan (ASP) van de universiteit. Daarnaast biedt de bonus een aanleiding om verwezenlijkingen op dit vlak in de schijnwerpers te zetten. In 2015 werd formeel een tweejaarlijkse periodiciteit ingesteld (AR 09.11.2015).
Via programmatorische langetermijn-financiering wordt excellent onderzoek ondersteund van een beperkt aantal zwaartepunten en interdisciplinaire netwerken. De betreffende kanalen kregen ook een passende Engelstalige benaming (‘Strategic Research Programmes’ of SRP’s en ‘Interdisciplinary Research Programmes’ of IRP’s), ter bevordering van hun internationale herkenbaarheid, zichtbaarheid en uitstraling. Een betere zichtbaarheid van de geselecteerde zwaartepunten en interdisciplinaire netwerken, onder meer via de website van de universiteit, moet bijdragen tot de reputatie en uitstraling van de universiteit en van de betrokken onderzoeksteams. De nadruk in de profilering van een SRP ligt op wetenschappelijke excellentie, terwijl deze voor een IRP ligt op maatschappelijke uitdagingen en thematische totaalexpertise1 SRP-Groeifinancieringen van 5 jaar zijn gericht op onafhankelijke, welafgebakende, unieke VUB onderzoeksniches, die nog niet aan de vereisten voor een SRP tegemoetkomen, maar die in de aanvraag aantonen dat zij over een strategie beschikken waarmee zij dit niveau binnen enkele jaren kunnen bereiken.
3.2. Systematische algemene monitoring in het kader van interne kwaliteitszorg
Binnen het kader van het huidige financieringsmodel voor onderzoek wordt verder voldaan aan de decretale verplichtingen inzake kwaliteitszorg van de onderzoeksactiviteiten via een tweeledig systeem van:
- Systematische monitoring: De Onderzoeksraad bespreekt jaarlijks de “Strategische Beleidsfiches Onderzoek” en de “Prestatieprofielen” opgesteld in het kader van de basisfinanciering voor vakgroepen, die concrete informatie bevatten aangaande het onderzoeksbeleid en de onderzoeksprestaties binnen alle vakgroepen. Ook de evolutie van de verschillende parameters wordt weergegeven op het niveau van vakgroepen, faculteiten en de drie grote domeinen HW, BNTW en BMW. In 2019 werden door de Onderzoekraad onderdelen van de “Strategische Beleidsfiche Onderzoek” herschikt, geherformuleerd en aangevuld, en werd bijkomend gevraagd naar de datum van bespreking/goedkeuring door de vakgroep; globale onderzoeksvisie; kadering bij de specifieke personeelssamenstelling inzake soorten aanstellingen en diversiteit; infrastructuurnoden (OZR 13.02.2019).
- Punctuele disciplinegewijze onderzoeksevaluaties: De Onderzoeksraad actualiseert jaarlijks de indeling van alle vakgroepen en onderzoeksgroepen in disciplines voor een eventuele gerichte disciplinegewijze onderzoeksevaluatie. De resulterende rapporteringen aan de Onderzoeksraad geven de vertegenwoordigers van het wetenschappelijk onderzoek binnen de universiteit een duidelijk beeld van het eigen onderzoekspotentieel en leveren hen belangrijke informatie voor de uittekening en ondersteuning van het onderzoeksbeleid. De nazorg kan verschillen van evaluatie tot evaluatie, naargelang de aanbevelingen van de experts. Er wordt een remediërende werking verwacht via feedback aan de groepen zelf die -indien nodig- gestuurd wordt vanuit het Bureau van de Onderzoeksraad en de vicerector onderzoeksbeleid. Een volledige cyclus a rato van twee evaluatieprojecten per jaar werd beëindigd in 2010/2011. Hierna werd het instrument behouden om waar nodig gerichter in te zetten (niet toegepast sindsdien).
De Onderzoeksraad heeft steeds gesteld dat bibliometrische analyses op zich geen volledig beeld geven van de kwaliteit van het onderzoek en evalueert deze kwaliteit dan ook systematisch via peer review. Zonder hieraan afbreuk te doen kan echter niet worden voorbijgegaan aan de nadruk die internationaal op bibliometrische gegevens wordt gelegd. Het is belangrijk dat de universiteit over een goed beeld beschikt van haar bibliometrisch profiel ter ondersteuning van het eigen beleid en de toelevering van informatie aan externe instanties. De Onderzoeksraad komt aan deze nood tegemoet via regelmatige ‘in house’ monitoring van bibliometrische data, wanneer wenselijk geacht aangevuld met punctuele externe uitbesteding van grondige bibliometrische studies aan internationaal erkende gespecialiseerde expertisecentra. Deze studies geven daarenboven een beter inzicht in de relatie bibliometrie versus kwaliteit, de bruikbaarheid van bibliometrie en de nood aan alternatieve indicatoren.
Jaarlijks worden naar aanleiding van de berekeningen voor de verdeling van de middelen van het Bijzonder Onderzoeksfonds (BOF) over de Vlaamse universiteiten, de onderzoeksprestaties gemonitord die in de verdeelsleutel opgenomen zijn. Vanaf het begrotingsjaar 2003 wordt deze verdeelsleutel mee bepaald door de publicatie- en citatieaantallen van de universiteiten in de Web of Science (WoS), zoals bepaald in het BOF-besluit. Voor deze berekeningen worden het voorafgaande jaar telkens door het Expertisecentrum O&O Monitoring (ECOOM) per universiteit het aantal publicaties en citaties geteld en de respectievelijke aandelen berekend. Het R&D departement van de VUB treedt hierbij op als contactpersoon voor de VUB, en staat in voor het nazicht van de door ECOOM verzamelde gegevens. Vanaf begrotingsjaar 2011 worden bijkomend publicaties uit de “Social Sciences” en de “Arts & Humanities” geteld die door de universiteit (via het R&D-departement) worden toegeleverd aan het daartoe opgerichte Vlaams Academisch Bibliografisch Bestand voor de Sociale en Humane Wetenschappen (VABB-SHW). Hiertoe wordt een
(1) Een derde type zwaartepunten met nadruk op synergie met economische ontwikkelingen vindt financiering via het IOF.
gecoördineerde planning opgezet, met input vanuit R&D, de dienst Administratieve Informatieverwerking (AIVE) en de vorsersgemeenschap. De data aanwezig in PURE worden geanalyseerd wat betreft de kwaliteit van de informatie en waar mogelijk vervolledigd volgens de vereisten voor het VABB-SHW.
3.3. Punctuele toetsing van ZAP-leden aan competentieprofielen - Luik onderzoek
Het betreft een set van kwantitatieve parameters ter ondersteuning van de evaluatie van dossiers van individuele vorsers. Het is de bedoeling om hiermee uniforme criteria en richtwaarden aan te bieden voor evaluaties op verschillende niveaus (faculteiten, onderzoeksraad, ...), gedifferentieerd volgens graad (evolutief traject) en volgens (groep van) discipline(s). Het onderzoeksluik vertrekt vanuit de bepalingen in het ZAP-reglement betreffende de verwachtingen per graad. Aan een beleidsmatig profiel werden concrete prestatie-indicatoren gekoppeld en waar mogelijk ook richtwaarden. Een globaal document dat de volledige ZAP-opdracht dekt, met een onderzoeksluik en een onderwijsluik, werd midden 2008 goedgekeurd door de Raad van Bestuur (RvB 01.07.2008). In 2015 werd het document omgevormd naar de huidige ZAPCompetentietoets, als bijlage van het ZAP-reglement (RvB 29.09.2015).
Op voorstel van de Onderzoeksraad werd verwijzend naar de competentieprofielen een toetsing ingevoerd van de leden van de Onderzoeksraad aan kwaliteitsvereisten (RvB 12.02.2008).
Vanaf 2009 wordt bij ZAP-evaluaties systematisch door het dept. R&D een toetsing uitgevoerd ten opzichte van een selectie van prestatie-indicatoren uitgaande van de competentieprofielen. Voor de identificatie van relevante indicatoren per discipline op onderzoeksvlak (publicatie- en projectgerelateerd) werd gebruik gemaakt van de resultaten van de disciplinegewijze onderzoeksevaluaties. Anderzijds komen de competentieprofielen ook tegemoet aan een aantal van de stelselmatig weerkerende opmerkingen gemaakt in het kader van de disciplinegewijze onderzoeksevaluaties. Verder worden waar mogelijk referentiewaarden aangereikt voor prestaties per vorser. In 2015 werd dit kwantitatief overzicht omgevormd en uitgebreid naar een breder dossier/portfolio, waarbinnen onderzoek een van de luiken is.
3.4. Bibliometrie als ‘research intelligence tool’
Een blijvende focus zijn indicatoren en technieken die geschikt zijn voor toepassing op het niveau van sterk gespecialiseerde onderzoeksdossiers, zoals die van individuele onderzoekers en onderzoeksteams. Hier vereisen kwantitative maten bijzondere voorzichtigheid, en dienen deze te worden geïnterpreteerd in de specifieke context van elke discipline. Eind 2019 werd Publons Reviewer Connect (van Clarivate Analytics) getest en aangekocht als nieuwe bron voor het suggereren van peers op specialiteitsniveau.
4. ETHIEK EN INTEGRITEIT
Onderzoekers streven naar kwaliteitsvol onderzoek dat beantwoordt aan breed gedragen ethische beginselen en normen. De VUB vindt het essentieel dat onderzoekers op de hoogte zijn van deze beginselen en normen, opgenomen in het Charter van de onderzoeker, hun belang erkennen en ze ook toepassen in hun onderzoek.
Bij de voorbereiding van het onderzoek beoordeelt de onderzoeker de aanvaardbaarheid van het onderzoek in het licht van de Ethische Code voor Wetenschappelijk Onderzoeker in België en het Charter van de onderzoeker van de VUB. Rijst er twijfel over de ethische aanvaardbaarheid van het geplande onderzoek, is een advies wettelijk verplicht of wenselijk (bijv. voor publicatie, projectaanvraag of financiering), dan kan of moet de onderzoeker advies vragen bij de bevoegde ethische commissie van de VUB. De onderzoeksadministratie van de VUB (R&D) voorziet aanspreekpunten voor onderzoekers bij de ethische aanvragen. Deze zijn tevens liaison met het FWO voor deze materie en lid van de huidige drie ethische commissies aan de VUB: Ethische Commissie Humane Wetenschappen, Ethische Commissie Dierproeven en de Commissie Medische Ethiek. Op VLIR-niveau werd de werkgroep Wetenschappelijke Integriteit en Ethiek geformaliseerd, waar de R&D-liaisons deel van uitmaken. Alle informatie over de ethische commissies is tevens gebundeld op de nieuwe R&D-website. Bijkomende ethische checks bij mogelijk ‘Dual Use of Misuse’ van onderzoek, toepassing van het Nagoya Protocol en het feit dat onderzoekers ook binnen de humane wetenschappen steeds vaker een ethisch advies wordt gevraagd door tijdschriften, zorgt voor een toenemende belasting van de onderzoekers in hun administratieve opvolging van behaalde onderzoeksfinanciering. Deze toenemende administratie in ethische verplichtingen zorgt niet noodzakelijk voor meer ethische reflectie, gelet op de beperkte en reeds overbevraagde tijd van de onderzoeker.
Elk jaar tijdens de internationale week van de ethiek (eerste week van december) organiseert de VUB een ‘Ethics Week’. Tijdens deze week worden diverse lezingen en trainingen georganiseerd, zowel voor studenten als voor onderzoekers, met betrekking tot wetenschap en ethiek (link: https://www.vub.be/weekvandeethiek#programme-ethics-week-2019).
Het lijkt vanzelfsprekend dat onderzoekers zekere deontologische regels in acht nemen bij hun onderzoeksactiviteiten
en in hun relatie tot collega’s. Binnen de VUB is de Commissie voor Wetenschappelijke Integriteit (CWI) verantwoordelijk voor de behandeling van vermoedens van wetenschappelijk wangedrag.
5. OPEN SCIENCE & OPEN DATA
Zowel op universitair als op interuniversitair niveau werd in 2019 ingezet op het verder uitrollen van een open access/ open science en Research Data Management (RDM) beleid. Daarnaast wordt er door de cel Research Information and Data Management (RIDM) binnen R&D permanent aandacht besteed aan het verbeteren van de PURE-functionaliteiten, het tegemoetkomen aan de gebruikersnoden en het implementeren van diverse rapporteringen van data uit de CRISsystemen.
5.1. Research data management en Open Science
In 2019 werden drie grote dossiers opgestart/verdergezet: (1) Electronic Lab Notebooks (ELNs), (2) data storage voor lopend onderzoek en (3) het Open Acces beleid. Een ELN is software voor het documenteren van onderzoek, experimenten en procedures. Grote voordelen van een ELN ten opzichte van een papieren laboboek zijn het veilig bewaren en delen van onderzoeksdata (en dus het tegengaan van verlies van data) en het eenvoudig terugvinden van alle relevante gegevens. Om tegemoet te komen aan de toenemende eisen die gesteld worden m.b.t. RDM beoogt het R&D departement onderzoekers te ondersteunen bij de implementatie van een ELN in hun workflow. Om dit doel te bereiken heeft de cel RIDM zich verdiept in ELNs. Eerst werden de functionaliteiten van 25 ELNs afgetoetst aan een set van criteria opgesteld op basis van veiligheidsvereisten en consultatie van de (eigen) onderzoeksgemeenschap. Hieruit werden enkele ELNs geselecteerd om uiteindelijk tot een shortlist te komen van drie ELNs (PerkinElmer, Labfolder, SciNote). Deze werden grondig geëvalueerd in samenwerking met onderzoekers van verschillende onderzoeksdisciplines. Bij het afronden van deze evaluatie kwam er nog een vierde optie naar voren, nl. iVention, een platform dat naast de typische ELN-functionaliteiten ook bredere ‘labaratoriummanagement’ functies biedt. Het animalarium start momenteel een samenwerking met iVention voor het beheer van hun faciliteit. Deze laatste piste zal dan ook verder onderzocht worden in 2020. Eveneens om tegemoet te komen aan de noden inzake datamanagement werd een dossier rond data storage opgestart. Eerst werd een uitgebreid rapport opgesteld over de toestand van de verschillende VUB-opslagfaciliteiten en mogelijke verbeterpunten. Hierop volgend werd ook een aanvang genomen met het implementeren van deze verbeteringen, wat tegen de zomer van 2020 zou moeten leiden tot een nieuwe centrale oplossing voor de storage van grote datavolumes. Dit dossier zal ook in 2020 verder worden opgevolgd, ook rekening houdend met initiatieven binnen de bredere Vlaamse context, gecoördineerd door het Flemish Open Science Board (FOSB; zie ook verder). Uiteraard zullen daarbij aansluitend ook nieuwe dossiers in de steigers moeten gezet worden, zoals bv. infrastructuur voor archivering van onderzoeksdata, al dan niet in een Vlaams interuniversitair samenwerkingsverband.
Op 21 oktober 2019 keurde de Academische raad een nieuw beleid goed met betrekking tot open access voor publicaties. Dit beleid weerspiegelt de ambitie om open onderzoek te promoten als goede praktijk en streeft ernaar dat de universiteit te allen tijde over een kopij beschikt van publicaties die door VUB-onderzoekers werden gerealiseerd. Hiertoe werd een full tekst deponeringsplicht in PURE ingesteld voor een aantal welbepaalde documenttypes die tevens in open access ter beschikking dienen te worden gesteld in alle gevallen waar daar juridisch de mogelijkheid toe bestaat. Onderzoekers wordt daarmee gevraagd hun open access rechten optimaal te benutten. De beleidstekst omschrijft ook duidelijk de taken van diverse organisatorische eenheden. Zo zal de universitaire bibliotheek een grotere rol opnemen in de uitvoering van het open acces beleid. De samenwerking tussen de bibliotheek en het departement R&D werd in het licht daarvan versterkt. Een eerste project dat in het kader van deze samenwerking werd uitgerold was de VUB-Institutional Repository (VUBIR). Op basis van gegevens onttrokken uit PURE worden zowel metadata als de full tekst van een publicatie via het portaal van de bibliotheek zoekbaar gemaakt. Dit project werd in het najaar opgeleverd en vertrekkende hiervan wordt verder onderzocht hoe deze informatie ook door externe portalen kan worden gecapteerd. Daarnaast werd een workflow uitgetekend tot kwaliteitsvalidatie van de open access publicaties die door bibliotheekmedewerkers zal worden uitgevoerd.
Daarnaast werd sterk ingezet op informatieverspreiding naar onderzoekers. Op verschillende manieren werd een RDM informatieaanbod voor onderzoekers uitgerold. Zo werd een workflow opgezet voor de verplichte indiening van de DMPs (Data Management Plannen) in kader van toegekende FWO-projecten waarbij onderzoekers uitgebreide schriftelijke feedback kregen op ingezonden DMPs (Data Management Plannen). Bovendien werd er voluit ingezet op DMPinfosessies en meetings:
- In het kader van toegekende FWO-projecten werden er individuele meetings georganiseerd met onderzoekers, om naast de schriftelijke DMP-feedback ook mondelinge toelichtingen te verschaffen.
- Er werden verscheidene sessies rond FWO (applicatie-)DMPs aangeboden aan onderzoekers.
- Op uitnodiging van enkele onderzoeksgroepen ging het Data Management team bij hen langs om RDM voor het voetlicht te plaatsen.
De R&D SharePoint pagina’s werden verder gestoffeerd met verscheidene (soms meer verdiepende)
referentiedocumenten rond topics als data storage, back-up, data archivering en anonimisering van persoonsgebonden onderzoeksdata. De bedoeling is om op dit elan door te gaan in 2020, met ook de ontwikkeling van een online RDMcursusaanbod en nauwere samenwerking met de RDM-verantwoordelijken van andere Vlaamse onderzoeksinstellingen. Verder werd ingezet op het versterken van de communicatie over open access. Dit gebeurde ondermeer door middel van informatiesessies ‘publication en open access literacy’, georganiseerd door de doctoral schools. Daarnaast vormen de R&D SharePoint pagina’s een forum waarop de kernpunten van het beleid en de ter beschikking staande tools worden gecommuniceerd. Jaarlijks wordt ook in samenwerking met alle Belgische universiteiten een event georganiseerd in het kader van de open access week. Dit jaar was dit een ronde tafel debat waar met academische partners en overheden gediscuteerd werd over de problematiek van de kosten van open access en strategieën werden besproken met betrekking tot transformatieve overeenkomsten tussen universiteiten en uitgevers. Omdat deze bijeenkomst uitzonderlijk niet naar de onderzoeksgemeenschap zelf was gericht is er aanvullend in de open access week samen met de Université Libre de Bruxelles een Open Science Fair georganiseerd. Daarin getuigden tal van VUB- en ULB-onderzoekers hoe diverse tools en forums in de praktijk kunnen worden aangewend om open onderzoek te bevorderen.
Tot slot wordt telkens gestreefd naar een zo groot mogelijke interuniversitaire samenwerking, teneinde schaalvoordelen te realiseren in het licht van de grote uitdagingen waarvoor de instellingen worden gesteld. De gemeenschappelijke inspanningen worden gestructureerd in de VLIR-werkgroep RDM/Open Science. Deze bracht in 2017 een White paper uit, die de situatie van de Vlaamse universiteiten in kaart bracht, resultante van een eerdere bevraging. Deze formuleerde de noden naar de Vlaamse overheid, meer bepaald aan investeringen in infrastructuur, opleiding en open science. De nota werd in 2018 aan diverse stakeholders voorgelegd wat geleid heeft tot verdere consultatie naar een mogelijke beleidsstructuur voor open science in Vlaanderen. Eind 2019 keurde de Vlaamse regering het beleidsplan Open Science goed, inclusief de oprichting van een Flemish Open Science Board (FOSB), een strategisch orgaan waarbij universiteiten samen met andere stakeholders mee over open science en de afstemming op EOSC zullen adviseren. Er zal 5 miljoen per jaar in open science initiatieven geïnvesteerd worden, zowel op het niveau van infrastructuur voor RDM als op het niveau van expertise-ontwikking en personeel (data stewards). Ook met betrekking tot het open access beleid werden de krachten gebundeld. Via de EUA expert group on Open Science, en de VLIR vertegenwoordiging daarin, werd specifieke aandacht besteed aan big deal contracten, copyright, European Open Science Cloud (EOSC) en research assessment. Daarnaast werd met de werkgroep afgestemd op open access beleidspunten zoals Plan S, toepassing van de Belgische copyright wetgeving, open access in FRIS, en werd een samenwerking opgestart met Elektron om te onderzoeken hoe en in welke mate toekomstige contracten met uitgevers een open access component kunnen bevatten.
5.2. PURE
De Cel RIDM binnen R&D staat in voor het dagelijkse beheer van Pure, de datakwaliteitszorg, training van VUBmedewerkers en rapportering aan diverse interne en externe instellingen.
Inzake het beheer van de database Pure werd in 2019 ingezet op (1) de nazorg van het integratieproject van het Universitaire ziekenhuis Brussel (UZB), (2) aanvulling van de kennisdatabank en algemene ondersteuning en (3) onderhandelingen Pure 5. In het kader van het eerste punt werden inlogproblemen aangepakt en werden dubbele entiteiten uit de PURE-databank opgelost. Verder werd opnieuw ingezet op infosessies, zowel één-op-één als in groep, om de gebruikers in het universitair ziekenhuis zoveel mogelijk te informeren over het correct gerbuik van de applicatie. Betreffende de ondersteuning werden ook infosessies gehouden op campus Etterbeek, zowel op aanvraag als in het kader van de PhD introduction week. Daarnaast werd de in 2018 uitgebouwde kennisdatabank (waar gebruikers terecht kunnen met vragen over Pure) verder aangevuld en werden de reeds bestaande kennisartikelen vertaald naar het Nederlands.
De procedure voor de aankoop van Pure 5 werd opgestart. In de eerste helft van 2019 werd een demo over Pure 5 bijgewoond, waarna een korte vergelijkende studie inzake prijzen aan andere instellingen werd opgestart, gevolgd door prijsonderhandelingen met Elsevier. Inhoudelijk werd, in overleg met EWI, aan Elsevier gevraagd een extra module toe te voegen aan het contract inzake de connectiviteit met FRIS om zo een goede aanlevering aan FRIS te garanderen. Het contract werd, in de periode november-december 2019, nagelezen door de juridische dienst, R&D, DICT en de DPO en een reeks aanpassingen in het voordeel van de VUB werden bedwongen. Het finale contract werd goedgekeurd op het directiecomité van februari. In 2020 zal ingezet worden op de implementatie van Pure 5.
Pure is bron voor diverse rapporteringen naar de overheid zoals VABB-SHW, FWO en FRIS (Flanders Research Information Space). Deze vragen periodieke aanpassingen in functie van de door de overheid gestelde noden. In kader van deze rapportering werd o.a. ingezet op disciplinecodes en ORCID iD’s. De nieuwe Vlaamse Disciplinecodelijst, opgesteld door ECOOM Hasselt, werd in 2018 geïmplementeerd in PURE. In 2019 kregen alle projecten, vak- en onderzoeksgroepen een nieuwe Vlaamse disciplinecode toegewezen op basis van de concordantietabellen die werden voorzien door ECOOM Hasselt. Verder werden verschillende oproepen gelanceerd aan individuele onderzoekers om hun disciplinecode(s) te registreren in Pure. Deze actie had het nodige effect met een gevoelige stijging van het aantal onderzoekers met disciplinecodes tot ongeveer 62%.
Binnen het consortium van Electron vzw werd een gemeenschappelijke ORCID-licentie aangekocht. Aan VUB werden
in 2018 de reeds bestaande ORCID iD’s geïmplementeerd. Voor onderzoekers op campus Jette werd, samen met de oproep voor disciplinecodes, een oproep gelanceerd voor aanvullen van de ORCID iD en de onderzoeksexpertise. Hiervoor werd ook on-site assistentie aangeboden in de vorm van drie workshops waar onderzoekers samen met een RIDM-medewerker de nodige aanpassingen in hun profiel konden doen. Voor campus Etterbeek werd beslist de oproep gefaseerd te lanceren. Een oproep tot aanvullen van de ORCID iD zal plaatsvinden in 2020. Verder worden alle publicaties die voor rapportering in aanmerking komen dagelijks gevalideerd. Dit ging in 2019 om ruim 3000 publicaties in totaal. Daarnaast worden ook tijdschriften als object in PURE beheerd. Ook in 2019 is er ingezet op de correcte aanlevering aan FRIS. Er werd nauw samengewerkt met EWI en Elsevier om technische issues betreffende deze aanlevering op te lossen. Echter de trage responsetijd en gebrekkige communicatie langs de kant van Elsevier leidde tot een lange doorlooptijd alvorens de problemen effectief werden opgelost. De optimalisatie van deze aanlevering zal dan ook verder worden opgenomen in 2020. Daarnaast werd ook een nieuwe analyse van onze gegevens in FRIS aangevraagd aan EWI in kader van de impulsfinanciering, aangezien een deel van de financiering nog niet werd vrijgegeven. Een deel van de problemen werd reeds geremedieerd in 2019 en deze actie zal verdergezet worden in 2020, zodat het budget van mijlpaal 5 en 7 vrijgegeven kan worden.
Tot slot werd in het kader van het nieuwe BOF-besluit en de daaruit voortvloeiende extra bepalingen betreffende de dataaanlevering naar FRIS een plan van aanpak uitgewerkt. Er werd een eerste aanzet genomen tot de implementatie van deze items. Dit zal zich verder concretiseren in workflows, werkinstructies en – indien nodig - beleidsaanpassingen in de loop van 2020. Eveneens zal het plan van aanpak verder aangevuld worden met de items die nog besproken worden op de FRIS-TO’s in 2020 (o.a. apparatuur en Open Access label).
De VUB heeft de samenwerking met de Dutch Pure User Group verdergezet om de gebruikersnoden te aggregeren en positioneel als grotere klant te kunnen optreden. Daarnaast heeft de cel RIDM ook ingetekend op de oproep van het departement EWI om op te treden als voorzitten van de Belgische Pure User Community met als bijkomende verantwoordelijkheden het beheer van de PURE installatie van EWI, ondersteuning voor de andere Belgische Pure gebruikers, uitwerken van een beleid inzake de registratie van datasets in Pure voor alle gebruikers, organiseren en voorzitten van een drie maandelijkse vergadering met alle gebruikers om noden, vragen, oplossingen, etc. in kaart te brengen. Een nieuwe medewerker werd hiervoor aangeworven en de opleiding van deze medewerker werd aangevangen.
6. VORMING EN LOOPBAAN VAN DE ONDERZOEKER
Dit onderdeel beschrijft de structuur en de ondernomen activiteiten en de genomen beleidsbeslissingen betreffende de doelstelling omtrent het verder uitbouwen en ontwikkelen van een internationale, interdisciplinaire en excellente onderzoeksomgeving in de vorm van training, en de doelstelling omtrent het verbeteren van het welzijn van student en personeel. Naast de investeringen die R&D hierin voorziet, wordt het budget aangevuld met een subsidie aan Vlaamse universiteiten vanuit de Vlaamse overheid in het kader van het programma “Omkadering Jonge Onderzoekers”, kortweg OJO. Dit programma werd in 2018-2019 positief geëvalueerd en in 2019 verdergezet en zelfs uitgebreid met 1 miljoen eur over alle Vlaamse universiteiten. In 2019 werd een uitgebreid meerjarenplan uitgewerkt waarin de doelstellingen voor de komende vijf jaar worden gedetailleerd, leunend op de aanbevelingen vanuit de Vlaamse overheid alsook de accenten die VUB wenst te leggen. Het plan werd opgebouwd uit de strategische doelstellingen van de rector: verbonden, lerend, open en warm.
Het centrale team vanuit Research en Datamanagement verantwoordelijk voor training en ontwikkeling van onderzoekers bestond in 2019 uit 5 medewerkers: twee administratief medewerkers, een beleidsmedewerker, een carrière coördinator en een algemeen coördinator. Dit centrale team werkt in nauwe samenwerking met de drie doctoral school directeurs (Human Sciences (DSh), Natural Sciences & (Bio-Science) Engineering (NSE) en Life Sciences & Medicine (LSM)) samen. De ondersteuning van jonge onderzoekers is ingebed in het grotere verhaal van het departement Research & Datamanagement (R&D) aan VUB. Uitdagingen met betrekking tot wettelijke verplichtingen m.b.t privacy, datamanagementplannen of wetenschappelijke integriteit vormen geen probleem gezien de expertise binnenshuis gehaald kan worden en samenwerking voor het opzetten van infosessies en delen van trainingsmateriaal frequent gebeurt. RTDO werkt niet alleen samen binnen het eigen departement voor een optimale ondersteuning, maar doet ook beroep op andere diensten, zoals de dienst Kwaliteitzorg en Onderwijsprofessionalisering voor het optimaliseren van de didactische vaardigheden, met Tech Transfer om de ondernemingszin van doctorandi aan te wakkeren, met ACTO om het Academisch Engels op te krikken, enz. Zie ook 6.3 voor een aantal concrete projecten waarrond wordt samengewerkt. Daarnaast wordt ook met externe partners samengewerkt voor het opzetten van training en het uitwisselen van best practices. Naast de Vlaamse universiteiten is er ook een goede samenwerking met ULB, met wie er een supervisor training is opgezet bestaande uit verschillende modules, alsook op Europees niveau waar VUB vertegenwoordigd is in verschillende netwerken (UNICA, PRIDE, EUA-CDE).
Tot slot wordt ook feedback op het aanbod en onze ondersteuning gevraagd van een aantal niet-academische spelers. In 2019 werd daartoe een klankbordgroep opgericht bestaande uit een aantal VUB Fellows die topfuncties bekleden en VUB behoeden van het ivoren-toren-syndroom.
6.1. Verplichte Doctoraatsopleiding
Sinds de oprichting van de doctoraatsopleiding in 2008 werd gekozen voor een flexibele doctoraatsopleiding en –begeleiding: vanuit de redenering dat de doctoraatsopleiding bedoeld is als hulpmiddel voor doctorandi. De nadruk ligt op een flexibel en individueel samen te stellen programma, bij voorkeur in samenspraak met de promotor, zodat ieders noden kunnen beantwoord worden. De doctoraatsopleiding is vanuit deze optiek een aanbod en geen verplichting.
Eenieder die aan de VUB een doctoraatsproefschrift voorbereidt, is reglementair verplicht om zich als doctoraatsstudent in te schrijven. Op die manier kunnen we onze doelgroep effectief identificeren en kunnen we een kwaliteitsvolle opvolging van kandidaat en onderzoek garanderen. Via introductiedagen voor nieuwe doctorandi, maandelijkse nieuwsbrieven en een facebookgroep die een groot deel van de doctorandi bereikt, proberen we de doctorandi van ons aanbod op de hoogte te brengen en te enthousiasmeren om vakspecifieke en -overschrijdende cursussen te volgen.
Sinds academiejaar 2017-2018 is de introductiedag verplicht te volgen voor nieuwe doctorandi. Deze dag bestaat uit uitleg over de praktische werking van RTDO, de DS, en verschillende andere diensten (M&O, Science Outreach Office, European Liaison Office, …), en bevat daarnaast ook een introductie tot wetenschappelijke integriteit en ethiek. Het is eveneens een uitgelezen moment om mede startende onderzoekers te leren kennen uit verschillende disciplines.
Op Europees niveau is er een duidelijke trend om de doctoraatsopleiding meer te structureren en reguleren, in de eerste plaats om doctorandi het nodige onderricht te geven in onderzoeksgerelateerde competenties, maar daarnaast ook in transferable skills2. Het FWO heeft er voor gekozen om binnenkort de doctoraatsopleiding als een verplicht onderdeel op te nemen voor haar aspiranten. Dit noopte de VUB ertoe om de doctoraatsopleiding verplicht te maken voor alle doctorandi die voor het eerst inschrijven in academiejaar 2019-2020. Het systeem waar voor gekozen wordt, biedt nog steeds voldoende vrijheid zodat doctorandi deze kunnen invullen naargelang hun eigen specifieke behoeften. Figuur 1 toont schematisch de verschillende aspecten waar doctorandi aan dienen te voldoen om hun doctoraatsopleiding succesvol af te werken. Er moeten nog steeds 30 credits behaald worden om een certificaat van de Doctoral Schools te ontvangen. Tot op heden was die invulling volledig vrij, vanaf 2019-2020 moeten doctorandi minimum 5 credits per quadrant verzamelen. Er zijn 4 quadranten: aan de linkerkant zijn er twee onderdelen die het puur onderzoeksmatige benadrukken:
A/ Onderzoeksoutput bestaat uit verschillende vormen van publicaties - van artikels in internationale journals tot actieve deelname aan conferenties met het presenteren van een poster of paper
B/ Domeinspecifieke vaardigheden worden aangeleerd door het volgen van domein- of DS-specifieke trainingen. Dit kan door het volgen van een intensieve Summer School of door het volgen van extra vakken in het BA/MA aanbod aan de VUB of een andere universiteit. Daarnaast vallen ook wetenschappelijke prijzen onder deze noemer, specifieke output voor Doctoraten in de Kunsten en goedgekeurde funding proposals
Aan de rechterkant van Figuur 1 bevinden zich de twee onderdelen die staan voor het verbreden van vaardigheden.
C/ Onderwijstaken en Science Outreach betreft allerhande onderwijsactiviteiten van lesgeven binnen een BA/MA vak tot het geven van training voor mededoctorandi, alsook thesisbegeleiding van BA/MA studenten. Science Outreach betreft zowel wetenschapscommunicatie (schrijven van een populariserend artikel, deelname aan de VUB PhD Cup of andere wedstrijd, media-output) als andere activiteiten waarbij onderzoek vertaald wordt voor een breed publiek (kinderuniversiteit, dag van de wetenschap, …).
D/ Transferable skills en carrière ontwikkeling: hieronder valt alle aangeboden training die zowel nuttig is voor academische als niet-academische carrière (presentatievaardigheden, leren vergaderen, time management, leiderschapsvaardigheden, enz.), training ter voorbereiding op de carrière na het behalen van een doctoraat, alsook het zetelen in raden, organisatie van evenementen, of actieve deelname in werkgroepen, committees enz.
Tot slot is er ook de Overarching ‘WILDCARD’: activiteiten die kunnen worden ingezet in één van de eerder vernoemde onderdelen, maar in feite door de specifieke inhoud ervan in elk van de onderdelen thuishoren. Dit heeft betrekking op internationale/interinstitutionele/interdisciplinaire en/of intersectorale samenwerkingen en mobiliteit.
Een stage in een bedrijf kan doctorandi de nodige kennis opleveren om een nieuwe publicatie voor te bereiden, kan inzicht geven in bepaalde technieken die ze dan kunnen delen met mede-doctorandi, maar geeft evengoed inzicht tot het maatschappelijke belang van een onderzoeksvraag en de samenwerking binnen het bedrijf is een perfecte leerschool om transferable skills aan te leren.
2 Hasgall, A. Saenen,B. & Borrell-Damian, L. (2019). Doctoral education in Europe today: approaches and institutional structures. European University Association, Geneva.

Figuur 1: Schematische voorstelling van de invulling van de doctoraatsopleiding aan VUB
Er zijn overgangsmaatregelen voorzien voor zij die voor academiejaar 2019-2020 gestart zijn. Daarnaast worden er ook vrijstellingen voorzien voor drie types doctorandi: doctorandi in een joint PhD waarbij de VUB niet de hoofdinstelling is, Sandwich PhDs die grotendeels (>=50%) in het buitenland aan hun doctoraat werkzaam zijn en doctorandi die deeltijds (>=50%) een andere job (of daarmee gelijkgesteld) uitoefenen.
Aftoetsing gebeurde op verschillende niveaus: in de VUB PhD survey 2018 werd gepeild in welke mate doctorandi open zouden staan tegenover een verplichting (dit bleek voor twee op drie doctorandi geen probleem, zolang er voldoende flexibiliteit geboden wordt), de concrete uitwerking werd verder ook afgestemd met de DS raden en de stuurgroep Doctoral Schools.
Vanaf de zomer van 2019 werd communicatiecampagne opgezet om alle actoren hierover in te lichten en tijdens de introductiedag voor startende doctorandi in 2019-2020 komen de voorwaarden en werking van de doctoraatsopleiding ook uitgebreid aan bod. In 2019 werd ook een IT project opgestart om het online portfolio aan te passen aan deze nieuwe invulling van de doctoraatsopleiding. De eerste aanpassingen zijn voorzien om geïmplementeerd te worden tegen de start van academiejaar 2020-2021.
6.2. Trainingsaanbod
De sleutelaspecten van de doctoraatsopleiding bestaan erin de verdere ontwikkeling van jonge onderzoekers in verschillende fasen van hun carrière te versterken en vergemakkelijken. Dit wordt mogelijk gemaakt door een aanbod dat toelaat zich te verdiepen in een specifieke niche zowel als zich te verbreden door het opnemen van verschillende taken gedurende het doctoraatstraject (onderwijs geven, krantenartikels schrijven, meewerken aan Europese projecten, etc) en door het volgen van transferable skills training. De uitdagingen voor de komende jaren bestaat erin het aanbod voor doctorandi te consolideren en uit te breiden vooral naar diverse formats, zoals het aanbieden van een aantal modules via online leerplatformen. Daarnaast wordt het specifieke aanbod voor postdocs en ZAP ook uitgebreid, want zowel direct als indirect de begeleiding van doctorandi ten goede zou moeten komen (zie ook onderzoeksprofessionalisering).
Het aanbod in 2019 bestond zoals voorgaande jaren uit een combinatie van top-down verdiepende of verbredende opleidingen, alsook bottom-up masterclasses en seminars, geïnitieerd of ondersteund door één of meerdere Doctoral Schools.
Veel van de nieuwe initiatieven werden uitgewerkt onder impuls van onze loopbaancoördinator. Er wordt op verschillende dimensies van loopbaanontwikkeling gewerkt. Ten eerste is er loopbaanadvies, wat zowel individuele coaching inhoudt (tot de zomer 2019 werd dit verzorgd door Adecco Spring Professionals, maar doordat het contract tussen VUB en Adecco niet werd verlengd, voorziet de RTDO loopbaancoördinator hier een aantal individuele coaching momenten vanaf september 2019) als groepscoaching. Resume LAB is hierbij een nieuw initiatief waarbij jonge onderzoekers inzicht
krijgen in het schrijven van een aangepast CV en waarbij ze ook hun talenten ontwikkeld tijdens hun doctoraat leren benoemen en ‘verkopen’. Ook werden een aantal thematische workshops op vraag ingericht, zoals ‘Online branding’ –gebruik maken van social media om je netwerk uit te breiden, salarisonderhandeling en ‘becoming a STAR in interviews’. Er werd ook een specifieke cursus ingericht voor postdocs om hen te helpen in hun volgende carrièrestap binnen of buiten het academische: ‘Should I stay or should I go’.
Een tweede dimensie is het stimuleren van academische vaardigheden en ontplooiing. Dit gebeurt onder andere door informatiesessies te ondersteunen rond het starten van een doctoraat voor MA-studenten, advies en training in het aanvragen van funding (dit gebeurt in samenwerking met de Research Grant Officers) en door vele bestaande trainingen (Academic English, writing skills, presenting,…).
In de derde dimensie wordt ingezet op interacties met andere sectoren. Zo werd een pilootproject ingericht bij LSM: “Breakfast series” waarbij een diversiteit aan carrières in Life Sciences & Medicine wordt geëxploreerd aan de hand van getuigenissen van uitgestroomde gedoctoreerden (Industrie, Non-Profit,ondernemerschap,…). Daarnaast was er een zeer succesvol interuniversitair initiatief omtrent werken bij de UN en andere internationale organisaties en werd een bedrijfsbezoek georganiseerd voor onderzoekers uit DSh in samenwerking met VOKA.
Een vierde en vijfde dimensie richten zich op mobiliteit, diversiteit en networking. Dit gebeurt via stimuleren van internationale mobiliteit via terugkerende travel grants uitgereikt door de Doctoral Schools, training in networking skills en online netwerken.
Onder impuls van de OJO-subsidie wordt ook een groot deel van het aanbod in samenwerking met andere Vlaamse universiteiten uitgewerkt. Door de voorziene bijkomende financiële injectie was het mogelijk in 2019 bijkomende investeringen te maken in succesvolle formules. Het Flanders Training Network for Methodology and Statistics (FLAMES) is zo’n succesvol initiatief die in de afgelopen jaren vooral ingezet heeft op training in kwantitatieve methodes. Vanuit VUB werd al geïnvesteerd in een trainer die het kwalitatief luik kon opbouwen. Een tweede trainer is voor 40% aangeworven om naast basiscursussen kwalitatief onderzoek ook een aantal andere verdiepende trainingen aan te bieden en in de jaarlijkse summer school werd nu ook een specifiek traject voorzien voor wie zich vooral wenst te verdiepen in kwalitatieve methoden. Daarnaast werd ook vanuit RTDO beslist om een deeltijds medewerker aan te trekken specifiek ter ondersteuning van het luik wetenschapscommunicatie. Deze persoon staat naast het organiseren van specifieke schrijftrainingen in voor de organisatie van de Doctoral Derby (de voormalige VUB PhD Cup) en de VUBondersteuning in de interuniversitaire summer school Let’s talk Science. Dit initiatief werd initieel opgestart aan VUB en zal in 2020 opnieuw op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus georganiseerd worden.
Voor postdocs werden verschillende nieuwe initiatieven op poten gezet in samenwerking met verschillende teams van R&D. Zo werd een postdoc community opgericht, waarbij beoogt wordt om PostDocs samen te brengen om bezorgdheden (onderling) te delen, een soort vertegenwoordiging en klankbordgroep voor deze gemeenschap te zijn (rechtstreeks contactpunt met onderzoeksbeleid), en ook bottom-up initiatieven die aan de noden tegemoet komen mee te organiseren met ondersteuning van R&D. In het najaar werden twee nieuwe events georganiseerd: de PostDoc Appreciation Day en de PostDoc Day. Bedoeling is om dit jaarlijks terugkerende events van te maken. De eerste steeds tijdens de internationale PostDoc Appreciation Week, de tweede specifiek gericht op het informeren van startende PostDocs aan VUB – informatie over diensten en procedures, alsook een eerste kennismaking te bieden met het opleidingsaanbod. Dit werd in grote mate getrokken door de coördinator van het ASP2030 project onderzoeksprofesssionalisering.
Voor de ZAP-leden werd het aanbod ook gevoelig uitgebreid onder impuls van datzelfde project omtrent onderzoeksprofessionalisering. In 2018 gebeurde een nodenbevraging bij senior onderzoekers (PostDocs & ZAP), wat in 2019 uitmondde in enkele concrete nieuwe en/of verbeterde initiatieven. Zo werd in samenwerking met M&O een vernieuwde meerdaagse voor startende ZAP-leden ingericht ‘Academic Leadership Days for Early Career ZAP’, bestaande uit een combinatie van korte informatiesessies van verschillende VUB-diensten, als training in leiderschap en welzijn door verschillende externe trainers. Een vernieuwde supervisor training werd uitgewerkt in samenwerking met collega’s van ULB. Deze tweedaagse training gegeven door een externe consultant en professor gespecialiseerd in begeleiding van doctorandi aan de hand van een theoretisch model (‘5 approaches to supervision’: functional, enculturation, critical thinkin, emancipation & relationship development), werd aangepast waarbij één dag gebruik gemaakt wordt van deze consultant, en een tweede dag gegeven wordt door interne trainers (een team van twee professoren en 2 coordinatoren van de doctoraatsopleiding van beide universiteiten). Hiervoor werd een train-the-trainer dag ingericht waarbij de interne trainers werden voorbereid op het geven van een deel van de training. In februari 2020 gaat deze sessie voor het eerst van start en zal daarna geëvalueerd worden. Tot slot is er ook het nieuwe ‘Out of Office’ initiatief getrokken door Onderwijsinnovatie en kwaliteitszorg en mee ondersteund vanuit RTDO, voor het eerst doorgegaan begin 2020 maar volledig voorbereid in de tweede helft van 2019 om tegemoet te komen aan de verzuchting van ZAP die zich graag eens ergens terug wensen te kunnen trekken om zich rustig te kunnen bezighouden met het voorbereiden van hun onderwijstaken/onderzoeksvoorstellen. Het format is eenvoudig: er wordt een ruimte op een centrale plek in Brussel voorzien waar ZAP individueel of in kleine groepjes kunnen werken aan hun onderwijs/onderzoek. Overdag is ook een korte training voorzien die hen moet inspireren, gegeven door onze loopbaancoördinator, en bij volgende edities telkens gerelateerd zal zijn met het specifieke thema dat aan Out of Office wordt gekoppeld (bv. Deadline FWO projecten, onderwijsfiches etc).
6.3 Projecten ter optimalisatie van processen en procedures voor jonge onderzoekers
Inschrijvingsprocedure & aanstelling van onbezoldigden
Het optimaliseren van de inschrijvingsprocedure is een project opgestart in 2016 dat ertoe moet bijdragen dat doctorandi en promotoren minder overlast ondervinden.
Er dient een nieuwe aanmeldingsprocedure (AAWS) opgezet te worden waarbij doctorandi van bij de start een andere procedure dienen te volgen dan reguliere studenten. Op die manier kunnen een aantal checks ingebouwd worden die voor een grotere efficiëntie zorgen bij alle actoren (zowel langs de kant van de administratie als de kant van de gebruiker). Hieraan gerelateerd dient ook de procedure voor het aanstellen van onbezoldigd medewerkers verbeterd te worden.
Online Portfolio en afleveren getuigschriften
Eind 2019 werd een IT project opgestart om het online portfolio aan te passen aan de nieuwe invulling van de doctoraatsopleiding. De eerste aanpassingen zijn voorzien om geïmplementeerd te worden tegen de start van academiejaar 2020-2021. De objectieven van dit project zijn 1) onderdelen van de verplichte doctoraatsopleiding dienen op overzichtelijke manier geraadpleegd en aangevuld te worden in Portfolio, 2) Doctorandi maken gebruik van rapportagemogelijkheden in Portfolio om de onderdelen van de verplichte doctoraatsopleiding te rapporteren in hun voortgangsverslag, 3) Portfolio laat toe een controle uit te voeren op het voldoen aan (en uitzonderingen op) de voorwaarden van de verplichte doctoraatsopleiding, 4) Monitoring van de gevolgde soorten activiteiten van de verplichte doctoraatsopleiding door RTDO.
Sinds 2018 is het mogelijk om via CALI – Studiebekrachtigingsdocumenten (SBD) (een tool die werd ingericht voor het drukken van diploma’s) ook getuischriften van de doctoraatsopleiding te drukken. Twee mogelijkheden worden hierin voorzien: doctorandi kunnen na een succesvolle verdediging zelf hun getuigschrift aanvragen, waarbij RTDO op verschillende momenten tijdens het academiejaar deze getuigschriften in samenwerking met OWSA laat printen en daarnaast is het ook mogelijk na het afsluiten van het academiejaar voor iedereen die voldoet aan de criteria (60 credits, waarvan minimum 30 behaald via de doctoraatsopleiding) een getuigschrift te printen. In 2019 werden in totaal 145 getuigschriften voorbereid (62% van alle gedoctoreerden behaalden dus voldoende credits om dit getuigschrift te bekomen). Dit is vergelijkbaar aan het % in 2018. Dit proces dient echter nog verder geoptimaliseerd te worden, want technische issues in de SBD-module in CALI zorgen vaak voor vertragingen in het drukken van getuigschriften tijdens het academiejaar. Ook na het afsluiten van het academiejaar duurt het een aantal maanden vooraleer een correct zicht kan verkregen worden op het totaal aantal gedoctoreerden. Dit zal deels opgevangen worden door een procesoptimalisatie voorzien in het IT-project voor Portfolio, maar daarnaast dient ook verder werk gemaakt te worden van een betere handleiding zowel voor doctorandi als voor RTDO medewerkers die de getuigschriften dienen te controleren voor print. Dit wordt verder uitgewerkt in 2020.
TEO LRN module
Vanuit VUB LRN werd vanaf begin 2019 de TEO LRN module voorbereid. Dit is het centrale opleidingsplatform van VUB dat binnen de personeelsadministratietool TEO werd uitgewerkt om het personeel een centrale plaats aan te bieden waar ze het volledig trainingsaanbod van VUB kunnen consulteren – tot dan toe was die versnipperd over verschillende diensten en systemen. Voor de start van academiejaar 2018-2019 werden verschillende onderdelen uitgetest en in samenwerking met een aantal consultants handleidingen gemaakt voor zowel administratoren als gebruikers. De lancering van een nieuw systeem brengt in het begin echter altijd wat kinderziektes mee, en dat was in dit concrete geval niet anders. TEO LRN kende een moeizame start, waarbij onze doelgroep de weg naar dit platform maar met moeite leek te vinden, wat voor een daling in inschrijvingen voor concrete workshops zorgde. Aanhoudende communicatie, infosessies en bijkomende handleidingen werd op ingezet om aan de verzuchtingen tegemoet te komen. Eén van de grootste knelpunten had opnieuw te maken met doctorandi die geen personeelsaanstelling hebben en een gastaccount dienen aan te maken om toegang te krijgen tot dit opleidingsplatform. Indien er prioriteit kan gegeven worden aan het project omtrent onbezoldigden (zie hoger), dan biedt dit ook een oplossing voor deze toegang.
6.4 Welzijn
Resultaten uit de studie van het Expertisecentrum Onderzoek en Ontwikkelingsmonitoring (ECOOM)3 omtrent het welbevinden van doctorandi hebben geleid tot vele parlementaire vragen en ongerustheid over de omstandigheden waarin doctorandi hun onderzoek uitvoeren. Aan de VUB heeft de studie ervoor gezorgd dat de huidige werking onder de loep werd genomen om na te gaan welke mechanismen reeds ingebouwd zijn om depressie en burn-out te vermijden en in welke mate er nieuwe initiatieven moesten worden opgezet om de mentale gezondheid van doctorandi te verbeteren en over het algemeen hen beter te ondersteunen gedurende het doctoraatstraject. Hoewel de VUB het welzijn van al zijn personeelsleden reeds voor de studie als één van de prioriteiten aanzag en reeds verschillende
(3) Levecque,K., Anseel,F., Gisle,L., Van der Heyden,J. & De Beuckelaer,A. (2017). Work organization and mental health problems in PhD students. Research Policy, 46 (4), 868-879.
ondersteuningsmechanismen heeft ingebouwd, bleken er op verschillende fronten wel nog verbeterpunten te kunnen worden aangebracht. In 2017 werd daarom een piloot PhD survey uitgewerkt, en in 2019 werd deze voor de tweede maal over alle faculteiten heen uitgestuurd.
De doelstellingen van deze PhD survey:
1. Een zelf-evaluatie en reflectie bij doctorandi over het doctoraatstraject (oa. begeleiding door promotor, aanbod Doctoral Schools, twijfels over het behalen van het doctoraat,etc.)
2. Een vroege probleemdetectie door een forum aan te bieden om anoniem problemen te melden, en deze op te lossen met de hulp van facultaire representatieven of de ombudspersonen.
3. Een beleidsinstrument voor faculteiten, centrale doctoraatsbegeleiding en Doctoral Schools, alsook aan de personeelsdienst m.b.t. doctoraatsbegeleiding, -ondersteuning en -opleiding.
Figuur 2 geeft schematisch weer op welke manieren de enquête als feedbackmechanisme kan gebruikt worden: naar doctorandi zelf en naar hun begeleidingsnetwerk kan het inspireren a.d.h.v. goede voorbeelden, alsook kan het de mogelijkheid geven om de eigen situatie te relateren aan het gemiddelde binnen een faculteit of de universiteit in zijn geheel; het voorziet in ‘knipperlichten’ om probleemsituaties tijdig te detecteren en biedt de mogelijkheid om deze te remediëren, en het reikt gegevens aan die kunnen gebruikt worden in het beleid van de centrale doctoraatsbegeleiding en andere diensten binnen de VUB.

Figuur 2: Feedbackmechanismen bij de opzet van de PhD survey
Gezien de privacy-gevoeligheid van de verzamelde data, werden verschillende mechanismen ingebouwd om confidentialiteit van de onderzoekers te waarborgen. Enkel in het geval zij zelf contact wensen met de ombudspersoon of facultaire representatieve, wordt hun naam kenbaar gemaakt, en dit enkel aan de ombudspersoon of respectievelijke facultaire verantwoordelijke. Slechts een beperkt aantal personen heeft toegang tot de individuele data, en iedereen die de data ontvangt, tekent een confidentialiteitsovereenkomst.
In 2019, voor het uitsturen van de nieuwe vragenlijst, werd ook de feedbacktool voor het eerst aan de deelnemende doctorandi gestuurd. Op deze webpagina kunnen doctorandi inloggen en hun eigen resultaten vergelijken met dat van hun peers en volgens de cluster waar ze aan worden toegewezen o.b.v. hun antwoorden, krijgen ze ook aangepaste tips om hun traject eventueel nog te verbeteren.
De respons was iets lager dan vorig jaar (45%). De resultaten tonen op zich een gelijkaardig verhaal als vorig jaar: de belangrijkste factoren die bijdragen tot werktevredenheid aan de VUB zijn gerelateerd aan begeleiding van promotoren en de bredere onderzoeksomgeving. In deze editie werden wel een aantal interessante kenmerken toegevoegd die voor een betere onderbouwing van de cijfers zorgen. In 2019 werden drie clusters geïdentificeerd o.b.v. construerende variabelen uit de survey (tevredenheid met werkomgeving, begeleiding, obstakels, zich op juiste spoor bevinden en eigen ingeschatte kans op succesvol afronden). Ongeveer de helft van de doctorandi behoort tot een gemiddelde cluster die gemiddeld scoren op de meeste construerende variabelen, wel wat structurele problemen kunnen ervaren, maar over vrij hoge self-efficacy beschikken. 21% maakt deel uit van een zeer tevreden, positieve cluster die vrij hoog scoort op alle kenmerken en bij wijze van spreken met hun ogen dicht hun doctoraat denken te zullen afronden. Tot slot behoren 29% tot een meer negatieve cluster, die veel twijfels hebben, ontevreden zijn over begeleiding en werkomgeving en hun kans op afwerken vrij laag inschatten. Met deze inzichten gaat RTDO naar de verschillende faculteiten om hen te overtuigen acties te ondernemen, goede praktijken te delen omtrent begeleiding en doctorandi verder aan te zetten deel te nemen aan de volgende surveys, want hoe meer er de vragenlijst invullen, hoe rijker de data en hoe beter we aanbevelingen kunnen doen gericht naar specifieke domeinen/faculteiten.
In ons trainingsaanbod is er ook specifieke aandacht voor welzijn. Zo biedt RTDO via BRUCC Mindfulness training aan – een training die steevast volzet is, met een wachtlijst, en doctorandi een aantal concrete tools aanbiedt om beter met stress en druk om te gaan. Initieel werd dit enkel in het Nederlands gegeven, maar via BRUCC werd ook een trainer gevonden die dit in het Engels kon voorzien. Ondertussen heeft BRUCC op vraag van RTDO ook een specifieke training/therapie ingericht voor jonge onderzoekers om beter om te gaan met stress en meer weerbaar zijn tegenover tegenslagen (‘Psychological challenges). Dit zijn trainingen die een grote investering van doctorandi vragen. Daarnaast werd voor het eerst in het najaar van 2019 ook een kortere training ‘stress & resilience’ georganiseerd met een lesgever van KULeuven op de campus Jette. Dit werd positief geëvalueerd waardoor beide nieuwe intiatieven in 2020 zullen worden herhaald. Daarnaast werd opnieuw een Fuck Up Night georganiseerd. Fuck Up Nights is een beweging ontstaan in Mexico en ondertussen een wereldwijd succes – het wordt in meer dan 200 steden over 70 landen georganiseerd. Het format is zowel simpel als geniaal: 3/4 mensen vertellen elk in tien minuten met tien beelden/slides over hoe ze in hun professioneel leven een fuck-up hebben begaan en wat ze daaruit geleerd hebben. Voor jonge onderzoekers kan dit ook een eye-opener zijn, want falen hangt nog altijd in de taboesfeer in de academische wereld, terwijl een gefaald experiment, een misse berekening,… net een onderdeel is van goed onderzoek leren uitvoeren en immers iedereen wel overkomt. Zowel professoren, als postdocs en doctorandi hebben zich kwetsbaar opgesteld door over een professioneel falen te spreken, met steeds zeer positieve reacties tot gevolg. Onmisbaar om onze cultuur gefocust op publicaties en succes bij te stellen. In 2019 werd dit georganiseerd tijdens de Eurodoc conferentie waarbij getuigenissen niet enkel van VUB-doctorandi kwamen, maar van het gehele netwerk. Nieuw in deze editie was ook een paneldiscussie op het einde met de sprekers en een ‘open mic’ moment, waarbij spontaan verhalen werden gedeeld vanuit het publiek.
Per Doctoral School is er ook een netwerk van doctorandi/postdocs actief die zowel sociale als inhoudelijke events organiseren. Zo organiseert PhD United jaarlijks een volledige PhD dag voor LSM met korte workshops, de mogelijkheid voor doctorandi om hun onderzoek aan peers te presenteren, en een keynote over een gedeeld onderwerp. Sinds 2019 koppelen we daan dit event ook de preselectie van de Doctoral Derby. Het NSE PhD network organiseert dan weer jaarlijks samen met studentenverenigingen van de wetenschappen en ingenieurs een specifieke jobbeurs voor afgestudeerde MA/PhD studenten waar verschillende bedrijven een standje hebben, en waar een expert uitleg komt geven over hoe je een goed CV kan samenstellen om je werkgever voor je te winnen en zijn daarnaast vooral gekend om hun gezellig terugkerende sociale events zoals een uitstapje naar de Brusselse kerstmarkt, cocktail avond en het halfjaarlijks stadsspel als afsluiter van de introductiedag voor startende doctorandi, wat een samenwerking is tussen alle netwerken, maar getrokken wordt vanuit NSE. Het DSH PhD netwerk heeft zich in 2019 vooral gefocust op inhoudelijke workshops aan te bieden in samenwerking met de loopbaancoördinator. Zo werd een workshop georganiseerd over het onderhandelen van je loon tijdens sollicitatiegesprekken en hoe om te gaan met seksueel overschrijdend gedrag op de werkvloer (‘It’s not that Grey’).
7. MAATSCHAPPELIJKE VALORISATIE VAN ONDERZOEK
Het Expertisecentrum Wetenschapscommunicatie (WECOM) heeft als doel de impact van het onderzoek aan de VUB te vergroten. Door middel van diverse acties en campagnes informeert WECOM het brede publiek in Brussel en Vlaanderen over het huidig onderzoek en wetenschap en innovatie in het algemeen. Een louter eenrichtingsverkeer is hierbij echter niet voldoende en het actief engageren van de burger bij onderzoek vormt dan ook een focus van het Expertisecentrum.
Het enthousiasmeren van jongeren voor wetenschap en onderzoek, met het oog op een verhoogde instroom tot wetenschappelijke richtingen, vormt een tweede doelstelling voor het expertisecentrum. Het uitwerken van projecten, evenementen en educatieve projecten in directe samenwerking met de vorsergemeenschap draagt hier in belangrijke mate toe bij. Het bereiken van meisjes en jongeren met een kansarme achtergrond blijven belangrijke aandachtspunten.
Om deze doelstellingen te bereiken zet WECOM in op het bekomen van synergieën tussen de verschillende wetenschapscommunicatie actoren en op het bekomen van een interne cultuur van wetenschapscommunicatie. De link met Brussel blijft een belangrijk gegeven.
De Expertisecel bestaat uit 7 personen met verschillende achtergronden en vaardigheden. In 2019 werd het team deels vernieuwd. Enerzijds verliet een senior projectcoördinator de expertisecel. Anderzijds versterkten 3 nieuwe teamleden de werking. De Expertisecel steunt voor haar werking op middelen van de convenant wetenschapscommunicatie (2019 – 2023) afgesloten met de Vlaamse Overheid, middelen uit het BOF en middelen uit diverse outreach-projecten die de expertisecel initieert.
7.1. Wetenschapspopularisering
Het Expertisecentrum Wetenschapscommunicatie (WECOM) zet in op diverse projecten die de mogelijkheid bieden aan onderzoekers om in interactie te treden met het breed publiek en om onderzoek van de VUB een onderdeel van de stad te maken.
De populairwetenschappelijk website wtnschp.be kon in 2019 rekenen op 74.181 bezoekers, wat een stijging van 49,11% t.o.v. 2018 betekende. Deze gebruikers waren goed voor 82.289 sessies met 217.804 ‘paginaviews’. De website kende een gemiddelde ‘bounce rate’ van 2,83%, wat een positieve evolutie betekent. Er werden 25 artikels gepubliceerd op de blogpagina. Naast ‘losse’ artikels werden er in 2019 ook 2 dossiers rond een bepaalde thematiek (ecologie en deeleconomie) gepubliceerd. Om de investering van onderzoekers en docenten te bestendigen, werden de artikels zo veel mogelijk naar relevante organisaties en pers gestuurd. Vanaf 2019 zetten we sterker in op het verspreiden van de gecreëerde content, door de rolverdeling binnen het redactieteam te herdenken en zo meer tijd vrij te maken voor communicatie rond de artikels. Onderzoekers die schrijven voor Wtnschp.be doen dat niet zomaar. Ze worden persoonlijk opgevolgd door een redacteur van het team. Daarbij krijgen ze voor ze starten met schrijven tips en tricks over hoe een vulgariserende blog te schrijven. Tijdens het schrijven wordt er met de onderzoekers overlegd en worden ze gecoacht in hun schrijfproces.
De Expertisecel zet in op sociale media en het verspreiden van elektronische nieuwsbrieven om het aanbod kenbaar te maken bij het doelpubliek. Op wtnschp Facebook pagina tellen we 2041 volgers. Voor het project Science Bar BXL is er een aparte Facebook die 772 volgers telt. Via Instagram bereiken we 153 mensen en op Twitter tellen we 1210 volgers.
Doorheen het jaar werden er twee typen nieuwsbrieven verstuurd naar een verschillende doelgroep. Enerzijds werd er twee maal een nieuwsbrief naar leerkrachten lager- en secundair onderwijs uitgestuurd ter promotie van onze activiteiten gericht tot deze doelgroep. Anderzijds werd er in 2019 regelmatig een nieuwsbrief uitgestuurd die een selectie van nieuwe artikels en een aantal activiteiten gericht naar het brede publiek voorstelden. Een in 2018 toegevoegd systeem, de zogenaamde ‘RSS-feed’, maakt het mogelijk geautomatiseerde berichten te versturen naar abonnees bij de publicatie van een nieuw artikel. De algemene nieuwsbrief van Wtnschp telt 735 abonnees. De nieuwsbrief voor leerkrachten telt 123 personen met interesse voor het luik lager onderwijs en 766 geïnteresseerden voor het luik secundair onderwijs.
Het Expertisecentrum Wetenschapscommunicatie tracht in haar werking contact te houden met de dienst Marketing & Communicatie (MARCOM). Zo zetelde WECOM in 2019 in de redactieraad van Henri. De bijdrage aan het magazine bestond uit onderzoeksinput en de rubriek “Things We Discovered”. Daarnaast neemt WECOM ook deel aan de perscel R&D. Projecten gericht op een breed publiek en jongeren worden standaard gecommuniceerd naar MARCOM via het OTRS-systeem en rechtstreekse contacten met de verschillende expertisecellen binnen MARCOM.
In 2018 werd het initiatief Universiteit van Vlaanderen opgericht. Inspirerende professoren en universitair docenten delen er in colleges van 15 minuten de spannendste inzichten uit hun vakgebied. De 5 Vlaamse universiteiten zetten hun schouders onder dit concept, om er succesvol ‘format’, met een groot bereik van te maken. De expertisecel ondersteunt dit project en zetelt samen met de VUB persdienst (MARCOM) in de redactieraad. Daarnaast gaat het actief op zoek naar interessant onderzoek dat zich leent tot deze vorm van wetenschapscommunicatie. In 2019 werden 25 colleges en ‘Wat zegt de Wetenschap video’s’ opgenomen door VUB onderzoekers. In de top 5 van meest aangeklikte video’s staan 2 VUB-video’s (3e en 5e) plaats, in de top 5 van het langst bekeken video’s staat een VUB-video (op de 2e plaats). UVV heeft gemiddeld 250.000 kijkers én podcastluisteraars per maand.
Volgend op bepalingen binnen het convenant ‘Wetenschapscommunicatie’ werd het concept Science Bar Brussel in de loop van 2019 nieuw leven ingeblazen. Dit project werd opnieuw opgestart en als platform naar het breed publiek aangeboden aan vak- en onderzoeksgroepen van VUB. Op dinsdag 3 december werd een editie georganiseerd met als titel ‘Lust jij gouden bananen?’, keek dit wetenschapscafé naar de rol van wetenschap bij voedselproblemen. Moderator Sven Pichal leidde een panel van 3 experten rond het topic. 2 onderzoekers van VUB namen deel en met 85 bezoekers was de eerste editie van de hernieuwde Science Bar Brussel een groot succes.
Pint of Science is een van oorsprong Brits concept dat in korte tijd op veel bijval kan rekenen in verschillende landen en ook in België. Lokale groepen van vrijwilligers richten, onder de paraplu van een landelijke coördinator, een reeks van informele ontmoetingsmomenten in tussen onderzoeker en burger. Gezien de sterke link met het concept van de wetenschapscafés en een enthousiaste vrijwilligerswerking binnen Brussel, werd in 2019 samengewerkt met de organisatie achter Pint of Science. Op 7 mei werd i.s.m. Science & Cocktails een nationale kick off georganiseerd. Dit evenement trok 80 bezoekers. Tussen 20 en 22 mei ging vervolgens het festival van start. In Brussel werden op 6 locaties korte lezingen voorzien door onderzoekers en experten. 9 VUB-onderzoekers gaven 6 sessies. Op zondag 24 november organiseerde VUB en EhB, ism. Odisee, KU Leuven campus Architectuur, LUCA en Muntpunt, voor de derde maal op rij het Wetenschapsfestival Brussel. Dit jaar trad scriptie vzw toe als nieuwe organiserende partner. Wetenschapsfestival Brussel brengt onderzoek en innovatie naar het centrum van Brussel en kadert binnen de Dag van de Wetenschap. De bezoekers konden in contact komen met onderzoekers uit de verschillende domeinen en deelnemen aan workshops, (kinder)lezingen, speeddates met onderzoekers, interactieve opstellingen en veel meer. 1200 bezoekers vonden hun weg naar het festival. VUB verzorgde 28 van de 51 activiteiten. Het bezoekersaantal viel iets lager uit dan tijdens vorige editie. Zowel de eigen communicatiecampagne als deze door de centrale coördinator zal opnieuw geëvalueerd worden.
VUB en WECOM namen actief deel aan het I Love Science Festival dat in 2019 georganiseerd werd in Brussels Expo. Dit gratis festival kwam er op het initiatief van Innoviris en heeft als doel wetenschap en innovatie naar het publiek te brengen. Drie VUB onderzoeksgroepen namen deel en bouwden een stand uit op het evenement, nl.: AE-Lab, INDI en B-Phot. WECOM ondersteunde dit evenement door de oproep van Innoviris te verspreiden binnen de VUB-gemeenschap en door onderzoeksgroepen te ondersteunen in hun projectaanvraag. Daarnaast is WECOM medeorganisator van Science Expo dat vanaf 2018 onder de paraplu van het I Love Science Festival werd georganiseerd. Na 2019 stopte Science Expo in zijn huidige hoedanigheid en werd een alternatieve vorm verhuisd naar Luik. VUB zal niet langer partner zijn binnen het project.
De uitreiking van de Scriptieprijs en PhDCup roteert elk jaar naar een andere stad. In 2019 was Mechelen aan de beurt. Vanuit de Scriptieprijs werd in 2016 ook de PhDCup opgestart. Het Expertisecentrum promoot intern mee deze initiatieven.
In 2018 startte de centrale doctoraatsbegeleiding een interne PhD Cup op, bestaand uit 3 voorrondes (één per doctoral School) en een finale. Gezien de verwarring t.o.v. de Vlaamse PhD Cup, werd in 2019 de naam aangepast naar ‘Doctoral Derby’. De expertisecel is actief betrokken bij dit initiatief door in de jury te zetelen en de abstracts van de laureaten onder de loep te nemen. In 2019 werd gestart met de ontwikkeling van een wetenschapscommunicatie workshop rond het schrijven van populair wetenschappelijke abstracts. Deze workshop zal in 2020 gegeven worden aan de kandidaten.
Bij de start van het huidige rectoraat (2016) werd het denktankinitiatief Pointcarré gestart. Dit initiatief brengt VUB onderzoekers uit uiteenlopende wetenschapsgebieden samen rond een centraal thema. Gedurende één jaar wordt rond dit thema gedebateerd, wat steeds uitmondt in een boek en een event. In 2019 stond Pointcarré in het thema van Artificiële Intelligentie : Homo Roboticus.
7.2. Jongeren sensibiliseren voor wetenschap en STEM
Jongeren sensibiliseren voor wetenschap en hun warm maken voor hogere studies blijft een belangrijk aandachtspunt voor het Expertisecentrum Wetenschapscommunicatie. Het verhogen van de instroom binnen de STEM-opleidingen (Science Technology Engineering and Mathematics) en het bereiken van meisjes en van jongeren uit een kansarme omgeving vormen binnen deze doelstelling specifieke objectieven. Deze doelstellingen worden nagestreefd door het opzetten van diverse projecten en evenementen gericht naar kinderen, jongeren, organisaties en scholen.
In samenwerking met Technopolis en verschillende partners uit het hoger onderwijs, werd de 11de editie van de populaire roboticawedstrijd ‘Robocup Junior’ georganiseerd. Voor deze editie bereiden 81 teams, of 364 kinderen en jongeren, zich voor op de wedstrijddag in Technopolis te Mechelen. De wedstrijd is toegankelijk voor teams die zich zowel binnen als buiten schoolverband registreren. Tientallen onderzoekers en docenten uit de verschillende partnerinstellingen leiden het gebeuren in goede banen en geven vanuit hun kennisdomein directe feedback aan de deelnemers.
De Expertisecel Wetenschapscommunicatie Brussel coördineert samen met Jeunesse Scientifique (JSB) het jaarlijks evenement ScienceExpo in Tour & Taxis. Afgelopen jaar presenteerden 309 jongeren en 76 leerkrachten uit het secundair onderwijs gedurende 2 dagen hun wetenschappelijk project. Voor de tweede maal werd Science Expo georganiseerd binnen het I Love Science Festival. De editie 2019 zal de laatste editie zijn die in Brussel werd georganiseerd, met de steun van Innoviris. JSB plooit terug op een beperkter project en zal de Science Expo in Luik organiseren. De Expertisecel Wetenschapscommunicatie zal hierbij niet meer betrokken zijn.
Het Expertisecentrum Wetenchapscommunicatie biedt een aantal online educatieve pakketten aan ter ondersteuning van leerkrachten uit het lager- en secundair onderwijs: Hazagora, het geo-gevarenspel, Luchtruim, Climate Challenge, Kwantum Revolutie & Hoogvliegers
Hoogvliegers is een educatief project met een focus op STEM dat zich richt tot de 3de graad lager onderwijs en de 1ste graad secundair onderwijs. In 2017 en 2018 werden 13 makkelijk instapbare workshops uitgewerkt en aangeboden via een toegankelijke website. Kinderen binnen- en buiten schoolverband konden met het materiaal aan de slag. Daarnaast werden 3 workshops verder uitgewerkt om door VUB studenten, in een klassikale omgeving enerzijds of tijdens een evenement anderzijds, te worden gegeven. Er werden o.m. workshops ingericht op het Wetenschapsfestival, de Irisfeesten, als losse workshops op de campus (naar Brusselse lagere scholen toe) en tijdens de Wetenschapsdagen in juli.
Elk jaar, tijdens de Physics Masterclasses, zakken in 37 verschillende landen 10.000 leerlingen af naar de universiteit in hun buurt om zich een dag lang te verdiepen in de kwantumfysica. Lezingen door fysicaprofessoren leiden de deelnemers in de onderwerpen en methodes van de deeltjesfysica. Onderzoekers van de vakgroep Fysica aan VUB organiseerden tussen februari en april 3 workshops voor jongeren uit de 3de graad secundair onderwijs. In het totaal namen 85 jongeren deel aan de workshops. 6 onderzoekers ondersteunen deze initiatieven.
Jaarlijks organiseert Wetenschapscommunicatie in samenwerking met JCW twee edities van de ‘Wetenschapsdagen’ voor kinderen van 8 tot 12 jaar. Tijdens deze kampen ontdekken de kinderen wetenschap en onderzoek aan de hand van een vooraf vastgelegd thema. In 2019 namen er in totaal 50 kinderen deel.
De VUB Kinderuniversiteit werd in 2018 ontwikkeld van een concept tot een succesvol pilootproject. VUB Kinderuniversiteit richt zich tot de 3de graad van het Nederlandstalig lager onderwijs binnen Brussel. Door ons in de eerste plaats te richten op deze afgebakende doelgroep willen we leerkrachten lager onderwijs ondersteunen en bereiken we kinderen uit een grootstedelijke context. VUB Kinderuniversiteit voorziet in de nodige begeleiding van de onderzoeker door het aanbieden van 2 workshops van een halve dag. Daarnaast wordt er in directe ondersteuning voorzien door de projectcoördinator. Jaarlijks wordt er in het voorjaar een campusdag georganiseerd op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. In het najaar hernemen de onderzoekers hun workshop en bieden deze als “los” format aan voor de scholen. Tijdens de campusdag gaven 9 onderzoekers 12 workshops aan 123 lagere school kinderen en 6 leerkrachten. In het najaar werden losse workshops voorzien voor 290 kinderen en 15 leerkrachten kinderen. De expertisecel schreef met succes een vervolgproject voor het Fonds Immobel. Dit garandeert de verderzetting van het project doorheen de komende jaren. In 2016 werd met de vakgroep Fysica een groot wetenschapscommunicatieproject (90° SOUTH) opgezet rond het lopende onderzoek van de vakgroep op de zuidpool. Dit succesvolle project werd na een sabbatjaar opnieuw herwerkt en als het ‘South Pole Experiment Contest’ opnieuw gelanceerd. De experimenten van de winnende teams worden uitgevoerd in het onderzoekscentrum op de Zuidpool. De combinatie van het wedstrijdopzet en het gegeven dat de kinderen een prototype dienen uit te werken, maakt dat dit project zich niet louter beperkt tot Fysica, maar een STEMproject is. Het project richt zich naar de laatste graad lager onderwijs en de eerste graad secundair onderwijs. In 2019 namen 11 klassen deel. Wat neerkomt op 220 kinderen en 11 leerkrachten. 7 onderzoekers zetten hun schouders onder dit project. Tijdens de prijsuitreiking bezochten 27 lln en 7 leerkrachten de vakgroep Fysica.
Op initiatief van onderzoeker Lieve Lambrechts (Brusselse wetenschapsambassadrice 2018) en in het kader van het warm maken van meisjes voor hoger onderwijs en STEM, organiseerden we op 11 februari een screening van de Film ‘Hidden Figures’ voor 100 jongeren en hun leerkrachten. De film werd voorafgegaan van een presentatie gegeven door Lieve Lambrechts.
In 2017 werd een STEM steunpunt binnen de UAB opgericht om samen met leerkrachten het interdisciplinaire STEM-onderwijs verder ontwikkelen en/of implementeren. Het beoogt o.a. STEM-gerichte professionalisering van de leerkrachten van STEM-vakken. Vanuit Wecom is er een afgevaardigde in de stuurgroep.
7.3. Participatief & maatschappij gestuurd onderzoek
De Expertisecel Wetenschapscommunicatie Brussel heeft als coördinator van de Wetenschapswinkel in Vlaanderen sinds lang een trekkersrol op het vlak van maatschappelijk verantwoord onderzoek. In 2019 werkten 17 studenten hun masterproef af rond een thema uit de wetenschapswinkel databank. Daarnaast zijn er nog 38 bachelor- of masterproeven en projecten binnen het curriculum lopende. Dit maakt dat er in 2019 zo’n 100 studenten werken op topics van de wetenschapswinkel. De databank van de wetenschapswinkel werd gestart met een volledige vernieuwing van de databank. Deze werd in 2019 afgewerkt, zodat er vanaf dan met een modern systeem kon gewerkt worden, wat het gebruiksgemak voor studenten en organisaties sterk verbeterde.
Om het Wetenschapswinkelconcept verder uit te dragen neemt de expertisecel deel aan verschillende thesisbeurzen en stelt het regelmatig de werking voor aan vak- en onderzoeksgroepen. In 2019 werd het project ook uit de doeken gedaan tijdens een sessie van het ‘Bijzondere Comité rond herinneringseducatie.
In 2017 werden 3 projecten ingediend en goedgekeurd waarin de Wetenschapswinkel een belangrijke rol speelt. Deze projecten werden in 2018 succesvol opgestart en breidde in belangrijke mate het bereik van de Wetenschapswinkel
uit, nl. de projecten: Community Based University (CBU); ENtRANCE (Erasmus+) en UNIVER.CITY. In 2019 werd binnen Erasmus+ een projectvoorstel ingediend en binnengehaald onder de noemer CIRCLET. Dit bouwt verder op het werk en de expertise opgedaan binnen UNIVER.CITY en CBU.
De website http://www.ikhebeenvraag.be biedt het brede publiek de mogelijkheid om vragen te stellen die beantwoord worden door wetenschappers en docenten verbonden aan de verschillende Vlaamse onderzoeksinstellingen. VUB en EhB ondersteunen dit project.
WECOM zet meer in op ‘burgerwetenschap’. Enerzijds door kennis rond dit type onderzoek en de vereiste communicatie, te vergaren. Anderzijds door effectief deel te nemen aan projectoproepen rond burgerwetenschap. Zo werd WECOM in 2018 partner binnen het project ‘Oog voor Diabetes’. Dit project werd mee vormgegeven door WECOM en werd ingediend binnen de oproep ‘Citizen Science’ van EWI. Dit burgerwetenschapsproject willen de burger betrekken in onderzoek naar diabetische retinopathie te ondersteunen. In de loop van 2019 werd het project volledig ontplooid. WECOM stond mede in voor het toegankelijk maken van de materie voor het doelpubliek en het werven van burgerwetenschappers. ‘Bugs 2 the Rescue’ is een project dat WECOM ism. de vakgroep Biologie succesvol indiende tijdens de 2de Citizen Scienceoproep van EWI in 2019. Dit project zal begin 2020 van start gaan.
7.4. Ondersteuning van de academische gemeenschap
Binnen de instelling heeft het Expertisecentrum ook dit jaar het nut en belang van wetenschapscommunicatie verder bekend gemaakt. Dit niet alleen door te sensibiliseren binnen de onderzoekgemeenschap, maar ook door hen nog meer in hun maatschappelijke dienstverlening te ondersteunen.
Via de populairwetenschappelijke blog www.wtnschp.be krijgen onderzoekers persoonlijke coaching bij het schrijven van een populairwetenschappelijk artikel. Binnen dit online platform werd ook de www.community.wtnschp.be opgericht. Community.wtnschp.be fungeert als community luik van wtnschp.be. Onderzoekers en docenten kunnen hier terecht voor tips & tricks over wetenschapscommunicatie. Daarnaast vormt het sinds 2017 een kanaal waar interne en externe oproepen worden verzameld.
In 2019 werd een communicatieactie opgezet om onderzoekers binnen VUB en EhB bekend te maken met onze werking door specifiek een aantal projecten in de kijker te zetten. Deze actie wil onderzoekers naar de community pagina leiden en de drempel tot ‘outreach’ activiteiten verlagen. Deze actie werd in 2019 zowel in het voorjaar, als het najaar opgezet.
Verder worden er opleidingen en directe ondersteuning geboden binnen enkele specifieke projecten. Zo volgen de deelnemers aan Bright Club een intensieve workshop ‘stand up comedy’ met als doel hun onderzoek of het leven als onderzoeker te vertalen in een korte komische set up. Binnen VUB Kinderuniversiteit worden de deelnemers enerzijds begeleid door de projectcoördinator en kunnen ze anderzijds deelnemen aan 2 opeenvolgende workshops van een halve dag. Op 28 november werd een opleiding rond Community Service Learning (CSL) voorzien i.k.v. het ASP2030-project Univer.city. Deze inspiratieworkshop ondersteunde 15 docenten bij het uitwerken van CSL binnen hun vakken.
In 2013 startte het Expertisecentrum samen met de centrale doctoraatsbegeleiding de eerste interassociatieve summerschool over wetenschapscommunicatie ‘Zeg’t eens’ op de campus van de VUB. Sindsdien wordt deze summerschool jaarlijks georganiseerd. Op 2 en 3 juli vond de 7de editie van de summerschool plaats. Deze editie werd georganiseerd op de Stadscampus van de Universiteit Antwerpen. Er werden 31 workshops, een plenaire sessie, een standenmarkt en een presentatie rond het format wetenschapscafés voorzien. Binnen de workshops werden er 450 plaatsen voorzien.
Het doel is om vanaf 2020 op regelmatige basis trainingen aan te bieden door een wetenschapscommunicator. Hiervoor werd in 2019 een profiel aangetrokken die naast het beheren van projecten, trainingen rond wetenschapscommunicatie kan aanbieden. De eerste opleiding draait rond het afleveren van populair-wetenschappelijke abstracts
Het Expertisecentrum Wetenschapscommunicatie presenteert - op vraag van de vakgroepen en interne diensten –regelmatig haar werking. Zo presenteerden WECOM in 2019 onder meer haar werking aan nieuwe PhD-studenten tijdens de PhD-introdag, op een infostand tijdens de summerschool en tijdens de kick-off van de post-doc community.
In (bijna) alle facultaire PR-meetings zetelt een lid van het Expertisecentrum. Dit is een extra kanaal voor bekendheid van eigen projecten in de faculteiten, maar ook om linken te zoeken tussen bestaande initiatieven in faculteiten of andere centrale diensten. Enkele faculteiten hebben daarnaast ook een perscel ingericht. Tijdens deze perscel worden interessante onderzoeksbevindingen en afgesloten doctoraten onder de loep genomen ism. de persdienst van VUB. WECOM ondersteunt de onderzoeksgemeenschap door actief in te zetten op enkele prijzen gericht op onderzoek, met name de KVAB Wetenschapscommunicatieprijs, de EOS Pipetprijs en de New Scientist Award. Om een optimale dienstverlening naar onderzoekers te kunnen garanderen, is een regelmatige bijschaving van kennis van
hedendaagse technieken noodzakelijk. In het kader van de eigen professionalisering werd binnen het Expertisecentrum Wetenschapscommunicatie deelgenomen aan een aantal conferenties, workshops en opleidingstrajecten:
• Presentatietechnieken: doeltreffend spreken en presenteren voor een publiek
• Deelname vakconferentie Wetenschapscommunicatie te Amsterdam
• Deelname aan het 2nd European Conference on Service-Learning
• What’s (y)our story? Science narratives in post-truth time
• Workshop Internet Marketing door Expert Academy
Ter vervanging van het interassociatieoverleg (IAO) werd in de hernieuwde convenant een nieuwe overlegstructuur opgenomen. Onder VLIR/VLHORA komen 5 vertegenwoordigers van de universiteiten en 5 vertegenwoordigers van de hogescholen op regelmatige basis samen om de bepalingen in de convenant op te volgen en kennisdeling te bevorderen. In 2019 kwam deze werkgroep 6 keer samen. Binnen de schoot van de werkgroep werden ook 2 projectgroepen ingericht met een focus op specifieke bepalingen in de convenant, nl. het opvolgen van de Dag van de Wetenschap en het uitbouwen van een Vlaams Netwerk van Wetenschapscafés. Medewerkers van de Expertiscel zetelen in deze 3 organen.
Een taak van de werkgroep is het bevorderen van kennisdeling tussen de associaties en instellingen rond wetenschapscommunicatie. In 2019 werd een kennisdelingssessie ingericht rond het bereiken van jongeren met een bijzondere SES. Het doel is 2 maal per jaar zo’n sessie in te richten.
8. EU BELEID EN RESULTATEN
Het huidige Europese Kaderprogramma voor Onderzoek en Innovatie ‘Horizon 2020’ (2014-2020) loopt bijna ten einde. De VUB onderzoeksgemeenschap vindt haar weg steeds vlotter naar het financieringsprogramma, daarvan getuigt de continue opwaartse trend in aantal indieningen. Het totaal aantal H2020 aanvragen bedroeg afgelopen jaar 207, aangevuld met 9 aanvragen in buitenkader programma’s. Van de 207 H2020 aanvragen waren er (tot heden bekend) 29 succesvol en nog eens 9 belandden op de reservelijst. Nog steeds zien we dezelfde onderzoeksgroepen het grootste stuk van de EU taart binnenhalen maar terzelfdertijd wagen onervaren vorsers hun kans (met wisselend succes). Deze trend zet zich door over de verschillende programma’s heen. Ook in 2020 zal het European Liaison Office R&D (ELO) de minder actieve groepen trachten te bereiken, op basis van een actieve/ proactieve strategie.
De ‘Excellent Science’ pijler blijft in 2019 de populairste binnen H2020 met 98 van de 207 aanvragen, verspreid over 4 programma’s. Het aantal indieningen voor European Research Council (20 in totaal) lag in lijn met 2018: 10 Starting Grants, 3 Consolidator Grants, 1 Advanced Grant en twee Proof of Concept Grant. VUB haalde een Starting Grant van de 2019 call binnen, een tweede 2019 StG aanvraag kreeg een ongefinancierde A-score.
De intensieve MSCA ondersteuning van het TechTransfer EU team werd doorgetrokken door de nieuw aangeworven ELO collega en resulteerde in een consolidatie van het aantal indieningen: 23 Individual Fellowships, 40 Innovative Training Networks en 2 Research and Innovation Staff Exchanges. VUB mocht hiervan twee IF’s en vier ITN projecten verwelkomen.
In het kader van de European University Networks diende VUB in 2019 opnieuw een aanvraag in voor de MSCA COFUND call, ditmaal met het volledige EUTOPIA consortium. De tweede aanvraag kreeg een positieve evaluatie, zodat medio 2020 het EUTOPIA-SIF COFUND project zal aanvangen. Binnen EUTOPIA-SIF zal de Europese Commissie 50% van de kosten financieren voor het aanwerven van 13 postdoctorale onderzoekers aan VUB voor een periode van 2 jaar. Het interne management van het COFUND project zal opgevolgd worden door een nieuw aan te werven ELO-medewerker. Ook op het Future and Emerging Technologies-front viel positief nieuws te melden: VUB haalde een coördinatorproject binnen, goed voor een kleine 2M.
De sterkere focus op verspreiding en opvolging van ERA-NET oproepen (gefinancierd door FWO en BESPO) werpt zijn vruchten af: we zien een stijgend aantal aanvragen met VUB als partner/ coördinator, verspreid over de verschillende onderzoeksdomeinen.
De H2020 projecten die in 2019 van start gingen, zijn samen goed voor zo’n € 22.113.755,25. De goedgekeurde projecten met deadline in 2019 en startdatum in 2020 resulteren samen in €8.296.344,25.
De in januari 2019 ingevoerde herziening van opvolging EU onderzoeksprogramma’s tussen TechTransfer en R&D werd succesvol geïmplementeerd.
In 2019 verankerde ELO zijn positie binnen het UNICA (sectie Research Managers) en UniLion netwerk via deelname aan Werkgroepen om kort op de bal te kunnen spelen wat betreft het EU onderzoeksbeleid. In 2020 zal ELO uitbreiden met een vierde medewerker om de steeds groeiende vraag naar ondersteuning vanuit de VUB onderzoeksgemeenschap tegemoet te treden.
9. RAPPORTERING BINNENGEHAALDE ONDERZOEKSMIDDELEN: OVERZICHTSTABELLEN
Hieronder volgen de financiële en personele middelen voor onderzoek, exclusief de inkomsten uit dienstbetoonactiviteiten en valorisatie. Deze worden vermeld in het jaarverslag Innovatie- en Valorisatieraad. Ook de inkomsten van het VIB, bestemd voor de departementen van VIB die op de VUB zijn gelokaliseerd, zijn niet in de tabellen opgenomen.
9.1. Personele Middelen
Voor personele middelen verwijzen wij naar het jaarverslag personeel 2019.
9.2. Financiële Middelen
Hieronder volgen de financiële middelen voor onderzoek, exclusief de inkomsten uit dienstbetoonactiviteiten en valorisatie. Deze worden vermeld in het jaarverslag Innovatie- en Valorisatieraad. Ook de inkomsten van het VIB bestemd voor de departementen van VIB die op de VUB zijn gelokaliseerd, zijn niet in de tabellen opgenomen. Voor IMEC zijn de inkomsten van het geassocieerde laboratorium niet opgenomen.
9.2.1. Eerste geldstroom, financieel
Definitie: eigen onderzoeksmiddelen, toegekend via de Onderzoeksraad (inclusief BOF)

OZR-kredieten
Opvangmandaten toegekend via de Onderzoeksraad

BOF-projectfinanciering
OZR/BOF: exclusief de investeringskredieten voor Zware Wetenschappelijke Apparatuur

Begroting DEFISCALISERING 2018 - beschikbaar in 2019

9.2.2. Tweede geldstroom, financieel
Definitie: Overheidsmiddelen voor Fundamenteel Onderzoek

Fonds voor Wetenschappelijke Onderzoek (FWO)-Vlaanderen



tweede geldstroom, projecten, financieel

Totaal
9.2.3. Derde geldstroom, financieel
Definitie: Overheidsmiddelen voor Basis- en Toegepast Onderzoek (inclusief beleidsvoorbereidend onderzoek en impulsprogramma’s) – Overheidsmiddelen ter financiering van interuniversitaire en internationale wetenschappelijke samenwerking.
Ministeries Federale Overheid
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
en logistieke diensten
(inclusief tandheelkunde)
Historische wetenschappen (inclusief kunstgeschiedenis)
Letteren (inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)
(inclusief criminologie en notariaat)
Andere internationale instellingen
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline Cijfers uitgedrukt
Diverse stichtingen en fondsen met wetenschappelijk oogmerk
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
(incl. toegepaste informatica)
Letteren (inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)
Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie
Ministeries Vlaamse Overheid
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
WETENSCHAPSDISCIPLINE
en aardrijkskunde
ruimtelijke ordening en stedebouw
en toegepaste economie, VUB : Economie
(inclusief tandheelkunde)
wetenschappen (inclusief kunstgeschiedenis)
(inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)
Europese Unie (EU)
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
en communicatietechnologie
Letteren (inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)
(inclusief criminologie en notariaat)
Brussels Hoofdstedelijke Gewest
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline
WETENSCHAPSDISCIPLINE
en aardrijkskunde
ruimtelijke ordening en stedebouw
(inclusief tandheelkunde)
(inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)
Opvoeding en Kinesitherapie
(inclusief criminologie en notariaat)
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline Cijfers uitgedrukt in
Letteren (inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)
Industrieel Onderzoeksfonds (IOF)
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per discipline Cijfers
(inclusief toegepaste informatica)
VLAIO - projecten
Totaal derde geldstroom, financieel
wetenschappen (inclusief kunstgeschiedenis)
(inclusief informatie, documentatie, bibliotheek- en archiefwetenschappen)
(inclusief criminologie en notariaat)
9.2.4. Vierde geldstroom, financieel
Definitie: inkomsten uit samenwerking met de privé-sector, inclusief dienstverlening.
Inkomsten uit dienstbetoonactiviteiten en valorisatie worden vermeld in het jaarverslag Innovatie- en Valorisatieraad. Inkomsten van het VIB, bestemd voor de departementen van VIB die op de VUB zijn gelokaliseerd, zijn niet in de tabellen opgenomen.
9.2.5. Totaal geldstromen, financieel
Hierna volgen de overzichtstabellen van het totaal aandeel onderzoeksmiddelen, enerzijds uitgedrukt per financieringsgroep en anderzijds per wetenschapsdiscipline. De tabellen vermelden de onderzoekskredieten en –mandaten die werden toegekend aan de VUB exclusief de mandaten van het FWO-Vlaanderen.
Cijfers uitgedrukt in EUR
Totaal toegewezen middelen voor onderzoek per financieringsgroep
10. WETENSCHAPPELIJKE OUTPUT
10.1.
Het
aantal afgeleverde doctoraatsdiploma’s 2018-2019
10.2. Het aantal doctoraatsproefschriften in
voorbereiding, 2018-2019 (inclusief verdedigde doctoraten)
11. RAPPORTERING DOCTORAATSOUTPUT
OUTPUT (OVERZICHTSTABELLEN)
11. Rapportering Doctoraatsoutput en Publicatie output (overzichtstabellen)
Tabel: Aantal afgesloten joint phd contracten in 2019
Tabel: Aantal afgesloten joint phd contracten in 2019 Land
WoS en VABB publicatietellingen
WoS publicaties 2018 per categorie (gevalideerd in 2019) aantal
Aantal SCIE- en SSCI-publicaties
(document types Article, Letter, Note, Review): 2123
Aantal AHCI-publicaties
(document types Article, Letter, Note, Review, excl. SCIE- and SSCI-overlap): 20
Aantal CPCI-S and CPCI-SSH publicaties
(document types Article, Letter, Note, Review, Proceedings paper, excl. SCIE-, SSCI- & AHCI-overlap):
VABB-SHW IX publicaties 2017, niet in WoS, per categorie (gevalideerd in 2019) aantal VABB-1: artikelen in tijdschriften
VABB-2: boeken als auteur 15
VABB-3: boeken als editor 22
VABB-4: hoofdstukken in boeken
VABB-5: proceedingsbijdragen
WoS publicaties per indexjaar Indexjaar
Aandeel in definitief aantal publicaties t.g.v. bijvalideringen in nazichtsronde 2019 (2017 tevens aangevuld in vorige nazichtsronde 2018)
VABB-SHW IX publicaties, niet in WoS, per publicatiejaar Publicatiejaar Artikelen in tijdschriften Boeken als auteur Boeken als editor Hoofdstukken in boeken
I. Samenvatting
Voorliggend verslag van het Vicerectoraat Innovatie en Valorisatie en van de ondersteunende dienst VUB TechTransfer, is het vijfde verslag na de opstart van het vicerectoraat sinds het academiejaar 2015-2016. Met haar industrieel/ maatschappelijk gericht onderzoek wil de VUB een reële impactcreatie nastreven en aldus kennis- en technologie transfer en valorisatie-opportuniteiten verder uitbouwen en strategisch implementeren. Door meer middelen te genereren die opnieuw in onderzoek en valorisatie kunnen geïnvesteerd worden, wil de VUB als geheel groeien.
Met deze visie wil de VUB haar positie als één van de belangrijke Vlaamse en Europese universiteiten op het gebied van valorisatie van onderzoek verstevigen en innoverende bijdragen leveren die de samenleving kunnen verbeteren. Samenwerking met bedrijven en creatie van nieuwe economische activiteiten onder de vorm van spin-off’s, blijven de voor de hand liggende manieren om dit te realiseren, maar ook andere vormen van maatschappelijke valorisatie worden geëxploreerd en gestimuleerd.
Samenwerking met de andere Vlaamse universiteiten en onderzoeksinstellingen blijft deel uitmaken van onze missie -net zoals het partnership met de ULB- maar de VUB zal zich ook verder internationaal profileren als een instelling waar innovatie en valorisatie in de cultuur is ingebed.
Dit houdt in dat de onderzoeksgroepen van de universitaire gemeenschap dienen gesensibiliseerd, gemotiveerd en begeleid te worden bij het verwerven van middelen voor strategisch en toegepast onderzoek, met het oog op de opbouw van transfereerbare kennis. De inbedding van de VUB in netwerken is daarbij cruciaal. Zowel onderzoek uit de exacte en toegepaste wetenschappen -inclusief medisch onderzoek- als onderzoek uit de humane en sociale wetenschappen, komen in aanmerking om gevaloriseerd te worden, via de creatie van nieuwe producten, processen of diensten ten gunste van de maatschappij in haar geheel.
In de Reuters top 100 van de meest innovatieve universiteiten in Europa staat de VUB in 2019 op plaats 59. Dit is een achteruitgang ten opzichte van vorig jaar, wat aantoont dat ook de andere Europese instellingen volop inzetten op innovatie. VUB kan dus niet op lauweren rusten, er moet voortdurend aan het beleid en de uitvoering gewerkt worden, willen we ons handhaven in dit zeer competitief landschap.
In 2018 doorliep het IOF en de Interfacewerking een 5-jaarlijkse externe audit, zoals het betreffende Besluit voorziet. De werking zoals ze aan deze instelling is georganiseerd, kreeg een positieve beoordeling, waarbij de bijzondere IOF-organisatie in programma’s werd aangestipt en het feit dat de VUB groepen sterk presteren in de Strategische onderzoekscentra en Speerpuntclusters, ondanks de relatief kleinere schaal. Ook het inzetten op het bereiken van heel diverse doelgroepen (zowel interne -alle onderzoekers- als externe actoren, de industrie als de hogeschool) zijn positief gescoord evenals de expertise van de TechTransfer medewerkers. De stijging in absolute termen van de contractinkomsten en de Europese inkomsten over de laatste 5 jaar werden opgemerkt en de meting van het hefboomeffect dat het IOF hierop heeft werd als ‘good practice’ betitteld. Knelpunten zoals niet-gelinkte databanken (projectdatabank- financiële gegevens) werden vermeld, en aanbevelingen zoals betere monitoring van de IOF-mandaathouders zullen worden opgenomen.
In 2019 werd het ministerieel besluit voor IOF-financiering grondig aangepast: het IOF-budget verhoogde en de rapporteringsvereisten veranderden. Dit vormde de aanleiding voor de IOF-raad om het bestaande IOF-reglement te herbekijken en dit om de positie van de associatie (VUB en EhB) te bestendigen en te verbeteren. Er wordt verdergewerkt met het concept speerpunten (GEAR genoemd, Groups of Excellence of Applied Research): onderzoeks - of vakgroepen (of consortia) die een lange-termijn ʻroadmapʼ kunnen uittekenen waarin één of meerdere mandaten een effectief verschil kunnen maken waarbij het IOF als hefboom wordt gebruikt om de valorisatie output en de externe inkomsten te verhogen. De ex-ante en ex-post beoordeling van de programma’s zal kwantitatief (return on investment) en inhoudelijk zijn. Met de middelen van het Industrieel Onderzoeksfonds (IOF) kunnen excellentiegroepen in toegepast onderzoek financieel worden versterkt zodat ze verder kunnen uitgroeien. Hier is de maatstaf de bijdrage die deze excellentiegroepen kunnen leveren in de IOF output-parameters, op basis waarvan de IOF middelen tussen de Vlaamse instellingen verdeeld worden. In 2019 besliste de IOF raad 6 nieuwe GEAR programma’s (Groups of Expertise of Applied Research) te selecteren voor financiering : Transitioning to future sustainable transport systems, MOBI; Brubotics; Technological and Socio-Economic Strategies for a Sustainable Chemical Industry, CHIS; Integrating a multimodal approach to address current challenges in immunotherapy; Nanobodies for Biotechnology and Health; B-Liver.
Tevens werden 4 Proof-of-Concept projecten gesteund.
Tot slot werden er in 2019 6 UPGRADES toegekend aan bestaande GEAR’s, waarvan 3 UPGRADES tot CONSOLIDATOR en 3 tot ADVANCED GEAR’s. Aan 10 onderzoeksgroepen werd ook een BONUS toegekend, waarvan 5 aan nieuwe en 5 aan lopende GEARprogramma’s.
Het afsluiten van onderzoekscontracten en licentie-overeenkomsten met derden zorgt voor een inkomstenstroom vanuit de industrie en andere maatschappelijke actoren, waarmee tegelijkertijd lange termijn samenwerkingsverbanden kunnen worden uitgebouwd.
In 2018 werden -dankzij de verkoop van Ablynx aandelen via het VIB (overname van het bedrijf door Sanofi) en een upfront betaling van een licentie deal met een belangrijke farmapartner- éénmalige inkomsten tbv 17 Miljoen € genoteerd.
In 2019 werden dit type van inkomsten niet verkregen, waardoor het cijfer voor de inkomsten uit de vierde geldstroom terugvalt, zoals verwacht, naar 9,66 Miljoen €.
Het ontstaan van nieuwe geldstromen voor toegepast onderzoek via de Strategische Speerpuntclusters en Strategische Onderzoekscentra, die voor de bedrijven zeer interessant zijn omdat hier co-financiering voor vraaggedreven onderzoek kan bekomen worden, is een mogelijke verklaring waarom de inkomsten 4° geldstroom voor VUB ook globaal verder dalen. Bedrijven zullen immers eerst kijken of ze langs die weg innovatiefinanciering kunnen bekomen en zich minder rechtstreeks naar de universiteit wenden. we dienen de resultaten van de 4° geldstroom dus samen te evalueren met die uit de 3° geldstroom.
TechTransfer heeft zich sterk ingezet om VUB-aanwezigheid in alle Vlaamse clusters te verzekeren, omdat hier nieuwe middelen voor samenwerking met de industrie kunnen worden bekomen. Onder de derde geldstroom is TechTransfer actief in de sensibilisering, begeleiding en coaching van projecten in Vlaanderen (VLAIO en FWO-toegepast onderzoek), in Brussel (Innoviris) en in Europa (H2020).
VUB behaalde in 2019 een prima resultaat in de Vlaamse financieringskanalen voor strategisch basisonderzoek van het FWO en het Agentschap Innoveren en Ondernemen, met een totaal toegekend VUB budget in deze kanalen van 10.7 Miljoen € (t.o.v. 7,3 Miljoen € in 2018).
Eveneens prima zijn de resultaten voor de toegepaste onderzoeksprojecten in Brussel met 11 goedgekeurde projecten voor een budget van 3.1 Miljoen €.
Het effect van de ondersteuning die vanuit Techtransfer door het ERIS team wordt gegeven aan de VUB onderzoeksploegen die willen inzetten op EU projecten met een toepassingsgerichte finaliteit kan cijfermatig aangetoond worden. De VUB scoort goed op het verwerven van dit type EU programma’s.
Hierdoor is er een zeer positief resultaat te noteren voor de inkomsten die globaal in 2019 werden bekomen onder de derde geldstroom-EU: 20,5 Miljoen € (tov 17,7 Miljoen € in 2018).
Ook groepen uit de Humane en Sociale Wetenschappen hebben significant meer projecten ingediend en goedgekeurd gekregen. De ondersteuning die vanuit ERIS wordt gegeven (in het kader van de doelstelling van het project ASP2030Valorisatie in de HSW) blijkt ook hier aan bij te dragen.
Er werden 41 uitvindingen aangemeld in 2019 voor octrooibescherming, terwijl 17 nieuwe octrooiaanvragen werden ingediend door de VUB.
De totale VUB-octrooiportfolio omvat 146 actieve octrooifamilies. Dit omvat enkel octrooifamilies waarvan VUB (mede-) aanvrager is. Octrooiaanvragen enkel ingediend op naam van derden zijn hierin niet meegeteld, ook al zijn VUB-onderzoekers vermeld als uitvinder op de desbetreffende octrooiaanvragen. Vandaag beheert de VUB 42 actieve octrooifamilies in volledig eigen beheer. 45 actieve octrooifamilies worden beheerd in samenwerking met VIB; 32 in samenwerking met IMEC. De overige actieve octrooifamilies worden beheerd door of in samenwerking met andere partijen dan de genoemde kennisinstellingen.
21 Octrooiaanvragen werden verlengd tot de PCT-fase, waarvan er 13 gedeeltelijk of volledig door VUB worden gefinancierd. In 2019 werden 8 octrooifamilies verdergezet in nationale fase; 23 octrooien werden toegekend door het Europees of US octrooibureau.
Door de oprichting van spin-off bedrijven kan de VUB resultaten van onderzoek maatschappelijk en economisch valoriseren en een return naar de VUB en haar onderzoeksgroepen realiseren. In 2019 werden 2 nieuwe exclusieve licentieovereenkomsten afgesloten met VUB spin-offs, alsook een licentieovereenkomst met een internationale organisatie. In totaal werden in 2019 4 spin-off bedrijven gelanceerd vanuit de VUB: Axiles, Konligo, hbits, Say it labs, waarmee het aantal actieve VUB-spin-off’s op 40 komt.
Niettegenstaande spin-off bedrijven verder groeien en de band met de universiteit op termijn minder sterk wordt, is het toch vermeldenswaard dat enkele van de VUB spin-offs in 2018 schitterende resultaten neerlegden, wat in bepaalde gevallen ook een financiële return voor VUB kan betkenen:
• Collibra (Jan 2019): $ 100 Miljoen Series-E-financieringsronde, geleid door CapitalG, het groeimaatschappijinvesteringsfonds van Alphabet. Dit brengt de post-geldwaardering op meer dan $ 1 miljard. Collibra krijgt de mythische status van ‘unicorn’, de eerste Belgische start-up met dergelijke waardering.
• Confotherapeutics: Mei 2019, 30 Miljoen € Serie A financieringsronde.
• Biotalys (vroeger Agrosavfe): Juli 2019, 35 Miljoen € Serie C financieringsronde
Het in 2018 opgestart ASP2030 project ‘Valorisatie van onderzoek in de humane en sociale wetenschappen’ legt de eerste positieve resultaten voor, gespreid over alle financieringskanalen.
Door de erkenning van Fellows werkt de VUB aan uitstraling in externe netwerken en kan ze beroep doen op experten voor onderwijs-, onderzoeks- en beleidsaangelegenheden. Er werden in 2019 22 nieuwe Fellows ingehuldigd aan de VUB. De bijdrage van de Fellows - inzet op het vlak van onderwijs, onderzoek, events, beleid en/of fondsenwerving – wordt hoog ingeschat, de meerwaarde voor de VUB is duidelijk. De VUB telt nu 178 Fellows, waarvan 90 Ere-Fellows.
Met de uitbouw van de activiteiten van de Foundation, worden bijkomende middelen via filantropische fondsenwerving bekomen die in specifieke projecten of grote infrastructuurvernieuwing worden geïnvesteerd. Daarnaast wordt via de oprichting van leerstoelen de financiering van facultaire activiteiten mogelijk, die het onderwijs- en onderzoekspotentieel van de VUB verbreden.
In 2019 werden – net als in 2018 - 5 nieuwe leerstoelen opgericht, waarmee het totaal op 26 leerstoelen aan de VUB komt. Ook de inkomsten gaan vooruit, hier is sterk op ingezet.
Met de legaten (die onvoorzienbaar zijn) buiten beschouwing, zijn de inkomsten voor 2019 aanzienlijk hoger dan in 2018: 3,4 Miljoen € (tov 2,3 Miljoen € in 2018). Met de legaten erbij komt dit voor 2019 op een inkomst van 3,8 Miljoen €. Er werd 1 bijkomend fonds opgericht en er is een stijging in de giften: in vergelijking met de eindejaarscampagne eind 2018, is er een grote stijging in 2019 te melden, zowel in het aantal donateurs als in de opgehaalde fondsen De gesegmenteerde en persoonlijke aanpak is zeer effectief gebleken en de intensieve analyses die gebeurden zullen nodig zijn om de werking voor de volgende jaren te structureren.
In 2019 werd tenslotte werk gemaakt worden van een reglement voor de filantropische fondsenwerving dat voor goedkeuring naar de Academische raad gaat in 2020.
De procentuele kost van de fondsenwerving blijft lager dan de 17% overhead (conform het overhead reglement) op de totale inkomsten, met name 12 %.
Het Crosstalks netwerk staat borg voor originele invalshoeken om stakeholders uit alle maatschappelijke geledingen te engageren in open en constructieve dialogen. Zowel over acute uitdagingen als met het oog op langetermijnvisies. Interdisciplinair, intersectorieel en duurzaam. In 2019 werden 27 projecten en events door het Crosstalks team in handen genomen, naast betrokkenheid in een reeks activiteiten zoals ondermeer centrale VUB-projecten waaronder Mindblowers, de WeKONEKTweek, de genderweek, Difference Day en de transversale lessenreeks Redelijk Eigenzinnig. Crosstalks is hierbij ‘self-supporting’ voor meer dan 50% via externe financiering: industriële samenwerking, overheidssubsidies voor specifieke projecten en activiteiten in opdracht van culturele organisaties zoals BOZAR.
Alle activiteiten van TechTransfer worden ondersteund door een cel Communicatie die ondermeer instaat voor de TechTransfer website, brochures en ander communicatiemateriaal evenals het organiseren van events. In de eerste week van november vond voor het eerst de TechTransfer Week plaats. De sessies werden afgestemd op de onderzoeksdomeinen: HSW, STEM en Life Sciences. Eindresultaat: 161 inschrijvingen en een groot aantal goed geïnformeerde en geïnspireerde onderzoekers!
II. Vicerectoraat en ondersteunende dienst
II.1 VICERECTORAAT INNOVATIE EN VALORISATIE
Bij de start van het Academiejaar 2015-2016 werd het vicerectoraat Innovatie en Valorisatie geïnstalleerd met prof. Hugo Thienpont als eerste vicerector voor dit beleidsdomein. De nieuwe rector, prof. Caroline Pauwels, herbenoemde de vicerector I&V een jaar later in deze functie.
Het Organiek Statuut bepaalt dat de vicerector Innovatie en Valorisatie als academisch verantwoordelijke belast is met het innovatie- en valorisatiebeleid. Dit houdt in dat vierjaarlijks een beleidsplan ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Academische Raad, na advies te hebben verkregen van de Innovatie-en Valorisatieraad. Dit beleidsplan kan jaarlijks worden geactualiseerd. Eind 2017 werd een nieuw beleidskader voorgesteld en goedgekeurd door het beleid.
De Innovatie- en Valorisatieraad heeft bevoegdheid over de toewijzing van de middelen voor het innovatie- en valorisatiebeleid, de opstart en stopzetting van octrooidossiers, deelname in rechtspersonen (met onderzoeks- of valorisatiefinaliteit) en de beslissingen aangaande leerstoelen, giften, legaten en sponsoringdossiers.
Inzetten op de valorisatie van onderzoek en de verhoging van de verworven middelen hieruit en uit filantropische fondsenwerving, is de ambitie voor vandaag én voor de toekomst. De VUB TechTransfer en de Foundation kunnen daarin een sturende en ondersteunende rol opnemen, de realisatie ervan ligt evenwel bij de onderzoekers die vrij zijn om hier al dan niet op in te zetten. VUB TechTransfer wil hen wel alle informatie en tools aanreiken, zodat ze hun keuze oordeelkundig kunnen maken.
In het plan voor 2018-2021 werden nieuwe concrete actiepunten voorgesteld die voortbouwen op de ingeslagen weg van het vorige beleidsplan. Deze kaderen –blijvend- in de prioriteit “gezond financieel beheer en netwerking”, maar krijgen nu een dimensie bij, daar de VUB in zijn geheel wil inzetten op een warme instelling, die verbindend, lerend en open wil zijn. Het innovatie- en valorisatiebeleid moet duurzaam worden en de structuren die worden gecreëerd dienen een constante instroom aan middelen te garanderen, zodat de investeringen zichzelf terugverdienen. We streven ernaar dat de hele universitaire gemeenschap de meerwaarde van deze activiteiten inziet en zich hierachter kan scharen om deze doelstelling mee te helpen realiseren.
Het vicerectoraat Innovatie en Valorisatie tekent het beleid rond toegepast onderzoek en valorisatie uit, waarbij de Vicerector wordt geadviseerd door de Innovatie- en Valorisatieraad en door de IOF-raad. Alle vormen van maatschappelijke valorisatie, dus niet enkel industriële, waartegenover een financiële vergoeding staat die opnieuw in excellent onderzoek dient geïnvesteerd te worden, vallen onder dit beleid. De VUB TechTransfer is de administratieve dienst die dit beleid ondersteunt en de verschillende operationele taken opneemt.
II.2 VUB TECHTRANSFER
Om dit te realiseren werd de reeds sinds 1998 bestaande Interface cel in 2015 losgemaakt van het R&D-departement en als autonome ondersteunende dienst toegevoegd aan het vicerectoraat innovatie en valorisatie. Bij het in voege treden van het nieuwe merkenbeleid VUB (2016) werd de naam van de dienst VUB TechTransfer. Hieronder wordt begrepen dat de dienst instaat voor de valorisatie van alle vormen van kennis die aan de universiteit ontwikkeld worden (met uitzondering van outreach en wetenschapscommunicatie-activiteiten).
II. 2.1 Missie en organisatie VUB TechTransfer
VUB TechTransfer is de operationele dienst aan de VUB die de uitwerking van het Innovatie- en valorisatiebeleid ondersteunt. Sinds 2003 is de opdracht uitgebreid tot de EhB en ook met het UZ zijn er afspraken gemaakt om valorisatiedossiers te begeleiden.
II.2.2 Missie
VUB TechTransfer stelt zich als doel wetenschappelijke onderzoeksresultaten te valoriseren – in samenwerking met de onderzoekers - om zo een innoverende bijdrage te leveren aan de maatschappij, waarna de inkomsten door de universiteit terug kunnen geïnvesteerd worden, in de eerste plaats in onderzoek en innovatie. Het luik filantropische fondsenwerving dat sinds 2012 werd opgenomen, beoogt eveneens de verwerving van bijkomende externe middelen ten behoeve van strategisch en toegepast onderzoek.
II. 2.3 Waarden
• Constructief meedenken: samen voor de juiste strategische oplossing kiezen.
• Betrouwbaar: engagementen nakomen, finale keuzes respecteren
• Eerlijkheid: deontologisch handelen, correcte administratieve en financiële afhandeling
• Klantgerichtheid:luisteren en meedenken, zorgen voor resultaatgerichte tussenkomsten
• Innovatie: ‘out-of-the-box’ denken zodat de juiste oplossingen gekozen worden
• Team werk: samen werken, samen slagen
II.2.4 Organisatiestructuur
In 2017 werd het organogram aangepast bij de invoering van het VUB Functiehuis. Het heeft in 2018 nog dezelfde vorm, maar dient in 2019 opnieuw aangepast te worden, daar de dienst verder groeit en de bevoegdheden inmiddels anders worden verdeeld.
VUB TechTransfer is georganiseerd in 3 ‘business units’ en 2 semi-autonome cellen:
• BU Business development, waaronder ook de projectenbegeleiding en spin-off management en entrepreneursopleiding valt
• BU Legal, de juridische cel van TechTransfer
• BU EU Research & Innovation Support (ERIS), voor EU projecten met valorisatiefinaliteit
• cel Foundation (filantropische fondsenwerving en Fellows)
• cel Crosstalks – netwerk
Ondersteunend zijn ‘Communicatie en events’ en ‘Secretariaat en administratief contractbeheer’. Personeel nominatief
Directeur VUB TechTransfer
BU Business development
TT Officer/IP Management & Licensing
TT Officer/IOF en Vlaamse innovatieprojecten
TT Officer/Spin-off management
TTOfficer/Brusselse innovatieprojecten
TT Officer/Entrepreneurship
TT Officer/HSW-ASP2030
BU Legal
Legal Counsel/ spin-off & innovation contracts (coördinatie)
Legal Advisor/contracten
Legal Advisor/contracten
BU EU Research & Innovation Support (ERIS)
European Research & Innovation Support (coördinatie)
European Research & Innovation Support Social Sciences, Humanities & the Arts
Foundation en Fellowship
Directeur Fundraising & Fellowship
Fundraising Officer
Sonja Haesen
Hugo Loosvelt
Liesbeth Bosman
Jacky Boonen
Qing Cai
Marc Goldchstein
Jessica Hekking
Kristel Mommaerts
Mariana Moreira
Twyla Quéva
Philippe Westbroek
Anneke Geyzen
Isabelle Marneffe
Mats Walschaers
Legal Councel Elisabeth Rabaey
Fellowship program
Communicatiemedewerker
Communicatie en events
Senior communicatie medewerker (coördinatie)
Communicatiemedewerker
Hanan Belaraj
Erkut Gultekin
Alena Aga
Lisa Van Reepingen
Secretariaat en Administratief contractbeheer
Management Assistant (coördinatie) Tania Bauwens
Secretariaatsmedewerker
Natasja De Landtsheer
Contract Management (coördinatie) Wesley Verbeke
Contractbeheerder Sophie Cammaerts
Octrooibeheer
Administratieve coördinatie IOF en Vlaamse projecten
ICity BRU project (EFRO/FEDER)
Marsyas Coene
Mieke De Volder (vanaf december 2019)
Onderzoeks- en valorisatieproject Ism BUTO (promotor T. Crispeels) Geoffrey Aerts (*)
VUB TechTransfer telt op 31 december 2019, 29 medewerkers : 26,8 VTE waarvan 1 consultant (Crosstalks coördinator) en 1 medewerker op het iCity project (*). Er worden 13 VTE betaald op middelen VUB, 7,5 VTE op de overeenkomsten met de Vlaamse overheid en 5,3 VTE op de overeenkomsten met de Brusselse overheid (waaronder het iCity BRU project). De Crosstalks coördinator wordt gefinancierd vanuit projecten (extern verworven middelen)
Het TechTransfer team is sinds het autonoom werd in 2015 sterk gegroeid, dankzij bijkomende externe inkomsten en projecten van VUB (zoals ASP2030) waarmee in personeel wordt geïnvesteerd.
(*) Via het iCity BRU project, werden middelen ter beschikking gesteld voor een onderzoeker/ valorisatiemedewerker. Hierop werd postdoc Geoffrey Aerts aangesteld, onder het promotorschap van prof. Thomas Crispeels (niet meegeteld in bovenstaande cijfers).
VUB TechTransfer dient ook beroep te doen op externe experten op consultancy basis (juristen, IP bureaus, markt analysten enz), gefinancierd vanuit de Interfacesubsidies en het octrooifonds VUB.

VUB TechTransfer dient ook beroep te doen op externe experten op consultancy basis (juristen, IP bureaus, markt analysten enz), gefinancierd vanuit de Interfacesubsidies en het octrooifonds VUB.
II.2.5 Kernopdrachten
II.2.5 Kernopdrachten
Uit de strategische en operationele doelstellingen kunnen de kernopdrachten van VUB TechTransfer als volgt samengevat worden. Dit omvat ook de acties gericht naar EhB en UZBrussel, maar zonder Crosstalks en Foundation, dit wordt verder in de tekst behandeld.
Uit de strategische en operationele doelstellingen kunnen de kernopdrachten van VUB TechTransfer als volgt samengevat worden. Dit omvat ook de acties gericht naar EhB en UZBrussel, maar zonder Crosstalks en Foundation, dit wordt verder in de tekst behandeld.
• Operationele werking die de vicerector Innovatie en Valorisatie ondersteunt in het ontwikkelen en implementeren van zijn beleid;
• Operationele werking die de vicerector Innovatie en Valorisatie ondersteunt in het ontwikkelen en implementeren van zijn beleid;
• Onderzoekers sensibiliseren en ondersteunen bij de indiening van onderzoeksprojecten ‘strategisch basisonderzoek en toegepast onderzoek’ die in competitie verworven kunnen worden, via gerichte acties, informatiesessies, website en persoonlijke begeleiding;
• Onderzoekers sensibiliseren en ondersteunen bij de indiening van onderzoeksprojecten ‘strategisch basisonderzoek en toegepast onderzoek’ die in competitie verworven kunnen worden, via gerichte acties, informatiesessies, website en persoonlijke begeleiding;
• Pro-actief scouten van bedrijven (waaronder KMO’s) die interesse hebben in onderzoekssamenwerkingen, via deelname in netwerken, organisatie van contactdagen, verspreiding van onderzoeksinformatie (website, brochures, publicaties);
• Begeleiding geven bij het opstellen van onderzoeksvoorstellen door advies over personeel en budgetering, freedom-to-operate analyse, invullen valorisatieluik;
• Pro-actief scouten van onderzoeksgroepen die Europese projecten met toegepaste finaliteit wensen in te dienen/kunnen participeren, begeleiden bij de indiening van projectvoorstellen, begeleiden bij de samenstelling van de consortia via deelname in netwerken (Vlaanderen, Brussel, internationaal) volgens het i-ISO concept;
• Pro-actief scouten van bedrijven (waaronder KMO’s) die interesse hebben in onderzoekssamenwerkingen, via deelname in netwerken, organisatie van contactdagen, verspreiding van onderzoeksinformatie (website, brochures, publicaties);
• Begeleiding geven bij het opstellen van onderzoeksvoorstellen door advies over personeel en budgetering, freedom-tooperate analyse, invullen valorisatieluik;
• Pro-actief scouten van onderzoeksgroepen die Europese projecten met toegepaste finaliteit wensen in te dienen/kunnen participeren, begeleiden bij de indiening van projectvoorstellen, begeleiden bij de samenstelling van de consortia via deelname in netwerken (Vlaanderen, Brussel, internationaal) volgens het i-ISO concept;
• Juridisch advies over en opstellen van overeenkomsten, juridische screening van onderzoeksvoorstellen van derden en hulp bij de negotiatie van onderzoekscontracten;
• Administratief contractbeheer van de door TechTransfer beheerde dossiers (inbreng in de databank ter aansturing financiële dienst en personeelsdienst), inclusief indienen van tenders en oplossen van administratieve problemen;
• Screening/ opstellen van de IP clausules in onderzoeksvoorstellen met het oog op de vrijwaring van de freedom-tooperate;
• Sensibilisering van onderzoekers mbt de bescherming van intellectuele eigendom, via opleidingen, gerichte acties, website en informatiebrochure (ook: geven van cursussen rond IP in reguliere onderwijscurricula) ;
• Begeleiding bij het opstellen van een record of invention en van een octrooi-aanvraag, eerste octrooi searches en begeleiding bij grondige searches, indiening van aanvragen via octrooibureaus en inhoudelijke opvolging octrooiprocedure, financiële opvolging;
• Organisatie van de IOF-raden, uitwerken van reglementen en oproepen, organisatie van de selectieprocedures, financieel beheer, verslaggeving en opvolging;
• Begeleiden van de IOF groepen en –mandatarissen; ondersteuning en advies bij de uitvoering van de IOF programma’s;
• Scouting van spin-off opportuniteiten, begeleiding bij het opstellen van het business en financiëel plan, coaching van het ondernemersteam;
• Juridische ondersteuning bij vennootschapsrechtelijke aangelegenheden (aandeel-houdersovereenkomsten, statuten) inclusief het opstellen (en voorbrengen) van participaties in spin-off’s op de innovatie- en valorisatieraad;
• begeleiden van de spin-off dossiers naar financiering (VC’s, eigen fondsen BI3 en QBIC I en II);
• Deelname voor VUB in raden van bestuur van spin-off bedrijven;
• Medebeheer van het startkapitaalfonds BI3, actieve begeleiding van dossiers voor QBIC I en II, deelname in de managementcomités;
• Stimuleren van ondernemerschap via de organisatie van startersseminaries (organisatorisch en als lesgever) advanced courses en gerichte coaching;
• Medebeheer van researchpark Zellik en incubatoren IICB en ICAB, organisatie van matchmaking events;
• Partner in het Crosstalks netwerk (self-supporting), advies en overleg mbt de activiteiten van het netwerk;
• Deelname voor VUB in onderzoeksgerelateerde vzw’s, opvolging van de dossiers van de Strategische onderzoekscentra en Strategische Speerpuntclusters, deelname aan werkgroepen en fora zoals VLIR, VOKA, Impulse.be, FWO/ VLAIO werkgroepen, Flanders Smart Hub, Innoviris, enz, inclusief lobbying voor VUB thema’s;
• Opstellen en verdedigen van strategische (meerjaren) plannen en rapporten voor financierende overheden (TechTransferfinanciering: Vlaamse en Brusselse overheid);
• Opvolging en organisatie van deelnames aan beurzen, ondermeer in het kader van TTO Flanders
• Ontwikkelen van promotietools voor het toegepast onderzoek en de IOF groepen -in het kader van de opdrachten van de Brusselse en Vlaamse overheid met het oog op de stimulering van samenwerking met het bedrijfsleven- via website VUB TechTransfer, website TTO-Flanders, brochures, posters en campagnes; monitoring van de impact ervan;
• Ondersteuning bij de ontwikkeling van de Foundation en het Fellowship
III. Sector Innovatie en valorisatie
III.1. Decreten en reglementen
Wetenschappelijke dienstverlening wordt in de Codex Hoger Onderwijs van 20 december 2013 beschreven als één van de drie basisopdrachten van de universiteit, naast academisch onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. In de praktijk wordt hiermee alle onderzoek in opdracht van derden bedoeld, evenals de valorisatie van onderzoeksresultaten.
Het decreet van de Vlaamse Gemeenschap d.d. 22. 02. 1995 betreffende de wetenschappelijke of maatschappelijke dienstverlening schiep hiervoor het wettelijk kader en is nu opgenomen in de Codex Hoger Onderwijs van 20 december 2013, Deel 4, Titel 2. De Codex Hoger Onderwijs bepaalt bovendien dat de vermogensrechten op vindingen in het kader van onderzoek, toebehoren aan de Universiteit.
De Vrije Universiteit Brussel was één van de eerste Vlaamse universiteiten die een eigen valorisatiereglement uitwerkte met bepalingen van return naar uitvinders en onderzoeksploegen. Dit valorisatiereglement dateert van 17 maart 1998 en was een aanvulling van het VUB-reglement op de wetenschappelijke en maatschappelijke dienstbetoonactiviteiten dd. 28 maart 1995. Het valorisatieregelement is, conform het Algemeen Onderzoeks- en Samenwerkingreglement
van de UAB, aangepast en uitgebreid naar het geheel van de associatie (beslissing UAB RvB d.d. 18/12/2008). Het dienstbetoonreglement is, eveneens conform het Algemeen Onderzoeks- en Samenwerkingreglement van de UAB, aangepast en uitgebreid naar het geheel van de associatie (beslissing RvB UAB d.d. 18/06/2007). Conform Art.101bis van het Decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs (nu opgenomen in de Codex Hoger Onderwijs) diende de Associatie Brussel dit Algemeen Onderzoeks- en Samenwerkingsreglement vast te leggen, waar het dienstbetoon- en valorisatiereglement deel van uitmaakt. Binnen de Vrije Universiteit Brussel bestond reeds een voor valorisatie bevoegde dienst, de toenmalige Technology Transfer Interface, nu VUB TechTransfer, en derhalve werd de taak van deze dienst uitgebreid tot het geheel van de Associatie.
Concreet betekent dit dat de VUB TechTransfer de valorisatie van onderzoek van het geheel van de Universitaire Associatie Brussel behartigt, maar enkel op vraag van de EhB advies geeft over dossiers.
III.2 Het concept valorisatie
In de afgelopen 20 jaar heeft de ‘valorisatie van onderzoeksresultaten’ enorm aan belang gewonnen. De financiële ondersteuning die de Vlaamse en Brusselse overheden voorzien om toegepast onderzoek verder te brengen tot op het niveau van toepassingen (hogere TRL niveaus), is sterk toegenomen. Zo investeerde de Vlaamse regering de afgelopen jaren steeds meer in gericht onderzoek. Ook wordt veel belang gehecht aan de output (onderzoekssamenwerkingen, octrooien, spin-off’s,..) die de universiteiten en hogescholen kunnen voorleggen omdat dit een belangrijke kernindicator is voor de regionale innovatiegraad (waarin Vlaanderen bij de koplopers hoort), maar ook omdat dit een (on) rechtstreekse weerslag heeft op de innovatiegraad van ondernemingen, uitvoer en tewerkstelling, maw parameters die de economische situatie van een regio in belangrijke mate bepalen.
De financiering van ondersteunende diensten binnen de universiteiten die dit proces dienen te begeleiden, heeft ertoe geleid dat nu in elke universiteit een expertisecel is uitgebouwd die de onderzoekers in deze materie kan ondersteunen. Binnen VUB is de dienst TechTransfer hiervoor verantwoordelijk. Hierdoor is er ook binnen de kennisinstellingen een graduele mentaliteitsverandering opgetreden: de onderzoeker vandaag wenst nog steeds een expert te zijn in de fundamentele aspecten van zijn vakgebied, maar zij of hij heeft ook meer belangstelling ontwikkeld voor de toepassing van het onderzoek. De beschikbaarheid van nieuwe onderzoekskanalen om deze uitdaging op te nemen, de kans om binnen een onderzoeksgroep nieuwe profielen van onderzoekers te ontwikkelen/ aan te trekken en de mogelijkheden om hiermee ook meer middelen te verwerven, hebben dit bewerkstelligd. De vertaling van het onderzoek naar de samenleving is een rol die nu elke onderzoeker ter harte neemt, daarin geholpen door het kader dat de universiteit aanbiedt.
III.3 Maatschappelijke en economische aspecten
Het Onderzoeksbeleidsplan en Algemeen Strategisch Plan van de Vrije Universiteit Brussel definieerde de verschillende vormen van wetenschappelijk onderzoek, waarbij wordt aangegeven dat enerzijds alle wetenschappelijke onderzoektypes worden ondersteund (verantwoordelijkheid bij onderzoeksbeleid), evenals de trajecten gaande van de wetenschappelijke ontdekking, de uitvinding tot en met de ontwikkelings- en ontplooiingsfasen ervan (verantwoordelijkheid van het innovatiebeleid, i.e. bijvoorbeeld de implementatie van demonstratoren en prototypes, eindrapporteringen, beleidsaanbevelingen leidend tot kennis en/of technologie overdracht naar de socio-economische actoren zoals de overheid, de industrie, de non-profit sector).
Het innovatie-en valorisatiebeleid omvat het beleid met betrekking tot economische, commerciële en maatschappelijke valorisatie evenals het beleid inzake leerstoelen en sponsoring. Maatschappelijke valorisatie als onderdeel van het beleidsdomein ‘Innovatie- en valorisatie’ wordt daarbij gedefinieerd als ‘elke vorm van valorisatie met een economische, commerciële en financiële valorisatiefinaliteit’. Andere vormen van maatschappelijke valorisatie, vb. wetenschapspopulariserende initiatieven, sociale innovatie zonder economische, commerciële en financiële finaliteit, enz… -samen te vatten als ‘outreach activiteiten’- vallen onder het beleidsdomein ‘onderzoek’.
III.4 Belang voor de universiteit vandaag en in de toekomst
Valorisatie van onderzoek en de verhoging van de verworven middelen hieruit, heeft in het vorige Algemeen Strategisch Plan van de VUB een prominente plaats gekregen. Een gezond financieel beheer en uitbreiding van de netwerken blijven evenwel prioriteiten met als uiteindelijke doelstelling de VUB meer onafhankelijk te maken van overheidsmiddelen, door efficiënter privé- en projectmiddelen voor onderzoek en ontwikkeling aan te trekken.
De Vlaamse overheid zet sterk in op toegepast onderzoek en kennis-en technologie-overdracht: “economie” en “innovatie” behoren tot de bevoegdheden van éénzelfde minister en voor 2019 werden aanzienlijke bijkomende middelen voor onderzoek en ontwikkeling vrijgemaakt met nadruk op versterking van de Vlaamse industrie.
Ook in Brussel vormt het Gewestelijk Innovatieplan 2016-2020 het referentie-kader van het onderzoeksbeleid als hefboom voor socio- economische ontwikkeling.
“Valorisatie van onderzoek” moet dus binnen de universiteit blijvend de volle aandacht krijgen, willen we onze rol in dat landschap kunnen opnemen.
De VUB kan hierdoor ook een belangrijke plaats innemen in het gezelschap van andere innovatieve universiteiten, gemeten aan de hand van ingediende, goedgekeurde en geciteerde octrooien: in de Reuters top 100 van de meest innovatieve universiteiten in Europa staat de VUB op plaats 59 in 2019. Dit is een achteruitgang ten opzichte van vorig jaar, wat aantoont dat ook de andere Europese instellingen volop inzetten op innovatie. VUB kan dus niet op lauweren rusten, er moet vooprtdurend aan het beleid en de uitvoering gewerkt worden, willen we ons handhaven in dit zeer competitief landschap.
IV. Innovatie- en valorisatieraad
IV.1 Bevoegdheden- Organiek Statuut
Het Organiek statuut van de VUB (6.11.2014 en aangepast) bepaalt dat de Innovatie- en Valorisatieraad beslissingen kan nemen inzake volgende aangelegenheden :
1. De verdeling en de toewijzing van middelen voor het innovatie-en valorisatie-beleid;
2. De opstart en stopzetting van octrooidossiers;
3. De deelname in verenigingen en rechtspersonen inzoverre dit betrekking heeft op onderzoeks- en/of valorisatieactiviteiten;
4. De installatie van leerstoelen en de aanduiding van de leerstoel-houder, na advies te hebben bekomen van de Onderwijsraad en/of de Onderzoeksraad;
5. De aanvaarding van giften en legaten;
6. De aanvaarding van sponsoring.
De Innovatie- en Valorisatieraad kan, binnen de voorwaarden en grenzen die hij bepaalt, de bevoegdheden delegeren aan de vicerector innovatie- en valorisatiebeleid. De Innovatie- en Valorisatieraad brengt de Academische Raad en de Raad van Bestuur hiervan op de hoogte.
De Innovatie- en Valorisatieraad formuleert voorstellen en verleent advies aan de Academische Raad inzake het strategisch innovatie- en valorisatiebeleid, met name de economische, commerciële en financiële valorisatie van wetenschappelijk onderzoek.
De Innovatie- en Valorisatieraad stelt jaarlijks een ontwerpdeel-begroting en een ontwerpjaarrekening op voor het beleidsdomein Innovatie en Valorisatie, en maakt deze over aan het Directiecomité.
Telkens wanneer hij daartoe wordt verzocht, verstrekt de Innovatie- en Valorisatieraad advies aan de Universiteitsraad, de Raad van Bestuur, de Academische Raad, de rector of de vicerector Innovatie- en valorisatie.
IV.2 Samenstelling I&V raad
De samenstelling van de Raad voor Innovatie en Valorisatie wijzigde in 2019 (goedgekeurd door de Academische raad). In de raad zetelen leden die door de voorzitter werden voorgesteld omwille van hun expertise en betrokkenheid in het valorisatiegebeuren.
Leden die ook in de IOF raad zetelen
* Hugo Thienpont voorzitter - vicerector I&V IR
* Karin Vanderkerken vicerector onderzoek GF
* Romain Meeusen vicerector internationalisering LK
* Peter Schelkens IR
* Pieter Ballon ES
* Viviane Jonckers WE
* Thomas Crispeels ES
* Dominique Maes
* Tony Lahoutte (raadgevend)
Dominique Verté
Wim Vandenbussche
Fabienne Brison
Samenstelling: 12 leden Gender: 4 dames, 8 heren
(* Leden die ook in de IOF raad zetelen)
IV.3 Vergaderingen I&V raad
WE
GF/UZ
PE
LW
RC
In 2019 werden 11 vergaderingen ingepland (één per maand behalve tijdens de maand juli). Eén vergadering werd afgelast wegens te beperkte agenda (november), de agenda werd toegevoegd aan de volgende meeting. Er werd echter wel een extra schriftelijke bevraging gedaan bij hoogdringendheid (“Deelname van VUB in het Innovatiefonds”) in toepassing van Art. 27 van het huishoudelijk reglement van de Innovatie-en Valorisatieraad. In de mate van het mogelijke wordt afwisselend een plenaire raad en een schriftelijke raad voorzien doch dit kan herzien worden afhankelijk van de geagendeerde materie.
Dossiers die een grondige bespreking behoeven, worden immers steeds geagendeerd op de plenaire vergadering.
De belangrijkste dossiers betroffen:
TechTransfer en innovatie-en valorisatiebeleid
• Bespreking voorstel spin-off reglement en ethische code inzake oprichting van spin-offs
• Voorstelling en bespreking van de kandidaat Fellows 2019
• Jaarverslag VUB TechTransfer 2019
• Deelname VUB in het Innovatiefonds
• Toelichting en stand van zaken Green Energy Park project
• Goedkeuring exclusieve licenties (spin-off dossiers)
• Toetredingen speerpuntclusters, vzw’s en regeling terugbetaling lidmaatschapsbijdragen
Valorisatiedossiers
• Toetredingen netwerken en betalingen lidgelden
Foundation
• Bespreking nieuwe Richtlijnen voor de aanvaardingen aanwending van legaten aan de Vrije Universiteit Brussel
• Reglement voor externe filantropische fondsenwerving van de Vrije Universiteit Brussel
• Aanpassing centraal reglement Fellowship
• Aanvaarding van legaten
• Verlengingen en oprichtingen nieuwe leerstoelen
• Goedkeuring leerstoelhouders onderwijsleerstoelen
V.
Industrieel Onderzoeksfonds
V.1 IOF programma’s
Periode 2005 - 2008
De IOF-raad van de VUB stelde in 2005 een reglement op: de IOF-middelen die door de Vlaamse overheid ter beschikking worden gesteld (Besluit van de Vlaamse regering betreffende de ondersteuning van de Industriële Onderzoeksfondsen en de interfaceactiviteiten van de associaties in de Vlaamse Gemeenschap), dienden de ‘zwaartepunten’ en ‘groeiers’ van toegepast onderzoek te versterken via programmafinanciering van 5 jaar, omdat daaruit de grootste valorisatieoutput kon verwacht worden. De calls liepen gefaseerd over verschillende jaren, zodat elk jaar een aantal nieuwe groepen kunnen instromen.
Zwaartepunten ontvingen financiering voor 5 jaar, in principe 220.000 Euro per jaar; Groeiers ontvingen 110.000 Euro per jaar voor 5 jaar.
Periode 2009 – 2013
In 2010 werd dit beleid herzien en werd overgegaan naar calls voor projecten van 3 jaar, met een meer directe toepasbaarheid (GEAR-projecten). Dit werd vooral ingegeven door het feit dat het aandeel van de VUB in de IOF-middelen niet meer groeide en er dus voorzichtig met de middelen moest omgesprongen worden.
Periode 2014 - 2018
GEAR-programma’s
Vanaf 2014 (na een opmerking van de bevoegde Minister dat de financiering niet mag versnipperd worden) werd evenwel terug overgegaan op programma-financiering van 5 jaar, met een jaarlijks bedrag van 170.000 Euro (kan afwijken binnen een vork van 120.000 – 220.000 Euro).
Conform met het betreffende Besluit, moet de gefinancierde onderzoeksgroep een IOF-mandaathouder aanstellen op de middelen. Deze persoon heeft een post-doc profiel of evenwaardige expertise. De overige middelen (max 70%) zijn werkingsmiddelen die de mandaathouder in staat moeten stellen om de valorisatieprojecten van de groep te realiseren. Proof-of-Concept-projecten
Daarnaast worden middelen voorzien voor Proof-of-Concept projecten: De PoC-financiering gaat naar projecten die in een overgangsfase zitten van proof-of-principle naar proof-of-concept. Alle mogelijke activiteiten die tot doel hebben het valorisatietraject te versnellen kunnen middels deze PoC-financiering bekostigd worden (bv. prototypeontwikkeling, bijkomende resultaten verzamelen ter voorbereiding en ter verderzetting van een octrooi, preklinische experimenten, uitschrijven business-plan, inhuren van consultants, marktonderzoek,...). Budget: 50.000 per project, looptijd minimum 1 jaar.
Periode 2019-2023
In 2019 werd het ministerieel besluit voor IOF-financiering grondig aangepast: de middelen die beschikbaar gesteld worden voor IOF (verhoging van het budget) alsook de rapporteringsvereisten veranderden.
Dit vormde de aanleiding voor de IOF-raad om het bestaande IOF-reglement te herbekijken en dit om de positie van VUB te bestendigen en te verbeteren binnen dit IOF-fonds. Een nieuw Reglement werd uitgewerkt en goedgekeurd door de bevoegde beleidsniveaus.
Er wordt verdergewerkt met het concept speerpunten (GEAR genoemd, Groups of Excellence of Applied Research): onderzoeks - of vakgroepen (of consortia) die een lange-termijn ʻroadmapʼ kunnen uittekenen waarin één of meerdere mandaten een effectief verschil kunnen maken waarbij het IOF als hefboom wordt gebruikt om de valorisatie output en de externe inkomsten te verhogen. De ex-ante en ex-post beoordeling van de programma’s zal kwantitatief (return on investment) en inhoudelijk zijn.
De financiering wordt niet ‘ad vitam’ toegekend aan een mandaathouder, maar gaat naar het consortium dat, op basis van een goedgekeurde roadmap, gedurende een periode van 5 jaar zelf bepaalt waarop de middelen moeten ingezet worden. De selectie en beoordeling van de mandaathouder gebeurt niet centraal door de IOF-raad, maar door het GEAR - consortium. Vanuit TechTransfer wordt erover gewaakt dat het minimum percentage (25% van de subsidie) voor mandaten over het geheel wordt gepland en gerealiseerd. De UAB heeft dat percentage voorheen zonder probleem gehaald.
Een IOF GEAR kan na afloop van het programma in dezelfde of gewijzigde configuratie opnieuw appliceren voor programmafinanciering, op voorwaarde dat een nieuwe 5-jaren roadmap wordt uitgetekend én de evaluatie van het vorige programma positief is. De cijfermatige beoordeling maakt meer dan in het verleden deel uit van die evaluatie. Er wordt vanaf de oproep 2019 gewerkt met 3 categorieën van GEAR-financiering, waarbij de ‘return on investement’ (ROI) voor reeds gefinancierde GEAR’s als maatstaf wordt gehanteerd voor de indeling in een categorie. Voor nieuwe aanvragen, wordt gekeken naar de output over de afgelopen jaren en wordt een theoretische ROI berekend. De aanvraagdossiers worden ingediend en beoordeeld binnen één van de volgende categorieën:
• De STARTER GEAR programma’s met TRL 2-3 omvatten een basisfinanciering van 100.000€/jaar voor in principe 5 jaar. Na 3 jaar en na positieve evaluatie kan een verlenging, eventueel met upgrade gedurende 2 jaar toegekend worden.
• Voor de CONSOLIDATOR GEAR met TRL 3-4-5 is een basisfinanciering van 200.000€ per jaar voor 5 jaar voorzien.
• Voor de ADVANCED GEAR met TRL 4-5-6 is de basisfinanciering 300.000€ per jaar voor 5 jaar.
Additioneel werden tov het vorige reglement een aantal nieuwe instrumenten voorzien voor GEAR-programma’s:
Bonus:
Aan onderzoeksgroepen die scoren op 1 of meerdere aandachtspunten kan een BONUS van 10.000€ tot 50.000€ per jaar toegekend worden tot de volgende GEAR evaluatie. GEARs komen in aanmerking als ze scoren op de volgende punten:
• Valorisatie op basis van interdisciplinaire samenwerking tussen 2 of meerdere van de sleuteltechnologieën (Cross-KET programma EU met als KET’s: ‘micro- and nanoelectronics, nanotechnology, industrial biotechnology, advanced materials, photonics, advanced manufacturingtechnologies, artificial intelligence, cybersecurity’)
• ‘Inclusive policy and social responsability’
• Humane en Sociale Wetenschappen hoofdaanvrager of partner in het consortium -EhB en/of UZBrussel en/ of een groep van een universiteit uit het EUTOPIA-netwerk is partner in het consortium
• Interuniversitair IOF-consortium, met toelage vanuit minstens twee universiteiten
Accelerator:
Daarnaast kunnen de GEAR’s een éénmalige ACCELERATOR van 150.000€ aanvragen om een bepaald aspect van hun roadmap versneld uit te voeren.
Proof-of-Concept-projecten
De projectfinanciering voor Proof-of-Concept werd verhoogd van 50.000 € naar maximaal 75.000 €. De projectfinanciering voorziet een budgetomvang van 25.000€ tot 75.000€ en lopen maximum 2 jaar. Er worden vanaf 2019 2 calls per jaar georganiseerd en dit om sneller te kunnen inspelen op opportuniteiten.
Strategische valorisatie-opportuniteiten
De IOF raad kan op advies van de voorzitter beslissen om voor dringende ‘universiteitsbrede’ valorisatie-opportuniteiten vooraf middelen af te nemen van de jaarlijks beschikbare IOF budgetten ovv strategische mandaathouders en/of strategische co-financiering.
V.2
Raad voor het Industrieel Onderzoeksfonds
Samenstelling:
De IOF-raad bestaat ten minste uit 12 leden en is onderverdeeld in 3 geledingen. De samenstelling van de IOF-raad wordt elk jaar herbekeken.
Geleding 1: personeelsleden van de universiteit waarvan ten minste een vierde en ten hoogste de helft tegelijkertijd lid van de OZR is:
Voornaam, Naam Faculteit
Hugo Thienpont * IR Voorzitter, Vicerector Innovatie en Valorisatie
Karin Vanderkerken * GF Vicerector Onderzoek
Romain Meeusen * LK Vicerector Internationalisering
Peter Schelkens IR
Pieter Ballon ES
Viviane Jonckers WE
Thomas Crispeels ES
Dominique Maes WE
Tony Lahoutte GF/UZ
*Leden die ook zetelen in de Onderzoeksraad.
Geleding 2: personeelsleden van de hogescholen bij de associatie:
Voornaam, Naam Hogeschool
Annelies Bockstael EhB
Filip Verhulst EhB
Geleding 3: vertegenwoordigers van het bedrijfsleven:
Voornaam Naam (sector) Bedrijf
Pascale Redig ( Life sciences) J&J
Rene De Keyzer (Material sciences) Synergism10
Ingrid Van De Voorde (ICT) Nokia Bell Labs
Véronique Wendrix (Engineering) Belgacom
Dit geeft 7 dames en 8 heren op een totaal van 15 leden. TechTransfer-leden nemen deel met raadgevende stem.
V.3 Vijfjaarlijkse audit IOF en Interfacewerking
In 2018 doorliep het IOF en de Interfacewerking een 5-jaarlijkse externe audit, zoals het betreffende Besluit voorziet. De werking zoals ze aan deze instelling is georganiseerd, kreeg een positieve beoordeling, waarbij de bijzondere IOF-organisatie in programma’s werd aangestipt en het feit dat de VUB-groepen sterk presteren in de Strategische OnderzoeksCentra en Speerpuntclusters, ondanks de relatief kleinere schaal. Ook het inzetten op het bereiken van heel diverse doelgroepen (zowel interne -alle onderzoekers- als externe actoren, de industrie als de hogeschool) zijn positief gescoord evenals de expertise van de TechTransfer medewerkers. De stijging in absolute termen van de contractinkomsten en de Europese inkomsten over de laatste 5 jaar werden opgemerkt en de meting van het hefboomeffect dat het IOF hierop heeft, werd als ‘good practice’ betitteld. Knelpunten zoals niet-gelinkte databanken (projectdatabank- financiële gegevens) werden vermeld, en aanbevelingen zoals betere monitoring van de IOF-mandaathouders zullen worden opgenomen.
V.4 Selectie IOF-programma’s 2018
GEAR-programma’s
In 2019 werd een call georganiseerd voor nieuwe GEAR-aanvragen (te starten in 2020). In totaal werden 7 aanvragen ingediend (2 aanvragen op niveau starter, 3 aanvragen op niveau consolidator en 2 aanvragen op niveau advanced). De IOF-raad selecteerde 6 groepen voor programma-financieringen en kende aan 5 van deze 6 groepen ook een bonus toe.
Titel IOF GEAR
ADVANCED GEAR’s
Transitioning to future sustainable transport systems Supporting a sector in full transition: valorisation of the MOBI expertise
Brubotics
CONSOLIDATOR GEAR’s
Technological and Socio-Economic Strategies for a Sustainable Chemical Industry.
INTEGRAL - Integrating a multimodal approach to address current challenges in immunotherapy
Nanobodies for Biotechnology and Health
STARTER GEAR’s
B-Liver - Valorisation of VUB’s liver cell biology and toxicology expertise via a consortium focused on liver therapeutics, patient and consumer safety.
Vakgroep en/of onderzoeksgroep Bonus
MOBI (BUTO/ETEC) toegekend
Verschillende vakgroepen toegekend
CHIS/IES toegekend
GF-UZ Brussel/WEBIR toegekend
WE-DBIT n.v.t.
GF-IVTD-LIVR toegekend
In 2019 werd tevens een oproep gelanceerd voor de bestaande GEARs om deze in te schalen in het nieuwe systeem. 10 groepen hadden een lopende GEAR waarvan 7 een upgrade hebben aangevraagd. Aan 6 groepen werd deze toegekend: 3 groepen werden ingeschaald in het niveau consolidator, 3 groepen werden ingeschaald in het niveau advanced. De andere groepen die geen upgrade hadden aangevraagd of toegekend kregen, behielden de reeds toegezegde financiering. Aan 5 van de groepen werd eveneens een bonus toegekend.
Proof-of-concept projecten
In 2019 werd een call gelanceerd voor de financiering van PoC-projecten (te starten in 2020). In totaal werden 9 aanvragen ingediend, waarvan er 4 werden gesteund.
Overzicht van alle IOF per klasse:
Vakgroep Promotor
DBIT/SBB Steyaert/Versees
PATH/FOBI Smitz/ De Vos/ Verheyen/ Anckaert
Verschillen-de vakgroepen BRUBOTICS Lefeber/Vanderborght/ Meeusen/Nowé/Van Ham/Jansen/Jacobs/ Verté/De Donder
FAFY Rogiers/ Vanhaecke/ De Kock
LABO/ DBIT Lahoutte/ Vanginderachter
ADVANCED GEARS
Thienpont
Ballon
Macharis
Vanderborght
(nieuwe aanvraag ingediend)
afgelopen
(nieuwe aanvraag ingediend)
(nieuwe aanvraag ingediend)
(nieuwe aanvraag ingediend)
nieuwe toekenning
CONSOLIDATOR GEARS
PREDICT SURF-ETEC
AI-LAB, DIMA, Data Analytics Lab Nowé, Dooms, Verbeke
GTRM VandenDriesche- Chuah
CHIS,IES Denayer
GF-UZ Brussel/ WE-BIR Lahoutte
Sciences & BioEngi-neering Sciences Steyaert
STARTER GEARS
IMDO De Vuyst
SOFT De Meuter
AVRG Guillaume
850
ICMI, ETRO Lahoute, Kuijk 2019-2023 850
€ upgrade + bonus
GEAR werd in dec 2018 geëvalueerd voor verlenging
2019: upgrade + bonus
nieuwe toekenning
nieuwe toekenning
nee blijft op reeds toegezegd financierings-niveau
GEAR-programma werd verlengd zonder bijkomende financiële middelen
150 000 € blijft op reeds toegezegd financierings-niveau
€ n.v.t nee blijft op reeds toegezegd financierings-niveau
DBIT, DRC De Malsche, 2019-2023 750 000 € n.v.t nee blijft op reeds toegezegd financierings-niveau
GF Hellemans 2020-2024 500 000
000 € nee nieuwe toekenning
VI.1 Inkomsten
VI. Resultaten valorisatie van onderzoek
VI.1 Inkomsten uit samenwerkingen met de privésector (vierde geldstroom)
De VUB kende tot 2008 een vrij regelmatige groei van de onderzoeksinkomsten die uit de ‘privésector’ komen. Dit zijn inkomsten uit bilateraal contractonderzoek (profit/non profit), contractonderzoek met de privésector met overheidssteun en valorisatieinkomsten. In 2010 werd een lichte terugval vastgesteld. Mogelijk was de economische situatie hiervan de oorzaak.
De VUB kende tot 2008 een vrij regelmatige groei van de onderzoeksinkomsten die uit de ‘privésector’ komen. Dit zijn inkomsten uit bilateraal contractonderzoek (profit/non profit), contractonderzoek met de privésector met overheidssteun en valorisatieinkomsten. In 2010 werd een lichte terugval vastgesteld. Mogelijk was de economische situatie hiervan de oorzaak.
De positieve groeicurve die sindsdien werd genoteerd –met een mooi jaar 2015- werd in 2018 spectaculair overtroffen, met een toename van de inkomsten van 12,2 mio € naar 30,4 miljoen €. De verkoop van Ablynx aandelen via het VIB (overname van het bedrijf door Sanofi) en een upfront betaling van een licentie deal met een belangrijke farma-partner zijn goed voor 17 miljoen éénmalige inkomsten en het is belangrijk dit voor ogen te houden als we naar het cijfer van 2019 kijken. Los van deze belangrijke éénmalige inkomsten in 2018, werd evenwel ook een toename van de projectinkomsten genoteerd van 12,2 naar 13,4 miljoen €.
De positieve groeicurve die sindsdien werd genoteerd –met een mooi jaar 2015- werd in 2018 spectaculair overtroffen, met een toename van de inkomsten van 12,2 mio € naar 30,4 miljoen €. De verkoop van Ablynx aandelen via het VIB (overname van het bedrijf door Sanofi) en een upfront betaling van een licentie deal met een belangrijke farma-partner zijn goed voor 17 miljoen éénmalige inkomsten en het is belangrijk dit voor ogen te houden als we naar het cijfer van 2019 kijken. Los van deze belangrijke éénmalige inkomsten in 2018, werd evenwel ook een toename van de projectinkomsten genoteerd van 12,2 naar 13,4 miljoen €. In 2019 moeten de cijfers terug vergeleken worden met de jaren voorheen. De inkomsten voor 2019 bedragen immers maar 9,66 miljoen € en dat is niet alleen een flinke terugval tov het vorige jaar, maar ligt ook lager dan 2017 en 2016.
In 2019 moeten de cijfers terug vergeleken worden met de jaren voorheen. De inkomsten voor 2019 bedragen immers maar 9,66 miljoen € en dat is niet alleen een flinke terugval tov het vorige jaar, maar ligt ook lager dan 2017 en 2016.
Inkomsten samenwerkingen privé sector 2019 (4° geldstroom)
35,000,000.00
30,000,000.00
25,000,000.00
20,000,000.00
15,000,000.00
10,000,000.00
5,000,000.00
Verschillende factoren liggen hier wellicht aan de basis. Vooreerst het ontstaan van nieuwe geldstromen voor toegepast onderzoek via de Strategische Speerpuntclusters en Strategische Onderzoekscentra, die voor de bedrijven zeer interessant zijn omdat hier co-financiering voor vraaggedreven onderzoek kan bekomen worden. Bedrijven zullen dus eerst kijken of ze langs die weg innovatiefinanciering kunnen bekomen en zich minder rechtstreeks naar de universiteit wenden. TechTransfer heeft zich sterk ingezet om aanwezigheid in alle nieuwe clusters te verzekeren, maar niet in alle clusters is de aanduiding van VUB vertegenwoordigers even succesvol. Nochtans zijn het de domeinexperten zelf die zich best in de werking van de clusters engageren, om er zeker van te zijn dat ze op de calls kunnen indienen.
Verschillende factoren liggen hier wellicht aan de basis. Vooreerst het ontstaan van nieuwe geldstromen voor toegepast onderzoek via de Strategische Speerpuntclusters en Strategische Onderzoekscentra, die voor de bedrijven zeer interessant zijn omdat hier co-financiering voor vraaggedreven onderzoek kan bekomen worden. Bedrijven zullen dus eerst kijken of ze langs die weg innovatiefinanciering kunnen bekomen en zich minder rechtstreeks naar de universiteit wenden.
TechTransfer heeft zich sterk ingezet om aanwezigheid in alle nieuwe clusters te verzekeren, maar niet in alle clusters is de aanduiding van VUB vertegenwoordigers even succesvol. Nochtans zijn het de domeinexperten zelf die zich best in de werking van de clusters engageren, om er zeker van te zijn dat ze op de calls kunnen indienen.
In 2019 zien we ook dat het aantal contracten niet meer toeneemt, zoals gemeten kan worden aan het aantal nieuwe dossiers die in de databank worden geregistreerd. Onderstaande grafieken betreffen enkel de projecten ‘toegepast onderzoek- vierde geldstroom’ (WDV: wetenschappelijk dienstbetoon valorisatie; WDCO: wetenschappelijk dienstbetoon opleidingen en cursussen; WDGO: wetenschappelijk dienstbetoon projecten, MTA: material transfer agreements; NDA: non disclosure agreements).
aan het aantal nieuwe dossiers die in de databank worden geregistreerd. Onderstaande grafieken betreffen enkel de projecten 'toegepast onderzoek- vierde geldstroom' (WDV: wetenschappelijk dienstbetoon valorisatie; WDCO: wetenschappelijk dienstbetoon opleidingen en cursussen; WDGO: wetenschappelijk dienstbetoon projecten, MTA: material transfer agreements; NDA: non disclosure agreements).

Het is dus belangrijk ook de inkomsten (exclusief de dotatie) die gerealiseerd worden door de universitaire groepen die aan de Strategische onderzoekscentra zijn verbonden (imec, VIB, iMinds, Flanders Make en VITO) te monitoren. Deze middelen komen (afhankelijk van SOC tot SOC) niet altijd op een VUB rekening, maar staan wel ter beschikking van de betrokken onderzoeksgroepen. Deze inkomsten worden meegeteld in de IOF verdeelsleutel.
Ook de evolutie van de middelen die via de Speerpuntclusters worden verworven (zie verder) moeten bekeken worden in het licht van bovenstaande.
VI.2 Overheidsmiddelen voor strategisch en toegepast onderzoek (Derde geldstroom)
Het is dus belangrijk ook de inkomsten (exclusief de dotatie) die gerealiseerd worden door de universitaire groepen die aan de Strategische onderzoekscentra zijn verbonden (imec, VIB, iMinds, Flanders Make en VITO) te monitoren. Deze middelen komen (afhankelijk van SOC tot SOC) niet altijd op een VUB rekening, maar staan wel ter beschikking van de betrokken onderzoeksgroepen. Deze inkomsten worden meegeteld in de IOF verdeelsleutel. Ook de evolutie van de middelen die via de Speerpuntclusters worden verworven (zie verder) moeten bekeken worden in het licht van bovenstaande.
Men dient ook te kijken naar de evoluties in de derde geldstroom om de cijfers van de vierde geldstroom te kunnen kaderen. De laatste jaren zijn er flink wat middelen door de Vlaamse en Brusselse overheid ter beschikking gesteld voor toegepast onderzoek, al of niet in samenwerking met bedrijven. Sommige onderzoekers kandideren liever voor projecten waarin de onderzoekscomponent nog ruimer is, dan in een bilateraal contract te stappen waar de financierende partner ‘deliverables’ verwacht.
Onder het I&V beleid en de TechTransfer begeleiding vallen eveneens de volgende in competitie te verwerven overheidsmiddelen voor toegepast onderzoek:
• FWO-financiering voor toegepast strategisch onderzoek (geen beurzen): Strategisch Basisonderzoek (SBO) en Toegepast Biomedisch onderzoek (TBM)
• VLAIO financiering voor toegepast onderzoek:
• Ontwikkelingsprojecten, onderzoeksprojecten, Baekelandmandaten, Innovatiemandaten, Financiering voor O&O&I in een internationaal consortium, ICON-projecten (call via VLAIO)
• Landbouw, TETRA en COOCK projecten
• Innoviris financiering voor toegepast onderzoek: Joint R&D project, Applied PhD, Spin-off, POC, Research Platforms, Experimental Platforms, Co-creation, IPSU en R&D projects
• andere (internationale) overheden of organisaties (stichtingen, fondsen): financiering voor toegepaste projecten met valorisatiepotentieel.
• projecten in het kader van de SOC’s en de Speerpuntclusters (ondermeer ICON)
• EU-projecten met economische valorisatie-gerichtheid
VI.2.1 Vlaamse financiering voor strategisch basisonderzoek
VI.2.1 Vlaamse financiering voor strategisch basisonderzoek
VUB behaalde in 2019 een prima resultaat in de financieringskanalen voor strategisch basisonderzoek van het FWO en het Agentschap Innoveren en Ondernemen, met een totaal toegekend VUB budget in deze kanalen van 10.7 Mio € (t.o.v. 7,28 Miljoen € in 2018). Hierbij moet de opmerking gemaakt worden dat het bedrag van 10.7 Mio € zonder toekenningen is binnen het SBO-kanaal
VUB behaalde in 2019 een prima resultaat in de financieringskanalen voor strategisch basisonderzoek van het FWO en het Agentschap Innoveren en Ondernemen, met een totaal toegekend VUB budget in deze kanalen van 10.7 Mio € (t.o.v. 7,28 Miljoen € in 2018). Hierbij moet de opmerking gemaakt worden dat het bedrag van 10.7 Mio € zonder toekenningen is binnen het SBO-kanaal.
In de volgende paragrafen en figuren worden de resultaten per kanaal in meer detail besproken.
In de volgende paragrafen en figuren worden de resultaten per kanaal in meer detail besproken.
Financierend agentschap Programma
SBO-economische finaliteit
FWO
VLAIO
Budget toegekend
888.500 € (1) Geen toekenningen in 2019 SBOmaatschappelijke finaliteit Geen toekenningen in 2019
SBO-spin-off finaliteit Geen toekenningen in 2019 TBM 950.156 €
Onderzoeksprojecten
Baekelandmandaten
€
€ Innovatiemandaten
Landbouwtrajecten Geen deelname
Tetraprojecten
COOCK-projecten Budgetten zijn opgenomen in de cijfers van de speerpuntclusters Citizen Science
€
€
€
(1) SBO-project toegekend in 2019 (aanvraag in 2018 maar door budgetuitstel VLAIO werd beslissing pas in 2019 bestendigd); de normale 2019 – aanvragen worden pas in 2020 toegekend qua budget
Fonds Wetenschappelijk Onderzoek
Fonds Wetenschappelijk Onderzoek
Strategisch Basisonderzoek (SBO)
Strategisch Basisonderzoek (SBO)
Het programma Strategisch BasisOnderzoek (SBO) betreft vernieuwend onderzoek dat in geval van wetenschappelijk succes een vooruitzicht biedt voor latere economische of maatschappelijke toepassingen (onder de vorm van een nieuwe generatie van producten, processen en/of diensten).
Het programma Strategisch BasisOnderzoek (SBO) betreft vernieuwend onderzoek dat in geval van wetenschappelijk succes een vooruitzicht biedt voor latere economische of maatschappelijke toepassingen (onder de vorm van een nieuwe generatie van producten, processen en/of diensten).
In 2018 werd de procedure en tijdstip van goedkennen voor de SBO-projecten grondig herzien. Tot en met 2018, werden de SBO-projecten in mei ingediend en gebeurden de toekenningen in december van hetzelfde jaar. In 2019 veranderde dit. Vanaf dit jaar worden de SBO-projecten in oktober ingediend en gebeuren de toekenningen in juni van het daaropvolgende jaar (voor de 2019 call is dit dus juni 2020).
In 2018 werd de procedure en tijdstip van goedkennen voor de SBO-projecten grondig herzien. Tot en met 2018, werden de SBO-projecten in mei ingediend en gebeurden de toekenningen in december van hetzelfde jaar. In 2019 veranderde dit. Vanaf dit jaar worden de SBO-projecten in oktober ingediend en gebeuren de toekenningen in juni van het daaropvolgende jaar (voor de 2019 call is dit dus juni 2020). Concreet komt dit er dus op neer dat voor 2019 er geen budget toegekend werd voor SBO-projecten door het FWO.
Concreet komt dit er dus op neer dat voor 2019 er geen budget toegekend werd voor SBOprojecten door het FWO.
• SBO-projecten met economische finaliteit: In 2019 diende VUB 10 aanvragen in, de beslissing hierover is nog niet genomen.
• SBO-projecten met economische finaliteit: In 2019 diende VUB 10 aanvragen in, de beslissing hierover is nog niet genomen.
• SBO-projecten met maatschappelijke finaliteit: In 2019 werden 8 aanvragen ingediend, de uitslag is nog niet bekend.
• SBO-projecten met maatschappelijke finaliteit: In 2019 werden 8 aanvragen ingediend, de uitslag is nog niet bekend.
Toegepast Biomedisch Onderzoek (TBM) Het TBM programma beoogt op lange termijn bij te dragen aan de implementatie van (nieuwe) therapieën, diagnosetechnieken en preventiemethoden, die -ten gevolge van een gebrek aan industriële interesse- zonder overheidsfinanciering niet tot bij de patiënt zouden geraken. Het betreft m.a.w. een niche van het biomedisch onderzoek waarvoor slechts een beperkt aantal onderzoeksgroepen in aanmerking kan komen. In 2019 werden 3 projecten door VUB ingediend, waarvan er 1 werd goedgekeurd voor een bedrag van 950.156€
• VUB TechTransfer zet in op de promotie van het TBM-kanaal onder de VUB onderzoekers en organiseert sinds 2016 infosessie’s op VUB Health Campus. De infosessie in december 2019 was een groot succes met 19 inschrijvingen.
Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO)
A) Bedrijfsprojecten : Onderzoeksprojecten en ontwikkelingsprojecten (O&O)
Begin 2018 werd het financieringskanaal van O&O-projecten hervormd binnen VLAIO waarbij een duidelijk onderscheid werd gemaakt tussen Onderzoeksprojecten en Ontwikkelingsprojecten, waarbij het financieringspercentage aan bedrijven duidelijk werd vastgelegd.
• Onderzoeksprojecten: de subsidies voor onderzoeksprojecten ondersteunen de onderneming bij het uitvoeren van grensverleggend onderzoek, met een intrinsiek hoog risico, dat op termijn kan leiden tot een belangrijke positieve impact voor het bedrijf én voor Vlaanderen.
• Ontwikkelingsprojecten: dit type project omvat de ontwikkeling van een volledig nieuw of beduidend vernieuwend (verbeterd) product, proces, dienst of concept, en het resultaat heeft een belangrijke impact op de prestaties van het bedrijf. Die impact situeert zich eerder op korte termijn.
• Sinds 2019 vallen Ontwikkelingsprojecten op pilootschaal ook onder deze noemer.
• In 2019 werden projecten ten bedrage van 1.172.650€ voor VUB goedgekeurd, in lijn met 2018.
B) Baekeland- en Innovatiemandaten:
Met Baekelandmandaten wil VLAIO onderzoek ondersteunen dat een economische finaliteit heeft en - in geval van succes - een meerwaarde biedt voor het betrokken bedrijf. Dit onderzoek is tegelijk gericht op een doctoraat; het voldoet aan de gangbare criteria voor doctoraatswaardig onderzoek.
Een innovatiemandaat is specifiek bestemd om postdoctorale onderzoekers een project te laten uitvoeren in nauwe samenwerking met de bedrijfswereld, hetzij met een bestaand bedrijf, hetzij met het oog op de oprichting van een nieuw bedrijf.
Sinds 2015 wordt sterk ingezet op het verder bekend maken van deze financieringskanalen en op de actieve ondersteuning van de kandidaat-mandatarissen. Dit gebeurt onder andere onder de vorm van:
o Organisatie jaarlijkse infosessie
o Trainingssessie voor de verdediging van de kandidaat bij het Agentschap, met gepersonaliseerde feedback
o Desgewenst, feedback op het valorisatieluik van de aanvraag.
In 2019 werden er 8 Baekelandmandaten aangevraagd door VUB, een duidelijke stijging tegenover 2018 (3 aanvragen), waarvan er 3 mandaten werden goedgekeurd voor een totaalbedrag van 284.529€.
Er werden 2 Innovatiemandaten met spin-off finaliteit aangevraagd, die beiden werden toegekend voor een totaalbedrag van 481.300€.
Er werden 2 Innovatiemandaten met spin-off finaliteit aangevraagd, die beiden werden toegekend voor een totaalbedrag van 481.300€.
Baekeland mandaten - budgetverdeling over de jaren
€ 900,000.00
€ 800,000.00
€ 700,000.00
€ 600,000.00
€ 500,000.00
€ 400,000.00
€ 300,000.00
€ 200,000.00
€ 100,000.00
€ 0.00





Opmerking figuur: dalende grafiek want toegekend bedrag wordt uitgemiddeld over de looptijd van het mandaat; de grafiek weerspiegelt de financiële middelen die reeds zijn toegekend aan VUB
Opmerking figuur: dalende grafiek want toegekend bedrag wordt uitgemiddeld over de looptijd van het mandaat; de grafiek weerspiegelt de financiële middelen die reeds zijn toegekend aan VUB
C) Landbouwtrajecten
Het doel binnen deze projecten is om vanuit een concrete probleemstelling of vraag-gedreven opportuniteit innovatieve oplossingen aan te bieden die op korte termijn toepasbaar zijn én resulteren in zichtbare veranderingen met een duidelijke (economische) meerwaarde voor de primaire land- en tuinbouwsector.
C) Landbouw (LA)trajecten:
Het doel binnen deze projecten is om vanuit een concrete probleemstelling of vraag-gedreven opportuniteit innovatieve oplossingen aan te bieden die op korte termijn toepasbaar zijn én resulteren in zichtbare veranderingen met een duidelijke (economische) meerwaarde voor de primaire land- en tuinbouwsector.
• Historisch is VUB ondervertegenwoordigd binnen dit financieringskanaal
• In 2019 werd een intensievere communicatie rond dit kanaal gevoerd, om het financieringskanaal beter gekend te maken gezien projecten gefinancierd binnen dit kanaal een bredere opbouw van kennis toelaten dan louter plantenteelt. Vooral tijdens de VUBTechTransfer-week werd hier zeer veel nadruk op gelegd. Er werden echter geen projecten ingediend.
• In 2020 wordt de communicatie en promotie van dit kanaal verder gezet.
D) Tetra projecten:
Deze projecten worden aangevraagd door een hogeschool of geïntegreerde opleidingen aan de universiteit met als belangrijkste voorwaarde dat 2/3 van het budget bestemd is voor de hogescholen of geïntegreerde opleiding. In 2019 werd:
• 1 Tetra project met VUB als hoofdaanvrager ingediend (OpenCloudEdge) en dit werd goedgekeurd voor een steunbedrag van 402.375€.
• Daarnaast werd er 1 Tetra project ingediend met VUB als partner (MATCH-en) en dit werd goedgekeurd voor een steunbedrag van 88.000€.
• 1 Tetraproject onder het CORNET-programma (AITIA) werd goedgekeurd met een steunbedrag van 203.500€.
Naast het steunbedrag van het Hermesfonds ontvangt VUB daarnaast voor deze projecten ook de 10% co-financiering van de bedrijven.
Geplande acties voor 2020 zijn:
• Intensifiëring communicatie bij de ingenieursopleidingen
• Stimuleren van samenwerking met EhB
E) COOCK-projecten
Projecten ‘Collectief Onderzoek & Ontwikkeling en Collectieve Kennisverspreiding/-transfer (COOCK)’ richten zich op groepen van ondernemingen, met als doel het valoriseren van (basis)onderzoeksresultaten door het versnellen van de introductie van technologie en/of kennis.
Dit financieringsinstrument werd door VLAIO geïntroduceerd in 2018. De modaliteiten waren op dat moment nog niet duidelijk, waardoor er enkel via de clusters en bedrijven werd op ingezet.
In 2019 al werden de modaliteiten voor dit instrument herbekeken en deze behelzen o.a. een co-financiering van de deelnemende groep indien een aantal KPI’s niet bereikt worden.
In 2019 werden er 2 COOCK-projecten ingediend waarvan 1 project werd toegekend aan VUB als partner. Dit werd gefaciliteerd door de speerpuntclusters en is opgenomen in de cijfers van de speerpuntclusters.
F) Citizen Science
Het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) lanceerde in 2019 een tweede oproep voor Citizen Science projecten. Onderzoekers aan universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen die via Citizen Science het brede publiek actief bij hun onderzoeksproces betrekken konden hiervoor tot 150.000 euro subsidie krijgen. De Vlaamse regering trok voor deze call 1 miljoen euro uit.
De VUB diende 6 projectvoorstellen in, 1 van deze projecten werd goedgekeurd, voor een bedrag van €150.000.
G) Financiering door de speerpuntclusters:
De speerpuntclusters faciliteren een netwerk van bedrijven - actief in een bepaald domein - die door middel van onderlinge samenwerking en samenwerking met kennisinstellingen hun competitiviteit wensen te verhogen.
De eerste clusterorganisaties werden opgericht onder vorm van Innovatieve BedrijfsNetwerken (IBN’s), daarnaast werden in recentere jaren de speerpuntclusters opgericht. De IBN’s worden afgebouwd of gaan op in de speerpuntclusters.
In 2019 telde Vlaanderen in totaal 6 speerpuntclusters met elk hun eigen focus en strategische roadmaps. Hoewel de leden (bedrijven) uit verschillende sectoren komen, werken ze allemaal samen rond een zelfde thema.
De oudere clusters:
• Catalisti ==> chemie (o.a CO2-captatie)
• VIL ==> logistiek
• SIM ==> materialen, circulaire economie
• Flanders’Food ==> voeding
De nieuwe clusters:
• Flux50 (actief vanaf 2018): energie, groene mobiliteit, smart grids, micro-grids
• De Blauwe Cluster (actief vanaf 2019) ==> blauwe economie (o.a. windenergie, aquacultuur, …)
En er is net een 7de cluster opgericht nl. FlandersHealth. Deze speerpuntcluster is een initiatief van FlandersBio, DSP Valley en Medtech Flanders.
Clusterorganisaties kunnen voor de uitvoering van hun rol als facilitator financieel onder-steund worden door de Vlaamse overheid maar hun werking wordt vooral mogelijk gemaakt door financiële bijdrage van hun leden (bedrijven). Binnen VLAIO zijn er budgetten geoormerkt per cluster en met een steunpercentage van 50% dienen de bedrijven jaarlijks een equivalent bedrag aan cofinanciering te verzamelen hiervoor. De speerpuntclusters maken gebruik van de volgende financieringskanalen: clusterSBO’s, ICON-projecten, O&O-projecten en COOCK-projecten. De onderzoeksprojecten die mogen ingediend worden, moeten passen binnen de strategische roadmap zoals uitgetekend door de cluster en zijn leden en worden binnen de cluster geëvalueerd binnen de wetenschappelijke adviesraad (WAR). Er wordt dus al een voorselectie gemaakt door de speerpuntcluster.
Binnen de clusterwerking werden 11 projecten met VUB als coördinator of onderzoekspartner toegekend met een totaal budget van 7.010.941 €.
H) Strategische Onderzoekscentra
Strategische onderzoekscentra (SOC’s) zijn ontstaan dankzij de excellente én relevante resultaten van het academisch wetenschappelijk onderzoek op de brede wetenschapsdomeinen van micro- en nano-elektronica (imec), biotechnologie (VIB), breedbandtechnologie (iMinds) en technologisch onderzoek (VITO). Met het oog op economische en maatschappelijke valorisatie wordt gestreefd naar een gepaste verhouding tussen het gerichte en het niet-gerichte onderzoek en zo vervullen de SOC’s een brugfunctie tussen het fundamenteel en het toegepast onderzoek. De SOC’s spelen dan ook een belangrijke rol in de transformatie van de Vlaamse economie. Het vermarkten van hun kennis via de (mede) oprichting van spin-offs vormt hiervan een onderdeel. In 2016 werd de integratie van iMinds in IMEC voorbereid, een proces dat afgerond werd begin 2018 met het totstandkomen van een nieuwe raamovereenkomst VUB-imec. Ook met het VIB werd in 2017 een nieuwe raamovereenkomst onderhandeld. Het strategisch onderzoeksinstituut FLANDERS MAKE is gestart in oktober 2014.
De resultaten van de deelname van VUB in de SOC’s iMinds,imec, VITO, VIB en Flanders make zijn nog niet volledig bekend op het moment van het opstellen van dit jaarverslag. De cijfers worden in de loop van april aangeleverd aan de VUB TechTransfer en worden dan meegenomen in de berekening van de IOF sleutel. Er dient evenwel opgemerkt te worden dat de cijfers nooit twee keer kunnen geteld worden en dus niet voorkomen in de outputcijfers van de universiteit, wat uiteraard een vertekend beeld kan geven van de VUB prestaties, bijvoorbeeld in internationale rankings.
VI.2.2 Projectfinanciering Brussels Gewest
Interfacefinanciering
VUB TechTransfer ontvangt subsidies van de Brusselse overheid, de Vlaamse overheid, de universiteit zelf en uit kleinere opdrachten. De Brusselse financiering- die belangrijk is- is evenwel te beperkt om een opsplitsing te kunnen maken tussen mensen die in het kader van de conventie met het Brussels Gewest werken en andere TT-medewerkers. Door de pooling van de expertise van alle leden in het team, wordt een TT office gecreëerd met de nodige kritische massa en een breed aanbod aan expertise. VUB TechTransfer werkt in teamverband, de dossiers worden steeds door verschillende mensen behandeld. Op die manier kan het Brussels Gewest gebruik maken van de uiteenlopende wetenschappelijke, juridische en bedrijfskundige expertise die in het geheel van de interface cel aanwezig zijn, zonder dat al deze mensen fulltime op de overeenkomst kunnen worden geïmputeerd (hetzelfde geldt mbt de opdracht die we van de Vlaamse overheid krijgen). Op de overeenkomst met het Brussels Gewest werden in 2019 4,3 VTE geïmputeerd.
Twee keer per jaar rapporteert TechTransfer over zijn activiteiten aan Innoviris. Het TechTransfer-team gaat voor een persoonlijke aanpak, een nauwe opvolging én samenwerking met de VUB onderzoekers. Vragen van onze vorsers voor Innoviris worden indien mogelijk vanuit VUB TechTransfer zelf gesteld, zodat we bij wederkerende vragen het antwoord zelf kunnen geven zonder Innoviris hierbij te betrekken.
We plukken nog steeds de vruchten van een persoonlijke en toegewijde aanpak met betrekking tot de begeleiding van de Innoviris-oproepen. Sommige onderzoekers weten hun weg goed te vinden richting Innoviris via VUB TechTransfer, wat zich vertaalt in een hoog aantal indieningen. Daarom werd er in 2018 een extra teamlid aangesteld voor het opvolgen van de Innoviris-projecten. Sinds juni 2018 vormt Qing Cai samen met Jacky Boonen een tandem aangaande de projecten gerelateerd aan het Brussels Hoofdstedelijk gewest. Dit garandeert ook een continue bemanning van de Innoviris cel en maakt het mogelijk om extra visibiliteit te creëren naar de onderzoekers toe. Het organiseren van info-sessies is hier een mooi voorbeeld van.
iCityBRU project
De Brusselse overheid kende via Innoviris in december 2016 een budget van 463.650 € toe aan de VUB TechTransfer, als co-financiering bij het EFRO/FEDER ICITY-RDI.BRU project, een project dat op initiatief van ULB en ism VUB werd ingediend
en dat naast een toegepast onderzoeksluik, ondermeer ook een valorisatieluik omvat.
Het budget dient om een business developer binnen Techtransfer aan te stellen (over de looptijd van het project - 5 jaar), die voor de begeleiding van de valorisatie van de interuniversitaire onderzoeksprojecten instaat.
In samenwerking met Prof Thomas Crispeels van BUTO, werd een onderzoeksproject uitgeschreven en vanaf 1 januari 2018 is dr. Geoffrey Aerts actief op het project waarin een academische opdracht en een business development luik vervat zitten. In de onderzoeksprojecten die uit dit EFRO programma worden gefinancierd, kan nu naar een valorisatiefinaliteit worden toegewerkt.
Projectfinanciering
Voor het verslag van 2019 hebben we rekening gehouden met de goedgekeurde projecten in 2019. Dit is verschillend met het vorig verslag in 2018, waarbij de in 2018 toegekende budgetten werden verrekend. Hierdoor lijkt het bedrag in 2018 hoger te liggen, omdat er toen rekening gehouden werd met de financiering die in 2018 op de VUB rekening terecht kwam, maar daarom niet in 2018 werd goedgekeurd.
In totaal werden er 11 projecten voor een budget van 3.057.909€ goedgekeurd in 2019 via Innoviris voor toegepaste onderzoeksprojecten met een valorisatiefinaliteit in het Brussels Gewest. Helaas werd de Research Platforms oproep (4 goedgekeurde projecten in 2018, maar gefinancierd in 2019 voor een bedrag van €2.146.836) niet opnieuw gelanceerd en werd de Experimental Platforms oproep (3 goedgekeurde projecten in 2018, maar gefinancierd in 2019 voor een bedrag van €644.861) pas eind 2019 opengezet, waardoor we lager scoren in vergelijking met 2018 met 18 goedgekeurde projecten. Indien we zouden rekenen zoals in het jaarverslag van 2018 dan zouden we voorgaande bedragen van de twee oproepen bij het totale budget moeten optellen: €5.849.606. vergelijking met 2018 met 18 goedgekeurde projecten. Indien we zouden rekenen zoals in het jaarverslag van 2018 dan zouden we voorgaande bedragen van de twee oproepen bij het totale budget moeten optellen: €5.849.606.
Budget goedgekeurde Innoviris projecten in 2019
Applied PhD, 178,698 €
Spin Off, 662,966 €
R&D projects, 66,275 €
POC, 208,130 €
Joint R&D project, 1,162,370 €
Co Create, 183,000 €
Figuur: Overzicht van de budgetten goedgekeurd in 2019 voor Innoviris, goed voor in totaal 3.057.909€
Figuur: Overzicht van de budgetten goedgekeurd in 2019 voor Innoviris, goed voor in totaal 3 057 909€
Hieronder volgt een overzicht van alle indieningen van 2019 en waar mogelijk het uiteindelijk resultaat. In 2019 heeft Innoviris beslist om een rebranding te doen. Daardoor zijn alle calls van naam veranderd. Het zijn deze nieuwe namen, die we in dit jaarverslag zullen gebruiken.
Aantal goedgekeurde Innoviris projecten in 2019
PhD, 1
Overzicht
Hieronder volgt een overzicht van alle indieningen van 2019 en waar mogelijk het uiteindelijk resultaat. In 2019 heeft Innoviris beslist om een rebranding te doen. Daardoor zijn alle calls van naam veranderd. Het zijn deze nieuwe namen, die we in dit jaarverslag zullen gebruiken.
Hieronder volgt een overzicht van alle indieningen van 2019 en waar mogelijk het uiteindelijk resultaat. In 2019 heeft Innoviris beslist om een rebranding te doen. Daardoor zijn alle calls van naam veranderd. Het zijn deze nieuwe namen, die we in dit jaarverslag zullen gebruiken.
Aantal goedgekeurde Innoviris projecten in 2019
R&D projects, 2 Spin Off, 2 Applied PhD, 1
Figuur: Overzicht van het aantal goedgekeurde Innovirisprojecten in 2019
Applied PhD
Figuur: Overzicht van het aantal goedgekeurde Innovirisprojecten in 2019
Het Applied PhD-programma financiert doctoraatsprojecten in toegepast onderzoek die uitgevoerd worden in samenwerking met een industriële partner (bedrijfsdoctoraat).
Er werden vijf projecten ingediend voor de Applied PhD-oproep, hiervan waren er twee met een STEM-invalshoek en drie met een HSW-invalshoek. Twee projecten (met een STEM-invalshoek) werden geselecteerd om voor een jury van experts te verschijnen. Hiervan werd één project aanvaard: “Mistic: Multi-source trend analytics for intelligent transportation systems” van Michiel Dhont met als promoteren prof. Adrian Munteanu en prof. Tias Guns. Aangezien de kandidaat tewerkgesteld en verloond zal worden bij Sirris, wordt enkel de goedkeuring in ons jaarverslag in rekening gebracht.
Applied PhD hernieuwing
Een lopend project werd met succes hernieuwd: “Discovery, Design and Synthesis of G protein Peptidomimetics” van Morgane Mannes met promotor prof. Steven Ballet.
Spin-off
De actie Spin-off stimuleert de oprichting van nieuwe ondernemingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Spin-off projecten krijgen de kans om een innovatief product, proces of dienst op de markt te zetten gebaseerd op voorgaande onderzoeksresultaten en om de industriële en commerciële exploitatievoorwaarden hiervan te onderzoeken met het oog op de ontwikkeling van een nieuwe economische activiteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Er werden drie voorstellen tot financiering ingediend. Het project onder het promoterschap van prof. Kris Boudt werd goedgekeurd: “Sentometrics: go2market”. Andreas Algaba zal instaan voor de uitvoering van het project.
Spin-off vernieuwing
Een lopend project met prof. Maarten Kuijk als promotor en Hans Ingelberts als mandaathouder werd goedgekeurd voor een extra jaar: CAPS for Life -Current-assisted photonic samplers for fluorescence lifetime measurements in life sciences
Research platforms
Het Research platforms-programma is voornamelijk gericht op onderzoeksprojecten die worden uitgevoerd via interuniversitaire samenwerkingen. Een consortium wordt samengesteld met minstens twee onderzoeksunits van universiteiten en/of hogescholen die voornamelijk afkomstig zijn uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en over genoeg complementaire competenties beschikken. Bovendien moeten er intentiebrieven van Brusselse ondernemingen worden toegevoegd om aan te tonen dat er interesse is voor het voorstel uit de bedrijfswereld.
In 2019 werd vanuit Innoviris gevraagd aan VUB TechTransfer om een rondvraag te lanceren omtrent een potentieel topic: “Energy-efficiency and energy transition in the industry” voor de Research platforms-oproep. Hiermee wou Innoviris
Joint R&D project, 3
Co Create, 1
POC, 1
aftasten of er interesse was voor het thema. Vanuit VUB was er zeker interesse. Uiteindelijk heeft Innoviris besloten om geen Research platforms-oproep te lanceren in 2019.
Joint R&D project
Het doel van de Joint R&D project-call is de samenwerking tussen academici en ondernemers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan te moedigen. Het thema van 2018 is “Distributed and Decentralised Systems”. Het indieningsproces bestaat uit een expression-of-interest (EOI) - fase, een full proposal fase en een juryverdediging, de uiteindelijke goedkeuring werd in 2019 gegeven. Innoviris geeft de projectpartners in de full proposal fase de mogelijkheid om een subsidie (Connect) aan te vragen voor het dekken van de schrijf- en voorbereidingskosten, deze kosten werden reeds in het jaarverslag van 2018 verrekend.
Helaas is de kans bij Joint R&D projecten groot dat bedrijven afhaken na de EOI-fase, aangezien hun verwachtingen soms niet overeenstemmen met die van het project. Dit wordt vaak pas duidelijk tijdens de voorbereiding van de full proposal, omdat men dan dieper ingaat op de mogelijkheden en/of beperkingen van het project.
VUB was betrokken bij negen EOIs, hiervan werden er zeven geselecteerd. Helaas werden drie projecten vroegtijdig stopgezet (om de hierboven beschreven redenen), waardoor slechts vier full proposals werden ingediend. Hiervan werden er drie geselecteerd om gefinancierd te worden.
Tabel: Overzicht van de in 2019 goedgkeurde Joint R&D projecten
Project Promoter(s)
ROADMAP: Data-driven monitoring and optimisation of decentralised machining processes
CAsK - Multi-agent behavioural endpoint models for the detection of cyber attacks across the kill chain
Johan Stiens, Nikolaos Deligiannis
Ann Nowé, Johan Loeckx
DrIvING: Distributed Recognition Infrastructure for Intelligent traffic camera Networks Munteanu Adrian
In 2019 werd er opnieuw een Joint R&D projectoproep gelanceerd, deze keer met als thema “From therapeutic medicine to predictive medicine: Prediction, Prevention, Identification”. Naast het feit dat deze call altijd thematisch is, wordt er ook altijd gevraagd om enkel met bedrijven binnen het Brussels Gewest samen te werken. Het is niet makkelijk om aan beide criteria te voldoen, aangezien er voor dit thema geen enorme poel aan medisch gerichte bedrijven zijn binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daarom heeft VUB TechTransfer enorm ingezet op sensibilisering. Wetenschappelijke adviseurs van Innoviris werden uitgenodigd om een presentatie te geven over de oproep aan onze onderzoekers. Wij slaagden er in om zes EOIs in te dienen vanuit de VUB, hiervan werden er uiteindelijk vier geselecteerd voor de full proposal fase. In 2020 zal duidelijk worden welke projecten de selectie zullen halen.
Tabel: Overzicht van de in 2019 in de full proposal fase ingediende Joint R&D projecten
Project
Promoter(s)
DIMENTIA: “Data governance in the development of machine learning algorithms to predict neurodegenerative disease evolution” Guy Nagels, Hichem Sahli, Jo Pierson
ANTICIPATE: “AugmeNTed IntelligenCe In orthopaedics TrEatments” Jef Vandemeulebroucke, Hichem Sahli
IMPACT: ”Invigorating precision Medicine by Predictive imaging of sdAb-based anti-Cancer Theranostics” Karine Breckpot, Marleen Keyaerts
REFINED: ”Early Detection of Infectious Disease Outbreaks through Big Data Analytics” Nikos Deligiannis
Co-creation
Innoviris ondersteunt, via de actie Co-Creation, onderzoek en ontwikkeling voor stedelijke veerkracht, dit met verschillende onderzoeksinstellingen, verenigingen, bedrijven en administratieve overheden uit Brussel. Doel is te experimenteren met en te zoeken naar innovatieve oplossingen om het hoofd te kunnen bieden aan de maatschappelijke uitdagingen die hen aangaan. Dit programma is ideaal voor de sociale en humane onderzoeksgroepen om hun kennis in de praktijk te brengen. De indieningsprocedure verloopt zoals bij de Joint R&D project in drie fasen. Ook hier geeft Innoviris de projectpartners de mogelijkheid om een subsidie (Connect) aan te vragen om een deel van de kosten te dekken voor het schrijven van een volledig voorstel.
Van de Expression-of-interests uit 2018, mochten twee projecten een full proposal indienen. Een van deze projecten werd in 2019 goedgekeurd en is op 1 november 2019 gestart.
Tabel: Overzicht van de in 2019 goedgekeurde Co-creation projectvoorstellen
Project
MaN’AiGE
Promoter(s)
Liesbeth De Donder
Voor de oproep van 2019 werden zes voorstellen (EOIs) ingediend, waarvan twee als coördinator. Geen van deze projecten werden goedgekeurd voor het indienen van een full proposal.
Experimental Platforms (voorheen Test-it - Living Labs)
Via de actie Experimental Platforms wil Innoviris innovatoren de kans geven hun producten, oplossingen en concepten te ontwikkelen, uit te proberen en te testen met de eindgebruikers. Deze projecten hebben betrekking op toegepast onderzoek en innovatie en worden uitgevoerd in living labs, waarbij onderzoekers en gebruikers betrokken zijn. Ook bij deze actie is het mogelijk om een Connect aan te vragen.
In 2019 werd een oproep gelanceerd, de deadline van deze oproep viel begin 2020 en zal opgenomen worden in het verslag van 2020.
Proof-of-concept
Het programma proof-of-concept financiert de demonstratie van de haalbaarheid en de economische levensvatbaarheid van een innovatieve technologie, methode of idee afkomstig van voorafgaand wetenschappelijk onderzoek. Deze oproep is gedurende heel het jaar open.
Er werden in 2019 vier proof-of-concept projecten ingediend bij Innoviris. Enkel twee projecten werden in 2019 door Innoviris geëvalueerd. De andere projecten zullen in de loop van 2020 beoordeeld worden. Het project met prof. Ann Dooms werd niet goedgekeurd, het project met prof. Johan Stiens daarentegen wel. We merkten in de loop van 2019 op, dat de doelstelling van de POC gewijzigd was, waardoor het project van prof. Ann Dooms uiteindelijk niet werd goedgekeurd. Wij hebben dit bij Innoviris aangekaart en hopen hiermee dat Innoviris volgende keer hierover sneller zal communiceren.
Tabel: Overzicht van de in 2019 ingediende proof-of-concept-projecten
Project
Promoter(s)
D-STReaM: Differential Smooth Transient Radar Method Johan Stiens ja
AIDOP: Artificial Intelligence driven Document Parser Ann Dooms nee
POC – microASSIST
R2poweR: ”Robotic Rolling Power”
R&D projects
Karine Hellemans pending
Dirk Lefeber pending
Via de actie R&D projects financiert Innoviris industriële onderzoeksprojecten. Industrieel onderzoek is het geheel van acties, kritisch onderzoek en gepland werk dat leidt tot nieuwe handelingen en wetenschappelijke kennis. De resultaten van industrieel onderzoek worden gebruikt om een product, proces of dienst te perfectioneren. Deze oproep is vergelijkbaar met de Joint R&D project, alleen moet er voor de R&D projects niet binnen een bepaald thema of tijdsperiode gewerkt worden. De oproep staat heel het jaar open.
Er werd één project ingediend in 2018, die werd helaas afgekeurd in 2019. Daarna werden er nog twee projecten ingediend in 2019, deze werden in hetzelfde jaar goedgekeurd.
Tabel: Overzicht van de in 2019 goedgekeurde R&D projecten
Project
Promoter(s)
STOEMP: ”Stamping of thermoplastic composite materials” Danny Van Hemelrijck
Innovative approaches for sulfide based solid hybrid electrolytes and lithium solid-state batteries
Annick Hubin
International Projects Set-Up (IPSU)
Het International projects set-up (IPSU) programma van Innoviris voorziet in funding ter voorbereiding en uitwerking van een EU-proposal. De ondersteuning spitst zich toe op impact-gedreven programma’s zoals H2020-Pillar II; H2020-Pillar III, JPIs en ERANETTEN en overkoepelende programma’s zoals de Joint Technology Undertakings, INTERREG en EUREKA. Als consortium partner, kan een subsidie van maximaal €10.000 worden aangevraagd aan 100% financiering; als consortium coördinator, kan men tot €25.000 aanvragen, eveneens aan 100% financiering.
VUB resultaten voor dit programma zijn beschreven onder de topic EU.
Conclusie
Onze VUB onderzoekers scoren goed in het Innoviris-kanaal, dit is mede te danken aan de kwaliteit van de vorsers, maar ook dankzij de projectondersteuning vanuit VUB TechTransfer.
Tabel: Overzicht van de succesratio in 2019 van de verschillende Innoviris-oproepen (totaal initieel ingediende projecten (EOIs)/goedgekeurde projecten*100)
Oproep Succesratio
Applied PhD 17%
Spin-Off
VI.2.3 EU financiering met toegepaste finaliteit
HERSTRUCTURERING EU-WERKING BINNEN VUB
De EU-werking binnen VUB werd tot eind 2018 georganiseerd door 2 teams, een team binnen R&D (ELO) dat vooral instaat voor policy, lobbywerk en administratie, en een team binnen TechTransfer (ERIS) dat vooral inhoudelijke ondersteuning geeft via zijn specifiek hiervoor ontwikkelde i-ISO concept. Echter, eind december 2018 werd beslist dat de EU-werking dient opgesplitst te worden, waarbij programma’s met meer fundamentele aard volledig en exclusief bij ELO terechtkomen en programma’s met meer toepassingsgerichte aard bij TechTransfer. Als gevolg hiervan zal ERISTechTransfer veel intensiever zijn stempel kunnen drukken op de programma’s binnen Pillar II en III van Horizon 2020 en nieuwe intiatieven lanceren om buiten-kader programma’s te promoten, stimuleren en ondersteunen. In de column wordt de officiële communicatie weegegeven rond deze splitsing en welke programma’s er vanaf 1 januari 2019 begeleiding krijgen van ERIS-TechTransfer (blauwe kleurcode).
bij ELO terechtkomen en programma’s met meer toepassingsgerichte aard bij TechTransfer. Als gevolg hiervan zal ERIS-TechTransfer veel intensiever zijn stempel kunnen drukken op de programma’s binnen Pillar II en III van Horizon 2020 en nieuwe intiatieven lanceren om buitenkader programma’s te promoten, stimuleren en ondersteunen. In de column wordt de officiële communicatie weegegeven rond deze splitsing en welke programma's er vanaf 1 januari 2019 begeleiding krijgen van ERIS-TechTransfer (blauwe kleurcode).

De vernieuwde werking heeft als impact dat het i-ISO aanbod vanuit ERIS-TechTransfer werd uitgebreid:
VUB IN EU FUNDING KANALEN MET TOEGEPASTE FINALITEIT
§ IDENTIFICEREN: ERIS geeft vanaf nu meer aandacht aan het identificeren van nieuwe financieringsprogramma’s met Europese middelen en neemt deze op in zijn werking. Vooral buiten H2020 ligt nog veel onontgonnen potentieel.
De vernieuwde werking heeft als impact dat het i-ISO aanbod vanuit ERIS-TechTransfer werd uitgebreid:
• IDENTIFICEREN: ERIS geeft vanaf nu meer aandacht aan het identificeren van nieuwe financieringsprogramma’s met Europese middelen en neemt deze op in zijn werking. Vooral buiten H2020 ligt nog veel onontgonnen potentieel.
§ INFORMEREN: ERIS neemt de informatieverstrekking van de programma’s in zijn portefeuille volledig op zich en werkte aan een vernieuwde EU-webpage, geincorporeerd in de TechTransfer Website.
• INFORMEREN: ERIS neemt de informatieverstrekking van de programma’s in zijn portefeuille volledig op zich en werkte aan een vernieuwde EU-webpage, geincorporeerd in de TechTransfer Website.
• STIMULEREN: ERIS is bezig met het herbedenken van het concept van zijn EU-Roadmap. Het vernieuwde concept is een IF-Roadmap wat staat voor INNOVATION FUNDING ROADMAP. Het principe is hetzelfde maar in de Roadmap worden niet alleen de EU calls opgenomen maar ook de calls vanuit Innoviris, FWO en VLAIO, zolang het gaat over programma’s die meer van toepassingsgerichte aard zijn. Dit is een duidelijke versterking naar de onderzoeksgroepen die nu in één rapport een volledig overzicht van de calls relevant voor hun toepassingsgericht onderzoek krijgen, ongeacht de bron van funding. Een belangrijke stap naar integratie EU-Innoviris-VLAIO, ernaar strevend meer impact te realiseren. Bovendien is er succesvol geëxperimenteerd met IF-ROADMAPS op onderwerp. De roadmaps op AI, Buildings and construction en Clinical Trials werden als zeer positief onthaald bij de onderzoeksgroepen.
§ STIMULEREN: ERIS is bezig met het herbedenken van het concept van zijn EU-Roadmap. Het vernieuwde concept is een IF-Roadmap wat staat voor INNOVATION FUNDING ROADMAP. Het principe is hetzelfde maar in de Roadmap worden niet alleen de EU calls opgenomen maar ook de calls vanuit Innoviris, FWO en VLAIO, zolang het gaat over programma’s die meer van toepassingsgerichte aard zijn. Dit is een duidelijke versterking naar de onderzoeksgroepen die nu in één rapport een volledig overzicht van de calls relevant voor hun toepassingsgericht onderzoek krijgen, ongeacht de bron van funding. Een belangrijke stap naar integratie EU-Innoviris-VLAIO, ernaar strevend meer impact te realiseren. Bovendien is er succesvol geëxperimenteerd met IF-ROADMAPS op onderwerp. De roadmaps op AI, Buildings and construction en Clinical Trials werden als zeer positief onthaald bij de onderzoeksgroepen.
• ONDERSTEUNEN: het luik ondersteunen wordt enorm uitgebreid. Naast de inhoudelijke ondersteuning die er al is, zal ERIS ook ondersteuning geven in het adminluik, budget checks, e-indiening, maar ook post-award met het uitwerken van de grant en consortium agreement en bij het oplossen van problemen tijdens de looptijd van het project. ERIS geeft in de vernieuwde werking ook volledig aandacht aan INTERREG en Europese TENDERS, 2 kanalen die tot voor kort onderbenut waren en in de cijfers 2019 reeds voor een zichtbare sprong zorgen.
§ ONDERSTEUNEN: het luik ondersteunen wordt enorm uitgebreid. Naast de inhoudelijke ondersteuning die er al is, zal ERIS ook ondersteuning geven in het adminluik, budget checks, e-indiening, maar ook post-award met het uitwerken van de grant en consortium agreement en bij het oplossen van problemen tijdens de looptijd van het project. ERIS geeft in de vernieuwde werking ook volledig aandacht aan INTERREG en Europese TENDERS, 2 kanalen die tot voor kort onderbenut waren en in de cijfers 2019 reeds voor een zichtbare sprong zorgen.
De splitsing heeft een positief effect teweeggebracht op de EU cijfers. FIG. 1 toont de EU cijfers van 2000 tot 2018 waarbij alle projecten zijn opgenomen behalve ERC (aangezien dit programma niet werd opgevolgd door ERIS) en vanaf 2019 waarbij niet langer de nieuw goedgekeurde projecten in H2020-Pillar I zijn opgenomen aangezien deze nu exclusief door ELO-R&D worden opgevolgd. Vooral in de tweede helft van 2019 werden veel projecten goedgekeurd in Pillar III en in de buitenkader-programma’s als eerste resultaat van de vernieuwde ondersteuning van ERIS-TechTransfer. Ondanks het niet meer opnemen van nieuwe goedkeuringen in ERC, MSCA, FET en INFRASTRUCTURES (H2020-PILLAR I programma‘s) vanaf 2019 is er een sterkere toename in goedgekeurde middelen gerealiseerd, die zich alvast zal doortrekken naar 2020.
De splitsing heeft een positief effect teweeggebracht op de EU cijfers. FIG. 1 toont de EU cijfers van 2000 tot 2018 waarbij alle projecten zijn opgenomen behalve ERC (aangezien dit programma niet werd opgevolgd door ERIS) en vanaf 2019 waarbij niet langer de nieuw
Approved budgets in EU projects @VUB, sourced from CORDIS, PURE and own knowledge
Update 23.10.2019 - ERIS- TechTransfer

FIG. 2 toont de specifieke groei in de Pillars II en III van H2020 en in de programma’s buiten die pillars en buiten H2020 (OTHER). Zoals reeds uit FIG. 1 kon worden afgeleid is er een duidelijke sprong in groei van 2018 naar 2019, die te wijten is aan sterke groei binnen PILLAR III en binnen OTHER. Ook zeer opvallend is dat het aandeel van nieuw goedgekeurde HSW projecten sterk is gestegen, een positief resultaat van de investeringen die ERIS-Techtransfer heeft gedaan in de ondersteuning van HSW gerichte onderzoeksgroepen.
FIG. 1
FIG. 2 toont de specifieke groei in de Pillars II en III van H2020 en in de programma s buiten die pillars en buiten H2020 (OTHER). Zoals reeds uit FIG. 1 kon worden afgeleid is er een duidelijke sprong in groei van 2018 naar 2019, die te wijten is aan sterke groei binnen PILLAR III en binnen OTHER. Ook zeer opvallend is dat het aandeel van nieuw goedgekeurde HSW projecten sterk is gestegen, een positief resultaat van de investeringen die ERIS-Techtransfer heeft gedaan in de ondersteuning van HSW gerichte onderzoeksgroepen.
Approved EU funding in H2020 at VUB for programmes,supported by ERIS TechTransfer (European Research and Innovation Support) update 15.10.2019







VUB EN INNOVIRIS-IPSU (vroeger gekend als CONNECT)

VUB EN INNOVIRIS-IPSU (vroeger gekend als CONNECT)
Innoviris stelt financiering ter beschikking om de voorbereiding van Europese projectaanvragen te faciliteren, het zogenaamde CONNECT-programma dat in 2019 herdoopt is tot het programme INTERNATIONAL PROJECTS SETUP, kortweg IPSU. In 2019 werkte TechTransfer 12 IPSUaanvragen uit, waarvan er 11 werden goedgekeurd en verwezenlijkte een budget van € 113.000. De budgetten boven de balken (FIG. 3) tonen de VUB-budgetten van de goedgekeurde Europese projectaanvragen die ook Innoviris IPSU-financiering genoten. Ondanks achteruitgang in 2019 kan men toch tevreden zijn met dit resultaat, daar er in 2019 vooral werd ingezet om nieuwe onderzoeksgroepen te ondersteunen met IPSU (7 van de 12 groepen vroegen voor het eerst een IPSU aan en 4 daarvan zelfs voor het eerst een EU-project).
Innoviris stelt financiering ter beschikking om de voorbereiding van Europese projectaanvragen te faciliteren, het zogenaamde CONNECT-programma dat in 2019 herdoopt is tot het programme INTERNATIONAL PROJECTS SETUP, kortweg IPSU. In 2019 werkte TechTransfer 12 IPSU-aanvragen uit, waarvan er 11 werden goedgekeurd en verwezenlijkte een budget van € 113.000. De budgetten boven de balken (FIG. 3) tonen de VUB-budgetten van de goedgekeurde Europese projectaanvragen die ook Innoviris IPSU-financiering genoten. Ondanks achteruitgang in 2019 kan men toch tevreden zijn met dit resultaat, daar er in 2019 vooral werd ingezet om nieuwe onderzoeksgroepen te ondersteunen met IPSU (7 van de 12 groepen vroegen voor het eerst een IPSU aan en 4 daarvan zelfs voor het eerst een EU-project).

Conclusie
Conclusie
Het effect van de ondersteuning die vanuit Techtransfer door het ERIS team wordt gegeven aan de VUB onderzoeksploegen, kan aangetoond worden via hogervermelde resultaten. De VUB scoort goed op het verwerven van toepassingsgerichte EU programma’s.
Het effect van de ondersteuning die vanuit Techtransfer door het ERIS team wordt gegeven aan de VUB onderzoeksploegen, kan aangetoond worden via hogervermelde resultaten. De VUB scoort goed op het verwerven van toepassingsgerichte EU programma’s.
Hierdoor is er een zeer positief resultaat te noteren voor de inkomsten die globaal in 2019 werden bekomen onder de derde geldstroom-EU: 20,5 Miljoen € (tov 17,7 Miljoen € in 2018).
Hierdoor is er een zeer positief resultaat te noteren voor de inkomsten die globaal in 2019 werden bekomen onder de derde geldstroom-EU: 20,5 Miljoen € (tov 17,7 Miljoen € in 2018).
Belangrijk is te vermelden dat voor het eerst ook groepen uit de Humane en Sociale Wetenschappen significant meer projecten indienen en goedgekeurd krijgen. De ondersteuning die vanuit ERIS wordt gegeven (in het kader van de doelstelling van het project ASP2030- Valorisatie in de HSW, zie verder) blijkt ook hier aan bij te dragen.
Belangrijk is te vermelden dat voor het eerst ook groepen uit de Humane en Sociale Wetenschappen significant meer projecten indienen en goedgekeurd krijgen. De ondersteuning die vanuit ERIS wordt gegeven (in het kader van de doelstelling van het project ASP2030Valorisatie in de HSW, zie verder) blijkt ook hier aan bij te dragen.
FIG. 2
FIG. 3
VI.2.4 Valorisatie voor de Humane en Sociale Wetenschappen
Het in oktober 2018 opgestarte ASP-2030 project ‘Valorisatie voor de Humane en Sociale Wetenschappen’, leidde in 2019 tot zijn eerste resultaten: een duidelijk aanspreekpunt voor HSW-onderzoekers bij hun vragen over Vlaamse en Brusselse financiering en de valorisatie van hun onderzoek (Jessica Hekking), een news-item in de TechTransfer nieuwsbrief en een extra vertegenwoordiging van de HSW groepen bij interne en externe events en stakeholders. Tevens werden in 2019 uitzonderlijk veel projectaanvragen ingediend door HSW-onderzoekers bij Vlaamse en Brusselse financieringskanalen (5 co-create projecten, 3 applied PhD’s, 1 innovatiemandaat, 5 citizen science projecten en 7 SBO-M’s). Ook in het behalen van EU-financiering, zijn de groepen uit de HSW succesvol in 2019 (zie hoger).
VI.3 Octrooien
Kortom: een succesvol eerste projectjaar en veel potentieel voor 2020.
Er werden 41 uitvindingen aangemeld in 2019 voor octrooibescherming, terwijl 17 nieuwe octrooiaanvragen werden ingediend door de VUB.
VI.3 Octrooien
De totale VUB-octrooiportfolio omvat 146 actieve octrooifamilies. Dit omvat enkel octrooifamilies waarvan VUB (mede-)aanvrager is. Octrooiaanvragen enkel ingediend op naam van derden zijn hierin niet meegeteld, ook al zijn VUB-onderzoekers vermeld als uitvinder op de desbetreffende octrooiaanvragen.
Er werden 41 uitvindingen aangemeld in 2019 voor octrooibescherming, terwijl 17 nieuwe octrooiaanvragen werden ingediend door de VUB.
De totale VUB-octrooiportfolio omvat 146 actieve octrooifamilies. Dit omvat enkel octrooifamilies waarvan VUB (mede-) aanvrager is. Octrooiaanvragen enkel ingediend op naam van derden zijn hierin niet meegeteld, ook al zijn VUB-onderzoekers vermeld als uitvinder op de desbetreffende octrooiaanvragen.
Vandaag beheert de VUB 42 actieve octrooifamilies in volledig eigen beheer. 45 actieve octrooifamilies worden beheerd in samenwerking met VIB; 32 in samenwerking met IMEC. De overige actieve octrooifamilies worden beheerd door of in samenwerking met andere partijen dan de genoemde kennisinstellingen.
Vandaag beheert de VUB 42 actieve octrooifamilies in volledig eigen beheer. 45 actieve octrooifamilies worden beheerd in samenwerking met VIB; 32 in samenwerking met IMEC. De overige actieve octrooifamilies worden beheerd door of in samenwerking met andere partijen dan de genoemde kennisinstellingen.
21 Octrooiaanvragen werden verlengd tot de PCT-fase, waarvan er 13 gedeeltelijk of volledig door VUB worden gefinancierd.
In 2019 werden 8 octrooifamilies verdergezet in nationale fase; 23 octrooien werden toegekend door het Europees of US octrooibureau.
21 Octrooiaanvragen werden verlengd tot de PCT-fase, waarvan er 13 gedeeltelijk of volledig door VUB worden gefinancierd. In 2019 werden 8 octrooifamilies verdergezet in nationale fase; 23 octrooien werden toegekend door het Europees of US octrooibureau.

uitvindingen waarvoor
anderen (spin-offs, andere onderzoeksinstellingen,etc.)
EP/US




VI.4 Licentieovereenkomsten
Via licenties op onderzoeksresultaten kunnen eveneens inkomsten worden gegenereerd en kunnen tevens structurele samenwerkingen worden uitgebouwd. Het onderhouden van een octrooiportefeuille impliceert dat actief naar licentienemers of overnemers van de octrooien wordt gezocht.
De inkomsten uit licenties en aanverwante activiteiten schommelen van jaar tot jaar. Dit is het gevolg van bijvoorbeeld een eenmalige vergoeding bij de verkoop van een licentie of de overname van een bedrijf. Naast deze inkomsten, zijn er ook vergoedingen voor intellectuele eigendom die vervat zitten in onderzoekscontracten. Deze inkomsten worden hier niet meegerekend, ze zitten vervat in de resultaten ‘vierde geldstroom’.
Ook hier moet erop gewezen worden dat er geen continuïteit in de cijfers kan ‘gegarandeerd’ worden.
• 2011 1.455.095 Euro
• 2012 985.341 Euro
• 2013 1.361.279 Euro
• 2014 1.138.685 Euro
• 2015 1.367.343 Euro
• 2016 1.306.536 Euro
• 2017 1.303.798 Euro
• 2018 6.121.213 Euro
• 2019 299.140 Euro (excl. overhead, excl. BTW)
De sterke stijging van de licentieinkomsten over 2018 is te danken aan de afsluiting van een mooie deal met een belangrijk farmaceutisch bedrijf. Dit resultaat is eerder éénmalig. Niettegenstaande, zakken de licentie-inkomsten ook gevoelig in vergelijking met de vorige jaren.
Wat het aantal licentie-deals betreft noteerden we voor
• 2012 6 licentieovereenkomsten
• 2013 8 licentieovereenkomsten waarvan 3 met een tegenpartij gevestigd in het BHG.
• 2014 5 licentieovereenkomsten
• 2015 3 nieuwe exclusieve licentieovereenkomsten afgesloten met VUB spin-offs
• 2016 3 nieuwe exclusieve licentieovereenkomsten afgesloten met VUB spin-offs
• 2017 1 nieuwe exclusieve licentieovereenkomst en 1 inbreng in vennootschap met/in VUB spin offs, 1 licentie via VIB
• 2018 2 nieuwe exclusieve licentieovereenkomsten afgesloten met VUB spin-offs Fertiga en Gulliver Biomed (gezamenlijke VUB/UGent spin off) alsook een licentieovereenkomst met een belangrijk farmabedrijf.
• 2019 2 nieuwe exclusieve licentieovereenkomsten afgesloten met VUB spin-offs Konligo en hbits, alsook een licentieovereenkomst met een internationale organisatie.
VI.5 Spin-off’s
VI.5 Spin-off’s
VUB TechTransfer speelt een belangrijke rol in de identificatie, opvolging, ontwikkeling en beoordeling van de verschillende spin-off dossiers van de VUB. Om de overlevingskansen van de uiteindelijk opgerichte start-ups te maximaliseren, wordt er vanaf het begin de nodige aandacht besteed aan die factoren, naast de technologie, die nodig zijn om tot een succesverhaal te komen. Deze zijn, o.m., een duidelijke geïdentificeerde marktbehoefte (of een doelgerichte strategie om die te creëren), een welomschreven value proposition die hieraan voldoet en een complementair team.
VUB TechTransfer speelt een belangrijke rol in de identificatie, opvolging, ontwikkeling en beoordeling van de verschillende spin-off dossiers van de VUB. Om de overlevingskansen van de uiteindelijk opgerichte start-ups te maximaliseren, wordt er vanaf het begin de nodige aandacht besteed aan die factoren, naast de technologie, die nodig zijn om tot een succesverhaal te komen. Deze zijn, o.m., een duidelijke geïdentificeerde marktbehoefte (of een doelgerichte strategie om die te creëren), een welomschreven value proposition die hieraan voldoet en een complementair team.
aantal meldingen potentiële spin-offs
aantal meldingen potentiële spin-offs
aantal nieuw gestarte spin-offs
aantal nieuw gestarte spin-offs
aantal actieve spin-offs (=spinoff portefeuille)
aantal actieve spin-offs (=spin-off portefeuille)
1. # meldingen: 15 (pm)
2. # nieuw gestarte: 4, Axiles, Konligo, hbits, Say it labs
1. # meldingen: 15 (pm)
3. # actieve: 40
2. # nieuw gestarte: 4, Axiles, Konligo, hbits, Say it labs
4. # stopgezette/ overgenomen bedrijven of grote kapitaalinjecties:
3. # actieve: 40
4. # stopgezette/ overgenomen bedrijven of grote kapitaalinjecties:
• Collibra (Jan 2019): $ 100 miljoen Series-E-financieringsronde, geleid door CapitalG, het groeimaatschappij-investeringsfonds van Alphabet. Dit brengt de post-geldwaardering op meer dan $ 1 miljard. Collibra krijgt de mythische status van ‘unicorn’, de eerste Belgische start-up met dergelijke waardering.
• Collibra (Jan 2019): $ 100 miljoen Series-E-financieringsronde, geleid door CapitalG, het groeimaatschappij-investeringsfonds van Alphabet. Dit brengt de post-geldwaardering op meer dan $ 1 miljard. Collibra krijgt de mythische status van 'unicorn', de eerste Belgische start-up met dergelijke waardering.
• Confotherapeutics: Mei 2019, 30.000.000€ Serie A financieringsronde.
• Biotalys (vroeger Agrosavfe): Juli 2019, 35.000.000€ Serie C financieringsronde.
• Confotherapeutics: Mei 2019, 30.000.000€ Serie A financieringsronde.
• Biotalys (vroeger Agrosavfe): Juli 2019, 35.000.000€ Serie C financieringsronde.
Spin-off indicatoren
Aantal meldingen potentiële spin-offs Aantal nieuw gestarte spin-offs Aantal actieve spin-offs
Nieuwe spin-off’s 2019:

Hbits bestudeert het menselijke gedrag op zichzelf, niet door te bevragen wat mensen doen maar door het te meten met objectieve data. Op deze manier helpt hbits marketeers, HR managers, beleidsmakers, wetenschappers en vele anderen om het menselijk gedrag grondig te begrijpen.

Axiles Bionics beoogt de levenskwaliteit van mensen bij wie de onderste ledematen geamputeerd werden te verbeteren door het op de markt brengen van de nieuwste generatie bionische voeten.

Konligo streeft er naar aantrekkelijke, innoverende en duurzame pop-up structuren te maken met een minimale opzettijd en maximale afvalreductie.

SAY IT Labs creëert stem-gecontroleerde video games voor spraaktherapie.
VI.6 Startkapitaalfonds
VI.6.1 BI3 Fund
Om haar valorisatiebeleid, en meer bepaald de ondersteuning van spin-off bedrijven, kracht bij te zetten, richtte de Vrije Universiteit Brussel in 2002 een startersfonds op, genaamd BI3 Fund, zoals dit ook reeds bestond en bestaat aan andere Vlaamse universiteiten (bijv. destijds het Baekeland-fonds bij UGent en Gemma-Frisius-fonds bij KU Leuven). De missie van BI3 Fund NV bestond in het verschaffen van zaai- en groeikapitaal aan spin-offs van de Vrije Universiteit Brussel.
Het BI3 Fund was een risicokapitaalfonds waarin KBC Private Equity NV, Paribas Fortis Private Equity Belgium NV, Ethias NV, de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Brussel (GIMB) via Brustart NV en de Vrije Universiteit Brussel participeerden.
BI3 staat voor Brussels Imagination, Incubation & Innovation. Het BI3 fonds werd opgezet als een gesloten fonds van 6 miljoen EUR. Aanvankelijke aandeelhouder Mercator NV verkocht zijn aandelen aan de overige aandeelhouders waarbij het kapitaal van het BI³ Fund evenredig werd verminderd.
Het BI3 Fund werd definitief vereffend op 14 februari 2019 en afgesloten met een zeer mooie return on investment, wat een bijzondere prestatie kan worden genoemd in het domein van de early seed investment funds. Het goede resultaat van het BI3 Fund is in grote mate te danken aan de schitterende evolutie van één van haar portfoliobedrijven, met name Collibra NV, dat volop de pers haalde doordat het als eerste de status van “unicorn” verwierf als Belgisch high tech startupbedrijf en dus voortaan als “one billion company” aan haar verdere, sterke groei blijft werken.
*In 2003 nam het BI3 Fund twee participaties in VUB spin-offs:
- NV ElsyCa (22/10/2003)
- NV BruCells (25/3/2003)
*In 2004: - NV Symbion (29/10/2004)
*In 2005: - NV Eggcentris (14/10/2005)
*In 2007: - NV Brucells (20/03/2007)
- NV NMDG Engineering (27/09/2007)
*In 2008: - NV ElsyCa (13/11/2008) verstrekken obligatielening - NV Collibra (21/08/2008) participatie bij oprichting
- NV EggCentris (10/07/2008) kapitaalverhoging
*In 2009: - NV Brucells (07/04/09) opvraging kapitaal 2de schijf
- NV Eqcologic (06/05/09) participatie in kapitaal
- NV BetaCell: voorwaardelijke beslissing tot participatie
- NV Collibra: voorwaardelijke beslissing tot participatie
*In 2010: - NV Brucells: opvraging kapitaal 3e schijf (01/01/2010)
- NV Eqcologic: deelname in kapitaalverhoging (23/11/2010)
- NV Collibra: obligatielening (19/01/2010)
- NV Elsyca: obligatielening (01/03/2010)
*In 2011: - NV Collibra: opvraging eerste schijf van obligatielening (50.000 EUR) (17/03/2011)
- NV EggCentris: kapitaalverhoging (30.000 EUR) (20/05/2011)
- NV Collibra: opvraging tweede schijf van obligatielening (50.000 EUR) (19/09/2011)
*In 2012: - NV Collibra: conversie obligatielening ter waarde van EUR 650.000 op 17 april 2012
- NV Eggcentris: verkoop aan NV Life Sciences op 1 juni 2012: geen opbrengst voor BI³
- NV Brucells: vereffening op 20 december 2012
- NV Eqcologic: inschrijving op converteerbare lening van EUR 12.000 op 25 oktober 2012
- NV NMDG: verkoop participatie aan National Instruments einde december 2012: opbrengst voor BI3: EUR 80.000
*In 2013: - NV Collibra: eind 2013 bijkomende investering van EUR 107.441
- exit NV Ecqologic, overname door Amerikaans bedrijf Microchip Technology Inc
De aandacht ging in de vereffeningsperiode hoofdzakelijk naar de opvolging van de resterende participaties en het begeleiden van exits.
De relatief lange vereffeningsperiode heeft te maken met de omstandigheid dat nog verschillende belangrijke kapitaalrondes werden doorgemaakt in portefeuille-maatschappij Collibra en het meest opportune moment werd afgewacht om met succes een goede exit en multiple te realiseren. Veel aandacht werd eveneens besteed aan de realisatie van de exit uit een andere portefeuillemaatschappij en volledige afbetaling van een lening door datzelfde bedrijf.
VI.6.2 Qbic I Fund
Begin 2010 werden gesprekken opgestart met de Universiteit Gent, de Universiteit Antwerpen, de drie universitaire ziekenhuizen en een aantal hogescholen uit de betreffende associaties waaronder de Erasmushogeschool Brussel om een nieuw fonds op te richten. De officiële lancering van het Qbic Fund vond plaats in mei 2012. In juni 2012 werd het nieuwe Qbic I Fund operationeel. Het Qbic I Fund was het eerste interuniversitaire zaaikapitaalfonds in Brussel en Vlaanderen. Zowel spin-off bedrijven in Vlaanderen als in Brussel konden beroep doen op de middelen van dit fonds.
Er zijn 3 VUB spin-offs waarin Qbic 1 investeerde: AgroSavfe NV in 2013, PharmaFluidics NV in 2014 en 2017, Confotherapeutics NV (via VIB).
Qbic investeerde in 2015 ook in Sentiance NV dat ondermeer gebruik maakt van technologie ontwikkeld aan de VUB in de context van een Baekelandmandaat.
De investeringsperiode van Qbic I is intussen afgelopen en in de portfoliobedrijven van Qbic I (waaronder 4 VUB ‘spin-off’ bedrijven) kan enkel nog in opvolgfinanciering worden voorzien. Nieuwe spin-off intitiatieven kunnen dus geen beroep meer doen op het Qbic I fonds. Gezien de bestaande samenwerking met Qbic I en de positieve financiële vooruitzichten, werd voorgesteld aan de deelnemende universiteiten om het project verder te zetten in een opvolgfonds, Qbic II.
VI.6.3
Qbic II Fund
Einde 2016 werd tussen de betrokken universiteiten, Qbic II en de overige aandeelhouders, overeenstemming bereikt aangaande de aandeelhouders-overeenkomst en werd met Qbic II een werkmethode afgesproken om nieuwe spin off initiatieven voor te leggen. Deze afspraken zijn vervat in een “Shareholders and Subscription Agreement” en een “Right to preview – Working Method” die omstandig werden toegelicht op de I&V Raad (15 februari 2017).
In deze eerste closing van einde 2016 werd met dezelfde aandeelhouders van Qbic I (en bijkomende private financiers uit de bedrijfswereld) een kapitaal opgehaald van 40,4 miljoen EUR : de VUB bracht 500.000 in, UGent en UA brachten respectievelijk 1,5 miljoen euro en 500.000 euro in. Ook VITO bracht 500.000 in. ARKimedes-Fonds II (Participatiemaatschappij Vlaanderen) en FPIM (Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij), de banken KBC, BNP Paribas Fortis en ING hebben ook opnieuw geïnvesteerd. ULiège en imec zijn intussen als partners-investeerders toegetreden tot QbicII en de eerstelijnskennisinstellingen UGent, VUB, UA hebben een bijkomende inbreng gerealiseerd van respectievelijk 250.000 EUR, 150.000 EUR en 150.000 EUR. VITO heeft niet bijkomend geïnvesteerd. In 2018 werd het kapitaal bijkomend opgetrokken tot EUR 57.200.000.
De Shareholders Advisory Board is de adviesraad van aandeelhouders waarin vicerector Hugo Thienpont de VUB vertegenwoordigt. Het Strategic Committee bestaat uit vertegenwoordigers van UA, UGent, VUB en VITO (research partners) en de ziekenhuispartners. Het management vaardigt twee waarnemende leden af. Voor het management van het fonds werden twee ervaren managing partners aangetrokken, nl. Sofie Baeten (general manager) en Jean Van Nuwenborg.
Het QBIC II fonds nam verschillende potentiële spin-off dossiers van de VUB in de pipeline, maar in 2019 werden geen investeringen door QBIC II in spin-off’s van VUB gedaan. Evenwel zijn er goede vooruitzichten voor 2020 en worden enkel beloftevolle spin off initiatieven voorgesteld aan QBIC II.
VI.7 Incubatoren en researchparken
VI.7.1 Incubatiecentra
Een bijkomend instrument in het repertorium van basisstructuren ter ondersteuning van het economisch valorisatiebeleid
Een bijkomend instrument in het repertorium van basisstructuren ter ondersteuning van het economisch valorisatiebeleid van de VUB zijn de incubatiecentra. Naast het reeds gevestigde incubatiecentrum op het Researchpark van Zellik (Vlaanderen), dat een maximale bezetting kent, werd op 19 januari 2010 de Incubator Arsenaal (kort ICAB) ingehuldigd op de site Arsenaal, vlakbij de campus. De bezetting evolueerde zeer positief: begin 2014 was ICAB reeds quasi volledig volzet, wat een beter resultaat is dan in het Businessplan werd vooropgesteld.
Vanaf mei 2006 is de NV ICAB onafhankelijk operationeel maar TechTransfer ondersteunt de promotie van ICAB, vooral op logistiek vlak: ICAB wordt waar opportuun telkens vermeld op beurzen, in promotiemateriaal, enz. Nauwe samenwerking tussen ICAB en TechTransfer is verder uitgebouwd. In 2019 werd verder mee nagedacht over de invulling van de nieuwe incubator op de site Arsenaal (U Square), waarin ICAB en EEBIC (ULB incubator) zullen samenwerken.
VI.7.2 Researchparken
De VUB voert het medebeheer van het Researchpark Zellik in Vlaams Brabant. De voorwaarden voor vestiging zijn gekoppeld aan de researchactiviteiten die de bedrijven wensen uit te bouwen met de universiteit. De VUB streeft ernaar van in het begin de samenwerkingen concreet op te zetten en verder op te volgen. In 2018 en 2019 werd verder gewerkt aan nieuwe samenwerkingen met de bedrijven op het park, aangezien de aankoop van de gronden door de bedrijven nu mogelijk is en een onderzoeksactiviteit of -samenwerking hiervoor een voorwaarde is.
VI. 7.3 Green Energy Park
Er is door TechTransfer actief meegewerkt aan een nieuw project ‘Green Energy Park’ dat in samenwerking met het UZ Brussel en prive-partners moet worden uitgerold op de site Researchpark Zellik. Op 4 juli 2019 werd de vzw ‘Green Energy Park’ opgericht. Green Energy Park moet een grootschalige proeftuin worden waar bedrijven, onderzoekinstellingen, overheden en gebruikers in co-creatie samen werken aan innovatieve en duurzame oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. Het onderzoek dat gevoerd wordt door VUB en UZB onderzoeksploegen, focust op drie domeinen: de transitie naar groene energie en mobiliteit, het ziekenhuis van de toekomst en digitale vraagstukken zoals smart cities en slimme technologieën op basis van AI. De eerste onderzoeksprojecten rond energie en mobiliteit werden intussen opgestart en ook al heel wat bedrijven toonden interesse in de infrastructuur van Green Park Energy. Dankzij de proeftuin verwierf de VUB op korte termijn ook al belangrijke onderzoeksmiddelen (opgenomen in de cijfers 3° geldstroom, zie hoger).
VI. 7.4 ASP2030 - Student ondernemingen
Sinds begin 2018 financiert de VUB via het Algemeen Strategisch Plan 2030 de werking van Start.VUB, een incubator voor student-ondernemingen. Via de incubator krijgen de studenten toegang tot een co-working ruimte, persoonlijke coaching, experts, workshops en het ondernemend ecosysteem binnen en buiten de VUB. Ook werd een statuut student-ondernemer in het leven geroepen. De belangstelling is groot bij de studenten: in een survey antwoordden 85 studenten dat ze concrete plannen hadden om een bedrijf op te starten.
In het academiejaar 2018 – 2019 hebben 56 studentondernemers, gespreid over 39 projecten, de weg naar Start.VUB gevonden. 16 van deze studenten hebben het reflex-statuut aangevraagd en toegewezen. Vanaf het academiejaar 2019-2020 werken we met 2 calls per jaar ( 15 October en 29 Februari). Tijdens de call in october hebben 19 projecten zich aangemeld om deel uit te maken van de Start.VUB incubator. 15 projecten (bestaande uit 31 studentondernemers zijn aanvaard door de jury.
Het project staat onder de leiding van Thomas Crispeels (Faculteit ES) en Marc Goldchstein (TechTransfer en Faculteit ES); de operationele werking is in handen van Alexis Valenzuela Espinoza. Er is tevens een samenwerking met het VUB FabLab en het ULB programma rond student-ondernemerschap StartLAB. De co-working van Start.VUB is gevestigd in Usquare, de voormalige militaire site die nu ontwikkeld wordt door VUB en ULB.
VI.8 Samenwerking EhB
Met het oog op de stimulering van onderzoeksvalorisatie aan de hogeschool, worden de onderzoekers van de EhB uitgenodigd op informatiesessies van TechTransfer, op de startersseminaries en ook op de opleidingssessies die de cel onderzoeksbeleid organiseert (FWO, BAEF, …) die meer gericht zijn naar fundamenteel onderzoek. Hugo Loosvelt (IP manager TechTransfer) geeft -op uitnodiging- ook elk jaar les over IP en kennisbescherming in opleidingen van de EhB, naast ad hoc opleiding en advies.
Inmiddels hebben verschillende groepen vanuit EhB gekandideerd voor projecten van fundamenteel en toegepast onderzoek en waar nodig en gevraagd heeft TechTransfer deze projecten ondersteund.
In 2014 werden ontmoetingsdagen tussen de verschillende departementen en de TechTransfer medewerkers georganiseerd.
Op die manier ontstaat een beter zicht op waar de mogelijke samenwerkingen en ondersteuning zich kan situeren. Als concreet resultaat nemen de business developers van TechTransfer het aanbod van Ehb mee in gesprekken met bedrijven mbt samenwerkingsprojecten. Zij nemen ook deel aan de PWO commissie van EhB op uitnodiging. EhB onderzoekers kunnen bij TechTransfer steeds terecht voor vragen die gerelateerd zijn aan de valorisatie van onderzoek. Door de aanduiding van twee nieuwe EhB vertegenwoordigers in de IOF raad en de hervorming van het IOF kader (zie hoger) in 2019, zijn ook de contacten, die kunnen leiden tot meer samenwerkingen, geïntensifieerd.
VI.9 Startersseminaries
Sinds 1995 organiseert VUB TechTransfer jaarlijks een seminariereeks (11 avondsessies van drie uur elk) om bij te dragen aan het creëren van een ondernemersdynamiek zowel binnen als buiten de universiteit. Deze Starterseminaries zijn eerste instantie gericht naar onderzoekers die een mogelijk commercieel potentieel zien in hun onderzoek, maar staan open voor alle partijen, zowel binnen de universiteit (academici en studenten) als erbuiten. Sinds academiejaar 2008-2009 bundelen TechTransfer en Marc Goldchstein van de vakgroep Business Technology & Operations (BUTO - faculteit Sociale Wetenschappen & Solvay Business School), eveneens Technology Transfer Officer/Entrepreneurship Education bij VUB TechTransfer, hun krachten om een inhoudelijk vernieuwde en kwalitatief hoogstaande startersseminariereeks aan te bieden. Thema’s zoals industriële dynamieken, finance, marketing, strategie, Intellectuele eigendomsrechten en human resources komen aan bod en worden opgehangen aan een aantal ‘real life cases’. Naast Marc Goldchstein als voornaamste lesgever, komen de sprekers zowel uit VUB als uit het bedrijfsleven. Zij zijn allen expert in het domein waarover ze les geven. Sinds 2015 is er een ‘Advanced’ versie van de Starter Seminars (10 avondsessies van drie uur elk), waarin we dieper ingaan op de praktijk van het opstarten. De deelnemers nemen deel aan een brainstormsessie en krijgen de mogelijkheid om hun project te ‘pitchen’ voor een panel. Zoals steeds werden de reeksen voorafgegaan door een Launch Event waarop o.a. de dienstverlening van VUB TechTransfer wordt toegelicht, het programma van de starterseminaries wordt verduidelijkt en een aantal VUB spin-offs getuigen over hun opstartfase. In 2019 waren dat Double Pass en Optrima/SoftKinetic, nu Sony Depthsensing Solutions. Sinds 2017 werd het seminarie ‘Academic entrepreneurship in practice: testimonials and Q&A’ opengesteld voor deelnemers van beide reeksen. Ondernemers getuigen over de opstartfase en evolutie van een aantal VUB spin-offs. In 2019 waren dit Jens De Vos en Matthias D’Huyvetter van Camel-IDS en Joeri Minnen van de recent opgerichte spin-off hbits uit de Sociologie.
Meer focus wordt ook gelegd op entrepreneurship in de Sociale en Humane Wetenschappen, bv. door een testimonial van Double Pass bij het Launch Event en van hbits bij het closing event. Dit seminarie diende in 2019 als closing event met een networking drink.
Nieuw in 2018 was de mogelijkheid om via teleclassing de Starter Seminars te volgen in Jette, omdat het voor studenten en onderzoekers van de medische campus moeilijk is om tijdig in Etterbeek te geraken. We bereikten hiermee 10 doctorandi, wat de moeite waard bleek om deze formule te herhalen. In 2019 waren 8 deelnemers regelmatig aanwezig en ontvingen een ‘Certificate of Participation’.
De promotie voor de startersseminaries is in de loop van de jaren enorm uitgebouwd via direct mailing en allerhande elektronische communicatiekanalen. Ook de samenwerking met de Doctoral Schools zorgt voor een goede inschrijvingsgraad van (post)doc’s. In 2019 waren er 52 inschrijvingen voor de Starter Seminars en 15 voor de Advanced. Ook de opkomst was zeer goed. Er werden respectievelijk 29 en 9 Certificates of Participation uitgereikt op basis van regelmatige aanwezigheid. Beide groepen namen ook actief deel aan de seminaries.
Aantal deelnemers door de jaren heen: 2007 2008 2009 2010 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 29 63 37 54 67 92 94 75 85 158 79 67
Het aantal deelnemers fluctueert elk jaar onder invloed van een aantal veranderende factoren. In 2019 werd Marc Goldchstein opnieuw de verantwoordelijke lesgever voor het vak ‘Introduction to Business’, opgenomen in het curriculum van verschillende Masteropleidingen. Hierdoor vermindert het aantal studenten die ’s avonds de starterseminaries volgen. Ook EhB-studenten schrijven zich niet meer in omdat EhB dit sinds 2018-2019 als een eigen bij- en nascholingscursus organiseert.
De huidige deelnemers bestaan voor een groot deel uit doctoraatsstudenten. Ook buitenlandse studenten vinden de weg. Er wordt elk jaar ook een enquête gedaan bij de deelnemers naar tevredenheid en suggesties om de seminariereeksen te verbeteren. Telkens worden zeer hoge scores bereikt.
Algemene beoordeling:
• Starter Seminars: 9 respondenten: 15% good, 70% very good, 15% excellent Opmerking van een respondent: “The variety of speakers offers a different and more experienced perspective on each of the topics. It is particularly interesting to see the combination of the knowledge transmitted with concrete examples on how each aspect is applied on the field. This balance is one of the most important the strengths of the seminars.”
• Advanced Starter Seminars: 4 respondenten: 25% good, 50% very good, 25% excellent
Opmerkingen van respondenten:
“Very useful information provided overall, ranging from rather high-level to detailed presentations.”
“Several eye-opening experiences, which is exactly what you need before entering an adventure like this...”
• Het Launch Event krijgt een score van 4,3 op 5
Op de VUB TechTransfer Entrepreneurship community op LinkedIn, waarop alle deelnemers, sprekers en VUBTechTransfer medewerkers kunnen inschrijven, worden actuele posts geplaatst over entrepreneurship issues, workshops, organisaties, wedstrijden,… . Dit zorgt tevens voor een follow-up van de deelnemers nadat de seminaries afgelopen zijn. Eind 2019 had deze groep 204 volgers. Een volledig verslag van de (Advanced) Starter Seminars 2019 kan worden opgevraagd. De taak van VUB TechTransfer bestaat uit:
• het geven en organiseren van de seminaries: inhoudelijk, bepalen van het programma, zelf als spreker optreden of zoeken naar sprekers;
• organisatorisch: logistiek, mailingslist, uitnodigingen, auditoria, cursusmateriaal;
• financieel verslag en evaluatie (op basis van de vragenlijst die door de deelnemers wordt ingevuld).
VI.10 VUB TechTransfer Communicatie & Events
In 2012 is VUB TechTransfer gestart met een aparte communicatieactiviteit, aangezien de continue sensibilisering van de onderzoekers voor de aspecten van valorisatie noodzakelijk is en om de expertise van VUB naar buiten te brengen. Omdat de nodige ondersteuning vanuit de centrale MarCom dienst voor deze aspecten ontbreekt, heeft VUB TechTransfer op eigen middelen personeel en werking voorzien voor een website, brochures en ander communicatiemateriaal en het organiseren van events. Half oktober 2017 werd VUB TT’s Communication & Events team versterkt met een VTE, Lisa Van Reepingen, die Alena Aga ondersteunt.
In 2016 werden volgens de centrale MarCom richtlijnen voor de nieuwe huisstijl zowel de website en newsletter als allerhande promotiemateriaal gerestyled. In 2017 werd verder gewerkt aan promotiemateriaal in de nieuwe huisstijl. In 2018 werd opgestart met de voorbereiding van een volledig nieuwe website waarbij uiteindelijk werd geopteerd voor de webdeveloper waarmee ook VUB MarCom samenwerkt. In oktober 2019 ging de nieuwe website online.
TTO Flanders
In het kader van de VLIR-TTO werkgroep wordt op regelmatige tijdstippen overleg gepleegd en worden activiteiten gepland onder de noemer TTO Flanders, waarbij de TTO’s van de 5 Vlaamse universiteiten als 1 platform naar buiten treden. De VUBTechTransfer communicatiecel maakt deel uit van de TTO Flanders communicatiewerkgroep, die o.a. instaat voor de communicatiekanalen, events en beursdeelnames. De praktische coördinatie van TTO Flanders wordt jaarlijks afwisselend gedragen door UGent, KU Leuven en UAntwerpen-UHasselt-VUB. In 2019 was het de beurt aan KULeuven. Er wordt tevens een jaarlijks TTO-event georganiseerd rond actuele topics en met uitwisseling van best practices. Sinds 2017 wordt dit samen met het IOF-event georganiseerd op dezelfde dag. In 2019 was UAntwerpen de organisator van dit event met als thema ‘Thinking out of the box’.
De portaalsite ttoflanders.be wordt doorlopend aangevuld met het technologieaanbod van de universiteiten en met nieuws en evenementen rond technologietransfer en ondernemerschap. Via een emailloket (knop ‘Stel uw vraag/Ask your question’) kunnen derden de 5 universiteiten tegelijk bereiken.
TTO Flanders was op 9 mei met een gezamenlijke stand aanwezig op Knowledge for Growth 2019. Samen met Flanders Bio werd een nieuw concept gelanceerd. De 5 universiteiten kregen een veel grotere ruimte ter beschikking waar per universiteit 3 showcases konden getoond worden. De aankleding van deze ruimte werd ook voorzien door Flanders Bio en zorgde voor een mooie samenhang en kwaliteitsvolle uitstraling. Naast de standen van de onderzoeksgroepen werd ook de gezamenlijke stand van TTO Flanders opgesteld. Ook werd in het conferentieprogramma een halve dag ingelast voor een pitch sessie, met 2 pitches per universiteit van marktklare technologieën.
Showcases VUB:
• Service - Liver Toxicity screening - Ruani Fernando & Karolien Buyl, In Vitro Toxicology and Dermato-cosmetology
• Skin-derived hepatic cells to predict drug safety and combat liver diseases
• Service - Mutaframe - Ibrahim Tanyalcin & Geoffrey Aerts, Bio2Byte, Structural Biology Brussels / Artificial Intelligence lab
• MutaFrame, unraveling the Human Proteome through bioinformatics
• MedTech - Exoskeletons - Pierre Cherelle, BruBotics
Next step in human robotics: bionic prostheses to improve quality of life
Pitches VUB:
• µFlow Cell - Filip Legein, µFlow group, Dept of Bioengineering
• Liver fibrosis biomerker - Leo Van Grunsven, Liver Cell Biology Lab
Een overzicht van de communicatietools:
Printuitgaven en realisaties 2019:
• De VUB TechTransfer’s ‘For companies’ brochure werd in 2017 volledig herwerkt vanuit het perspectief van bedrijven op zoek naar samenwerking met de universiteit en in 2018 herdrukt met actuele cijfers en nieuwe afbeeldingen zodat de brochure up-to-date is. Voor 2019 is er nog voldoende voorraad.
• Voor Knowledge for Growth werd een A5 flyer opgemaakt voor de deelnemende IOF-groepen.
• In 2019 werd opnieuw een ‘Annual Report Vice Rectorate Innovation & Industry Relations’ opgemaakt, waarin de activiteiten voor 2018 van VUB TechTransfer, Foundation en Crosstalks toegelicht werden, geïllustreerd met tal van cases en cijfers.
• De gids voor onderzoekers ‘Knowledge & Technology Transfer – Finding your way through the Jungle’ werd helemaal vernieuwd. Deze wordt niet meer gedrukt maar staat als interactieve download op de website. In de pdf werd een handige, interactieve tijdslijn opgenomen van een valorisatietraject met de stappen en tools die ter beschikking gesteld worden door VUB TechTransfer. Er werden ook USB-sticks aangekocht waarop deze gids kan verspreid worden. Zo worden grote drukkosten en stilstaande voorraad vermeden.
• In 2019 werd een nieuw Idea Notebook opgemaakt ‘Ideas made to work’. Hiermee wordt de dienstverlening van
VUB TechTransfer in de kijker gezet en wordt doorverwezen naar de website en interactieve pdf. Dit handige gadget wordt naar alle VUB onderzoekers verstuurd in januari 2020.
• Het Lab Notebook was aan herdruk toe en werd ook geactualiseerd. De herdruk is voorzien begin 2020.
Online communicatie:
• De website vubtechtransfer.be werd volledig vernieuwd in samenwerking met webdeveloper Paddle (raamcontract met VUB) en ging online in oktober 2019. De website de centrale plaats waar alle info te vinden is met een inschrijfbutton voor de wekelijkse elektronische nieuwsbrief. Publicaties en andere communicatiekanalen verwijzen steeds door naar de website.
• Licensing Opportunities op de website en op de TTO Flanders website: jaarlijkse update in april/mei in functie van Knowledge for Growth. Ook via website verkrijgbaar als printable pdf. Nieuw kanaal sinds 2017 voor het zoeken naar partnering met bedrijven in de pharma, biotech en medtech: Advance Partnerships.
• De innovatiewebpagina’s op de VUB website www.vub.be/innovatie en www.vub.be/en/innovate werden inhoudelijk ook volledig vernieuwd met doorklik naar de nieuwe VUB TechTranfser website.
• Via de nieuwe website wordt ook doorgeklikt naar de Fundwijzer op de VUB intranet site (R&D ism met de betrokken diensten) waar alle projectoproepen gecentraliseerd worden.
• Website Research Park Zellik www.researchparkzellik.be: VUB levert wanneer nodig info aan. Quares (beheerder researchpark) zorgt voor de opvolging en backoffice.
• Website TTO Flanders ttoflanders.be: portaalsite van de tech transfer offices van de vijf Vlaamse universiteiten. Relevante news items & events worden hier gepost.
• Samenwerking met VUB Marcom voor webpagina’s Innovate, VUB Today, persberichten, HENRI (Lisa Van Reepingen in redactieraad),…
• LinkedIn ‘VUB TechTransfer entrepreneurship community’ met 204 members. Hier worden enkel specifieke items m.b.t. entrepreneurship gepost. Deze groep is vnl gericht naar de deelnemers van de starterseminaries.
• VUB TechTransfer news: Op 1 oktober 2017 werd overgeschakeld op een nieuw elektronisch newslettersysteem Mailchimp met een inschrijfbutton op de website. In 2019 werden er 50 nieuwsbrieven verstuurd naar (ongeveer) 3500 geadresseerden. De openingsgraad kende een kleine stijging en schommelde rond de 35%, met een gemiddelde click rate van 8%. Elk jaar updaten we de lijst met het nieuwe personeelsbestand, zodat we zoveel mogelijk mensen uit de VUB community bereiken. We trachten ook steeds externe partijen aan te spreken door nieuwswaardige content te brengen (persartikels).
• In mei 2018 gingen we van start met een nieuw online communicatiekanaal: Twitter. Ons doel is om het excellent onderzoek aan de universiteit kenbaar te maken bij een professioneel publiek. Via dit kanaal kunnen we ook snel(ler) nieuws oppikken over onze spin-offs en onderzoeksgroepen. In december 2019 bereikten we 270 volgers en hebben we in totaal 84 tweets uitgestuurd. De impressie van de tweets stegen ten opzichte van 2018, wat betekent dat we meer mensen bereiken. Daarenboven stellen we ook een lichte stijging vast in het aantal vernoemingen door/op andere Twitter profielen.
Promomateriaal:
• Goodies: In 2019 werden een aantal goodies besteld met aangepast logo (vicerectoraat of TechTransfer) en tagline, om in huis te hebben voor bedrijven, events, beurzen:
o Doosjes met muntjes, balpennen
o Katoenen goodie bags
o USB-sticks: worden tevens gebruikt als drager voor eigen publicaties
• Banners Innovate en TechTransfer werden herdrukt. Op de Innovate banner staan nu alle IOF-groepen met foto opgelijst.
• Eigen beach flags werden besteld.
Deelname beurzen/organisatie events :
• 19 maart 2019: BI3 Fund Closing Event in ICAB: Het VUB zaai- en starterskapitaalfonds BI³ Fund, Brussels Imagination, Innovation and Incubation, werd succesvol afgesloten begin 2019. Sinds de oprichting in 2002 investeerde het in 8 VUB spin-offs waaronder unicorn Collibra. Stakeholders, investeerders en spin-offs werden uitgenodigd om dit feestelijk af te sluiten tijdens een networking walking lunch. Rector Caroline Pauwels verzorgde het welkomwoord.
• 9 mei 2019: Knowledge for Growth – ICC Gent: stand TTO Flanders. Nieuw concept uitgewerkt samen met Flanders Bio. Enerzijds werd een volledige hal ingericht als Academic Showcase met 3 demo’s per universiteit, 15 in totaal.
In het conferentieprogramma werd een halve dag voorzien voor pitches van de universiteiten.
• 26 september 2019: Launch Event (Advanced) Starter Seminars met o.a. testimonials van spin-offs Double Pass en Optrima/SoftKinetic, nu Sony Depthsensing Solutions en networking drink.
• 1e semester 2019-2020: organisatie van de Starters en Advanced Starter Seminars in Etterbeek, met teleclassing in Jette.
• 17 oktober 2019: IOF-TTO event in Antwerpen, georganiseerd door UAntwerpen. Thema ‘Thinking out of the box’.
• 5-8 november 2019: TechTransfer Week: Workshops over projectfinanciering en dienstverlening TechTransfer tijdens de lunch. Op vrijdag 8 nov werd een afsluitend debat en networking drink georganiseerd.
• 17 december 2019: slotevent (Advanced) Starter Seminars met testimonials van spin-offs Camel-IDS en hbits en networking drink.
VI.11 TechTransfer Week 2019
In de eerste week van november (5, 6, 7 en 8 november) vond voor het eerst de TechTransfer Week plaats. Door middel van drie lunchworkshops informeerde het TechTransfer team de aanwezigen over Brusselse, Vlaamse en Europese Financieringsmogelijkheden, leerstoelen en IP Management. De sessies werden afgestemd op de onderzoeksdomeinen: HSW, STEM en Life Sciences. De week werd op vrijdag afgesloten met een debat over de rol van TechTransfer in de universitaire- en bedrijfswereld en een feestelijke netwerkreceptie. Eindresultaat: 161 inschrijvingen en een groot aantal goed geïnformeerde en geïnspireerde onderzoekers.
VII. Foundation
VII.1 Fellowship
In de afgelopen 8 jaren heeft de VUB een netwerk opgebouwd van niet minder dan 178 Fellows uit het bedrijfsleven, kaderleden, academici, beleidsmakers, journalisten en andere maatschappelijk betekenisvolle personen die zich inzetten als ambassadeurs van de VUB. Het netwerk van de Fellows zorgt mee voor een gestructureerde samenwerking met het corporate en maatschappelijke veld en versterkt de uitstraling van de VUB, haar faculteiten en haar diensten. Van de 178 Fellows, zijn er 90 Ere-Fellows.
In 2019 werden inspanningen geleverd om de interne werking van het Fellowship programma te verbeteren door de taken van de Facultaire Fellowship Coördinatoren en de Proximi in kaart te brengen en duidelijke afspraken te maken, ook naar het Fellowship Office toe en de coördinator, Hanan Belaraj die de dagelijkse opvolging verzekert. Aan de decanen werd voorgesteld om deze afspraken te laten toelichten door de FFC’s op de bevoegde facultaire organen.
Op universitair niveau worden de gemeenschappelijke activiteiten van het Fellowship en het Ere-Fellowship beheerd en gecoördineerd door de Universitaire Fellowship Coördinator, Vicerector Hugo Thienpont en de Universitaire Fellowship Manager, Isabelle Marneffe.
Het Centraal Reglement Fellowship van 2017 werd aan het nieuwe organiek statuut aangepast en goedgekeurd op de Raad van bestuur van 28 mei 2019.
VII.1.1 Activiteiten 2019 en vooruitzichten
In 2019 zijn er 22 nieuwe Fellows ingehuldigd tijdens de officiële inhuldigingsceremonie op 21 juni in het Paleis der Academiën. Rector Caroline Pauwels hield het welkomstwoord en Vicerector Innovatie en Valorisatie Hugo Thienpont onderlijnde het belang van het Fellowship netwerk. De keynote werd gebracht door Dalilla Hermans, redactrice bij Charlie Magazine. Het centrale thema van de 8ste jaargang was inclusiviteit en diversiteit. Hermans vergeleek – in navolging van Verna Myers - het omarmen van inclusie met het dansen op een feestje. Het geheel werd muzikaal ondersteund door Fellow Piet Goddaer, beter bekend als Ozark Henry. Na het officiële programma was er gelegenheid om te netwerken tijdens een walking dinner. In 2019 werden 28 Fellows tot Ere-Fellow benoemd.
De jaarlijkse Fellowship networking cocktail vond plaats op 20 maart 2019. De organisatie lag in handen van Fellow Christ’l Joris, Voorzitter van de Raad van bestuur van ETAP Lighting. Het thema van de avond was “Light for Rent”. De 60-tal aanwezigen kregen een indrukwekkende rondleiding in de showroom van ETAP.
In 2019 werd op 26 november een tweede Fellowship networking cocktail georganiseerd door Fellow Jean-Marie Solvay. De Fellows kregen de unieke gelegenheid om Maison Solvay te bezoeken en een inkijk in de historische geschiedenis van Solvay. De keynote met als titel “What the International Solvay Institutes bring to fundamental research and the VUB” werd gegeven door Marc Henneaux, Voorzitter van het Internationaal Solvay Instituut, Paul Geerlings, Vice-voorzitter en Alexander Sevrin, Adjunct-directeur. Er waren een 120-tal gasten aanwezig.
In 2019 werd voor het eerst een algemene Fellowship brochure gepubliceerd. De publicatie geeft een overzicht van initiatieven die in samenwerking met Fellows door de faculteiten en de VUB werden genomen. De brochure is een erkenning van de Fellows zelf en dient bovendien als motivatie voor toekomstige Fellows.
De Fellowship website is gebruiksvriendelijker gemaakt en aangevuld met een tab evenementen met foto’s. Er worden nu ook meer actuele nieuwsberichten geplaatst die gelinkt zijn aan Fellows. De nieuwe Fellowship brochure staat ook op de website.
De Fellowship website is gebruiksvriendelijker gemaakt en aangevuld met een tab evenementen met foto’s. Er worden nu ook meer actuele nieuwsberichten geplaatst die gelinkt zijn aan Fellows. De nieuwe Fellowship brochure staat ook op de website.
VII.1.2 Fellows 2019
VII.1.2 Fellows 2019
Faculteit Aanhef Naam Bedrijf Functie Arts and Humanities Fellow (LW) Mevr. Eva Smets Oxfam Solidariteit Belgie
UMC Fellow (GF) Dhr. Bernward Garthoff BIO Clustermanagement North RhineWestphalia GmbH
UMC Fellow (GF) Mevr. Annemie Maes Brussels Hoofdstedelijk Parlement
Executive Director / Algemeen Directeur, Oxfam-Solidariteit
Managing Director, BIO Clustermanagement NRW GmbH
Former Member of Brussels Parliament - Senator
Engineering Fellow (IR) Mevr. Veronique Wendrix ABB Group Vice President Service ABB Benelux
Engineering Fellow (IR) Dhr. Philippe Block Swiss National Centre of Competence in Research - Digital Fabrication
Law and Criminology Fellow (RC) Dhr. Vincent Mannaert Club Brugge
Professor at ETH Zurich / Director of Swiss National Centre of Competence in Research (NCCR) Digital Fabrication
Club Brugge Law and Criminology Fellow (RC) Mevr. Diana Wallis European Law institue
Senior Lecturer Law School University of Hull Law and Criminology Fellow (RC) Mevr. Lola Boeykens Arbeidshof Antwerpen
President of the labour court in Antwerp Law and Criminology Fellow (RC) Dhr. Andreas Ziegler Universiteit Lausanne Universiteit Zurich Professor Law and Criminology Fellow (RC) Dhr. Karl Dhont UEFA - Nationale Loterij - Tartaros Ethics and Disciplinary Unit UEFA
Science Fellow (WE) Mevr. Isabelle Van der Haegen Roche Pharmaceuticals Country Head Clinical Operations Hoffmann – La Roche Belgium
Psychology and Educational Sciences Fellow (PE)
Erhan Demirci /
Solvay Fellow (ES) Dhr. Gilles Samyn Nationale Portefeuillemaatschappij Managing director-Groupe Frère – Bourgois
Solvay Fellow (ES) Mevr. Petra Van Zand Argenta
Data & Analytics Officer Solvay Fellow (ES) Dhr. Guido Herman Federale Ombudsman Federaal Ombudsman
Solvay Fellow (ES) Mevr. Saida Sakali Koning Boudewijnstichting
Solvay Fellow (ES) Mevr.
Christophe Busch Kazerne Dossin
Pascale Van Damme Dell EMC Benelux
Senior Project Coordinator at King Baudouin Foundation and board member of several cultural institutions in Antwerp (De Singel) and Brussels (AB, Chair Fatim Mernissi, De Buren)
Paul Van Gysegem Kunstenaar
VII.2 Foundation en Fondsenwervingsbeleid
In 2019 werd de werving van fondsen voor specifieke projecten verdergezet met specifieke strategieën in functie van de doelgroep en het type project. Eén van de in 2017 voor fondsenwerving geselecteerde projecten, met name “Buiteninfrastructuur op de campus”, dat ingediend werd door de Dienst Onderwijs-en Studentenbeleid en de Dienst Infrastructuur, werd uiteindelijk stopgezet. De fondsenwerving voor de renovatie van het Braemgebouw werd in 2019 echt uitgerold.
In 2019 werden – net als in 2018 - 5 nieuwe leerstoelen opgericht. Er werd ook een nieuw fonds opgericht (5 in 2018): het VUB Fonds voor onderzoek rond de waarden van de sociaaleconomische ordening. Dit fonds heeft als doel het onderzoek van prof. dr. Koen Byttebier vijf jaar lang te financieren. Deze is ook voorzitter van het fonds. De oprichter van het fonds, een stichting van openbaar nut, investeert jaarlijks een kapitaal van €14.000, gedurende 5 jaar.
Afgelopen jaar werd enorm geïnvesteerd in activiteiten om fondsen te werven voor het VUB-UZB Paul de Knop Fonds voor immunotherapie en het VUB Yamina Krossa Fonds voor borstkankeronderzoek.
In het kader van het VUB Luc Bucquoye Fonds voor literatuur werd de eerste prijsuitreiking georganiseerd voor laureaat Pjeroo Robjee.
In 2019 werd verder gewerkt aan het legatenbeleid. Op 19 juni 2019 werden de richtlijnen voor de aanvaarding en de aanwending van de legaten aan de VUB goedgekeurd door de Academische Raad. De richtlijnen zijn gebaseerd op statutaire en reglementaire bepalingen en omvatten bepalingen met betrekking tot het legatenbeleid en de aanvaarding en de besteding van legaten. Behalve voor de algemene richtlijnen inzake ethische en adequate besteding en good governance van legaten toegekend aan de VUB, wordt een onderscheid gemaakt tussen de legaten toegekend aan de Universiteit en aan het UZ Brussel.
Voor wat legaten betreft was eind 2019 bewogen. In oktober werd in het Vlaams Regeerakkoord opgenomen dat de
Emmy Oost Cassette for Timescapes
producer
Verbeeck
fiscale constructie van het duolegaat zal worden afgeschaft. In Vlaanderen zouden duolegaten dus niet meer toegestaan worden vanaf 2021, wat betekent dat bestaande testamenten zouden veranderd moeten worden. Deze beslissing zou een grote impact hebben op de inkomsten uit filantropie voor de VUB, aangezien de grote meerderheid van de testamenten duolegaten zijn. Vanuit de VLIR en vanuit testament.be zijn inspanningen gedaan en nog aan de gang om alsnog de beslissing terug te draaien. De VUB Foundation was nauw betrokken en trad als woordvoerder op in de communicatie van de sector. Eind januari 2020 was er nog geen uitsluitsel over de finale beslissing van de Vlaamse regering.
VII.2.1 Fondsenwerving voor projecten
1) FabLab (Faculteit Ingenieurswetenschappen)
In 2019 werd in overleg met de coördinatoren van het Fablab de fondsenwervingsstrategie bepaald en werd besloten om fondsen te werven voor de aankoop van een tweedehands waterjet cutter om robuustere prototypes te kunnen bouwen. Met een crowdfundingcampagne via het social entrepreneurship platform van Prof. Nikolai Dentchev werd het beoogde bedrag van €15.000 opgehaald in september 2019 dankzij de steun van alumni (mailing in mei), de alumni vzw BrEA en de vakgroep Architectuur.
Een project dat sedert 2018 in de kantlijn van het Fablab opereert, is dat van de VUB Racewagen. Verschillende bedrijven werden bezocht om (al dan niet ‘in kind’) sponsoring te verkrijgen. Voor het tweede jaar op rij was het bedrijf Melexis hoofdsponsor van het project voor €12.000. Naarmate het project meer aandacht krijgt binnen en buiten de universiteit groeit de interesse ervoor.
Daarnaast werd het sponsordossier geactualiseerd en zullen in de loop van 2020 nieuwe prospects bezocht worden om nieuwe samenwerkingen aan te gaan.
Voor het FabLab werd reeds 49.837 euro opgehaald, waarvan 31.722 euro afgelopen jaar.
2) VUB Kinderuniversiteit (Wetenschapscommunicatie-Dienst R&D)
De telethon campagne eind 2017, en toelagen van het Fonds Ernest Solvay (€7500) en het Fonds Immobel (€25000) van de Koning Boudewijnstichting in 2018 zorgden voor voldoende financiering voor dit project. In totaal werd 55.719 euro opgehaald voor de kinderuniversiteit, waarvan €23.219 euro aan giften via de telethon in 2017, de website en direct marketing.
Na een succesvolle evaluatiemeeting met het Fonds Immobel (€25.000 gespreid over 2018-2019) werd vanuit het Fonds beslist om het project met zijn ondersteuning verder op te schalen om nog meer kinderen te kunnen bereiken. In 20202021 krijgt het project hiervoor in 41.500 euro.
3) Arabische taallessen voor kinderen (Dienst International Relations and Mobility Office)
Net zoals voor het Fablab project werd er samen met de coördinatoren van het project een strategische oefening gedaan om de koers van de fondsenwerving in 2019 uit te zetten. Gezien de grootorde van project werd beslist om in te zetten op het inrichten van een leerstoel waarin zowel een minor Arabisch voor VUB studenten als het lessenpakket voor kinderen zou kaderen. Daartoe werd een event georganiseerd op 30 september en werden de nodige contacten gelegd (Besix, Credendo) om de toekomst van de leerstoel verder te bespreken. De gesprekken daarrond zijn nog steeds lopende. Dankzij een projectaanvraag bij de Koning Boudewijn Stichting werd een bijdrage van 20.000 euro vanuit het Fonds Baillet-Latour gekregen.
De VUB Foundation kreeg de uitzonderlijke kans projecten in te dienen in het kader van de vereffening van de vzw Centre Islamique Européen pour la Culture et le Dialogue. Het project Arabische lessen voor kinderen werd geselecteerd en ontving 196.000 euro ter ondersteuning.
Eind 2019 stond de teller op 238.510 euro voor de Arabische taallessen.
4) Buiteninfrastructuur op de campus (Dienst Onderwijs-en Studentenbeleid en Dienst Infrastructuur)
Na de vele voorbereidingen in samenwerking met prof. Niels De Temmerman en Sophie De Smet (studentenbeleid), de organisatie van een gunning, de keuze van het architectenbureau Hexastructures en de beslissing om een structuur aan het amfitheater voor gebouw D te voorzien, bleef het project niet van de grond komen, o.a. door het gebrek aan ownership en aan een projectmanager bij de dienst Infrastructuur.
Een prangende valkuil van het project betrof de voorfinanciering. De totale kost van het project werd geschat op €166.000 (excl. BTW). Er bleken ook andere problemen te zijn (erelonen, totale bouwkost, wijze van gunnen).
Door deze problemen en de beslissing van de VUB om het project niet te laten starten met de nodige voorfinanciering (om de VUB Foundation de mogelijkheid te geven fondsen te werven op basis van een concreet project), werd het in april 2019 permanent afgevoerd.
5) Renovatie Braem gebouw (rectoraat)
De fondsenwerving voor het Braemgebouw startte in 2018 op vlak van communicatie en voorbereiding van de ‘donor journey’ en werd meegenomen in de telethon van de eindejaarscampagne. Er werd daarbij bewust geopteerd voor het uitlichten van de restauratie van de muurschilderingen.
Bij het bezorgen van de fiscale attesten in april 2019 aan de alumni die in 2018 gedoneerd hadden, werden deze geïnformeerd over de evolutie van de financiering van de muurschilderingen via een infographic en bevraagd om opnieuw een donatie te doen.
Naar aanleiding van open monumentendag op 14 september 2019 werden de donateurs dan uitgenodigd voor een exclusief begeleid bezoek in het Braemgebouw met architecte Charlotte Nys. Met dit initiatief versterkte de VUB Foundation de banden met haar donateurs.
Daarnaast werd, in samenwerking met een communicatiebureau, een activatiestrategie uitgewerkt om andere doelgroepen te bereiken en aan te zetten om de renovatie van het gebouw te ondersteunen. Eén van die strategieën betreft het tegen betaling vernoemen van vergaderzalen naar bedrijven. Deze strategie werd in overleg met vicerector Hugo Thienpont geheroriënteerd naar de strategische onderzoekscentra waarmee de universiteit zeer nauw samenwerkt. In het kader daarvan werden meetings opgezet met de professoren die het nauwst samenwerken met de strategische onderzoekscentra (VIB, Flanders Make, Flanders Foods, IMEC). Deze vergaderingen zijn intussen afgerond en worden nauw opgevolgd. Er zijn 11 vergaderzalen beschikbaar voor sponsoring voor waarden gaande van €12.500 tot €62.500. Begin 2020 engageerde het VIB zich voor €25.000.
Voor de eindejaarscampagne eind 2019 werd enkel ingezet op de fondsenwerving voor de muurschilderingen. Eind 2019 stond de teller op 75.837 euro voor de renovatie van de muurschilderingen in het Braemgebouw.
VII.2.2 Eindejaarscampagne 2019
Aan het einde van het jaar organiseert de VUB Foundation in samenwerking met partner IPG traditiegetrouw een telethon. Dit is een telefonische actie naar een selecte groep alumni waarbij het doel is om enerzijds nieuwe data te capteren en anderzijds fondsen te werven voor een bepaald project. Na lang overleg en maanden van onzekerheid bleek dat IPG zijn call center niet meer ter beschikking kon stellen wegens een interne crisissituatie.
Op enkele weken tijd werd daarom een nieuwe aanpak bedacht met een combinatie van communicatie via e-mailing en postmailing.
Er werd geopteerd voor een gefaseerde aanpak gericht op vier doelgroepen:
• Alumni die nog nooit aan de VUB doneerden
• Alle reeds bestaande donateurs
• Donateurs reeds opgenomen in de donor journey van het Braemgebouw
• Een selectie alumni en Fellows die in 2018 tijdens de telethon aangaven te willen doneren maar dit uiteindelijk nog niet deden.
De eerste doelgroep was de grootste en omvatte 21.293 alumni van alle faculteiten waarvan we over een actueel mailadres beschikken. Zij ontvingen via een bulkmail een oproep van rector Caroline Pauwels om een stukje van de muurschilderingen te redden door middel van een gift. In de bulkmail verwees een speciale knop naar een landingspagina waarop ze meer duiding kregen over het project en meteen online konden doneren. Indien de alumni niet converteerden op de eerste email ontvingen ze nadien een tweede email waarin de rector haar oproep herhaalde. In laatste instantie ontving een selectie van 7.695 (oudere) alumni die op beide mails niet converteerden een mailing via de post.
De tweede en derde doelgroep (1869 donateurs) zijn reeds zeer nauw betrokken bij de VUB en doneerden al. Dezen ontvingen meteen een mailing via de post met een exemplaar van de nieuwe Foundation brochure met een oproep om ook in 2019 het Braemproject te steunen.
Bij de laatste doelgroep (1662 alumni en Fellows) experimenteerde de Foundation met het toevoegen van een incentive aan de mailing via de post. Het toevoegen van een speciaal ontworpen Braempen bracht geen significant hogere ROI met zich mee in vergelijking met traditionele mailings.
Doelgroep1: Alumni die nog nooit aan de VUB doneerden 21.293 alumni werden geselecteerd uit de CRM database op basis van een werkend mailadres. Deze alumni zaten in de e-mailing funnel en ontvingen 1 of 2 e-mails van de rector. In totaal doneerden 141 alumni naar aanleiding van deze e-mails. Dat komt neer op een zeer lage responsgraad van 0,7%. Dat de retentie zo laag is bij e-mailing is algemeen geweten.
Van de resterende 21.152 alumni die niet reageerden op de e-mails, werd een selectie gemaakt op basis van leeftijd (alumni 45+). De 7.695 alumni die in deze fase werden weerhouden, ontvingen een postmailing die door de rector werd getekend. Deze laatste stap in de fundraising funnel bleek waardevol aangezien er naar aanleiding van de brief nog eens 191 alumni (2.5%) een donatie deden.
In totaal bracht de e-mailing/postmailing campagne €25.896 op via donaties van 332 alumni.
Doelgroep 2: Alle reeds bestaande donateurs
Voor het eerst werd een oproep gedaan naar alle bestaande donateurs voor een project waarvoor ze niet noodzakelijk in het verleden hadden gedoneerd. In totaal ontvingen 1839 donateurs een postmailing getekend door de rector met de nieuwe brochure van de VUB Foundation. Deze inspanning heeft geloond want maar liefst 223 (12%) mensen doneerden opnieuw aan de VUB voor een bedrag van €17.394.
Doelgroep 3: Donateurs reeds opgenomen in de donor journey van het Braemgebouw
De derde doelgroep is een zeer geëngageerde groep donateurs die aanwezig waren op het eerste donorevent dat werd georganiseerd voor het Braemproject. Zij werden dan ook op een zeer persoonlijke manier aangeschreven en ontvingen eveneens de nieuwe Foundation brochure. In totaal werden 30 donateurs aangeschreven waarvan er 4 (13%) opnieuw een donatie deden aan het project voor een totaal van €320. Deze respons ligt 1% hoger dan bij de tweede doelgroep.
Doelgroep 4: Alumni en Fellows
De vierde doelgroep bestond enerzijds uit alumni die tijdens de telethon van 2018 aangaven te willen doneren aan het project maar dit uiteindelijk niet deden en anderzijds uit een selectie van VUB Fellows. In totaal werden er 1662 alumni en

Het is dan ook de bedoeling om in aanloop van de eindejaarscampagne van 2020 te bekijken of een combinatie van een telethon (met een nieuwe partner) en multi-channel fondsenoproepen voor een nog hogere return kan zorgen.
VII.2.3 ‘In kind’ steun aan de universiteit
Type contract
Sponsoring Melexis R. Van Ham Race wagen
Sponsoring MSC Software R. Van Ham Race wagen
Sponsoring Dejond R. Van Ham Race wagen
Gift DSM Food specialities S. Eeltinck
Sponsoring Mediahuis NV C. Pauwels
Componenten race wagen (waarde niet gekend)
MSC software pakketten student 2019 (waarde niet gekend)
250 kg aluminium (waarde €1000)
Onderzoek binnen dept Chemical Engineering 2 Aquity UPLC systems (waarde €30.000)
Difference day
Sponsoring Telenet O. De Troyer Tickle
Sponsoring MSC Software R. Van Ham Race wagen
Reclame in kranten (waarde €46.976)
Smartphones + data kaarten (waarde €8976)
MSC software pakketten student 2020 (waarde niet gekend)
Sponsoring Eurocircuits R. Van Ham Race wagen PCB's (max. €3000)
VII.2.4 Leerstoelen
Leerstoelen vormen een belangrijk en duurzaam middel om onderzoek en onderwijs aan de VUB te ondersteunen met externe financiering, onder de vorm van een gift of sponsoring.
In 2019 werden verdere inspanningen geleverd om de communicatie omtrent leerstoelen zowel intern als extern te optimaliseren. Enerzijds door de verspreiding van de VUB Foundation brochure over leerstoelen en de regelmatige publicatie van artikels over leerstoelen in verschillende newsletters (Alumni, TechTransfer), en anderzijds door de pagina’s op de website te vernieuwen en up to date te houden.
In 2019 telde de VUB in totaal 26 actieve leerstoelen (in 2018, 23).
In 2019 werden 5 (in 2018 ook 5) nieuwe leerstoelen opgericht:
1. De leerstoel “Chair in infrastructure Asset Management & Life-Cycle Planning” met ORI vzw, Antea Belgium NV, Arcadis Belgium NV, Sweco Belgium and Tractebel Engie als partners
2. De leerstoel “Personalisation, Trust and Sustainable Media” met Roularta Media Group als partner
3. De leerstoel “Media in een samenleving in transitie” met de Universiteit Gent en de VRT als partners
4. De leerstoel “Chair in Surveillance Studies”, met Privacy Salon vzw als partner
5. De leerstoel “Hamamatsu Applied Photonics Innovation Chair” met Hamamatsu als partner
De leerstoelen samen hadden in 2019 een waarde van € 2.344.377.
Eind 2019 is er volgens het financieel overzicht effectief €2.179.377 bij de VUB binnen gekomen voor leerstoelen. Het verschil in beide bedragen is te wijten aan het feit dat sommige partners éénmalig een betaling uitvoeren voor de volledige duur van de leerstoel of een aangepast betalingsplan volgen dat het financieel boekjaar niet volgt.
In 2019 werden 3 leerstoelen effectief verlengd (Chair on Smart Cities, Chair Fundamental Rights and the Digital Transformation en de Leerstoel Mireille Aerens voor alternatieve onderzoeksmethoden zonder proefdieren). Vier leerstoelen werden na de einddatum in 2019 niet verlengd.
VII.2.5 Overzicht actieve leerstoelen op 1/1/2020
1. SOMT Leerstoel Klinische Anatomie - SOMT-Stichting Opleiding Manuele Therapie (NL) - Prof. dr. Erik Cattrysse
2. Nobel Biocare Chair – Nobel Biocare nv - Prof. dr. Jan Cosyn
3. Chair of Social Entrepreneurship - Wolters Kluwer nv, Euroclear nv, Stichting Close The Gap, BNP Paribas Fortis nv - Prof. dr. Nikolay Dentchev
4. Medtronic Chair – Medtronic Belgium nv - Prof. dr. Carlo de Asmundis
5. Leerstoel Thermo-Mechanical Innovation for Fluid Machinery - Atlas Copco Airpower nv - Prof. dr. ir. Björn Verrelst
6. Chair on Smart Cities – Joyn Belgium nv,, Belfius nv, Befimmo GVV en Proximus - Prof. dr. Pieter Ballon
7. Chair Fundamental Rights and the Digital Transformation – Microsoft Corporation - Prof. dr. Joris Van Hoboken
8. Leerstoel Waardig Levenseinde – deMens.nu - Prof. dr. Wim Distelmans
9. Leerstoel Andullation Care Research – Home Health Products bvba - Prof. dr. Nele Adriaenssens
10. VBO-FEB VUB-ULB Chair: Transitioning Belgian companies into Circularity – Verbond van Belgische Ondernemingen - Prof. dr. Cathy Macharis
11. Leerstoel Mireille Aerens voor alternatieve onderzoeksmethoden zonder proefdieren – Mireille Aerens - Em. prof. dr. Vera Rogiers
12. Leerstoel Casterman & Hamers: History and Philosophy of Science – Prof. em. Cécile Casterman & Prof. em. Raymond Hamers - Em. prof. dr. Jean-Paul Van Bendegem
13. Leerstoel De Berekuyl - Exercise Immunology & Chronic Fatigue in Health and Disease – De Berekuyl, European College for Decongestive Lymphatic Therapy (ECDLT) - Prof. dr. Jo Nijs
14. Leerstoel Fatima Mernissi – Vlaams Minister voor Cultuur, Media, Jeugd en Brussel (Sven Gatz), Darna vzw, CIECD- Prof. dr. Iman Lechkar
15. Leerstoel Infrabel spoorwegtechnologie - INFRABEL - Prof. dr. ir. Philippe Lataire
16. Chair International and European Data Privacy and Security Law – Google - Prof. dr. Christopher Kuner
17. Leerstoel Klinische ouderenpsychologie – Stichting Mondriaan - Prof. dr. Bas Van Alphen
18. Chair Data Protection on The Ground - BNP Paribas Fortis – Prof. dr. Jo Pierson
19. Leerstoel Radiologie Bracco – Bracco – Prof. dr. Joahan De Mey
20. Leerstoel Radiology Guerbet – Guerbet – Prof. dr. Johan De Mey
21. Chair in infrastructure Asset Management & Life-Cycle Planning - ORI vzw, Antea Belgium NV, Arcadis Belgium NV, Sweco Belgium and Tractebel Engie als partners- Prof.dr. Elvira Haezendonck
22. Leerstoel Personalisation, Trust and Sustainable Media met Roularta Media Group – Prof. dr. Ike Picone
23. Leerstoel Media in een samenleving in transitie - Universiteit Gent en de VRT – Prof. dr. Karen Donders
24. Chair in Surveillance Studies - Privacy Salon VZW – Prof. dr. Serge Gutwirth
25. Hamamatsu Applied Photonics Innovation Chair - Hamamatsu – Prof. dr. ir. Hugo Thienpont
26. Leerstoel Asia-Pacific Studies – Aviation Education Foundation – Prof. dr. Kim Vanderborght
Naast leerstoelen met externe partners zijn er aan de VUB ook leerstoelen onder de vorm van lessenreeksen over een bepaald thema. Hierbij wordt ofwel door de VUB (VUB leerstoel op naam) ofwel door derden (Ereleerstoel op naam) een leerstoel toegekend aan een (gast)professor. Deze worden niet door de Foundation opgevolgd. VUB leerstoelen op naam: leerstoel Emile Lorand, leerstoel Gommaar van Oosterwyck, leerstoel Willy Callewaert, leerstoel Emile Verhaeren, leerstoel Vloeberghs, leerstoel VUB.
Ereleerstoelen op naam: leerstoel Francqui, leerstoel UNESCO - Cultureel Erfgoed, Leerstoel UNESCO - Volwasseneducatie.
VII.2.6 Fondsen
In 2019 werd één fonds opgericht (5 in 2018): het VUB Fonds voor onderzoek rond de waarden van de sociaaleconomische ordening met als doel het onderzoek van prof. dr. Koen Byttebier vijf jaar lang te financieren. De voorzitter van het fonds is prof. dr. Koen Byttebier. De oprichter van het fonds, een stichting van openbaar nut die niet in de externe communicatie wenst benoemd te worden, doneert €14.000 per jaar gedurende 5 jaar.
Overzicht van de activiteiten in 2019 in het kader van de bestaande fondsen:
Het VUB Yamina Krossa Fonds voor borstkankeronderzoek werd in 2019 aangevuld dankzij fondsenwervende acties, waarvan de belangrijkste de lancering is van het online platform #Destination400. Met dit crowdfundingplatform worden scholen, bedrijven en organisaties aangespoord om acties op te zetten en geld in te zamelen. Sponsoring en giften leverden in 2019 een bedrag op van €102.411.
Na de oprichting van het VUB-UZB Paul De Knop Fonds voor immunotherapie in 2018 werden tal van fondsenwervende activiteiten georganiseerd zoals het evenement Stap voor stap tegen kanker in Sport Vlaanderen Hofstade. Deze wandeling en brunch, georganiseerd door prof. Veerle De Bosschere en doctoraatsstudent Arno De Letter (LKonderzoeksgroep sport & society-SASO) en waar een 800-tal deelnemers aanwezig waren, bracht €9000 op. Daarnaast bundelden de diensten VUB Sport & Beweging, Marketing & Communicatie en Foundation de krachten met het online platform VUB Loopt. In het kader van 50 jaar VUB willen deze de VUB-community (bestaande uit studenten, professoren, onderzoekers, werknemers en alumni) meer aan het lopen krijgen en tegelijkertijd fondsen werven voor het VUB-UZB Paul De Knop Fonds. De giften en sponsoring voor het fonds leverden in 2019 een bedrag op van €163.607.
Binnen het VUB Luc Bucquoye Fonds voor literatuur werd de allereerste prijs uitgereikt aan Pjeroo Robjee, die op 5 juni in de bloemetjes werd gezet in de Passa Porta boekhandel. Door de literatuurprijs te aanvaarden, engageerde Robjee zich om een drietal activiteiten te organiseren met studenten van de VUB. Het kapitaal van het fonds werd in 2019 aangevuld door de heer Bucquoye met €10.000.
Het kapitaal van het VUB AVN Fonds dat in 2018 werd opgericht (€200.000) wordt aangewend voor de vierjarige aanstelling (2018-2022) van doctoraatsstudent Tim Rubben (faculteit IR-onderzoeksgroep SURF). In 2020 zal het fonds aangevuld worden en zal opnieuw een doctoraatsstudent gedurende 4 jaar gekozen worden door de stuurgroep.
Dankzij het VUB Andrée en Franz Bingen Fonds werden in 2019 een thesisprijs van €250 en 2 beurzen van €1000 uitgereikt aan studenten van het Vesalius college. In 2019 ontving het fonds een bijkomende gift van €1500.
VII.2.7 Legaten
Afgelopen jaar waren er 17 geïnteresseerde kandidaat-erflaters die aangaven de VUB in hun testament op te nemen. Voor één persoon was de VUB als enige erflater aangeduid in zijn testament. In het kader van de samenwerking met de wealth managementafdeling van Belfius werd 1 voorontwerp van testament voor een cliënt van de bank gemaakt. Via testament.be vroegen 21 particulieren naar meer informatie. Drie van deze vroegen enkel aan de VUB meer informatie (de andere geïnteresseerden vroegen informatie aan meerdere goede doelen).
In 2019 werd het laatste deel van het legaat Gerard Willems voor wetenschappelijk onderzoek in de faculteit GF verrekend (€500.000). Dit wordt aangewend voor de hernieuwing van het animalarium.
In 2019 kwam het legaat Marc Van Maastricht open te vallen en werd in april onder voorrecht van boedelbeschrijving aanvaard door de Innovatie- en Valorisatieraad. De VUB erfde de naakte eigendom van een onroerend goed (geschat op €315.000), dat verkregen zal worden na het overlijden van de algemeen legataris.
Eind 2019 bedroeg de legatenportefeuille €10.140.996 (beurswaarde: €12.511.853). Vanuit deze portefeuille werd in 2019 €109.686 opgenomen en toegekend voor prijzen, beurzen en toelagen.
In 2019 werden 2 bestedingsplannen opgesteld en goedgekeurd vanuit de onbestemde legaten voor de VUB :
• €40.000 voor de ondersteuning van een Europees centrum voor Artificiële Intelligentie ten bate van het algemeen belang (European Artifical Intelligence Center for the Common Good)
• €5000 voor het Actieplan voor de oprichting van het “Brussels Institute for Advanced Studies” (BRIAS).
Na zeer veel voorbereidend werk en analyses van de opengevallen testamenten aan de VUB werd op 17 juni 2019 het legatenbeleid van de VUB goedgekeurd door de Academische Raad. De richtlijnen voor de aanvaarding en de aanwending van legaten aan de VUB zijn gebaseerd op statutaire en reglementaire bepalingen en omvatten bepalingen met betrekking tot het legatenbeleid en de aanvaarding en de besteding van legaten. Naast de algemene richtlijnen inzake ethische en adequate besteding en good governance van legaten toegekend aan de VUB, wordt nadien een onderscheid gemaakt tussen de legaten toegekend aan de Universiteit en aan het UZ Brussel.
Voor de legaten toegekend aan de Universiteit zijn er:
• Specifieke richtlijnen betreffende de good governance inzake de besteding ervan
• Specifieke procedures voor legaten andere dan bestemd voor faculteiten, vak-of onderzoeksgroepen of specifieke diensten in functie van of de bestemming kankeronderzoek is, een geneeskundig domein ander dan kanker of een ander domein.
Voor de legaten toegekend aan het UZ Brussel zijn er:
• Specifieke richtlijnen betreffende de good governance inzake de besteding ervan
• Specifieke procedures in functie van de bestemming van de legaten.
De aanwending gebeurt op basis van een bestedingsplan, dat wordt opgesteld door de bestemmeling van het legaat in samenwerking met de VUB Foundation/ UZ Foundation en goedgekeurd door de Innovatie- en Valorisatieraad.
De richtlijnen worden integraal opgenomen in het nieuw reglement voor externe filantropische fondsenwerving (2020).
fondsenwerving (2020).
fondsenwerving (2020).
De richtlijnen worden integraal opgenomen in het nieuw reglement voor externe filantropische fondsenwerving (2020).
Via verschillende kanalen, o.a. via de Foundation website en de nieuwe Foundation brochure wordt het potentieel van de universiteit als op te nemen ‘goed doel’ in testamenten gepromoot.
Via verschillende kanalen, o.a. via de Foundation website en de nieuwe Foundation brochure wordt het potentieel van de universiteit als op te nemen ‘goed doel’ in testamenten gepromoot.
Via verschillende kanalen, o.a. via de Foundation website en de nieuwe Foundation brochure wordt het potentieel van de universiteit als op te nemen ‘goed doel’ in testamenten gepromoot.
De VUB is ook prominent aanwezig in de Gids voor Giften en Legaten 2019 en in ‘Goed geregeld Goed gegeven’ 2019/2020.
De VUB is ook prominent aanwezig in de Gids voor Giften en Legaten 2019 en in ‘Goed geregeld Goed gegeven’ 2019/2020.
Via verschillende kanalen, o.a. via de Foundation website en de nieuwe Foundation brochure wordt het potentieel van de universiteit als op te nemen ‘goed doel’ in testamenten gepromoot.
De VUB is ook prominent aanwezig in de Gids voor Giften en Legaten 2019 en in ‘Goed geregeld Goed gegeven’ 2019/2020.
VII.2.8 Resultaten fondsenwerving laatste 5 jaar (2015-2019)
VII.2.8 Resultaten fondsenwerving laatste 5 jaar (2015-2019)
De VUB is ook prominent aanwezig in de Gids voor Giften en Legaten 2019 en in ‘Goed geregeld Goed gegeven’ 2019/2020.
VII.2.8 Resultaten fondsenwerving laatste 5 jaar (2015-2019)
VII.2.8 Resultaten fondsenwerving laatste 5 jaar (2015-2019)
(*) in kind sponsoring niet meegerekend
(*) in kind sponsoring niet meegerekend
(*) in kind sponsoring niet meegerekend
Jaarlijkse reële inkomsten leerstoelen (niet boekhoudkundig)
Jaarlijkse reële inkomsten leerstoelen (niet boekhoudkundig)
Jaarlijkse reële inkomsten leerstoelen (niet boekhoudkundig)
Jaarlijkse reële inkomsten leerstoelen (niet boekhoudkundig)
Inkomsten en kosten laatste 5 jaar (2015-2019)
Inkomsten en kosten laatste 5 jaar (2015-2019)
Inkomsten en kosten laatste 5 jaar (2015-2019)
Inkomsten en kosten laatste 5 jaar (2015-2019)
VII.2.9 Resultaten 2018 en vooruitzichten
VII.2.9 Resultaten 2018 en vooruitzichten
VII.2.9 Resultaten 2018 en vooruitzichten
VII.2.9 Resultaten 2018 en vooruitzichten
Afgelopen jaar was een uitdaging op het vlak van HR door het vertrek van Liesbeth Plovie eind februari 2018. Zij begon in 2016 als communication en fundraising officer en was verantwoordelijk voor de communicatie, de direct mailing campagnes en de leerstoelen. Zij werd vervangen door de pas afgestudeerde Erkut Gultekin die opnieuw moest opgeleid worden. Met zijn komst werden de verantwoordelijkheden herzien. Zo nam legal officer Elisabeth Rabaey, naast de legaten en de fondsen, ook de leerstoelen over.
Erkut Gultekin heeft werk gemaakt van de herziening van de website van de Foundation en is een verrijking van de ploeg op vlak van digitale communicatie. Hij is ook verantwoordelijk voor de donor care (opvolging donateurs, specifieke vragen, dankbrieven, fiscaal attesten) en werkt nauw samen met Mats Walschaers, die in 2017 werd aangenomen als fundraising officer en verantwoordelijk is voor de fondsenwerving voor de projecten, data management en de donor journey (weg afgelegd door de donateur, gedrag). Mats verlaat de Foundation in augustus 2020 en dit vertrek brengt een aantal consequenties met zich mee door zijn specifieke taken. Zijn vervanging is een prioriteit, evenals de opleiding van de nieuwe collega door Mats. Tot slot is Hanan Belaraj, behalve coördinator van het Fellowship, ook assistente van Isabelle Marneffe.
Afgelopen jaar was een uitdaging op het vlak van HR door het vertrek van Liesbeth Plovie eind februari 2018. Zij begon in 2016 als communication en fundraising officer en was verantwoordelijk voor de communicatie, de direct mailing campagnes en de leerstoelen. Zij werd vervangen door de pas afgestudeerde Erkut Gultekin die opnieuw moest opgeleid worden. Met zijn komst werden de verantwoordelijkheden herzien. Zo nam legal officer Elisabeth Rabaey, naast de legaten en de fondsen, ook de leerstoelen over. Erkut Gultekin heeft werk gemaakt van de herziening van de website van de Foundation en is een verrijking van de ploeg op vlak van digitale communicatie. Hij is ook verantwoordelijk voor de donor care (opvolging donateurs, specifieke vragen, dankbrieven, fiscaal attesten) en werkt nauw samen met Mats Walschaers, die in 2017 werd aangenomen als fundraising officer en verantwoordelijk is voor de fondsenwerving voor de projecten, data management en de donor
Als we de legaten die onvoorzienbaar zijn buiten beschouwing laten, zijn de jaarlijkse inkomsten veel hoger dan in 2018, met name €3.418.359 in vergelijking met €2.331.084. Deze stijging is te wijten aan een stijging van de giften voor de projecten voor dewelke de Foundation fondsen werft, maar ook voor nieuwe projecten die het gevolg zijn van opportuniteiten om fondsen te verkrijgen. Dit was het geval voor de Arabische taallessen (€196.000 via de liquidatie van de vzw Centre Islamique Européen pour la Culture et le Dialogue), voor het diabetesonderzoek van prof. Harry Heimberg (€100.000 via de Stichting DON) en voor onderzoek naar de beleving van gerepatrieerde kinderen uit Syrië door prof. Gerrit Loots (€120.000 via de liquidatie van de vzw Centre Islamique Européen pour la Culture et le Dialogue). Ook de eindejaarscampagne voor de renovatie van het Braemgebouw deed het een stuk beter dan de campagnes van vorige jaren.
Afgelopen jaar was een uitdaging op het vlak van HR door het vertrek van Liesbeth Plovie eind februari 2018. Zij begon in 2016 als communication en fundraising officer en was verantwoordelijk voor de communicatie, de direct mailing campagnes en de leerstoelen. Zij werd vervangen door de pas afgestudeerde Erkut Gultekin die opnieuw moest opgeleid worden. Met zijn komst werden de verantwoordelijkheden herzien. Zo nam legal officer Elisabeth Rabaey, naast de legaten en de fondsen, ook de leerstoelen over. Erkut Gultekin heeft werk gemaakt van de herziening van de website van de Foundation en is een verrijking van de ploeg op vlak van digitale communicatie. Hij is ook verantwoordelijk voor de donor care (opvolging donateurs, specifieke vragen, dankbrieven, fiscaal attesten) en werkt nauw samen met Mats Walschaers, die in 2017 werd aangenomen als fundraising officer en verantwoordelijk is voor de fondsenwerving voor de projecten, data management en de donor
Afgelopen jaar was een uitdaging op het vlak van HR door het vertrek van Liesbeth Plovie eind februari 2018. Zij begon in 2016 als communication en fundraising officer en was verantwoordelijk voor de communicatie, de direct mailing campagnes en de leerstoelen. Zij werd vervangen door de pas afgestudeerde Erkut Gultekin die opnieuw moest opgeleid worden. Met zijn komst werden de verantwoordelijkheden herzien. Zo nam legal officer Elisabeth Rabaey, naast de legaten en de fondsen, ook de leerstoelen over.
Erkut Gultekin heeft werk gemaakt van de herziening van de website van de Foundation en is een verrijking van de ploeg op vlak van digitale communicatie. Hij is ook verantwoordelijk voor de donor care (opvolging donateurs, specifieke vragen, dankbrieven, fiscaal attesten) en werkt nauw samen met Mats Walschaers, die in 2017 werd aangenomen als fundraising officer en verantwoordelijk is voor de fondsenwerving voor de projecten, data management en de donor
De stijging van de inkomsten ligt eveneens aan de stijging van de inkomsten via leerstoelen. Dit is het gevolg van de oprichting van nieuwe leerstoelen, maar ook van de toevoeging van €150.000 aan de Fatima Mernissi Leerstoel via de Foundation (gift via de liquidatie van de vzw Centre Islamique Européen pour la Culture et le Dialogue) en van de gift van Mevrouw Aerens voor haar leerstoel voor de volgende vier jaar (€386.300).
Op het vlak van Fondsen werden belangrijke inspanningen gedaan om het Yamina Krossa Fonds en het Paul De Knop Fonds verder te doen groeien. Hiertoe werden twee externe online crowdfundingplatforms opgericht waar donateurs acties kunnen lanceren en fondsen werven in het kader van deze acties. Voor het Yamina Krossa Fonds is dat #Destination400 en voor het Paul De Knop Fonds is dat VUB loopt.
Het Paul De Knop Fonds haalde €163.607 aan giften op (€88.815 in 2018) en voor het Yamina Krossa Fonds was dat €102.411 (€56.518 in 2018).
In 2019 werd tenslotte werk gemaakt worden van een reglement voor de filantropische fondsenwerving dat voor goedkeuring naar de Academische raad gaat in 2020.
De procentuele kost van de fondsenwerving blijft lager dan de 17% (overhead conform het overhead reglement) op de totale inkomsten, met name 12 %.
De procentuele kost ligt nog lager als men de ‘in kind’ sponsoring, waar ook veel tijd aan besteed wordt, in rekening zou nemen.
VIII. Crosstalks
VIII.1 Missie
Sinds 2003 is Crosstalks een transdisciplinair en intersectorieel platform voor een open en constructieve kennisuitwisseling. Door haar originele invalshoeken en thematische projectwerking bouwde Crosstalks zich uit tot een uniek instrument voor VUB-onderzoekers en andere deelnemers. Zowel door VUB als door externe organisaties wordt Crosstalks dan ook steeds meer gevraagd als inhoudelijke meedenker.
In een snel evoluerende samenleving zijn duurzame langetermijnvisies noodzakelijk. De druk op kortetermijnagenda’s in verschillende sectoren verhindert evenwel gemeenschappelijke sociale, ecologische en economische perspectieven. En precies op dat vlak wil Crosstalks een verschil maken.
Crosstalks beoogt nieuwe inzichten en uitvalswegen weg van een samenleving gedreven door winst en verdeeld door macht, inkomen, afkomst, gender, onderwijs en leeftijd.
Projecten en activiteiten gaan van kleinschalige workshops tot grote publieksevenementen. Altijd vertrekkend van open en constructieve dialogen tussen academische en bedrijfsonderzoekers, filosofen, kunstenaars, ontwerpers, beleidsmensen en burgers. Crosstalks bekleedt nog steeds een unieke plaats in de Belgische en zelfs Europese universiteitswereld.
De ontwikkeling van thematische meerjarenprojecten, gefinancierd door externe partners blijft de kernopdracht van Crosstalks. Zowel voor de langetermijnprojecten (Shake the Disease en de Leerstoel Casterman-Hamers History and Philosophy of Sciences) als voor ad-hocinitiatieven is er strategisch overleg met het VUB TechTransfer team en met de vicerector Innovatie en Valorisatie.
VIII.2 Objectieven
Precies door haar open formats en haar communicatie is Crosstalks een grensverleggende motor voor creativiteit en vernieuwing. Tegelijk verbindt Crosstalks uiteenlopende maatschappelijke actoren over verschillende disciplines, sectoren en leeftijden heen. Cruciaal in elk initiatief is een open en disruptieve invalshoek, zowel voor kleinschalige professionele workshops als voor grotere publieksseminaries.
De kerntaken van Crosstalks zijn:
1. VUB-onderzoekers een platform geven waar ze hun onderzoek en resultaten kunnen voorstellen aan een nieuw publiek, vaak in een niet-academische context,
2. Het stimuleren van kruisbestuivingen en nieuwe inzichten door het samenbrengen van onderzoekers, kunstenaars, ontwerpers, architecten, non-profitorganisaties en bedrijfsleiders.
De doelgroep van Crosstalks bestaat uit VUB-onderzoekers, personeelsleden en studenten maar ook sleutelfiguren uit binnenlandse en buitenlandse academische en corporate onderzoekswereld, ondernemers in de non-profit en socioeconomische organisaties, beleidsmensen, kunstenaars, designers en architecten.
Voor de VUB is Crosstalks een strategisch verbindend instrument
• Voor VUB intern, de Campussen Etterbeek en Jette vanuit het Shake the Disease project;
• Voor VUB intern met Erasmus Hogeschool Brussel (Ritcs en Conservatorium)
• Voor VUB met andere onderzoeksinstellingen in België en internationaal;
• Voor VUB met de bedrijfswereld;
• Voor VUB met de cultuurwereld.
Crosstalks werd ook in 2019 betrokken bij centrale VUB-projecten waaronder Mindblowers, de WeKONEKTweek, de genderweek, Difference Day en de transversale lessenreeks Redelijk Eigenzinnig.
De meeste Crosstalks-activiteiten komen tot stand dankzij externe middelen en in samenwerking met VUB-onderzoekers. Enerzijds wordt Crosstalks ingeschakeld op vraag van VUB-vakgroepen, anderzijds worden vakgroepen en onderzoekers op vraag van Crosstalks betrokken bij externe projecten en evenementen.
De interacties van Crosstalks en VUB TechTransfer – waaronder de VUB Foundation – zorgt voor: (1) een versterkende netwerking zowel binnen als buiten de universiteit, (2) een gemeenschappelijk gedragen uitwisselingsplatform voor bedrijven en academici, onderzoekers, kunstenaars, fellows en alumni.
Voor externe organisaties – culturele en socioculturele – is Crosstalks een veelgevraagde partner met het oog op bovenvermelde originele invalshoeken, gekoppeld aan de intergenerationele en sectoroverschrijdende verbindende rol. Gezien haar flexibele inzetmodus en actieradius kan Crosstalks perfect inspelen op het alsmaar belangrijker wordend kruispunt van wetenschappen, kunsten en cultuur en de breed-maatschappelijke uitdagingen op economisch, ecologisch en politiek vlak.
VIII.3 Financiering
Crosstalks wordt voor >50 % extern gefinancierd (industriële samenwerking, overheidssubsidies voor specifieke projecten en activiteiten in opdracht van culturele organisaties).
In de functie van directeur concipieert en ontwikkelt Marleen Wynants de thema’s en projecten, in samenwerking met Goedele Nuyttens als project manager en Ine De Bock die de communicatie in handen neemt. Goedele Nuyttens is aangesteld op VUB middelen.
De inkomsten anno 2019 bedragen 207.200 euro:
• 80.000 Euro van Shake the Disease
• 50.000 Euro van de leerstoel Casterman-Hamers
• de VUB-opdrachten zijn samen goed voor 27.700 Euro (20K van R&D voor de Viering Maatschappelijke Valorisatie Prijs/ Entr’Acte; 7,2K van de Leerstoel Mernissi)
• 22.200 Euro voor de organisatie en opvolging van Cutting Edges, georganiseerd ihkv S+T+ARTS (Science, Technology and the Arts), een Europees project dat onder het Horizon 2020 research and innovation programma valt, ism BOZAR.
• VUB TechTransfer draagt bij voor een budget van 30.000 Euro
VIII.4 Evolutie Crosstalks activiteiten 2003-2019
De activiteiten van Crosstalks ontwikkelden zich geleidelijk aan sinds 2003. In de eerste jaren werd er om de twee jaar of jaarlijks een publicatie geproduceerd en gereleased. Sinds een vijftal jaar ligt de nadruk minder op publicaties, en wordt meer aandacht besteed aan het het uitbouwen van netwerken en activiteiten. Er wordt daarbij sterker ingezet op communicatie en coproducties.
Sinds 2017 is Crosstalks partner van de transversale lessenreeks Redelijk Eigenzinnig van de VUB. Door het aantrekken van andere netwerken zorgt Crosstalks ervoor dat andere doelgroepen worden bereikt voor de publieksactiviteiten, met als resultaat een kennisuitwisseling tussen de verschillende deelnemers. Uit de lezing van 29 oktober met onder andere Natacha Brion en Philippe Claeys volgt bijvoorbeeld een mogelijke samenwerking tussen de Vlaamse Landmaatschappij en de VUB.
In januari 2017 lanceerde Crosstalks ook samen met RHEA – Expertisecentrum gender, diversiteit en intersectionaliteit – de Fatima Mernissi Leerstoel. In samenwerking met de leerstoelhouder Iman Lechkar geeft Crosstalks vorm aan het maatschappelijk verbindend programma van publieke lezingen en doelgroepgerichte workshops over gender, macht en islam.
De piek in activiteiten in 2015 vindt haar oorzaak in de samenwerking met Brussels Academy en BRAL voor een serie van 11 lunchseminaries – ‘Exploring the Commons in Brussels’. In 2018 deed Crosstalks de interviews en eindredactie van het
leerstoelhouder Iman Lechkar geeft Crosstalks vorm aan het maatschappelijk verbindend programma van publieke lezingen en doelgroepgerichte workshops over gender, macht en islam.
De piek in activiteiten in 2015 vindt haar oorzaak in de samenwerking met Brussels Academy en BRAL voor een serie van 11 lunchseminaries – ‘Exploring the Commons in Brussels’. In 2018 deed Crosstalks de interviews en eindredactie van het e-book over kritisch denken in opdracht van VUB Marcom en Foundation. Titel e-book: VUB kraakt kritische noten.
e-book over kritisch denken in opdracht van VUB Marcom en Foundation. Titel e-book: VUB kraakt kritische noten.
In 2019 verkende Crosstalks opnieuw pistes voor nieuwe samenwerkingen tussen VUB-onderzoekers en externen. Zo organiseerde Crosstalks, in samenwerking met BOZAR en in het kader van S+T+ARTS (Science, Technology & The Arts), drie rondetafels rond duurzaamheid in Brussel: Clean Air, Smart Cities & Digital Pollution en Sustainable Water Management. Crosstalks bracht voor elke rondetafel een twaalftal mensen met een verschillende achtergrond bijeen (beleidsmakers, bedrijven, designers, kunstenaars, onderzoekers…) om tot innovatieve oplossingen te komen voor die drie uitdagingen. Hieruit volgde onder andere een nieuwe samenwerking tussen een VUB-onderzoeker en een onderzoeker van de Universiteit van Namen. De resultaten en nieuwe samenwerkingen die hieruit volgen, worden ook in 2020 opgevolgd door Crosstalks.
In 2019 verkende Crosstalks opnieuw pistes voor nieuwe samenwerkingen tussen VUBonderzoekers en externen. Zo organiseerde Crosstalks, in samenwerking met BOZAR en in het kader van S+T+ARTS (Science, Technology & The Arts), drie rondetafels rond duurzaamheid in Brussel: Clean Air, Smart Cities & Digital Pollution en Sustainable Water Management. Crosstalks bracht voor elke rondetafel een twaalftal mensen met een verschillende achtergrond bijeen (beleidsmakers, bedrijven, designers, kunstenaars, onderzoekers…) om tot innovatieve oplossingen te komen voor die drie uitdagingen. Hieruit volgde onder andere een nieuwe samenwerking tussen een VUB-onderzoeker en een onderzoeker van de Universiteit van Namen. De resultaten en nieuwe samenwerkingen die hieruit volgen, worden ook in 2020 opgevolgd door Crosstalks.
Evolutie events Crosstalks
Crosstalks Project en Partner Events 2019
30.01 Shake the Disease : Kick off Farma project met een lezing door techniekfilosoof Peter-Paul Verbeek
07.02 Unica Europese meeting: Research Policies Universities & Urban Challenges
05.03
Fatima Mernissi Leerstoel: workshop met Asma Lamrabet ism Vormingplus Citizenne in het kader van de VUB Genderweek
05.03 Fatima Mernissi Leerstoel: Femme et Pouvoir. La lutte contre la législation défavorable aux femmes. Lezingen en gesprek. Met Asma Lamrabet, Bochra Bel Haj Hmida, Coach Rihab en anderen in het kader van de VUB Genderweek
29.03 Verkennende brainstorm Fonds Els Torreele: Ethiek & Medische Innovatie
03.04 Leerstoel Casterman-Hamers History and Philosophy of Sciences: Hinterland Hub Dialogen over residenties voor wetenschappers, kunstenaars en andere denkers. Met Sophie Nys, John Tresch en anderen i.s.m. RITCS/Kunstenplatform
04.04
Fatima Mernissi Leerstoel: De dekoloniale universiteit.
73
Kritische reflecties over de academische wereld. Met Nadia Fadil, Sarah Bracke, Sophie Withaeckx (VUB) en Bambi Ceuppens in het kader van de we.konekt week
25.04
26.04
28.04
03.05
Shake the Disease: Exploring Digital Health 1 day seminar over verbonden medische data & apparaten en genomics. Met Koen Kas, Stelarc, Marc Noppen (VUB), Guy Nagels (VUB), Johnny Duerinck (VUB) en anderen op Brussels Health Campus
Shake the Disease: Speculative Futures
Salon in Bozar over de grenzen van het menselijke lichaam. Met Stelarc, Kris Verdonck, Mireille Hildebrandt (VUB) en anderen
Bonsai Earth: revisiting Biosphere II with insights for the future now Lessen geleerd van Biosphere II en Living Library. Met Kathelin Gray, Bas Smets, Philippe Claeys (VUB), Tom Lenaerts (Bio-informatics Institute Brussels) in het kader van het I love Science Festival in Bozar
Difference Day
Keynotes en parallelle sessies rond het belang van de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting. Thema: ‘Speaking Truth to Power’.
07.06
Samenwerking tussen VUB, ULB, Bozar en anderen
Leerstoel Casterman-Hamers History and Philosophy of Sciences: Philosophy in Islam?
Met Souleymane Bachir Diagne, Ted Bwatu, Mohamed Barrie, Aminata Ndow en Sukina Douglas
17.09 Human Explorer - Reflectie over de toekomst van mobiliteit. Met Koert Van Mensvoort, Cathy Macharis (VUB Mobi) en anderen
26.09
15.10
in het kader van de Europese Week van de Mobiliteit in Bozar
S+T+ARTS EU project - Cutting Edges
3 rondetafels: clean air, sustainable water management en smart cities & digital pollution
Met Nicola da Schio (VUB), Boud Verbeiren (VUB) en anderen
Redelijk Eigenzinnig 2019-2020 Climate Rage
Filosofische lezing: Joke Hermsen: Het tij keren met Hannah Arendt & Rosa Luxemburg
29.10
Redelijk Eigenzinnig 2019-2020 Climate Rage
Lezing: Natacha Brion (VUB), Philippe Claeys (VUB) & Bas Smets : Before the Flood: een historisch en geografisch perspectief op water in Brussel
29.10
Redelijk Eigenzinnig 2019-2020 Climate Rage
Plusactiviteit: Moeraswandeling naar de Zennetuin
10.11 Ecopolis met onder meer Crosstalks-sessie: Global Warming and the Male Meltdown
19.11
19.11
Debat over het samenspel van misogynie, rechts-populisme en klimaatontkenning. Met Sherilyn MacGregor, Benedikte Zitouni, Leen Schelfhout en anderen
Redelijk Eigenzinnig 2019-2020 Climate Rage
Lezing: Sander Van der Linden: Empathy and Climate Change
Redelijk Eigenzinnig 2019-2020 Climate Rage
Plusactiviteit: Filmvertoning ‘Plannen voor Plaats’ en nagesprek o.l.v. Joren Sansen (VUB)
24.11 Boxing Gala Bozar – Panel Democratic Uppercuts
Politiek-filosofische conversatie over de situatie van de burgerbewegingen en de rol van burgerlijke ongehoorzaamheid. Met Guy Gypens (SignalKanal), Marleen Wynants (VUB Crosstalks), Marc Theeboom (VUB) en anderen
25.11 Fatima Mernissi Leerstoel: Workshop met de Nederlandse schrijver Abdelkader Benali en leerlingen van het Imelda Instituut.
25.11 Fatima Mernissi Leerstoel: Literaire hommage aan Fatima Mernissi. Met Iman Humaydan, Rosa Yassin Hassan en Abdelkader Benali
i.s.m. DWB
27.11 Shake the Disease: Workshop Horizon Scanning in Orsi Academy
03.12
03.12
Redelijk Eigenzinnig 2019-2020 Climate Rage
Lezing: Anneleen Kenis: Climate change in times of the gilets jaunes
Redelijk Eigenzinnig 2019-2020 Climate Rage
Plusactiviteit: Rondleiding Atelier Groot Eiland
09.12 Leerstoel Casterman-Hamers History and Philosophy of Sciences: Verkennende brainstorm over de mogelijke initiatieven die uit het filosofisch erfgoed van Leo Apostel kunnen gedistilleerd worden. Met Jean Paul Van Bendegem (VUB), Rik Pinxten, Patrick Stouthuysen (VUB) en anderen
RUBRIEK 6 MENS & ORGANISATIE PERSONEELSVERSLAG
I. ALGEMEEN
Naar aanleiding van het deelbeleidsplan van de Dienst Personeel werd de dienst in 2015 voorzien van een nieuwe naam, Mens&Organisatie. De missie werd als volgt omschreven:
M&O ondersteunt als strategische partner de kerntaken door de verwachtingen van mens en universiteit op elkaar af te stemmen
Dit personeelsverslag bestaat vooral uit tabellen met gegevens over het personeelsbestand zoals ze werd opgesteld door de Vlaamse Interuniversitaire Raad op datum van 1/2/2019. Deze werkwijze voorziet in een betere vergelijkbaarheid over de jaren heen en tussen de verschillende universiteiten.
Het wordt aangevuld met het verslag over “het personeelsbeleid voor academisch personeel en de effecten ervan”, wat in hoofdzaak een beschrijvend karakter vertoont.
II. Personeelstabellen
VUB personeelstabel uittreksel van de VLIR-personeelstabellen met de gegevens op 1 februari
5. Administratief en technisch
a. ten laste van de werkingsuitkeringen
Een verdere uitsplitsing op basis van categorie, wetenschappelijke discipline, geslacht, leeftijd, nationaliteit en anciënniteit kan teruggevonden worden in de publicatie 'Statistische gegevens betreffende het personeel aan de Vlaamse universiteiten’.1
De bijkomende data (bv nationaliteiten) en alle tabellen zijn in Excel te verkrijgen op het VLIR-secretariaat.
Tevens willen we verwijzen naar de verslagen over de evolutie van de financiële toestand en het personeelsbestand van het hoger onderwijs – sector universiteiten van het College van Regeringscommissarissen.2 Dit referentiewerk bevat de nodige inlichtingen inzake personeel en financiering.
III. PERSONEELSBELEID VOOR ACADEMISCH PERSONEEL EN
I. BELEIDSDOELEN: RETROSPECTIEF EN PROSPECTIEF
De bijeengebrachte cijfergegevens van de VLIR laten toe na te gaan welke impact beleidsmaatregelen hebben op de personeelsbezetting en hoe de genderverhoudingen evolueren binnen de verschillende personeelscategorieën. De evolutietabellen tonen de ontwikkeling van de verschillende data in de periode 1996-2019.3
De beleidsdoelen inzake academisch personeel liggen sinds een tiental jaren vervat in de combinatie van de beheersing van de loonkosten met het oog op het behoud van het begrotingsevenwicht aan de ene kant en de versterking van het aanwezige potentieel aan de andere kant.
a) ZAP-formatie
- De ZAP-formatie kent na een stijging in 2017 met 5% en een stagnatie in 2018 opnieuw een kleine stijging met 1%.
- In het licht van de veralgemening van de aanwezigheid van docenten in het tenure trackstelsel en de daardoor noodzakelijk geworden ‘inhaaloperatie’ ten aanzien van de reeds in dienst zijnde docenten, wordt het bevorderingsbeleid met ingang van 2015 lichtjes bijgestuurd volgens de lijnen uitgezet door de Raad van Bestuur in zijn zitting van 1 april 2014. Deze werd nu nog aangehouden maar zal in de toekomst aangepast worden (zie verder).
- Het genderevenwicht blijft ongeveer hetzelfde als in 2018. Extra maatregelen werden genomen om dit te verbeteren (gelijkheidsplan).
b) AAP-formatie
- Het aantal assistenten daalt met 3% VTE t.a.v. 2018.
- De autonomie van de faculteiten die vastgelegd werd in het Organiek Statuut legt een grotere inhoudelijke en financiële verantwoordelijkheid bij de faculteiten. Het aantal doctor-assistenten in de AAP-formatie is dan wel niet meer gebonden aan vooraf vastgestelde normen of contigenten maar wordt door de faculteiten ingevuld op grond van noden, opportuniteiten en budgettaire mogelijkheden.
Voor de volledigheid dienen we te vermelden dat er zich opnieuw een stijging voltrekt voor het WPP met 5%.
Met de goedkeuring van het Reglement voor het zelfstandig academisch personeel, de gastprofessoren en de vervangers (Raad van Bestuur 29 september 2015) werd een verdere stap gezet in de responsabilisering van de faculteiten, die tegelijkertijd instaan voor het goede beheer van de hen toegewezen financiële middelen alsook de kwaliteitscontrole bij het uitvoeren van het academisch personeelsbeleid (instroom – doorstroom – uitstroom).
In 2019 werden ook heel wat maatregelen genomen in uitvoering van de door de Raad van Bestuur van 12 september 2018 goedgekeurde principes van het zgn. ZAP-Plan. Er waren 42 concrete maatregelen voorzien die te maken hebben met instroom, doorstroom en uitstroom van leden van het ZAP en ook een aantal flankerende maatregelen.Het betreft o.a.
• successie- en waarderingsbeleid voor emeriti;
• personeels- en budgetconsultatie;
• employer branding en versterken van de internationale aanwerving van academici;
• ontwikkeling van MIT-competenties (multi-inter-transdisciplinair);
• formalisering bijkomende beleidsondersteunende opdrachten;
1 https://vlir.be/wp-content/uploads/2019/10/VLIR_statistiekenrapport_2019.pdf De bijkomende data (vb. nationaliteiten) en alle tabellen zijn in Excel te verkrijgen op het VLIR-secretariaat
2 https://onderwijs.vlaanderen.be/nl/rapporten-van-het-college
3 VLIR-statistieken, p. 123 e.v.
• aanstelling academisch directeurs in de faculteiten;
• vervanging ZAP bij langdurige afwezigheid;
• meldpunt ongewenst grensoverschrijdend gedrag op het werk;
• mailbeleid;
• aanstelling van aanspreekpunten voor ZAP:
• binnen OZR en DF: Research Grant Officers die onderzoekers begeleiden bij het verwerven en beheren van onderzoeksfondsen;
• binnen M&O en DF: 4 HRF-businessparners werden aangeworven om ZAP-leden bij te staan bij alle vragen rond personeel en/of geld.
II. BEVORDERINGS- EN SELECTIEBELEID
De grondslagen van dit beleid liggen vast in het reglement inzake het zelfstandig academisch personeel en wel doorheen de procedures inzake aanwervingen, evaluatie en bevorderingen.
Uitgangspunt daarbij is het verschuiven van de initiële verantwoordelijkheid over aanwerving, evaluatie en bevordering van de centrale academische overheid naar de faculteiten. Dit vereist o.a. een verdere professionalisering van de facultaire selectiecommissies en Evaluatie- en Bevorderingscommissies (EBC), met inbegrip van opleiding en begeleiding van de leden van deze commissies inzake HR-beleid.
Ook de totstandkoming van de ZAP-competentietoetsen, en de tools die daarbij worden ontwikkeld dragen bij tot de verdere professionalisering van het personeelsbeleid inzake selectie, evaluatie en bevordering.
Er werd vanuit M&O tevens een HR adviseur equality aangesteld die de werking van de EBC dient te ondersteunen inzake gelijke behandeling. Alhoewel dit in de eerste plaats binnen de academische context op het vlak van gender zal gebeuren, mogen we andere kansengroepen niet uit het oog verliezen. In 2020 zal zij zich verder concentreren wat ZAP betreft op:
• de organisatie van een workshop rond bias in recruitement voor de faculteiten, zodat implicit bias in elk van de faculteiten gekend is, inclusief een leidraad voor het maken van inclusieve vacatureteksten voor academische posities;
• de organisatie van een bystander-training over seksuele intimidatie voor personeel (en studenten);
• herziening info vanuit M&O rond zwangerschap en ouderschap;
• de monitoring van personeel uitbreiden met de groep migratieachtergrond.
Inzake bevorderingen heeft de Raad van Bestuur van 28 januari 2020 beslist aan de rector de opdracht te geven een adviescommissie samen te stellen met als taak een analyse en evaluatie te maken van het bevorderingsbeleid ZAP en voorstellen te formuleren i.f.v. een eventuele hervorming.
In samenspraak met de decanen, de vicerectoren en de ZAP-afvaardiging in de Universiteitsraad, werd de commissie samengesteld o.l.v. voormalig vicerector Prof.em. Yvette Michotte.
III. PRESTATIEBELONING - CORYFEEENTOESLAG
Voor een goed begrip der zaken dient duidelijk gesteld wat onder beide begrippen moet verstaan worden.
De coryfeëentoeslag slaat op de premie die het universiteitsbestuur op grond van artikel V.39 Codex Hoger onderwijs jaarlijks kan toekennen na evaluatie van de geleverde prestaties van de leden van het academisch personeel. Tot op heden werd van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. Als reden daarvoor kan onder meer de beperktheid van de budgettaire marges naar voor gebracht worden. Het verlenen van coryfeëenpremies wordt door het universiteitsbestuur alleszins ondergeschikt geacht aan het voeren van een billijk bevorderingsbeleid waarvoor slechts een krappe enveloppe uitgetrokken wordt. Anderzijds dient het toekennen van dergelijke premies onderworpen te zijn aan een strikt voorwaardenbeleid. De modaliteiten daarvan zijn evenwel nog niet vastgesteld.
Prestatiebeloning: sedert 2012 zijn andere vormen van variabele beloning goedgekeurd:
• Bijkomende vergoedingen voor beleidstaken en administratieve projecten (rector, vicerectoren, opdrachthouders), goedgekeurd door de Raad van Bestuur 3 juli 2012.
• Bijkomende vergoeding voor beleidstaken voor decanen, goedgekeurd door de Raad van Bestuur 9 oktober 2012.
• Persoonlijke vergoedingen in het kader van wetenschappelijke en maatschappelijke dienstverlening en vergoedingen in het kader van postacademische vorming, goedgekeurd door de Raad van Bestuur 3 juli 2012.
• Invoering resp. uitbreidng van de vrijstelling van decanen en vicerectoren naar resp. 50% en 80% door de Raad van Bestuur van 25 juni 2019.
IV. OPVOLGING VAN DE PERSONEELSEVALUATIE - VORMING VAN DE PERSONEELSLEDEN (ONDERWIJSKUNDIGE KWALIFICATIES, DOCENTENTRAINING, OM- EN
BIJSCHOLINGEN)
De informatie over deze activiteiten is terug te vinden in het onderwijsverslag.
V. VERHOUDING ONDERZOEKS-/ONDERWIJSACTIVITEITEN
Actueel bevat noch het personeelssysteem noch het CALI-bestand voldoende informatie om hierop een gedetailleerd antwoord te verstrekken. Elementen van antwoord zijn wel terug te vinden in het onderzoeks- en het onderwijsverslag zelf.
VI.
SAMENWERKING MET ANDERE UNIVERSITEITEN EN HOGESCHOLEN
Zie hiervoor het hoofdstuk “Universitaire Associatie Brussel”. Voor het overige komt dit onderwerp ook uitgebreid aan bod in het onderwijsverslag en het onderzoeksverslag.
VII. PERCENTAGE FACULTAIRE MEDEWERKERS MET EEN BEPAALD AANTAL JAREN BUITEN DE HUIDIGE INSTELLING
Bij de huidige stand van zaken kan deze informatie niet gedistilleerd worden uit het personeelssysteem. Het ligt niet in de lijn der verwachtingen dat dit in de toekomst gemakkelijk zal kunnen aangeleverd worden.
VIII. REGLEMENTERINGEN
Naar aanleiding van de invoering van een nieuw Organiek Statuut met ingang van het academiejaar 2015-16 worden alle bestaande personeelsreglementen aangepast. Tevens maken we van deze gelegenheid gebruik om de kwaliteit van de procedures te verhogen en de planlast te verlagen.
Naast de procedurele aanpassingen (nieuwe universitaire beslissingsorganen) worden een aantal grondige wijzigingen ingevoerd, waaronder de volgende:
• alle ZAP-aanstellingen met een omvang van minder dan 50% worden voortaan door het bestuur (d.w.z. de faculteiten, resp. IDLO, IES en VECO-Board) beslist. Dit kadert in een doorgedreven autonomie aan de faculteiten die een centrale rol zullen spelen in het beleid inzake academisch personeel. Benoeming en bevordering (ongeacht de omvang ervan) en ZAP-aanstellingen met een omvang van 50% VTE en meer worden door de academische raad beslist;
• de beschikbaarheid van academisch personeel tijdens en na de examens wordt geregeld;
• de samenstelling van de EBC en de selectiecommissie wordt herzien;
• naar analogie met het ZAP-reglement, en in het kader van de uitgebreide beslissingsbevoegdheden van de faculteiten, worden alle beslissingen inzake AAP-dossiers (aanstelling, hernieuwing, uitbreiding, herleiding enz.) voortaan door de faculteit genomen, met uitzondering van de aanstelling van doctor-assistenten met een opdracht van 50% VTE en meer. Deze laatste worden door de academische raad beslist;
• de invoering van een reglement voor het wetenschappelijk en pedagogisch personeel, dat van toepassing zal zijn op wetenschappelijke medewerkers, pedagogische medewerkers, postdoctorale wetenschappelijke medewerkers en onderzoeksleiders.
• de aanpassing van het reglement voor de rangschikking van leden van het onderwijzend personeel van groep 3 van de academische hogeschoolopleidingen in het universitaire ZAP-kader
• de invoering van een richtlijn voor onbezoldigde medewerkers.
IX. EVALUATIE ZAP
De procedure met betrekking tot de evaluatie van ZAP-leden onderging een grondige wijziging door de inwerkingtreding van het reglement voor het zelfstandig academisch personeel, de gastprofessoren en de vervangers op 1 oktober 2015.
Deze werd niet aangepast in 2019.
RUBRIEK 7 STUDENTENVOORZIENINGEN
1. INLEIDING
We enten dit jaarverslag, dat vooral het academiejaar 2018-2019 bespreekt, op het beleidsplan studentenvoorzieningen 2019-2013. De Stuvoraad en het directiecomité gaven dat beleidsplan een positief advies op respectievelijk 5 en 8 oktober 2018. Op 8 november 2018 kreeg het beleidsplan de goedkeuring van de Studentenraad. Het jaarverslag is gestructureerd volgens de werkvelden beschreven in de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013. Het besluit van de Vlaamse regering houdende vastlegging van de voorschriften voor het opstellen van het jaarverslag van de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap van 4 februari 1997 is verouderd. De volgens het uitvoeringsbesluit voorgestelde structuur is niet meer aangepast aan de recente decreetgeving. Dat impliceert dat we in dit jaarverslag, binnen de structuur opgelegd door de Codex Hoger Onderwijs, de gegevens rapporteren waarover de universiteit moet rapporteren volgens het uitvoeringsbesluit. Voor de rapportage over de ombudspersoon, studieadvies en studentenbegeleiding (in de context van studiebegeleiding) verwijzen we naar het onderwijsverslag van de VUB. Studentenzaken neemt de beleidsvoorbereiding Studentenvoorzieningen op. Dit departement behoort tot het rectoraat en bevindt zich onder de academische verantwoordelijkheid van de vicerector Onderwijs en Studentenzaken. De Studentenraad heeft door het bestuur gedelegeerde beslissingsbevoegdheden met betrekking tot de studentenvoorzieningen. De Stuvoraadwerking aan de VUB beperkt zich dan ook tot de adviesbevoegdheden die het decreet strikt oplegt. De Studentenraad en de Raad van Bestuur kiezen ervoor om de samenstelling van de Studentenraad en de Stuvoraad zoveel mogelijk gelijk te houden. Om te voldoen aan de decretaal opgelegde samenstellingsvoorwaarden voor de Stuvoraad, zijn we soms genoodzaakt een extra lid met het te weinig vertegenwoordigde geslacht toe te voegen aan de Stuvoraad
De VUB ontvangt van de Vlaamse Overheid jaarlijks meer dan 2 miljoen euro middelen voor studentenvoorzieningen (€2.147.132 in 2019).
De Vlaamse Overheid subsidieert in principe niet voor studenten die geen onderdaan zijn van de Europese Economische Ruimte (EER). Behalve wanneer die studenten voldoen aan bepaalde voorwaarden of voor zover hun aandeel niet meer dan twee procent van het totale aantal studiepunten bedraagt die voor de subsidieberekening in aanmerking worden genomen. Dat betekent dat initiatieven specifiek voor niet-EER-studenten of studenten die geen initiële opleiding volgen enkel gerealiseerd kunnen worden voor zover de beschikbare budgetten het toelaten.
De Vrije Universiteit Brussel investeert jaarlijks via eigen middelen – bijvoorbeeld circa €332.000 via inkomsten van de studiegelden – in (studenten)voorzieningen. De inkomsten van uitbating van het studentenrestaurant en de studentenhuisvesting – respectievelijk meer dan twee miljoen euro en meer dan vier miljoen euro - zetten we systematisch in voor studentenvoorzieningen.
De werking van verschillende studentgerichte diensten bekostigen we verder via andere overheidssubsidies of via publiek-private samenwerkingen.
Naar aanleiding van de integratie van de academiserende hogeschoolopleidingen in de universiteit hadden we, conform de decretale bepaling, een protocol studentenvoorzieningen met de Erasmushogeschool Brussel (EhB).
Tijdens de looptijd van deze overeenkomst organiseerde de EhB de studentenvoorzieningen voor de groep studenten Industriële Wetenschappen. Voor deze dienstverlening betaalde de VUB €95 per student. Ondertussen is het Fablab verhuisd van de Brussels Technology Campus naar de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus (USquare-site). Er zijn geen studenten Industriële Wetenschappen meer die nog voor minstens de helft van hun opleidingsonderdelen op de Brussels Technology Campus les volgen. Daardoor konden we de samenwerkingsovereenkomst met de EhB beëindigen.
Aan de start van het academiejaar 2019-2020 werd de specifieke lerarenopleiding omgevormd tot de educatieve bachelor- en masteropleidingen. De Centra voor Volwassenenonderwijs (CVO) die deze specifieke lerarenopleidingen aanboden, hebben zich aangesloten bij een hogeschool of universiteit. De VUB heeft voor deze educatieve bachelor- en masteropleidingen een overeenkomst afgesloten met drie CVO’s. Dat impliceert dat er drie campussen voor de VUB bijkomen: Campus COOVI Anderlecht, Campus Oranjerie Diest en Campus Oranjerie Leuven. Op deze gedecentraliseerde locaties bieden we voorlopig enkel via de studentenwebsite en via een aantal digitale loketten een minimale, kwaliteitsvolle dienstverlening aan de studenten.
De Vrije Universiteit Brussel ontwikkelt activiteiten op elk decretaal bepaald werkveld studentenvoorzieningen. Principieel is de toegang tot de studentenvoorzieningen voor alle VUB-studenten open, onafhankelijk van het type van inschrijvingscontract, het verblijfsstatuut of het aantal studiepunten dat studenten volgen. Hiermee hanteren we een bredere toegang dan wat artikels II.338 en II.340 van de Codex Hoger Onderwijs opleggen.
De toekenning van concrete studentenvoorzieningen (zie artikel II.339 van de Codex Hoger Onderwijs) kan aan specifieke voorwaarden verbonden zijn. Concreet gaat het over het kunnen huren van een VUB-studentenkamer en over de toekenning van financiële ondersteuning aan studenten. Gezien de schaarste en/of de kostprijs werkt de Vrije Universiteit Brussel respectievelijk met een prioriteitenbeleid en/of selectieve toekenningscriteria.
2. ALGEMENE (WERKVELDOVERSCHRIJDENDE) STRATEGISCHE EN OPERATIONELE DOELSTELLINGEN
Algemene doelstellingen situeren zich in de eerste plaats op:
- De uitvoering van werkveldoverschrijdende decretale verplichtingen
- Gezond management
- Veiligheid en gezondheid
Daarnaast spitsen onze algemene doelstellingen zich toe op de uitvoering van flankerend beleid, zoals:
- Diversiteit
- Internationalisering
- Gelijke kansen
- Duurzaamheid
- Onderwijsbeleid
Als laatste zijn er algemene doelstellingen die streven naar een implementatie van maatschappelijke waarden. Verschillende van de vermelde algemene werkveldoverschrijdende doelstellingen concretiseren we verder in dit verslag per werkveld.
We enten ons met studentenvoorzieningen op het inclusief diversiteitsbeleid van de Vrije Universiteit Brussel. Daarbij passen we het “design for all”-principe toe. Dat betekent dat we voor onze dienstverlening liever vertrekken vanuit de noden van elk individu, dan vanuit een – soms stigmatiserend – doelgroepenbeleid.
Dat neemt niet weg dat focus op de specifieke noden van doelgroepen nodig kan zijn. Voor twee doelgroepen nemen we vanuit studentenvoorzieningen expliciet de leiding in de beleidsondersteuning: studenten met een financiële nood en kotstudenten. Niet toevallig doelgroepen waarvan de kenmerken nauwelijks onderwijsbeleidsimpact hebben, maar waarvan de noden raken aan de randvoorwaarden om te kunnen studeren. De dienstverlening aan deze beide doelgroepen beschrijven we later in dit jaarverslag in detail.
Ook de noden van sommige groepen internationale studenten kunnen hoog zijn. De Vlaamse Overheid geeft geen expliciete subsidiëring voor studentenvoorzieningen voor niet-Europese studenten. Daarom kunnen we slechts zeer beperkt budgetten studentenvoorzieningen uittrekken voor specifieke begeleiding van deze studentengroep. We garanderen wel dat deze groep studenten toegang heeft tot alle universele studentenvoorzieningen. Verder stemmen we voor deze internationale doelgroepen af op het internationaliseringsbeleid.
Nieuw in 2019
Het vicerectoraat Onderwijs en Studentenzaken schreef een nieuw beleidsplan studentenvoorzieningen voor de looptijd 2019-2023. De Studentenraad keurde het nieuwe beleidsplan op 8 november 2018 goed, na positief advies door de Stuvoraad en het Directiecomité. In al onze studentgerichte activiteiten streven we ernaar om expliciet rekening te houden met het welzijn en de gezondheid van onze studenten. Deze ambitie kreeg een plek in het algemeen strategisch plan van de VUB. We gaven het op zijn beurt een uitdrukkelijke plaats in het nieuwe beleidsplan studentenvoorzieningen.
Het International Student Platform organiseerde in februari 2019 een tweede editie van de VUB-studentenconferentie. De deelnemers, zowel Belgische als internationale studenten, professoren, VUB-medewerkers en een aantal vicerectoren, wisselden er tijdens focusgroepen en een plenaire sessie met het bestuur van de universiteit van gedachten over onder andere volgende thema’s:
- Studentenleven: moeten traditionele waarden op de voorgrond blijven?
- Interactie tussen Belgische en internationale studenten aan de VUB
- Communicatie: hoe kun je zichtbaar worden en blijven in de VUB informatievloed?
- Belgische studenten en Erasmus
Midden 2019 rondden we het beleidsvoorbereidend onderzoek “klankbordgroepen” af. Dankzij het onderzoek konden we in kaart brengen welke ondersteuningsbehoeften kwetsbare studentengroepen (studenten met een migratie achtergrond en/ of met financiële noden, studenten die zij-instromers zijn, studenten met een functiebekering, of LGBTQ+ studenten) in het algemeen ervaren op de VUB. Maar ook op specifieke domeinen brachten we hun noden in kaart: studieloopbaan, mobiliteit en infrastructuur, studentenleven/welzijn en studentenparticipatie. Het onderzoek leverde aanbevelingen op voor het realiseren van een inclusiever diversiteitsbeleid aan de VUB, het vereenvoudigen van de administratie en het verbeteren van de communicatie naar studenten.
een functiebekering, of LGBTQ+ studenten) in het algemeen ervaren op de VUB. Maar ook op specifieke domeinen brachten we hun noden in kaart: studieloopbaan, mobiliteit en infrastructuur, studentenleven/welzijn en studentenparticipatie. Het onderzoek leverde aanbevelingen op voor het realiseren van een inclusiever diversiteitsbeleid aan de VUB, het vereenvoudigen van de administratie en het verbeteren van de communicatie naar studenten.
Kengetallen en trends
Kengetallen en trends
Evolutie studentenaantallen
Totaal aantal studenten
aantal studenten in DHO
aantal studenten in basisopleiding
aantal doctoraatstudenten
aantal niet-EU-studenten (in DHO)
aantal gaststudenten
Figuur 1: Aantal studenten aan de VUB sinds academiejaar 2013-2014. We ontvangen enkel subsidies voor studenten, geregistreerd in de databank Hoger Onderwijs (DHO) met een inschrijving in een basisopleiding.1
Figuur 1: Aantal studenten aan de VUB sinds academiejaar 2013-2014. We ontvangen enkel subsidies voor studenten, geregistreerd in de databank Hoger Onderwijs (DHO) met een inschrijving in een basisopleiding.1
Nooit waren er in het hoger onderwijs in Vlaanderen meer studenten ingeschreven als in het academiejaar 2018-2019. De VUB kende in het academiejaar 2018-2019 van alle Vlaamse universiteiten de sterkste groei, met maar liefst 7 procent. De stijging zet de capaciteit van onze studentenvoorzieningen onder druk. Toch blijft de subsidiëring, ondanks het sterk toenemend aantal studenten en de sterk toenemende diversiteit binnen de studentenpopulatie, min of meer stabiel.
Nooit waren er in het hoger onderwijs in Vlaanderen meer studenten ingeschreven als in het academiejaar 2018-2019. De VUB kende in het academiejaar 2018-2019 van alle Vlaamse universiteiten de sterkste groei, met maar liefst 7 procent. De stijging zet de capaciteit van onze studentenvoorzieningen onder druk. Toch blijft de subsidiëring, ondanks het sterk toenemend aantal studenten en de sterk toenemende diversiteit binnen de studentenpopulatie, min of meer stabiel.
Personeel
1 Niet-EER-studenten zijn afkomstig uit een land dat geen lid is van de Europese Unie, noch IJsland of Noorwegen.
We stelden geen centrale personeelsleden voor werkveldoverschrijdende taken aan op afdeling III. Alle werkzaamheden worden verricht door personeel aangesteld via werkings- of patrimoniumgelden. In september 2019 verliet Els Robbrecht haar functie als hoofd van de afdeling studentenzaken. De procedure voor werving en selectie van een nieuw afdelingshoofd werd tegen het jaareinde afgerond.
Resultaten en betoelaging
Zie resultaten 2019.
1 Niet-EER-studenten zijn afkomstig uit een land dat geen lid is van de Europese Unie, noch IJsland of Noorwegen.
Evaluatie doelstellingen uit het beleidsplan
Strategische werkveldoverschrijdende doelstellingen VUB
We bouwen de dienstverlening studentenvoorzieningen maximaal universeel uit.
Operationele doelstellingen
We formuleren per werkveld een VUBbreed gecoördineerd beleid.
Indicatoren
Per werkveld studentenvoorzieningen is een omvattend, gecoördineerd en VUB-breed beleidsdocument inclusief missie, -visie, beleidskader, prioriteitencriteria en selectiecriteria goedgekeurd door de studentenraad (ten laatste in 2023).
Projectleider
Evaluatie 2019
Hoofd Studentenzaken
Nog niet gestart
We integreren de loketfunctie per dienstverlening studentenvoorzieningen.
We zorgen ervoor dat studenten van alle culturen en subgroepen zich welkom voelen op de universiteit.
Efficiëntieoefening over de takenpakketten en loketfuncties van de verschillende diensten die actief zijn op vlak van studentenvoorzieningen (ten laatste in 2020).
Duidelijke operationele afspraken over de takenpakketten en de loketfunctie van de verschillende diensten die actief zijn op vlak van studentenvoorzieningen (ten laatste in 2020).
De loketsegregatie binnen de VUB (in het bijzonder sociale dienstverlening, huisvesting en studentenwerking) op basis van (nationaliteits) doelgroep is opgeheven. (ten laatste in 2023).
Geen louter levensbeschouwelijk geïnspireerde beperkingen of voordelen2. Voorzieningen worden principieel opgezet voor alle studenten los van hun levensbeschouwing(2019-2023).
Hoofd Studentenzaken - Nog niet gestart
Hoofd Studentenzaken Nog niet gestart
Hoofd Studentenzaken Gestart
Er is binnen afdeling III budget vrijgemaakt voor de aanwerving van een extra FTE voor de dienst “studentenstatuut en studiefinanciering”, die zich zal specialiseren in het sociaal statuut van de internationale student.
Vicerector Onderwijs- en Studentenbeleid
Uitgevoerd
Op 29 oktober 2019 organiseerde Pilar samen met deBuren het debat “bidden op school”. Er werd onder andere gedebatteerd over de vraag of het voorzien van een gebeds- of bezinningsruimte tot een taak van het onderwijs behoort.
Binnen de context van het project “klankbordgroepen” kwam meermaals de vraag naar een stille ruimte die ook kan dienen als gebedsfaciliteit naar boven. De VUB beschouwt het faciliteren van het actief belijden van religie of levensbeschouwing, bijvoorbeeld onder de vorm van het ter beschikking stellen van een gebedsruimte, niet als behorend tot de opdracht van de universiteit.
2 Bijvoorbeeld geen investering in gebedsruimtes of door geloofsovertuiging voorgeschreven voedingsaanbod, …
We volgen (de wijzigingen aan) de codex hoger onderwijs op voor zover gerelateerd aan studentenvoorzieningen. We volgen de uitvoering van het beleidsplan studentenvoorzieningen op.
We volgen de uitvoering van de inkanteling van de educatieve masters op het vlak van studentenvoorzieningen.
Er zijn beleidsaanbevelingen om de dienstverlening nog beter aan te passen aan de behoeften van subgroepen van (kwetsbare) studenten (ten laatste
Alle loketten met betalende dienstverlening zijn aangepast voor cashless betalingen, met aandacht voor de mogelijkheid tot elektronisch betalen door buitenlandse studenten.
Jaarlijkse opvolging aan de hand van het decretaal verplicht jaarverslag met formulering van aandachtspunten voor de toekomstige werking en beleidsoptimalisering (2019-2023).
Behoefteanalyse over studentenvoorzieningen op de nieuwe campussen(ten laatste in 2022).
Afspraken over studentenvoorzieningen op de campussen waar de studenten educatieve masters les volgen zijn beschikbaar (ten laatste in 2023).
Uitbouwen van onze loketfuncties in functie van contacten op afstand (videotelefonie, chat,…) (ten laatste in 2023).
Beleidsmedewerker Studentenzaken
Uitgevoerd
Het rapport en de beleidsaanbevelingen van het project klankbordgroep zijn afgewerkt. De resultaten zijn besproken met het directiecomité en bilateraal met de relevante betrokkenen.
Algemeen Beheerder
Uitgevoerd
Er kan overal elektronisch betaald worden: via Bancontact, Maestro en in het studentenrestaurant ook met elektronische maaltijdcheques en Payconic.
Hoofd Studentenzaken
Uitgevoerd
Jaarverslag studentenvoorzieningen 2019 is beschikbaar.
Hoofd Studentenzaken
- Nog niet gestart
Algemeen Beheerder & Hoofd Studentenzaken
- Nog niet gestart
Hoofd Studentenzaken
- Nog niet gestart
We optimaliseren ons financieel beleid.
We volgen het VUB-beleid (onderwijs, internationalisering, diversiteit duurzaamheid, mobiliteit, Brussel,…) op en sluiten erbij aan m.b.t. het domein studentenvoorzieningen.
We herwerken de begroting afdeling III om transparant te kunnen rapporteren m.b.t. verschillende decretale werkvelden studentenvoorzieningen.
We volgen de werkzaamheden van de relevante raden en fora op en geven adviezen waar relevant.
De leden van de studentenraad zijn goed geïnformeerd over de mogelijkheden binnen de begroting en hun relevantie voor beleidssturing.
Algemeen Beheerder
Uitgevoerd
In maart 2019 organiseerde de Algemeen Beheerder voor de studentenraadsleden een informatiesessie over de VUB-begroting en de manier waarop die is opgebouwd. Specifieke aandacht ging daarbij naar afdeling III en de mogelijkheden die deze afdeling biedt voor beleidsinitiatieven door studenten.
De studentenraad kreeg inzicht in de vrij besteedbare reserves binnen afdeling III. Op basis van die informatie diende de studentenraad een aantal adviezen in voor aanwending van deze reserves voor het invullen van een aantal studentennoden.
We presenteren de begroting op de studentenraad inclusief de resultaten per werkveld en per PKC van begrotingsjaar – 2 (ten laatste in 2023).
Algemeen Beheerder
Eénduidige rapportering van personeelskader per decretaal werkveld studentenvoorzieningen op afdeling III en getransfereerde personeelskost via afdeling III (20192023).
Duidelijk gemotiveerde financiële transfers vanuit afdeling III naar andere begrotingsafdelingen (2019-2023).
Jaarlijkse opvolging aan de hand van het decretaal verplicht jaarverslag (2019-2023).
Deels uitgevoerd
De begroting 20202 – afdeling III werd, na presentatie en toelichting, goedgekeurd door de studentenraad van 25/9/2019. De presentatie per werkveld en PKC van begrotingsjaar -2 kan gebeuren na goedkeuring van de jaarrekening t-2.
Directeur Mens & Organisatie - Nog niet gestart
Algemeen Beheerder
In uitvoering
Deze worden jaarlijks uitgevoerd zoals voorzien in de begroting. Dit behoort tot de eindejaarswerkzaamheden van de jaarrekening.
Hoofd Studentenzaken
Uitgevoerd
We monitoren de agenda’s van de relevante raden en fora: Onderwijsraad, Raad Internationaal Beleid, Academische Raad, … .
We ondersteunen studenten om zich te ontwikkelen tot kritische wereldburgers, die bereid en bekwaam zijn tot constructief denken & handelen in onze samenleving.
Jaarlijkse opvolging aan de hand van het decretaal verplicht jaarverslag (2019-2023).
Hoofd Studentenzaken
Uitgevoerd
We ondersteunden het International Student Platform financieel in de organisatie van hun 2de editie van de VUB International Student Conference. Ze debatteerden er over volgende thema’s:
• studentenleven: moeten traditionele waarden op de voorgrond blijven?
• interactie tussen Belgische en internationale studenten aan de VUB
• communicatie: hoe kun je zichtbaar worden en blijven in de VUB informatievloed?
• Belgische studenten en Erasmus
De studentenraad organiseerde op 21 februari 2019 het studentenevent “VUBrusselt”. De avond startte met een paneldebat met als thema “het onderwijs van de toekomst”.
De studentenraad organiseerde op 4 december 2019 een debat over het Vlaamse regeerakkoord en de implicaties daarvan voor studenten.
We stimuleren dat studenten de stedelijke omgeving van Brussel ontdekken.
Jaarlijkse opvolging aan de hand van het decretaal verplicht jaarverslag (2019-2023).
Hoofd Studentenzaken
Uitgevoerd
De Studentenraad organiseerde op 21 februari 2019 in de Beursschouwburg het studentenevent “VUBrusselt”. Om de Jetse studenten de kans te geven om het event bij te wonen, legden we een Flix-bus in die de Jetse studenten ’s nachts terugbracht naar de Brussels Health campus.
Aandachtspunten voor toekomstig beleid
We moeten bewaken dat de vicerector Onderwijs- en Studentenzaken voldoende inzetbaar is voor het beleid studentenzaken.
De inkanteling van de educatieve masters heeft geleid tot drie nieuwe, gedecentraliseerde campussen: CVO De Oranjerie (Leuven en Diest) en CVO Coovi (Anderlecht). De decentrale inbedding heeft als nadeel dat we weinig fysiek contact hebben met deze groep VUB-studenten. Waardoor we minder nauwgezet de vinger aan de pols kunnen houden bij de noden en wensen die bij hen leven, ook op vlak van studentenvoorzieningen. We zoeken naar manieren om systematisch aandacht te behouden voor hun perspectief en behoeften. Er bestaat een spanningsveld tussen de rol van de staf Studentenzaken als inhoudelijke ondersteuner en beleidsvoorbereider enerzijds, en als secretaris van de Studentenraad en de Stuvoraad anderzijds, wat eerder een bewakende rol met zich meebrengt.
Binnen het domein van de studentenzaken worden we frequent geconfronteerd met thema’s en dossiers die gelinkt zijn aan diversiteit, gelijke kansen en inclusie. Binnen de VUB er is een Equality Team opgericht met daarin een academisch expert, een transversale VUB-beleidsmedewerker diversiteit en een HR-adviseur equality. Het studentenperspectief ontbreekt vooralsnog in dit team. We zullen binnen studentenzaken moeten inzetten op expertiseontwikkeling op dit thema. Expertiseontwikkeling die ons zal toelaten om in te stappen in het VUB Equality Team. Op die manier kunnen we de krachten bundelen en initiatieven maximaal laten floreren.
Tegelijk moeten we ernaar streven om met ons studentenbeleid zoveel mogelijk aan te sluiten bij de visie en initiatieven die onderdeel zijn van work package 5 (promoting inclusion and equal societies) van ons Europees netwerk van universiteiten ‘EUTOPIA’, de gezamenlijke Europese onderwijs- en onderzoeksgemeenschap van de VUB, the University of Gotenburg, CY Cergy Paris Université, The Pompeu Fabra University Barcelona, the University of Warwick en the University of Ljubljana.
Na stopzetting van de overeenkomst tussen de VUB en Adecco moesten we noodgedwongen het aanbod carrièrebegeleiding aan studenten stopzetten. We streven ernaar om zo snel mogelijk opnieuw een duurzame dienstverlening te kunnen aanbieden aan elke geïnteresseerde student. Daarvoor zullen we nauw samenwerken met alle relevante partners, van faculteiten en opleidingen, over studentenverenigingen met een aanbod aan career development tot stakeholders zoals Actiris of de VDAB.
3. VOEDING
De VUB-campussen bieden een ruim aanbod aan cateringfaciliteiten:
• Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus:
• Studentenrestaurant en cafetaria in eigen uitbating;
• Diverse eet- en drankgelegenheden uitgebaat door concessiehouders (Bar Pilar, Complex, Opinio en de koffietruck Vroom Vroom).
• Brussels Health Campus:
• Studentenrestaurant en cafetaria uitbesteed aan de facilitaire dienst van het UZ Brussel;
• Personeelsrestaurant van het UZ Brussel (in perioden dat het studentenrestaurant gesloten is);
• Cafetaria De Link uitgebaat door de Erasmushogeschool Brussel;
• Studentencafé Tempus uitgebaat door studenten.
• Brussels Technology Campus:
• Catering verzorgd door de Erasmushogeschool Brussel.
• Andere cateringmogelijkheden op de campussen:
• Levering van broodjes en dranken voor studentenactiviteiten, materiaalverhuur, enzovoort;
• Automaten met warme en koude dranken, versnaperingen, fruit, enzovoort.
• Rond de campussen en in Brussel zelf zijn er verder nog tal van eet- en drankgelegenheden.
Nieuw in 2019
In 2019 merken we opnieuw een toename van het aantal studenten dat een maaltijd gebruikt in de studentenrestaurants. In die mate dat het restaurant op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus tijdens de piekmomenten kampt met een steeds acuter gebrek aan zitplaatsen. Daar tegenover staat een hoge klantentevredenheid over de restaurants op de campussen.
We passen zowel voor de VUB-studenten als studenten van andere hoger onderwijsinstellingen een universele prijsvermindering toe.
In oktober 2019 opende Bar Pilar, de nieuwe culturele horeca-aangelegenheid binnen het XY-nieuwbouwproject. De inrichting van de caféruimte liep vertraging op. Tijdens het openingsfestival van Pilar, dat liep van oktober tot en met december 2019, werd er daarom aan de toog in de foyer van de concertzaal enkel een beperkt aanbod dranken, soep en broodjes aangeboden.
De uitbaters engageren zich op vlak van duurzaamheid en gezondheid. In 2019 boden ze enkel vegetarische en veganistische producten aan, met bijzondere aandacht voor de herkomst van die producten.
Bar Pilar baat tijdens evenementen de toog in de concertzaal uit. Bar Pilar reikt de hand naar de cultuurwerking Pilar en naar de studentenverenigingen om samenwerkingen te realiseren. In januari 2020 zal de uitgebreide werking starten met een uitgebreider aanbod aan dranken én warme maaltijden.
Koffietruck Vroom Vroom, een foodtruck met voornamelijk een aanbod dranken en kleine snacks, was al verschillende jaren aanwezig nét naast de Brussels Humanities, Sciences & Engineering campus. Vroom Vroom kreeg in 2019 een vaste stek op de campus.
In 2019 startten we op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus met de uitrol van drinkwaterfonteinen op de campus. De fonteintjes zijn ondertussen geleverd en zullen in het voorjaar van 2020 op 15 publieke locaties op de campus geplaatst worden. Op de Brussels Health Campus is er al één centrale drinkwaterfontein die voldoet aan de noden.
In december 2019 vernieuwden we de overeenkomst met CCEP voor de frisdrankautomaten. Dankzij de nieuwe overeenkomst zullen we in 2020 nieuwe glass front automaten kunnen plaatsen. Deze automaten zullen een groter aanbod hebben dat ook aandacht besteedt aan duurzaamheid en gezondheid. In de nieuwe automaten zullen energiedranken geweerd worden, suikerhoudende frisdranken zullen er een minder prominente plaats in krijgen. In overleg met expert-onderzoekers van onze universiteit zullen we de gezondere dranken relatief goedkoper houden door geen commissie te heffen op de verkoopprijzen; water en infused water zullen in een automaat respectievelijk €0,70 en €0,80 kosten. De prijs
van de klassieke blikjes frisdrank uit de automaat zullen worden gelijkgetrokken naar €1. In samenwerking met CCEP en het studentenrestaurant lanceerden we een campagne om recyclage te stimuleren. Uit een enquête van de studentenraad bij de studentengemeenschap bleek een prominente vraag naar een uitbreiding van de openingsuren van de cafetaria en het studentenrestaurant ’s avonds. Om het draagvlak en de concrete praktische en financiële implicaties van zo’n avondopening na te gaan, liep er sinds 23 september 2019 een testperiode voor avondopening. Van maandag tot en met donderdag was het studentenrestaurant ook vanaf 16u open. Zodra de cafetariaruimte sloot, waren er in de restaurantzone cafetariaproducten verkrijgbaar: broodjes, gebak, tussendoortjes, koude en warme dranken, enzovoort. Vanaf 17.30u serveerden we in het studentenrestaurant een keuze uit drie warme maaltijden: dagmenu, veggie, pasta of wok. Soep en dessert waren telkens inbegrepen. We hanteerden voor de avondmaaltijden dezelfde prijzen als ’s middags. De testperiode eindigde in de eerste week van februari 2020.
De verbruikscijfers in 2019 toonden aan dat vooral studenten gebruik maken van de avondopening (82%). Het gemiddeld aantal verkochte avondmalen bedroeg ‘s avonds 240, met soms pieken boven de 280 maaltijden. Indien we de middag en de avond samen nemen, merken we gedurende de laatste drie maanden van 2019 een stijging van 13,4% vergeleken met het aantal geserveerde maaltijden in dezelfde periode in 2018. Het gemiddelde stijgingspercentage van de middagmalen bedroeg tot september 6,2%, maar daalde tot 4% sinds de avondopening. Die stijging kan wijzen op een zekere verschuiving van ‘s middags naar ’s avonds.
Na afloop van dit proefproject wordt een evaluatie van de werking en het financiële resultaat teruggekoppeld naar de Studentenraad en het Directiecomité. Indien de testperiode positief geëvalueerd wordt en, al dan niet mits voorzien van de nodige financiële tussenkomsten, zal een permanente avondopening vanaf het academiejaar 2020 – 2021 overwogen worden.
Kengetallen en trends
Aantal zitplaatsen in de studentenrestaurants
Restaurant Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus:
• Studentenrestaurant: 1.250 zitplaatsen
• Cafetaria: 480 zitplaatsen
Restaurant Brussels Health Campus:
• Studentenrestaurant: 330 zitplaatsen
Prijzen middagmaal
Dagmenu’s + Vegetarisch Pasta Bar Wok
Student3 €5,40
Gast
€5.20
€5,10
€10,00
Koude schotels
€5,10
€10,00
Tabel 1: Prijzen middagmalen voor het academiejaar 2017-2018. Elk menu bestaat steeds uit soep, hoofdschotel en dessert. Prijzen cafetaria
• Assortiment broodjes: van €1,40 tot €3,30
• Koffiekoeken en gebak: van €1,10 tot €2,30
• Water en frisdranken: van €1,10 tot €1,60
• Warme dranken: van €1,20 tot €1,60
Prijzen catering
• Koffiepauzes: van €2,60 tot €5,00
• Broodjeslunches: van €5,50 tot €11
• All-in lunch met soep, salad bar, hoofdgerecht, drank en dessert + voorbehouden tafels: €11,50
4 Studenten van de Vrije Universiteit Brussel, Erasmushogeschool Brussel, Vesalius College, University of Kent. Ook studenten van andere Hoger Onderwijsinstellingen (die als toevallige bezoekers op onze campussen vertoeven). Doctoraatsstudenten die ook personeel zijn, worden tegelijk ook beschouwd als personeel.
Verbruik en omzet Prijzen
§ Koffiepauzes: van €2,60 tot €5,00
§ Broodjeslunches: van €5,50 tot €11
§ All-in lunch met soep, salad bar, hoofdgerecht, drank en dessert + voorbehouden tafels: €11,50
Verbruik en omzet
Verbruik maaltijden studenten en personeel
Figuur 2: Aantal maaltijden van studenten en personeelsleden per jaar. Het totaal aantal maaltijden steeg in 2019 met 8%. Ten opzichte van 2018 gaat het om 8,6% meer studentenmaaltijden en 8,5% meer personeelsmaaltijden. Deze enorme stijging heeft voor een groot deel te maken met het project “avondopening” dat in het eerste semester 2019-2020 op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus van start ging. Anderzijds merken we gedurende de middag ook een belangrijke stijging van 4% van het totaal aantal maaltijden.
Figuur 2: Aantal maaltijden van studenten en personeelsleden per jaar. Het totaal aantal maaltijden steeg in 2019 met 8%. Ten opzichte van 2018 gaat het om 8,6% meer studentenmaaltijden en 8,5% meer personeelsmaaltijden. Deze enorme stijging heeft voor een groot deel te maken met het project “avondopening” dat in het eerste semester 2019-2020 op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus van start ging. Anderzijds merken we gedurende de middag ook een belangrijke stijging van 4% van het totaal aantal maaltijden.
Gemiddeld middagmaalverbruik per maand

Avond Middag
3 Studenten van de Vrije Universiteit Brussel, Erasmushogeschool Brussel, Vesalius College, University of Kent. Ook studenten van andere nderwijsinstellingen (die als toevallige bezoekers op onze campussen vertoeven). Doctoraatsstudenten die ook personeel zijn, worden tegelijk ook beschouwd als personeel.
JanuariFebruari Maart April Mei Juni JuliAugustusSeptemberOktoberNovemberDecember
Figuur 3: Gemiddeld middagmaalverbruik in 2019, per maand. De pieken situeren zich vooral bij het begin van het eerste semester. De laatste 3 maanden merken we een stijging van 13,4% op. Dit heeft te maken met de start van het proefproject “Avondopening” op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus.
Figuur 3: Gemiddeld middagmaalverbruik in 2019, per maand. De pieken situeren zich vooral bij het begin van het eerste semester. De laatste 3 maanden merken we een stijging van 13,4% op. Dit heeft te maken met de start van het proefproject “Avondopening” op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus.
Verbruik maaltijden restaurant Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus
Studenten (avond) Personeel (avond) Studenten (middag) Personeel (middag) Bezoekers (middag)
Figuur 4: Evolutie van het aantal maaltijden in het studentenrestaurant Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus, per jaar. Op deze campus steeg het totale aantal maaltijden in 2019 met 9,1% (respectievelijk 10,3% meer studentenmaaltijden en 9,1% meer personeelsmaaltijden dan in 2018). Indien we enkel de middag bekijken merken we een totale stijging van 4%. De avondverkoop zorgde voor een extra maaltijdenverbruik van 5,1% op
Figuur 3: Gemiddeld middagmaalverbruik in 2019, per maand. De pieken situeren zich vooral bij het begin van het eerste semester. De laatste 3 maanden merken we een stijging van 13,4% op. Dit heeft te maken met de start van het proefproject “Avondopening” op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus.
Verbruik maaltijden restaurant Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus
Studenten (avond) Personeel (avond) Studenten (middag) Personeel (middag) Bezoekers (middag)
Figuur 4: Evolutie van het aantal maaltijden in het studentenrestaurant Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus, per jaar. Op deze campus steeg het totale aantal maaltijden in 2019 met 9,1%. (respectievelijk 10,3% meer studentenmaaltijden en 9,1% meer personeelsmaaltijden dan in 2018). Indien we enkel de middag bekijken merken we een totale stijging van 4%. De avondverkoop zorgde voor een extra maaltijdenverbruik van 5,1% op jaarbasis.
Figuur 4: Evolutie van het aantal maaltijden in het studentenrestaurant Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus, per jaar. Op deze campus steeg het totale aantal maaltijden in 2019 met 9,1% (respectievelijk 10,3% meer studentenmaaltijden en 9,1% meer personeelsmaaltijden dan in 2018). Indien we enkel de middag bekijken merken we een totale stijging van 4%. De avondverkoop zorgde voor een extra maaltijdenverbruik van 5,1% op jaarbasis.
Avondmaalverbruik restaurant Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus
Studenten Personeel
Figuur 5: Avondmaalverbruik per gebruikersgroep gedurende het project “avondopening” op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Het gemiddeld aantal avondmalen (sept – dec. 2019) bedraagt zo’n 240, met soms pieken tot 280. Vooral studenten maken graag gebruik van deze bijkomende faciliteit (82% van het totaal aantal verkochte avondmalen).
Figuur 5: Avondmaalverbruik per gebruikersgroep gedurende het project “avondopening” op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Het gemiddeld aantal avondmalen (sept – dec. 2019) bedraagt zo’n 240, met soms pieken tot 280. Vooral studenten maken graag gebruik van deze bijkomende faciliteit (82% van het totaal aantal verkochte avondmalen).
Evolutie avondmalen restaurant Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus
23/0926/0929/092/105/108/1011/1014/1017/1020/1023/1026/1029/101/114/117/1110/1113/1116/1119/1122/1125/1128/111/124/127/1210/1213/1216/1219/12
Figuur 6: Evolutie van het aantal avondmalen gedurende het project “avondopening” op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus.
Figuur 6: Evolutie van het aantal avondmalen gedurende het project “avondopening” op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus.
Verbruik middagmalen studentenrestaurant Brussels Health Campus
23/0926/0929/092/105/108/1011/1014/1017/1020/1023/1026/1029/101/114/117/1110/1113/1116/1119/1122/1125/1128/111/124/127/1210/1213/1216/1219/12
Figuur 6: Evolutie van het aantal avondmalen gedurende het project “avondopening” op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus.
Figuur 6: Evolutie van het aantal avondmalen gedurende het project “avondopening” op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus.
Figuur 7: Evolutie van het verbruik middagmalen in het studentenrestaurant op Brussels Health Campus. Op deze campus is in 2019 een lichte daling van 1,5% van het totale aantal maaltijden merkbaar. Opgesplitst naar studenten en personeel gaat het om 3,4% minder studentenmaaltijden en 1,5% meer personeelsmaaltijden dan in 2018.
Figuur 7: Evolutie van het verbruik middagmalen in het studentenrestaurant op Brussels Health Campus. Op deze campus is in 2019 een lichte daling van 1,5% van het totale aantal maaltijden merkbaar. Opgesplitst naar studenten en personeel gaat het om 3,4% minder studentenmaaltijden en 1,5% meer personeelsmaaltijden dan in 2018.
Figuur 7: Evolutie van het verbruik middagmalen in het studentenrestaurant op Brussels Health Campus. Op deze campus is in 2019 een lichte daling van 1,5% van het totale aantal maaltijden merkbaar. Opgesplitst naar studenten en personeel gaat het om 3,4% minder studentenmaaltijden en 1,5% meer personeelsmaaltijden dan in 2018.
Het aantal maaltijdgebruikers uit andere hoger onderwijsinstellingen is beperkt. Twee groepen studenten vormen hierop een uitzondering:
Het aantal maaltijdgebruikers uit andere hoger onderwijsinstellingen is beperkt. Twee groepen studenten vormen hierop een uitzondering:
§ de ULB-studenten uit Etterbeek, goed voor 3.835 maaltijden of 2,6% van het totaal aantal studentenmaaltijden;
Het aantal maaltijdgebruikers uit andere hoger onderwijsinstellingen is beperkt. Twee groepen studenten vormen hierop een uitzondering:
§ de ULB-studenten uit Etterbeek, goed voor 3.835 maaltijden of 2,6% van het totaal aantal studentenmaaltijden;
• de ULB-studenten uit Etterbeek, goed voor 3.835 maaltijden of 2,6% van het totaal aantal studentenmaaltijden;
• de EhB-studenten, goed voor 1.144 maaltijden. Dit aantal bedraagt 0,8% van het totale aantal studentenmaaltijden, of 7,1% van het aantal studentenmaaltijden op de Brussels Health Campus waar EhB-studenten ook les volgen.
§ de EhB-studenten, goed voor 1.144 maaltijden. Dit aantal bedraagt 0,8% van het totale aantal studentenmaaltijden, of 7,1% van het aantal studentenmaaltijden op de Brussels Health Campus waar EhB-studenten ook les volgen.
§ de EhB-studenten, goed voor 1.144 maaltijden. Dit aantal bedraagt 0,8% van het totale aantal studentenmaaltijden, of 7,1% van het aantal studentenmaaltijden op de Brussels Health Campus waar EhB-studenten ook les volgen.
Verbruik middagmalen 2019 - per menusoort

8: Verbruik middagmalen in 2019 per menusoort op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus.
8: Verbruik
in 2019 per menusoort op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus.
11:30 - 11:45
11:45 - 12:00
12:00 - 12:15
12:15 - 12:30
12:30 - 12:45
12:45 - 13:00
13:00 - 13:15
13:15 - 13:30
13:30 - 13:45
Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus per tijdsblok
Figuur 9: middagmaalverbruik, per tijdsblok van 15 min, op een normale dag in oktober 2019. Opvallend is dat de hoogste pieken zich situeren tussen 12u00 en 12u45 (gemiddeld 50% van het totaal verbruik over een openingstijd van 2u15). Vooral tussen 12u en 12.30u ontstaan er capaciteitsproblemen die zich zowel situeren op het vlak van productie, distributie als van het beschikbare aantal zitplaatsen. Het hoge aantal gebruikers dat na 12.30u het restaurant verlaat, zorgt dan weer voor problemen bij de afruim; dienbladentransportband en vaatwasinstallaties zijn sterk onder gedimensioneerd.
Figuur 9: middagmaalverbruik, per tijdsblok van 15 min, op een normale dag in oktober 2019. Opvallend is dat de hoogste pieken zich situeren tussen 12u00 en 12u45 (gemiddeld 50% van het totaal verbruik over een openingstijd van 2u15). Vooral tussen 12u en 12.30u ontstaan er capaciteitsproblemen die zich zowel situeren op het vlak van productie, distributie als van het beschikbare aantal zitplaatsen. Het hoge aantal gebruikers dat na 12.30u het restaurant verlaat, zorgt dan weer voor problemen bij de afruim; dienbladentransportband en vaatwasinstallaties zijn sterk onder gedimensioneerd.
Figuur
middagmalen
Figuur 8: Verbruik middagmalen in 2019 per menusoort op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus.
Figuur
Figuur 9: middagmaalverbruik, per tijdsblok van 15 min, op een normale dag in oktober 2019. Opvallend is dat de hoogste pieken zich situeren tussen 12u00 en 12u45 (gemiddeld 50% van het totaal verbruik over een openingstijd van 2u15). Vooral tussen 12u en 12.30u ontstaan er capaciteitsproblemen die zich zowel situeren op het vlak van productie, distributie als van het beschikbare aantal zitplaatsen. Het hoge aantal gebruikers dat na 12.30u het restaurant verlaat, zorgt dan weer voor problemen bij de afruim; dienbladentransportband en vaatwasinstallaties zijn sterk onder gedimensioneerd.
Evolutie omzet cafetaria Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus avond
Figuur 10: Evolutie van het verbruik van de cafetaria op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. De inkomsten bleven in 2019 ongeveer op hetzelfde niveau als in 2018 (lichte daling van 0,6%). Het aandeel van de avondverkoop van cafetariaproducten was heel beperkt (2,2% van de totale cafetariaomzet). Sinds enkele jaren is ook de maximum capaciteit van de cafetaria bereikt. Met de huidige tooginfrastructuur kunnen niet meer klanten gedurende de middaguren bediend worden.
Figuur 10: Evolutie van het verbruik van de cafetaria op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. De inkomsten bleven in 2019 ongeveer op hetzelfde niveau als in 2018 (lichte daling van 0,6%). Het aandeel van de avondverkoop van cafetariaproducten was heel beperkt (2,2% van de totale cafetariaomzet). Sinds enkele jaren is ook de maximum capaciteit van de cafetaria bereikt. Met de huidige tooginfrastructuur kunnen niet meer klanten gedurende de middaguren bediend worden.
Personeel
Personeel
De VUB-restaurants tellen 26,4 VTE personeelscapaciteit. Die is als volgt verdeeld:
§ 14,6 VTE graad 2
§ 5 VTE graad 3
DDe VUB-restaurants tellen 26,4 VTE personeelscapaciteit. Die is als volgt verdeeld:
• 14,6 VTE graad 2
§ 2,8 VTE graad 4
• 5 VTE graad 3
• 2,8 VTE graad 4
§ 1 VTE graad 6
• 1 VTE graad 6
§ 2 VTE graad 7
• 2 VTE graad 7
§ 1 VTE graad 9
• 1 VTE graad 9
Resultaten en betoelaging
De resultaten wijken niet significant af van de begroting 2019. De financiële tussenkomsten die vanuit studentenvoorzieningen naar de restaurants vloeien zijn hoog. We zoeken naar mogelijkheden om het aandeel van deze subsidies te verminderen. We evalueren en herzien indien nodig:
• Onze huidige dienstverlening en volgens welke principes deze wordt toegepast;
• De huidige berekeningswijze van de kosten, verkoopsprijzen en de all-in menustructuur van onze maaltijden;
• De bepaling van een universele korting voor studenten en het beleid met betrekking tot studenten uit andere hoger onderwijsinstellingen;
• De kostprijsstructuur van maaltijden op de Brussels Health Campus en de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus;
• De prijszetting voor andere interne cateringfaciliteiten zoals cafetaria en lunches. Hierbij hanteren we ten minste een full costing principe.
Leningen
Een aantal historische leningen – vaak gemengd voor studentenhuisvesting en restaurant - lopen nog voort:
• Huisvesting van de Van der Meeren-wijk op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus, de Brussels Health Campus en Nieuwelaan;
• De studentenrestaurants op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus en de Brussels Health Campus.
Deze leningen komen voor als volgt (aflossingen 2016):
• 264 miljoen Belgische frank met vervaldatum 2020 – jaarlijkse aflossing van €174.000 - deel restaurant = €50.000. Volgende interne lening loopt nog voor het studentenrestaurant op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus:
• 57,6 miljoen Belgische frank met vervaldatum 2023 – jaarlijkse aflossing van €118.000. Tot 2015 was er een centrale VUB-tussenkomst voor renovatie en groot onderhoud (€62.000). Sinds 2015 wordt deze tussenkomst niet langer toegekend, maar gedragen via de exploitatiebegroting van het restaurant.
Evaluatie en doelstellingen uit het beleidsplan
Strategische doelstellingen VUB per werkveld
We stimuleren gezonde en duurzame voedingskeuzes.
Operationele doelstellingen van de afdeling
We blijven kwaliteitsreferentie in Vlaanderen.
We bouwen een beleid over minimumvoorwaarden inzake duurzaamheid en gezondheid waaraan alle voedingverstrekkers op campussen moeten voldoen.
Indicatoren Projectleider
Een ruim en gediversifieerd aanbod aan gezonde kwaliteitsmaaltijden op duurzame wijze geproduceerd(2019-2023).
Beleid duurzame en gezonde voeding goedgekeurd (2020).
Hoofd Dienst Restaurant Uitgevoerd
Algemeen Beheerder
Elke nieuwe concessieovereenkomst bevat een bepaling m.b.t. duurzaamheid, en gezondheid (2020).
Algemeen Beheerder
Gestart
In september 2019 vervingen we in de cafetaria de wegwerpkoffiebekers door duurzame herbruikbare bekers. De overige horeca-uitbaters worden gestimuleerd om hierin mee te stappen. Bar Pilar ging al in op dit voorstel.
Uitgevoerd
Algemeen Beheerder
Opgestart
4 (leslokalen, sportcomplex, …).
De concessie-overeenkomst voor Bar Pilar omvat een bepaling gezondheid en duurzaamheid die verschillende aspecten omvat, o.a. het aanbieden van gezonde en duurzame voeding en dranken, het aanbieden van gratis kraanwater, het vermijden van wegwerpverpakkingen, het beperken van water- en energieverbruik, het sorteren van afval, enzovoort. Er is een automatenbeleid, dat ook de cateringsnoden buiten de kantooruren opvangt, goedgekeurd (2019).
Drinkwaterfonteinen zijn aanwezig op plekken op campus waar veel studenten aanwezig zijn4
Algemeen Beheerder
We werkten, met positief advies van de studentenraad, een beleid rond drankautomaten uit.
In 2020 zal de uitvoering van het beleid starten. We beginnen met een vernieuwing van de frisdrankautomaten.
In het kader van het duurzaamheidsbeleid zullen we het beleid evalueren en bijwerken.
Opgestart
De drinkwaterfonteinen zijn aangekocht. De waterkwaliteit van de voorgestelde waterpunten is eind 2019 getest.
Plaatsing is voorzien begin 2020.
We voorzien voldoende cateringcapaciteit op en in de omgeving van de campussen5
We realiseren brede openingsuren.
Behoeftenanalyse om te verwachten werking ’s avonds en in het weekend te testen ten laatste in 2019.
Studenten zijn tevreden met de cateringcapaciteit en de openingsuren (ten laatste in 2023).
We passen de infrastructuur aan in functie van de capaciteitsuitbreiding en betere klantenbediening.
Extra vaatwasfaciliteit gerealiseerd ten laatste in 2023.
Infrastructurele optimalisering voor hogere capaciteit gerealiseerd ten laatste in 2023.
Algemeen Beheerder
Opgestart
Gedurende het eerste semester 2019-2020 liep in het studentenrestaurant een proefproject “Avondopening”. Indien de testperiode positief geëvalueerd wordt, en al dan niet mits voorzien van de nodige financiële tussenkomsten, overwegen we vanaf academiejaar 2020-2021 een permanente avondopening.
Hoofd Dienst Restaurant Opgestart
De testperiode van de avondopening wordt geëvalueerd alvorens te beslissen over een permanente uitbreiding van de openingsuren.
Hoofd Dienst Restaurant Nog niet gestart
Hoofd Dienst Restaurant Opgestart
Samen met de dienst Infrastructuur startten we met een project om de inrichting van het restaurant te optimaliseren (aanpassing meubilair e.d.).
We bouwen het restaurant uit voor polyvalent gebruik.
We zorgen dat de zitplaatsen voor catering ook breder functioneel kunnen ingezet worden.
Het restaurant is infrastructureel6 aangepast om optimaal gebruikt te worden ten laatste in 2023.
Extra activiteiten vinden plaats in het restaurant.
Algemeen Beheerder
Algemeen Beheerder
Gerealiseerd
Een functionele scheiding van boven- en benedenverdieping van het studentenrestaurant werd geplaatst. Er zijn ook bijkomende stopcontacten voorzien.
Gerealiseerd
Alle recepties ter gelegenheid van diploma-uitreikingen vinden nu in het restaurant plaats.
Sinds december 2019 benutten we de cafetariaruimte buiten de openingsuren als studieruimte, en dit in aanloop naar de examenperiode.
Aandachtspunten voor toekomstig beleid
Bedreigingen
Onvoldoende capaciteit en onderdimensionering van de installaties bedreigen meer dan ooit de goede werking van de studentenrestaurants. Het studentenrestaurant op de Brussels Health Campus kent sinds verschillende jaren een sterke stijging van zowel cafetaria- als het maaltijdenverbruik, met soms lange wachtrijen en gebrek aan zitruimte tot gevolg. Dit zal nog versterkt worden indien het aantal studenten en personeelsleden op de universiteit, en de gebruikers van de campus, nog zal stijgen.
De eerste resultaten van het project “avondopening” blijken alvast een positieve impact te hebben op de spreiding van de restaurantgebruikers op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Het wordt nog afwachten of dit proefproject positief geëvalueerd wordt en er kan overgegaan worden tot een permanente avondopening vanaf het academiejaar 2020-2021.
5 900D euro is reeds dedicated in de investeringsbegroting. Verdere financiering moet nog worden uitgewerkt. 6 Bvb. scheidingsmogelijkheid verdiepingen, meer stopcontacten, afsluiten togen, …
Bijstuurpunten na evaluatie afgelopen jaar
De capaciteitsproblematiek en de hieraan gekoppelde infrastructuurinvesteringen blijven een belangrijk aandachtspunt. De directie Infrastructuur bereidt een studie voor vernieuwing en capaciteitsuitbreiding van het studentenrestaurant op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus voor.
Zowel infrastructurele maatregelen (op korte en lange termijn) als andere initiatieven (foodtrucks, wijzigingen in roostering middagpauzes, …) moeten onderzocht worden om het capaciteitsprobleem op te lossen.
Een algemeen beleid rond voeding- en drankautomaten op de campussen kan ondersteunend werken voor duurzaamheidsen gezondheidspreventiedoelstellingen. De noodzaak van automaten wordt echter regelmatig in vraag gesteld vanwege duurzaamheidsoverwegingen. Zodra op voldoende plaatsen drinkwaterfonteinen operationeel zijn dient de wenselijkheid van de aanwezigheid van frisdrankautomaten geëvalueerd te worden.
4. HUISVESTING
We schatten dat 30% van onze VUB-studenten op kot verblijft. De studie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot studentenhuisvesting in Brussel (Doulkeridis, 2013) bevestigt dat 30% een realistische norm is.
De synthese van de ATO-enquête “Het Studentenleven in Brussel: stedelijke praktijken en omgang met de stad” van 2016 geeft aan dat 51% van de studenten in een studentenwoning of eigen woning verblijft, versus 49% bij de ouders. Deze cijfers lijken onwaarschijnlijk hoog te liggen. Toch kunnen we veronderstellen dat – mede onder invloed van internationalisering en grote aantallen werkstudenten – steeds meer studenten niet meer de hele week bij hun ouders wonen.
De Vrije Universiteit Brussel heeft 5 studentenhuizen of –wijken in eigendom. In totaal levert dat 1.540 plaatsen op.
Plaatsen (bedden) Kamers (1 persoon) Studio’s (1 persoon) Flats (2 personen)
Tabel 2: Aantal bedden, kamers, studio’s en flats in eigendom van de VUB. De VUB beschikt over 1540 bedden, waarvan 70 in tweepersoonsflats, verdeeld over de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus (1294 bedden) en de Brussels Health Campus (246 bedden). Zes kamers zijn aangepast voor studenten met een rolstoel.
Covas NV neemt de uitbating van U-Residence op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus op zich. Het is een residentie met 95 studio’s. 64 studio’s zijn voor studenten in lang- en kortverblijf en kunnen worden bewoond door één of twee personen. Het zijn vooral internationale studenten die in deze studio’s verblijven. Daarnaast beschikt U-Residence over 31 kamers met hotelfunctie waarbinnen ook een mid stay-verblijf van enkele maanden mogelijk is.
Samenwerkingsverbanden
De Vrije Universiteit Brussel is lid in de vzw BRIK. Brik biedt volgende dienstverlening aan studenten van de Vlaamse hogeronderwijsinstellingen in Brussel:
• Het aanbieden van kamers: Brik beschikt over een 400-tal kamers die het in eigen beheer heeft. Daarnaast zijn er meer dan 4.500 studentenkamers via particulieren ter beschikking. Het gaat zowel om kamers die op jaarbasis verhuurd kunnen worden, als om kamers in kortverblijf. Kamers in kortverblijf worden vooral aan internationale studenten aangeboden;
• Het ondersteunen van (internationale) studenten in het zoeken naar een studentenkamer in Brussel;
• Het organiseren van kwaliteitscontrole op de aangeboden kamers;
• Het bemiddelen tussen studenten en verhuurders over de huisvestingsvoorwaarden.
De VUB heeft daarnaast een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met Brik vzw. Deze regelt onder andere de dienstverlening van de VUB-Studentenhuisvesting aan de Brik-werkzaamheden voor wat het aanbod privé-studentenkamers betreft.
De VUB heeft twee overeenkomsten met NV Upgrade Estate, die twee studentenhuizen in de buurt van onze campussen managen:
• Studentenhuis Bru Upkot in Elsene, operationeel sinds september 2016. Het studentenhuis telt 216 plaatsen. Voor de helft van die plaatsen hebben VUB-studenten voorrang. Tijdens academiejaar 2018-2019 hadden 99 VUB-studenten er een jaarcontract;
• Studentenhuis Jet Upkot in Jette, in gebruik sinds september 2017. Voor 91 van de 143 kamers hebben VUB-studenten voorrang. Daarvan zijn er tijdens academiejaar 2018-2019 57 kamers effectief door VUB-studenten bezet via een jaarcontract.
Het sociaal verhuurkantoor voor studenten is sedert het begin academiejaar 2018-2019 echt operationeel en richt zich uitsluitend tot studenten met financiële noden.
Met Covas NV heeft de VUB een overeenkomst die bepaalt dat de helft van de 64 long stay-studio’s (16 single en 16 double kamers, telkens verhuurd voor één semester) wordt voorbehouden voor VUB-studenten en door de VUB aangeduide studenten, goed voor in totaal 48 beschikbare plaatsen. Dit contingent is jaarlijks, gedurende beide semester, volledig bezet door voornamelijk studenten op uitwisseling aan de VUB. De resterende kamers mogen, behoudens toestemming van de VUB, enkel verhuurd worden aan VUB- en EhB-studenten en studenten van het Vesalius College. Om het aanbod studentenkamers in Brussel-centrum te vergroten, werken we samen met Candor. Deze projectontwikkelaar realiseerde in het centrum van de stad (1000 Brussel) ondertussen al twee studentenhuizen: Brusello met 84 kamers/studio’s en Studeopolis met een capaciteit van 196 kamers/studio’s. Momenteel realiseert Candor ook een nieuw studentenhuis op de Kroonlaan (Elsene): Brusello XL. Omwille van het risico op huisjesmelkerij en de ontbrekende kwaliteitsbewaking, raden we studenten expliciet af om privé-studentenkamers te zoeken buiten het netwerk van onze officiële partners (BRIK, Covas NV, Upgrade Estate NV, Sociaal Verhuurkantoor voor studenten, EhB). Zo nodig kunnen studenten terecht bij CAW Brussel voor juridische bijstand tussen huurder en huisbaas.
Toegang
De studentenkamers van de VUB staan in principe open voor alle VUB-studenten. Maar de vraag is groter dan het aanbod; we kennen kamers daarom volgens een strikte prioriteitenregeling7 toe aan studenten. De regeling vertrekt van volgend basisprincipe: studenten die voltijds ingeschreven zijn in een basisopleiding onder diplomacontract krijgen voorrang op studenten die niet aan deze voorwaarden voldoen.
Een contingent van 65 kamers behouden we voor aan internationale studenten met een beurs ontwikkelingssamenwerking.
Vervolgens zijn volgende studenten absoluut prioritair in het toekennen van een kamer:
• studenten met het statuut van topsporter;
• generatiestudenten geneeskunde;
• studenten voor wie het hebben van een VUB-kamer essentieel is om de studies te kunnen aanvatten of tot een goed einde te kunnen brengen. Voor deze laatste groep hanteert Studentenstatuut & studiefinanciering een bijzondere procedure gebaseerd op het principe van de billijkheidsclausule (cfr. hoofdstuk sociale dienstverlening).
De financiële situatie van de student speelt geen rol bij het toekennen van een kamer. Studenten met financiële noden kunnen voor financiële ondersteuning aankloppen bij Studentenstatuut & studiefinanciering.
Studenten kunnen in principe hun VUB-kamer blijven doorhuren tijdens de zomervakantiemaanden, weliswaar op voorwaarde dat ze voor 12 maanden huren.
Kengetallen en trends
Aanbod en prijzen
De maandelijkse huurprijzen voor het academiejaar 2017-2018 bedroegen:
• Eénpersoonskamer: €309
• Eénpersoonsstudio: €386,20
• Tweepersoonsflat: €463,50
7 Voor de huidige gedetailleerde prioriteitenregeling die geldt vanaf het academiejaar 2018-2019 zie https://student.vub.be/op-kot-aan-de-vub#prioriteitenlijst
Aanbod en prijzen
Kengetallen en trends
De maandelijkse huurprijzen voor het academiejaar 2018-2019 bedroegen:
Aanbod en prijzen
§ Eénpersoonskamer: €309
De maandelijkse huurprijzen voor het academiejaar 2018-2019 bedroegen:
§ Eénpersoonsstudio: €386,20
§ Eénpersoonskamer: €309
§ Tweepersoonsflat: €463,50
§ Eénpersoonsstudio: €386,20
§ Tweepersoonsflat: €463,50
evolutie aantal bedden
evolutie aantal bedden
Studentenhuis Triomflaan
Studentenhuis Triomflaan
Studentenhuis Schoofslaan
Studentenhuis Schoofslaan
Brussels Health Campus
Brussels Health Campus
Studentenhuis Nieuwelaan
Studentenhuis Nieuwelaan
Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus
Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus
Figuur 11: Evolutie van het aantal bedden. Het studentenhuis op de Brussels Health Campus renoveerden we in 2007, het studentenhuis Nieuwelaan in 2008. De studentenwijk op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus vervingen we in 2019 door een nieuwbouw met een 350-tal extra plaatsen. Renovatie van de studentenhuizen Schoofslaan en Triomflaan is gepland voor respectievelijk 2026 en 2030.
Figuur 11: Evolutie van het aantal bedden. Het studentenhuis op de Brussels Health Campus renoveerden we in 2007, het studentenhuis Nieuwelaan in 2008. De studentenwijk op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus vervingen we in 2019 door een nieuwbouw met een 350-tal extra plaatsen. Renovatie van de studentenhuizen Schoofslaan en Triomflaan is gepland voor respectievelijk 2026 en 2030.
Figuur 11: Evolutie van het aantal bedden. Het studentenhuis op de Brussels Health Campus renoveerden we in 2007, het studentenhuis Nieuwelaan in 2008. De studentenwijk op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus vervingen we in 2019 door een nieuwbouw met een 350-tal extra plaatsen. Renovatie van de studentenhuizen Schoofslaan en Triomflaan is gepland voor respectievelijk 2026 en 2030.
Bezetting
In principe zijn de kamers steeds voor 100% bezet.
Bezetting
Bezetting
In principe zijn de kamers steeds voor 100% bezet.
In principe zijn de kamers steeds voor 100% bezet.
Evolutie doelgroepen
Generatiestudenten
Generatiestudenten
studenten met buitenlandse nationaliteit
studenten met buitenlandse nationaliteit
DGOS-bursalen
DGOS-bursalen
Bijzondere Procedure (prioritair)
Bijzondere Procedure (prioritair)
Kort verblijvende studenten
Kort verblijvende studenten
Topsport studenten
Topsport studenten
Figuur 12: Evolutie studentenhuisvesting op VUB-kamer, aantal studenten per doelgroep. Voor het academiejaar 2018-2019 dienden 460 generatiestudenten een aanvraag in. Voor het academiejaar 2019-2020 waren dat al 538 generatiestudenten. Hiervan zitten effectief 406 generatiestudenten op kot, 132 studenten hebben hun toewijzing geannuleerd. 23,6% van de studenten op VUB-kot heeft de buitenlandse nationaliteit (364). De belangrijkste groepen zijn Chinezen (35), Indiërs (32), Nederlanders (25) en Iraniërs (20).
Figuur 12: Evolutie studentenhuisvesting op VUB-kamer, aantal studenten per doelgroep. Voor het academiejaar 2018-2019 dienden 460 generatiestudenten een aanvraag in. Voor het academiejaar 2019-2020 waren dat al 538 generatiestudenten. Hiervan zitten effectief 406 generatiestudenten op kot, 132 studenten hebben hun toewijzing geannuleerd. 23,6% van de studenten op VUB-kot heeft de buitenlandse nationaliteit (364). De belangrijkste groepen zijn Chinezen (35), Indiërs (32), Nederlanders (25) en Iraniërs (20).
Figuur 12: Evolutie studentenhuisvesting op VUB-kamer, aantal studenten per doelgroep. Voor het academiejaar 2018-2019 dienden 460 generatiestudenten een aanvraag in. Voor het academiejaar 2019-2020 waren dat al 538 generatiestudenten. Hiervan zitten effectief 406 generatiestudenten op kot, 132 studenten hebben hun toewijzing geannuleerd. 23,6% van de studenten op VUB-kot heeft de buitenlandse nationaliteit (364). De belangrijkste groepen zijn Chinezen (35), Indiërs (32), Nederlanders (25) en Iraniërs (20).
VUB-studenten met een jaarcontract bij Bru Upkot
Figuur 13: Bru Upkot-Elsene – eigendom van NV Upgrade Estate – behoudt 108 van haar kamers voor aan VUBstudenten. Die zijn sinds de start van het studentenhuis quasi volledig bezet. Bij Bru Upkot-Jette waren er tijdens het academiejaar 2018-2019 57 van de 91 voor VUB-studenten voorbehouden kamers ingenomen. Enkel bij Bru Upkot-Jette is er dus nog veel marge in de capaciteitsbezetting.
Figuur 13: Bru Upkot-Elsene – eigendom van NV Upgrade Estate – behoudt 108 van haar kamers voor aan VUB-studenten. Die zijn sinds de start van het studentenhuis quasi volledig bezet. Bij Bru Upkot-Jette waren er tijdens het academiejaar 2018-2019 57 van de 91 voor VUB-studenten voorbehouden kamers ingenomen. Enkel bij Bru Upkot-Jette is er dus nog veel marge in de capaciteitsbezetting.
Nieuw in 2019
Nieuw in 2019
We konden in twee fasen de nieuwe studentenhuizen X, in totaal goed voor 650 plaatsen, in gebruik nemen: 318 kamers in februari 2019 en 332 kamers bij de start van het academiejaar 2019-2020. De capaciteit van VUB-kamers is hierdoor met 351 plaatsen verhoogd. De oude Van der Meeren-koten werden definitief gesloten als studentenverblijf.
We konden in twee fasen de nieuwe studentenhuizen X, in totaal goed voor 650 plaatsen, in gebruik nemen: 318 kamers in februari 2019 en 332 kamers bij de start van het academiejaar 2019-2020. De capaciteit van VUB-kamers is hierdoor met 351 plaatsen verhoogd. De oude Van der Meeren-koten werden definitief gesloten als studentenverblijf.
Via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) konden de VUB en de ULB samen €11,8 miljoen aan subsidies verwerven voor de verdere ontwikkeling van het project USquare.Brussels2. Dit project is gesitueerd op de kazernesite “Fritz Toussaint” aan de Generaal Jacqueslaan, vlakbij de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Het project kreeg in 2019 verder vorm. De universitaire faciliteiten binnen het project worden in twee fasen gerealiseerd. De eerste fase is reeds in gebruik en omvat het fablab en startlab, de incubator voor student-ondernemers. De tweede fase zal ruimte bieden voor een Internationaal Huis, 500 studentenkamers, een onderzoekscentrum en het ‘Institute for Advanced Studies” van de universiteiten. Naast de universitaire functies krijgen ook heel wat stedelijke voorzieningen een plaats. Er zullen 200 gezinswoningen, culturele ruimtes, ruimtes voor lokale ondernemers en voor stedelijke landbouw en een markthal gewijd aan duurzame voeding voorzien worden. En dit alles omgeven door kwaliteitsvolle openbare ruimte, inclusief een nieuw park.
De VUB-huurcontracten lieten niet toe dat studenten hun VUB-kamer als hoofdverblijfplaats mochten gebruiken. Sinds de start van het academiejaar 2019-2020 hebben we die bepaling in het huurcontract korte duur geschrapt voor al die studenten die geen andere hoofdverblijfplaats hebben. Het Brik-studentenhuurcontract stond domiciliëring ook al toe, mits schriftelijke toestemming van de verhuurder én indien de huurder een bijzonder belang aantoont. Dit bijzonder belang is er bijvoorbeeld voor internationale studenten en/of Belgische studenten die zich om specifieke (financieel zelfstandige) reden willen domiciliëren op hun kotadres.
Via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) konden de VUB en de ULB samen €11,8 miljoen aan subsidies verwerven voor de verdere ontwikkeling van het project USquare.Brussels2. Dit project is gesitueerd op de kazernesite “Fritz Toussaint” aan de Generaal Jacqueslaan, vlakbij de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Het project kreeg in 2019 verder vorm. De universitaire faciliteiten binnen het project worden in twee fasen gerealiseerd. De eerste fase is reeds in gebruik en omvat het fablab en startlab, de incubator voor student-ondernemers. De tweede fase zal ruimte bieden voor een Internationaal Huis, 500 studentenkamers, een onderzoekscentrum en het ‘Institute for Advanced Studies” van de universiteiten. Naast de universitaire functies krijgen ook heel wat stedelijke voorzieningen een plaats. Er zullen 200 gezinswoningen, culturele ruimtes, ruimtes voor lokale ondernemers en voor stedelijke landbouw en een markthal gewijd aan duurzame voeding voorzien worden. En dit alles omgeven door kwaliteitsvolle openbare ruimte, inclusief een nieuw park.
Het informatiesysteem CALI leidt tot heel wat administratieve moeilijkheden bij het behandelen van aanvragen van studentenkamers. In 2019 hebben we hierbij toch gevoelige vooruitgang geboekt.
Personeel
Op het domein huisvesting zijn 14 VTE actief. Deze zijn als volgt verdeeld:
• 3,0 VTE graad 2
• 1,0 VTE graad 3
• 6,1 VTE graad 4
De VUB-huurcontracten lieten niet toe dat studenten hun VUB-kamer als hoofdverblijfplaats mochten gebruiken. Sinds de start van het academiejaar 2019-2020 hebben we die bepaling in het huurcontract korte duur geschrapt voor al die studenten die geen andere hoofdverblijfplaats hebben. Het Brikstudentenhuurcontract stond domiciliëring ook al toe, mits schriftelijke toestemming van de verhuurder én indien de huurder een bijzonder belang aantoont. Dit bijzonder belang is er bijvoorbeeld voor internationale studenten en/of Belgische studenten die zich om specifieke (financieel zelfstandige) reden willen domiciliëren op hun kotadres.
• 1,0 VTE graad 5
• 2,1 VTE graad 6
• 0,8 VTE graad 10
Het informatiesysteem CALI leidt tot heel wat administratieve moeilijkheden bij het behandelen van aanvragen van studentenkamers. In 2019 hebben we hierbij toch gevoelige vooruitgang geboekt.
Bru Upkot - Elsene
Bru Upkot - Jette
Resultaten en betoelaging
De vooropgestelde begrotingscijfers werden behaald.
Historische leningen
In 2019 rest er nog één historische lening voor de Brussels Health Campus in Jette: 264 miljoen Belgische frank met vervaldatum 2020 – jaarlijkse aflossing van €168.000 - deel studentenhuisvesting = €120.000.
Interne leningen
Studentenhuizen Schoofslaan en Triomflaan:
• 157 miljoen Belgische frank met vervaldatum 2026 – jaarlijkse aflossing van €146.000;
• 94 miljoen Belgische frank met vervaldatum 2030 – jaarlijkse aflossing van €59.000.
Renovatieleningen
Studentenwijk Brussels Health Campus en studentenhuis Nieuwelaan:
• 2,4 miljoen euro met vervaldatum 2022 – jaarlijkse aflossing van €188.000;
• 6,5 miljoen euro met vervaldatum 2023 – jaarlijkse aflossing van €531.000.
Evaluatie
doelstellingen uit het beleidsplan
Strategische doelstellingen VUB per werkveld
We consolideren ons aanbod studentenkamers in eigen beheer8
Operationele doelstellingen van de afdeling Indicatoren
We monitoren het percentage verhuurde kamers van onze kamers in eigen beheer en de bezetting van de studentenhuizen en -koten van onze partners.
We blijven wijzen op de vraag naar betaalbare basiskamers in verschillende contexten.
We werken samen met onze Brusselse partners inzake instellingsoverkoepelende studentenhuisvesting.
De kamers van de nieuwe studentenwijk XY worden verhuurd vanaf 2019.
Opvolging via het decretaal verplichte jaarverslag (2019-2023)
Jaarlijkse rapportering over nieuwe projecten in jaarverslag (20192023).
Jaarlijkse rapportering over het aantal VUB-studenten op kot bij onze partners (voor zover mogelijk gedifferentieerd naar huurperiode) (2019-2023).
We werken samen met de ULB om een studentenwijk te realiseren op de kazernesite Usquare (2019-2023)..
We gaan overleg aan met studentenhuisvesters in het kader van verschillende projecten rond de campussen o.a. wat betreft mogelijke samenwerkingen (20192023).
Algemeen Beheerder Uitgevoerd
Hoofd Studentenhuisvesting Uitgevoerd
Hoofd Studentenhuisvesting Uitgevoerd
Hoofd Studentenhuisvesting Uitgevoerd
Hoofd Studentenhuisvesting Opgestart
Hoofd Studentenhuisvesting Uitgevoerd
We werken samen met projectontwikkelaar Candor voor de realisatie van studentenkamers in Brussel-centrum (Brusello en Studeopolis) en op de Kroonlaan (Brusello XL).
8 Aangezien de lokalisatie van de opleiding Industriële Wetenschappen op campus Nijverheidskaai wellicht een tijdelijke situatie is worden daar geen investeringen gepland.
We bewaken dat de prioriteitencriteria voor het huren van een studentenkamer overeenstemmen met de noden van onze studenten.
We analyseren de noden van internationale studenten en studenten in uitgaande en inkomende uitwisseling (toegang, vertrek, niet aanwezig kunnen zijn in België/buitenland in pre-inschrijvingsfase, gewenste duur van verblijf,…).
We houden rekening met de evolutie van (de samenstelling van) de studentenpopulatie, met het nieuw aanbod studentenkamers, en met de noden van onze (internationale) studenten.
Rapport met de specifieke en geobjectiveerde huisvestingsnoden van buitenlandse studenten en studenten in uitwisseling is beschikbaar in 2021
Directeur International Relations & Mobility - Nog niet gestart
De prioriteitencriteria zijn, indien nodig, geactualiseerd in 2023.
Hoofd Studentenzaken - Nog niet gestart
We stimuleren gemeenschapsvorming binnen de studentenhuizen
We voeren een gezond financieel en zakelijk beleid in functie van een goede dienstverlening
We stippelen een welzijnsbeleid uit voor studenten op kot ter bevordering van hun integratie en ter bestrijding van eenzaamheid
We werken volgens de principes van efficiënte uitbating
Het gebruik van gemeenschappelijke ruimtes in de studentenhuizen is geoptimaliseerd ten laatste in 2023
De uitgaven en inkomsten zijn in evenwicht (2019-2023).
De huurgelden per type kamer zijn dezelfde over alle zelf uitgebate kamers heen (20192023).
Financiële correctie van huurgelden gebeurt enkel via de dienst studentenstatuut & studentenfinanciering en in volle discretie (2019-2023).
Hoofd Studentenhuisvesting Opgestart
We passen de huisvestingsprocessen aan aan buitenlandse studenten en studenten in uitwisseling, indien nuttig en mogelijk (uitbating, huurovereenkomst, soepelheid in periode huurovereenkomst...).
Functioneel geprioriteerde aanbevelingen zijn beschikbaar in 2020.
Het is mogelijk de huurovereenkomst te ondertekenen op digitale wijze en vanop afstand.
Hoofd Studentenhuisvesting Uitgevoerd
Hoofd Studentenhuisvesting Uitgevoerd
Hoofd Studentenstatuut & Studiefinanciering/ Studentenjobs Uitgevoerd
Directeur International Relations & Mobility Nog niet gestart
Hoofd Studentenhuisvesting
Nog niet gestart
Aandachtspunten voor toekomstig beleid
Na de ingebruikname van het nieuwbouwproject XY is het oplossen van de resterende pijnpunten in de nieuwbouw een prioriteit. De samenwerking met de Directie Infrastructuur binnen de VUB, onder andere omtrent het gebouwenbeheer, moet duidelijk en concreet vastgelegd worden.
In 2020 gaat het huidige afdelingshoofd Studentenhuisvesting op pensioen. Een vlotte overgang van het oude naar het nieuwe afdelingshoofd is van belang voor de continuering van de goede werking van de dienst. We voorzien een overgangsperiode waarin het nieuwe afdelingshoofd de tijd krijgt om mee te lopen en zich in te werken.
We zetten de evaluatie en opvolging van het toewijzingsbeleid verder. Bij die oefening houden we ook rekening met de studentenkamers die beschikbaar zijn via externe partners. In het bijzonder volgen we de huisvesting van internationale studenten op, zowel wat het aantal kamers als de uitrusting van de beschikbare kamers betreft. De extra capaciteit dankzij de ingebruikname van het nieuwbouw studentenhuis biedt hierbij nieuwe perspectieven.
In de samenwerking met externe actoren (Brik vzw, het sociaal verhuurkantoor voor studenten van het Brussels Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, Upgrade Estate NV, Candor, COVAS NV die de U-Residence uitbaat, de Université Libre de Bruxelles, Brussels University Alliance, de Erasmushogeschool Brussel, de Universitaire Associatie Brussel) spelen steeds meer complexe evenwichten. Het is zoeken naar een evenwicht tussen ieders doelen en belangen. Vanuit de universiteit klinkt als huisvestingsoplossing voor summer schools de vraag naar short stay verblijven tijdens de zomermaanden. Zowel op financieel vlak als op vlak van werking moeten we die piste grondig onderzoeken op haalbaarheid, al dan niet binnen de studentenkamers van de VUB. Ook al is het aanbod aan studentenhuisvesting de afgelopen vijf jaar aanzienlijk toegenomen door gezamenlijke inspanningen van het Gewest, de universiteiten en publieke en private partners, toch blijft het aanbod aan betaalbare kwalitatieve huisvesting te beperkt. Bovendien – zo toont het recente onderzoek “Studenten maken Stad” – is de huidige gewestelijke regelgeving onvoldoende flexibel om de bouw van betaalbare, kwaliteitsvolle kamers met een minimale oppervlakte en maximale collectiviteit te stimuleren. In 2018 werd de nieuwe huurwetgeving ingevoerd met onder andere de studentenhuurovereenkomst en het kwaliteitslabel voor studentenkamers. Deze wetgeving brengt een aantal moeilijkheden en aandachtspunten met zich mee voor de universiteit als eigenaar en beheerder van een groot aantal studentenkamers. Een grondige evaluatie van deze huurwetgeving in overleg met betrokken stedelijke & universitaire actoren dringt zich op:
• Herziening van de gewestelijke oppervlaktenormen (GSV) zoals ook aangegeven in het verkennend onderzoek “Studenten maken Stad” (2019)” en de uitwerking van een gewestelijk kader (“een kotenordonnantie”) met meer haalbare kwaliteitsvereisten en lastenboekeisen, met oog op het stimuleren van kwaliteit, collectiviteit en betaalbaarheid in studentenhuisvestingsprojecten;
• De uitwerking van een flexibel kader voor de verhuur van studentenkamers binnen een bewoonde particuliere gezinswoning naar model van de Leuvense “kotmadamformule”;
• De Brusselse Huisvestingscode van 2018 is onvoldoende afgestemd met andere wet- en regelgeving. Ze legt onder andere op dat studenten hun studentenkamer enkel als studieverblijf mogen bestemmen waardoor de meeste verhuurders van studentenkamers dit ook contractueel opleggen. De vreemdelingenwetgeving gebiedt echter veel internationale studenten om een verblijfsadres te registreren. Ook zelfstandige studenten zijn soms in de feiten verplicht om een domicilieadres op kot te nemen. Deze incoherentie en ambivalentie veroorzaakt regelmatig stress bij de betrokken studenten en op de betrokken loketten van betrokken studentgerichte diensten. De oplossing situeert zich op niveau aanpassing van de regelgeving, rekening houdend met beide hiervoor beschreven studentendoelgroepen.
5. SOCIALE DIENSTVERLENING
Studentenstatuut & studiefinanciering verstrekt de studenten informatie en advies op sociaaljuridisch en sociaal-financieel vlak. In het kader van inkomende en uitgaande internationale mobiliteit bieden we deze dienstverlening ook aan internationale (werk)studenten en vluchtelingen.
Studentenstatuut & studiefinanciering biedt individuele financiële ondersteuning aan (werk)studenten met een financiele nood die hen belet hun studiekosten – inclusief kosten verbonden aan uitgaande mobiliteit – te betalen. We werken daarbij aanvullend op de bestaande overheidsondersteuning9 Concreet bieden we de volgende formules van financiële ondersteuning aan:
• Huurtoelage
Studenten komen hiervoor in aanmerking als de studietoelage van de Vlaamse overheid voor een kotstudent ontoereikend is om alle studiekosten te betalen. Of indien de kotstudent geen recht heeft op een studietoelage, maar wel een duidelijke financiële nood heeft;
• Sociale toelage
Studenten komen hiervoor in aanmerking wanneer ze een duidelijke financiële nood hebben en/of de eventuele huurtoelage niet volstaat om de financiële nood te ledigen;
• Externe beurs
Een student kan een externe beurs verkrijgen als hij of zij een financiële nood ervaart en voldoet aan de voorwaarden die de externe beursverstrekker en Studentenstatuut & studiefinanciering voorschrijven;
• Buitenlandtoelage
Een student kan een buitenlandtoelage aanvragen indien de kosten van een internationale mobiliteit te zwaar doorwegen en tot een financiële nood leiden;
• Renteloze leningen op korte en lange termijn
Leningen zijn bedoeld voor studenten die een tijdelijk tekort – bijvoorbeeld bij betaling van het studiegeld of in afwachting van de studietoelage van de Vlaamse Overheid – willen overbruggen. Of voor studenten die kampen met een structurele financiële nood.
Op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus biedt Studentenstatuut & studiefinanciering, omwille van het grote aantal bezoekende studenten, dagelijkse permanenties aan. Op de Brussels Health Campus biedt de dienst een regelmatige permanentie aan van een halve dag per week.
Op de nieuwe campussen van COOVI Anderlecht, campus Oranjerie Leuven en Campus Oranjerie Diest bieden we voor de studenten die een educatieve bachelor- of masteropleiding volgen geen permanentie. Deze studenten kunnen voor specifieke vragen via mail of telefonisch contact opnemen met Studentenstatuut en studiefinanciering.
9 De Studentenraad keurde op 24 mei 2012 het basisbeleid hieromtrent goed.
Studenten kunnen een afspraak maken indien het voor hen niet mogelijk is tijdens de permanentiemomenten langs te komen. Aangezien internationale studenten vooral op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus vertoeven, maken zij vooral op die campus van deze dienstverlening gebruik.
Sinds november 2019 is de dienst, samen met de dienst Studentenhuisvesting, gehuisvest in nieuwbouw X1 op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Die formule laat toe om nauw met elkaar samen te werken. Beide diensten beschikken samen over een onthaal dat de hele dag geopend is. Studenten kunnen indien nodig documenten aan het onthaal afgeven of basisinformatie ontvangen van de onthaalmedewerker.
We verwijzen studenten, indien nodig of relevant, door naar interne of externe diensten. Denk aan de Afdeling Studietoelagen van de Vlaamse Overheid, OCMW’s of de Uitbetaler Groeipakket/ kinderbijslagfondsen. Indien nodig treedt Studentenstatuut & studiefinanciering ook bemiddelend op tussen student en externe instanties.
Het aandeel beursstudenten is een goede indicator voor het aandeel studenten met een financiële nood. Ongeveer 16% van de studenten die in een initiële opleiding of een educatieve bachelor- of masteropleiding zijn ingeschreven aan de VUB, zijn beursstudent. Meer dan één op tien studenten aan de VUB is werkstudent, goed voor circa 2.000 studenten. Er is een grote stijging te merken in het aantal werkstudenten ( 2018: 1.460; 2019: 1.999). Alleen al omwille van de omvang zijn deze studenten een niet te verwaarlozen doelgroep. Maar ook omwille van hun behoeften aan informatie met betrekking tot het sociaal-financieel en sociaaljuridisch statuut als (werk)student. Internationale studenten maken ongeveer een vierde uit van de VUB-studentenpopulatie (24,5%). 15% van de bachelorstudenten en 30% van de masterstudenten zijn buitenlanders. Iets minder dan de helft van de internationale studenten is afkomstig uit de Europese Economische Ruimte (EER)10. Niet-Europese studenten zijn voornamelijk afkomstig uit China, Turkije, India, Iran en Syrië11
Studentenjobs van de VUB leidt VUB-studenten via een databank toe naar een ruim en gevarieerd aanbod aan studentenjobs. Het jobaanbod is vandaag groter dan de vraag. Studenten met financiële noden kunnen we actief attenderen op deze jobdatabank, hetgeen hen financieel zou kunnen verder helpen.
Voor de verzekering van de buitenlandse studenten heeft de Vrije Universiteit Brussel een aantal samenwerkingen afgesloten. Op Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus12 is er met PARTENA een samenwerking afgesloten. Er zijn verder samenwerkingen met verschillende andere verzekeringsmaatschappijen zoals Via, makelaar March en A&V Consult voor bijvoorbeeld repatriërings-, (aanvullende) ziekte- en brandverzekeringen.
De universiteit organiseert kinderopvang voor de studenten. Op zowel de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus als de Brussels Health Campus is er een kinderdagverblijf. Beiden zijn vergund en gesubsidieerd13 door Kind & Gezin.
Toegang
Informatie, advies en begeleiding met betrekking tot de sociaal-financiële situatie en het sociaaljuridisch statuut en toeleiding naar een studentenjob is een voor alle studenten beschikbare dienstverlening.
Het verlenen van individuele financiële ondersteuning is voorbehouden14 aan studenten met financiële noden die aantonen dat ze:
• Voldoen aan de nationaliteitsvoorwaarden om in aanmerking te komen voor een studietoelage van de Vlaamse Overheid;
• Nog geen masterdiploma verworven hebben15 ;
• Moeilijkheden hebben om de studiekosten te betalen;
• Inspanningen leveren om inkomsten te verwerven16 ;
• Voldoende studievoortgang hebben;
• Eerder aangegane verbintenissen met Studentenstatuut & studiefinanciering nakomen. Studentenstatuut & studiefinanciering behoudt haar financiële tussenkomsten in principe voor aan studenten die voldoen aan de nationaliteitsvoorwaarden zoals bepaald door de Afdeling Studietoelagen van de Vlaamse Overheid: een duurzaam verblijf in België en/of werken in België. Voor niet-EER-studenten voorziet de Vlaamse Overheid geen financiering van studentenvoorzieningen17 Deze studenten zijn verplicht om voldoende financiële middelen aan te tonen om een geldige verblijfsvergunning in België te kunnen krijgen. Tot slot zijn geen objectieve parameters beschikbaar om de financiële status van een student met buitenlandse inkomsten te evalueren. Indien een buitenlandse student zich in een
10 De top-5 van herkomstlanden van EER-studenten zijn Nederland, Duitsland, Italië, Spanje en Frankrijk.
11 https://www.vub.be/sites/vub/files/factsfigures_2019.pdf
12 In de gemeente Jette is een PARTENA-kantoor aanwezig.
13 In de regelgeving (dd. 1/4/2014) ‘vergunde’ kinderopvang genoemd.
14 De huidige voorwaarden zijn in detail te lezen op https://student.vub.be/studiefinanciering#voorwaarden-ondersteuning.
15 Uitzondering: studenten met een masterdiploma kunnen nog in aanmerking komen voor een renteloze lening, maar niet meer voor een toelage.
16 Niet-voltijdse studenten worden verondersteld inkomsten te verwerven via een (studenten)job.
17 Niet-EER-studenten moeten, wanneer ze zich inschrijven aan een Vlaamse onderwijsinstelling, verklaren dat ze ‘self-supported’ zijn. Dat betekent dat ze over voldoende financiële middelen beschikken om zelf hun studiekosten te betalen.
uitzonderlijke situatie bevindt waardoor er een tijdelijk financieel tekort optreedt, kan er een (beperkte) financieel ondersteuning worden toegekend. Deze toekenning gebeurt door een beslissing van zowel International Relations and Mobility Office als Studentenstatuut & studiefinanciering.
In uitzonderlijke situaties kan Studentenstatuut & studiefinanciering het billijkheidsprincipe toepassen. Dat kan gebeuren wanneer het team van oordeel is dat de voorwaarden voor de student in kwestie te hard zijn. In dat geval kan het team, om billijkheidsredenen en in het voordeel van de student, afwijken van de criteria.
Alle studenten kunnen met hun baby’s en peuters voor opvang terecht in de kinderdagverblijven van de VUB. De Vlaamse Overheid verwacht dat we minstens 20% van de erkende opvangplaatsen prioritair toekennen aan kwetsbare groepen. Dit zijn bijvoorbeeld gezinnen met een laag inkomen en alleenstaande ouders. Studenten vallen meestal in deze categorie.
Nieuw in 2019
Nog nooit besteedden we een zo hoog bedrag aan renteloze leningen (op korte termijn). Het aantal blijft elk jaar stijgen. In totaal ging het in 2019 over een bedrag van €461.758. In totaal kenden we 412 leningen toe, waarvan er 352 leningen werden gebruikt om het studiegeld te betalen. Voor deze stijging zien we een aantal mogelijke verklaringen:
• Sinds het academiejaar 2015-2016 zijn de studiegelden verhoogd. Sommige studenten hebben het daardoor moeilijker om het verschuldigde studiegeld in één keer te betalen. Het gaat hierbij niet enkel om studenten die hun studiegeld zelf moeten betalen;
• Voor ouders is het vaak aangenamer om het studiegeld gespreid te betalen, wat hen toelaat om de totale studiekost te spreiden.
• De toename van het totale aantal VUB-studenten leidt tot een hogere vraag naar ondersteuning.
We merkten een stijging in de aanvragen voor een huurtoelage. In februari 2019 verhuisden de studenten van de Van der Meeren-wijk naar de nieuwbouw X. De uitbreiding van het aantal koten heeft wellicht geleid tot meer vragen voor ondersteuning.
In 2017 keurde de Studentenraad het idee om een beurs voor studentenvertegenwoordigers in te voeren goed. De achterliggende idee is dat studenten omwille van financiële redenen niet ontmoedigd mogen worden om een engagement als studentenvertegenwoordiger op te nemen. De tijd die in dat engagement wordt gestoken, kan een student immers niet besteden aan een studentenjob. In 2018-2019 konden studenten die vertegenwoordigd zijn in de studentenraad, de faculteitsraad, het faculteitsbestuur of het International Student Platform deze externe voor het eerst aanvragen. Maar geen enkele van de zes aanvragers kwam ervoor in aanmerking. Aan het begin van het academiejaar 2019-2020 ondernamen we een aantal acties om de beurs beter bekend te maken bij de studentenvertegenwoordigers. Met succes; we konden aan negen studentenvertegenwoordigers een beurs toekennen.
Het is onze ambitie om de operationele werking van Studentenstatuut & studiefinanciering verder te optimaliseren en te moderniseren. In 2019 hebben we daartoe al volgende stappen gezet:
• We hebben de aanvraagdeadlines voor financiële ondersteuning geoptimaliseerd. Hierdoor is er meer transparantie voor de studenten. Van deze deadlines kan enkel in uitzonderlijke omstandigheden worden afgeweken.
• We stelden een eenduidige procedure op voor het afsluiten van onvolledige dossiers. In het verleden kon een sociaaljuridisch adviseur zelf bepalen wanneer een dossier werd afgesloten.
• We registreren de sociaaleconomische achtergrond van de student voor alle types dienstverlening. Dat laat ons toe om voortaan ook te rapporteren over het sociaaleconomisch profiel van studenten die beroep doen op een dienstverlening van Studentenstatuut & studiefinanciering.
• In de nieuwe locatie X1 kunnen we de operationele werking makkelijker organiseren. We maakten afspraken met betrekking tot de permanenties (telefoon, email, face-to-face). De inrichting van de nieuwe kantoren laat ons toe om meer afwisseling in de permanentie in te bouwen. Dankzij die afwisseling kan elke collega tijd vrijmaken om andere taken op te nemen of noodzakelijke zaken bij te werken.
• Door de code-freeze van CALI konden we geen nieuwe projecten opstarten. De buitenlandtoelage valt dus momenteel nog buiten CALI.
Voor het tweede jaar op rij was Studentenstatuut & studiefinanciering fysiek ingebed in het VUB-inschrijvingsgebeuren. Van 12 augustus tot en met 20 september 2019 was er dagelijks een medewerker van Studentenstatuut & studiefinanciering bij de inschrijvingen aanwezig. De medewerker informeerde de toekomstige studenten (en hun ouder(s)) over de mogelijkheden van studietoelagen, begeleidde bij de aanvraag van zo’n studietoelage, informeerde over de studiekosten en -gelden en welke financiële ondersteuningsvormen er vanuit de VUB mogelijk zijn. Met dit initiatief hopen we studenten te stimuleren om hun studietoelage zo vroeg als mogelijk aan te vragen. Want hebben studenten op 1 mei van het betrokken academiejaar nog geen beslissing over hun studietoelageaanvraag ontvangen, dan zullen ze het volledige studiegeldtarief moeten bijbetalen18. Die bijkomende betaling levert veel extra administratieve belasting op voor zowel de
18 Studenten krijgen hun bijbetaling terug mocht na 1 mei blijken dat ze toch nog een positieve beslissing over de toekenning van studietoelagen hebben ontvangen.
student als de VUB. We hopen die dankzij onze ondersteuning bij inschrijving te vermijden. We ontvingen zowel van Onderwijs- en Studentenadministratie, de studenten als hun ouders positieve feedback op dit initiatief.
In 2019 kreeg Studentenstatuut & studiefinanciering in de inschrijvingslocatie, gebouw A (containergebouw), een aparte ruimte. Dit was voor Studentenstatuut & studiefinanciering een sterke verbetering ten opzichte van de open space-ruimte tijdens de inschrijvingen van 2018. De aparte ruimte garandeerde de noodzakelijke privacy om met studenten en ouders een gesprek te voeren over studiekosten/studiefinanciering. Studentenstatuut & studiefinanciering bood tijdens de infodagen van 2019 collectieve informatiesessies met algemene informatie aan. Voor nieuwe studenten organiseerden we twee sessies over de kosten en financieringsmogelijkheden in het hoger onderwijs. Twee gelijkaardige sessies organiseerden we voor werkstudenten. Voor specifieke vragen zijn er nog steeds medewerkers van Studentenstatuut & studiefinanciering aanwezig om de studenten en ouders verder te helpen.
Tijdens het uitwerken van aanvragen tot financiële ondersteuning behandelen we frequent dossiers waarbij studenten regelmatig van studierichting of instelling veranderen door de studievoortgangsbewaking die is ingebed in het hoger onderwijs. Bij problematische studievoortgang zouden we studenten niet meer verder ondersteunen. In 2019 werkten we samen met Studiebegeleiding om te bekijken hoe we een criterium kunnen opstellen om problematische studievoortgang te detecteren. We hebben dit criterium verfijnd en testen dit tijdens het academiejaar 2019-2020 uit op onze dossiers. Blijkt het criterium sluitend, dan zullen we het ter goedkeuring voorleggen aan de Studentenraad.
Sinds 1 januari 2019 moeten studenten die in België komen studeren met een studentenvisum geen aparte werkvergunning meer aanvragen bij de overheid. De overheid vermeldt voortaan op de achterzijde van de identiteitskaart op een student beperkt19 of onbeperkt mag werken. Dit zorgt bij Studentjobs voor een vereenvoudigde werkwijze; internationale studenten die solliciteren kunnen aan de hand van hun identiteitskaart eenvoudig aantonen dat ze mogen werken en kunnen zo vlotter aan de slag. Ook voor werkgevers is deze werkwijze veel efficiënter.
Selfsupporting internationale studenten die een studentenvisum aanvragen, kunnen hun solvabiliteit op drie verschillende manieren aantonen: een studiebeurs die de studiekosten in België kan dekken, een garant die kan aantonen dat hij/zij de student kan ondersteunen of een ‘blocked account’. In dit laatste geval blokkeert de student geld op een rekening van de universiteit. Vanop de geblokkeerde rekening krijgt de student maandelijks een toelage uitbetaald.
De Belgische Overheid aanvaardt steeds minder de ondertekening van een verbintenis tot ten lastenneming door een garant voor selfsupporting studenten die niet over een studiebeurs beschikken. Dit heeft te maken met het verhogen van het minimuminkomen waarover de garant moet beschikken en de moeilijkheid van garanten om een regelmatig inkomen aan te tonen via drie recente loonfiches. Dat leidde tot signalementen van professoren dat ze studenten verloren wier visum geweigerd werd wegens het niet kunnen aantonen van voldoende financiële middelen.
De dienst Vreemdelingenzaken en de ambassades, die garanties willen dat de student over voldoende financiële middelen zal beschikken gedurende zijn ganse studieverblijf, dringen steeds meer aan op het veralgemeend hanteren van het blokkeren van geld op een rekening van de universiteit als bewijs van solvabiliteit voor de betrokken selfsupporting studenten. Deze procedure impliceert een forse administratieve inspanning: het innen van het geld, het opmaken van de solvabiliteitsattesten voor de visumaanvragen en het maandelijks uitbetalen van de toelagen. Maar ondertussen zijn we gestart met het professionaliseren van de procedure van de blocked accounts20. De afgelopen drie jaar verliep de procedure manueel. Maar dit is door de explosieve stijging van het aantal aanvragen niet meer houdbaar. Voor het academiejaar 2019-2020, met ingang voor aanvragen vanaf april 2019, is er een softwarepakket ontwikkeld om de procedure te informatiseren. Een extra personeelskracht neemt voortaan exclusief de opvolging van de dossiers op zich. Het gaat om nieuwe aanvragen vanuit het buitenland (visa) en om verlengingen van verblijfsvergunningen (identiteitskaarten), zowel voor reguliere studenten (diplomacontract – één academiejaar) als voor korte verblijven (creditcontract – één semester, bijvoorbeeld voor ERASMUS uitwisselingsstudenten van buiten de EAA). In 2018-2019 registreerden we 471 aanvragen, wat leidde tot 312 geblokkeerde rekeningen. 159 studenten haakten tijdens de procedure af. Aan 276 studenten storten we maandelijks een toelage. Dat is ten opzichte van 2017-2018 een toename met 158%. Aan 36 aanvragers betaalden we het gestorte bedrag terug.
Door het ontbreken van een federale regering kan België de EU richtlijn (EU Richtlijn 2016/801 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten) niet implementeren in Belgisch recht. Dat veroorzaakt een enorm probleem voor uitgaande uitwisselingsstudenten van buiten de EEA die op uitwisseling vertrokken naar EEA landen die de richtlijn wel al implementeerden. In gecoördineerde actie met de ULB investeerden we voor deze studenten veel tijd in onderhandelingen met de Dienst Vreemdelingenzaken en de Brusselse gemeenten. Het probleem zal wellicht nog een hele tijd aanslepen. In tussentijd proberen we ad hoc-oplossin-
19 Een internationale student die in België verblijft met een studentenvisum mag maximum 20u per week werken. De student mag tijdens de officiële vakantieperiodes onbeperkt werken.
20 https://student.vub.be/en/blocked-account#blocked-account
gen te onderhandelen met de migratieadministraties in binnen- en buitenland. De zesde staatshervorming en de regeerakkoorden van 2014 brengen heel wat regelgevende evoluties met zich mee. De impact voor de sociale dienstverlening aan studenten is betekenisvol. De wijzigingen in de kinderbijslag zijn voor Vlaanderen in werking getreden op 1 januari 2019. Voor Brussel gaan de wijzigingen pas in op 1 januari 2020. Voor het betaald educatief verlof wijzigde de regelgeving in Vlaanderen op 1 september 2019. Voor Brussel is er nog geen concrete datum bekend. Tot slot is op 1 januari 2019 de aanvraagprocedure voor een werkvergunning C gewijzigd.
Voor zowel studenten als personeel is het niet altijd duidelijk wat de concrete impact is van de wijzigingen. Dat is veelal te wijten aan inconsequenties of onduidelijke interpretaties in de beleidsontwikkelingen. We streven ernaar om correcte informatie aan studenten, ouders en personeel te geven. Maar door het gebrek aan informatie en het niet op elkaar afgestemd zijn van de informatie, is dit niet altijd een gemakkelijke opdracht. Het kinderdagverblijf op de Brussels Health Campus heeft er een woelig jaar opzitten. Op 6 mei 2019 zijn zowel het kinderdagverblijf als de consultaties van Kind & Gezin, die er wekelijks doorgaan, verhuisd naar een nieuwe tijdelijke locatie boven de medische bibliotheek. Met ingang van die datum is ook de erkende opvangcapaciteit gestegen, van 91 erkende voltijdse plaatsen naar 114.
Kengetallen en trends
Kengetallen en trends
Aantal studenten aan Vlaamse universiteiten
Aantal studenten aan VUB
Aantal beursstudenten aan Vlaamse universiteiten
Aantal beursstudenten aan VUB
Figuur 14: Evolutie beursstudenten en aantal studenten die in een opleiding zijn ingeschreven waarvoor een studietoelage kan toegekend worden aan de VUB én aan de Vlaamse universiteiten in de periode 2008-2009 tot 2017-2018. Sinds 20082009 is er stijging van 47% aan beursstudenten aan de Vlaamse universiteiten. Het aantal beursstudenten aan de Vlaamse universiteiten stijgt tussen 2016-2017 en 2017-2018 met 7%. Het aantal beursstudenten aan de VUB steeg in 10 jaar met 68% (AJ 2008-2009 1475 studenten; AJ 2017-2018 2477 studenten). Er is steeds een stijging te merken in het aantal beursstudenten aan de VUB (cfr stijging van 13% tussen AJ 2016-2017 en AJ 2017-2018).
Figuur 14: Evolutie beursstudenten en aantal studenten die in een opleiding zijn ingeschreven waarvoor een studietoelage kan toegekend worden aan de VUB én aan de Vlaamse universiteiten in de periode 2008-2009 tot 2017-2018. Sinds 2008-2009 is er stijging van 47% aan beursstudenten aan de Vlaamse universiteiten. Het aantal beursstudenten aan de Vlaamse universiteiten stijgt tussen 2016-2017 en 2017-2018 met 7%. Het aantal beursstudenten aan de VUB steeg in 10 jaar met 68% (AJ 2008-2009 1475 studenten; AJ 2017-2018 2477 studenten). Er is steeds een stijging te merken in het aantal beursstudenten aan de VUB (cfr stijging van 13% tussen AJ 2016-2017 en AJ 2017-2018).
Gemiddeld toegekend studietoelagebedrag
Evolutie beursstudenten
ingeschreven waarvoor een studietoelage kan toegekend worden aan de VUB én aan de Vlaamse universiteiten in de periode 2008-2009 tot 2017-2018. Sinds 2008-2009 is er stijging van 47% aan beursstudenten aan de Vlaamse universiteiten. Het aantal beursstudenten aan de Vlaamse universiteiten stijgt tussen 2016-2017 en 2017-2018 met 7%. Het aantal beursstudenten aan de VUB steeg in 10 jaar met 68% (AJ 2008-2009 1475 studenten; AJ 2017-2018 2477 studenten). Er is steeds een stijging te merken in het aantal beursstudenten aan de VUB (cfr stijging van 13% tussen AJ 2016-2017 en AJ 2017-2018).
Gemiddeld toegekend studietoelagebedrag
Figuur 15: Evolutie van het gemiddeld toegekend studietoelagebedrag van beursstudenten aan de Vlaamse universiteiten in de periode 2008-2009 tot 2017-2018. Tot 2014-2015 hadden beursstudenten aan de VUB doorgaans het hoogste studietoelagebedrag in vergelijking met hun medestudenten aan de andere Vlaamse universiteiten; VUB-studenten lijken dus financieel kwetsbaarder te zijn. Vanaf 2015-2016 lijkt daarin een kentering te komen. De verschillen tussen de universiteiten is kleiner, maar het bedrag blijft wel stijgen voor alle studenten.
Figuur 15: Evolutie van het gemiddeld toegekend studietoelagebedrag van beursstudenten aan de Vlaamse universiteiten in de periode 2008-2009 tot 2017-2018. Tot 2014-2015 hadden beursstudenten aan de VUB doorgaans het hoogste studietoelagebedrag in vergelijking met hun medestudenten aan de andere Vlaamse universiteiten; VUB-studenten lijken dus financieel kwetsbaarder te zijn. Vanaf 2015-2016 lijkt daarin een kentering te komen. De verschillen tussen de universiteiten is kleiner, maar het bedrag blijft wel stijgen voor alle studenten.
Percentage kotstudenten met een maximale studietoelage
KULeuven UAntwerpen UGent UHasselt VUB
Figuur 16: Het percentage van beursstudenten op kot met een maximum studietoelage binnen de groep beursstudenten die op kot zitten in de periode 2008-2009 tot 2017-2018 is aan de VUB het hoogst van alle Vlaamse universiteiten. De VUB trekt dus een relatief opvallend hoog aantal kotstudenten met ernstige financiële noden aan. Voor 2017-2018 zijn er vanuit de Vlaamse overheid nog geen cijfers beschikbaar over de andere instellingen.
Figuur 16: Het percentage van beursstudenten op kot met een maximum studietoelage binnen de groep beursstudenten die op kot zitten in de periode 2008-2009 tot 2017-2018 is aan de VUB het hoogst van alle Vlaamse universiteiten. De VUB trekt dus een relatief opvallend hoog aantal kotstudenten met ernstige financiële noden aan. Voor 2017-2018 zijn er vanuit de Vlaamse overheid nog geen cijfers beschikbaar over de andere instellingen
Financiële ondersteuning aan studenten
Aantal unieke studenten met
KULeuven Uantwerpen UGent UHasselt VUB
Figuur 16: Het percentage van beursstudenten op kot met een maximum studietoelage binnen de groep beursstudenten die op kot zitten in de periode 2008-2009 tot 2017-2018 is aan de VUB het hoogst van alle Vlaamse universiteiten. De VUB trekt dus een relatief opvallend hoog aantal kotstudenten met ernstige financiële noden aan. Voor 2017-2018 zijn er vanuit de Vlaamse overheid nog geen cijfers beschikbaar over de andere instellingen.
Financiële ondersteuning aan studenten
Aantal unieke studenten met aanvra(a)g(en)
Aantal unieke studenten met toekenning(en)
Figuur 17: Aantal studenten dat in de periode 2014-2019 één of meer aanvragen voor een (financiële) ondersteuning(en) heeft ingediend bij Studentenstatuut & studiefinanciering versus het aantal studenten dat één of meer (financiële) ondersteuning(en) heeft gekregen. We merken dat deze cijfers steeds verder in stijgende lijn gaan: we ondersteunen dus steeds meer (financieel kwetsbare) studenten. De cijfers over het jaarlijks besteedde budget geven eenzelfde stijging weer.
Figuur 17: Aantal studenten dat in de periode 2014-2019 één of meer aanvragen voor een (financiële) ondersteuning(en) heeft ingediend bij Studentenstatuut & studiefinanciering versus het aantal studenten dat één of meer (financiële) ondersteuning(en) heeft gekregen. We merken dat deze cijfers steeds verder in stijgende lijn gaan: we ondersteunen dus steeds meer (financieel kwetsbare) studenten. De cijfers over het jaarlijks besteedde budget geven eenzelfde stijging weer.
Tabel 3: aantal in 2019 uitgekeerde toelagen en leningen aan studenten, inclusief de range en mediaan van de uitgekeerde bedragen. Huurtoelagen worden in theorie toegekend voor 12 maanden. Maar er zijn ook studenten die voor een kortere periode een huurtoelage ontvangen (bijvoorbeeld in geval van laattijdige aanvraag of vroegtijdige opzeg van het huurcontract). 51% van de leningen studiegeld werden aangevraagd door studenten in een tweeoudergezin. In 23% van de aanvragen tot een lening studiegeld hadden beide ouders een inkomen uit arbeid.
Tabel 3: aantal in 2019 uitgekeerde toelagen en leningen aan studenten, inclusief de range en mediaan van de uitgekeerde bedragen. Huurtoelagen worden in theorie toegekend voor 12 maanden. Maar er zijn ook studenten die voor een kortere periode een huurtoelage ontvangen (bijvoorbeeld in geval van laattijdige aanvraag of vroegtijdige opzeg van het huurcontract).
51% van de leningen studiegeld werden aangevraagd door studenten in een tweeoudergezin. In 23% van de aanvragen tot een lening studiegeld hadden beide ouders een inkomen uit arbeid.
Gespendeerd budget financiële ondersteuning
Figuur 18: Door Studentenstatuut & studiefinanciering gespendeerd budget aan financiële ondersteuning voor studenten in de periode 2010-2019. Sinds 2018 merken we opnieuw een stijging in het uitgegeven bedrag voor de huurtoelage: dit komt door een toename in het aantal toegekende huurtoelagen en de verhoging van de bedragen van de huurtoelage met €10/maand. Begin 2019 verhuisde de studenten van de campuskoten naar de nieuwbouw X op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Hierdoor steeg het aanbod in kamers ook, waardoor meer studenten een huurtoelage konden aanvragen. 2015 gaf een piek-beeld omdat de VUB-huurtoelagen van het eerste deel van het academiejaar 2015-2016 al op het budget van 2015 werden geboekt, daar waar dit voorheen in het daaropvolgende jaar werd ingeboekt. Vanaf 2016 geven de cijfers de uitgaven per kalenderjaar weer.
We zien dat het budget sociale toelagen de afgelopen jaren ook licht toeneemt, al zeker de voorbije twee jaar. Na de daling van het gespendeerde bedrag sociale toelagen in 2018 is er in 2019 opnieuw een stijging. Het aantal aanvragen blijft elk academiejaar stijgen. Aan het begin van het academiejaar dienen veel studenten hun aanvraag in. De verwerking van de aanvraag is niet altijd mogelijk binnen het eerste semester. Hierdoor zijn er nog veel aanvragen die in 2019 werden ingediend die in 2020 pas worden uitgewerkt (ongeveer 60 dossiers). Dit heeft een invloed in het totaal gespendeerd bedrag sociale toelagen.
Figuur 18: Door Studentenstatuut & studiefinanciering gespendeerd budget aan financiële ondersteuning voor studenten in de periode 2010-2019. Sinds 2018 merken we opnieuw een stijging in het uitgegeven bedrag voor de huurtoelage: dit komt door een toename in het aantal toegekende huurtoelagen en de verhoging van de bedragen van de huurtoelage met €10/maand. Begin 2019 verhuisde de studenten van de campuskoten naar de nieuwbouw X op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Hierdoor steeg het aanbod in kamers ook, waardoor meer studenten een huurtoelage konden aanvragen. 2015 gaf een piek-beeld omdat de VUB-huurtoelagen van het eerste deel van het academiejaar 2015-2016 al op het budget van 2015 werden geboekt, daar waar dit voorheen in het daaropvolgende jaar werd ingeboekt. Vanaf 2016 geven de cijfers de uitgaven per kalenderjaar weer. We zien dat het budget sociale toelagen de afgelopen jaren ook licht toeneemt, al zeker de voorbije twee jaar. Na de daling van het gespendeerde bedrag sociale toelagen in 2018 is er in 2019 opnieuw een stijging. Het aantal aanvragen blijft elk academiejaar stijgen. Aan het begin van het academiejaar dienen veel studenten hun aanvraag in. De verwerking van de aanvraag is niet altijd mogelijk binnen het eerste semester. Hierdoor zijn er nog veel aanvragen die in 2019 werden ingediend die in 2020 pas worden uitgewerkt (ongeveer 60 dossiers). Dit heeft een invloed in het totaal gespendeerd bedrag sociale toelagen.
Het valt op dat het budget gespendeerd aan renteloze studieleningen de laatste jaren enorm toegenomen is. Dit is te verklaren door het grotere aantal renteloze studieleningen die werden toegekend voor betaling van het studiegeld. Het studiegeld gespreid kunnen betalen zou een elegante oplossing bieden voor de meeste van deze studenten.
Het valt op dat het budget gespendeerd aan renteloze studieleningen de laatste jaren enorm toegenomen is. Dit is te verklaren door het grotere aantal renteloze studieleningen die werden toegekend voor betaling van het studiegeld. Het studiegeld gespreid kunnen betalen zou een elegante oplossing bieden voor de meeste van deze studenten.
Verdeling huurtoelage
Figuur 19: Verdeling aandeel huurtoelagen over beurs- en niet-beursstudenten enerzijds voor VUB-kamers, anderzijds voor privékamers voor de periode 2011-2019. De verdeling beursstudent versus niet-beursstudent situeert zich voor de huurtoelagen sinds 2018 gemiddeld genomen rond een 90-10-verdeling.
Figuur 19: Verdeling aandeel huurtoelagen over beurs- en niet-beursstudenten enerzijds voor VUB-kamers, anderzijds voor privékamers voor de periode 2011-2019. De verdeling beursstudent versus niet-beursstudent situeert zich voor de huurtoelagen sinds 2018 gemiddeld genomen rond een 90-10-verdeling.
Aanvragen en uitbetalingen buitenlandtoelage
Externe beurzen Sociale toelage Renteloze leningen Huurtoelagen Buitenlandtoelage
Figuur 19: Verdeling aandeel huurtoelagen over beurs- en niet-beursstudenten enerzijds voor VUB-kamers, anderzijds voor privékamers voor de periode 2011-2019. De verdeling beursstudent versus niet-beursstudent situeert zich voor de huurtoelagen sinds 2018 gemiddeld genomen rond een 90-10-verdeling.
Figuur 19: Verdeling aandeel huurtoelagen over beurs- en niet-beursstudenten enerzijds voor VUB-kamers, anderzijds voor privékamers voor de periode 2011-2019. De verdeling beursstudent versus niet-beursstudent situeert zich voor de huurtoelagen sinds 2018 gemiddeld genomen rond een 90-10-verdeling.
en uitbetalingen
en uitbetalingen
aantal aanvragen aantal aanvragen die voldeden aan de voorwaarden aantal uitbetalingen
aantal aanvragen aantal aanvragen die voldeden aan de voorwaarden aantal uitbetalingen
Figuur 20: aantal aanvragen en uitbetalingen voor een buitenlandtoelage sinds de invoering voor het academiejaar 2017-2018. De cijfers sinds 2018 gaan in stijgende lijn aangezien 2018 het eerste volledige kalenderjaar was waarin buitenlandtoelagen konden aangevraagd en uitbetaald worden.
Figuur 20: aantal aanvragen en uitbetalingen voor een buitenlandtoelage sinds de invoering voor het academiejaar 20172018. De cijfers sinds 2018 gaan in stijgende lijn aangezien 2018 het eerste volledige kalenderjaar was waarin buitenlandtoelagen konden aangevraagd en uitbetaald worden.
Figuur 20: aantal aanvragen en uitbetalingen voor een buitenlandtoelage sinds de invoering voor het academiejaar 2017-2018. De cijfers sinds 2018 gaan in stijgende lijn aangezien 2018 het eerste volledige kalenderjaar was waarin buitenlandtoelagen konden aangevraagd en uitbetaald worden.
Aanvragen en uitbetalingen beurs voor studentenvertegenwoordigers
Aanvragen en uitbetalingen beurs voor studentenvertegenwoordigers
aantal aanvragen aantan aanvragen die voldeden aan de voorwaarden
aantal aanvragen aantan aanvragen die voldeden aan de voorwaarden
Figuur 21: aantal aanvragen en uitbetalingen voor een beurs voor studentenvertegenwoordigers, sinds sinds de invoering voor het academiejaar 2018-2019 In 2019 konden we negen aanvragen honoreren. We hebben dat academiejaar forser ingezet op het bekend maken van de externe beurs bij de studentenvertegenwoordigers.
Figuur 21: aantal aanvragen en uitbetalingen voor een beurs voor studentenvertegenwoordigers, sinds sinds de invoering voor het academiejaar 2018-2019. In 2019 konden we negen aanvragen honoreren. We hebben dat academiejaar forser ingezet op het bekend maken van de externe beurs bij de studentenvertegenwoordigers.
Figuur 21: aantal aanvragen en uitbetalingen voor een beurs voor studentenvertegenwoordigers, sinds sinds de invoering voor het academiejaar 2018-2019. In 2019 konden we negen aanvragen honoreren. We hebben dat academiejaar forser ingezet op het bekend maken van de externe beurs bij de studentenvertegenwoordigers.
Figuur 22: Verdeling contacten Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs, opgedeeld per contacttype, in de periode 2015-2019. De meesten contacten gebeuren via e-mail en face-to-face. We merkten in 2018 wel een aanzienlijke daling in het aantal contacten in het algemeen. Dit is deels te verklaren door het nieuwe systeem dat in gebruik werd genomen voor de aanstelling jobstudenten aan de VUB enerzijds en anderzijds door het in gebruik nemen van een nieuwe vacaturedatabank. Tot en met 2017 moesten studenten persoonlijk langskomen bij Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs om hun studentencontract te ondertekenen, wanneer zij als jobstudent op de VUB werkten. Dit was jaarlijks goed voor zo’n 2.250 contacten. Vanaf oktober 2017 is dit niet meer het geval en ondertekent de student zijn/haar contract op de VUB-dienst zelf waar hij/zij gaat werken. Daarnaast kunnen VUB-studenten vanaf heden ook rechtstreeks de VUB-dienst die een vacature voor een jobstudent heeft, contacteren om te solliciteren. Voorheen moesten studenten hiervoor via email contact opnemen met Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs. Hierdoor zijn er ook zo’n 1.000 e-mailcontacten minder in 2018. In 2019 zien we opnieuw een aanzienlijke stijging van het aantal mails en een beperkte stijging in het aantal face-to-face contacten. Dit kan te verklaren zijn door het toenemende aantal ingeschreven studenten.
Figuur 22: Verdeling contacten Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs, opgedeeld per contacttype, in de periode 2015-2019. De meesten contacten gebeuren via e-mail en face-to-face. We merkten in 2018 wel een aanzienlijke daling in het aantal contacten in het algemeen. Dit is deels te verklaren door het nieuwe systeem dat in gebruik werd genomen voor de aanstelling jobstudenten aan de VUB enerzijds en anderzijds door het in gebruik nemen van een nieuwe vacaturedatabank. Tot en met 2017 moesten studenten persoonlijk langskomen bij Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs om hun studentencontract te ondertekenen, wanneer zij als jobstudent op de VUB werkten. Dit was jaarlijks goed voor zo’n 2.250 contacten. Vanaf oktober 2017 is dit niet meer het geval en ondertekent de student zijn/haar contract op de VUB-dienst zelf waar hij/zij gaat werken. Daarnaast kunnen VUB-studenten vanaf heden ook rechtstreeks de VUB-dienst die een vacature voor een jobstudent heeft, contacteren om te solliciteren. Voorheen moesten studenten hiervoor via e-mail contact opnemen met Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs. Hierdoor zijn er ook zo’n 1.000 e-mailcontacten minder in 2018. In 2019 zien we opnieuw een aanzienlijke stijging van het aantal mails en een beperkte stijging in het aantal face-to-face contacten. Dit kan te verklaren zijn door het toenemende aantal ingeschreven studenten.
Figuur 22: Verdeling contacten Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs, opgedeeld per contacttype, in de periode 2015-2019. De meesten contacten gebeuren via e-mail en face-to-face. We merkten in 2018 wel een aanzienlijke daling in het aantal contacten in het algemeen. Dit is deels te verklaren door het nieuwe systeem dat in gebruik werd genomen voor de aanstelling jobstudenten aan de VUB enerzijds en anderzijds door het in gebruik nemen van een nieuwe vacaturedatabank. Tot en met 2017 moesten studenten persoonlijk langskomen bij Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs om hun studentencontract te ondertekenen, wanneer zij als jobstudent op de VUB werkten. Dit was jaarlijks goed voor zo’n 2.250 contacten. Vanaf oktober 2017 is dit niet meer het geval en ondertekent de student zijn/haar contract op de VUB-dienst zelf waar hij/zij gaat werken. Daarnaast kunnen VUB-studenten vanaf heden ook rechtstreeks de VUB-dienst die een vacature voor een jobstudent heeft, contacteren om te solliciteren. Voorheen moesten studenten hiervoor via email contact opnemen met Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs. Hierdoor zijn er ook zo’n 1.000 e-mailcontacten minder in 2018. In 2019 zien we opnieuw een aanzienlijke stijging van het aantal mails en een beperkte stijging in het aantal face-to-face contacten. Dit kan te verklaren zijn door het toenemende aantal ingeschreven studenten.
Contacten per maand
Contacten per maand
Figuur 23: Verdeling contacten Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs per maand in de periode 2015-2019. Een duidelijke piek is merkbaar rond de start van het academiejaar. In 2019 was de dienst in november een week gesloten omwille van verhuis. In 2019 heeft de dienst de meerderheid van zijn contacten (75%) met studenten. 8% van de contacten is met collega’s. De andere 17% is met externen (8%), ouder(s) van studenten (4%), toekomstige studenten (4%) of ex-studenten (1%). Bijna de helft van de contactvragen in 2019 gaat over de financiële dienstverlening/ondersteuning van Studentenstatuut & studiefinanciering (45%). Daarna volgen vragen over de dienstverlening voor studentenjobs (25%), sociaal financiële problemen/thema’s (14%), studietoelagen (10%), sociaaljuridische problemen/thema’s (3%) en psychosociale thema’s of andere vragen21 (3%).
Figuur 23: Verdeling contacten Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs per maand in de periode 2015-2019. Een duidelijke piek is merkbaar rond de start van het academiejaar. In 2019 was de dienst in november een week gesloten omwille van verhuis. In 2019 heeft de dienst de meerderheid van zijn contacten (75%) met studenten. 8% van de contacten is met collega’s. De andere 17% is met externen (8%), ouder(s) van studenten (4%), toekomstige studenten (4%) of ex-studenten (1%). Bijna de helft van de contactvragen in 2019 gaat over de financiële dienstverlening/ondersteuning van Studentenstatuut & studiefinanciering (45%). Daarna volgen vragen over de dienstverlening voor studentenjobs (25%), sociaal financiële problemen/thema’s (14%), studietoelagen (10%), sociaaljuridische problemen/thema’s (3%) en psychosociale thema’s of andere vragen21 (3%).
Figuur 23: Verdeling contacten Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs per maand in de periode 2015-2019. Een duidelijke piek is merkbaar rond de start van het academiejaar. In 2019 was de dienst in november een week gesloten omwille van verhuis. In 2019 heeft de dienst de meerderheid van zijn contacten (75%) met studenten. 8% van de contacten is met collega’s. De andere 17% is met externen (8%), ouder(s) van studenten (4%), toekomstige studenten (4%) of ex-studenten (1%). Bijna de helft van de contactvragen in 2019 gaat over de financiële dienstverlening/ondersteuning van Studentenstatuut & studiefinanciering (45%). Daarna volgen vragen over de dienstverlening voor studentenjobs (25%), sociaal financiële problemen/ thema’s (14%), studietoelagen (10%), sociaaljuridische problemen/thema’s (3%) en psychosociale thema’s of andere vragen21 (3%).
21 ‘Andere vragen’ heeft betrekking op: probleem uitbetalen kinderbijslag, info/advies curriculum, info/advies inschrijvingen, info/advies op kot gaan, invullen attesten
21 ‘Andere vragen’ heeft betrekking op: probleem uitbetalen kinderbijslag, info/advies curriculum, info/advies inschrijvingen, info/advies op kot gaan, invullen attesten
21 ‘Andere vragen’ heeft betrekking op: probleem uitbetalen kinderbijslag, info/advies curriculum, info/advies inschrijvingen, info/advies op kot gaan, invullen attesten
-jobdatabank
Figuur 24: Aantal vacatures voor studentenjobs tijdens het academiejaar en vakantieperioden - opgesplitst naar gepubliceerde vacatures van de VUB en bij externe werkgevers (buiten de VUB) - dat gepubliceerd werd op de jobdatabank in de periode 2015-201922
Figuur 24: Aantal vacatures voor studentenjobs tijdens het academiejaar en vakantieperioden - opgesplitst naar gepubliceerde vacatures van de VUB en bij externe werkgevers (buiten de VUB) - dat gepubliceerd werd op de jobdatabank in de periode 2015-201922 .
Uit oudere cijfers kunnen we afleiden dat tussen 1998 en 2014 het aantal studentenjobs, uitgevoerd door VUBstudenten (op basis van ramingen van aantal gepubliceerde studentenjobs), ongeveer verdriedubbeld is. Voor 2019 kunnen de cijfers als volgt opgesplitst worden: VUB-jobs: 32%; jobs bij bedrijven en organisaties (buiten VUB): 53%; jobs bij particulieren als babysitter/oppashulp: 4%; jobs bij particulieren als bijlesgever/huiswerkbegeleider: 11%.
Uit oudere cijfers kunnen we afleiden dat tussen 1998 en 2014 het aantal studentenjobs, uitgevoerd door VUB-studenten (op basis van ramingen van aantal gepubliceerde studentenjobs), ongeveer verdriedubbeld is. Voor 2019 kunnen de cijfers als volgt opgesplitst worden: VUB-jobs: 32%; jobs bij bedrijven en organisaties (buiten VUB): 53%; jobs bij particulieren als babysitter/oppashulp: 4%; jobs bij particulieren als bijlesgever/huiswerkbegeleider: 11%.
Er werden minder studentenjobs gepubliceerd dan de voorbije jaren. De daling is het sterkst te merken bij de privé-jobs. Er blijft echter nog een overschot aan vacatures op de jobdatabank.
Er werden minder studentenjobs gepubliceerd dan de voorbije jaren. De daling is het sterkst te merken bij de privé-jobs. Er blijft echter nog een overschot aan vacatures op de jobdatabank.
Aantal arbeidsovereenkomsten VUB-jobs
Figuur 25: Aantal arbeidsovereenkomsten voor jobstudenten aan de VUB in de periode 2007 tot 2019. Arbeidsovereenkomsten worden om applicatie-technische redenen voor beperkte duur gegeven: maximum een maand, nooit maand overschrijdend (bv. werken van 15/1 tot 15/2 resulteert in 2 contracten), en vaak aan dezelfde studenten voor dezelfde job. Het aantal arbeidsovereenkomsten voor VUB studentenjobs stijgt elk jaar.
Figuur 25: Aantal arbeidsovereenkomsten voor jobstudenten aan de VUB in de periode 2007 tot 2019. Arbeidsovereenkomsten worden om applicatie-technische redenen voor beperkte duur gegeven: maximum een maand, nooit maand overschrijdend (bv. werken van 15/1 tot 15/2 resulteert in 2 contracten), en vaak aan dezelfde studenten voor dezelfde job. Het aantal arbeidsovereenkomsten voor VUB studentenjobs stijgt elk jaar.
22 Het aandeel VUB-jobs lijkt erg beperkt in vergelijking met de externe jobs. Dit komt omdat niet alle VUB-jobs (tegen de afgesproken policy in) via de jobdatabank worden bekend gemaakt. Soms worden studenten rechtstreeks aangeworven door een VUB-dienst. Ook werken bepaalde studenten op vaste tijdstippen op een VUB-dienst, zonder dat er voor deze beschikbare studentenjobs elke keer opnieuw een vacaturebericht op de jobdatabank geplaatst wordt.
22 ‘Het aandeel VUB-jobs lijkt erg beperkt in vergelijking met de externe jobs. Dit komt omdat niet alle VUB-jobs (tegen de afgesproken policy in) via de jobdatabank worden bekend gemaakt. Soms worden studenten rechtstreeks aangeworven door een VUB-dienst. Ook werken bepaalde studenten op vaste tijdstippen op een VUB-dienst, zonder dat er voor deze beschikbare studentenjobs elke keer opnieuw een vacaturebericht op de jobdatabank geplaatst wordt.
Totaal aantal gepresteerde uren door VUB-studenten voor VUB-jobs
Totaal aantal gepresteerde uren door VUB-studenten voor VUB-jobs
Totaal aantal gepresteerde uren door VUB-studenten voor VUB-jobs
Figuur 26: Totale aantal gepresteerde uren door studenten op VUB-diensten in de periode 2010-2019. Deze cijfers tonen aan dat het aantal tewerkstellingen op de VUB in de afgelopen jaren, ondanks een daling in 2018, een stijgende trend kent (toename van het aantal gepresteerde uren van ruim 70% in de periode 2010-2019).
Figuur 26: Totale aantal gepresteerde uren door studenten op VUB-diensten in de periode 2010-2019. Deze cijfers tonen aan dat het aantal tewerkstellingen op de VUB in de afgelopen jaren, ondanks een daling in 2018, een stijgende trend kent (toename van het aantal gepresteerde uren van ruim 70% in de periode 2010-2019).
Figuur 26: Totale aantal gepresteerde uren door studenten op VUB-diensten in de periode 2010-2019. Deze cijfers tonen aan dat het aantal tewerkstellingen op de VUB in de afgelopen jaren, ondanks een daling in 2018, een stijgende trend kent (toename van het aantal gepresteerde uren van ruim 70% in de periode 2010-2019).
Figuur 26: Totale aantal gepresteerde uren door studenten op VUB-diensten in de periode 2010-2019. Deze cijfers tonen aan dat het aantal tewerkstellingen op de VUB in de afgelopen jaren, ondanks een daling in 2018, een stijgende trend kent (toename van het aantal gepresteerde uren van ruim 70% in de periode 2010-2019).
Totaal aantal tewerkgestelde studenten voor VUB-jobs
Totaal aantal tewerkgestelde studenten voor VUB-jobs
Totaal aantal tewerkgestelde studenten voor VUB-jobs
Figuur 27: Totale aantal tewerkgestelde studenten op VUB-diensten in de periode 2007-2019. Deze cijfers tonen een duidelijk stijgende trend, (toename van het aantal tewerkgestelde studenten van ruim 60% in de periode 2007-2019). Na een daling in 2018 is er in 2019 opnieuw een duidelijke stijging.
Figuur 27: Totale aantal tewerkgestelde studenten op VUB-diensten in de periode 2007-2019. Deze cijfers tonen een duidelijk stijgende trend, (toename van het aantal tewerkgestelde studenten van ruim 60% in de periode 2007-2019). Na een daling in 2018 is er in 2019 opnieuw een duidelijke stijging.
Figuur 27: Totale aantal tewerkgestelde studenten op VUB-diensten in de periode 2007-2019. Deze cijfers tonen een duidelijk stijgende trend, (toename van het aantal tewerkgestelde studenten van ruim 60% in de periode 2007-2019). Na een daling in 2018 is er in 2019 opnieuw een duidelijke stijging.
Figuur 27: Totale aantal tewerkgestelde studenten op VUB-diensten in de periode 2007-2019. Deze cijfers tonen een duidelijk stijgende trend, (toename van het aantal tewerkgestelde studenten van ruim 60% in de periode 2007-2019). Na een daling in 2018 is er in 2019 opnieuw een duidelijke stijging.
Aantal kinderen in kinderdagverblijf vlakbij Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus
Aantal kinderen in kinderdagverblijf vlakbij Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus
Aantal kinderen in kinderdagverblijf vlakbij Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus
Master
Figuur 28: aantal kinderen en kinderen van studenten dat in de periode 2014 -2019 gebruik maakte van het kinderdagverblijf vlakbij Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Van de 41 opgevangen kinderen die tot een voorrangsgroep behoren zoals gedefinieerd door Kind & Gezin, komen 37 kinderen uit een kwetsbaar gezin: een gezin met een netto belastbaar jaarinkomen onder de €28.346,04. Meer dan de helft van deze groep kinderen heeft minstens één ouder die student is. In deze groep zitten ook kinderen waarvan minstens één van beide ouders doctoraatsstudent is. Aangezien doctoraatstudenten vaak een niet-belastbaar inkomen ontvangen, kunnen deze cijfers een vertekend beeld geven van de groep kinderen die we als kwetsbaar definiëren omwille van een laag inkomen.
Figuur 28: aantal kinderen en kinderen van studenten dat in de periode 2014 -2019 gebruik maakte van het kinderdagverblijf vlakbij Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Van de 41 opgevangen kinderen die tot een voorrangsgroep behoren zoals gedefinieerd door Kind & Gezin, komen 37 kinderen uit een kwetsbaar gezin: een gezin met een netto belastbaar jaarinkomen onder de €28.346,04. Meer dan de helft van deze groep kinderen heeft minstens één ouder die student is. In deze groep zitten ook kinderen waarvan minstens één van beide ouders doctoraatsstudent is. Aangezien doctoraatstudenten vaak een niet-belastbaar inkomen ontvangen, kunnen deze cijfers een vertekend beeld geven van de groep kinderen die we als kwetsbaar definiëren omwille van een laag inkomen.
Figuur 28: aantal kinderen en kinderen van studenten dat in de periode 2014 -2019 gebruik maakte van het kinderdagverblijf vlakbij Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Van de 41 opgevangen kinderen die tot een voorrangsgroep behoren zoals gedefinieerd door Kind & Gezin, komen 37 kinderen uit een kwetsbaar gezin: een gezin met een netto belastbaar jaarinkomen onder de €28.346,04. Meer dan de helft van deze groep kinderen heeft minstens één ouder die student is. In deze groep zitten ook kinderen waarvan minstens één van beide ouders doctoraatsstudent is. Aangezien doctoraatstudenten vaak een niet-belastbaar inkomen ontvangen, kunnen deze cijfers een vertekend beeld geven van de groep kinderen die we als kwetsbaar definiëren omwille van een laag inkomen.
Figuur 28: aantal kinderen en kinderen van studenten dat in de periode 2014 -2019 gebruik maakte van het kinderdagverblijf vlakbij Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Van de 41 opgevangen kinderen die tot een voorrangsgroep behoren zoals gedefinieerd door Kind & Gezin, komen 37 kinderen uit een kwetsbaar gezin: een gezin met een netto belastbaar jaarinkomen onder de €28.346,04. Meer dan de helft van deze groep kinderen heeft minstens één ouder die student is. In deze groep zitten ook kinderen waarvan minstens één van beide ouders doctoraatsstudent is. Aangezien doctoraatstudenten vaak een niet-belastbaar inkomen ontvangen, kunnen deze cijfers een vertekend beeld geven van de groep kinderen die we als kwetsbaar definiëren omwille van een laag inkomen.
kinderen in kinderdagverblijf Brussels Health Campus
Figuur 29: aantal kinderen en kinderen van studenten dat in de periode 2014 - 2019 gebruik maakte van het kinderdagverblijf op de Brussels Health Campus.
In 2019 kon het kinderdagverblijf 48 kinderen uit een voorrangsgroep opvangen. Van deze 48 kinderen komen er 40 uit een kwetsbaar gezin. Dat is 23% van het totaal aantal opgevangen kinderen op de Brussels Health Campus. Een aanzienlijk deel van de betrokken studenten zijn doctoraatsstudenten. Aangezien doctoraatstudenten vaak een niet-belastbaar inkomen ontvangen, kunnen deze cijfers een vertekend beeld geven van de groep kinderen die we als kwetsbaar definiëren omwille van een laag inkomen.
Figuur 29: aantal kinderen en kinderen van studenten dat in de periode 2014 - 2019 gebruik maakte van het kinderdagverblijf op de Brussels Health Campus. In 2019 kon het kinderdagverblijf 48 kinderen uit een voorrangsgroep opvangen. Van deze 48 kinderen komen er 40 uit een kwetsbaar gezin. Dat is 23% van het totaal aantal opgevangen kinderen op de Brussels Health Campus. Een aanzienlijk deel van de betrokken studenten zijn doctoraatsstudenten. Aangezien doctoraatstudenten vaak een niet-belastbaar inkomen ontvangen, kunnen deze cijfers een vertekend beeld geven van de groep kinderen die we als kwetsbaar definiëren omwille van een laag inkomen. In 2019 heeft het kinderdagverblijf een presetatiepercentage gehaald van 76%. Dit lagere percentage is te wijten aan onder andere een driemaal uitgestelde verhuisdatum naar het nieuwe tijdelijke kinderdagverblijf (tussen november 2018 en mei 2019). Nieuwe opnames van baby’s en peuters werden uitgesteld, andere kinderen maakten sneller de overstap naar school om de verhuis en aanpassing aan nieuwe omgeving niet meer te moeten maken. Anderzijds behaalde het kinderdagverblijf wel een bezettingspercentage van 100,4%.
In 2019 heeft het kinderdagverblijf een presetatiepercentage gehaald van 76%. Dit lagere percentage is te wijten aan onder andere een driemaal uitgestelde verhuisdatum naar het nieuwe tijdelijke kinderdagverblijf (tussen november 2018 en mei 2019). Nieuwe opnames van baby’s en peuters werden uitgesteld, andere kinderen maakten sneller de overstap naar school om de verhuis en aanpassing aan nieuwe omgeving niet meer te moeten maken. Anderzijds behaalde het kinderdagverblijf wel een bezettingspercentage van 100,4%.
Personeel
Personeel
In 2019 veranderde de personeelsbezetting binnen Studentenstatuut & studiefinanciering / Studentenjobs ingrijpend. We sloten 2018 af met een team van drie sociaaljuridisch adviseurs en een diensthoofd. In de lente van 2019 ging Line Mestre, ter vervanging van een langdurig afwezige collega, aan de slag als juridisch adviseur. In de zomer van 2019 nam Tom Bonnewyn ontslag als diensthoofd. Winnie Nys, al enkele jaren sociaaljuridisch adviseur, nam de taak van diensthoofd van hem over. In november 2019 ging Bert Boone in de vrijgekomen positie van sociaaljuridisch adviseur aan het werk. 2019 werd op die manier afgesloten met een team van vier sociaaljuridisch adviseurs en een diensthoofd.
De laatste jaren hebben we verschillende nieuwe medewerkers aangeworven die steeds een uitgebreide opleiding kregen.
In 2019 veranderde de personeelsbezetting binnen Studentenstatuut & studiefinanciering / Studentenjobs ingrijpend. We sloten 2018 af met een team van drie sociaaljuridisch adviseurs en een diensthoofd. In de lente van 2019 ging Line Mestre, ter vervanging van een langdurig afwezige collega, aan de slag als juridisch adviseur. In de zomer van 2019 nam Tom Bonnewyn ontslag als diensthoofd. Winnie Nys, al enkele jaren sociaaljuridisch adviseur, nam de taak van diensthoofd van hem over. In november 2019 ging Bert Boone in de vrijgekomen positie van sociaaljuridisch adviseur aan het werk. 2019 werd op die manier afgesloten met een team van vier sociaaljuridisch adviseurs en een diensthoofd. De laatste jaren hebben we verschillende nieuwe medewerkers aangeworven die steeds een uitgebreide opleiding kregen.
Resultaten en betoelaging
Resultaten en betoelaging
We hanteren bij het opstellen van de begroting een voorzichtigheidsbeleid. Zo kunnen we, in een externe context die voortdurend aan wijzigingen en besparingen onderhevig is, de risico’s voor de zeer kwetsbare groep van studenten met financiële noden beperken.
We hanteren bij het opstellen van de begroting een voorzichtigheidsbeleid. Zo kunnen we, in een externe context die voortdurend aan wijzigingen en besparingen onderhevig is, de risico’s voor de zeer kwetsbare groep van studenten met financiële noden beperken.
In 2018 hebben we 97% van het bedrag begroot voor financiële ondersteuning van studenten uitgegeven. Dankzij toegekende overgedragen vastleggingen was dat mogelijk.
In 2018 hebben we 97% van het bedrag begroot voor financiële ondersteuning van studenten uitgegeven. Dankzij toegekende overgedragen vastleggingen was dat mogelijk. Bij de begrotingsaanpassingen trokken we het budget voor de huurtoelage al op.
Bij de begrotingsaanpassingen trokken we het budget voor de huurtoelage al op.
Voor het academiejaar 2018-2019 betaalden we geen beurzen voor studentenvertegenwoordigers uit; geen enkele student-aanvrager voldeed aan de voorwaarden. Met dit gebudgetteerde bedrag werd geen rekening gehouden. Dankzij een betere bekendmaking waren er vanaf de start van het academiejaar 2019-2020 wel aanvragen van studentenvertegenwoordigers die we konden honoreren.
Voor 2019 merken we, net zoals in 2016, 2017 en 2018, een verdere lichte toename van de uitgegeven sommen. Die is het gevolg van een verdere stijging van de uitgekeerde sociale toelagen en huurtoelagen.
Voor het academiejaar 2018-2019 betaalden we geen beurzen voor studentenvertegenwoordigers uit; geen enkele student-aanvrager voldeed aan de voorwaarden. Met dit gebudgetteerde bedrag werd geen rekening gehouden. Dankzij een betere bekendmaking waren er vanaf de start van het academiejaar 2019-2020 wel aanvragen van studentenvertegenwoordigers die we konden honoreren.
Bij de renteloze leningen – die houden we buiten begroting omdat de geleende bedragen worden terugbetaald – stellen we sinds 2013 een duidelijke stijging vast van de uitgeleende bedragen. Nooit eerder werd een zo groot bedrag aan renteloze studieleningen besteed als in 2019. De oorzaak voor deze stijgende bedragen kan gevonden worden in het studiegeld. Van de 412 renteloze leningen werden er 352 aangewend om het studiegeld te betalen. We blijven deze evoluties opvolgen. Zo nodig moeten we de begrote budgetten aanpassen. In 2019 activeerden we historisch opgebouwde reserves van het kinderdagverblijf op de Brussels Health Campus. We zetten die in voor de financiering van het kinderdagverblijf binnen het nieuwbouwproject Theodoortje.
Aantal
Evaluatie doelstellingen uit het beleidsplan
Strategische doelstellingen VUB per werkveld
We professionaliseren en versterken de sociale dienstverlening aan internationale studenten.
Operationele doelstellingen van de afdeling
We bouwen een integraal, niet gesegmenteerd beleid in functie van internationale studenten, buitenlandse studenten met een duurzaam verblijf in België en student-vluchtelingen.
Indicatoren
Eén extra sociaal-juridisch adviseur met expertise sociaal statuut studenten met buitenlandse nationaliteit of vluchtelingenstatuut is aangeworven voor beleidsondersteuning en (sturing van) ondersteuning van alles omvattende operationele sociale dienstverlening aan buitenlandse studenten (2019).
Doelgroepanalyse internationale studenten, studenten met buitenlandse nationaliteit met duurzaam verblijf in België of studenten met een (kandidaat-) vluchtelingenstatuut is gebeurd (2020).
Integraal beleid sociaal-financiële dienstverlening, inclusief beleid internationale studenten is goedgekeurd door de studentenraad (2020).
Projectleider
Hoofd Studentenstatuut, Studiefinanciering & Studentenjobs
Hoofd Studentenstatuut, Studiefinanciering & Studentenjobs
Evaluatie 2019
Gestart
De Universiteitsraad keurde in de begroting 2020 de aanstelling van een beleidsmedewerker goed.
We hebben een transparante en éénduidige loketfunctie voor alle studenten die beroep wensen te doen op advisering over hun statuut als (buitenlandse) (werk)student, financiële noden hebben of zoek zijn naar een studentenjob.
Één loket waar alle studenten terecht kunnen met hun vragen over hun statuut als (job- of werk) student en mogelijke studiefinanciering wordt opgezet en naar de studenten gecommuniceerd (2019).
Hoofd Studentenstatuut, Studiefinanciering & Studentenjobs
Hoofd Studentenstatuut, Studiefinanciering & Studentenjobs
Nog niet gestart
Nog niet gestart
Gestart
Het loket voor advisering is toegankelijk voor iedereen. Financiële ondersteuning blijft echter enkel mogelijk voor studenten die aan bepaalde nationaliteitsvoorwaarden voldoen. In 2020 starten we een project om de sociale dienstverlening voor alle studenten te centraliseren.
We optimaliseren ons beleid sociale dienstverlening.
We evalueren jaarlijks de dienstverlening op (sociale) rechtvaardigheid, aanbod, transparantie, laagdrempeligheid, coherentie en administratieve eenvoud.
De huidige dienstverlening wordt indien nuttig bijgestuurd na evaluatie. (2019-2023).
Hoofd Studentenstatuut, Studiefinanciering & Studentenjobs
Uitgevoerd
In de nieuwbouw X1 hebben we de openingsuren afgestemd met Studentenhuisvesting. In deze locatie hebben we een gedeeld onthaal, hetgeen zorgt voor een betere organisatie van onze werking.
We hebben de aanvraagdeadlines voor financiële ondersteuning geoptimaliseerd.
We hebben een procedure voor het afsluiten van onvolledige dossiers ontwikkeld.
Er werden acties ondernomen om studentenvertegenwoordigers kennis te laten maken met de externe beurzen.
We toetsen de criteria over studievoortgang- en studiebelastingbeoordeling verder af met Studiebegeleiding en Studentenhuisvesting en verfijnen ze indien nodig.
Duidelijke studievoortgangscriteria en criteria over minimum studiebelasting, voor de toekenning van een kamer in een VUB-studentenhuis en de toekenning van financiële ondersteuning, zijn beschikbaar (2019-2023).
Hoofd Studentenstatuut, Studiefinanciering & Studentenjobs
Uitgevoerd
In samenwerking met Studiebegeleiding ontwikkelden we een criterium om studievoortgang als voorwaarde tot financiële ondersteuning op te nemen. Dit criterium zal tijdens AJ 2019-2020 worden getoetst. Indien dit criterium sluitend blijkt te zijn, kunnen we dit, na goedkeuring van de Studentenraad, effectief implementeren in de werking.
We breiden de informatie- en adviesverlening uit met nieuwe sociaaljuridische informatie als gevolg van de regionalisering van de bevoegdheden kinderbijslag en betaald educatief verlof en de daaraan gekoppelde wijzigingen in de regelgeving.
Informatie over de nieuwe regelgeving kinderbijslag en betaald educatief verlof (Vlaanderen, Wallonië en Brussel) is beschikbaar op het studentenportaal (2019).
Hoofd Studentenstatuut, Studiefinanciering & Studentenjobs
Vragen over het sociaaljuridisch statuut van de student, specifiek over kinderbijslag en betaald educatief verlof, worden door Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs adequaat beantwoord (2019-2023).
Hoofd Studentenstatuut, Studiefinanciering & Studentenjobs
Uitgevoerd
De regelgeving rond het Groeipakket en het Vlaams opleidingsverlof werd opgevolgd en ook op het studentenportaal gepubliceerd.
Voor de kinderbijslagregeling in Brussel blijven we de wijzigingen opvolgen.
Uitgevoerd
Bij elke implementatie van nieuwe regelgeving gaat er een periode over alvorens alle concrete wijzigingen duidelijk zijn. We hebben studenten die ons over de nieuwe regelgeving contacteerden zo goed mogelijk geadviseerd.
We stelden handouts op om de regelgeving duidelijk aan studenten door te geven.
We optimaliseren en professionaliseren de operationele werking van Studentenstatuut & studiefinanciering / studentenjobs.
We zorgen voor een coherent, geïntegreerd en geautomatiseerd dossierbeheer via een informatiesystee23
De registratie van de sociaal-financiële dienstverlening gebeurt via één volledig elektronisch dossier per student (2023).
Hoofd Studentenstatuut, Studiefinanciering & Studentenjobs
Nog niet gestart
We investeren in een vernieuwde infrastructuur van het kinderdagverblijf in functie van noodzakelijke capaciteitsuitbreiding en actuele en te verwachten kwaliteitseisen24.
We onderzoeken de mogelijkheden om een elektronische aanvraag financiële ondersteuning in te voeren waarbij papieren dossiers op termijn verdwijnen.
We maken instellingsbreed de VUB-dienstverlening over studiefinanciering bekend op moment dat de studenten met studiekosten (en mogelijke financiele noden) worden geconfronteerd.
We bouwen het concept “Huis van het Kind” uit zoals voorzien in het nieuwe decreet (met nadruk op samenwerkingsverbanden tussen verschillende actoren in het kader van preventieve gezinsondersteuning) en met loketfunctie naar studenten met kinderen of studenten met sociaal-psychologische en juridische vragen.
De opvolging van alle dossiers van financiële ondersteuning en de communicatie naar studenten gebeurt op automatische wijze (2023).
Alle papieren communicatie naar de student wordt vervangen door een globale elektronische communicatie via e-mail (2019).
Beslissing is genomen over het al dan niet implementeren van een applicatie voor elektronische aanvraag van financiële ondersteuning door studenten (2023).
Dienstverlening en contact VUB-studiefinanciering is vermeld op alle facturen naar studenten (2023).
Hoofd Studentenstatuut, Studiefinanciering & Studentenjobs
Hoofd Studentenstatuut, Studiefinanciering & Studentenjobs
Hoofd Studentenstatuut, Studiefinanciering & Studentenjobs
Nog niet gestart
Huis van het kind is gerealiseerd als concept in 2019, als fysiek huis in 2020.
Hoofd Studentenstatuut, Studiefinanciering & Studentenjobs
De communicatie met betrekking tot achterstallige leningen gebeurt nog per brief. Wanneer het over betalingen gaat, kan een brief doeltreffender zijn dan een e-mail.
- Nog niet gestart
Gestart
Door aanwezig te zijn tijdens de inschrijvingsperiode proberen we onze dienstverlening zo vroeg mogelijk aan studenten te verduidelijken.
Diensthoofd Kinderdagverblijven
Lopende
Het afdelingshoofd van het VUB- kinderdagverblijf fungeert op dit moment als voorzitter voor de vzw “Huis van het Kind Brussel-ket in Brussel’. Er zijn inmiddels in Brussel acht lokale ‘huizen’ operationeel. Drie onder de vorm van een fysieke locatie (Schaarbeek, Anderlecht en Brussel-centrum). De vijf andere huizen functioneren in een netwerk, voorlopig zonder fysieke locatie. Voor Jette is het lokale Huis van het Kind in aantocht als onderdeel van de aankomende nieuwe infrastructuur ‘Theodoortje’.
23 Afhankelijk van de mogelijkheden binnen de ICT-planning.
24 Decreet Kinderopvang van 20 april 2012 en de nog te verwachten uitvoeringsbesluiten en het Decreet Preventieve gezinsondersteuning (nog in voorbereiding).
Aandachtspunten voor toekomstig beleid
In 2016 maakten we een vergelijkende analyse van de beursstudenten aan de Vlaamse Universiteiten29. We vulden deze cijfers De afgelopen jaren merken we een toename van internationale studenten die langskomen bij Studentenstatuut & studiefinanciering / Studentenjobs. Veel meer dan vroeger worden gesprekken met studenten ook in het Engels gevoerd. Hieruit leiden we af dat de huidige opdeling tussen een dienstverlening voor ‘Belgische’ studenten via Studentenstatuut & studiefinanciering en een dienstverlening voor internationale studenten via IRMO te artificieel is. Dit aanvoelen wordt gesteund door de regelgeving die ook niet altijd een onderscheid maakt tussen ‘Belgische’ en ‘internationale’ studenten. Maar verder zijn er ook praktische argumenten voor dit aanvoelen:
• Omwille van het Welcome Student Refugee-Program komen er steeds meer student-vluchtelingen langs bij Studentenstatuut & studiefinanciering (cf. ook buiten dit programma is er een groep student-vluchtelingen aan de VUB);
• Internationale studenten komen, omwille van hun zoektocht naar studentenjobs, sowieso al langs bij Studentenjobs;
• Internationale studenten komen steeds vaker bij Studentenstatuut & studiefinanciering terecht voor sociaaljuridisch advies. Vele studenten met buitenlandse nationaliteit verblijven immers duurzaam in België;
• De toekenning van een financiële ondersteuning voor internationale studenten in het kader van het noodfonds gebeurt nu al in samenwerking tussen de sociale dienst buitenlandse studenten en Studentenstatuut & studiefinanciering. Vanaf 2020 willen we één geïntegreerd loket voor sociale dienstverlening (Studentenstatuut & studiefinanciering) op beide belangrijkste campussen aanbieden, toegankelijk voor alle studenten en niet gesegmenteerd per studentendoelgroep of nationaliteit. Aansluitend willen we het personeelskader vergroten. Integratie is nodig om efficiënte en integrale dienstverlening te kunnen garanderen, om voor studenten transparant te kunnen maken op welk loket ze moeten zijn, om te kunnen voldoen aan de discretiebehoefte van de student aansluitend bij het beroepsgeheim van de medewerkers en om een gelijkwaardige en goed bereikbare loketfunctie voor internationale studenten te kunnen realiseren. Daarnaast is een brede visie- en expertiseontwikkeling noodzakelijk om de complexiteit van de verschillende regelgevingen (internationaal, Europees, Belgisch, Vlaams, Brussels, VUB) te kunnen vatten en om te kunnen zetten in duidelijke informatie en volledig advies aan studenten. De recente regionalisering van de bevoegdheden over kinderbijslag en betaald educatief verlof zal de complexiteit nog doen toenemen.
Een duurzaam beleid met betrekking tot de dienstverlening aan studenten (inkomende en uitgaande) die hun solvabiliteit moeten bewijzen dringt zich op. In het kader van het vernieuwen van verblijfsvergunningen voor niet-EER-studenten blijft verdere opvolging van het beleid en overleg met de dienst Vreemdelingenzaken noodzakelijk.
Voor de externe beurs voor studentenvertegenwoordigers moeten we blijvend acties ondernemen om deze vorm van financiële ondersteuning goed bekend te maken bij de studentenvertegenwoordigers.
De regelgevende evoluties als gevolg van de zesde staatshervorming en de regeerakkoorden van 2014 - sommigen daarvan kunnen een belangrijke impact hebben op de sociale dienstverlening aan studenten - blijven we van dichtbij opvolgen. Dat is nodig om het VUB-beleid erop af te stemmen. Maar ook om een correcte informatie- en adviesverlening aan zowel studenten als personeel te kunnen garanderen. Concreet gaat het over de kinderbijslagregelgeving, het betaald educatief verlof, het studeren met een vrijstelling (als uitkeringsgerechtigd werkzoekende) en de werkvergunningen C. Vanaf academiejaar 2019-2020 is de schooltoelage van de Vlaamse overheid opgenomen in het Groeipakket. Dit heeft invloed op de procedure voor de aanvraag van een huurtoelage. In 2020 zal deze procedure moeten worden herwerkt, zodat deze wijziging geen invloed heeft op het toekennen van de huurtoelage.
Omwille van een verhoging van de studiegelden voor niet-beursstudenten is studeren sinds het academiejaar 2015-2016 duurder. Omdat Studentenstatuut & studiefinanciering de afgelopen jaren geconfronteerd werd met een explosieve toename van het aantal renteloze leningen voor het studiegeld blijven we verder inzetten op de invoering van een mogelijkheid om de betaling van het studiegeld te spreiden voor studenten met financiële noden.
We willen de operationele werking van Studentenstatuut & studiefinanciering nog verder optimaliseren en moderniseren. Dit moet zich vertalen in minder administratieve processen, een betere dossieropvolging, een betere studentvriendelijkheid, gemakkelijke rapportering, enzovoort. Daarvoor is het belangrijk dat we aan de slag kunnen met één volledig elektronisch dossierbeheer per student, geïntegreerd in het studentenadministratiesysteem CALI. De basis is gelegd in 2017. Het verbetertraject zal ook in 2020 verder worden gezet met bijkomende aanpassingen en toevoegingen. We zijn hierin echter afhankelijk van het CALI-team.
Studentenjobs aan de VUB zijn - zowel aan de zijde van werkverlenende VUB-diensten als aan de zijde van de jobstudenten zelfheel populair. Dat gaat ten koste van de populariteit van jobs buiten de VUB; daar is minder vraag naar. Maar we beschikken niet over een goede indicator om te monitoren hoeveel aangeboden externe vacatures er effectief ingevuld worden. Zolang dit ontbreekt, kunnen we geen betrouwbare beleidsconclusies trekken.
Voor de kinderdagverblijven blijft het belangrijk om buitenlandse studenten met kinderen voldoende te informeren over de taalsituatie in Brussel. Willen buitenlandse studenten dat hun kind bij doorstroom naar het kleuteronderwijs aanspraak kan maken op een plaats in een Nederlandstalige school, dan moet minstens één ouder een kennisniveau 3.1 van de Nederlandse taal hebben.
Voor het kinderdagverblijf op de Brussels Health Campus blijft de opvangvraag van voorrangsgroepen een continu aandachtspunt. De vraag van werkende ouders – personeelsleden vanuit het UZ Brussel en de universiteit – blijft hoog. Deze populatie behoort niet tot een sociale voorrangscategorie. Maar sommige van deze ouders, en dan specifiek de ouders die in het ziekenhuis werken, vinden elders moeilijk opvang omwille van de jobspecifieke werkuren. Het VUB kinderdagverblijf in Jette biedt immers door haar openingsuren opvang aan op ruimere opvangmomenten (vóór 7u ’s ochtends en na 19u ’s avonds), biedt de mogelijkheid van een variabel opvangplan (andere opvangdagen per week en per maand) en werkt zoals de meeste kinderopvangvoorzieningen niet met respijtdagen (een bepaald aantal dagen dat recht geeft op afwezigheid in de kinderopvang).
6. MEDISCHE EN PSYCHOLOGISCHE DIENSTVERLENING
Op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus zijn er verschillende medische of paramedische diensten aanwezig:
• Een verzelfstandigde medische groepspraktijk. Naast klassieke huisartsengeneeskunde is één van de huisartsen gespecialiseerd in gynaecologische raadplegingen;
• Een tandartskabinet;
• Consultaties specialistische geneeskunde dermatologie en urologie;
• De Nederlandstalige ‘zittende’ huisartsenwachtdienst Terranova voor Brussel
• Een zelfstandige kinesitherapiepraktijk, bvba Kinetiek;
• Het Brussels Labo voor Inspanning en TopSport (BLITS). Het is een erkend keuringscentrum voor topsporters. Ook studenten kunnen bij de sportartsen terecht voor een inspanningstest of een sportmedisch onderzoek;
• Sjerp-Dilemma, een centrum voor begeleiding van ongeplande zwangerschap en abortus. De overheid zorgt, vooral via RIZIV-tussenkomsten, voor de betoelaging van het centrum. De dienstverlening van het centrum past in de traditie van onze universiteit, die altijd een voortrekkersrol heeft gespeeld in het maatschappelijk debat over ongewenste zwangerschap.
• BRUCC, het Brussels Universities Consultation Center, is een centrum voor psychologische dienstverlening, opleiding en onderzoek dat ontstond uit de faculteit Psychologie en Educatiewetenschappen op de VUB. Het biedt individuele begeleiding, groepssessies en psychodiagnostisch onderzoek aan, alsook workshops en lezingen voor professionelen en voor een breder publiek. Studenten kunnen er bijvoorbeeld terecht voor een cursus mindfulness.
• een Meldpunt voor Ongewenst Grensoverschrijdend Gedrag
Op zowel de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus als de Brussels Health Campus is het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk Brussel (CAW) actief. Het centrum is toegankelijk voor iedereen met uiteenlopende welzijnsvragen en -problemen.
Op de Brussels Health Campus werkt de universiteit samen met de huisartsenpraktijk Patio. Verder neemt het Universitair Ziekenhuis Brussel een prominente plaats in. We verwijzen studenten naar het ziekenhuis wanneer tweedelijns medische hulp aangewezen is. In de Tandheelkundige Kliniek kunnen studenten ook terecht voor tandzorg.
Toegang
Al onze medische en paramedische dienstverlening is toegankelijk voor alle studenten van de VUB en EhB, minstens in het Nederlands en in het Engels (en bijna altijd ook in het Frans), onafhankelijk van op welke campus ze les hebben. De dienstverlening staat ook open voor externen.
Nieuw in 2019
In 2019 ging bij Dilemma een extra halftijdse werkkracht aan de slag. Hierdoor kan het onthaal permanent bemand worden en kunnen afspraken efficiënter ingepland worden. Het centrum herbekeek de interne patiëntenwerking grondig. Op die manier wilde Dilemma kostenefficiënter gaan werken én een duidelijker takenpakket en uurrooster voor de werknemers kunnen opstellen.
Dankzij gesprekken tussen Dilemma en de medische groepspraktijk verlopen doorverwijzingen nu vlotter. Er staan nu ook enkele kleine gemeenschappelijke projecten in de steigers: het beletteren van de buitendeuren in uniforme stijl, een opfrissessie reanimatie, enzovoort. Om de visibiliteit en herkenbaarheid te vergroten, kregen zowel het abortuscentrum als de huisartsenpraktijk een nieuw logo in de VUB-huisstijl.
Naast de patiëntenwerking ging er bij Dilemma ook veel aandacht naar het doorgeven van kennis en ervaring aan studenten door middel van stages en studentenjobs aan studenten verpleegkunde (EhB), geneeskunde en moraalwetenschappen (VUB).
In de laatste maanden van 2019 investeerde Dilemma veel energie in de nieuwe wetsvoorstellen omtrent abortus. In functie daarvan was er een nauwe samenwerking en gesprekken met Luna (de koepel van Vlaamse abortuscentra) en de Franstalige abortusmedewerkers. Qua communicatie en uitstraling ging Dilemma in op verschillende vragen voor interviews, zowel van de reguliere pers als van studenten in het kader van een werkstuk. Een student van het RITCS kwam een korte documentaire draai-
en. Deze studenten en betrokkenen gaan telkens weer naar buiten met veel bagage en nieuwe inzichten over ongepland zwanger worden en abortus.
We maakten het Meldpunt voor Ongewenst Grensoverschrijdend Gedrag via verschillende kanalen verder bekend. Die inspanningen werpen hun vruchten af. Zowel studenten, personeel als diensten vonden vlotter de weg naar het meldpunt; het leidde tot bijna een derde meer dossiers die werden opgestart.
De CAW-antenne op de Brussels Health Campus verhuisde in mei 2019 van een lokaal in het UZ Brussel naar een woonunit van één van de studentenhuizen. Die vestiging is tijdelijk, in afwachting van een definitieve verhuis naar het nieuwbouwproject Theodoortje.
CAW Brussel is gestart met een onthaalpermanentie in Jette. Studenten kunnen nu elke donderdag langslopen voor een gesprek zonder dat een afspraak nodig is. Daarnaast blijft het aanbod psychologische begeleidingen en juridische consultaties behouden.
In het kader van de opleiding interdisciplinaire samenwerking ontving CAW Brussel 62 VUB-studenten huisartsgeneeskunde of kinesitherapie en EhB-verpleegkunde. Het CAW organiseerde voor de studenten twee infosessies en bezoeken aan specifieke werkingen. Op die manier konden de studenten kennismaken met het ruime CAW-aanbod. Deze samenwerking tussen CAW, VUB en EhB maakt het mogelijk om studenten kennis te laten maken met verschillende welzijnsvoorzieningen binnen de Brusselse context.
Binnen het CAW-project Gender en Migratie wordt er samengewerkt met medewerkers, studenten en stagiaires van de VUB en het Universitair Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking (UCOS). Dankzij dit project kon de podcast “Seks en Liefde over Grenzen: 7 persoonlijke verhalen van nieuwkomers in België” gerealiseerd worden.
In de medische groepspraktijk op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus namen we de nieuwe telefooncentrale in gebruik. Daardoor konden we een verbeterde dienstverlening bieden voor het beantwoorden van telefonische vragen. We implementeerden eveneens een nieuw gebruiksvriendelijker online agendasysteem: Doctoranytime.
Voor de studenten op de Brussels Health Campus was het in het verleden niet altijd duidelijk waar zij naar de huisarts konden, en dit in tegenstelling tot het hoog aantal medische specialisten die aanwezig zijn op diezelfde campus aanwezig zijn in het UZ Brussel. Daarom zijn we in Jette een samenwerking gestart met de meertalige huisartsenpraktijk Patio, gelegen vlak naast de Brussels Health Campus. Via de VUB-communicatiekanalen verwijzen we de Jetse studenten actief naar deze huisartsenpraktijk door. Patio zet studenten op de lijst met categorieën die automatisch aanvaard worden als nieuwe patiënt.
Kengetallen en trends
Kengetallen en trends
Evolutie aantal vooronderzoeken en abortussen (aspiratie en medicamenteus) Sjerp-Dilemma-VUB vooronderzoeken abortusingrepen
Figuur 30: Evolutie van het aantal vooronderzoeken en abortussen sinds 1999. In 2019 kwamen 811 vrouwen op gesprek om hun ongeplande zwangerschap te bespreken. 677 van de 811 vrouwen kozen ervoor om de zwangerschap af te breken.
Figuur 30: Evolutie van het aantal vooronderzoeken en abortussen sinds 1999. In 2019 kwamen 811 vrouwen op gesprek om hun ongeplande zwangerschap te bespreken. 677 van de 811 vrouwen kozen ervoor om de zwangerschap af te breken.
Sjerp-Dilemma-VUB: aantal vooronderzoeken studenten en leerlingen
Figuur 30: Evolutie van het aantal vooronderzoeken en abortussen sinds 1999. In 2019 kwamen 811 vrouwen op gesprek om hun ongeplande zwangerschap te bespreken. 677 van de 811 vrouwen kozen ervoor om de zwangerschap af te breken.
Figuur 30: Evolutie van het aantal vooronderzoeken en abortussen sinds 1999. In 2019 kwamen 811 vrouwen op gesprek om hun ongeplande zwangerschap te bespreken. 677 van de 811 vrouwen kozen ervoor om de zwangerschap af te breken.
Sjerp-Dilemma-VUB: aantal vooronderzoeken studenten en leerlingen
Sjerp-Dilemma-VUB: aantal vooronderzoeken studenten en leerlingen
VUB-studenten
VUB-studenten
leerlingen secundair onderwijs
leerlingen secundair onderwijs totaal vooronderzoeken studenten hoger onderwijs (inclusief VUB)
totaal vooronderzoeken studenten hoger onderwijs (inclusief VUB)
Figuur 31: Evolutie van het aantal vooronderzoeken op Dilemma per jaar bij studenten uit het hoger onderwijs en leerlingen uit het secundair onderwijs in verband met een ongeplande zwangerschap. In 2018 was er een daling van deze groep, in 2019 zien we opnieuw een lichte stijging. Het aantal studenten uit hoger onderwijs dat beroep deed op Dilemma daalde opnieuw licht. Het aantal VUBstudenten dat op raadpleging kwam, steeg licht. Daarnaast is er een duidelijke stijging van het aantal leerlingen uit het secundair onderwijs.
Figuur 31: Evolutie van het aantal vooronderzoeken op Dilemma per jaar bij studenten uit het hoger onderwijs en leerlingen uit het secundair onderwijs in verband met een ongeplande zwangerschap. In 2018 was er een daling van deze groep, in 2019 zien we opnieuw een lichte stijging. Het aantal studenten uit hoger onderwijs dat beroep deed op Dilemma daalde opnieuw licht. Het aantal VUB-studenten dat op raadpleging kwam, steeg licht. Daarnaast is er een duidelijke stijging van het aantal leerlingen uit het secundair onderwijs
Figuur 31: Evolutie van het aantal vooronderzoeken op Dilemma per jaar bij studenten uit het hoger onderwijs en leerlingen uit het secundair onderwijs in verband met een ongeplande zwangerschap. In 2018 was er een daling van deze groep, in 2019 zien we opnieuw een lichte stijging. Het aantal studenten uit hoger onderwijs dat beroep deed op Dilemma daalde opnieuw licht. Het aantal VUBstudenten dat op raadpleging kwam, steeg licht. Daarnaast is er een duidelijke stijging van het aantal leerlingen uit het secundair onderwijs.
CAW Brussel: type problematiek bij VUB-studenten
CAW Brussel: type problematiek bij VUB-studenten
Figuur 32: in 2019 deden 115 VUB-studenten beroep op het aanbod van CAW Brussel met een totaal van 860 contacten. Dit betreft een daling ten opzichte van de voorbije jaren. De belangrijkste verklaring hiervoor is het verminderde aanbod aan hulpverleningsuren. Dat heeft te maken met (onder andere) langdurige afwezigheden van medewerkers en een niet-vervangingsbeleid binnen de organisatie als gevolg van een noodzakelijke besparingsoefening. Desondanks zet het CAW Brussel blijvend in op een kwalitatieve hulpverlening. De
Figuur 32: in 2019 deden 115 VUB-studenten beroep op het aanbod van CAW Brussel met een totaal van 860 contacten. Dit betreft een daling ten opzichte van de voorbije jaren. De belangrijkste verklaring hiervoor is het verminderde aanbod aan hulpverleningsuren. Dat heeft te maken met (onder andere) langdurige afwezigheden van medewerkers en een niet-vervangingsbeleid binnen de organisatie als gevolg van een noodzakelijke besparingsoefening. Desondanks zet het CAW Brussel blijvend in op een kwalitatieve hulpverlening. De
Figuur 32: in 2019 deden 115 VUB-studenten beroep op het aanbod van CAW Brussel met een totaal van 860 contacten. Dit betreft een daling ten opzichte van de voorbije jaren. De belangrijkste verklaring hiervoor is het verminderde aanbod aan hulpverleningsuren. Dat heeft te maken met (onder andere) langdurige afwezigheden van medewerkers en een niet-vervangingsbeleid binnen de organisatie als gevolg van een noodzakelijke besparingsoefening. Desondanks zet het CAW Brussel blijvend in op een kwalitatieve hulpverlening. De belangrijkste vragen van studenten hielden verband met angsten, depressieve klachten en eenzaamheid, suïcidale gedachten, rouw en verlieservaringen. 22 studenten hadden ernstige problemen binnen hun gezinscontext. In 25 gevallen stonden relatieproblemen centraal. Voor de juridische vragen konden voor het jaar 2019 nog geen cijfers overgemaakt worden.
belangrijkste vragen van studenten hielden verband met angsten, depressieve klachten en eenzaamheid, suïcidale gedachten, rouw en verlieservaringen. 22 studenten hadden ernstige problemen binnen hun gezinscontext. In 25 gevallen stonden relatieproblemen centraal. Voor de juridische vragen konden voor het jaar 2019 nog geen cijfers overgemaakt worden.
profiel melder bij het Meldpunt voor ongewenst grensoverschrijdend gedrag
derde, 8
dienst VUB, 18 personeel, 32 doctoraatsstudenten, 5 studenten, 39
derde dienst VUB personeel doctoraatsstudenten studenten
Figuur 33: de verdere bekendmaking van het Meldpunt voor Ongewenst Grensoverschrijdend Gedrag leidde tot 30% meer meldingen in 2019: 102 meldingen ten opzichte van 78 in 2018. Zowel studenten, personeelsleden als verschillende diensten van de VUB deden beroep op het meldpunt. De 102 binnengekomen mails bevatten meldingen over pesterijen, verbaal en fysiek geweld, en seksueel grensoverschrijdend gedrag, alsook informatieve vragen hieromtrent. Indien nodig worden cliënten na de eerste contacten met het Meldpunt doorverwezen naar verdere hulpverlening of naar de juiste instanties binnen de VUB voor opvolging.
Figuur 33: de verdere bekendmaking van het Meldpunt voor Ongewenst Grensoverschrijdend Gedrag leidde tot 30% meer meldingen in 2019: 102 meldingen ten opzichte van 78 in 2018. Zowel studenten, personeelsleden als verschillende diensten van de VUB deden beroep op het meldpunt. De 102 binnengekomen mails bevatten meldingen over pesterijen, verbaal en fysiek geweld, en seksueel grensoverschrijdend gedrag, alsook informatieve vragen hieromtrent. Indien nodig worden cliënten na de eerste contacten met het Meldpunt doorverwezen naar verdere hulpverlening of naar de juiste instanties binnen de VUB voor opvolging.
De vertrouwenspersoon voor studenten heeft in 2019 in totaal 10 meldingen binnengekregen. Dit leidde tot een aantal gesprekken en de opstart van één bemiddelingsprocedure.
De vertrouwenspersoon voor studenten heeft in 2019 in totaal 10 meldingen binnengekregen. Dit leidde tot een aantal gesprekken en de opstart van één bemiddelingsprocedure.
Personeel
Personeel
4,2 VTE-personeelsleden van de VUB werken in een uitdovend scenario voor CAW Brussel. Zij worden gedeeltelijk betaald via de subsidie-enveloppe van CAW Brussel en gedeeltelijk via de begroting van de VUB. De bijdrage vanuit afdeling III-studentenvoorzieningen bedroeg in 2019 €82.092, een lichte daling ten opzichte van het voorgaande jaar.
4,2 VTE-personeelsleden van de VUB werken in een uitdovend scenario voor CAW Brussel. Zij worden gedeeltelijk betaald via de subsidie-enveloppe van CAW Brussel en gedeeltelijk via de begroting van de VUB. De bijdrage vanuit afdeling III-studentenvoorzieningen bedroeg in 2019 €82.092, een lichte daling ten opzichte van het voorgaande jaar. Vanuit de toelage studentenvoorzieningen (afdeling III) van de VUB betalen we sinds 2018 een bijdrage van €16.000 om het Meldpunt Ongewenst Grensoverschrijdend Gedrag te kunnen bemannen.
Vanuit de toelage studentenvoorzieningen (afdeling III) van de VUB betalen we sinds 2018 een bijdrage van €16.000 om het Meldpunt Ongewenst Grensoverschrijdend Gedrag te kunnen bemannen.
Resultaten en betoelaging
Resultaten en betoelaging
Dilemma behaalde net zoals in 2018 een licht begrotingsoverschot. Dit vermoedelijk dankzij een optimalisatie van de werking en het ontvangen van iets meer vrouwen.
Dilemma behaalde net zoals in 2018 een licht begrotingsoverschot. Dit vermoedelijk dankzij een optimalisatie van de werking en het ontvangen van iets meer vrouwen.
Evaluatie doelstellingen uit het beleidsplan
Strategische doelstellingen VUB per werkveld
We benaderen de medische en psychologische dienstverlening aan studenten op brede, integrale wijze.
Operationele doelstellingen van de afdeling
We stemmen af tussen de verschillende dienstverleners (medische groepspraktijk, Dilemma, CAW Brussel, UZ Brussel, Kinetiek, BLITS, …).
Indicatoren
Duidelijke afspraken over welke dienst welke dienstverlening aanbiedt (2019-2023).
Projectleider Evaluatie 2019
Algemeen Beheerder
Regelmatige overlegvergadering met expertiseuitwisseling en voor beleidsondersteuning (2019-2023).
Algemeen Beheerder
Opgestart
Overleg dient te worden ingepland met de verschillende actoren.
Opgestart
Overleg met CAW en Dilemma vindt tweemaandelijks plaats.
In mei 2019 organiseerden we een kennismakingsmoment met het Meldpunt en verschillende andere welzijnsactoren.
Overlegmomenten met/tussen de andere medische deelwerkingen moet nog worden ingepland.
Het studentenbeleid inzake gehoorpreventie en alcoholpreventie in het uitgaansleven wordt ondersteund door de medische en psychologische dienstverleners (20192023).
Algemeen Beheerder Gerealiseerd
We werkten mee aan de campagne van VAD, het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs: “student zijn is… meer dan zuipen. We hebben de affiches van de campagne op onze campussen verspreid. De online campagne werkte met een reeks authentieke verhalen waarin alcohol realistisch in beeld komt. Een VUB-studente was één van de vier studenten die in de campagne geportretteerd werd en die online een inkijk gaf in haar leven als student.
Het CAW is aanwezig op de Kick-off, waar het haar aanbod voor studenten presenteert. Het is duidelijk voor de studenten waar ze een (eventueel externe) medische dienstverlener of een psycholoog kunnen consulteren (2019-2023).
Algemeen Beheerder Gerealiseerd
Op de studentenwebsite staan de verschillende medische en psychosociale deelwerkingen per campus vermeld. In Jette werd een samenwerking met een nabijgelegen meertalige huisartsenpraktijk opgestart zodat studenten er ook bij een huisarts terechtkunnen.
De verschillende dienstverleningen verwijzen wanneer nodig actief naar elkaar en naar externe dienstverleners door.
We organiseren het “huis van het kind” op Brussels Health campus.
We evalueren en optimaliseren het Meldpunt grensoverschrijdend gedrag.
SOA-preventie gebeurt op campus en vrijwillige SOA-tests zijn mogelijk op campus (2019-2023).
We evalueren de werking van het meldpunt grensoverschrijdend gedrag in samenwerking met andere welzijnsactoren op en rond de campus in functie van gebruik door studenten (20192023).
Het meldpunt grensoverschrijdend gedrag is door de studenten even goed gekend als andere studentgerichte dienstverlening (ten laatste in 2023).
Hoofd VUB-Dilemma
Opgestart
Er zijn voorbereidende gesprekken geweest tussen Dilemma en de dienst Studentenzaken.
Algemeen Beheerder In uitvoering
In 2019 klaarden we de vragen en bezorgdheden m.b.t. beroepsgeheim i.s.m. een juridisch expert uit.
We startten een reflectieproces op over mogelijke pistes ter optimalisering, resulterend in een kritische visienota.
Algemeen Beheerder In uitvoering
In 2019 stonden we met een bekendmakingsactie op de student kick-off.
In mei 2019 organiseerden we voor verschillende VUB-welzijnsactoren een kennismakingsmoment met het meldpunt.
We onderhandelen met de stakeholders betrokken bij het ‘huis van het kind’ om de dienstverlening aan onze studenten zo veel mogelijk te maximaliseren.
De dienstverlening aan studenten via het ‘huis van het kind’ is concreet en wordt duidelijk gecommuniceerd naar de studenten (ten laatste in 2023).
Algemeen Beheerder
Nog niet opgestart
Dienstverlening en communicatie zijn nog verder uit te werken.
Aandachtspunten voor toekomstig beleid
In de zomer van 2020 loopt de huurovereenkomst met de tandartspraktijk op zijn einde. De huidige tandarts gaf aan niet te willen verlengen. De zoektocht naar een nieuwe tandarts-huurder is al gestart; geen evidentie in het licht van het tandartsentekort. Toch wil de VUB deze dienstverlening absoluut blijven aanbieden op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus.
CAW Brussel, onze partner voor het aanbod aan psychosociale hulpverlening, gaat momenteel door een zware besparingsoefening en herstructurering. Dit heeft een negatieve impact op het aantal beschikbare hulpverleningsuren, ook wat de dienstverlening aan studenten betreft. Strikte opvolging met het oog op de snelle normalisatie van de werking is aangewezen. Indien nodig moeten we de huidige samenwerking met CAW en het aanbod aan psychosociale dienstverlening vanuit de VUB herzien.
Op de Brussels Health Campus is de verdere projectopvolging van de bouw van basisschool “Theodoortje” nodig. In het modulaire schoolgebouw krijgt het Huis van het Kind een plek. Ook het antennepunt van CAW Brussel in Jette zal er zijn definitieve huisvesting krijgen.
Het Meldpunt Ongewenst Grensoverschrijdend Gedrag vraagt een verdere uitbouw. Aandachtspunten daarbij zijn het inzetten op bekendheid en laagdrempeligheid. De te volgen procedures in geval van een melding vragen om een optimalisatie. Om voldoende dienstverlening te kunnen garanderen moet de samenwerking met het CAW voor het bemannen van het meldpunt om hierboven vermelde redenen nauwgezet opgevolgd en geëvalueerd te worden.
Dilemma wil zich toespitsen op het verbeteren van de infrastructuur en het moderniseren van het medisch kabinet. De dienst wil meer bekendheid verwerven bij mogelijke doorverwijzers in het Brusselse en Vlaams-Brabant. De reeds bestaande samenwerking met ziekenhuizen moeten worden verdergezet. Ook verder onderzoek naar de mogelijkheid van alternatieve financieringsbronnen staat op de agenda. Tot slot viert Dilemma in 2020 zijn 20ste verjaardag; reden te meer om de werking in de kijker te zetten.
7. VERVOER
De dienst Preventie en Milieu ondersteunt de VUB bij het realiseren van twee ambities:
• het bereikbaar houden van de VUB-campussen;
• het implementeren van een duurzamer verplaatsingspatroon van de VUB-gemeenschap.
In functie daarvan blijven we overheden en vervoersmaatschappijen (pro)actief attent maken op het belang van goedkope abonnementsformules. We bieden hierbij ook beleidsondersteuning aan.
Het Infopunt Studenten biedt proactief informatie aan studenten over alle vervoersmogelijkheden om te pendelen van en naar de campussen, maar ook om zich te verplaatsen binnen de stad.
Ook op het domein ‘vervoer’ werkt de VUB nauw samen met Brik vzw. Via deze samenwerking trachten we vooral het gebruik van de fiets bij studenten sterker te promoten.
Tot slot blijven we overheden en vervoersmaatschappijen (pro)actief attent maken op het belang van goedkope abonnementsformules.
Toegang
Op het domein ‘vervoer’ zijn onze inspanningen universeel, gericht op alle studenten.
Nieuw in 2019
De ingebruikname van het XY-bouwproject leverde een aantal nieuwe faciliteiten op. Onder gebouw XY is er een nieuwe ondergrondse parking. Er is in XY nieuwe fietsinfrastructuur voorzien, deels gesloten en deels publiek. Ook aan gebouw K voorzagen we een nieuwe gesloten stalling voor 55 fietsen. Aan de uitgebreide fietskooi plaatsen we een nieuwe fietsherstelzuil van Brik.
Op de Brussels Health Campus installeerden we aan gebouw K een nieuwe fietsenstalling.
Tijdens de onthaalweek organiseerden we voor de studenten een fietstocht. We werkten daarvoor samen met Swap-fiets.
Op zowel de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus als de Brussels Health Campus kampen we met hinderlijk foutparkeren. Foutparkeren blijkt, ook bij onze studenten, één van de meest storende elementen te zijn op vlak van de ruimtelijke kwaliteit van onze campussen. Om het probleem aan te pakken, geldt er sinds 1 juli 2019 een nieuw parkeerreglement. Dit reglement, waarin de Belgische wegcode is meegenomen, is van toepassing op alle gebruikers van de parkeer- en wegfaciliteiten op de Brussels Health campus en de Brussels Humanities, Sciences & Engineering campus. In functie van het parkeerreglement zijn op de campussen de noodzakelijke signalisatie en wegmarkeringen aangebracht. Tegelijkertijd loopt nog steeds het project ‘toegangscontrole’ dat eveneens zal bijdragen aan het terugdringen van het foutparkeren. In dat project implementeren we nieuwe hard- en software om toegang te krijgen tot de gebouwen en campussen van onze universiteit.
Vanaf 23 augustus 2019 reed er op de Brussels Health Campus, voor een periode van een half jaar, een zelfrijdend busje. De shuttle reed tussen het hoofdgebouw van de faculteit Geneeskunde en Farmacie en de VUB-studentenkamers op de Jetse campus. De zelfrijdende shuttle kon 12 personen vervoeren. Het voertuig was uitgerust met een toegangsplatform voor rolstoelgebruikers. De zelfrijdende shuttle was een VUB-ULB-proefproject als onderdeel van een breed wetenschappelijk onderzoek naar de gebruiksacceptatie van wijzigende vervoersmodi, ruimtelijke planning, infrastructuurverbeteringen en technische ontwikkelingen. Het onderzoeksproject is tot stand gekomen na een oproep van Innoviris, het Brussels instituut voor onderzoek en innovatie dat in een proeftuinomgeving slimme oplossingen wil laten ontwikkelen en testen voor de mobiliteitsuitdagingen in Brussel.
Het UZ Brussel bouwt een nieuw Medisch Technisch Blok op de Brussels Health campus. Voor de inrichting van de werf is sinds september 2019 de toegangsweg met de tunnel naar de faculteit Geneeskunde en Farmacie en het tijdelijk kinderdagverblijf afgesloten voor alle verkeer, ook voor de voetgangers. De gewijzigde verkeerssituatie kan voor hinder zorgen in het bereiken van de faculteit, het studentenrestaurant, de Basic Fit of het kinderdagverblijf. In het najaar van 2019 verspreidde Brik vzw onder de Brusselse studenten een survey die peilde naar hun mobiliteitsgedrag. De bevraging gebeurde zowel in het Nederlands als het Engels. 1.493 Brusselse studenten vulden de vragenlijst in. Daaronder 874 VUB-studenten: 645 studenten van de Brussels Humanities, Sciences & Engineering campus en 229 studenten van de Brussels Health campus.
In 2019 organiseerde de VUB opnieuw een tweedaagse klimaatbootcamp. Studenten konden er aan verlaagde prijs aan deelnemen. In het verlengde organiseert de VUB sinds de start van het academiejaar 2019-2020 voor al haar bachelor-
studenten het keuzevak “interdisciplinary course on sustainability”. Deze nieuwe Engelstalige cursus behandelt duurzaamheid vanuit verschillende disciplines. Via theorie en praktijk wil de universiteit haar studenten de nodige kennis en tools aanreiken om duurzame verandering te realiseren.
Op 27 februari, 23 april en 31 oktober 2019 konden studenten op de Brussels Health campus hun fiets laten nakijken en herstellen door de Vélofixer. Studenten betaalden enkel de materiaalkosten. De universiteit krijgt regelmatig de vraag van aanbieders van mobiliteitssystemen om de VUB community te gebruiken als testpanel voor het uitrollen van hun aanbod in Brussel. Het ontbrak ons aan een beleidskader dat bepaalt hoe we omgaan met vragen om onze studentengemeenschap te gebruiken als testpanel of marketingdoelgroep voor ondernemingen. Op 23 april 2019 gaf de studentenraad een positief advies bij een eerste ontwerp van beleidsaanpak. Dit voorstel heeft nog verdere afstemming met bijvoorbeeld het beleid over het organiseren van promotionele activiteiten op onze campussen nodig.
Op 2 mei 2019 organiseerde het VUB Green Team samen met Brik een fietstocht naar de koninklijke serres in Laken. De tocht startte aan het Villo!-fietsstation op de Brussels Health campus. De tocht werd afgesloten met een bezoek aan de koninklijke serres.
De studentenraad en Stuvoraad van het academiejaar 2018-2019 adviseerden om binnen de vrij beschikbare reserves van afdeling III een groter budget vrij te maken voor het werkveld ‘vervoer’. Samen met de mobiliteitscoördinator zou de studentenraad bekijken welke mogelijkheden er zijn om studenten actiever en met meer impact te sensibiliseren voor en te stimuleren tot duurzaam vervoer binnen Brussel.
Op 5 november 2019 organiseerde de Kerngroep Duurzaamheid de vijfde editie van de “duurzame dinsdag”. Studenten en personeelsleden konden er kennis maken met de resultaten van de tweede meting van de VUB CO²-voetafdruk, van de stakeholdersbevraging naar de maatschappelijke impact van de universiteit en de ambities van het strategisch ruimtelijk toekomstplan van de VUB.
Kengetallen en trends
Kengetallen en trends
De laatste grootschalige mobiliteitsenquête bij de Brusselse studenten vond plaats in het najaar van 2019. Het is voorlopig nog wachten op de resultaten daarvan. In afwachting maken we nog gebruik van de gegevens van de Brik-enquête uit 2016 en 2018. Voor de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus konden we toen een representatief aantal deelnemende studenten verzamelen. Voor de Brussels Health Campus slaagden we daar – met slechts 78 ingevulde enquêtes – niet in. Over het mobiliteitsgedrag van Jetse studenten kunnen we – in vergelijking tot de studenten van de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus - dus geen valide en betrouwbare uitspraken formuleren.
De laatste grootschalige mobiliteitsenquête bij de Brusselse studenten vond plaats in het najaar van 2019. Het is voorlopig nog wachten op de resultaten daarvan. In afwachting maken we nog gebruik van de gegevens van de Brik-enquête uit 2016 en 2018. Voor de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus konden we toen een representatief aantal deelnemende studenten verzamelen. Voor de Brussels Health Campus slaagden we daar – met slechts 78 ingevulde enquêtes – niet in. Over het mobiliteitsgedrag van Jetse studenten kunnen we – in vergelijking tot de studenten van de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus - dus geen valide en betrouwbare uitspraken formuleren.
Figuur 34: Vervoer van studenten naar Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus volgens de mobiliteitsenquête bij studenten, afgenomen in 2013 en 2016. De trein is veruit het meest populaire vervoersmiddel. De fiets groeit zeer gestaag aan populariteit.
Figuur 34: Vervoer van studenten naar Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus volgens de mobiliteitsenquête bij studenten, afgenomen in 2013 en 2016. De trein is veruit het meest populaire vervoersmiddel. De fiets groeit zeer gestaag aan populariteit.
Vervoer naar Brussels Health Campus
Figuur 35: Vervoer van studenten naar Brussels Health Campus volgens de mobiliteitsenquête bij studenten, afgenomen in 2013 en 2016. In 2016 was het aantal deelnemende studenten niet representatief. In vergelijking tot 2013 kunnen we dus enkel veronderstellingen maken die wellicht niet te veralgemenen zijn naar de ganse populatie. In 2016 zien we een aantal verschuivingen: studenten ruilen de auto meer in voor de fiets, carpooling en het
Figuur 34: Vervoer van studenten naar Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus volgens de mobiliteitsenquête bij studenten, afgenomen in 2013 en 2016. De trein is veruit het meest populaire vervoersmiddel. De fiets groeit zeer gestaag aan populariteit.
Figuur 34: Vervoer van studenten naar Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus volgens de mobiliteitsenquête bij studenten, afgenomen in 2013 en 2016. De trein is veruit het meest populaire vervoersmiddel. De fiets groeit zeer gestaag aan populariteit.
Vervoer naar Brussels Health Campus
Vervoer naar Brussels Health Campus
Figuur 35: Vervoer van studenten naar Brussels Health Campus volgens de mobiliteitsenquête bij studenten, afgenomen in 2013 en 2016. In 2016 was het aantal deelnemende studenten niet representatief. In vergelijking tot 2013 kunnen we dus enkel veronderstellingen maken die wellicht niet te veralgemenen zijn naar de ganse populatie.
Figuur 35: Vervoer van studenten naar Brussels Health Campus volgens de mobiliteitsenquête bij studenten, afgenomen in 2013 en 2016. In 2016 was het aantal deelnemende studenten niet representatief. In vergelijking tot 2013 kunnen we dus enkel veronderstellingen maken die wellicht niet te veralgemenen zijn naar de ganse populatie.
Figuur 35: Vervoer van studenten naar Brussels Health Campus volgens de mobiliteitsenquête bij studenten, afgenomen in 2013 en 2016. In 2016 was het aantal deelnemende studenten niet representatief. In vergelijking tot 2013 kunnen we dus enkel veronderstellingen maken die wellicht niet te veralgemenen zijn naar de ganse populatie. In 2016 zien we een aantal verschuivingen: studenten ruilen de auto meer in voor de fiets, carpooling en het openbaar vervoer. Als deze veronderstelling zouden kloppen, dan heeft dat wellicht te maken met de verkeershinder en moeilijke bereikbaarheid van de campus als gevolg van de aanleg van sneltram 9.
In 2016 zien we een aantal verschuivingen: studenten ruilen de auto meer in voor de fiets, carpooling en het openbaar vervoer. Als deze veronderstelling zouden kloppen, dan heeft dat wellicht te maken met de verkeershinder en moeilijke bereikbaarheid van de campus als gevolg van de aanleg van sneltram 9.
In 2016 zien we een aantal verschuivingen: studenten ruilen de auto meer in voor de fiets, carpooling en het openbaar vervoer. Als deze veronderstelling zouden kloppen, dan heeft dat wellicht te maken met de verkeershinder en moeilijke bereikbaarheid van de campus als gevolg van de aanleg van sneltram 9.
Meest frequent gebruikt vervoersmiddel om naar de les te gaan
Meest frequent gebruikt vervoersmiddel om naar de les te gaan
Figuur 36: vervoersmiddelen die de 147 bevraagde studenten in Brussel, volgens de Brik-survey in 2018, het meest gebruiken om naar de les te gaan.
Figuur 36: vervoersmiddelen die de 147 bevraagde studenten in Brussel, volgens de Brik-survey in 2018, het meest gebruiken om naar de les te gaan.
Figuur 36: vervoersmiddelen die de 147 bevraagde studenten in Brussel, volgens de Brik-survey in 2018, het meest gebruiken om naar de les te gaan.
motieven waarom studenten niet fietsen in of naar Brussel
niet met de fiets buiten Brussel gaan
fiets eerder al gestolen
niet graag zweten
niet graag fietsen
afstanden zijn te groot
Brussel is te heuvelachtig andere
geen deftige fietspaden in Brussel te onveilig
geen fiets nodig
Figuur 37: uit de mobiliteitssurvey van Brik (2018) blijkt dat de bevraagde Brusselse studenten vooral ontmoedigd zijn om te fietsen door het gebrek aan degelijke fietsinfrastructuur en het daarmee samenhangende onveiligheidsgevoel.
Figuur 37: uit de mobiliteitssurvey van Brik (2018) blijkt dat de bevraagde Brusselse studenten vooral ontmoedigd zijn om te fietsen door het gebrek aan degelijke fietsinfrastructuur en het daarmee samenhangende onveiligheidsgevoel.
motieven voor het gebruik van openbaar vervoer
Figuur 37: uit de mobiliteitssurvey van Brik (2018) blijkt dat de bevraagde Brusselse studenten vooral ontmoedigd zijn om te fietsen door het gebrek aan degelijke fietsinfrastructuur en het daarmee samenhangende onveiligheidsgevoel.
Figuur 37: uit de mobiliteitssurvey van Brik (2018) blijkt dat de bevraagde Brusselse studenten vooral ontmoedigd zijn om te fietsen door het gebrek aan degelijke fietsinfrastructuur en het daarmee samenhangende onveiligheidsgevoel.
motieven voor het gebruik van openbaar vervoer
motieven voor het gebruik van openbaar vervoer
Figuur 38: de snelheid en goedkope prijs blijken volgens de deelnemers uit de Brik-survey de meest doorslaggevende argumenten om het openbaar vervoer te gebruiken.
Figuur 38: de snelheid en goedkope prijs blijken volgens de deelnemers uit de Brik-survey de meest doorslaggevende argumenten om het openbaar vervoer te gebruiken.
Figuur 38: de snelheid en goedkope prijs blijken volgens de deelnemers uit de Brik-survey de meest doorslaggevende argumenten om het openbaar vervoer te gebruiken.
Vertrouwdheid met voordelige mobiliteitsformules
Blue-bike
Blue-bike
Brikbike
Brikbike
Buzzy Pazz
Buzzy Pazz
Campus Card NMBS
Campus Card NMBS
MIVB-studentenabonnement
MIVB-studentenabonnement
Vertrouwdheid met voordelige mobiliteitsformules al gebruikt niet van op de hoogte op de hoogte van
al gebruikt niet van op de hoogte op de hoogte van
Figuur 39: de meeste studenten zijn vertrouwd met één of meer voordelige ticket- of abonnementsformules om zich door en naar Brussel te verplaatsen. Toch valt er uit de Brik-survey uit 2018 op dat er nog een grote onbekendheid is met de meeste formules.
Figuur 39: de meeste studenten zijn vertrouwd met één of meer voordelige ticket- of abonnementsformules om zich door en naar Brussel te verplaatsen. Toch valt er uit de Brik-survey uit 2018 op dat er nog een grote onbekendheid is met de meeste formules.
Personeel
Figuur 39: de meeste studenten zijn vertrouwd met één of meer voordelige ticket- of abonnementsformules om zich door en naar Brussel te verplaatsen. Toch valt er uit de Brik-survey uit 2018 op dat er nog een grote onbekendheid is met de meeste formules.
Voor het domein ‘vervoer’ is er geen personeel begroot op afdeling III.
Personeel
Personeel
Voor het domein ‘vervoer’ is er geen personeel begroot op afdeling III.
Voor het domein ‘vervoer’ is er geen personeel begroot op afdeling III.
Resultaten en betoelaging
Er zijn voor het domein ‘vervoer’ geen bijzonderheden te melden.
Evaluatie doelstellingen uit het beleidsplan
Strategische doelstellingen VUB per werkveld
We voeren een gecoördineerd beleid rond duurzaam mobiliteitsgedrag bij studenten en personeel samen.
Operationele doelstellingen van de afdeling
Indicatoren
We bevragen onze studenten met betrekking tot hun mobiliteitsgedrag.
De bestaande mobiliteitsbevraging is uitgebreid met volgende parameters:
- Een inventarisatie van de infrastructuurnoden van studenten op vlak van mobiliteit;
- Een identificatie van de factoren die fietsgebruik binnen de stad en/of gerelateerd aan de campusvoorzieningen bemoeilijken (2020).
Projectleider
Mobiliteitscoördinator
Evaluatie 2019
Lopende
De nieuwe mobiliteitsenquête, in samenwerking met Brik, liep van oktober tot december 2019. De analyse volgt in de lente van 2020.
We faciliteren het oppikken van de noden van fietsende studenten (en personeel) binnen infrastructuurprojecten.
De noden en perspectieven van fietsende studenten (en personeel) stromen structureel door naar de relevante fora die specifiek of flankerend bezig zijn met (mobiliteits)infrastructuur (2019-2023).
Nieuwe fietsinfrastructuur is maximaal toegankelijk voor (zowel personeel als) studenten (2019-2023).
Mobiliteitscoördinator
Nog niet gestart
We stimuleren studenten tot duurzame verplaatsingen.
We optimaliseren de fietsinfrastructuur op en in de buurt van de campussen.
We voorzien af en toe fietsenmakers en tweedehands fietsenverkoop op of nabij de campussen. (2019-2023)
We verkennen de mogelijkheid om een fietscafé/ fietsatelier in te bedden op campus of USquare (2019-2023).
Mobiliteitscoördinator
Gerealiseerd
Op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus is in gebouw K en XY een nieuwe fietsenstalling in gebruik genomen. Op de Brussels Health Campus is in gebouw K een nieuwe fietsenstalling geïnstalleerd.
Beleidsmedewerker Studentenzaken
Algemeen Beheerder
Uitgevoerd
In April 2019 herstelde de Vélofixer fietsen van studenten op de Brussels Health Campus.
Gestart
De Brusselse vzw Hors Catégorie (een project dat een ontmoetingsplek, fietsatelier en ruimte voor evenementen en cursussen biedt) heeft een plek gekregen in de tijdelijke bezetting van U See, op de USquare-site. Het fietsatelier is zeer succesvol gebleken.
Wij ijveren bij overheden, vervoersmaatschappijen, aanbieder van fiets- en autodelen voor efficiënt, goedkoop en duurzaam openbaar vervoer.
De modaliteiten voor gebruik van fietsstallingen, kleed- en douchefaciliteiten zijn bekend bij de studenten.(2019-2023).
Beleidsmedewerker Studentenzaken
Uitgevoerd
Alle informatie is beschikbaar op de studentenwebsite.
Op de Kick-off organiseerden we een stand met infopaneel dat de beschikbare modaliteiten voor studenten die met de fiets naar de campus komen schetste. Jobstudenten klampten studenten aan en gaven de nodige uitleg. Als ludiek element werden er smoothiebikes voorzien.
Er zijn ongeveer 500 fietspakketten uitgedeeld aan studenten en personeel.
We verminderen de carbon footprint van studenten die op internationale mobiliteit gaan.
We stimuleren studenten om in het kader van internationale studentenmobiliteit een vliegreis te vervangen door een meer duurzame mobiliteit.
Rapportering in het jaarverslag over het traject naar meer directe treinen tijdens de spitsuren tussen het station Etterbeek en de grote stations (vooral Antwerpen, Gent, Mechelen, Leuven en Aalst), en meer treinen tussen station Etterbeek en de andere Brusselse stations (2019-2023).
Rapportering in het jaarverslag over de evolutie op vlak van combineerbare en goedkope abonnementsformules voor studenten, al dan niet via BRIK (2019-2023).
Sensibilisering van studenten die op internationale mobiliteit gaan over de duurzaamheid van hun vervoerskeuze25 (20192023).
Beleidsmedewerker Studentenzaken
Beleidsmedewerker Studentenzaken
Uitgevoerd
De noden werden meegenomen in de opmaak van de memoranda voor de Brusselse, Vlaamse en federale regeringsonderhandelaars.
Directeur International Relations & Mobility
Uitgevoerd
De nood werd gesignaleerd in de voorbereiding van de memoranda voor de Brusselse, Vlaamse en federale regeringsonderhandelaars.
Uitgevoerd
Zowel voor inkomende als uitgaande studenten voorziet het International Relations and Mobility Office presentaties (tijdens de Orientation day/week, de exchange take-off sessie, de Go Abroad fair) waarbij het duurzame vervoerskeuzes promoot: bus, trein, carpooling, … . We doen dit niet alleen met focus op het transport in functie van de exchange zelf, maar ook gericht op de exchange student die bijvoorbeeld vanuit zijn uitwisselingsuniversiteit citytrips wil maken naar hoofdsteden van buurlanden.
25 (bv. via infographics en testimonials op de go abroad-webpagina of in de infopakketten en andere communicatie aan studenten die op internationale mobiliteit gaan, een mobiliteitsstand op de Go Abroad-fair, tijdens de orientation week, …)
We zetten studenten aan tot meer duurzaam mobiliteitsgedrag.
We ijveren bij partners om aandacht te besteden aan de duurzaamheid van internationale studentenmobiliteit.
Verloten van 2 Interrailpassen per academiejaar onder VUB-studenten die voor hun internationale mobiliteit gekozen hebben voor carpooling, de trein of bus, in plaats van een vliegtuigreis (2019-2023).
We pleiten er bij de relevante studentenverenigingen voor om bij bus- en andere transportbedrijven te onderhandelen voor kortingen in het kader van internationale studentenmobiliteit (2019-2023).
Directeur International Relations & Mobility
Directeur International Relations & Mobility
Nog niet gestart
We responsabiliseren studenten tot correct en duurzaam mobiliteitsgedrag.
We pleiten er bij het Nationaal Agentschap voor Eramus+ voor om in hun surveys bij studenten aandacht te besteden aan de duurzaamheid van vervoer in het kader van internationale mobiliteit (2019-2023).
Bewustmakend mobiliteitsevent (ten laatste in 2023).
Directeur International Relations & Mobility
Uitgevoerd
Met de ESN-kaart kunnen studenten kortingen bekomen bij duurzame transportbedrijven. Bijvoorbeeld Flixbus die bussen heeft naar verschillende Europese bestemmingen. Maar ook bij lokale transportbedrijven die inzetten op duurzame mobiliteit (bv. Swapfiets). In totaal biedt de ESN-kaart momenteel 70 kortingsacties voor allerlei duurzame vervoerskeuzes in verschillende landen.
Nog niet gestart
Dit zal worden meegenomen in de komende onderhandelingen met EPOS, voor de nieuwe akkoorden binnen de EU-beleidsperiode 20212027.
Beleidsmedewerker Studentenzaken
Informatie(campagne) expliciet toegespitst op studenten die met de wagen komen is beschikbaar (ten laatste in 2023).
Beleidsmedewerker Studentenzaken
Uitgevoerd
We organiseerden op de Kick Off een stand met informatie over verplaatsingen naar de campussen per fiets. Via smoothiebikes trokken we de aandacht van de studenten.
Nog niet gestart
Aandachtspunten voor toekomstig beleid
De VUB-campussen liggen op relatief moeilijk bereikbare plaatsen. Om de bereikbaarheid te optimaliseren, blijven we kort op de bal communiceren met alle actoren van het openbaar vervoer. Er zijn alvast een aantal mobiliteitsknelpunten die extra aandacht vragen:
• Het verder uitwerken van het Gewestelijk ExpresNet;
• Een beperkte treinverbinding tussen de Brusselse treinstations en het station van Etterbeek (met maar twee treinen per uur) zorgt, door een gebrek aan stiptheid en het missen van overstappen, voor te lange reistijden;
• het beter op elkaar afstemmen van de dienstregelingen van de verschillende openbaar vervoersmaatschappijen;
• het verbeteren van de verbinding van de VUB-campussen met de Brusselse randgemeenten;
• het voorzien van parkings en/of Park & Ride-faciliteiten aan de eindstations van de trams en metro’s.
We brengen het gebrek aan toegankelijkheid van het station van Etterbeek voor minder mobiele personen – onder andere omwille van de steile, smalle trappen - op de agenda van de NMBS. Het station is ook niet geschikt om grote stromen reizigers op te vangen tijdens de spitsuren.
Met het oog op het promoten van de fiets, blijven we inzetten op meer beveiligde fietsenstallingen op de campussen. Om de fietsveiligheid te vergroten, pleiten we verder voor fietspaden rond de campus en in Brussel die gescheiden zijn van de autowegen en voetpaden. Bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dringen we aan op een beleidskader dat dient als leidraad voor de verschillende aanbieders van deelfietsen, deelsteps of andere deelsystemen. Zo’n kader zal de stabiliteit bieden die nodig is om met één of meer van deze partners in zee te gaan.
We werken verder aan een VUB-beleidskader om toenemende vragen van aanbieders van mobiliteitssystemen om onze studentengemeenschap te kunnen gebruiken als testpanel systematisch en gecoördineerd te beantwoorden.
We benutten de resultaten van de Brik-mobiliteitsenquête 2019 bij studenten, de survey van Brik uit 2018, de recente mobiliteitsenquête 2017 bij personeel en de insteken uit de workshops voor het nieuwe campusmasterplan om nieuwe mobiliteitsuitdagingen verder bloot te leggen en aan te grijpen voor meer gerichte acties en nieuwe projecten.
8. STUDENTENWERKING
De Vrije Universiteit Brussel organiseert en ondersteunt veel initiatieven voor en/of van studenten. Het gaat zowel om individuele evenementen als structurele activiteitenprogramma’s. Waar nodig hebben deze events een sensibiliserend of preventief karakter. Voor de meeste acties werken we samen met studentenorganisaties of externe partners. We rapporteren over onze werking voor studenten verdeeld over vier actiepunten:
• Verenigingsleven, beleving en engagement
• Beweging en sport
• Cultuurbeleving
• Ecologisch bewustzijn
Verenigingsleven, beleving en engagement
Het verenigingsleven op onze campussen omvat zowel de traditionele studentenfolklore als de meer maatschappelijke studentenorganisaties. De beleving en het engagement gaan zowel over de campussen, als over Brussel als studentenstad.
Kenmerkend voor onze studentenwerking is dat we als universiteit niet zelf organiseren, maar studenteninitiatieven ondersteunen, actieve participatie en engagement stimuleren en aansluiting zoeken bij bredere initiatieven in de stad.
Het studentenverenigingsleven op de VUB stoelt op drie pijlers:
• De eerste pijler vat de studentenverenigingen die erkend zijn door de Studentenraad op advies van de koepelvereniging, het Brussels Studentengenootschap Geen Taal Geen Vrijheid (BSGgtgv).
Deze verenigingen organiseren heel wat studentikoze en inhoudelijke activiteiten. Daarmee dragen ze in belangrijke mate bij aan het sociale weefsel binnen de VUB-studentengemeenschap. BSGgtgv is, voor wat het studentikoze leven betreft, het aanspreekpunt voor de universiteit en de studentenorganisaties. De koepelorganisatie adviseert de Studentenraad over de reglementering van het studentenleven. Ze verdeelt de subsidies die de universiteit toekent onder haar leden. BSGgtgv organiseert de overkoepelende verenigingsactiviteiten zoals het Vrijzinnig Zangfeest, de massacantus en de openings- en slotTD. Tot slot organiseert BSGgtgv, samen met zustervereniging l’ Association des Cercles des Étudiants van de ULB, de jaarlijkse Sint-Verhaegen-stoet. De vzw’s BSG-AS en BOJ zijn verantwoordelijk voor het beheer van de fuifzalen op respectievelijk de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus en de Brussels Health campus.
• De tweede pijler vat de studentenorganisaties buiten de BSGgtgv-koepel die vanouds de hele VUB-studentengemeenschap als doelpubliek hebben.
• Concreet gaat het om Studiekring Vrij Onderzoek en de studentenpers, De Moeial. De Studentenraad zorgt voor de financiële ondersteuning van deze verenigingen.
• De derde pijler vat individuele studenten of andere verenigingen zonder erkenning.
• We begeleiden deze studenten of verenigingen in de erkenningsprocedure. Of we bieden ze meer ad hoc advies en faciliteiten voor het opzetten van activiteiten en initiatieven. Voor hun individuele initiatieven kunnen ze beroep doen op de kleinere subsidielijn ‘projectsubsidies’.
De ondersteuning van het studentenleven verloopt sinds eind 2016 vanuit het Infopunt Studenten. Deze ondersteuning is vooral van morele en administratieve aard, soms logistiek. Maar het Infopunt Studenten zet vooral in op het bekend maken van het studentenengagement bij de studentengemeenschap, en dit via verschillende communicatiekanalen. De Kick-off, aan het begin van het academiejaar, groeit steeds verder uit tot een participatief evenement waar ook de studentenorganisaties hun werking voorstellen aan de studentengemeenschap.
Beweging en sport
De afdeling Beweging en Sport (BS) ondersteunt het subwerkveld sport. De dienst staat in de eerste plaats in voor het promoten, zelf organiseren en coördineren van sportactiviteiten voor studenten. Daarnaast neemt de dienst Sport en Beweging een belangrijke stimulerende taak op.
Cultuurbeleving
De dienst Cultuur neemt, in nauwe samenwerking met vzw Pilar, het voortouw in het subwerkveld ‘cultuur’. Er is een werking die openstaat voor studenten die individuele kunstbeoefenaars of culturele ondernemers zijn, maar ook voor koren, ensembles, orkesten, toneelverenigingen, enzovoort.
Binnen de cultuurwerking onderscheiden we globaal drie soorten activiteiten:
• Eigen activiteiten van de dienst cultuur
• Ondersteuning van door de VUB-centraal georganiseerde activiteiten
• Ondersteuning van studentenactiviteiten
Ecologisch bewustzijn
Het Green Team is een studenteninitiatief dat milieubewustzijn en duurzaamheid op de campussen en bij voltallige universiteitsgemeenschap promoot. De dienst Preventie en Milieu staat dit studententeam bij en werkt samen met hen de initiatieven uit.
Samenwerkingsverbanden
De VUB werkt op verschillende van de vermelde subwerkvelden regelmatig samen met andere Brusselse hoger onderwijsinstellingen, voornamelijk de Nederlandstalige. Die samenwerking verloopt via het Brik-platform. We halen ook de banden aan met de vlakbij gelegen zusterinstelling, de Université Libre de Bruxelles (ULB). Allemaal samen hebben we één gemeenschappelijke ambitie: Brussel als studentenstad op de kaart zetten. We willen vooral de focus van het studentenleven verbreden dankzij de vele opportuniteiten die Brussel biedt.
De afdeling Beweging en Sport organiseert per academiejaar, onder de noemer Studenten Sport Brussel, volgende associatieoverschrijdende activiteiten:
• Deelname aan de 20 kilometer van Brussel;
• Deelname aan de Canal Run;
• De Strong Student Run;
• Foot a Five, het vriendschappelijke zaalvoetbaltornooi.
Brik vzw Brik fungeert als moderator en zorgt voor de promotie van de activiteiten.
Samen met Brik vzw organiseert de dienst Cultuur een jaarlijkse Rockrace of DJ contest. Deze muziekwedstrijd staat open voor muziekgroepen of dj’s die gelieerd zijn aan de VUB, EhB of aan een Brusselse campus van Odisee, LUCA of KULeuven.
Brik vzw geeft met Brussel Brost elk jaar de aftrap aan een nieuw academiejaar. Het is een info- en muziekfestival aan de Brusselse kaaien. Het richt zich vooral op de eerstejaarsstudenten.
We werken samen met publiq vzw. Dankzij die samenwerking kunnen we het EYCA-logo op de VUB-studentenkaart zetten. Via dat logo genieten de VUB-studenten zowel op nationaal als internationaal niveau van verschillende (culturele) voordelen.
Binnen de Universitaire Associatie Brussel zijn er binnen het werkveld ‘studentenwerking’ twee domeinen waarop er actief wordt samengewerkt: cultuur en sport.
• Voor culturele activiteiten is er binnen de associatie een goede samenwerking met het RITS Café;
• Er is een structurele samenwerking met het Kunstenplatform dat vanuit de associatie is opgericht voor doctoraten in de kunsten;
• Het sportaanbod voor studenten plannen we binnen de associatie strategisch. Het Vlaams decreet van 3 april 2009 voor de uitbouw, de coördinatie en de promotie van het sportaanbod van de studentenvoorzieningen van de Vlaamse universiteiten en hogescholen dient als leidraad. Sport Vlaanderen zorgt op associatieniveau voor subsidies.
Binnen de Brussels University Alliance willen de VUB en de ULB samen een aantal synergieën, transversale activiteiten of gezamenlijke projecten realiseren, ook wat studentenwerking betreft.
De afdeling Beweging en Sport participeert actief in de samenwerking tussen VUB en ULB om Elsene als ‘quartier universitaire’ te promoten. De dienst Cultuur werkt eveneens nauwer dan voordien samen met zijn ULB-partner ‘ULB Culture’.
Binnen de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) werken onze diensten samen rond twee velden van de studentenwerking: cultuur en sport.
De afdeling Beweging en Sport heeft een goede samenwerkingsrelatie met de Sportdienst van de VGC. Die samenwerking biedt opportuniteiten met betrekking tot het aanbieden van een zo ruim mogelijke waaier aan sportieve activiteiten op en rond de campussen. De VGC heeft in het verleden, in ruil voor korting op de huurprijs, al verschillende keren mee geïnvesteerd in renovatie van VUB-sportinfrastructuur zoals kleedkamers, sportvloer of openluchtvelden.
De VGC subsidieert, vanuit haar bevoegdheid voor Jeugd, deels de structurele werking van de dienst Cultuur. De dienst Cultuur is eveneens lid van de Brusselse Jeugdraad. De polyvalente zaal van Pilar is mee opgenomen in het fuifzalenplan van de VGC.
De VGC biedt extra subsidiemogelijkheden voor studenten(verenigingen) met innovatieve en creatieve initiatieven die samenwerking en uitwisseling tussen studenten aanmoedigen en/of die Brussel en het leven in de stad willen promoten: Kom uit je Kot, A fonds en Bruss-it.
Ook de Paspartoe-vrijetijdspas, zowel individueel als voor verenigingen, is een mooie stimulans om studenten te laten deelnemen aan het culturele leven in de hoofdstad.
Basic Fit baat zowel op de Brussels Health Campus als de Brussels Humanities, Sciences and Engineering Campus een fitnessclub uit. Dit gebeurt via de formule van een publiek private samenwerking tussen Basic Fit en de VUB. Dankzij die formule genieten VUB-studenten van een korting op het jaarlidmaatschap.
De afdeling Beweging en Sport werkt in de praktijk nauw samen met de faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie van de VUB. De afdeling is een erkende stageplaats voor studenten van verschillende vakgroepen van de faculteit en voor studenten van de professionele bacheloropleiding lichamelijke opvoeding bij associatiepartner Erasmus Hogeschool Brussel.
Toegang
Universeel, voor alle studenten.
Nieuw in 2019
Verenigingsleven, beleving en engagement
De ingebruikname van het XY-gebouw op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering campus had ook positieve gevolgen voor de meeste studentenverenigingen die vroeger gehuisvest waren in het pand op Triomflaan 35. De sui generis-verenigingen - De Moeial en Studiekring Vrij Onderzoek – verkregen in het XY-gebouw een eigen lokaal. De andere verenigingen verhuisden in XY naar lokalen voor gedeeld gebruik. In de gedeelde verenigingslokalen hebben we een viertal verenigingen gehuisvest. Zij hebben elk, na onderling onderleg, het lokaal op een vaste dag ter beschikking.
In de week van 18 februari 2019 organiseerde de Studentenraad de Week van de Student, een initiatief om studentenengagement onder de aandacht te brengen. Tijdens die week organiseerde het International Student Platform de tweede editie van de VUB International Student Conference. Deze editie stond in het teken van het thema studentenzaken en -leven. Op donderdagavond organiseerde de studentenraad in de Beursschouwburg het paneldebat ‘het onderwijs van de toekomst’, met aansluitend een receptie, virtual reality workshop, silent disco en afterparty.
Ook binnen het verenigingsleven zaten de internationale studenten niet stil. Twee bestaande internationale studentenverenigingen verkregen het statuut van ‘gewoon erkende studentenvereniging’: Brussels Association of Business Economics (BABE) en Latin American Students Community (LASCOM).
In februari namen we de vaste meet-, registratie- en begrenzingsapparatuur voor versterkt geluid in gebruik in de tent, de BSG-zaal en de BOJ-zaal. Bij de eerste ingebruikname sneuvelde het scherm in de feesttent. De herstelling verhaalden we op de organisatoren. Sindsdien doet de appratuur zijn normale dienst.
In 2019 stelden we bij vier doopactiviteiten een overschrijding van de geluidsnormen. Dit was wellicht niet te wijten aan het versterkt geluid, dan wel aan het gejoel van het publiek. Omdat de geluidsabsorberende panelen niet voldeden trokken we de normen voor de BSG-zaal op naar geluidscategorie drie. Voor activiteiten in die geluidsnormcategorie hebben we in één van de aula’s van gebouw G op esplanadeniveau een rustruimte voorzien.
In april ondertekende de vicerector Onderwijs en Studentenzaken, de koepelvereniging BSGgtgv en de Studentenraad het Vlaamse doopcharter. Dat charter is er gekomen na het overlijden van een student tijdens een doopactiviteit van een KUL-studentenvereniging. We grepen de ondertekening van het doopcharter aan om onze eigen Codex Studentenleven te herzien. In praktijk heeft dat ertoe geleid dat verenigingen voortaan verplicht zijn om gezondheidsproblemen te bevragen bij hun schachten. Minderjarige deelnemers zullen ook een schriftelijke toelating van hun ouders of voogd moeten voorleggen vooraleer te kunnen deelnemen aan (doop)activiteiten van een vereniging. De modelfiches stellen we ter beschikking op de studentenwebsite.
In het verlengde van de herziening keurde de studentenraad ook volgende wijzigingen aan de Codex Studentenleven goed:
• de gebruikersrichtlijnen Lounge Bar 1050;
• de richtlijnen voor erkenningsaanvraag als studentenvereniging ;
• de minimum veiligheids- en gedragsvoorschriften bij alle activiteiten, inclusief het dopen;
• de regelgeving voor het verkrijgen van subsidies voor erkende verenigingen;
• de plichten en de regels die verbonden zijn aan het statuut van erkende vereniging.
In augustus sloten we een nieuwe overeenkomst af met publiq vzw. Deze overeenkomst bepaalt dat studenten toegang hebben tot de voordelen die verbonden zijn aan de European Youth Card (EYCA). Daarnaast verzorgt publiq vzw onder het label BILL twee sensibiliseringscampagnes rond cultuur op de campussen. Publiq biedt tenslotte ook content op maat, in te vullen na onderling overleg met de universiteit.
In het najaar legden we op zowel de Brussels Health Campus als de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus de laatste hand aan een BBQ-zone. De BBQ-zones waren een initiatief van de studentenraad. We konden het project financieren via eigen middelen van de studentenraad, een projectsubsidie van het VUB-initiatief “Hack the campus” en vrij beschikbare reserves uit de gecumuleerde middelen van afdeling III.
In oktober werd de Sint-Verhaegenviering toegevoegd aan de Inventaris van Immaterieel Cultureel Erfgoed van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze erkenning was een morele opsteker voor de verenigingen. Na een aantal jaren van onzekerheid - door het overlijden van een student en de Brusselse terreurdreigingen en -aanslagen – is het voortbestaan van de traditie nu verzekerd.
De Sint-Verhaegeneditie van 2019 stond in het teken van 50 jaar VUB. Ter ere van dit jubileum maakte de Studentenraad een eenmalig budget van €5.000 euro vrij voor het ondersteunen van de viering. Omwille van openbare werken eindigde de stoet dit jaar niet op Beursplein, wel op het Muntplein.
We hebben in 2019 de integratie van studentenwerking in het Infopunt Studenten verdergezet. Dankzij die integratie kunnen we nog meer de directe aansluiting tussen het VUB-studentenleven en de algemene communicatie van de universiteit stimuleren, zowel in het onlineverhaal als in concrete initiatieven. Vanuit die verdergezette integratie konden we een viertal acties realiseren.
In mei organiseerden we naar jaarlijkse traditie ‘Soirée Engagée’. We boden de nieuwe besturen verschillende ‘how to’-sessies die hen in staat moesten stellen om goed voorbereid aan hun werkjaar te beginnen. Maar de opkomst was lager dan de voorgaande jaren.
In september 2019 organiseerden we voor de eerste keer een onthaalweek voor alle nieuwe studenten aan de VUB. Tijdens de onthaalweek maakten de studenten kennis met hun opleiding en faculteit. Een aantal verenigingen stond in voor een campustoer voor de nieuwe studenten. Verschillende verenigingen organiseerden allerlei welkomstactiviteiten.
Tijdens de onthaalweek organiseerden we het ‘Redelijk Ongeregeld?!’-congres voor actieve studenten. Dit jaar stond het congres ook open voor studenten die (nog) geen lid zijn van een studentenvereniging en nieuwe studenten. Toch lag de opkomst lager dan tijdens de vorige edities. Na het congres reikten we voor de tweede keer de ‘engagement awards’ uit aan zeer verdienstelijke studenten. Het concept van de awards is een schot in de roos; het kan op veel belangstelling bij de studenten rekenen.
Cultuurbeleving
In mei 2019 stelde de dienst Cultuur de nieuwe naam van haar werking voor aan het grote publiek: ‘Pilar’. De naamswijziging kadert in de uitbreiding van de culturele infrastructuur binnen het nieuwbouwproject XY. De voormalige naam ‘KultuurKaffee’ dekte de lading immers niet meer; de culturele werking breidde immers uit met nieuwe voorzieningen:
• Pilar Box, een polyvalente zaal voor concerten, voorstellingen en projecties met een capaciteit van 300 personen staand – 90 zittend.
• Pilar Expo, een expositieruimte van meer dan 350m², verspreid over twee verdiepingen
• Kantoren, donkere kamer, loges, opslagruimtes, …
• Bar Pilar, een horecaruimte die in concessie gegeven werd
Bij een nieuwe cultuurwerking hoort ook een nieuwe website: http://pilar.brussels.
Op 17 oktober 2019 opende Pilar officieel zijn deuren met een knaller van een openingsfeest. Op de affiche stonden onder andere Dvtch Norris, Rare Akuma en Black Mamba.
De openingsavond was meteen de start van het eerste PILAR ASAP festival. PILAR ASAP is een halfjaarlijks, multidisciplinair festival met een verhalende programmatie. Gevoed door de maatschappelijke hartslag versmelt Pilar er verschillende artistieke en wetenschappelijke disciplines. Tijdens PILAR ASAP proeft het publiek van een uitdagend, gevarieerd aanbod: van expositie, debat en workshops tot concertavonden. Van dans, film en performances tot diepgravende talks. Het werk van (jonge) kunstenaars die as soon as possible ontdekt moeten worden staat centraal.
PILAR ASAP: The For X’s Sake Edition liep van 17 oktober tot 14 november 2019 en telde 12 gevarieerde event-dagen. Daarnaast organiseerde de dienst Cultuur in november en december nog verschillende concerten in de Pilar Box. Sinds eind november 2019 is het mogelijk de nieuwe culturele faciliteiten te huren voor eigen activiteiten, gaande van congressen en studiedagen tot feestjes.
Op USquare ging binnen de tijdelijke bezetting See U het project Barak Lili M van start. Binnen dat project ondersteunt de dienst Cultuur studenten die ambities hebben omtrent cultureel ondernemerschap.
In februari ondersteunde de dienst Cultuur de (boek)voorstelling Homo Roboticus. Dit event had tot doel synergiën te creëren tussen mens, technologie, wetenschap en kunst.
In het kader van de WeKONEKT-week en het Franse jaar op de VUB, organiseerden we met de Parijse band SEIN een concertavond op de centrale Brusselse locatie Madame Moustache. Binnen het Franse jaar aan de VUB ondersteunde de dienst Cultuur ook de lezing van Alain Badiou in de BOZAR.
Het muzikale luik op de academische opening in het Jubelpark kon rekenen op ondersteuning van de dienst Cultuur.
Op de afterparty van de cultureel-academische samenwerking Mindblowers in de KVS organiseerde de dienst Cultuur voor de tweede keer een Silent Disco.
De dienst Cultuur zorgde voor logistieke, communicatieve of nog andere ondersteuning van een reeks studentenactiviteiten. Voor 2019 gaat het om het VUBrusselt-event van de studentenraad, een projectdag van de studenten agogische wetenschappen en de architectuurweek van de studenten ingenieurswetenschappen-architectuur. Er waren gesprekken om eventuele toekomstige samenwerkingen te bekijken met Studiekring Vrij Onderzoek, de Moeial, VUB Players, Break The Silence, enzovoort.
De dienst Cultuur was op Brussel Brost aanwezig met een silent disco.
Beweging en sport
De afdeling Beweging en Sport heeft in 2019 de focus gelegd op het verder uitdiepen van haar bestaande activiteiten. Er was één nieuwe extra focus: het project “VUB Loopt”. Dit is een campagne om de loopgemeenschap op de VUB samen te brengen en uit te breiden. Met de bedoeling om in mei 2020 met 500 VUB’ers deel te nemen aan de 20km van Brussel. “VUB Loopt” kadert binnen het feestjaar van 50 jaar VUB. Het loopdoel is gekoppeld aan een fondsenwerving van €50.000 voor het Paul De Knop fonds.
Ecologisch bewustzijn
In februari en maart 2019 moedigden we studenten en personeelsleden aan om deel te nemen aan de verschillende klimaatmarsen in Brussel. De VUB-gemeenschap was onder meer aanwezig op Rises for the Climate en Global Strike For Future.
Het Green Team organiseerde in mei 2019 een Second Hand Market op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Met dit initiatief wil het Green Team de studenten aanmoedigen om bewuster om te gaan met producten en een halt toe te roepen aan de huidige wegwerpmaatschappij.
Het Green Team organiseerde in mei 2019 een Second Hand Market op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Met dit initiatief wil het Green Team de studenten aanmoedigen om bewuster om te gaan met producten en een halt toe te roepen aan de huidige wegwerpmaatschappij.
Ten slotte vond in december 2019 de eerste editie van Sustainable Winter Festival plaats op de campus in Etterbeek. Tijdens dit duurzame winterfestival konden studenten en personeelsleden niet alleen deelnemen aan lezingen en debatten over circulaire economie, maar ook een milieuvriendelijk kerstgeschenkje aanschaffen en proeven van duurzame hapjes en drankjes.
Kengetallen en trends
Ten slotte vond in december 2019 de eerste editie van Sustainable Winter Festival plaats op de campus in Etterbeek. Tijdens dit duurzame winterfestival konden studenten en personeelsleden niet alleen deelnemen aan lezingen en debatten over circulaire economie, maar ook een milieuvriendelijk kerstgeschenkje aanschaffen en proeven van duurzame hapjes en drankjes.
Kengetallen en trends
Cultuurbeleving
Cultuurbeleving
Evolutie inkomsten ticketverkoop dienst Cultuur
Figuur 40: Evolutie inkomsten via ticketverkoop voor concerten georganiseerd door de dienst Cultuur. Omwille van de voorbereidingen van de opening van Pilar organiseerde de dienst cultuur in het voorjaar van 2019 een beperkter aantal activiteiten. In de periode januari-oktober 2019 vonden er enkele gratis activiteiten plaats. Pas vanaf oktober 2019 werden er opnieuw volop activiteiten georganiseerd, waarvan een groot aantal opnieuw gratis.
Figuur 40: Evolutie inkomsten via ticketverkoop voor concerten georganiseerd door de dienst Cultuur. Omwille van de voorbereidingen van de opening van Pilar organiseerde de dienst cultuur in het voorjaar van 2019 een beperkter aantal activiteiten. In de periode januari-oktober 2019 vonden er enkele gratis activiteiten plaats. Pas vanaf oktober 2019 werden er opnieuw volop activiteiten georganiseerd, waarvan een groot aantal opnieuw gratis.
Evolutie ticketinkomsten BANG! festival
Figuur 40: Evolutie inkomsten via ticketverkoop voor concerten georganiseerd door de dienst Cultuur. Omwille van de voorbereidingen van de opening van Pilar organiseerde de dienst cultuur in het voorjaar van 2019 een beperkter aantal activiteiten. In de periode januari-oktober 2019 vonden er enkele gratis activiteiten plaats. Pas vanaf oktober 2019 werden er opnieuw volop activiteiten georganiseerd, waarvan een groot aantal opnieuw gratis.
Evolutie ticketinkomsten BANG! festival
Figuur 41: evolutie inkomsten via ticketverkoop van de multidisciplinaire kunstenfestivals BANG! (2015-2018) en PILAR ASAP (2019) van de dienst Cultuur.
Figuur 41: evolutie inkomsten via ticketverkoop van de multidisciplinaire kunstenfestivals BANG! (2015-2018) en PILAR ASAP (2019) van de dienst Cultuur.
Bezoekers BANG! / PILAR ASAP Verhouding student / niet-student aantal nietstudenten aantal studenten
BANG! (2015) BANG! (2015 BANG! (2016) BANG! (2016) BANG! (2017) BANG! (2018) BANG! (2018) PILAR ASAP (2019)
Figuur 42: verhouding van bezoekers (student/niet student) die deelnamen aan de multidisciplinaire kunstenfestivals BANG! (2015-2018) en PILAR ASAP (2019) van de dienst Cultuur. Na een nomadische periode in de stad zijn we teruggekeerd naar de thuisbasis: de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus van de VUB. Dat leidt opnieuw tot een stijging van het aantal studenten dat deelnam aan activiteiten van de dienst Cultuur.
Figuur 42: verhouding van bezoekers (student/niet student) die deelnamen aan de multidisciplinaire kunstenfestivals BANG! (2015-2018) en PILAR ASAP (2019) van de dienst Cultuur. Na een nomadische periode in de stad zijn we teruggekeerd naar de thuisbasis: de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus van de VUB. Dat leidt opnieuw tot een stijging van het aantal studenten dat deelnam aan activiteiten van de dienst Cultuur.
Verhoudingen binnen het studentenpubliek per discipline Concerten expo's performances/dans educatief
Figuur 43: In 2019 participeerden studenten 2.740 keer aan het aanbod van de dienst Cultuur. Concerten zijn veruit het meest populair. In verhouden organiseerden we
Figuur 42: verhouding van bezoekers (student/niet student) die deelnamen aan de multidisciplinaire kunstenfestivals BANG! (2015-2018) en PILAR ASAP (2019) van de dienst Cultuur. Na een nomadische periode in de stad zijn we teruggekeerd naar de thuisbasis: de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus van de VUB. Dat leidt opnieuw tot een stijging van het aantal studenten dat deelnam aan activiteiten van de dienst Cultuur.
Verhoudingen binnen het studentenpubliek per discipline

Concerten expo's performances/dans educatief
Figuur 43: In 2019 participeerden studenten 2.740 keer aan het aanbod van de dienst Cultuur. Concerten zijn veruit het meest populair. In verhouden organiseerden we ook meer concerten dan activiteiten binnen andere disciplines: 13 concerten, 4 performances en 3 educatieve activiteiten. In 2019 vond er geen door de dienst Cultuur georganiseerde expo plaats. In het kader van de opening van de nieuwe culturele faciliteiten en de verjaardag van 50 jaar VUB cureerde prof. dr. Dirk De Wolf de expo JRSLM. Deze tentoonstelling was gratis toegankelijk en kreeg ruim 3.500 bezoekers over de vloer, waaronder heel wat studenten. Maar de cijfers van de studentenbezoeken hebben we niet afzonderlijk bijgehouden. Studenten bezochten de JRSLM-expo individueel of als groepsrondleiding met hun opleiding of studentenvereniging.
Figuur 43: In 2019 participeerden studenten 2.740 keer aan het aanbod van de dienst Cultuur. Concerten zijn veruit het meest populair. In verhouden organiseerden we ook meer concerten dan activiteiten binnen andere disciplines: 13 concerten, 4 performances en 3 educatieve activiteiten. In 2019 vond er geen door de dienst Cultuur georganiseerde expo plaats. In het kader van de opening van de nieuwe culturele faciliteiten en de verjaardag van 50 jaar VUB cureerde prof. dr. Dirk De Wolf de expo JRSLM. Deze tentoonstelling was gratis toegankelijk en kreeg ruim 3.500 bezoekers over de vloer, waaronder heel wat studenten. Maar de cijfers van de studentenbezoeken hebben we niet afzonderlijk bijgehouden. Studenten bezochten de JRSLM-expo individueel of als groepsrondleiding met hun opleiding of studentenvereniging.
Beweging en sport
Beweging en sport
Evolutie sportparticipatie
VUB-leden BASIC FIT
VUB-student ZWEMKAART
VUB-student JOGKAART
VUB-student SPORTKNIP
VUB-student SPORTKAART
Figuur 44: In deze grafiek worden alle types van sportlidmaatschappen bij elkaar opgeteld voor de voorbije jaren. Dat geeft een beeld van de “totale” sportparticipatie aan het eigen aanbod, en de evolutie daarin. Op vlak van actieve sportkaarten eindigden we in 2019 voor het tweede jaar op rij boven de doelstelling van 30% studentenparticipatie. Met in totaal 4.672 kaarten in gebruik scoren we zoals vooropgesteld. De extra deelnames zijn te wijten aan te heropening van het gerenoveerde zwembad, in 2018. De daling in sportkaarten heeft te maken met de nieuwe kaartlezers die aan de ingang van het zwembad geïnstalleerd werden in 2018. Alle bestaande sportkaarthouders die nog zwembeurten op de oude kaart hadden, moesten toen omschakelen naar een nieuwe sportkaart. Die piek in sportkaarten was dan ook eenmalig. Rekenen we bij de sportkaarthouders ook de VUB-studenten met een lidmaatschap bij Basic Fit, dan bereiken we meer dan 50% van onze studentenpopulatie.
Figuur 44: In deze grafiek worden alle types van sportlidmaatschappen bij elkaar opgeteld voor de voorbije jaren. Dat geeft een beeld van de “totale” sportparticipatie aan het eigen aanbod, en de evolutie daarin. Op vlak van actieve sportkaarten eindigden we in 2019 voor het tweede jaar op rij boven de doelstelling van 30% studentenparticipatie. Met in totaal 4.672 kaarten in gebruik scoren we zoals vooropgesteld. De extra deelnames zijn te wijten aan te heropening van het gerenoveerde zwembad, in 2018. De daling in sportkaarten heeft te maken met de nieuwe kaartlezers die aan de ingang van het zwembad geïnstalleerd werden in 2018. Alle bestaande sportkaarthouders die nog zwembeurten op de oude kaart hadden, moesten toen omschakelen naar een nieuwe sportkaart. Die piek in sportkaarten was dan ook eenmalig. Rekenen we bij de sportkaarthouders ook de VUB-studenten met een lidmaatschap bij Basic Fit, dan bereiken we meer dan 50% van onze studentenpopulatie.
Meer uitgebreide cijfers over sportparticipatie door studenten en een meer gedetailleerde analyse zijn terug te vinden in het Jaarverslag UAB-Sport 2019.
actieve sportkaarten eindigden we in 2019 voor het tweede jaar op rij boven de doelstelling van 30% studentenparticipatie. Met in totaal 4.672 kaarten in gebruik scoren we zoals vooropgesteld. De extra deelnames zijn te wijten aan te heropening van het gerenoveerde zwembad, in 2018. De daling in sportkaarten heeft te maken met de nieuwe kaartlezers die aan de ingang van het zwembad geïnstalleerd werden in 2018. Alle bestaande sportkaarthouders die nog zwembeurten op de oude kaart hadden, moesten toen omschakelen naar een nieuwe sportkaart. Die piek in sportkaarten was dan ook eenmalig. Rekenen we bij de sportkaarthouders ook de VUB-studenten met een lidmaatschap bij Basic Fit, dan bereiken we meer dan 50% van onze studentenpopulatie.
Meer uitgebreide cijfers over sportparticipatie door studenten en een meer gedetailleerde analyse zijn terug te vinden in het Jaarverslag UAB-Sport 2019.
Meer uitgebreide cijfers over sportparticipatie door studenten en een meer gedetailleerde analyse zijn terug te vinden in het Jaarverslag UAB-Sport 2019.
Verenigingsleven, beleving en engagement
Verenigingsleven, beleving en engagement
Aantal erkende studentenverenigingen
Figuur 45: aantal door BSGgtgv erkende studentenverenigingen (totaal in 2019: 47). Het ledenaantal van de verenigingen varieert van 22 tot 220 personen.
Figuur 45: aantal door BSGgtgv erkende studentenverenigingen (totaal in 2019: 47). Het ledenaantal van de verenigingen varieert van 22 tot 220 personen.
In 2019 verkregen twee studentenorganisaties het statuut van ‘gewoon erkende vereniging’: Brussels Association of Business Economics (BABE) en Latin American Students Community (LASCOM). Een overzicht van alle erkende en niet-erkende verenigingen is terug te vinden op de studentenwebsite.
Personeel
Het personeel voor studentenwerking wordt niet aangesteld op het personeelskader van begrotinsgafdeling III-studentenvoorzieningen.
Binnen het Infopunt Studenten ging begin november 2019 een coördinator studentenleven aan de slag, Ekaterina Smirnova. Zij zal zich fulltime toeleggen op het extracurriculair studentenleven aan de VUB, zowel op het terrein als beleidsmatig.
In de begroting is er een verrekening zichtbaar voor de werking van de dienst Cultuur. De tussenkomst voor de dienst cultuur bedraagt €157.310 als bijdrage voor de hoge personeelskosten. Dit is meer dan een verdubbeling vergeleken met de personeelskosten in 2018 (€63.105). Omwille van de ingebruikname van de nieuwe en grotere culturele infrastructuur hebben we, om de uitbating te kunnen verzekeren, het personeelskader van de dienst uitgebreid met drie deeltijdse medewerkers.
De tussenkomst voor de dienst Beweging en Sport bedraagt jaarlijks €12.330.
Evaluatie doelstellingen uit het beleidsplan
Strategische doelstellingen
We stimuleren onze studenten tot participatie aan beweging en sport.
Operationele doelstellingen
Opzetten van een methodologie om participatie van studenten betrouwbaar te kunnen meten, en evolutie te kunnen opvolgen.
We promoten “levenslang” bewegen en sporten, o.a. door aanbod sportprogramma.
We bewaken dat de middelen voor studentensport via de associatie voldoende ten voordele van de VUB-studenten worden ingezet.
Indicatoren
Methode beschikbaar in 2023.
Projectleider Evaluatie 2019
Hoofd Beweging & Sport - Opgestart
We stimuleren cultuurparticipatie bij studenten.
Opzetten van een methodologie om participatie van studenten betrouwbaar te kunnen meten, en evolutie te kunnen opvolgen.
We ondersteunen zowel passieve cultuurbeleving (presentatie) als actieve cultuurparticipatie (creatie, ondernemerschap).
Stijgend aantal VUB studenten per campus zijn sportief actief (2019-2023).
Duidelijk communicatiebeleid wat betreft onderscheid tussen VUB-sport en UAB sport (2019-2023).
In voorbereiding van het sportbeleidsplan UAB-sport 2020 - 2024 wordt in het najaar van 2019 een advies gevraagd aan de studentenraad over welke belangen van VUB-studenten moeten meegenomen worden naar het associatieplan (2019).
Methode beschikbaar in 2023.
Hoofd Beweging & Sport - Uitgevoerd
Hoofd Beweging & Sport - Uitgevoerd
Hoofd Beweging & Sport - Opgestart
We brengen studenten in contact met verscheidene culturele partners in Brussel.
Tijdelijke bezetting van de Usquare-site met atelierruimtes, repetitieruimte en ondersteuning van cultureel ondernemerschap vanaf 2019.
Programmatie van presentatie-activiteiten vanaf 2019 –2020 (nieuwbouwproject XY).
Activiteiten in samenwerking met Brusselse culturele organisaties.
Hoofd Cultuur Uitgevoerd.
Via een opleidingsonderdeel binnen de opleiding Agogische Wetenschappen werkten er ook studenten mee aan het opzetten van de methodologie.
Hoofd Cultuur Uitgevoerd
Opstart van PILAR ASAP.
Opstart van Barak Lili M in See U, het tijdelijke bezettingsproject van USquare.
Hoofd Cultuur Uitgevoerd
Vanaf oktober 2019 gingen er 18 events in Pilar door.
Hoofd Cultuur Nog niet opgestart
Verbetering is mogelijk. In 2019 lag de focus op activiteiten op de campus zelf.
We faciliteren het studentenverenigingsleven en de niet onderwijsgebonden studenteninitiatieven.
We betrekken studenten als stakeholders bij de (evaluatie en bijsturing van de) werking en het cultuurbeleid van de universiteit.
We betrekken studenten bij de organisatie en de uitbouw van het cultureel aanbod, vertrekkend vanuit de behoeften van de studenten.
We omkaderen het studentenleven reglementair en juridisch.
Studenten zijn betrokken
Programmatie van minstens 2 activiteiten per jaar waarbij studenten het initiatief hebben genomen.
De Codex Studentenleven bundelt universiteitsbreed alle reglementeringen inzake het studentenleven. Hij is een gekende referentie voor alle actieve studenten en betrokken diensten. Hij wordt geactualiseerd indien nodig (2019-2023).
Hoofd Cultuur Uitgevoerd.
Verhoogde betrokkenheid van studenten in de Raad van Bestuur en Algemene Vergadering van Pilar vzw. We betrekken de input van stagiairs, taken, masterproeven, ... .
Hoofd Cultuur
Opgestart
Er is verbetering mogelijk. Daar wordt volop op ingezet met Barak Lili M.
Hoofd Infopunt Studenten Uitgevoerd
In september 2019 werd de Codex Studentenleven geactualiseerd. De wijzingen betroffen:
• De gebruikersrichtlijnen Lounge Bar 1050
• De richtlijnen voor erkenningsaanvraag als vereniging
• De minimum veiligheids- en gedragsvoorschriften bij alle activiteiten, inclusief dopen
• De regelgeving voor het verkrijgen van subsidies voor erkende verenigingen
• De plichten en de regels die verbonden zijn aan het statuut van erkende vereniging
Expertise en kwaliteitsvol advies in de oprichting en erkenning van studentenorganisaties, als feitelijke vereniging of als vzw (20192023).
Hoofd Infopunt Studenten Uitgevoerd
In 2019 hebben we verschillende verenigingen begeleid tijdens hun oprichtings- en erkenningsprocedure. De erkenning van twee verenigingen trad in werking in 2019 en drie andere verenigingen verkregen een erkenning die in werking zal treden in 2020. We installeren een efficiënte werking. Jaarlijkse barometer van het aantal studentenverenigingen en studenteninitiatieven en hun relevante parameters (2020-2023).
Administratieve vereenvoudiging van procedures voor studenten (20192023).
De rollen van BSGgtgv en het Infopunt Studenten zijn duidelijk voor alle stakeholders en ze zijn duidelijk afgebakend (20202023).
Hoofd Infopunt Studenten Nog niet gestart
Hoofd Infopunt Studenten
Hoofd Infopunt Studenten
Nog niet gestart
Nog niet gestart
We ondersteunen studenteninitiatieven communicatief.
De loketfuncties van de brede informatiefunctie van het Infopunt Studenten en de studentenlevenfunctie van het Infopunt Studenten zijn geïntegreerd (20202023).
Online loket met minstens thematische en chronologische overzichten van het vrijetijdsaanbod, integratie van alle aangeboden diensten voor het opzetten van initiatieven, duidelijk overzicht van sponsor- en subsidiemogelijkheden (2019-2023).
Het actieve studentenleven komt aan bod in de VUB-media. Studenten kunnen aanvragen hiervoor richten naar Infopunt Studenten (2019-2023).
Hoofd Infopunt Studenten
Deels opgestart
In 2019 vervoegde een coördinator studentenleven het team Infopunt Studenten. Deze integratie laat toe dat studenten sneller geholpen kunnen worden.
Hoofd Infopunt Studenten
Hoofd Infopunt Studenten
Deels opgestart
De studenten kunnen de Facebookpagina Student Events VUB raadplegen voor een overzicht van het vrijetijdsaanbod. Tevens kan alle informatie die noodzakelijk is voor het opzetten van een initiatief geraadpleegd worden op de studentenwebsite. Het is de bedoeling om op de nieuwe studentenwebsite alle nuttige informatie te integreren. De website wordt verwacht in de periode 2020-2023.
Opgestart
Het studentenleven komt aan bod op de verschillende VUB-kanalen en de studenten kunnen dit aanvragen via de studentenwebsite.
We ondersteunen studenteninitiatieven logistiek en organisatorisch.
Beleidsvoorbereidend advies en minstens jaarlijkse evaluatie van de nood aan ruimtes voor studentenleven, het beschikbaar aanbod en de exploitatiewijze. (esplanade, studentenlounges, fuifzalen, ruimtes voor grote events…) (2019-2023).
Hoofd Infopunt Studenten Opgestart
In 2019 hebben we de toewijzing van de verenigingslokalen in het nieuwbouwproject XY gefinaliseerd. Tevens zijn we bewust dat er een tekort dreigt aan ruimte en dat daarvoor een oplossing gezocht moet worden.
Zowel op de Brussels Health Campus als de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus realiseerden we een BBQ-zone voor de studenten. Deze BBQ’s zijn er gekomen op initiatief van de studentenraad.
We ondersteunen studenteninitiatieven via kennisdeling en vorming.
We realiseren een studentenbar.
We bieden minstens per jaar een vorming aan voor studenten die zich willen engageren in het studentenleven, i.s.m. de verschillende stakeholders (2019-2023).
Minstens 1 ontmoeting per jaar over het actieve studentenleven ¬over actuele thema’s (bv. pro-senioren met huidige besturen, internationale en Belgische studenten, actieve en niet-actieve studenten, studenten van verschillende culturele achtergrond...) (20192023).
Opbouw van het dossier, businesscase, uitbatingsmodel en bouwplanning in 2019.
Hoofd Infopunt Studenten
Hoofd Infopunt Studenten
Opgestart
In 2019 organiseerden we twee vormingsmomenten, namelijk ‘Soirée Engagée’ en ‘Redelijk Ongeregeld’. De opkomst loste de verwachtingen niet in. We sleutelen aan de formule.
Nog niet gestart
In 2019 vond geen ontmoeting plaats door een personeelshervorming binnen het domein studentenleven.
Algemeen Beheerder & Hoofd Infopunt Studenten
Implementatie van een studentenbar ten laatste in 2023.
Algemeen Beheerder & Hoofd Infopunt Studenten
Opgestart
De Studentenraad stelde in het najaar van 2018 een businessplan op. Dat werd in 2019 samen met de stakeholders verder uitgewerkt.
Nog niet gestart
We versterken het sociaal weefsel binnen de studentengemeenschap.
We dragen actief bij tot het welzijn van studenten via stimuleren van hun participatie in het studentenleven.
Initiatieven zijn genomen om studenten-(organisaties) te stimuleren tot drempelverlaging naar het studentenleven en bijhorende activiteiten (20192023).
Hoofd Infopunt Studenten Opgestart
Binnen het vak Social Design, co-Creation and Innovation van de opleiding Educational Sciences lanceerden we in 2019 een onderzoeksproject om na te gaan hoe we kunnen overgaan tot drempelverlaging binnen het studentenleven.
De marktonderzoeksopdracht “Hoe kan de Sint-Verhaegenviering een breder studentenpubliek aantrekken? Imago-onderzoek naar St.-Vé bij studenten en andere betrokkenen.?” werd geselecteerd door Prof. Malaika Brengman en Nanouk Verhulst in het kader van het vak Marktonderzoek. De resultaten kunnen volgend jaar getest worden.
Een student communicatiemanagement van de Erasmushogeschool Brussel onderzoekt voor zijn afstudeerproject hoe internationale studenten betrokken kunnen worden bij het officieel gedeelte van de Sint-Verhaegenviering. De bedoeling is dat we de resultaten van het onderzoek gebruiken voor de editie van 2020.
Hogere deelname in het studentenverenigingsleven, zowel van Belgische als van internationale studenten (2020-2023).
Rapportering over welzijnsissues in het studentenleven en de wijze waarop ermee wordt omgegaan in het decretaal verplicht jaarverslag (20202023).
Hoofd Infopunt Studenten
Hoofd Infopunt Studenten
Deels opgestart
Door de drempels te verlagen (zie bovenstaand puntje) hopen we op een toename van de participatiegraad in de toekomst.
Nog niet gestart
We stippelen een welzijnsbeleid uit voor studenten op VUB-kot ter bevordering van de sociale integratie en bestrijding van eenzaamheid.
Een projectmedewerker is aangeworven voor de periode 2020-2023
Hoofd Infopunt Studenten Opgestart
De Universiteitsraad keurde in de begroting 2020 de aanstelling van een projectmedewerker goed. Tegen het jaareinde werkten we de functiebeschrijving uit.
Een socio-cultureel en contact bevorderend programma is uitgewerkt voor de verschillende studentenhuizen en – wijken van de VUB.
Studenten op kot voelen zich goed en hebben een gediversifieerd sociaal netwerk (20202023).
Evaluatie van het project beschikbaar, met aanbevelingen over hoe bevordering van de sociale integratie en bestrijding van de eenzaamheid op het bredere veld van studentenwerking kan worden ingezet (2023).
Hoofd Infopunt Studenten Nog niet gestart
Hoofd Infopunt Studenten Nog niet gestart
Hoofd Infopunt Studenten Nog niet gestart
We stimuleren beleving, actieve participatie, engagement en kritisch betrokken (wereld)burgerschap.
Promotie van het georganiseerd studentenleven en van initiatieven voor studenten (20192023).
Hoofd Infopunt Studenten
Integratie van het actieve studentenleven in de onthaalcommunicatie (NL en ENG) (20192023).
BSGgtgv zorgt voor een vlotte omkadering van het studentenverenigingsleven met een hogere deelname van studenten en een hogere diversiteit van de participerende studenten.
Studiekring Vrij Onderzoek biedt een programma waarin studenten een constructief kritische kijk, inzichten en vaardigheden kunnen ontwikkelen in het licht van de in de samenleving te dragen verantwoordelijkheden.
De Moeial rapporteert kritisch over 3 pijlers: studenten, VUB en Brussel. (2019-2023).
Hoofd Infopunt Studenten
Opgestart
De studenteninitiatieven worden gepromoot op onze Facebookpagina Student Events VUB en via beeldschermen op de campus, maar in de toekomst willen we dit integreren in de nieuwe studentenwebsite.
Deels uitgevoerd
Tijdens de onthaalweek in september kregen de studenten de mogelijkheid om kennis te maken met het studentenleven door middel van verschillende activiteiten.
Hoofd Infopunt Studenten Opgestart
Het BSGgtgv is bewust van het feit dat de omkadering van het verenigingsleven herbekeken dient te worden om een hogere participatiegraad aan het studentenleven te bekomen.
Studiekring Vrij Onderzoek (VO) biedt de studenten de mogelijkheid om door middel van de debatten na te denken over actuele maatschappelijke kwesties. In november organiseerde VO het Doop- en Folkloredebat naar aanleiding van de doopperiode op de campus.
De Moeial rapporteert op een kwaliteitsvolle en kritische manier over de studenten, VUB en Brussel.
We zetten in op veiligheid en gezondheid van onze studenten.
We verminderen schadelijk alcoholgebruik door een actieve samenwerking hieromtrent met de studentenorganisaties.
We zetten in op preventie van gehoorschade.
Minder klachten over overlast en minder medische, security- en politionele interventies bij grote studentenevents en ’s nachts op campus (20202023).
Geluidsintensiteit wordt gemonitord en gerapporteerd in het decretaal verplicht jaarverslag (2019-2023).
Hoofd Infopunt Studenten
Nog niet gestart
Hoofd Infopunt Studenten Opgestart
Bij de eerste ingebruikname van het scherm in de feesttent (14/2/2019) sneuvelde dit. De herstelling werd verhaald op de organisatoren en sindsdien doet het normaal dienst. Slechts bij 4 doopactiviteiten werden de normen overschreden, wellicht niet door het versterkt geluid maar door het gejoel van het publiek.
De normen voor de BSG-zaal werden opgetrokken naar klasse drie nadat bleek dat ook de geluidsabsorberende panelen niet voldeden.
Bij activiteiten binnen geluidsnormcategorie drie wordt een rustruimte voorzien in één van de aula’s van gebouw G op esplanadeniveau.
We versterken de band tussen de stad en het studentenleven.
We moedigen de studenten aan actief deel te nemen aan op de stad gerichte projecten.
Actieve geïntegreerde promotie van Brusselse studenteninitiatieven (20192023).
Hoofd Infopunt Studenten Nog niet gestart
In 2019 werd de focus vooral gelegd op de actieve promotie van het interne studentenleven.
Aandachtspunten voor toekomstig beleid
Verenigingsleven, beleving en engagement
In onze initiatieven en evenementen vanuit de universiteit blijven we kiezen voor een duidelijke lijn van coaching, ondersteuning en vorming van de actieve studenten en studentenorganisaties.
De studentenpopulatie aan de VUB kende de laatste jaren een sterke groei en diversificatie. Binnen de studentenwerking zien we dat niet weerspiegeld in het extracurriculair studentenleven. Veel studenten ervaren verschillende drempels om eraan deel te nemen. We willen dan ook initiatieven opzetten om verenigingen aan te moedigen tot drempelverlaging bij studentenactiviteiten. Op die manier willen we de participatiegraad aan het studentenleven bevorderen, zowel bij Belgische als internationale studenten.
We moeten de werking van de studentenlounges en de realisatie van een studentenbar verder opvolgen en ondersteunen.
De huidige formule van de infoavond ‘Soirée Engagée’ en het studentencongres ‘Redelijk Ongeregeld?!’ willen we herbekijken om beter in te spelen op de noden van de studenten. Daarnaast willen we verder inzetten op ontmoetingen rond het studentenleven en studentikoziteit. Focus ligt daarbij niet alleen op ontmoetingen tussen de oude en nieuwe generatie studenten, maar ook tussen internationale en Belgische studenten, actieve en niet-actieve studenten, enzovoort.
We hebben de indruk dat we de studentenverenigingen beter moeten begeleiden bij de bestuursoverdracht; te veel belangrijke informatie gaat verloren tijdens de overdracht, ook bij de sui generis-organisaties BSGgtgv, studiekring Vrij Onderzoek en de Moeial. Tevens moeten we de verenigingen blijven aansporen om het vzw-statuut aan te nemen. We moeten ze gedurende het oprichtingsproces en de eerste werkingsjaren coachen en ondersteunen.
De VUB kent de laatste jaren een sterke stijging van het aantal erkenningsaanvragen door verenigingen. Deze stijging gaat echter niet gepaard met een toename van het aantal lokalen en opslagruimtes die ter beschikking worden gesteld van de verenigingen. Daarom zal het belangrijk zijn om het huidige lokaalgebruik, voornamelijk van gedeelde lokalen,
goed op te volgen en op regelmatige basis te evalueren. Bedoeling is dat verenigingen die een uitgesproken infrastructuurnood ervaren ook de beste uitrusting verkrijgen. Naar de toekomst toe moeten we kijken of het herbestemmingsproject van de Van der Meeren-studentenwijk en de Usquare-site opportuniteiten bieden voor het huisvesten van het studentenleven.
Studenteninitiatieven moeten we actief blijven promoten via onze kanalen. Via actieve storytelling in verschillende VUB-media moeten we verder inzetten op het bewust maken van studenten van het aanbod en de voordelen van engagement buiten het onderwijscurriculum.
We zien dat de verschillende subsidiemogelijkheden van de VUB en de VGC weinig bekendheid genieten bij de studenten. We zetten in op het actief promoten van die mogelijkheden; dat moet studenten triggeren om een eigen initiatief te realiseren. Voor wat onze eigen subsidies betreft, moeten we streven naar een vereenvoudiging van het administratief proces. Dat is zowel in het belang van de studenten als de VUB-administratie.
We merken dat kotstudenten vaak kampen met eenzaamheid. We moeten nadenken over een socio-cultureel en contactbevorderend programma voor de studentenhuizen. Dat programma zou idealiter samensmelten met het studentenleven. Het besluit over versterkt geluid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bepaalt dat instellingen zelf het geluidsniveau van activiteiten met versterkt geluid moeten normeren en onder controle houden. We moeten de naleving ervan in het oog blijven houden.
Beweging en sport
Wat sportparticipatie betreft, moeten we studenten blijven stimuleren om deel te nemen aan georganiseerde sportactiviteiten. Maar ook om “gewoon meer te bewegen” in het algemeen. Om de steeds evoluerende trends op de voet te kunnen monitoren en in functie daarvan te kunnen handelen, is de ontwikkeling van nieuwe, efficiënte en betrouwbare meetinstrumenten door de dienst Beweging en Sport een must.
We willen studenten ten volle betrekken bij de mogelijkheden van het nieuwe zwembad en de verschillende zwemactiviteiten. In functie daarvan moeten we het beleid rond en de werking van het nieuwe zwembad regelmatig en gericht evalueren.
Brede communicatie rond voordelige jaarlidmaatschappen bij Basic Fit – in vergelijking tot reguliere abonnementen –blijft voor de VUB-studentengemeenschap een aandachtspunt.
In 2020 zal de afdeling Beweging en Sport met steun van de faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie en de Studentenraad een informele zit- en ontmoetingsplek voor studenten inrichten in het sportcomplex. De gang tussen de tribunes naar beide sportzalen zal omgebouwd worden naar een studentenlounge waar studenten kunnen studeren, samenwerken, maar ook ontspannen in een nieuwe “snoozle corner”.
Tot slot wil de afdeling inzetten op de toekomst. Het zal één van de drie squashzalen die de voorbije jaren steeds minder gebruikt wordt ombouwen tot een ruimte voor virtual reality sports.
Cultuurbeleving
In 2020 zetten we verder in op het stimuleren van studenten om passief en/of actief te participeren aan cultuur. Dat doen we enerzijds door een uitdagend cultureel programma aan te bieden, via de twee edities van PILAR ASAP (het multidisciplinair kunstenfestival) en via de doorlopende concertwerking. Anderzijds door project Barak Lili M dat studenten stimuleert om zelf aan de slag te gaan als cultureel ondernemer extra in de kijker te zetten.
We versterken onze communicatie en publiekswerking.
Tot slot is het van groot belang om in 2020 in te zetten op het uitwerken van een veerkrachtig inkomstenmodel. De zoektocht naar sponsoring en de verhuur van de Pilar-Box en Pilar-Expo zijn daarvoor de speerpunten.
RUBRIEK 8 SYNTHESE JAARREKENING
1. BALANS
I. Oprichtingskosten
II. Immateriële
III. Materiële vaste activa
A. Terreinen en gebouwen
B. Installaties, machines en uitrusting
C. Meubilair en rollend materieel
D. Vaste activa in leasing
E. Andere materiële vaste
F. Vaste activa in aanbouw en vooruitbetalingen
IV. Financiële vaste activa
A. Verbonden entiteiten
Deelnemingen
Vorderingen
B. Andere rechtspersonen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat
Deelnemingen
2. Vorderingen
C. Andere financiële
2. Vorderingen en borgtochten in contanten
VII.
VIII.
IX.
X.
I. Gevormd vermogen
III. Herwaarderingsmeerwaarden
IV.
V. Overgedragen overschot (tekort)
VI. Kapitaalsubsidies
VII. Voorzieningen voor risico's en kosten
A. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen
B. Belastingen
C. Grote herstellingen en onderhoudswerken
D. Sociaal Passief
E. Veiligheid en milieuverplichtingen
F. Overige risico's en kosten
VIII. Schulden op meer dan
2. Niet achtergestelde obligatieleningen
3. Leasingschulden en soortgelijke schulden
4. Kredietinstellingen
IX. Schulden op ten hoogste een jaar
A. Schulden op >1j die binnen het jaar vervallen
B. Financiële schulden
Kredietinstellingen
D. Ontvangen vooruitbetalingen op projecten
E. Schulden mbt belastingen, bezoldigingen en sociale lasten
1. Belastingen
2. Bezoldigingen en sociale lasten
F. Overige schulden
X. Overlopende rekeningen
2. RESULTATENREKENING
A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering (1ste geldstroom)
Uitkeringen DGOS
A.1.4.
A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)
A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)
A.3.1. Federale overheid
A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap
A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO
A.3.2.3.
A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
A.3.3. Steden en provincies
A.3.4.
A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)
A.4.1. Contractonderzoek met de privé - sector
A.4.1.1. Contractonderzoek - non profit
A.4.1.2. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.1. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.2. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - pre klinisch
A.4.1.2.3. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase I & II
A.4.1.2.4. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase III & IV
A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun
A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)
A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.5.1.
A.5.2. Andere inschrijvingsgelden
A.5.3. Huuropbrengsten sociale
A.5.4. Opbrengsten studentenrestaurants
A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen
A.5.6. Andere
B. Waardewijziging projecten in uitvoering
C. Geproduceerde vaste activa
D. Giften, schenkingen en legaten
E. Andere bedrijfsopbrengsten
2. RESULTATENREKENING
C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)
ZAP
C.4. Gastprofessoren
C.5.
C.6.
C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toev. +, terugn. -) (toelichting XI, B)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev. +, bestedingen en terugn. -) (toelichting XI, A3 en C)
G. Andere bedrijfskosten
III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)
IV.
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa
B. Opbrengsten uit vlottende activa
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V.
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toelichting XII, D)
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op IVA en MVA
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
VIII. Uitzonderlijke kosten (-)
A. Uitzonderlijke afschrijv. en waardevermind. op oprichtingskosten, op IVA en MVA
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
B.
XI.
2. RESULTATENREKENING
Resultaatverwerking
A. Te bestemmen overschot (te verwerken tekort)
1. Te bestemmen overschot van het boekjaar
2. Te verwerken tekort van het boekjaar
3. Overgedragen overschot van het vorige boekjaar
4. Overgedragen tekort van het vorige boekjaar
B. Onttrekking aan de eigen middelen
1. Aan het gevormd vermogen (onttrekking aan de eigen middelen (+))
2. Aan de aangelegde fondsen (onttrekking aan de eigen middelen (+))
C. Toevoeging aan de eigen middelen
1. Aan het gevormd vermogen (toevoeging aan de eigen middelen (-))
2. Aan de aangelegde fondsen (toevoeging aan de eigen middelen (-))
D. Over te dragen overschot (tekort)
2. Resultatenrekening afdeling I Werking
A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
- basisfinanciering (1ste geldstroom)
A.1.4.
A.1.5.
A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)
A.2.1. BOF
A.2.2.
A.2.3.
A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen)
A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)
A.3.1. Federale overheid excl. IUAP
A.3.2. Vlaamse gemeenschap
A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap
A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO
A.3.2.3. IOF
A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
A.3.3. Steden en provincies
A.3.4. Internationale organen
A.3.4.1. Europese Unie
A.3.4.2. Internationale instellingen
A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)
A.4.1. Contractonderzoek met de privé - sector
A.4.1.1. Contractonderzoek - non profit organisaties
A.4.1.2. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.1. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.2. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - pre klinisch
A.4.1.2.3. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase I & II
A.4.1.2.4. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase III & IV
A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun
A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)
A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden
A.5.2. Andere inschrijvingsgelden
A.5.3. Huuropbrengsten sociale sector
A.5.4. Opbrengsten studentenrestaurants
A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen
B. Waardewijziging projecten in uitvoering
C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)
C.4.
C.5.
C.6. Contractueel ATP
C.7.
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toev +, terugn -) (toelichting XI, B)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev +, bestedingen en terugn -) (toelichting XI, A3 en C)
G. Andere bedrijfskosten
III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)
IV. Financiële opbrengsten (+)
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa
B. Opbrengsten uit vlottende activa
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V. Financiële kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toel XII, D)
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op IVA en MVA
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
VIII. Uitzonderlijke kosten (-)
A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
A. Verrekeningen
B.
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)
2. Resultatenrekening afdeling II Investeringen
I. Bedrijfsopbrengsten (+)
A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering (1ste geldstroom)
A.1.1. Werkingsuitkeringen
Uitkeringen DGOS
A.1.3. Investeringsuitkeringen
A.1.4.
A.1.5.
A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)
A.2.1. BOF
A.2.2. IUAP
A.2.3. FWO
A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen)
A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)
A.3.1. Federale overheid excl. IUAP
A.3.2. Vlaamse gemeenschap
A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap
A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO
A.3.2.3. IOF
A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
A.3.3. Steden en provincies
A.3.4. Internationale organen
A.3.4.1. Europese Unie
A.3.4.2. Internationale instellingen
A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.4. Contractonderz met de privé-sector en wetensch dienstverlening (4de geldstroom)
A.4.1. Contractonderzoek met de privé - sector
A.4.1.1. Contractonderzoek - non profit organisaties
A.4.1.2. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.1. Contractonderz-vennootsch
A.4.1.2.2. Contractonderz-vennootsch-klinische trials-pre klinisch
A.4.1.2.3. Contractonderz-vennootsch-klinische trials-fase I & II
A.4.1.2.4. Contractonderz-vennootsch-klinische trials-fase III & IV
A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun
A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)
A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden
A.5.2. Andere inschrijvingsgelden
A.5.3. Huuropbrengsten sociale sector
A.5.4. Opbrengsten studentenrestaurants
A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen
A.5.6. Andere
B. Waardewijziging projecten in uitvoering
C. Geproduceerde vaste activa
D. Giften, schenkingen
B. Diensten en diverse goederen
C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)
C.1. ZAP
C.2. AAP
C.3. ATP
C.4. Gastprofessoren
C.5. Contractueel AP
C.6. Contractueel ATP
C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardevermind op voorraden en handelsvord (toev +, terug -) (toelichting XI, B)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev +, bestedingen en terugn -) (toel XI, A3 en C)
G. Andere bedrijfskosten
III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)
IV. Financiële opbrengsten (+)
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa
B. Opbrengsten uit vlottende activa
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V. Financiële kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlott activa andere dan bedoeld onder IIE (toevoeg +, terugn -) (toel XII,D)
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op IVA en MVA
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
VIII. Uitzonderlijke kosten (-)
A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardevermind op oprichtingskosten, op IVA en MVA
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
A. Verrekeningen
B. Overschrijvingen
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
A. Verrekeningen
B.
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)
2. Resultatenrekening afdeling III Sociale Sektor Studenten
I. Bedrijfsopbrengsten (+)
A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering (1ste geldstroom)
A.1.1. Werkingsuitkeringen
A.1.2. Uitkeringen DGOS
A.1.3. Investeringsuitkeringen
A.1.4.
A.1.5. Andere overheidstoelagen en
A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)
A.2.1. BOF
A.2.2. IUAP
A.2.3. FWO
A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen)
A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)
A.3.1. Federale overheid excl. IUAP
A.3.2. Vlaamse gemeenschap
A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap
A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO
A.3.2.3. IOF
A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
A.3.3. Steden en provincies
A.3.4. Internationale organen
A.3.4.1. Europese Unie
A.3.4.2. Internationale instellingen
A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)
A.4.1. Contractonderzoek met de privé - sector
A.4.1.1. Contractonderzoek - non profit organisaties
A.4.1.2. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.1. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.2. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - pre klinisch
A.4.1.2.3. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase I & II
A.4.1.2.4. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase III & IV
A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun
A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)
A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden
A.5.2.
A.5.3.
A.5.4. Opbrengsten
A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen
A.5.6. Andere
B.
D. Giften, schenkingen
goederen
C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)
C.1. ZAP
C.2. AAP
C.3. ATP
C.4. Gastprofessoren
C.5. Contractueel
C.6. Contractueel ATP
C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toev +, terug -) (toelichting XI, B)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev +, bestedingen en terugn -) (toel XI, A3 en C)
G. Andere bedrijfskosten
IV. Financiële opbrengsten (+)
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa
B. Opbrengsten uit vlottende activa
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V. Financiële kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlott activa andere dan bedoeld onder IIE (toevoeg +, terugn -) (toel XII,D)
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op IVA en MVA
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
VIII. Uitzonderlijke kosten (-)
A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardevermind op oprichtingskosten, op IVA en MVA
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
A. Verrekeningen
B. Overschrijvingen
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
A.
B. Overschrijvingen
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)
2. Resultatenrekening afdeling IV.1 BOF
I. Bedrijfsopbrengsten (+)
A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering (1ste geldstroom)
A.1.1. Werkingsuitkeringen
A.1.2. Uitkeringen DGOS
A.1.3. Investeringsuitkeringen
A.1.4. Sociale toelagen
A.1.5. Andere overheidstoelagen en subsidies
A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)
A.2.1. BOF
A.2.2. IUAP
A.2.3. FWO
A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen)
A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)
A.3.1. Federale overheid excl. IUAP
A.3.2. Vlaamse gemeenschap
A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap
A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO
A.3.2.3. IOF
A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
A.3.3. Steden en provincies
A.3.4. Internationale organen
A.3.4.1. Europese Unie
A.3.4.2. Internationale instellingen
A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)
A.4.1. Contractonderzoek met de privé - sector
A.4.1.1. Contractonderzoek - non profit organisaties
A.4.1.2. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.1. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.2. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - pre klinisch
A.4.1.2.3. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase I & II
A.4.1.2.4. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase III & IV
A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun
A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)
A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden
A.5.2. Andere inschrijvingsgelden
A.5.3. Huuropbrengsten
A.5.4. Opbrengsten studentenrestaurants
A.5.5.
A.5.6.
C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)
C.2.
C.6.
C.7.
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toev +, terugn -) (toelichting XI, B)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev +, bestedingen en terugn -) (toelichting XI, A3 en C)
G. Andere bedrijfskosten
III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)
IV. Financiële opbrengsten (+)
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa
B. Opbrengsten uit vlottende activa
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V. Financiële kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toelichting XII,
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
VIII. Uitzonderlijke kosten (-)
A. Uitzonderlijke afschr en waardevermind. op oprichtingskosten, op
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
en
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
A.
B.
XI.
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)
2. Resultatenrekening afdeling IV2 Andere onderzoeksfondsen
I. Bedrijfsopbrengsten (+)
A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering (1ste geldstroom)
A.1.1. Werkingsuitkeringen
A.1.2. Uitkeringen DGOS
A.1.3. Investeringsuitkeringen
A.1.4. Sociale toelagen
A.1.5. Andere overheidstoelagen en subsidies
A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)
A.2.1. BOF
A.2.2.
A.2.4.
A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)
A.3.1.
A.3.2. Vlaamse gemeenschap
A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap
A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO
A.3.2.3. IOF
A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
A.3.3. Steden en provincies
A.3.4. Internationale
A.3.4.2. Internationale instellingen
A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)
A.4.1. Contractonderzoek
A.4.1.2.
-
A.4.1.2.1. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.2. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - pre klinisch
A.4.1.2.3. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase I & II
A.4.1.2.4. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase III & IV
A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun
A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)
A.4.4.
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden
A.5.2.
A.5.5.
(toelichting (XI, A2)
C.4.
C.5.
C.6.
C.7. Bursalen
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toev +, terugn -) (toelichting XI, B)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev +, bestedingen en terugn -) (toelichting XI, A3 en C)
G. Andere bedrijfskosten
III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)
IV. Financiële opbrengsten (+)
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa
B. Opbrengsten uit vlottende activa
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V. Financiële kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toelichting XII, D)
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
VIII. Uitzonderlijke kosten (-)
A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardevermind op oprichtingskosten, op IVA en MVA
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
A.
B. Overschrijvingen
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
A.
B.
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)
2. Resultatenrekening afdeling V Patrimonium
A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.1.
A.1.4.
(1ste geldstroom)
A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)
A.2.1.
A.2.2.
A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen)
A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)
A.3.1. Federale overheid excl. IUAP
A.3.2. Vlaamse gemeenschap
A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap
A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO
A.3.2.3. IOF
A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
A.3.3. Steden en provincies
A.3.4. Internationale organen
A.3.4.1. Europese Unie
A.3.4.2. Internationale instellingen
A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)
A.4.1. Contractonderzoek met de privé -
A.4.1.1.
A.4.1.2.1.
- vennootschappen
A.4.1.2.2. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials -
A.4.1.2.3. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase I & II
A.4.1.2.4. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase III & IV
A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun
A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder contract)
A.4.4. Valorisatie onderzoeksresultaten
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.5.1.
A.5.2. Andere inschrijvingsgelden
A.5.3.
A.5.4.
A.5.5. Opbrengsten boeken en cursussen
A.5.6.
B. Waardewijziging projecten in uitvoering
C. Geproduceerde
C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)
C.1.
C.2.
C.5.
C.6. Contractueel
C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toev +, terugn -) (toelichting XI, B)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev +, bestedingen en terugn -) (toelichting XI, A3 en C)
G. Andere bedrijfskosten
III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)
IV. Financiële opbrengsten (+)
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa
B. Opbrengsten uit vlottende activa
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V. Financiële kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toelichting XII, D)
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
VIII. Uitzonderlijke kosten (-)
A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardevermind op oprichtingskosten, op IVA en MVA
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
A.
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
A. Verrekeningen
B.
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)
2. Resultatenrekening afdeling VI Voor Orde
I. Bedrijfsopbrengsten (+)
A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering (1ste geldstroom)
A.1.1. Werkingsuitkeringen
A.1.2. Uitkeringen DGOS
A.1.3. Investeringsuitkeringen
A.1.4. Sociale toelagen
A.1.5. Andere overheidstoelagen en subsidies
A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de geldstroom)
A.2.1. BOF
A.2.2. IUAP
A.2.3. FWO
A.2.4. IWT: bench fee (specialisatiebeurzen)
A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek (3de geldstroom)
A.3.1. Federale overheid excl. IUAP
A.3.2. Vlaamse gemeenschap
A.3.2.1. Ministerie Vlaamse Gemeenschap
A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO
A.3.2.3. IOF
A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
A.3.3. Steden en provincies
A.3.4. Internationale organen
A.3.4.1. Europese Unie
A.3.4.2. Internationale instellingen
A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)
-
A.4.1.2. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.1. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.2. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - pre klinisch
A.4.1.2.3. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase I & II
A.4.1.2.4. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase III & IV
A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun
A.4.3. Wetenschappelijke dienstverlening (zonder
A.4.4.
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.5.1. Reguliere inschrijvingsgelden
A.5.2.
A.5.3.
A.5.4.
A.5.5.
B. Waardewijziging
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toelichting (XI, A2)
C.1.
C.5.
C.6.
C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toev +, terugn -) (toelichting XI, B)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev +, bestedingen en terugn -) (toelichting XI, A3 en C)
G. Andere bedrijfskosten
III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)
IV. Financiële opbrengsten (+)
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa
B. Opbrengsten uit vlottende activa
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V. Financiële kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toelichting XII, D)
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
VIII. Uitzonderlijke kosten (-)
A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardevermind op oprichtingskosten, op IVA en MVA
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
A.
B.
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-) A.
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)
2. Resultatenrekening afdeling VIII Bedrijfseconomische afdeling
I. Bedrijfsopbrengsten (+)
A. Opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.1. Overheidstoelagen en subsidies - basisfinanciering (1ste geldstroom)
Werkingsuitkeringen
A.1.2. Uitkeringen DGOS
A.1.3. Investeringsuitkeringen
A.1.4.
A.2. Overheidsbijdrage fundamenteel basisonderzoek (2de
A.2.4.
A.3. Overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.3.2.2. Subsidies toegepast onderzoek FWO en VLAIO
A.3.2.3. IOF
A.3.2.4. Andere Vlaamse Intermediaire organisaties
A.3.2.5. Andere bijdragen Vlaamse gemeenschap
Steden en provincies
A.3.4.
A.3.4.2. Internationale
A.3.4.3. Andere buitenlandse overheden
A.3.5. Andere overheidsbijdragen toegepast wetenschappelijk onderzoek
A.4. Contractonderzoek met de privé - sector en wetenschappelijke dienstverlening (4de geldstroom)
A.4.1.
A.4.1.1. Contractonderzoek - non profit organisaties
A.4.1.2. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.1. Contractonderzoek - vennootschappen
A.4.1.2.2. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - pre klinisch
A.4.1.2.3. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase I & II
A.4.1.2.4. Contractonderzoek - vennootschappen - klinische trials - fase III & IV
A.4.2. Contractonderzoek met de privé - sector met overheidssteun
A.4.3. Wetenschappelijke
A.4.4.
A.5. Andere opbrengsten verbonden aan onderwijs, onderzoek en dienstverlening
A.5.1.
A.5.2.
B.
C.6. Contractueel
C.7. Bursalen onderworpen aan RSZ
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op IVA en MVA
E. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen (toev +, terugn -) (toelichting XI, B)
F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toev +, bestedingen en terugn -) (toelichting XI, A3 en C)
G. Andere bedrijfskosten
III. Bedrijfsoverschot (bedrijfstekort)
IV. Financiële opbrengsten (+)
A. Opbrengsten uit financiële vaste activa
B. Opbrengsten uit vlottende activa
C. Andere financiële opbrengsten (toelichting XII, A)
V. Financiële kosten (-)
A. Kosten van schulden (toelichting XII,B en C)
B. Waardeverm. op vlottende activa andere dan bedoeld onder II.E (toevoeg. +, terugn. -) (toelichting XII, D)
C. Andere financiële kosten (toelichting XII, E)
VI. Overschot (tekort) uit de gewone activiteiten
VII. Uitzonderlijke opbrengsten (+)
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa
B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toelichting XIII, A)
VIII. Uitzonderlijke kosten (-)
A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardevermind op oprichtingskosten, op IVA en MVA
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa
C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa
E. Andere uitzonderlijke kosten (toelichting XIII, B)
F. Uitzonderlijke kosten als herstructureringskosten opgenomen onder de activa (-)
IX. Inkomende verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (+)
A. Verrekeningen
B.
X. Uitgaande verrekeningen en overschrijvingen tussen afdelingen (-)
A. Verrekeningen
B. Overschrijvingen
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar
XI. Overschot (tekort) van het boekjaar (inclusief verreken. en overschrijv.)
RUBRIEK 9 INTERNATIONALISERINGSVERSLAG
1. Internationaliseringsbeleid en centrale organen
1. INTERNATIONALISERINGSBELEID EN CENTRALE ORGANEN
1.1. Organogram
1.1. Organogram

1.2. Aansturing en advisering Internationaliseringsbeleid
1.2. Aansturing en advisering Internationaliseringsbeleid
Het deelbeleidsplan Internationalisering stippelt een beleid uit dat zich ontwikkelt op de verschillende hoofdtaken van de universiteit, nl. onderwijs, onderzoek, en maatschappelijke dienstverlening, maar vooral met focus op onderwijs en mobiliteit.
Het deelbeleidsplan Internationalisering stippelt een beleid uit dat zich ontwikkelt op de verschillende hoofdtaken van de universiteit, nl. onderwijs, onderzoek, en maatschappelijke dienstverlening, maar vooral met focus op onderwijs en mobiliteit.
Het deelbeleidsplan Internationalisering wordt verder uitgerold in 2019 met terugkerende activiteiten maar ook met een aantal nieuwe initiatieven.
Het deelbeleidsplan Internationalisering wordt verder uitgerold in 2019 met terugkerende activiteiten maar ook met een aantal nieuwe initiatieven.
Dankzij het ASP2030 strategisch fonds lopen twee projecten, nl. ‘Social & Academic Inclusion’ en ‘Data-governance’. Deze projecten zijn gestart in januari 2018 en worden 6-maandelijks uitvoerig gerapporteerd binnen de ASP2030-cyclus. Het is de bedoeling om deze projecten duurzaam te maken na afloop van de projectfinanciering. Het InCampus en Student Refugee Programma verlopen i.s.m. verschillende VUB departementen en worden versterkt door een KA2 EU-project UNISTAR, verworven in 2019.
Dankzij het ASP2030 strategisch fonds lopen twee projecten, nl. ‘Social & Academic Inclusion’ en ‘Data-governance’. Deze projecten zijn gestart in januari 2018 en worden 6maandelijks uitvoerig gerapporteerd binnen de ASP2030-cyclus. Het is de bedoeling om deze projecten duurzaam te maken na afloop van de projectfinanciering. Het InCampus en Student Refugee Programma verlopen i.s.m. verschillende VUB departementen en worden versterkt door een KA2 EU-project UNISTAR, verworven in 2019.
Het ASP2030 project DATAGOV (Data governance) is een onderdeel van de ASP2030 cluster “Data-Kennis-Strategie: Van data-gedreven beleidsrelevant onderzoek naar onderbouwd strategisch beleid”. Het project DATAGOV startte in juli 2018 (alhoewel pas op volle capaciteit sinds december 2018) en zal normaliter lopen tot eind juni 2020. Het project creëert institutionele business intelligentie die kan gebruikt worden om vorm te geven aan het internationale beleid van de VUB. Daartoe werd eerst een inventaris van de verschillende databanken opgesteld. Op basis hiervan werd een datamodel gebouwd in Power BI met het oog op het identificeren van het internationale netwerk van de VUB, van potentiële strategische partners met als doel het aantal geprivilegieerde partnerschappen te verhogen, van transversale samenwerking, enz. Deze bottom-up aanpak wordt vervolgens geïntegreerd in de centrale strategische prioriteiten van de VUB om alzo onbenutte kansen te identificeren en synergieën te creëren. De resultaten van deze oefening kunnen gevisualiseerd worden via een reeks interactieve dashboards die in de tweede helft van 2020 afgerond zullen worden en dan met alle belanghebbenden gedeeld.
In 2019 werd er extra aandacht besteed aan academische diplomatie, met deelname aan verschillende uitgaande missies en het verder uitbreiden van het VUB-internationale netwerk en van alumni-hubs, i.s.m. faculteiten en betrokken diensten. De alumni-coördinatoren van Oeganda brachten een bezoek aan de VUB en een van hen verzorgde een toespraak tijdens de academische opening. Er wordt verder nagegaan hoe internationale alumni-coördinatoren gehonoreerd kunnen worden voor hun waardevolle inzet. Alumni-werking heeft ook een positief effect op de internationale rekrutering, zoals blijkt uit de jaarlijkse rondvraag onder de internationale nieuwkomers aan de VUB.
Het ASP2030 project DATAGOV (Data governance) is een onderdeel van de ASP2030 cluster “Data-Kennis-Strategie: Van data-gedreven beleidsrelevant onderzoek naar onderbouwd strategisch beleid”. Het project DATAGOV startte in juli 2018 (alhoewel pas op volle capaciteit sinds december 2018) en zal normaliter lopen tot eind juni 2020. Het project creëert institutionele business intelligentie die kan gebruikt worden om vorm te geven aan het internationale beleid van de VUB. Daartoe werd eerst een inventaris van de verschillende databanken opgesteld. Op basis hiervan werd een datamodel gebouwd in Power BI met het oog op het identificeren van het internationale netwerk van de VUB, van potentiële strategische partners met als doel het aantal geprivilegieerde partnerschappen te verhogen, van transversale samenwerking, enz. Deze bottom-up aanpak wordt vervolgens geïntegreerd in de centrale strategische prioriteiten van de VUB om alzo onbenutte kansen te identificeren en synergieën te creëren. De resultaten van deze oefening kunnen gevisualiseerd worden via een reeks interactieve dashboards die in
Het onthaal en verwelkoming aan de VUB van internationale studenten tijdens de maanden augustus-oktober 2019 kende hoge pieken. Het betreft zowel diploma- als uitwisselingsstudenten. Qua administratie werd het hoogste aantal garantstellingen (blocked account) afgesloten en werd het beheer voor het eerst ondersteund door het SOP-mobility online software pakket. De procedure wordt met voortschrijdend inzicht aangepast. Opvallend is dat de wettelijke aspecten van mobiliteit en verblijf, studievoortgang, data-management en -uitwisseling complexer worden en de aanwezigheid van uitgebreidere juridische expertise onmisbaar wordt.
In 2019 werden een aantal nieuwe initiatieven (verder) uitgewerkt zoals de geografische themadagen. Er werd een oproep gelanceerd voor studentenactiviteiten, voorbereidingen werden getroffen voor een eerste oproep voor staff mobiliteit, een reactivering van VUB-ondersteunde Fulbright-beurzen werd afgesproken, een UDC-Career Award werd uitgewerkt om meer gezicht te geven aan universitaire ontwikkelingssamenwerking.
Sinds 2018 wordt de samenwerking met China onder de loep genomen. De interne en externe evaluaties die in 2018 werden uitgevoerd waren positief en vormden de basis voor de opmaak in 2019 van een risico-analyse, incl. SWOT. In december besliste de Raad van Bestuur om het contract VUB-Hanban niet te verlengen. Het ethisch dossier wint aan belangrijkheid, gestuurd vanuit veranderende externe omgevingsfactoren en interne reflectie.
Op VLIR-niveau werd er een mensenrechtentoets en een document ‘Reizen naar risicogebieden’ uitgewerkt. Via de VLIR domeinwerkgroep Internationalisering, waarvan de Vice Rector Internationalisering en de Directeur Internationale Relaties deel uitmaken, worden goede praktijken hierrond tussen de Vlaamse universiteiten uitgewisseld. De implementatie is voorzien voor 2020.
1.3. Rankings
Ogenschijnlijk spreekt de herleiding van de kwaliteit en complexiteit van een universiteit tot een eenvoudig rangnummer het grote publiek aan. Tegelijkertijd is deze herleiding tot een nummer de basis voor kritiek, met als gevolg de opkomst van een grote verscheidenheid aan universitaire rankings die verschillen in gebruikte methodologie, verzamelde data en vele andere factoren.
Alhoewel het heel belangrijk is om voldoende accurate gegevens door te geven, wordt dit bemoeilijkt doordat voor de VUB niet alle gevraagde gegevens beschikbaar zijn of doordat de gegevens beschikbaar zijn per faculteit terwijl de rankings werken met studiedomeinen.
Het International Relations office levert i.s.m. het Departement Strategie en Beleid (STBE) de gegevens voor de QS World University Rankings (QS WUR), Times Higher Education World University Rankings (THE WUR) en U-Multirank aan. Voor de Shanghai Academic Ranking of World Universities (ARWU) worden geen gegevens aangeleverd vermits dit voorbehouden is voor de universiteiten uit de Top100.
In tegenstelling tot andere rankings geeft U-Multirank geen rangorde aan de universiteiten maar visualiseert door middel van een sun-burst-voorstelling verschillende aspecten en dimensies van de prestatie van universiteiten in 5 domeinen: onderwijs en leren, onderzoek, kennisoverdracht, internationale oriëntatie en regionaal engagement. Voor de scores berekent UMR ratio’s en percentages op basis van door de instellingen toegeleverde data en op basis van de voor hen toegankelijke databanken vb. voor patenten en publicaties. Voor internationale oriëntatie scoort de VUB in 2019, zoals ze ook deed in 2017 en 2018, zeer goed voor internationale academische staf, internationale joint publicaties en internationale PhD’s, en scoort ze goed voor anderstalige masterprogramma’s en studentenmobiliteit.
De VUB gaf ook opnieuw de gegevens door voor de GRUP-survey, die beheerd wordt door de organisatie achter de ARWU-ranking, maar die geen impact heeft op deze ranking. De GRUP is geen ranking als dusdanig maar eerder een benchmarking-tool. Alhoewel de VUB geen specifiek strategisch belang heeft om deel te nemen aan deze survey werd geopteerd om de survey toch in te vullen omdat de gevraagde informatie dezelfde is als voor de THE ranking. Een pluspunt is dat de VUB kan nakijken hoe zij zich verhoudt tot de meer dan 450 deelnemende universiteiten.
1.4. Centrale
organen
1.4.1. Raad Internationaal Beleid (RIB)
De Raad Internationaal Beleid (RIB), welke beslissings- en adviesbevoegdheden heeft in toepassing van het Organiek Statuut, is samengesteld uit de voorzitters van de facultaire organen voor internationalisering (Facir) of gelijkgestelde, een vertegenwoordiger uit elke faculteit die betrokken is bij het beleid, twee studentenvertegenwoordigers en een aantal leden met raadgevende stem, nl. van de Departementen Onderwijs- en Studentenzaken, Onderzoek, Internationale Relaties, Technology Transfer Interface, Marketing en Communicatie, Vesalius College en het Institute for European Studies. Het secretariaat wordt waargenomen door de directeur van het International Relations office. De samenstelling van de RIB werd aangepast in oktober 2019. Alle stemgerechtigde leden hebben nu een ZAP-statuut, excl. de 2 studenten. De Raad vergaderde 8 maal in 2019.
1.4.2. Bijzonder Adviesorgaan voor Ontwikkelingssamenwerking (BAOW)
Het Bijzonder Adviesorgaan voor Ontwikkelingssamenwerking rapporteert aan de Raad Internationaal Beleid en is samengesteld uit de Vicerector Internationalisering die tevens voorzitter is, twee leden van het zelfstandig academisch personeel per domein van humane wetenschappen, toegepaste en exacte wetenschappen, en life sciences. De VUB-afgevaardigde in het Bureau VLIR-UOS is afgevaardigde van het wetenschapsdomein waartoe hij/zij behoort.
Aan het Bijzonder Adviesorgaan voor Ontwikkelingssamenwerking worden leden met raadgevende stem toegevoegd: een afgevaardigde van de Erasmushogeschool Brussel, een afgevaardigde van het Universitair Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking (UCOS), de directeur en leden van het International Relations office belast met dossiers inzake universitaire ontwikkelingssamenwerking. De nominatieve samenstelling wordt jaarlijks door de Raad Internationaal Beleid vastgelegd.
Het Bijzonder Adviesorgaan voor Ontwikkelingssamenwerking geniet voorstel- en adviesbevoegdheid ten aanzien van de Raad Internationaal Beleid m.b.t. universitaire ontwikkelingssamenwerking. Adviezen kunnen gevraagd worden over:
• het formuleren van beleidsadviezen, zowel voor interne als externe dossiers
• selecties van projecten en beurzentoekenningen, wanneer een interne selectie opgenomen is in de overeenkomst tussen de VUB en de financierder, vb. de projecten in het kader van Global Minds
• selecties in het kader van eigen VUB-initiatieven
2. INTERNATIONAL RELATIONS OFFICE (IRMO)
2.1. Onthaal en informatiebalie
De begeleiding van (internationale) studenten, onderzoekers en professoren (in/uit) is één van de taken van het International Relations office. Ondersteuning wordt gegeven bij o.a. het afsluiten van een ziekte- en repatriëringsverzekering, informatie en afspraken bij de gemeente betreffende verblijfsvergunningen, gezinshereniging, visumaanpassingen, invullen belastingaangiften, begeleiding bij het vinden van een geschikt verblijf, vertalen van huurcontracten, opstellen van uitnodigingsbrieven voor kort verblijf aan de VUB en dergelijke meer. Er wordt ondersteunend gewerkt bij vragen die het gevolg zijn van het niet vertrouwd zijn met administratie en bureaucratie, communicatieproblemen, gebrek aan taalkennis, cultuurshock. Wanneer gespecialiseerde hulp (medisch, psychologisch, juridisch etc.) noodzakelijk blijkt, wordt doorverwezen naar diensten uit de hulpverleningssector. Deze ondersteuning wordt geboden voor zowel studenten als gasten die komen op uitnodiging van de faculteiten of centrale diensten.
Studenten uit niet-EER landen die naar de VUB komen dienen bij hun visumaanvraag een beursattest of een bewijs van garantstelling (annex 32) voor te leggen. Steeds meer ambassades wijzen de garantstelling af en stimuleren een derde optie, nl. die van de geblokkeerde rekening. De universiteit kan toestaan dat de student een bepaalde som geld deponeert op een geblokkeerde VUB-rekening waarbij vervolgens maandelijks het gestorte bedrag in schijven als “toelage” uitgekeerd wordt. Voor een student bedraagt dit € 10.200 voor twaalf maanden met een maandelijkse toelage van € 850. Bezoekers die hun partner of een kind meenemen naar België storten € 18.000 en krijgen hiervan een maandelijkse toelage van € 1.500. Aan studenten die voor een korte periode aan de VUB komen studeren (exchange, ….) wordt dezelfde mogelijkheid geboden voor de duur van hun verblijf. Als voorwaarde om dergelijke geblokkeerde rekening te openen wordt het afsluiten van een ziekteverzekering (SIP-polis en mutualiteit) voor medische kosten, repatriëring… gesteld. In 2018-2019 werden er 471 aanvragen geregistreerd, die resulteerden in 312 geblokkeerde rekeningen (159 studenten haakten af tijdens de procedure). Aan 276 studenten wordt een maandelijkse toelage gestort, hetzij een toename met 158% t.o.v. academiejaar 2017-2018. Aan 36 aanvragers werd het gestorte geld terugbetaald.
De financiële ondersteuning van studenten aan de VUB is geënt op een aantal decretaal bepaalde voorwaarden. Momenteel beperkt de ondersteuning zich tot studenten met financiële noden die aan de nationaliteitsvoorwaarden voor Vlaam-
se studiefinanciering voldoen, waardoor vele internationale studenten niet in aanmerking komen. Daarom wordt er door Onderwijs – en Studentenbeleid een bedrag van 5.000 EUR per jaar voorzien als financiële ondersteuning voor crisissituaties van internationale studenten. In het academiejaar 2018-2019 werden echter geen ontvankelijke dossiers ingediend.
Bij de start van het academiejaar worden een ‘Orientation Week’ en ‘Kick Off The Campus’ georganiseerd. Tijdens deze ‘Orientation week’ krijgen de internationale studenten informatie over administratieve verplichtingen, studie aan VUB, leven op campus en in de stad en over hun beurs indien van toepassing. Tijdens de “Kick Off The Campus” worden talrijke socio-culturele activiteiten o.a. in samenwerking met Erasmus Student Network (ESN) georganiseerd. In de loop van het academiejaar vinden regelmatig activiteiten plaats die enerzijds de internationale student betrekken bij het VUB-gebeuren en anderzijds ook de VUB-gemeenschap warm maken om andere culturen te ontdekken, zoals de geografische themadagen.
Het centrale aanspreekpunt voor de internationale student is de onthaal- en informatiebalie van het International Relations office, gelokaliseerd te Pleinlaan 5.
Openingsuren:
Maandag 09u00-12u30 13u30-16u30
Dinsdag 09u00-12u30 13u30-16u30
Woensdag 09u00-12u30
Donderdag 09u00-12u30
Vrijdag 09u00-12u30 13u30-16u30
Zaterdag + Zondag gesloten
*Tijdens de instroomperiodes (september - oktober & februari) is de balie elke weekdag open tussen 09u00 – 12u00 & 13u30 – 16u30.
Aan de balie worden geregistreerd:
• Aantal bezoekers (EU en niet-EU)
• De inkomende e-mails op international.relations@vub.be
Bezoekers onthaal- en informatiebalie academiejaar 2018 – 2019
Ten opzichte van het voorgaande academiejaar kreeg de onthaal- en infobalie 1.572 bezoekers meer over de vloer. Een stijging van 45%.
Het grootste aantal vragen betreft informatie over de administratieve verplichtingen in het kader van de beurzenprogramma’s, info over registratie bij de gemeente en afsluiten van een ziekteverzekering.
Voor de bursalengroepen Erasmus+, VLIR-UOS, China Scholarship Council (CSC), Organization of American States (OAS) worden de inkomende studenten ontvangen in groep en krijgen ze alle nodige informatie. Deze aantallen zijn niet inbegrepen in bovenstaande tabel. Het betreft een 300-tal studenten.
Voor algemene informatie kan men het International Relations office bereiken via het e-mailadres international.relations@vub.be.
OTRS mail 2018 – 2019: statistieken international.relations@vub.be
International.Relations@vub.ac.be 2018 - 2019
Het International Relations office beschikt verder over een aantal andere e-mailadressen waarbij mails rechtstreeks terecht komen bij een medewerker van de backoffice om zo een snellere en vooral meer persoonlijke service te bewerkstelligen: development.cooperation@vub.be exchange.incoming@vub.be exchange.outgoing@vub.be bda@vub.be euprojects@vub.be arabic.class@vub.be china-alumni@vub.be studieren@vub.be confucius.institute@vub.be incampus@vub.be refugee@vub.be blocked.account@vub.be Volgende informatiebrochures zijn beschikbaar voor bezoekers:
• “Study in Brussels”: Engelstalige brochure met een overzicht van de Engelstalige opleidingen.
• “Brussels Diplomatic Academy”: specifieke brochure met het aanbod van de BDA.
• “Estudia en Bruselas”: Spaanstalige infofiche voor rekrutering in Latijns-Amerika.
• “Corporate brochure”: met vermelding facts & figures VUB.
• “Arabic Language Classes”: brochure met info rond het taalproject Arabisch.
• “Exchange Brochure”: nuttige info rond uitwisselingsmogelijkheden van de VUB.
• “BACES”: flyer met intro over BACES
Stimuleren van uitgaande mobiliteit:
Bij de start van het academiejaar organiseert de VUB een Kick-Off the Campus. Het International Relations office nam ook in 2019 deel aan deze infomarkt gehouden op de Humanities, Sciences and Engineering Campus om studeren in het buitenland en in het bijzonder de Go Abroad Fair (17/10) te promoten.
Op 17 oktober 2019 organiseerde IRMO opnieuw de jaarlijkse Go Abroad Fair met infosessies, inclusief financieringsmogelijkheden, en informatiestanden over studeren in het buitenland, i.s.m. het Studie- en Begeleidingscentrum. Onder andere BAEF, Fulbright, ESN, Bouworde, Go Strange, UCOS, Wegwijzer, Bill en WEP hadden er een infostand en/of gaven een infosessie. Beurzenprogramma’s Erasmus+ KA107, Priority Country Programme, Washington Center, Generieke beurzen, Erasmus Belgica, Memoranda of Understanding voor specifieke VUB-opleidingen en externe initiatieven worden op de fair gepromoot.
Op 04 december 2019 gaven vertegenwoordigers van The Washington Center for Internships and Academic Seminars voor alle geïnteresseerde studenten een uiteenzetting over de mogelijkheden tot uitwisseling.
Eind oktober en begin november werden i.s.m. de faculteiten en/of opleidingen infosessies voor studenten georganiseerd. Tijdens deze sessies, die gericht zijn op studenten met interesse om naar het buitenland te gaan, wordt een overzicht gegeven van wie op uitwisseling kan gaan, van alle uitwisselingsmogelijkheden, alle bestemmingen en van de selectieprocedures om mobiel te zijn in het daaropvolgende academiejaar. Enkele studenten die het voorafgaande academiejaar op uitwisseling zijn geweest, delen hun ervaring via testimonia.
Op 9 mei 2019 organiseerde het International Relations office de jaarlijkse Exchange Take Off infosessie voor studenten die genomineerd werden om tijdens het academiejaar 2019-2020 op uitwisseling te gaan. Informatie over de administratieve verplichtingen voor de VUB en voor de verschillende beurzenprogramma’s worden meegedeeld, alsook tips en tricks om een verblijf in het buitenland zo goed mogelijk voor te bereiden.
Voor de studenten die naar een ontwikkelingsland gaan, worden voorbereidingsdagen (verplichte deelname) en terugkomsessies georganiseerd i.s.m. UCOS vzw.
2.2. Inter-universitaire akkoorden
Het International Relations office beheert de Memoranda of Understanding (MoU), samenwerkingsakkoorden en inter-institutionele akkoorden voor beurzenprogramma’s en begeleidt de initiatiefnemers bij het opzetten van nieuwe contracten. Er wordt gestreefd naar een actieve samenwerking met de internationale partners. Een aanvraag voor een nieuw MoU dient voldoende informatie te bevatten m.b.t. de beoogde samenwerking en output, de meerwaarde voor de VUB en de mogelijke multiplicator effecten. Op basis hiervan wordt de aanvraag al dan niet goedgekeurd door de Raad Internationaal Beleid. Voor de verlenging van een MoU is een gelijkaardige procedure opgezet waarbij de output van de voorbije periode aangetoond moet worden.
In 2019 waren er 179 MoU’s & samenwerkingsakkoorden en 390 Erasmus uitwisselingsakkoorden in beheer bij het International Relations office.
In het kader van de verdere ontwikkeling van kwaliteitsvolle, strategische partnerschappen en het verhogen van het cijfer voor uitgaande mobiliteit moeten nieuwe aanvragen voor bilaterale uitwisselingsakkoorden voldoen aan het kwaliteitskader met criteria inzake servicegarantie (o.a. onthaal en begeleiding aan de gastinstelling), inhoudsgarantie (o.a. aangeboden curriculum) en het internationaliseringsbeleid van de VUB (o.a. preferentiële partners voor samenwerking).
Nieuwe of verlengde institutionele MoU’s 2019: LAND STAD UNIVERSITEIT
Australië Victoria Deakin University
Bolivia La Paz
Bolivia Sucre
Universidad Catolica Boliviana
Universidad San Fransisco Xavier de Chuquisaca
Brazilië Florianopolis Universidade Federal de Santa Catarina
Brazilië Fortaleza Universidade Federal do Ceara
Canada Montréal Université de Montréal
Chili Santiago Pontificia Universidad Catolica de Chile
China Shanghai Shanghai Jaitong University
China Harbin Harbin Institute of Techonology
China Beijing Beijing Language and Culture University
China Beijing Dongfang International Centre for Educational Exchange
China Shenyang Shenyang University of Chemical Technology
China Nankai Nankai University
China Xi’an
Egypte Zewail
Northwestern Polytechnical University
Zewail City of Science and Technology
Mexico Guadalajara Universidad de Guadalajara
Nederland Utrecht Universiteit voor Humanistiek
Nederland Nijmegen Radboud Universiteit
Nepal Kirtipur Tribhuvan University
Oeganda Kampala Makerere University
Rusland Moskou Russian Presidential Academy of National Economy and Public Administration
Palestina Jenin Arab American University in Jenin
Peru San Martin de Porres Universidad Peruana Cayetano Heredia
Taiwan Taipei Shih Hsin University
Verenigd Koninkrijk Durham Durham University
Verenigde Staten Florida Barry University Dwayne O. Andreas School of Law
Zuid-Korea Seoul Hankuk University of Foreign Studies
Zuid-Korea Seoul Seoul National University
Zuid-Korea Seoul Yonsei University
Nieuwe, uitgebreide of verlengde bilaterale uitwisselingsakkoorden 2019:
Land Faculteit Stad Universiteit
Hongarije ES Budapest Eotvos Lorand University Budapest
Verenigd Koninkrijk ES Coventry Warwick University
Spanje ES Barcelona Universitat Pompeu Fabra
België ES Brussel Université Libre de Bruxelles
Turkije ES Istanbul Istanbul University
Tsjechië ES Praag Charles University
Italië GF Genua Università degli Studi di Genova
Frankrijk IR Parijs Institute d'Optique
Frankrijk IR Parijs Chimie Paris Tech
Tsjechië IR Praag University of Chemistry and Technology Prague
Polen IR Poznán Poznan University of Technology
Turkije PE Ankara Middle East Technical University
Estland PE Tallinn Tallinn University
Duitsland PE Mainz Johannes Gutenberg-Universität Mainz
Denemarken RC Kopenhagen University of Copenhagen
Zweden WE Stockholm KTH Stockholm
Hongarije WE Budapest Eötvös Loránd University
Duitsland WE Potsdam University of Potsdam
Frankrijk WE Brest Université de Bretagne Occidentale
Italië WE Milaan Università degli Studi di Milano-Bicocca
Finland WE Espoo Aalto University
Zwitserland WE Bern University of Bern
Frankrijk WE Bordeaux Sciences Po Bordeaux
Frankrijk WE Lille Université Lille
Italië WE Milaan Universiteit Milan Bicocca
Estland WE Tartu Universiteit Tartu
Polen WE Warschau Universiteit Warschau
Tsjechië WE Praag Charles University, Prague
Duitsland WE Frankfurt Johann Wolfgang Goethe-Universität
Noorwegen WE Oslo University of Oslo
Spanje WE Barcelona Universitat de Barcelona
Noorwegen WE Trondheim NTNU, Trondheim, Noorwegen Luxemburg WE Luxemburg Université de Luxembourg
Polen WE Gdansk Gdansk University of Technology
Duitsland WE Aken RWTH Aachen
Italië VUB BDA Pavia University of Pavia
2.3. Ontvangst van delegaties
Via een aanvraagformulier kunnen buitenlandse delegaties hun interesse voor een bezoek aan VUB te kennen geven. In het formulier geven zij aan welke diensten of faculteiten ze wensen te bezoeken. Er wordt ook gevraagd naar informatie over de uitbouw van hun internationaliseringsbeleid, o.a. het aantal internationale studenten, aantal programma’s in het Engels, speerpunten, … Op basis van dit document wordt beslist, i.s.m. betrokken faculteiten of diensten, om de delegatie al dan niet te ontvangen. Het is een efficiënte manier om met andere instellingen in contact te komen en stapsgewijs een bredere vorm van samenwerking op te zetten.
IRMO INKOMENDE DELEGATIES 2018
Datum bezoek Instelling Land Bezoeker
16-17/01/19 University of the Gambia Gambia
3-5/04/19 Central University of Technology Zuid-Afrika
14-17/05/19 Ministerio de Educacion Superior Cuba
16/05/19 Beijing Language and Culture University China
30-31/05/19 Grupo Montevideo Uruguay
5/06/19 Chengdu Delegation of Journalists China
Sichuan University P.R. China
22/08/2019 Euro-China Sport Development Associationn China
Shanxi Province and Universities P.R. China
27-28/10/2019 Universidad de Camagüey Cuba
20/09/2019 University of the Gambia Gambia
20-23/09/19 Northwestern Polytechnical University China
VC Faqir Muhammad Anjum Chaudry + delegatie
Leolyn Jackson
José Ramón Saborido Loidi (Minister)
President Liu Li + delegatie
AlvaroMaglia (Secretario ejecutivo), Juan Manuel sotelo
Mr Zhao Qian, Deputy Director + delegatie
Zhuyu LI, Vice Director & Academic Coordinator of Centre for European studies
Yifian Liu, Supervisor + delegatie
Peliang ZHANG, Director General Dpt Education Shanxi Province
Santiago Lajes Chang (rector), Yailé Caballero Mota
Vice Chancellor Faqir Muhammad Anjum
Chen Jianyou, Vice Chairman
National Dong Hwa University
3/10/19
Taiwan
Renmin University China
4/10/19 Beihang University China
24/10/19 Shanghai Polytechnical University China
7/11/19
Shih Hsin University Taiwan
21/11/19 Hiroshima University Japan
10/12/19 Mountains of the Moon University Oeganda
10/12/19 Ningbo University China
30/09 – 04/10
/2019
Escuela Politécnica Nacional
Ecuador
12/12/19 Jinan University China
16-22/12/19 Central University “Marta Abreu” of Las Villas UCLV
Cuba
Prof. Chin-peng Chu, Vice president + delegatie
Mr. Li Jiahy, Vice Dean and Chairman + delegatie
Mr Kongwei Guan + delegatie
Vice President Xie Huaqing, Prof. dr. Zhu Zhigang, Prof. Dr. Wang Jifen
Prof. Wu Chumeng, Dean of the International Affairs Office
Prof Ninomiya
Prof. Edward Rugumayo + delegatie
Mr. Chen Shu President Open University + delegatie
Jeny Cumanda Ruales Najera (vice rector), Beatriz Rivela, Veronica Minaya
Prof. Dr. Xia Quan, Vice president + delegatie
Prof. Dr. Luis Antonio Barranco Olivera, Prime Vice-Rector Research and Postgraduate Studies + delegatie
2.4. Ondersteuning VUB-delegaties naar het buitenland
Het International Relations office onderneemt zelf zendingen en tracht delegaties van VUB-professoren naar het buitenland mee te begeleiden, voor zover dit mogelijk en wenselijk is. Op deze manier wordt het waarschijnlijker dat dergelijke acties passen in een centraal beleid en centrale prioriteiten. Professoren kunnen “VUB international ambassador” worden en de VUB voorstellen op institutioneel niveau bij de partnerinstelling. Ze werken mee aan het onderhouden van het internationaal netwerk van de VUB door bv. hun trip met een dag te verlengen en een partner in de regio te bezoeken. Het International Relations office komt beperkt tussen in de reiskosten zolang de invulling van de zending in lijn is met het internationaliseringsbeleid. Brochures, een algemene VUB-PPT en een promovideo zijn ter beschikking.
In 2019 konden professoren en ATP-leden opnieuw een beroep doen op Global Minds financiering om een exploratiemissie te ondernemen naar één van de 20 landen op de VLIR-UOS lijst (ontwikkelingslanden).
Centraal UITGAANDE DELEGATIES 2019
Periode Instelling Land
24-28 March 2019 Staatsmissie South-Korea
08-12 April 2019
29 April –
4 May 2019
Universidad Católica Boliviana, La Paz
Comité Ejecutivo Universidades Bolivianas
Universidad Publica de El Alto
Universidad Mayor de San Simon, Cochabamba
Deakin University, Melbourne
Bolivia
Australia University of Canberra
5 – 6 May 2019 Dubai Future Foundation Dubai
4 – 5 June 2019
EUTOPIA meeting Sweden
15-17 October 2019 Staatsmissie Luxemburg
24 October –
1 November 2019
12 – 17 November 2019
26 – 28 November 2019
Renmin & Sichuan University, Beijing
China Fudan University, Shanghai
Chengdu University
Southwest University, Chongqing
Learning event en VUB Alumni Event, Los Angeles
Launch Homo Roboticus boek en VUB Alumni Event, New York
University of Western Cape
USA
South-Africa
2.5. Communicatie
Het International Relations office ondersteunt de internationale communicatie (in het Engels) i.s.m. Marcom, faculteiten, departementen en externe partners.
In maart 2017 kreeg het International Relations office het beheer van de pagina’s “International” op de Engelstalige website. Deze datum wordt gehanteerd als benchmark voor de jaarlijkse metingen; sindsdien steeg het aantal page views. Een overzicht:
Periode Page views Unieke page views Gemiddelde tijd 1 maart 2017 (benchmark) 13.170 9.847 1 min 17 sec
1 maart 2017 – eind 2017
1 maart 2017 – eind 2018
1 maart 2017 – eind 2019
1 min 53 sec
1 min 48 sec
De internationale Facebook-pagina, die officieel gelanceerd werd in oktober 2017, heeft sindsdien 2.936 “likes” en 3.119 “follows”. Deze facebookpagina is uitsluitend in het Engels en heeft betrekking op een brede waaier aan onderwerpen in verband met het positioneren van de Vrije Universiteit Brussel als internationale speler van kwaliteitsvol onderwijs en onderzoek.
Een Engelstalige “International Relations & Alumni Newsletter” wordt vier maal per jaar verspreid. In 2019 gebeurde dit in maart, juni, oktober en december. De nieuwsbrief bevat artikels geschreven door het International Relations Office en interessante artikels met internationale relevantie uit VUB Today, die vertaald worden naar het Engels. Voor deze nieuwsbrief, die verstuurd wordt naar alle contactpersonen van het International Relations office, waaronder buitenlandse ambassades in Brussel, diverse overheidsinstanties in het buitenland, partnerinstellingen over de hele wereld, UNICA-partners en naar de internationale alumni, wordt samengewerkt met de alumni officer en de content manager van Marcom. De nieuwsbrief van december werd verstuurd naar 5.531 contactpersonen en had een opening rate van 35% en een clickthrough rate van 6.66%, wat een schitterend resultaat is. De meest aangeklikte items in deze nieuwsbrief waren het International Relations office fotoboek 2019 en de artikels “Campus Expansion” en “Jan Steyaert”. In maart 2019 waren de link naar de BDA postgraduaten en de artikels “Robinson Crusoe Brexit” en “Circular retrofit” het populairst. In juni 2019 waren dit “Young man advises NASA”, “The science behind chocolate” “VUB delegation goes to Bolivia”. In oktober stonden de events van de 50/185ste verjaardag bovenaan.
Daarnaast wordt op regelmatige basis input geleverd voor de studentennieuwsbrief (zowel de Nederlandstalige als Engelstalige), worden Engelstalige artikels aangeleverd voor het VUB Magazine HENRI en worden Engelstalige artikels gepost op VUB Today. In 2019 heeft het International Relations office 23 artikels aangeleverd.
Er werd communicatiesteun (aankondiging, korte artikels, folders, posters, flyers, sociale media campagnes,….) verleend aan kleine en grote projecten zoals o.a. de Orientation Week, Arabische taallessen voor kinderen, Go Abroad Fair, East Asia Days, Europe Day, International Fairs (vb. Mexico, China, Duitsland, Vietnam, …), de UNHCR campagne “#withrefugees”, Wereldvluchtelingendag en het bezoek van Barbara Hendricks. Ook werd ondersteuning gegeven aan het Stars4Media project, het aanmaken van landing pages in 6 verschillende talen voor rekrutering in het buitenland, de ALEF website en (internationale) VUB projecten waarbij er raakvlakken zijn tussen het International Relations office en de faculteiten, onderzoeksgroepen, programma’s: vb. de Oceans & Lakes artikels, artikels m.b.t. onderzoeksprojecten in het kader van VLIR-UOS en de hele communicatie ondersteuning voor de 4e Biotech Summer School.
2.6. U-Residence
De huurmogelijkheden zijn verdeeld in 3 types: short, middle & long stay. Korte verblijven omvatten de hotelfunctie van U-Residence. Reservaties hiervoor gebeuren uitsluitend via de website. Middle stays zijn verblijven van 1 tot 4 maanden, onder long stay verstaat men boekingen van langer dan 4 maanden.
Het International Relations office heeft 113 vouchers afgeleverd in 2019 voor de kamers met hotelfunctie en is tevens het contact voor VUB-gerelateerde boekingen van de middle en long stay kamers binnen het verkregen contingent.
2.7. Beheer (beurzen)programma’s
In 2019 werden volgende (beurzen)programma’s beheerd door het International Relations office:
- Bolivië PhD beurzen
- Cuba Joint PhD beurzen
Europese financiering:
- Erasmus+ Key Action 1 (beurzen voor uitwisseling)
Departement Onderwijs en Vorming (operationeel orgaan is Flanders Knowledge Area):
- ASEM DUO
- The Washington Center for Internships and Academic Seminars
- Priority Country Programme
- Generieke beurzen (mobiliteit niet-EER)
- Master Mind Scholarships Fellowship Programme for Excellent Students
VLIR-Universitaire Ontwikkelingssamenwerking:
- Master beurzen in het kader van de Master of Marine and Lacustrine Science and Management (VLIR-UOS ICP)
- Vlaamse doctoraatsbeurzen (VLADOC) – uitdovend project sinds 2017
- Global Minds programma: reisbeurzen voor studenten (Bachelor – Master – Master na Master –Lerarenopleiding), stafmobiliteitsbeurzen, Small Great projects, joint PhD en post-doc beurzen.
Vlaamse overheid (beurzen in het kader van een bilateraal akkoord tussen overheden):
- China Duo
Prins Filip Fonds:
- Erasmus Belgica: mobiliteit tussen de Belgische gemeenschappen (studeren en stages)
Buitenlandse overheden/instellingen:
- Swiss-European Mobility Programme (SEMP)
- China Scholarship Council (Master – PhD, mobiliteit van en naar China)
- Organization of American States (OAS)
- Student Exchange Programme (SEP)
De geboden ondersteuning is afhankelijk van de overeenkomst met de financierende instantie en de afgesproken verdeling van taken tussen deze instantie en de VUB. Taken dit tot het pakket kunnen behoren zijn:
- Volledig dossier- en beursbeheer
- Boeken van tickets, opstellen van visumaanvragen, hulp bij openen van een bankrekening en het vinden van huisvesting, aansluiting bij ziekenfonds en verzekeraar ACE/SIP, opstellen schadeclaims voor verzekeringen, repatriëring
- Organiseren van ‘summer travel’ tussen het 1e en 2e jaar van studies
- Voorbereiding van de terugkeer na het afstuderen (reservatie van vliegtuigtickets, afsluiten beursdossier,….)
- Nominatie van studenten voor een beurs en administratieve opvolging
Hieronder volgt meer toelichting per programma:
2.7.1. VUB beurzen
Bolivië PhD
Tijdens academiejaar 2018-2019 waren er vijf PhD-kandidaten van UCB (Bolivia) bezig met hun doctoraatstudies.
Cuba Joint PhD
In het academiejaar 2018 – 2019 werden de laatste twee Joint Cuba-VUB-PhD-beurzen geselecteerd in het kader van de raamovereenkomst tussen de VUB en de Cubaanse Nationale Commissie voor Wetenschappelijke Graden. In totaal werden 11 kandidaten geselecteerd, 4 hiervan stopten met hun doctoraat, 5 studenten zijn momenteel bezig met hun doctoraat.
In maart 2019 werd beslist om de beurs toe te kennen voor 2 x 6 maanden i.p.v 1 x 6 maanden, op basis van de ervaringen en feedback van de promotoren.
2.7.2. In het kader van EU-programma’s
Het Erasmus+ programma promoot de Europese en transnationale dimensies van onderwijs, training, jeugd en sport en wenst de kwaliteit hiervan te bevorderen via samenwerking met andere landen en instellingen binnen de Europese Unie en daarbuiten (programma- en partnerlanden). Het programma kent drie pijlers: Key Action 1 (individuele leermobiliteit); Key Action 2 (strategische partnerschappen en kennisallianties) en Key Action 3 (beleidsondersteunende projecten).
Erasmus + Key Action 1 - Individuele leermobiliteit
Het Erasmus+ studentenuitwisselingsprogramma voor studie en stage met de programmalanden (EER, Turkije, FYROM) blijft aan de VUB het populairste en grootste mobiliteitsprogramma.
De concrete samenwerking binnen deze actie steunt op het afsluiten van inter-institutionele akkoorden tussen partnerinstellingen voor specifieke disciplines. De VUB beheerde 392 inter-institutionele contracten in 2019.
Tijdens het academiejaar 2018-2019 heeft de VUB 243 inkomende Erasmus+ studenten verwelkomd en 207 studenten uitgestuurd. 73 studenten gingen naar een niet-EER gastinstelling via centrale (International Relations office) of departementale uitwisselingsakkoorden.
Naast het Erasmus programma binnen Europa vertrokken in het academiejaar 2018-2019 nog eens 8 studenten in het kader van het Erasmus Belgica programma. 11 inkomende studenten verbleven aan de VUB met een Erasmus Belgica beurs. De VUB heeft 19 bilaterale akkoorden met Belgische Franstalige universiteiten.
Niettegenstaande een kleine meerderheid van de inter-institutionele akkoorden docentenmobiliteit toelaat, is de inkomende en uitgaande mobiliteit op dit niveau gering. Voor uitgaande docentenmobiliteit zijn het beperkt aantal toelages vanuit de overheid hier onder andere een reden voor. In 2018-2019 waren er 6 VUB personeelsleden, 4 voor onderwijs en 2 voor training, die op uitwisseling gingen.
In het academiejaar 2018-2019 vatte de mobiliteit aan in het kader van de 4 Erasmus+ projecten die de VUB succesvol indiende nl. van en naar niet-EER partnerinstellingen in Armenië (4 beurzen), China (14 beurzen), Gambia (13 beurzen) en Palestina (23 beurzen). Alle projecten voorzien inkomende studentenmobiliteit, maar enkel het Palestijnse project voorziet ook uitgaande studentenmobiliteit.
Zowel voor Armenië, Gambia en Palestina zijn er inkomende en uitgaande uitwisselingen voor academisch personeel. Binnen de projecten China, Gambia en Palestina was daarnaast ook inkomende en uitgaande (behalve voor Palestina) opleidingsmobiliteit voor technisch personeel voorzien.
In 2019 kreeg de VUB Erasmus+ KA107 projecten toegewezen voor mobiliteit met Armenië (7), China (5), Japan (2), Korea (1), Marokko (17), Mexico (2) Rusland (8) en de VS (2). Mobiliteit in het kader van deze projecten gaat van start vanaf 2020.
Erasmus+ Key Action 1 – stage na afstuderen
Het Reconfirm-project is ontstaan uit de nood om internationale stagemobiliteit en de financiële ondersteuning ervan toegankelijker te maken voor studenten, afgestudeerden en bedrijven. Met Europese financiering en de inzet van project- en lokale partners werden regionale consortia opgericht. Voor Vlaanderen treedt Flanders Knowlegde Area op als consortium. Na afstuderen kan een student minimaal 60 dagen en maximaal 12 maanden op Erasmus+ stage. 8 VUB alumni namen in 2019 deel aan een Stage Na Afstuderen.
2.7.3. Programma’s via Flanders Knowledge Area
Stages naar The Washington Center Jaarlijks geeft de Vlaamse overheid een 12-tal merit scholarships voor een uitwisseling van een 15-tal weken naar het Washington Center. “The Washington Center for Internships and Academic Seminars” is een onafhankelijke organisatie die aan geselecteerde studenten uit verschillende landen de opportuniteit biedt om een werk- en leerervaring op te doen in de Washington regio (VS). Deze uitwisseling bestaat vooral uit een stage maar er zijn ook een aantal ‘academic courses’ en ‘policy dialogues’ te volgen. Voor deze uitwisseling moet de student met de programmaverantwoordelijke overeenkomen dat hij/zij 30 ECTS uit het studiecurriculum kan vervangen door deze stage. Tijdens het academiejaar 20182019 ontvingen 2 studenten uit de opleiding Politieke Wetenschappen een beurs.
Priority Country Programme
Het Priority Country Programme beoogt de uitwisseling van studenten tussen Vlaanderen en negen, voor de Vlaamse overheid, prioritaire landen nl. Brazilië, Chili, Japan, Marokko, Mexico, Rusland, Turkije, Verenigde Staten en Zuid-Afrika. Inkomende mobiliteit is enkel mogelijk in zogenaamde duo-projecten. De mobiliteit varieert van minimum 1 maand tot maximum 2 semesters, met een uitzondering voor Turkije waar de mobiliteit maximum 2 maanden is.
In het kader van dit programma vertrok tijdens het academiejaar 2018-2019 1 studente voor een semester naar Japan en 1 studente voor een stage van 2 maanden naar de Verenigde Staten.
Generieke beurzen
De generieke beurzen voor uitgaande mobiliteit ondersteunen een studie of stage in een land dat geen deel uitmaakt van de Erasmus+ programmalanden. De VUB dient centraal of departementaal een bestaand akkoord te hebben met de gastinstelling. In 2018-2019 ontving de VUB financiering voor 20 studenten (Verenigde Staten, Rusland, Zuid-Korea, China, Canada, Japan en Suriname).
ASEM Duo
Het ASEM-Duo programma werd in 2011 gelanceerd en heeft de promotie van studentenuitwisseling tussen Vlaanderen en China, Indië, Vietnam en Zuid-Korea tot doel. Onder dit programma is er enkel uitwisseling van studenten in het kader van een duo-project mogelijk en moet er een samenwerkingsakkoord afgesloten zijn tussen de Vrije Universiteit Brussel en de buitenlandse universiteit. Voor het academiejaar 2018-2019 werden geen aanvraagdossiers ingediend.
Master Mind Scholarships
Eind 2014 lanceerde de Vlaamse overheid het Master Mind Scholarships - Fellowship Programme for Excellent Students. Via dit beurzenprogramma wil het Departement Onderwijs en Vorming een bijdrage leveren aan de versterking van het internationaal klimaat in het Vlaams hoger onderwijs door het aantrekken van internationale topstudenten voor een Masteropleiding aan een Vlaamse Hoger Onderwijsinstelling. Het departement Onderwijs en Vorming definieerde de notie “topstudent” en nam deze criteria op in de ontvankelijkheidscriteria zodat er voor het academiejaar 2018-2019 minder maar betere aanvragen ingediend werden. Elke universiteit en School of Arts mag maximum 20 studenten nomineren voor een beurs. Drie studenten ontvingen een beurs voor een masterstudie aan de VUB, de vierde geselecteerde weigerde zodat deze beurs naar een andere Hogeronderwijsinstelling ging. Daarnaast kregen nog vier studenten uit de cohorte 2017-2018 een beurs voor hun tweede masterjaar.
2.7.4. Bilateraal akkoord tussen overheden
China Duo
In het kader van een bilateraal akkoord tussen China en Vlaanderen worden er beurzen aangeboden aan Vlaamse en Chinese studenten. De uitwisseling van studenten gebeurt in het kader van een duo-project. Voorwaarde voor de uitwisseling is dat er een samenwerkingsakkoord bestaat tussen de VUB en de Chinese universiteit. Voor het academiejaar 2018-2019 werden geen aanvraagdossiers ingediend vermits een één-op-één uitwisseling moeilijk te bewerkstelligen is.
2.7.5. VLIR-UOS
Project VUB academisch contact-persoon Duur (van tot en met) budget + aantal bursalen
VLIR-bursalen ikv het beurzentoekenningsprogramma: beurzen voor ICP/ITP–studenten, ICP-PhD
Vlaamse Reisbeurzen voor studenten naar een ontwikkelingsland (Global Minds)
24 ICP Masterstudenten (12 1e jaars en 12 2e jaars)
Vlaamse Reisbeurzen voor studenten naar een ontwikkelingsland (Global Minds)
IRMO als administratief verantwoordelijke
IRMO als administratief verant- woordelijke
IRMO als administratief verant- woordelijke
IRMO als administratief verant- woordelijke
2.7.6. Programma’s van buitenlandse overheden/instellingen
01/01/2019 –31/12/2019
01/01/2019 –31/12/2019
01/01/2019 –31/12/2019
01/01/2019 –31/12/2019
€ 1.179.636
24 ICP Masterstudenten (12 1e jaars en 12 2e jaars)
€ 35 000 35 beurzen
Aantal beurzen wordt jaarlijks berekend volgens de VLIR-UOS verdeelsleutel.
€ 74.912 2 VLADOC beurzen lopende
€ 60.000 6 beurzen voor 6 maanden
Swiss-European Mobility Programme (SEMP) Zwitserse hogeronderwijsinstellingen kunnen een aanvraag voor beurzen voor studentenmobiliteit indienen bij het SEMP-programma. De hogeronderwijsinstellingen die financiering ontvangen van de overheid kunnen zowel aan hun uitgaande als inkomende uitwisselingsstudenten een mobiliteitsbeurs toekennen. Verschillende VUB-faculteiten hebben een bilateraal uitwisselingsakkoord met een Zwitserse instelling om deze mobiliteit te faciliteren. In het academiejaar 2018-2019 gingen 7 VUB-studenten op uitwisseling in het kader van dit programma.
China Scholarship Council
De China Scholarship Council (CSC) is een non-profit organisatie verbonden aan het Chinese Ministerie van Onderwijs.
CSC verleent beurzen aan Chinese studenten om in het buitenland te studeren en aan buitenlandse studenten om in China te studeren.
In totaal ontvingen 25 studenten (zowel van partner- als niet-partneruniversiteiten) een CSC beurs voor studies aan de VUB, meer bepaald 10 degree PhD’s, 9 Jointly Supervised PhD’s en 6 Masterstudenten.
Organization of American States
In het kader van de samenwerking tussen de Organization of American States en de Vrije Universiteit Brussel wordt aan maximum 15 studenten een vrijstelling van de aanmeldingskost en het jaarlijks studiegeld verleend, binnen een overeenkomst voor 40 studenten. Voor academiejaar 2018-2019 werd er door OAS echter geen call for applications gelanceerd. Aangezien enkele studenten via de VUB interesse toonden, stemde OAS wel toe om deze studenten te erkennen zodat ze een vrijstelling op het studiegeld en de aanmeldingskost konden krijgen. Door de laattijdige toestemming van OAS is geen van de studenten hier uiteindelijk op ingegaan.
Uiteindelijk is er voor één OAS student van een vorige cohorte een verlenging van de vrijstelling van studiegeld en aanmeldingskost voor een semester toegestaan bovenop de normale duur van het studieprogramma met de bedoeling de student de kans te geven de studies af te ronden. Deze beslissing werd genomen met oog op het feit dat er geen andere OAS studenten waren voor dat jaar.
Student Exchange Programme (SEP)
Het Student Exchange Programme is een uitwisselingsprogramma van het ‘Bureau de Coopération Interuniversitaire’ (BCI). Het BCI, voorheen Crépuq, is een interuniversitaire samenwerking van Québecse universiteiten. De VUB heeft een akkoord met het BCI dat studentenmobiliteit faciliteert in het kader van dit programma. VUB-uitwisselingsstudenten krijgen geen beurs maar zijn vrijgesteld van inschrijvingsgeld. In het academiejaar 2018-2019 gingen 4 VUB studenten naar 2 verschillende Canadese instellingen nl. Université du Québec à Montreal (UQAM) en Université Laval.
2.8. Administratieve ondersteuning van onderwijs-, mobiliteits- en ontwikkelingssamenwerkingsprojecten
Het International Relations office verleent advies aan promotoren die een projectvoorstel uitschrijven voor indiening bij externe donoren, voornamelijk VLIR-UOS en EU-mobiliteits- en onderwijsprojecten. Dit gebeurt indien van toepassing in samenwerking met andere centrale diensten. Kandidaat-promotoren krijgen toelichting omtrent de belangrijkste modaliteiten op vlak van indiening van voorstellen, toepassing van donorspecifieke richtlijnen en formaten, alsook omtrent financiële regelgevingen. Voor de indiening bij de donororganisatie worden projectvoorstellen gescreend op volledigheid, toepassing van het gevraagde formaat en (financiële) richtlijnen en, indien van toepassing, op het gebruik van de Project Cycle Management (PCM) methodologie. Specifieke trainingen worden georganiseerd door de verschillende entiteiten binnen het International Relations office via LRN.
De VLIR-UOS Institutionele Universitaire Samenwerkingsprojecten (IUS) hebben in hun activiteitenplan steeds een onderzoeks-, onderwijs- en transversaal institutioneel luik.
2.8.1. In het kader van EU-programma’s
Erasmus+ Key Action 1 – Erasmus Mundus Joint Masters
VUB is coördinator van het Erasmus+ Key Action 1 – Erasmus Mundus Joint Master Project “4 Cities+”. Daarnaast is de VUB partner in de Joint Master projecten “TROPIMUNDO” gecoördineerd door ULB en “DC Lead” gecoördineerd door de Paris-Lodron University in Salzburg.
De projecten geselecteerd in 2013 behoren tot het vorige kaderprogramma Erasmus Mundus (Action 1). In 2014 werden deze gecontinueerd in Erasmus+ als Erasmus Mundus Joint Masters.
Project Titel
Erasmus Mundus
Joint Master DC Lead
VUB: partner of coördinator
Duur van het project (van tot en met) Budget
Partner: J. Loisen, J. Pierson 2014-2019 € 2.122.800
Erasmus Mundus Joint Master DC Lead (vervolgprogramma)
Erasmus Mundus Joint Master 4Cities+
Erasmus + Key Action 2 Capaciteitsopbouw
Partner: J. Loisen, J. Pierson
Coördinator: B. Van Heur
2018-2023
2018-2023
€ 4.081.000
De “capacity building” projecten hebben als doel om de modernisering en toegankelijkheid van het hoger onderwijs in niet-EER landen te bevorderen. In 2019 werd de VUB geselecteerd voor 3 “Capacity Building” projecten. Daarenboven zijn er nog lopende projecten van vorige rondes nl. 5 gecoördineerde en 6 partner projecten.
Jaarlijks kan een instelling maximaal 3 nieuwe projecten coördineren volgens EU-richtlijnen. Voor VUB worden alle projecten ingediend. Er is geen preselectie op VUB-niveau.
Nieuwe projecten (geselecteerd in 2019)
Project Titel
Capaciteitsopbouw CORRIENTE XXI
Capaciteitsopbouw eMWRE
Capaciteitsopbouw UN4DRR
Lopende projecten:
VUB partner of coördinator
Duur van het project (van tot en met)
Budget
Coördinator: N. Koedam 2019-2022 € 869.794,80
Coördinator: eMWRE 2020-2023 € 923.872,00
Coördinator: J.C. Chan 2020-2023 € 999.758,00
Project Titel VUB: partner of coordinator
Capaciteitsopbouw ELA
Capaciteitsopbouw VETEC
Duur van het project (van tot en met)
Budget
Coördinator: G. Lauwers 2016-2019 € 943.663
Coördinator: T. Crispeels 2016-2019 € 712.014
Capaciteitsopbouw MarMOOC Partner: F. Questier 2016-2019 €
Capaciteitsopbouw E-VAL Partner: A. Touhafi
Coördinator: J. Chan
Capaciteitsopbouw CitylabCAR Partner: T. Vanwing 2017-2020 €
Capaciteitsopbouw TALENT
Capaciteitsopbouw LEAD 2
Coödinator: C. Vanroelen 2018-2021 € 947.595
Coördinator: C. Zhu
Capaciteitsopbouw MONTUS Partner: H. Sahli 2018-2021 € 1.000.000
Erasmus+ Key Action 2 – Strategische partnerschappen en Kennisallianties Transnationale strategische partnerschappen beogen de ontwikkeling, overdracht en/of toepassing van innovatieve praktijken te bevorderen tussen de verschillende types van organisaties betrokken bij onderwijs, vorming en jeugdzaken.
Nieuwe projecten 2019:
Project Titel
VUB: partner of coordinator Duur van het project (van tot en met) Budget
Strategisch Partnerschap DCM Partner: F. De Backer 2019-2020 € 370.206,00
Strategisch Partnerschap EISIPS Partner: K. Van der Borght
Strategisch Partnerschap CIRCLET Partner: J. de Marree
Strategisch Partnerschap UNISTAR Coördinator: K. AL Rifai
Kennisalliantie EUTOPIA Partner: L. Van Langenhove
Lopende projecten:
Project Titel
nerschap
Strategisch Partnerschap
nerschap
Strategisch
nerschap
Strategisch Partnerschap
VUB partner of coördinator Duur van het project (van tot en met)
Coördinator: J. De Marree
Coördinator: K. Lombaerts
L. De Donder
K. Kerremans
Partner: E. Mantovani
Strategisch Partnerschap GBL & CLIL in a Mathematical context Partner: J. Surmont
Strategisch Partnerschap Hydroinformatics for water resources and water related hazards management in Europe / WaterEurope Partner: A. Van Griensven 01/09/2018 –31/08/2021 € 52.401 (VUB aandeel)
Strategisch Partnerschap Beyond apparent stereotypes Partner: D. Kavadias 01/09/2018 –31/08/2021
(VUB aandeel)
Erasmus + Key Action 3
Onder de sub-actie “Forward-Looking Projects” (ontwikkeling van innovatieve systemen in onderwijs, training en jeugdwerking, ter voorbereiding en ondersteuning van beleid) is VUB partner in twee projecten:
Project Titel
VUB: partner of coördinator
Duur van het project (van tot en met)
Budget
Forward Looking Project SocialErasmus+ Partner: IRMO 2017-2019 € 591.186
Forward Looking Project ECP Partner: K. Lombaerts 2018-2020 € 459.243
Erasmus + Sport
De acties op het vlak van Sport: - samenwerkingspartnerschappen: deze beogen het aanpakken van bedreigingen van de integriteit van sport, het bevorderen en ondersteunen van goed bestuur op sportgebied en duale loopbanen van sporters, het bevorderen van sociale integratie, gelijke kansen en het besef van het belang van gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging door een grotere deelname aan en gelijke toegang tot sport voor iedereen. - Europese sportevenementen zonder winstoogmerk.
De faculteit LK is als coördinator of partner betrokken bij een aantal projecten.
Nieuw projecten:
Project Titel
VUB partner of coördinator
Sport Collaborative Partnership Move Healthy Partner: K. De Martelaer
Lopende projecten:
Project Titel
VUB: partner of coördinator
Sport Collaborative Partnership Monitor Coördinator: M. Theeboom
Sport Collaborative Partnership ECO DC Partner: P. Wylleman
Duur van het project (van tot en met)
01/01/2019 –31/12/2021
Duur van het project (van tot en met)
01/01/2018 –31/12/2020
01/01/2018 –31/12/2019
Sport Collaborative Partnership Mind the Gap Partner: P. Wylleman 01/01/2018 –30/06/2020
Sport Collaborative Partnership GETZ Partner: I. Derom
01/01/2018 –31/12/2020
Budget
Budget
€ 383.306 (VUB aandeel: € 212.714)
€ 372.542 (VUB aandeel: € 52.456)
€ 237.760
€ 400.000 (VUB aandeel: € 55.668)
Erasmus + Jean Monnet
Jean Monnet acties hebben tot doel excellent onderwijs en onderzoek op het gebied van Europese studies wereldwijd te stimuleren. De acties ondersteunen:
- de implementatie van academische modules, leerstoelen, expertisecentra met het oog op het verdiepen van studies in het Europese integratieproces, alsook het uitvoeren, monitoren en superviseren van onderzoek over EU-onderwerpen
- het stimuleren, aanmoedigen van dialoog tussen de academische wereld en beleidsmakers door netwerken en projecten
- verenigingen en instellingen die zich richten op onderwijs in en onderzoek naar EU-onderwerpen.
In 2019 werd 1 nieuw project toegewezen:
Project Titel
VUB partner of coördinator Duur van het project (van tot en met)
Jean Monnet Summer School on European Policy-making Coördinator: IES 2019-2022
Lopende projecten:
Project Titel
VUB partner of coördinator Duur van het project (van tot en met)
Jean Monnet rECOncile Coördinator: IES 2016-2019
Jean Monnet Europe Explained Coördinator: IES 2016-2019
Jean Monnet (Chair) EXACT Coördinator: IES 01/09/2017 –31/08/2020
Jean Monnet VOWED Coördinator: IES 01/09/2017 –31/08/2020
Jean Monnet GOTVRAN Coördinator: IES 01/09/2018 –31/08/2021
Jean Monnet Network OPEN EU DEBATE Partner: IES 01/09/2018 –31/08/2021
Pilot Project:
Pilot Project Stars4Media Coördinator: L. Morganti 2019-2022
2.8.2. In het kader van VLIR-UOS
Budget
€ 30.000,00
Budget
€ 45.045
€ 30.000
€ 50.000
€ 100.000
€ 299.957,81
€ 229.417
€ 480.000 (VUB aandeel)
Vanaf 2017 wordt er gewerkt met een 5-jaren begroting, gelijklopend met het nieuwe vijfjarenprogramma. Dit moet de flexibiliteit van de budgetten vergroten. In navolging van de besparingen in 2017 werd er ook in 2018 bespaard, zei het in termen van budget doorschuiving. In 2018 en 2019 zal er telkens 12, 5 % van het Global Minds, de Organisatiekost en het Beurzenprogramma budget doorgeschoven worden naar respectievelijk 2020 en 2021. Op de andere projecten werd er niet bespaard.
Binnen het programma Global Minds, waarvoor elke Vlaamse universiteit een eigen budget ontvangt volgens een verdeelsleutel om de capaciteitsopbouw op het vlak van universitaire ontwikkelingssamenwerking te versterken, schreef VUB in 2019 vijf interne oproepen uit voor: Stafmobiliteit (XREI), Small Great Projects, Joint PhD’s, Post Docs, en Reisbeurzen (voor studenten).
Het Zuid portfolio van VLIR-UOS omvatte in 2019 oproepen voor TEAM, ZI en JOINT-projecten.
Hieronder is een lijst van de verschillende projecten 2019. De verschillende projecttypes worden uitgebreid beschreven op: http://www.vliruos.be/nl/projectfinanciering/overzicht-van-programma’s/ Gebruikte afkortingen:
TEAM: nieuwe benaming voor Eigen Initiatief
ICP: International Course Programme
IUS: Institutionele Universitaire Samenwerking
ZI: Zuid-Initiatief
RIP: Research Initiatives Programme
JOINT: Noord-Zuid-Zuid Initiatief
GM: Global Minds
ORG: Organisatiekosten
Nieuwe projecten:
Project Titel
ZI SERIAL; Socio Ecological Resilience in Agricultural Landscapes
ZI Play! For food: improving food production and social welfare in the province of Camagüey
TEAM Digital citizen science for community-based resilient environmental management
TEAM Optimizing the valorization of water and rock resources for improved livelihoods in the Arusha volcanic region
JOINT Global Open Water Academic Network
Lopende projecten:
Project Titel
ZI Co-creating new knowledge through joint learning of the life systems for adapting territorial development plans
ZI Sexual and Genderbased violence in a protracted refugee situation in Nakivale Refugee settlement, Southwestern Uganda
TEAM A combined omics and bioinformatics research approach to improved spontaneous Ecuadorian cacoa bean fermentation processes
TEAM Optimizing the valorization of water and rock resources for improved livelihoods in the Arusha volcanic region
TEAM Smart Water Management to protect the Oasis areas of Morocco based on integrated modeling systems (WASIS)
TEAM Quality control and therapeutic valorization of Moroccan Argan oils: the impact of the sustainability of the human development
VUB partner of coördinator VUB academisch contactpersoon
Duur van het project (van tot en met)
Coördinator B. Vanschoenwinkel 01/01/2019 –31/12/2020 € 68.784
Coördinator W. Verbeke 01/01/2019 –31/12/2020
Coördinator S. Weckx 01/01/2018 –31/12/2021
Coördinator M. Kervyn 01/01/2019 –31/12/2022 € 279.917
Coördinator A. Van Griensven 01/01/2019 –31/12/2021
VUB partner of coördinator VUB academisch contactpersoon
Duur van het project (van tot en met)
Coördinator T. Vanwing 01/01/2018 –31/12/2019
Coördinator G. Coene 01/01/2018 –31/12/2019
Coördinator S. Weckx 01/01/2018 –31/12/2021 € 279.064
Coördinator M. Kervyn 01/01/2017 –31/12/2020
Coördinator M. Huysmans 01/01/2017 –31/12/2020
Coördinator Y. Vander Heyden 01/01/2017 –31/12/2020 € 299.940
TEAM SMART-ET: sustainable management of natural resources by reducing Evapo-Transpiration in cultivated African catchments
TEAM TRANS-COASR: transboundary coastal processes and human resource utilization patterns as a basis for a Kenya-Tanzania conservation area initiative
RIP Genome editing for crop improvement in Musa sppp
GM Global Minds
ICP Master of Marine and Lacustrine Science and Management - Oceans and Lakes: (2019-2020).
Coördinator A. Van Griensven 01/03/2016 –31/12/2019 € 298.498
Coördinator N. Koedam 01/03/2016 –31/12/2019
Coördinator G. Angenon 01/03/2016 –31/12/2019 € 100.000
Coördinator IRMO, geen academisch verantwoordelijke 01/01/2017 –31/12/2021
Co- ördinator N. Koedam 01/10/2017 –30/09/2018 € 151.517
ORG Organisatiekosten NVT IRMO, geen academisch verantwoordelijke 01/01/2019 –31/12/2019 € 132.882
IUS IUS: Fase II (jaar 1 partnerprogramma 2019-2023) voor Institutionele Universitaire Samenwerking tussen Universidad de Oriente (Sede Mella) - Cuba en de Vlaamse universiteiten
IUS IUS : Fase I (jaar 3 partnerprogramma 2017 – 2022) voor Institutionele Universitaire Samenwerking tussen VUB en Universidad Católica Boliviana “San Pablo” (UCB)
NETWORK NETWORK Fase II ‘ICT’ Programma (2019-2023) voor Institutionele Universitaire Samenwerking tussen Universidad Central ‘Marta Abreu’ de Las Villas - Cuba en de Vlaamse universiteiten
Co- ördinator H. Sahli 01/01/2019 –31/12/2019 € 570.000
Co-ördinator G. Loots 01/01/2019 –31/12/2019 € 570.000
Co- ördinator G. Eisendrath 01/01/2019 –31/12/2019 € 250.000
2.9. Internationale Marketing en Rekrutering
Het project “Internationale Marketing en Rekrutering” tracht een duurzame strategie te ontwikkelen voor de VUB. Het doel is om buitenlandse studenten aan te trekken voor de Engelstalige opleidingen, meer kwaliteitsvolle applicaties en meer toelatingen te bewerkstelligen.
Het strategisch plan m.b.t. de internationale marketing en rekrutering geeft zowel een volledig overzicht van de diverse kanalen die gebruikt worden voor rekrutering als een overzicht van de “return on investment” metingen en KPI-monitoring.
In vergelijking met het vorige academiejaar was er een stijging van 8.5% in het aantal ingeschreven internationale studenten voor Engelstalige masterprogramma’s.
Engelstalige Bachelors 2018-2019
Niet-Belgische Studenten
Engelstalige Masters 2018-2019
Niet-Belgische Studenten

In het academiejaar 2018-2019 werd voor het eerst een tweede Engelstalige Bachelor aangeboden, nl. Bachelor in Business Economics. Het programma is een succes vanuit het standpunt van internationale rekrutering, vermits er zich 75 internationale studenten uit 43 verschillende landen inschreven.
Bachelor in Business Economics 2018-2019
Niet-Belgische Studenten

(Source: query V_AT_004, CALI)
Actieve agenten in 2018-2019:
Naam agent Land Actief sinds Aanvragen Toegelaten Ingeschreven Edmundo
Bij de Chinese partnerinstellingen werd promotie gemaakt voor het Engelstalig studieaanbod en de diverse beursmogelijkheden. 77 studenten uit onze partnerinstellingen schreven zich uiteindelijk in, waaronder 51 degree-seeking studenten en 26 exchange studenten. Tijdens het academiejaar 2018-2019 schreven zich 22 studenten in voor een 3+2 opleiding en 11 studenten voor een 1+1+0.5.
Deelname aan internationale onderwijsbeurzen
Beurs Stad Land Datum
Study in Europe Fair
Kiev Oekraïne Maart 2019 (onder Study in Flanders)
Romanian International University Fair
Master- and More Fair
IGSF Fair
International Education Fair
Master- and More Fair
Europosgrados
Integral World Education Fair
Boekarest Roemenië Maart 2019
Düsseldorf Duitsland Mei 2019
Moskou, Sint-Petersburg Rusland Oktober 2019
Beijing, Xi’an, Chongqing, Shanghai China Oktober 2019
Tirana Albanië Oktober 2019
Brussel België November 2019
Guadalajara, Querétaro, Mexico stad Mexico November 2019
Zagreb Kroatië November 2019
Het International Relations office heeft onder de koepel Study in Flanders (and Brussels) deelgenomen aan enkele onderwijsbeurzen om de specifieke markten te verkennen en partners te ontmoeten. Daarnaast gaven we input aan de Belgische ambassade voor de ‘Study in Europe Fair’ die in september 2019 plaatsvond in Hanoi (Vietnam) en voor de ‘European Higher Education Fair’ die in oktober 2019 gehouden werd in Manilla (Filipijnen).
Andere activiteiten:
o Op een selectie van online “advertising portals” werd ingetekend ter promotie van Engelstalige VUB-programma’s: bachelorportal.eu, mastersportal.eu, masterstudies.com, findamasters.com, educations.com
o Op een selectie van online “advertising portals” werd ingetekend ter promotie in Duitsland van Nederlandstalige VUB programma’s: bachelor-and-more.de, psychologie-studieren.de
o Uitwerken van rekruteringsmateriaal in het Chinees (alleen e-versie): nieuws over de VUB, getuigenissen van huidige studenten en alumni, informatie over het VUB- studieaanbod, een praktische gids voor nieuwe studenten. Verspreiden van informatie over beursmogelijkheden, onderhouden van het sociaal media forum via We Chat binnen het VUB China Alumni Association.
o Verschillende analyses van studentenpopulaties werden uitgevoerd ter ondersteuning van de uitwerking van een rekruteringsstrategie (achtergrond van de studenten, internationale benchmarking, quality assurance, criteria voor de selectie van partneruniversiteiten, hoe studenten de VUB hebben leren kennen).
2.10. Integratie van internationale studenten
Om een betere interactie te bevorderen tussen Vlaamse en internationale studenten worden activiteiten ingericht en worden initiatieven van studenten en studentenverenigingen ondersteund.
Onderstaande activiteiten werden in 2018-2019 georganiseerd of ondersteund door het International Relations office:
o Buddy programma: sociale en praktische integratie van internationale studenten door Vlaamse en internationale buddy’s
o Taaltafels: organisatie tijdens de lesweken van wekelijkse taaltafels (6 talen) voor studenten en personeel, dit in samenwerking met het restaurant, ACTO en TALK.
o International meals: in het kader van internationale events en op speciale dagen in het restaurant van de Humanities, Science & Engineering campus (vb. Belgische menu’s tijdens de Orientation Week, speciaal aangepaste menu’s tijdens de East Asia days en tijdens Europe Day met dit jaar een focus op de 10 landen die 15 jaar geleden aansloten bij de EU)
o Event ter gelegenheid van het Chinese Nieuwjaar op de Humanities, Sciences & Engineering Campus in samenwerking met de Chinese Students Association of Brussels
o Studentenraad en studentenverenigingen: om de belangen van de internationale studenten te bevorderen zetelt een stafmedewerker van het International Relations office in de Studentenraad als adviseur
o Opvolging en coördinatie van het International Student Platform
o Orientation Week & Day: tijdens de Orientation Week die, in de week voor de start van het academiejaar, georganiseerd wordt voor nieuwe inkomende internationale studenten voorzien lokale studenten campus tours, zijn er activiteiten van ESN VUB-EhB en geeft BSG informatie over de deelname aan het studentenleven op de campus. Bij de start van het tweede semester wordt een Orientation Day georganiseerd voor tweede semester uitwisselingsstudenten naar analogie en met hetzelfde doel als de Orientation Week.
o Deelname aan “Kick off the Campus” activiteiten
Een nieuwe oproep voor studentenactiviteiten werd gelanceerd en kende een initieel succes met 8 aanvragen. Er waren drie deadlines voor indiening, nl. april, mei en september 2019 en 7 projecten werden geselecteerd:
Ronde 1 - april 2019
Deelname aan de jaarlijkse General ESN Meeting
Ronde 3 - sep 2019
debatten ‘the Latin American Identity’
2.11. Brussels Diplomatic Academy (BDA)
In academiejaar 2018-2019 werden de postgraduaten ‘Economic Diplomacy’ en ‘International Trade and Investment’ ingericht.
De uitbouw van regionale expertise – in 2018 ingezet met de ‘Chair in Asia-Pacific Studies’ werd verdergezet met de opstart van 8 expertisepijlers, met name ‘Transatlantic Relations’, ‘Latin America’, ‘Europe’, ‘CIS’, ‘Africa’, ‘Middle East’, ‘Asia Pacific’ en ‘International Organisations’. Naar het professionele doelpubliek toe werden o.a. volgende initiatieven georganiseerd:
• Ambassador Lunches
• Guest Lectures
• Distinguished Lecture Series
• Executive Training on Sanctions and Export Control
• Economic Diplomacy Conference
Voor de Ambassador Lunches welke samen met Voka – Kamer van Koophandel Vlaams-Brabant en Voka Metropolitan worden georganiseerd, kwamen de ambassadeurs van Vietnam, Denemarken, Hongarije en Australië aan bod. De Distinguished Lecture Series bieden een platform aan experten in de domeinen economische diplomatie en/of internationaal ondernemen. Het thema van 2019 was de geopolitieke invloed op de financiële markten. De geopolitieke omkadering van de economische diplomatie werd immers aangeraden door het hoofd Economische Diplomatie van EEAS. De Economic Diplomacy Conference is BDA’s uithangbord naar het professionele publiek toe. De derde editie van dit jaarlijks event vond plaats op 2 december 2019 en had als thema ‘Sustainable Development in an Era of Uncertainty – Can Europe Lead by Example’. Keynote speaker was Nobelprijswinnaar Professor William Moomaw. Met 121 deelnemers werd een succesvolle opkomst opgetekend.
2.12. Confucius Institute at VUB
Het Confucius Instituut is ingebed in de VUB als interne knowledge hub en heeft in 2019 een waaier aan activiteiten georganiseerd, die geordend kunnen worden in drie domeinen, nl. activiteiten, onderwijs en onderzoek. Een apart gedetailleerd jaarverslag wordt opgemaakt.
Activiteiten worden georganiseerd in samenwerking met partners van het Confucius Instituut. Voorstellen kunnen ook ingediend worden door het academisch personeel van de VUB. De activiteiten kunnen zowel een cultureel als een academisch karakter hebben. Enkele voorbeelden:
• Chinees Nieuwjaar i.s.m. de Chinese Students Association of Brussels
• Een workshop over EU-China cooperation in African Security i.s.m. Egmont-Royal Institute for International relations, China Academy of Social Sciences, China Institute of International Studies, EEAS en het Belgische Ministerie van
Buitenlandse Zaken.
• Zomerkamp voor studenten van de minor Chinees en de studenten avondlessen Chinese taal in juli i.s.m. Renmin University of China en Sichuan University.
Inzake onderwijs werden volgende lessenreeksen aangeboden in 2019:
• Chinese taallessen worden georganiseerd in semester-modules met gemiddeld 9 modules per semester op alle niveaus van absolute beginner (HSK 1) tot hooggevorderde taalgebruiker (HSK 5).
• Het Confucius Instituut richt i.s.m. de faculteit LW een minor “Chinees” in, dat gegeven wordt in het 2e en 3e jaar van de Bachelor in Toegepaste Taalkunde en de Bachelor Taal- en Letterkunde. Deze minor omvat 5 vakken taal en cultuur en een totaal van 30 ECTS. Dit is de populairste minor binnen het programma Taal- en Letterkunde.
• Tai Chi lessen op de Humanities, Science & Engineering campus.
• In 2019 werden een aantal open courses ingericht nl. “Confucius and Confucianism”, een inleidingsles in de filosofie en geschiedenis van Confucius en “Chinese Modern History on Screen”, een lessenreeks die middels films en bijgaande lezingen een beeld schets van het vroege moderne China.
• Samenwerking met de basisscholen Voskenslaan en de Wijze Boom in Gent: meer dan 300 leerlingen uit het lager onderwijs volgen Chinese les.
Het Confucius Instituut ondersteunt 4 lopende onderzoeksprojecten in 2019.
Titel
Chinese Academic Entrepreneurs: Who Are They?
A Cross-Cultural Comparison of the Responses to Mental Fatigue between Chinese and Western Table Tennis Players
Chinese Learners’ Motivation, Learning Style and Proficiency: A Study of Students at the Confucius Institutes in Belgium
Cyber Security Laws and Policies in China and the EU
Contactpersoon Duur HANBAN Budget 2019
Thomas Crispeels 24 maanden + verlenging 2019
Bart Roelands 12 maanden + verlenging beoogd
Chang Zhu 12 maanden + verlenging beoogd
Evangelos Papakonstantinou 12 maanden + verlenging beoogd
€ 330,56
€ 11.301,51
€ 21.388,00
€ 20.941,30
In december 2019 werd door de raad van Bestuur van de VUB beslist om het huidige contract met het Confucius Instituut, dat afloopt in juni 2020, niet te verlengen.
2.13. Brussels Academy for China and European Studies (BACES)
De “Brussels Academy for China and European Studies” (BACES) werd opgericht in het kader van de High-Level People-to-People Dialogue (HPPD) door Renmin University, Sichuan University, Fudan University en de Vrije Universiteit Brussel (VUB). BACES genoot een Huawei Chair tot juni 2019. Het netwerk vormt een basis voor academische samenwerking en projectaanvragen en is een platform voor strategische uitwisseling van informatie. In 2019 werd het consortium bestaande uit de stichtende universiteiten, Sofia University, Universiteit Gent en University of Lancaster uitgebreid met Deakin University en Bucharest University.
2.14. Overige initiatieven
2.14.1. Zomer-, Herfst- of Wintercampus
In 2019 werd naast de reeds bestaande zomercampussen ook een wintercampus georganiseerd:.
• International Winter School Explore Europe in Brussels – “Go Green” Study Tour 28– 31/01/2019: 17 deelnemers
• BIOTECH 5-9/8/2019: 20 deelnemers (het maximum)
• Explore EU in Brussels 15– 29/07/2019: 80 deelnemers
• Media and Communication Studies 16 – 19/07/2019: 25 deelnemers
• Civil Engineering and European Culture 23 – 26/07/2019: 9 deelnemers
De BIOTECH Summer School is een initiatief van de Faculteit WE met (communicatie)ondersteuning van het International Relations office. Deze zomercampus was in 2019 enorm populair, voor het eerst moest er gewerkt worden met een wachtlijst. De feedback van de deelnemende studenten was heel positief, ze vroegen o.a. de uitbreiding tot een 2-week durende zomercampus.
Momenteel zijn er twee studenten die in de vorige jaren deelnamen aan de BIOTECH Summer School ingeschreven in een Masteropleiding aan de VUB.
De zomercampussen in Communication Studies en in Civil Engineering werden georganiseerd in samenwerking met respectievelijk de faculteit ES en IR.
2.14.2. Up front financiering
De VUB verleent ter ondersteuning van de internationalisering financiële steun aan opstartende, anderstalige opleidingen of afstudeerrichtingen om de decalage in de financiering van een opleiding te overbruggen, eventueel in cofinanciering met de faculteit, en/of steun voor het verwezenlijken van een grotere studenteninstroom met aangepaste capaciteit van de opleiding t.o.v. het oorspronkelijke goedgekeurde capaciteitsplan bij opstart en de daarbij horende kosten-baten analyse. De centrale gelden voor opstart- en/of groeifinanciering worden toegekend in de vorm van personeel. Het bedrag is afhankelijk van het project. Het personeel dat met de gelden uit het opstartfonds wordt aangeworven is van tijdelijke aard (deeltijds ZAP of deeltijds/voltijds OAP/ATP) en na het bereiken van het break-even punt komt het personeel binnen het personeelskader van de faculteit. Programma’s die Up Front middelen toegekend krijgen, moeten volgens het Up Front financieringsreglement jaarlijks geevalueerd worden. In 2019 werden er 6 programma’s geëvalueerd op basis van het behalen van hun doelstellingen, zoals gedefinieerd in hun verzoek om financiering. De Academische Raad besliste voor de volgende programma’s de adviezen van de evaluatiecommissie goed te keuren daar ze op weg zijn om de voorgestelde break-even te bereiken:
• MSc Chemistry: de financiering voor 0.5 ATP voor een bedrag van 19.180 euro wordt voorgezet.
• MSc Marine and Lacustrine Management: het deels financieren via Up Front van 1 ATP voor een bedrag van 50.000 euro wordt voorgezet.
• BA Social Sciences: de financiering van 4 OAP voor een bedrag van 260.000 euro wordt verdergezet
• Multilingual Master in Linguistics and Literary Studies: de financiering van 0.9 ZAP en 3 OAP voor een bedrag van 280.500 euro wordt voortgezet
• MSc Applied Computer Sciences: de financiering van 1 ZAP, 0.5 OAP en 0.3 ATP voor een bedrag van 138.900 euro wordt voortgezet.
De Raad Internationaal Beleid gaf goedkeuring voor de afbouw van financiële steun aan volgend programma:
• MSc Electrical Engineering: de financiering van 2 OAP wordt verminderd naar 1.5 OAP, dit voor een bedrag van 97.500 euro.
2.14.3. ALEF, een innovatief integratiemodel via een sociale en linguïstische impact op kwetsbare kinderen
Onderwijs dat individuele ontwikkeling, kritische zin en verantwoordelijkheidsgevoel stimuleert kan een individu leren een onafhankelijke houding aan te nemen, buiten de grenzen die religie oplegt. Religie domineert dan niet langer het denken en men voelt zich verantwoordelijk voor eigen genomen beslissingen. Enkel op deze wijze kan een individu zich aanpassen aan wijzigende omstandigheden en het zoeken naar juiste oplossingen, die leiden naar economisch en sociaal succes. Voor kinderen, de meest kwetsbare en beïnvloedbare groep, ontbreekt momenteel een aanbod aan Arabische taalles, vrij van religieuze overtuiging.
Dit project voorziet in Arabisch taalonderwijs voor kinderen van 6 tot 15 jaar in Brussel, in een neutrale schoolse omgeving en ondersteund door taalexperts van de VUB. Een nieuw, uniek curriculum, afgestemd op 8 taalniveaus en leeftijd wordt ontwikkeld als onderdeel van dit project. De handboeken van niveau 1 rolden in oktober 2019 van de pers. De expertise om het curriculum te ontwerpen evolueerde waardoor het uitwerken van het materiaal voor de andere niveaus sneller zal verlopen. Het basismateriaal voor niveau 2 en 3 is uitgewerkt en een printversie wordt momenteel klaargemaakt.
Deze lessen worden extra-curriculair aangeboden in samenwerking met de Go! Scholengroep Brussel op vier locaties binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nl. Anderlecht, Brussel, Ganshoren en Schaarbeek. Wekelijks krijgt een kind 4 uur les, op woensdagnamiddag, zaterdag voor- of namiddag of op zondagvoormiddag. Voor het academiejaar 2018-2019 waren er 300 deelnemers, wat de maximum capaciteit is, en stonden evenveel kinderen op de wachtlijst.
Extra activiteiten tijdens het academiejaar 2018-2019:
• Wekelijks programma met taaltips op Radio Arabel om het project visibiliteit te geven onder de Arabisch sprekende gemeenschappen
• Tien Kamishibais, een Japanse methode van verhaaltjes vertellen, werden vertaald naar het Arabisch.
• Op 20 oktober 2018 werd een voorstelling van het project gegeven tijdens een evenement ter promotie van Arabische boeken van de VGC bibliotheken
• Op 27 november 2018 werd een poster gepresenteerd tijdens het Social Entrepreneurship evenement op de VUB
• Tijdens de eerste week van november 2018 en de eerste week van februari 2019 werd een opendeurdag georganiseerd in de scholen
• Schoolbezoeken aan Museum voor Natuurwetenschappen en Train World werden georganiseerd in januari en februari 2019
• Afstudeerceremonie op 27 april 2019 in het bijzijn van de ambassadeurs van Koeweit en de Verenigde Arabische Emiraten
• Fundraising: verschillende activiteiten werden gehouden wat o.a. resulteerde in een donatie van 15.000 USD, samen met een aantal kleinere donaties.
• Een project werd ingediend en geselecteerd via de Koning Boudewijnstichting – Fonds Baillet Latour voor 20.000 EUR.
Het project maakt deel uit van het ASP2030 strategisch fonds en wordt in dit kader meer in detail gerapporteerd.
2.14.4.
In Campus
Het InCampus programma, dat kadert in het ASP2030, heeft tot doel om aan 20 tot 25 erkende vluchtelingen, reeds toegelaten door een faculteit voor een opleiding, een aantal vaardigheden aan te reiken zodat zij hun VUB-opleiding optimaal kunnen aanvatten. Voorbeelden van de sessies zijn:
• Taalonderwijs i.s.m. ACTO (B2 niveau)
• Twee opleidingsonderdelen (één per semester) uit de toekomstige Bachelor- of Masteropleiding
• Psychologische ondersteuning
• Culturele oriëntatie i.s.m. het Agentschap Integratie en Inburgering – Bureau Onthaal Nieuwkomers Brussel (BON)
• Workshops studievaardigheden, studiemethode en -planning, VUB online tools,…
• Infosessies over VUB-diensten o.a. studieadvies, infopunt, bibiliotheek,…
In het academiejaar 2018-2019 schreven zich 19 studenten in voor het InCampus programma. 10 studenten legden een taaltest Engels af, 9 studenten een taaltest Nederlands. 8 studenten behaalden het vereiste taalniveau Engels, 1 student het vereiste taalniveau Nederlands. Er werd bemerkt dat de studenten het vereiste B2 Nederlands taalniveau niet kunnen behalen na 1 jaar intensieve taalles indien ze geen B1 niveau hebben bij de start van het programma.
Tijdens het tweede semester van het academiejaar 2018-2019 werd het InCampus programma intern gepromoot. Ook droeg het InCampus programma bij aan het e-book “Inspiring Examples of Putting Values in Practice” van het Academic Refuge programma. Dit door de EU gefinancierde project, voluit “An Erasmus+ Strategic Partnership to Promote Core Academic Values and Welcome Refugees and Threatened Academics to European Campuses” heeft als doel het verbeteren van de capaciteit van Europese universiteiten om vluchtelingen en academici te helpen en het bevorderen van meer respect voor de academische vrijheid en voor de waarden van het hoger onderwijs.
2.14.5. Scholars at Risk
Scholars at Risk (SAR) is een in de VS gevestigd internationaal netwerk van meer dan 500 instellingen voor hoger onderwijs uit 39 landen die zich georganiseerd hebben om de principes van academische vrijheid te ondersteunen en te verdedigen en om de mensenrechten van wetenschappers over de hele wereld te verdedigen. Scholars at Risk beschermt wetenschappers, die ernstige bedreigingen voor hun leven, vrijheid en welzijn ondervinden, door tijdelijke onderzoeks- en onderwijsfuncties te regelen en door advies- en doorverwijzingsdiensten te bieden.
In het kader van dit programma verbleef een Turkse PhD-studente het volledige academiejaar 2018-2019 aan de VUB in het domein van de educatiewetenschappen. Een Burundese postdoc doet sinds februari 2019 onderzoek op het Departement Scheikunde. Er wordt een beurs van 2000 EUR/maand toegekend voor 6 maanden via het ASP2030 project “Inclusion” met een co-financiering van 6 maanden vanwege UAF-Nederland.
RUBRIEK 10 DUURZAAMHEIDSVERSLAG
DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2019
1. EEN TERUGBLIK
• In 2019 werd in thematische werkgroepen een analyse van de duurzaamheidswerking en initiatieven van onze universiteit gemaakt en gegoten in transitiepaden naar een duurzame universiteit.
• Interne en externe VUB-stakeholders werden bevraagd naar zowel de huidige maatschappelijke impact van de VUB als de prioriteiten voor de toekomst. Uitkomst is de VUB SDG-materialiteitsanalyse, met de 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDGs) van de VN als toetsingskader.
• In het academiejaar 2019-2020 is het nieuwe vak ‘Sustainability, an interdisciplinary approach’ gestart, breed toegankelijk voor studenten uit verschillende disciplines. Docenten uit verschillende faculteiten worden ingeschakeld voor een multidisciplinaire verkenning van duurzaamheidsthema’s. Ook voeren studenten een praktijkopdracht uit waarbij een duurzaamheidscase wordt geanalyseerd.
• Op de VUB vond een klimaatlesmarathon plaats, 12 lesuren gebracht door 12 experten die elk vanuit hun specialiteit de klimaatproblematiek benaderden. Secundaire scholen konden de lesmarathon bijwonen op de VUB-campus of op school dankzij de live streaming.
• In 2019 werd een IRP-financieringsaanvraag voor een “lnstitute for Sustainable Systems Development (INSYST)” ingediend, het interdisciplinair onderzoeksprogramma gericht op de duurzaamheid werd echter niet weerhouden.
• De eerste realisaties van het nieuwe masterplan campus Etterbeek uit 2018 werden zichtbaar. Ruimte werd voorzien voor nieuwe living labs en er geldt een nieuw toegangs- en parkeerreglement om de campussen leefbaar en veilig te maken voor alle gebruikers.
• De VUB meet de klimaatimpact van haar werking door middel van de koolstofvoetafdruk. Dit jaar vond een 2e meting van de Carbon Footprint plaats, in opvolging van de nulmeting van 2016. Deze vormt de basis om een klimaatplan naar een klimaatneutrale universiteit op te maken.
• Samen met het stijgend aantal fietsende VUB’ers worden de fietsfaciliteiten uitgebreid. Zo werden extra fietsenparkings ingericht op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus en de Brussels Health Campus.
• In 2019 werd de VUB Travel-ABC goedgekeurd om de internationalisering van de VUB te rijmen met de klimaatimpact. Een getrapt principe waarbij VUB’ers worden aangemoedigd om hun internationale reizen te overwegen, de trein te nemen naar een aantal bestemmingen en de CO2-uitstoot van hun vliegreizen te compenseren.
• In het VUB restaurant in Etterbeek werd de Billie Cup voor meeneemkoffie ingevoerd. Een herbruikbaar alternatief waarmee 40.000 wegwerpbekers per jaar worden vermeden!
• Op de tweedaagse Bootcamp Climate deelden VUB-onderzoekers hun klimaatexpertise met bedrijfsleiders, (doctoraats)studenten, personeelsleden en beleidsmedewerkers in een open en kritische setting.
• De 3e editie van Green Impact aan de VUB bracht 11 teams op de been in academiejaar 2018-2019. De teams vormen een (amicale) competitie om duurzaamheid maximaal te integreren in hun omgeving. Concrete acties leveren punten en uiteindelijk een bronzen, zilveren of gouden award op.
• Op de VUB terreinen in Jette begint Atelier Groot Eiland een zelfoogstboederij Cour’Jette. De boerderij zal werken volgens de principes van Community Supported Agriculture, waarbij de gemeenschap de landbouwer ondersteunt door een jaarlijks abonnement te nemen. In ruil krijgt elk lid een oogstaandeel, dat het zelf kan oogsten in de pluktuin.
2. VOLG MEE
Blijf op de hoogte van alle verwezenlijkingen, projecten, evenementen en campagnes via de pagina’s van duurzame VUB, VUB for Climate, de Carbon Footprint, het GreenTeam, het VUB-restaurant en de Dienst Preventie en Milieu.
In het Algemeen Strategisch Plan 2030 (ASP2030), Toekomstplan 2018-2021, heeft de VUB
3. DUURZAAMHEIDSBELEID
3.1.
Duurzaam opgenomen als één van de vier transversale beleidsassen die dwars door de instelling lopen VUB heeft vanuit haar humanistisch waardenkader een belangrijke voorbeeldrol te vervullen en wil de katalysator zijn van oplossingen die democratisch, ecologisch, sociaal en economisch verantwoord zijn.
Duurzaamheid verankerd in ASP3
In het Algemeen Strategisch Plan 2030 (ASP2030), Toekomstplan 2018-2021, heeft de VUB Radicaal Duurzaam opgenomen als één van de vier transversale beleidsassen die dwars door de instelling lopen. VUB heeft vanuit haar humanistisch waardenkader een belangrijke voorbeeldrol te vervullen en wil de katalysator zijn van oplossingen die democratisch, ecologisch, sociaal en economisch verantwoord zijn.
Duurzaamheid als kernwaarde in de universiteit van de 21e eeuw uitte zich in de voorbije strategische cyclus via een evolutie van ad hoc initiatieven naar een meer structurele aanpak. Dit betekent dat VUB in haar activiteiten rekening houdt met de consequenties op korte en lange termijn, op lokaal en globaal niveau. Studeren, wonen en werken aan een universiteit die haar duurzaamheidsvisie in de
Duurzaamheid als kernwaarde in de universiteit van de 21e eeuw uitte zich in de voorbije strategische cyclus via een evolutie van ad hoc initiatieven naar een meer structurele aanpak. Dit betekent dat VUB in haar activiteiten rekening houdt met de consequenties op korte en lange termijn, op lokaal en globaal niveau. Studeren, wonen en werken aan een universiteit die haar duurzaamheidsvisie in de praktijk waarmaakt, laat toe duurzame competenties voor het leven te ontwikkelen.

Het duurzaamheidsbeleid is transversaal met prioriteiten op vier assen. Acties omtrent duurzame ontwikkeling in het onderwijs, onderzoek, bedrijfsvoering en outreach versterken elkaar. Een geïntegreerde, holistische aanpak en een maximale betrokkenheid van de VUB-community zijn hierbij cruciaal. praktijk waarmaakt, laat toe duurzame competenties voor het leven te ontwikkelen.
Het duurzaamheidsbeleid is transversaal met prioriteiten op vier assen. Acties omtrent duurzame ontwikkeling in het onderwijs, onderzoek, bedrijfsvoering en outreach versterken elkaar. Een geïntegreerde, holistische aanpak en een maximale betrokkenheid van de VUB-community zijn hierbij cruciaal.

Whole Institution Approach
De Kerngroep duurzaamheid, Duurzaamheidsraad en betrokken VUB -diensten werken samen aan een roadmap naar een duurzame universiteit. Hierbij gebruiken we transitiepaden op volgende domeinen: onderwijs, onderzoek, outreach, en bedrijfsvoering
De Kerngroep duurzaamheid, de Duurzaamheidsadviesraad, en de betrokken VUB-diensten werken samen aan een roadmap naar een duurzame universiteit. Hierbij gebruiken we transitiepaden op volgende domeinen: onderwijs, onderzoek, outreach en bedrijfsvoering.
De stapsgewijze horizontale inbedding van het duurzaamheidsbeleid in de faculteiten en diensten is een must. Op dit moment zijn de Duurzaamheidsraad, Kerngroep duurzaamheid en het GreenTeam de voortrekkers van het gevoerde beleid, maar in de toekomst zal duurzaamheid een reflex van elke VUB-er zijn
De stapsgewijze horizontale inbedding van het duurzaamheidsbeleid in de faculteiten en diensten is een must. Op dit moment zijn de Duurzaamheidsadviesraad, Kerngroep duurzaamheid en het GreenTeam de voortrekkers van het gevoerde beleid, maar in de toekomst zal duurzaamheid een reflex van elke VUB-er zijn.
3.2. Duurzaamheidsraad
3.2. Duurzaamheidsadviesraad
De VUB Duurzaamheidsraad bewaakt de duurzaamheidsvisie en -beleid van de Vrije Universiteit Brussel. Als adviesorgaan voor de Academische Raad en de Raad van Bestuur fungeert de VUB Duurzaamheidsraad als denk- en doetank om de transitie naar een werkelijk duurzame universiteit te versnellen Met de vinger aan de pols van wat beweegt binnen en buiten de VUB, sturen de leden van de VUB Duurzaamheidsraad het duurzaamheidstraject van onze universiteit. In de idee van Whole Community Approach is de VUB Duurzaamheidsraad een brede afvaardiging van zowel studenten, beleidsmedewerkers en docenten, als van internen en externen.
De VUB Duurzaamheidsadviesraad bewaakt de duurzaamheidsvisie en -beleid van de Vrije Universiteit Brussel. Als adviesorgaan voor de Academische Raad en de Raad van Bestuur fungeert de VUB Duurzaamheidsadviesraad als denken doetank om de transitie naar een werkelijk duurzame universiteit te versnellen. Met de vinger aan de pols van wat beweegt binnen en buiten de VUB, sturen de leden van de VUB Duurzaamheidsadviesraad het duurzaamheidstraject van onze universiteit. In de idee van Whole Community Approach is de VUB Duurzaamheidsadviesraad een brede afvaardiging van zowel studenten, beleidsmedewerkers en docenten, als van internen en externen.
De actuele samenstelling kan geraadpleegd worden via www.vub.be/duurzaamheid.
De actuele samenstelling kan geraadpleegd worden via www.vub.be/duurzaamheid.
3.3. Kerngroep Duurzaamheid

3.3. Kerngroep Duurzaamheid
De VUB Kerngroep duurzaamheid is de voortrekker van het gevoerde duurzaamheidsbeleid. De leden komen tweewekelijks samen, volgen proactief het duurzaamheidstraject aan de VUB op en overzien het geheel van duurzame projecten en thematische werkgroepen. De VUB Kerngroep Duurzaamheid wordt momenteel gevormd door Prof. Dr. Cathy Macharis, Prof. Dr. Waldo Galle, Algemeen Beheerder Nic Van Craen, Prof. Dr. Hubert Rahier, Rebecca Lefevere, Jeroen Willems, Maarten Ipers en Lisa Wouters Zij bereiden de agenda voor de plenaire vergaderingen van de VUB Duurzaamheidsraad voor en beheren samen duurzaamheid@vub.be en duurzaamheidsraad@vub.be
De VUB Kerngroep duurzaamheid is de voortrekker van het gevoerde duurzaamheidsbeleid. De leden komen tweewekelijks samen, volgen proactief het duurzaamheidstraject aan de VUB op en overzien het geheel van duurzame projecten en thematische werkgroepen. De VUB Kerngroep Duurzaamheid wordt momenteel gevormd door Prof. Dr. Cathy Macharis, Prof. Dr. Waldo Galle, Prof. Dr. Hubert Rahier, Rebecca Lefevere, Jeroen Willems, Maarten Ipers en Lisa Wouters. Zij bereiden de agenda voor de plenaire vergaderingen van de VUB Duurzaamheidsadviesraad voor en beheren samen duurzaam@vub.be.
3.4. GreenTeam
3.4. GreenTeam
Het GreenTeam concretiseert de duurzaamheidsvisie van de VUB voor studenten en personeel. Dit vast team van jobstudenten zet projecten op, neemt initiatieven om van de VUB een duurzamere plek te maken en is gericht op een interactieve samenwerking met, door en voor VUB’ers en partners.
Het GreenTeam concretiseert de duurzaamheidsvisie van de VUB voor studenten en personeel. Dit vast team van jobstudenten zet projecten op en neemt initiatieven om van de VUB een duurzamere plek te maken en is gericht op een interactieve samenwerking met, door en voor de stad Brussel.
GREEN IMPACT
JAAROVERZICHT GREENTEAM 2019
JAAROVERZICHT GREENTEAM 2018
GREEN IMPACT
SENSIBILISERING
VOEDING
• Green Impact: verduurzamen van werk- en studeeromgeving d.m.v. acties
• 4e editie met 11 VUB-teams
• 2e editie 2017-2018 met 8 VUB-teams
• Begeleiden van deelnemende teams binnen diensten en vakgroepen
• Een bottom -up duurzaamheidsprogramma: verduurzamen werk- en studeeromgeving d.m.v. duurzaamheidsacties
• Organiseren van workshops en webinars
• Green Impact Picnic: moment voor teams om te netwerken en good practices te delen
• Begeleiden van deelnemende teams
• Planten, stickers, posters en sorteerbakken voorzien
• Organiseren van workshops en webinars
• Planten, posters en sorteerbakken voorzien
• Afsluitende award ceremony : 7 bronzen winnaars, 2 zilveren en 2 gouden
• Opstart Green Impact op campus Jette
• Afsluitende award ceremony
• Organiseren infotour in de energie- en boilerruimtes van de VUB met de energiecoördinator: event stond ook open voor niet-GI teams
• Overschotten personeelsbarbecue inzamelen en doneren aan goede doel (Poverello)
• Flyer ontworpen voor het VUB-resto met informatie over duurzame voeding
• Aan de afruimband van het restaurant staan om mensen juist te laten afruimen
VOEDING
AFVAL
MOBILITEIT
OUTREACH
• Overschotten personeelsbarbecue inzamelen en doneren aan goed doel (Poverello)
• Aan de afruimband van het restaurant staan om mensen juist te laten afruimen
• Promo voor plantaardige voeding in de resto en een dag voor duurzame vis tijdens Week van de Ethiek
• Deelname aan Good Food Label vanuit Leefmilieu Brussel en bevraging cliënteel d.m.v. tevredenheidsenquêtes
• Schrijfmateriaal ophalen voor Terracycle: wordt gesorteerd en brengt geld op voor het goede doel. Extra aandacht hiervoor tijdens de blok- en examenperiodes.
• Verzamelen van kurken ten voordele van recycork, in samenwerking met het Crazy Copy Center.
• Out of Use samenwerking: inzameling kapotte elektronica, veilige data verwijdering, in samenwerking met natuurpunt.
• Herbruikbare bekers voor activiteiten in samenwerking met BSG.
• Introduceren van herbruikbare koffiebekers op de campus: start Billie Cup
• Tweedehands kledingmarkt en afspelen van film “The true cost”
• Fietspakketten voorzien voor fietsende studenten en personeel: fluoriserend materiaal, tips over fietsen, Brussel fietskaart,
• Mobiliteitsmarkt
• Verspreiden van mobiliteitsenquête op social media
• Info en try-out van fiets groepsaankoop-mogelijkheden.
• Fietstocht organiseren in samenwerking met Brik om studenten die tussen de twee campussen pendelen een alternatieve route aan te bieden.
• Fietstocht met ecology-minded locaties organiseren op vraag van Infopunt voor nieuwe studenten in samenwerking met Swapfiets
• Velofixer at campus Jette
• VUB GEEFT, organisatie van recuperatie van meubels uit gebouw M door studenten/ personeel.
• Communicatie Duurzame wintermarkt
• Communicatie klimaatbetogingen
• Communicatie ecologische vakken: Sustainability: an Interdisciplinary Approach en Redelijk Eigenzinnig
• GreenTeam-stand op Kick-Off in Etterbeek: met het faire rad (rad van fortuin met als prijzen: koffie, bananen, chocolade en Billie Cup) Vanessa van Billie Cup was hierbij aanwezig voor de verdere promotie van de herbruikbare koffiebeker. Ook waren er fietspakketen, een mobiliteitsenqûete, fietskaarten en een tafel met post its voor ideeën van bezoekers.
• VUB Tree planting door inzameling via Out of Use
• Ondersteuning en deelname van Ethics Week: GT focus op duurzame vis en veganistische voeding
• Ondersteuning Duurzame dinsdag
• Opzetten interdisciplinaire les met agogen en ingenieurs.
• Samenwerking met studenten van sustainablity course
• Samenwerking met studenten van Enactus
• Deelname en promotie Global Strike for Future
• #BookoftheWeek: social media campagne: VUB´ers kiezen een boek die hen motiveerde om een duurzamere levensstijl aan te nemen
• Nieuwe bloemenweide naast gebouw G: onderhoud, zaaien,…
4. ONDERWIJS
Voortbouwend op de visietekst over duurzaamheid in het onderwijs (2014) en de doelstellingen geformuleerd in het deelbeleidsplan van het Vicerectoraat Onderwijs- en Studentenbeleid (2017) werden tal van acties ondernomen. Duurzaamheid maakt immers deel uit van het onderwijsaanbod van de toekomst, dat gekenmerkt wordt door interdisciplinariteit, het verwerven van brede professionele competenties en het stimuleren van engagement. De VUB streeft ernaar dat alle studenten competenties over en voor duurzaamheid verwerven en dat ze zich inzetten voor een duurzame humanistische maatschappij.
• VUB Bootcamps (Extra-curriculair)
In thematische VUB Bootcamps wordt multidisciplinaire academische expertise gekoppeld aan professionals uit verschillende sectoren in een intense reeks uiteenzettingen, toegankelijk voor internen en externen. Na de succesvolle Sustainability Bootcamp en Bootcamp Ademruimte in 2018, volgde in 2019 de Bootcamp Klimaat, een intensieve en leerrijke tweedaagse met klimaatexperten van binnen en buiten de VUB. Wegens groot succes volgt in 2020 een 2e editie van Climate Bootcamp, ditmaal met voertaal Engels.
• Sustainability, an interdisciplinary approach
Parrallel hiermee werd bij start van het academiejaar 2019-2020 een nieuw vak over duurzaamheid ingericht, nl. een opleidingsonderdeel ingebed in de Faculteit Economische en Sociale Wetenschappen maar breed toegankelijk voor studenten uit andere disciplines. Via deelname aan het Univer.city project dat community service learning aan de VUB stimuleert (ASP 2030), werd het geplande vak inhoudelijk voorbereid. Docenten uit verschillende faculteiten worden ingeschakeld voor een multidisciplinaire verkenning van duurzaamheidsthema’s. Ook voeren studenten een praktijkopdracht uit waarbij een duurzaamheidscase wordt geanalyseerd.
• Online professionalisering
Daarnaast participeert de VUB sinds 2017 aan een interuniversitair project onder begeleiding van Ecocampus (programma van de Vlaamse Overheid), nl. het vormgeven van een docentenprofessionaliseringstraject met online educatieve modules over duurzaamheid in het onderwijs. In 2019 boog een werkgroep met VUB-experten zich over de concrete uitwerking van twee modules; deze over interdisciplinariteit en over de Whole Institution Approach. In 2020 is het online lessenpakket klaar voor gebruik.
• Redelijk Eigenzinnig
Klimaatactie is het centrale thema van het universiteitsbrede vak ‘Redelijk Eigenzinnig’ voor het academiejaar 2019-2020.
• Lesmarathon
Op de VUB vond een klimaatlesmarathon plaats, 12 lesuren gebracht door 12 experten die elk vanuit hun specialiteit de klimaatproblematiek benaderden. Secundaire scholen konden de lesmarathon bijwonen op de VUB-campus of op school dankzij de live streaming.
5. ONDERZOEK
De VUB heeft een uitgebreid probleem- en oplossingsgericht onderzoeksportfolio dat typisch maatschappelijk relevant is. Ook in 2019 werkten verschillende vak- en onderzoeksgroepen aan kennis en inzicht rond duurzaamheidsvraagstukken, aan duurzame innovatie en aan hefbomen voor de bijhorende transitie. Een steeds groeiende lijst van onderzoeksgroepen die zich richten op duurzame ontwikkeling, is te vinden via www.vub.be/duurzaamheid#onderzoek.
Naast hun onderzoek, namen VUB-onderzoekers het afgelopen jaar zelf verschillende initiatieven om duurzaamheidsvraagstukken onder de aandacht te brengen, oplossingen voor te stellen, en hun eigen impact of die van hun onderzoeksgroep te verkleinen. Zo vertelde prof. Kobe Boussauw in VUB-tijdschrift Henri hoe hij per schip, en niet met het vliegtuig, op congres gaat (Herni 13, p37). Hij, en met hem vele collega’s, tonen dat er niet alleen een groeiend bewustzijn en verantwoordelijkheidszin bij VUB-onderzoekers en -medewerkers is, maar ook dat er een steeds grotere actiebereidheid ontstaat voor klimaat- andere duurzaamheidsmaatregelen.
Eén ding is duidelijk, duurzaamheidsvraagstukken zullen niet worden beantwoord door onderzoekers die de wereld van op hun bureau bestuderen. De VUB benadrukt daarom het belang multidisciplinaire kruisbestuiving, interdisciplinaire samenwerking en een transdisciplinaire samenwerking met beleidsmakers, bedrijven en burgers waardoor vraagstukken structureel kunnen worden aangepakt. Tot op vandaag bestaat daarvoor nog geen ondersteunde structuur, noch een gedeelde methode. Daarom hebben heel wat docenten onder impuls van prof. Cathy Macharis en prof. Hubert Rahier de krachten verzameld en hun schouders gezet onder een SRP- (Strategic Research Programmes, 2018) en een IRP-aanvraag (Interdisciplinary Research Programmes, 2019). De IRP-financieringsaanvraag voor een “lnstitute for Sustainable Systems Development (INSYST)”, een interdisciplinair voorstel van 12 onderzoeksgroepen, werd echter niet weerhouden.
De Vrije Universiteit Brussel gebruikt zijn groene campussen als levend laboratorium voor onderwijs en onderzoek.
In 2019 is het ‘Wadi-Living Lab’ van start gegaan, met het aanleggen van wadi’s op campus Etterbeek. Deze poelen zorgen voor de tijdelijke opslag en infiltratie van regenwater, vooral van belang in een stedelijke, verharde omgeving in combinatie met meer extreme weersomstandigheden en overbelaste riolen. De vakgroep Hydrologie monitort de wadi’s en hun impact op de watercyclus van de campus en modelleert hoe een circulaire waterhuishouding op de hele campus vorm kan krijgen. De vakgroep Biologie monitort de evolutie in biodiversiteit: wat doen vochtminnende planten? Wat gebeurt als de wadi’s opdrogen? Dat opdrogen is een zege voor waterplanten en vele ongewervelde organismen en amfibieën, die het bijzonder goed doen als vissen afwezig zijn. Daarnaast krijgen de wadi’s een plek in de werkcolleges van studenten biologie en ingenieurswetenschappen maar ook voor STEM activiteiten met middelbare scholen uit Brussel.
Binnen een jaar wordt dit een prachtige groene oase en een mooie synergie tussen een noodzakelijke hydrologische ingreep op de campus en een gerealiseerde natuurwaarde. Dit project is een co-creatie tussen de kerngroep Duurzaamheid VUB, GreenTeam VUB, Infrastructuur VUB, vakgroep Hydrologie-IR, vakgroep Biologie-WE én STEMsteunpunt Brussel, met steun van projectoproep van de Vlaamse Overheid “Living Lab: klimaatvriendelijke hoger onderwijsinstellingen”.
Daarnaast ligt een nieuwe ‘Onderzoekstuin voor experimentele ecologie’. In deze onderzoekstuin worden ecologische processen en verschillende aspecten van biodiversiteit op experimentele wijze onderzocht door studenten en vorsers van de vakgroep Biologie. Tevens is het een leerplek voor bachelor- en masteronderwijs in de biologie. Er zijn ‘mesokosmos’ experimenten en lange-termijn studies in de volle grond. De campusomgeving kan op die manier een levend laboratorium worden.
In 2019 werd het Circular Retrofit Lab ingehuldigd, een pioniersproject van het departement Architectural Engineering is de tastbare weerslag van heel wat jaren onderzoek en bewijst dat circulair (ver)bouwen kan zonder compromissen. De verbouwing kadert in het internationale Building as Material Banks-initiatief, waarbinnen vijftien organisaties in zeven landen onderzoek deden naar circulaire bouwmethodes en businessmodellen met fondsen van het Europese Horizon 2020-project. Onderzoek naar circulaire bouwmethodes en -systemen werd toegepast bij de renovatie van een blok bestaande uit acht voormalige studentenkoten - de iconische prefab studentenkoten van Willy Van Der Meeren uit de jaren 70 - op de campus in Etterbeek. Het hele gebouw werd gestript, enkel de betonnen draagstructuur bleef overeind. Demonteerbare en herbruikbare materialen en omkeerbare verbindingen vormden vervolgens het uitgangspunt bij de verbouwing. Het Circular Retrofit Lab, dat bestaat uit twee bouwlagen, zal in eerste instantie dienstdoen als uithangbord voor circulair bouwen en als eventruimte, maar kan ook voor andere doeleinden gebruikt worden.
De Vrije Universiteit Brussel (VUB) en het Universitair Ziekenhuis Brussel hebben de vzw Green Energy Park opgericht. Het Green Energy Park (GEP) omvat het ontwikkelen en exploiteren van een onderzoekscampus in het Researchpark van Zellik met de focus op drie onderzoeksdomeinen: energie- en mobiliteitstransitie, ziekenhuis van de toekomst en slimme regio’s. Met deze onderzoekscampus wil Green Energy Park als grootschalige proeftuin, expertise- en opleidingscentrum de brug slaan tussen onderzoek, innovatie, realisatie en exploitatie.
6. OPERATIONS
Naast duurzaamheid in onderwijs en onderzoek wil de VUB ook duurzaam functioneren. De VUB focust op haar klimaatimpact, op het welzijn van VUB’ers, op leefbare en ecologische campussen en op verantwoord ondernemen.
6.1. Carbon Footprint
In 2019 vond een 2e meting plaats van de VUB-koolstofvoetafdruk plaats, in navolging van de nulmeting van 2016. De koolstofvoetafdruk is de som van de uitstoot van broeikasgassen, uitgedrukt in CO2-equivalenten op basis van hun aardopwarmingsvermogen (global warming potential), en meet de geaggregeerde impact op het klimaat.
Alle activiteiten gerelateerd aan onderwijs, onderzoek en ondersteuning (studentenkoten, restaurants, sportfaciliteiten en administratie) op de campussen Etterbeek en Jette zijn in beschouwing genomen. De berekening is uitgevoerd met de Bilan Carbone®-methodologie van l’Association Bilan Carbone, met CO2-emissiewaarden aangepast aan de Belgische context.
De VUB-koolstofvoetafdruk bedroeg 41.909 ton CO2e in 2018, wat overeenkomt met 2,66 ton CO2e per student. Dit is het equivalent van 170 miljoen autokilometers of de jaarlijkse (gemiddelde) koolstofvoetafdruk van 2600 Belgen. Het vereist 1,7 miljoen bomen om deze CO2-uitstoot te absorberen binnen één jaar. De helft van de totale voetafdruk was vanwege
personentransport (woon-werk, dienstreizen en studenten), 33% is afkomstig van direct energieverbruik (elektriciteit en verwarming) en 11% van kapitaalgoederen (infrastructuur, meubelen, wagens, ICT-apparatuur).
Bij de nulmeting in 2016 bedroeg de koolstofvoetafduk 34.869 ton CO2e of 2,26 ton CO2e per student. In 2 jaar is de footprint per student met 18% gestegen, de totale koolstofvoetafdruk met 20%. Deze stijging heeft verschillende oorzaken (meer activiteiten, betere data, andere assumpties, ...) en worden hieronder belicht per impactcategorie.
Bij de nulmeting in 2016 bedroeg de koolstofvoetafduk 34.869 ton CO2e of 2,26 ton CO2e per student. In 2 jaar is de footprint per student met 18% gestegen, de totale koolstofvoetafdruk met 20%. Deze stijging heeft verschillende oorzaken (meer activiteiten, betere data, andere assumpties, ...) en worden hieronder belicht per impactcategorie.

VUB Carbon Footprint 2016 vs 2018 6.2. Mobiliteit
6.2 Mobiliteit
Personentransport is verantwoordelijk voor de helft! van de VUB-footprint, 20.750 ton CO2e, een stijging van 7% tov 2016. 60% van deze uitstoot is afkomstig van studentenmobiliteit (verplaatsingen naar de campus en inkomende internationale studenten) en 40% is vanwege woon-werkverkeer en dienstverplaatsingen door personeel.
Personentransport is verantwoordelijk voor de helft! van de VUB-footprint, 20.750 ton CO2e, een stijging van 7% tov 2016. 60% van deze uitstoot is afkomstig van studentenmobiliteit (verplaatsingen naar de campus en inkomende internationale studenten) en 40% is vanwege woon-werkverkeer en dienstverplaatsingen door personeel.
Zowel in Etterbeek als Jette is er een daling te merken in het gebruik van de wagen voor woonwerk-verplaatsingen door personeel ten voordele van de fiets en openbaar vervoer. De positieve klimaatimpact van de modal shift werd echter geneutraliseerd door een stijging van de totale pendelkilometers tussen de woonplaatsen en de campus. Bij studenten merken we een stijging in de footprint van het pendelen naar de campus door een groei in studentenaantal.
Zowel in Etterbeek als Jette is er een daling te merken in het gebruik van de wagen voor woonwerkverplaatsingen door personeel ten voordele van de fiets en openbaar vervoer. De positieve klimaatimpact van de modal shift werd echter geneutraliseerd door een stijging van de totale pendelkilometers tussen de woonplaatsen en de campus. Bij studenten merken we een stijging in de footprint van het pendelen naar de campus door een groei in studentenaantal.
Als universiteit in een grootstad willen we de impact van alle verplaatsingen van en naar onze campussen beperken. We leggen de nadruk op zachte mobiliteit en openbaar vervoer. We werken aan goed bereikbare campussen door overleg met overheden en vervoersoperatoren voor veilige toegangswegen en een performant openbaar vervoer. We hanteren in ons mobiliteitsbeleid het ‘STOP’-principe: Stappen, Trappen, Openbaar vervoer en pas in laatste instantie, de Personenwagen. Voetgangers en fietsers zijn de norm bij het ontwerpen van de campusomgeving.
Als universiteit in een grootstad willen we de impact van alle verplaatsingen van en naar onze campussen beperken. We leggen de nadruk op zachte mobiliteit en openbaar vervoer. We werken aan goed bereikbare campussen door overleg met overheden en vervoersoperatoren voor veilige toegangswegen en een performant openbaar vervoer. We hanteren in ons mobiliteitsbeleid het ‘STOP’-principe: Stappen, Trappen, Openbaar vervoer en pas in laatste instantie, de Personenwagen. Voetgangers en fietsers zijn de norm bij het ontwerpen van de campusomgeving.
Op de campussen zijn er afgesloten fietsenstallingen, een fietsherstelzuil, fietspompen en douches voor fietsende personeelsleden en studenten. De fietsenstallingen zijn uitgebreid om te voldoen aan het stijgend aantal fietsers onder het personeel en studenten. In komende jaren wordt aandacht gegeven aan de mogelijkheid om douchefaciliteiten te integreren bij verbouwingen en extra stallingen. In Jette komt de Vélofixer nog steeds langs om fietsen te herstellen van personeel en studenten, in Etterbeek loopt de samenwerking met het fietspunt op de Triomflaan. In samenspraak met de fietswerkgroep wordt bekeken waar de knelpunten en noden liggen om fietsen naar de campus aantrekkelijker te maken.
De belangrijkste pijlers van het bedrijfsvervoerplan aan de universiteit zijn de promotie van de fiets, een fietsvergoeding, kosteloos openbaar vervoer voor de werknemers en infrastructuurmaatregelen. Dit plan zorgde voor een modal shift richting duurzame mobiliteit, zowel voor campus Etterbeek als Jette, waarbij de auto plaats ruimt voor de trein, fiets en voetgangers. De universiteit scoort op beide campussen beter dan gemiddeld in Brussel. In 2020 wordt een nieuw bedrijfsvervoerplan opgesteld, een driejaarlijks actieplan om het verkeer en zijn milieu-impact verder te verminderen.
Op de campussen zijn er afgesloten fietsenstallingen, een fietsherstelzuil, fietspompen en douches voor fietsende personeelsleden en studenten. De fietsenstallingen zijn uitgebreid om te voldoen aan het stijgend aantal fietsers onder het personeel en studenten. In komende jaren wordt aandacht gegeven aan de mogelijkheid om douchefaciliteiten te integreren bij verbouwingen en extra stallingen. In Jette komt de Vélofixer nog steeds langs om fietsen te herstellen van personeel en studenten, in Etterbeek loopt de samenwerking met het fietspunt op de Triomflaan. In samenspraak met de fietswerkgroep wordt bekeken waar de knelpunten en noden liggen om fietsen naar de campus aantrekkelijker te maken.
De vakgroep MOBI onderzoekt hoe goederenstromen van en naar de campussen gegenereerd worden en tot welke voertuigbewegingen dat leidt. Bij dit onderzoek focussen we niet enkel op het aantal en het soort voertuigen dat naar de VUB komt, maar ook op de manier waarop het aankoopbeleid georganiseerd is. Op basis hiervan zal de VUB een bedrijfsleveringsplan opstellen om goederenvervoer te verminderen, het verkeer rond de campus te verlichten en uitstoot te reduceren.
De uitstoot van internationale reizen is gestegen door meer inkomende internationale studenten en een stijging van het aantal en de totale afstand van de dienstenreizen door personeel. In 2019 werd de VUB Travel-ABC goedgekeurd om de internationalisering van de VUB te rijmen met de klimaatimpact.
De belangrijkste pijlers van het bedrijfsvervoerplan aan de universiteit zijn de promotie van de fiets, een fietsvergoeding, kosteloos openbaar vervoer voor de werknemers en infrastructuurmaatregelen. Dit plan zorgde voor een modal shift richting duurzame mobiliteit, zowel voor campus Etterbeek als Jette, waarbij de auto plaats ruimt voor de trein, fiets en voetgangers. De universiteit scoort op beide campussen beter dan gemiddeld in Brussel. In 2020 wordt een nieuw bedrijfsvervoerplan opgesteld, een driejaarlijks actieplan om het verkeer en zijn milieu-impact verder te verminderen.
De voorbije jaren namen verschillende onderzoekers zelf het initiatief om de CO2-voetafdruk van hun dienstreizen te
VUB Carbon Footprint 2016 vs 2018
verkleinen. Deze bottom-up initiatieven toonden aan dat er een vraag was voor duidelijke afspraken op niveau van de organisatie. In november 2017 werd tijdens een ‘duurzame dinsdag’ de discussie volledig opengegooid en effenden studenten en personeelsleden samen het pad naar een nieuw dienstreizenbeleid. Dit traject resulteerde in de goedkeuring van het ABC-principe door de Academische Raad op 21 januari en de Raad van Bestuur op 29 januari 2019.
AVOID - Vermijden van reizen
De Vrije Universiteit Brussel stimuleert haar personeel om weloverwogen dienstreizen te plannen. De VUB zet daarom onder andere in op sensibilisering rond technologische alternatieven voor samenwerken-op-afstand en de organisatie van workshops en congressen met een lagere milieu-impact, bijvoorbeeld via ‘Skype for Business’ en videoconferencing.
BOOK AN ALTERNATIVE - Reizen met de trein
Indien reizen met de trein vanuit Brussel-Zuid minder dan 6 uur in beslag neemt, wordt standaard voor de trein gekozen. VUB maakt een stedenlijst beschikbaar met een overzicht van bestemmingen die steevast met de trein bereikbaar zijn. Vliegtuigreizen zijn uitzonderlijk toegelaten op deze bestemmingen indien er een aanvaardbare motivatie en een akkoord van de hiërarchische meerdere is. Indien reizen met de trein vanuit Brussel-Zuid tussen 6 uur en 8 uur in beslag neemt wordt reizen met de trein sterk aanbevolen. Daarom is ook een stedenlijst beschikbaar met aangewezen bestemmingen voor verplaatsingen met de trein.
COMPENSATE - CO2-compensatie van uitstoot door vliegreizen
Bij vliegtuigreizen binnen een VUB-opdracht of -project wordt een bijdrage aangerekend waarmee de uitstoot van broeikasgassen effectief kan worden vergoed. Die compensatiebijdragen gaan naar gecertifieerde klimaatprojecten, met klimaatkredieten afgeleverd per effectief gereduceerde ton CO2, of een intern fonds. Op basis van de afgeleverde compensatie-certificaten zal de echtheid en kwaliteit van de compensatieprojecten worden geverifieerd.
Nu het ABC-principe werd goedgekeurd, maakt VUB zich op voor de praktische implementatie en het actief informeren van alle betrokkenen. In 2019 werden alle faculteitsraden bezocht om het dienstreizenbeleid voor te stellen en bekommernissen omtrent een raamovereenkomst met een reisbureau mee te nemen. Alle bemerkingen werden meegenomen in de opmaak van het bestek voor de organisatie van de VUB-dienstreizen. In het voorjaar 2020 zal dit gegund worden aan een reisbureau en de samenwerking opgestart worden.
6.3. Energie
Energieverbruik was verantwoordelijk voor 1/3e van de totale uitstoot, 14.018 ton CO2e. Het energieverbruik is weliswaar gedaald met 2,1% in vergelijking met 2016, de CO2e emissies van het VUB-energieverbruik stegen met 45%. Wat liep er mis?
Het directe gasverbruik voor verwarming en apparaten op de campussen daalde 1,6% over 2 jaar, ook al werden 650 nieuwe studentenkoten in gebouw X toegevoegd in 2018. Het lagere gasverbruik is (slechts) deels te verklaren door het warmere jaar 2018.
Ondanks een lichte daling in aangekochte elektriciteit en de verdubbelde eigen productie van elektriciteit door de WKK en zonnepanelen op de campussen, steeg de voetafdruk van elektriciteit van 1.125 naar 5.804 ton CO2e. Oorzaak blijkt een historische aankoopbeslissing voor grijze stroom met een emissiefactor 5x hoger dan bij elektriciteit uit biomassa. VUB besliste om haar CO2 voetafdruk terug te verkleinen door vanaf 1 januari 2020 opnieuw 100% groene stroom aan te kopen en de directe of indirecte CO2-uitstoot gelinkt aan gasverbruik integraal te compenseren via vrijwillige VERs (Verified Emission Reductions). De twee sportzalen gebouwen L op campus Etterbeek worden voorjaar 2020 uitgerust met fotovoltaïsche panelen.
Naast het aandeel energieverbruik in de voetafdruk staan op de VUB-campussen 300 airco installaties en professionele vriezers met koelgassen die elkeen bijdragen aan de uitstoot van broeikasgassen. Afhankelijk van de koelgassoort kan één gram koelgas vergeleken met een equivalent aardopwarmingsvermogen van meerdere kilogram CO2. De gezamenlijke koelinstallaties telden voor een uitstoot van 984 ton CO2e in 2018, 3x meer CO2e-impact dan het voedsel geserveerd in de VUB-restaurants.
6.4. Duurzame gebouwen en renovaties
In 2018 was 8% van de VUB-koolstofvoetafdruk afkomstig van de constructie en renovatie van alle gebouwen op de campussen. Er is een stijging van deze uitstoot door de uitbreiding in Etterbeek met gebouw I, X en Y.
Bij bouw- en renovatieprojecten wordt de nadruk gelegd op de duurzaamheidsaspecten van gebouwen. Kindercampus Theodoortje is onderscheiden met de titel van ‘voorbeeldgebouw’ door het Brussels Hoofdstedelijk gewest. Het is een van de tien laureaten van ‘Be.Exemplary’, een initiatief dat bouwprojecten beloont die op het vlak van duurzaamheid een voorbeeldfunctie hebben. De passieve nieuwbouw, die wordt gebouwd op de VUB-campus in Jette, omvat naast een kinderdagverblijf voor 121 kinderen en een basisschool ook lokalen voor Huis van het Kind, CAW Brussel en de Scouts. De duurzaamheid van het gebouw gaat veel verder dan enkel het energetische aspect. Onder meer de zeer doorgedreven life cycle cost-studie maken Theodoortje tot een voorbeeldig duurzaam project.
Dit is het 2e VUB-gebouw na het zwembad in 2016 dat is onderscheiden met de titel van ‘voorbeeldgebouw’ door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
6.5. Materialen
De klimaatimpact van aankopen en afval op de VUB is gestegen, voornamelijk door een verhoogde inzameling van metalen en chemische producten en grotere aankoop van elektronische apparatuur. Daarnaast is er een stijging omdat studentencursussen geprint werden op nieuw papier in 2018, ten opzichte van gerecycleerd papier in 2016. De totale hoeveelheid ingezameld afval is gestegen, de hoeveelheid restafval bleef echter constant door beter sorteren.
Met circulariteit in aankopen wil de VUB afstappen van het vertrouwde lineaire consumptiemodel: kopen, gebruiken en weggooien. In plaats daarvan onderzoeken we vanaf het begin wat je achteraf met de aankoop zal kunnen doen: delen, hergebruiken of recycleren. In het strategisch plan zijn duurzame, afvalvrije aankopen opgenomen als doelstelling. Voor circulaire aankopen komt het er dus op aan om te gaan voor kringloopprocessen. Je koopt enkel aan wat je nodig hebt, gooit zo weinig mogelijk weg en sluit afval uit.
Het integreren van circulaire criteria in onze aankopen en raamovereenkomsten is een complexe uitdaging. De VUB is ingeschreven voor de Green Deal Circulair Aankopen van Vlaanderen Circulair, The Shift en Bond Beter Leefmilieu (BBL), een lerend netwerk om samen met andere organisaties te weten te komen hoe je dit best aanpakt.
Bij de renovatie van het Braemgebouw is alle schrijnwerk vervangen met Accoya-hout. Een Europees, snelgroeiend dennenhout dat langer meegaat dan het duurde om te groeien. Je kan het hout ook hergebruiken aan het eind van de levensduur van een gebouw. En als dat niet kan omdat het hout bijvoorbeeld te beschadigd is, dan is het biologisch afbreekbaar.
De VUB-onderzoeksgroep Architectural Engineering transformeert de oude studentenkoten op campus Etterbeek in een Circular Retrofit Lab, een experimenteerplek om circulaire bouwmethodes te ontwikkelen. De demonteerbare, omkeerbare en herbruikbare bouwoplossingen leiden tot zo weinig mogelijk bouwafval en bieden tegelijkertijd ontwerpers, architecten en bouwbedrijven evenveel vrijheid en flexibiliteit als traditionele bouwmethodes. Dankzij de keuze voor omkeerbare bouwoplossingen zal het Circular Retrofit Lab ook mee evolueren met de noden van haar bewoners.
Bij de verhuis van het GreenTeam werden enkele oude bureaus volledig opgewaardeerd als ‘nearly new office’ door NNOF, een circulair bedrijf uit de Brusselse rand.
In het VUB restaurant in Etterbeek werd de Billie Cup voor meeneemkoffie ingevoerd. Een herbruikbaar alternatief waarmee 40.000 wegwerpbekers per jaar worden vermeden! Daarnaast werden in de BSG-zaal herbruikbare bekers ingevoerd, in plaats van de klassieke wegwerpbeker.
Lees ook: http://vubtoday.be/nl/content/vub-zet-op-circulaire-aankopen
De Vrije Universiteit Brussel voert een beleid van gescheiden inzameling van afval. Zo zijn er een 45-tal verschillende afvalstoffen die gescheiden worden ingezameld voor hergebruik, recyclage of milieudeskundige verwerking. Papierafval wordt in alle burelen en werkplaatsen gescheiden ingezameld en dankzij het GreenTeam sinds 2015 ook in alle leslokalen. PMD-afval wordt ingezameld in de keukentjes van de verschillende diensten van de Vrije Universiteit Brussel en in de keukens van de studentenkamers.
Uit de enquête rond de prioritaire duurzaamheidsdoelstellingen voor de Vrije Universiteit Brussel blijkt dat de respondenten afvalsortering aanzien als de tweede hoogste prioriteit. De universiteit sorteert maar dit is niet voldoende zichtbaar op de campus. Dankzij Fost Plus kon de Vrije Universiteit Brussel een 145 nieuwe sorteereilandjes inrichten
Uit de enquête rond de prioritaire duurzaamheidsdoelstellingen voor de Vrije Universiteit Brussel blijkt dat de respondenten afvalsortering aanzien als de tweede hoogste priorit eit. De universiteit sorteert maar dit is niet voldoende zichtbaar op de campus. Dankzij Fost Plus kon de Vrije Universiteit Brussel een 145 nieuwe sorteereilandjes inrichten op de campussen Jette en Etterbeek. Het GreenTeam van de Vrije Universiteit Brussel voorzag in pop-up sorteeracties om de VUB-studenten de sorteerregels bij te brengen. En met succes, de hoeveelheid ingezameld PMD vervijfvoudigde in 2017 t.o.v. voorgaande jaren. In 2018 werd ongeveer evenveel PMD ingezameld als in 2017, de toegenomen PMD inzameling zet zich dus door
op de campussen Jette en Etterbeek. Het GreenTeam van de Vrije Universiteit Brussel voorzag in pop-up sorteeracties om de VUB-studenten de sorteerregels bij te brengen. En met succes, de hoeveelheid ingezameld PMD vervijfvoudigde in 2017 t.o.v. voorgaande jaren. In 2018 werd ongeveer evenveel PMD ingezameld als in 2017, de toegenomen PMD inzameling zet zich dus door.


De inzameling van gevaarlijk en bijzonder afval wordt georganiseerd door de Dienst Preventie en Milieu (PRMI). Dit afval wordt gescheiden van het restafval ingezameld door een gespecialiseerde firma. Het radioactief afval wordt strikt gescheiden van alle andere afvalstoffen afgevoerd en behandeld door de Dienst Fysische Controle.
De afvoer van alle afgedankte elektrische en elektronische toestellen wordt georganiseerd via Recupel. Inzameling, registratie en afvoer van dit type afval gebeurt door de Dienst Facility Management op campus Etterbeek en door de Technische Dienst op campus Jette. Computers, laptops, smartphones en alle toestellen die data bevatten, worden via DICT ingezameld. Out-of-use is een Belgisch bedrijf dat instaat voor de veilige datavernietiging en hergebruik of optimale recyclage van het toestel. Per toestel dat de VUB via Out-of-use laat verwerken, wordt 1m² natuur aangepland (via Natuurpunt).
Lege batterijen en TL-lampen en andere gasontladingslampen, oude wetenschappelijke toestellen en oude elektrische en elektronische toestellen worden allemaal op milieudeskundige wijze afgevoerd.
Het wettelijk verplichte afvalregister van de Vrije Universiteit Brussel wordt bijgehouden op de Dienst Preventie en Milieu.
6.6. Voeding
De VUB-restaurants hebben een klimaatneutrale groei gerealiseerd! De stijging in het aantal maaltijden werd gecompenseerd door een dieetshift naar vegan en vegetarische maaltijden! Het voorbije jaar heeft enkele grote veranderingen meegebracht in het restaurant met de introductie van de avondopening en de Billie Cup, een herbruikbare koffiebeker waardoor 40.000 wegwerpbekers per jaar vermeden worden.
Het VUB-restaurant houdt het GoodFood-label, het duurzaamheidslabel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dat het restaurant beloont voor haar voortdurende inspanningen rond duurzame voeding. In 2020 wordt het label vernieuwd.
Het VUB-Restaurant is een duurzaamheidspionier aan de Vrije Universiteit Brussel. In 2010 werd een charter rond duurzame ontwikkeling ingevoerd in het restaurant. Naast een dagelijks aanbod van een vegetarisch én een veganistisch dagmenu, wordt ook een warme veganistische groentebar aangeboden aan studenten, personeel en bezoekers.
In 2019 waren 21% van alle maaltijden vegetarisch of veganistisch. Door middel van een ruime keuze aan vegetarische opties kunnen studenten en personeel kennis maken met lekkere vegetarische alternatieven en bijdragen aan een lagere voetafdruk per kilogram geproduceerd voedsel. Met >5.000 bezoekers per dag en 1700 warme maaltijden geserveerd in Etterbeek is de duurzame aanpak in het restaurant cruciaal qua voorbeeldproject op de VUB.
Het restaurant ontving in 2013 als eerste grootkeuken in België het MSC-certificaat. Sinds 2015 is alle aangeboden vis gecertificeerd, de wild gevangen vis met MSC-certificering en de kweekvis draagt een ASC-certificaat. Tonijn werd in 2015 uit het aanbod geschrapt.
Het GreenTeam in actie
De VUB-restaurant streeft in haar aanbod naar:
• gezonde, ecologisch verantwoorde en betaalbare maaltijden met minder dierlijke eiwitten;
• deelname aan eerlijke & lokale handel van seizoensgebonden producten;
• een bewustmaking van haar bezoekers;
• energiebesparing en afvalvermindering in haar dagelijkse werking.
VUB-restaurant Etterbeek: verbruik per soort in 2019

VUB-restaurant Etterbeek: verbruik per soort in 2019
VUB-restaurant Etterbeek: verbruik per soort in 2019
Het GreenTeam bleef in 2019 op regelmatige basis de gebruikers van het studentenrestaurant sensibiliseren over het sorteren aan de afruimzone. Dankzij een goede sortering aan de afruimzone komt er enkel organisch afval in de keuken. Dit afval wordt afgevoerd voor vergisting tot methaan, als energiebron voor warmte en elektriciteitsproductie. Deze verwerking is ecologisch en economisch efficiënter dan het verwerken van voedselresten als restafval. Dit blijft een werk van lange adem, met ook in 2020 nog verdere sorteeracties gepland.
Door middel van metingen wordt continu gewerkt aan het verminderen van voedselverspilling. Zo worden de porties verkleind waar nodig, wordt het keukenpersoneel gesensibiliseerd en worden groente-overschotten verwerkt in de soep.
Het GreenTeam bleef in 2019 op regelmatige basis de gebruikers van het studentenrestaurant sensibiliseren over het sorteren aan de afruimzone. Dankzij een goede sortering aan de afruimzone komt er enke l organisch afval in de keuken. Dit afval wordt afgevoerd voor vergisting tot methaan, als energiebron voor warmte en elektriciteitsproductie. Deze verwerking is ecologisch en economisch efficiënter dan het verwerken van voedselresten als restafval. Dit blijft een werk van lange adem, met ook in 2020 nog verdere sorteeracties gepland.
Het gebruik van kraantjeswater wordt actief gepromoot door het afbouwen van de verkoop van dranken in wegwerpcontainers (behalve Oxfam-drankjes) en het installeren van gratis waterfonteinen met glazen. Alle koffie die je in of via het VUB-restaurant koopt, is automatisch fairtrade.
Door middel van metingen wordt continu gewerkt aan het verminderen van voedselverspilling. Zo worden de porties verkleind waar nodig, wordt het keukenpersoneel gesensibiliseer d en worden groente-overschotten verwerkt in de soep.
Sinds 2010 zijn plastieken lepels, bekers & potjes, aluminium kommetjes, individuele suikerzakjes, melk- en sausporties definitief uit het restaurant verbannen. Andere wegwerpartikelen vervaardigd uit petroleumderivaten (plastic) zoals koffiebekertjes en roerstaafjes werden vervangen door alternatieven gemaakt uit het afval van suikerriet. In 2019 werden alle wegwerpkoffiebekers verbannen.
Het gebruik van kraantjeswater wordt actief gepromoot door het afbouwen van de verkoop van dranken in wegwerpcontainers (behalve Oxfam-drankjes) en het installeren van gratis waterfonteinen met glazen. Alle koffie die je in of via het VUB-restaurant koopt, is automatisch fairtrade.
Alle informatie over de duurzaamheidsmaatregelen in het VUB-restaurant staat op hun website: https://student.vub.be/ resto#resto.
Sinds 2010 zijn plastieken lepels, bekers & potjes, aluminium kommetjes, individuele suikerzakjes, melk- en sausporties definitief uit het restaurant verbannen. Andere wegwerpartikelen vervaardigd uit petroleumderivaten (plastic) zoals koffie- bekertjes en roerstaafjes werden vervangen door alternatieven gemaakt uit het afval van suikerriet. In 2019 werden alle wegwerpkoffiebekers verbannen.
6.7. Campussen
De ruimtelijke toekomstplannen voor campus Etterbeek en Jette zijn plannen die zowel ruimtelijk uitspraken als ambities scherpstellen en daarmee organisatorische suggesties geeft die ruimtelijke transitie mogelijk moeten maken. Het zijn dynamisch plannen die steeds worden bijgesteld in tijd en de bepaalde noden van die tijd.
Alle informatie over de duurzaamheidsmaatregelen in het VUB -restaurant staat op hun website: https://student.vub.be/resto#resto.
6.7. Campussen
De ruimtelijke toekomstplannen voor campus Etterbeek en Jette zijn plannen die zowel ruimtelijk uitspraken als ambities scherpstellen en daarmee organisatorische suggesties geeft die ruimtelijke transitie mogelijk moeten maken. Het zijn dynamisch plannen die steeds worden bijgesteld in tijd en de bepaalde noden van die tijd.
6.7.1. Biodiversiteit
6.7.1. Biodiversiteit
De Vrije Universiteit Brussel wordt gekenmerkt door zijn groene campussen die deel uitmaken van het groene netwerk van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus in Elsene werd ontworpen als een campus met uitgestrekte groene zones. Deze werden beplant met een grote verscheidenheid aan bomen. De Brussels Health Campus in Jette is gelegen vlakbij het Laarbeekbos, het Poelbos, de moerassen van Jette en Ganshoren en het Koning Boudewijnpark, die aangeduid werden als Natura 2000-gebieden.
Heel wat bijzondere planten en dieren vinden hun weg naar de campussen van de Vrije Universiteit Brussel. De universiteit draagt zo bij tot de biodiversiteit in de stad. Zo is bijvoorbeeld de zeldzame inheemse ringslang thuis in de biologisch waardevolle groene zone aan de noordrand van de Brussels Health Campus.
Het groenbeheer op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus gebeurt sinds 2015 zonder gebruik van pesticiden, in Jette sinds 2016. In de grasstroken worden niet langer pesticiden gebruikt. Er wordt gewerkt met een gedifferentieerd maaibeheer. Dit beleid zorgt voor meer bloeiende kruidachtige planten. Zo worden op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus sinds 2014 Bijenorchissen en Hondskruid aangetroffen. Ook de Breedbladige Wespenorchis is al langer gekend op de campus. Deze plantensoorten hielden stand in 2019 en werden beschermd tegen negatieve invloeden tijdens evenementen in openlucht zoals de jaarlijkse personeelsbarbecue.
De bloemenweides op campus Etterbeek vormen een stukje braakland om tot een kleine wildernis. De soortenrijkdom is hier beduidend hoger dan in een klassiek gazon. Insecten vinden hier voedsel en beschutting. Hier vormen stuifmeel en bloemen de voedingsbron voor bijen, vlinders en andere insecten. Dergelijke plaatsen zijn in de stad zeldzaam. De groenaanleg rond het XY complex gebeurt met streekeigen, ecologische waardevolle soorten grassen en kruiden.

Eind 2019 werd een overeenkomst ondertekend over de toekomstige invulling van de akker in de groene zone ten noorden van de Brussels Health Campus. Het grootste deel van het perceel zal worden ingevuld door Atelier Groot Eiland vzw voor de creatie van een moestuinproject met een zelfoogstsysteem. Het project volgt het model van “Community Supported Agriculture” waarbij stadsbewoners een zelfoogstabonnement kunnen nemen en ook kunnen deelnemen in het telen van de groenten. Een ander deel van het perceel zal worden ingevuld door de vzw Tuinhier voor de inrichting van een modelvolkstuin. Daarbij wordt afgestapt van het principe van vele individuele perceeltjes met vele omheiningen en elk zijn eigen tuinhuis. In de plaats komt een meer open ruimte waarin verschillende moestuinders hun eigen hoekje hebben en wordt voorzien in een gemeenschappelijke opslagplaats. In 2020 zullen m.a.w. twee mooie stadslandbouwprojecten van start gaan die bijdragen tot de duurzame ontwikkeling van de universitaire campus en van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
In de Oude Hoogstamboomgaard op de Brussels Health Campus vond in 2019 een voortzetting plaats van het project HumaneTerre. Er werd veel aandacht besteed aan het project Good Food voor lokale voedselproductie, het lokaal bereiden van voedsel en het nuttigen ervan in de boomgaard, samen met de mensen uit de buurt.
Hondskruid op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus
6.7.2. Water
Zowel op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus als op de Brussels Health Campus is er een voorziening voor het oppompen van grondwater. Op de Brussels Health Campus kiest de Vrije Universiteit Brussel ervoor om ook in de toekomst verder grondwater op te pompen. Dit water wordt gebruikt voor het spoelen van de toiletten. Op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus wordt reeds sinds acht jaar geen grondwater meer opgepompt, maar houdt de universiteit de optie open om de pompen terug op te starten.
Daar staat tegenover dat wordt gewerkt aan een plan dat zorgt voor een maximale doordringing van het regenwater in de ondergrond. In de toekomst zal actief worden gewerkt aan het beperken van de afvoer van regenwater via verharde oppervlakken naar de riool. Het regenwater zal worden afgeleid naar gebieden waar het geleidelijk kan infiltreren in de bodem.
Ook het voorzien van groendaken op nieuwe gebouwen heeft een effect op het afvloeien van regenwater. Het regenwater wordt gedeeltelijk gebufferd op de groendaken en zal deels verdampen, i.p.v. snel af te vloeien naar de riolering.
Bij nieuwbouwprojecten worden bovendien regenwaterputten voorzien. Dit regenwater kan in de toekomst ook worden gebruikt voor het spoelen van de toiletten. De groene zones op de campus worden nooit besproeid met water, ook niet in droge periodes.
Het afvalwater van de Vrije Universiteit Brussel wordt op alle campussen en vestigingen geloosd in de riolering. De Dienst Preventie en Milieu is sinds het jaar 2000 verantwoordelijk voor de inzameling van het gevaarlijk afval, inclusief vaste en vloeibare chemicaliën. Afvalproducten van de laboratoria mogen in geen geval in de riolering terecht komen en dienen via het circuit van het gevaarlijk afval te worden afgevoerd.
6.7.3. Bodem
In 2019 werd het gedetailleerd bodemonderzoek voor de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus afgerond en gelijkvormig verklaard door Leefmilieu Brussel. Deze studie werd uitgevoerd in het kader van de aanvraag van de verlenging van de milieuvergunning voor deze campus. Er werd een verontreiniging van de bodem vastgesteld achter gebouw S, op een plaats waar vroeger stookolietanks gevestigd waren. Hiervoor zal in 2020 een saneringsvoorstel dienen te worden uitgewerkt en zal worden overgegaan tot het saneren van de betreffende zone.
Op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus werden in 2019 ook twee ondergrondse brandstoftanks van elk 3000 liter, achter gebouw Z, uit dienst genomen, gereinigd en geneutraliseerd volgens de codes van goede praktijk. Een verkennend bodemonderzoek toonde aan dat deze tanks geen bodemverontreiniging hebben veroorzaakt.
6.7.4. Geluids- & trillingenproblematiek
De Vrije Universiteit Brussel dient waakzaam te zijn m.b.t. geluidshinder veroorzaakt door studentenfuiven in de BSGfeestzaal en in de feesttest op de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus. Ook de BOJ-feestzaal op de Brussels Health Campus lag in het verleden aan de basis van occasionele geluidshinder.
Op 26 januari 2017 keurde de Brusselse Regering een nieuwe wetgeving goed m.b.t. het afspelen van versterkte muziek. Deze wetgeving is van kracht sinds 21 februari 2018. De nieuwe wetgeving m.b.t. de verspreiding van versterkt geluid is bedoeld om het publiek te beschermen tegen de gehoorschade die zwaar versterkt geluid kan veroorzaken. Ze staat naast de reeds bestaande en van kracht blijvende wetgeving die mensen moet beschermen tegen lawaai veroorzaakt door de buren.
De nieuwe reglementering inzake versterkt geluid voorziet drie geluidsniveaus. Wanneer een etablissement onder een bepaald geluidsniveau blijft worden er geen bijkomende voorwaarden opgelegd. Bij hogere geluidsniveaus dienen verschillende maatregelen te worden genomen om het publiek te beschermen. Afhankelijk van het geluidsniveau en het moment waarop dat wordt verspreid moet het publiek worden geïnformeerd, moet een display aanwezig zijn waarop het geluidsniveau valt af te lezen, dient het geluidsniveau te worden geregistreerd, moeten oordoppen worden ter beschikking gesteld en rustzones worden voorzien en moet een persoon worden aangeduid die de problematiek opvolgt, de zogenaamde referentiepersoon.
In 2017 maakte het Departement Studentenzaken de Vrije Universiteit Brussel werk van het omzetten van deze nieuwe wetgeving naar onze instelling. Samen met Facility Management en de Dienst Preventie en Milieu werden de locaties geïdentificeerd waar versterkt geluid wordt verspreid en werd informatie ingewonnen over de nieuwe regelgeving. Er werd een referentiepersoon aangesteld binnen de instelling en de verantwoordelijken van de verenigingen en inrichtingen op de campussen die versterkt geluid verspreiden werden op de hoogte gebracht van hun verantwoordelijkheid.
In 2018 kocht de Vrije Universiteit Brussel de nodige toestellen aan die het geluid meten en registreren en die voldoen aan de vereisten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze toestellen worden ter beschikking gesteld van de studentenverenigingen die versterkt geluid produceren en het gebruik wordt opgevolgd door de referentiepersoon.
6.8. Welzijn
6.8.1. Gelijkheid
In 2019 werd het Gelijkheidsplan (2019-2020) goedgekeurd. Dit plan is de implementatie van de beleidslijn ‘Radicaal divers: verbonden in diversiteit en gelijkwaardigheid’ die werd opgenomen in het ASP 2030. Het plan komt tegemoet aan de ambitie van de VUB om een transversaal beleid te voeren waarbij de gelijkwaardigheid van alle studenten en personeelsleden gewaarborgd wordt, eenieders talenten en ervaringen in gelijke mate benut worden, en er een duurzame cultuurverandering op gang komt op het vlak van onderwijs, onderzoek, dienstverlening, outreach en community. Het GAP met haar tien prioritaire acties werd ingediend bij Actiris, de Brusselse gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling met het oog op het verkrijgen van een diversiteitslabel en een cofinanciering na positieve evaluatie.
Het GAP bevat 10 acties:
1. Bij elke ZAP-vacature streven naar ten hoogste 2/3 kandidaten van het meest vertegenwoordigde geslacht, op de short list / kandidaten die ernstig in rekening worden genomen.
2. Het evalueren en zo nodig verbreden van de wervingskanalen met het oog op het aantrekken van meer diverse kandidaten (AP en ATP).
3. Het opstellen van inclusieve vacatureteksten die diverse doelgroepen stimuleren om te solliciteren (AP en ATP).
4. Het op punt stellen van een visietekst m.b.t. diversiteit en antidiscriminatie.
5. Inzetten op kennisopbouw en cultuurverandering diversiteit en anti-discriminatie via vorming & coaching.
6. Monitoring en rapportage over het diversiteitsbeleid.
7. Sensibiliseren omtrent verschillende diversiteitsthema’s bij de VUB-community.
8. Een website maakt de initiatieven en de aanspreekpunten voor diversiteit zichtbaar.
9. Het lanceren van een call for action voor gelijkheid en inclusie naar studenten toe, incl. internationale studenten.
10. Via een curriculumscan wordt de reflectie over diversiteit in het onderwijs opgestart.
Het Equality Team staat in voor de uitvoering van het Gelijkheidsactieplan. Meer informatie is op de website te vinden: https://www.vub.be/gelijkheid#gelijkheid
Daarnaast zijn er de jaarlijks terugkerende sensibiliserende activiteiten zoals bv. de Gender Week rond 8 maart en de deelname van VUB en ULB aan de Belgian Pride.
6.8.2. Psychosociaal welzijn
Een van de bouwstenen van het beleidsplan (2018-2021) van rector Caroline Pauwels is een “warme VUB”.
Studenten en personeel kunnen binnen dit kader terecht bij verschillende actoren en diensten (het meldpunt voor grensoverschrijdend gedrag, de vertrouwenspersonen, CAW, …). Ook in 2019 werd verder ingezet op de optimalisering en verdere bekendmaking van deze initiatieven, de coaching van medewerkers en leidinggevenden en het proactief begeleiden van medewerkers met risico op burn-out.
Bij het meldpunt voor grensoverschrijdend gedrag kwamen in 2019 in totaal 102 mails van zowel studenten als personeel binnen met meldingen over pesterijen, verbaal en fysiek geweld, en seksueel grensoverschrijdend gedrag, alsook informatieve vragen hieromtrent.
In 2020 wordt binnen de VUB een commissie opgericht om een kader te scheppen rond mentale gezondheid en alle initiatieven in goede banen te leiden.
Er zal ook een kotcoach worden aangeworven die acties op touw zal zetten rond eenzaamheid bij studenten.
6.8.3. Welzijn op het werk
Het concept welzijn op het werk omvat alle factoren en domeinen betreffende de omstandigheden waarin het werk wordt uitgevoerd. Dit zijn veiligheid op het werk; bescherming van de gezondheid van de werknemer; psychosociale aspecten op het werk; ergonomie; arbeidshygiëne, verfraaiing van de werkplaatsen en maatregelen inzake leefmilieu met invloed op het welzijn op het werk.
Ook in 2019 ging de dienst Preventie en Milieu verder met het actief ondersteunen van de werkgever in de uitvoering van het preventiebeleid. Het jaaractieplan van 2019 van de Vrije Universiteit Brussel werd daarbij als leidraad gebruikt. Het jaaractieplan kadert in het globaal preventieplan (2019 – 2023) van de universiteit.
Het jaar 2019 werd gekenmerkt door verschillende problemen met betrekking tot de infrastructuur. Er werd verder geïnvesteerd in de vernieuwing van de elektrische installaties.
Ook in 2019 gaf dienst Preventie en Milieu de nodige adviezen rond de brandveiligheid, evacuatie en inrichting van de lokalen bij de talrijke renovatiewerken en nieuwbouwprojecten, zoals bijvoorbeeld de verbouwing van het Braemgebouw te campus Etterbeek en de bouw van het researchgebouw L te campus Jette.
Naar jaarlijkse gewoonte werden de gerapporteerde arbeidsongevallen en incidenten onderzocht door de dienst Preventie en Milieu. De belangrijkste oorzaak van arbeidsongevallen blijven de interne verplaatsingen.
Er werd een “ergo-consult” opgericht en er ging de nodige aandacht naar de opvolging van wettelijke controles, het uitvoeren van risicoanalyses, e.d.
In 2019 ligt de focus op brandveiligheid van bestaande infrastructuur en het verhogen van de veiligheid in de laboratoria.
6.8.4.
Bioveiligheid
De geldende bioveiligheidsvergunningen, de ermee geassocieerde lokalen en hun plattegronden, worden continu geactualiseerd door Dr. Walter Kempenaers, de bioveiligheidsverantwoordelijke van de Vrije Universiteit Brussel. Door middel van deze vergunningen bevestigt de overheid haar akkoord met de manier waarop de bioveiligheid nagestreefd wordt tijdens de biologische experimenten uitgevoerd in de laboratoria van deze universiteit.
Jaarlijks worden de microbiologische veiligheidskasten (ook laminaire flowkasten of LAF-kasten genoemd) onderworpen aan een controle door een gespecialiseerd technicus. De “Biohazard” kasten (type II) worden gecontroleerd volgens de specificaties van de EN-12469 om ze te valideren voor werkzaamheden met inperkingsplichtig biologisch materiaal, met als deelaspecten: bescherming van het biologisch materiaal (in de kast); bescherming van de operator; bescherming van de omgeving. Kasten die niet aan deze specificaties voldoen en overblijvende horizontale flowkasten, worden enkel getest op steriliteit in de werkruimte met behulp van een deeltjesteller. Dit type kasten kan hoogstens vrijgegeven worden voor werk met volstrekt onschadelijke micro-organismen. Om het resultaat van deze technische controle voor alle gebruikers duidelijk te maken, worden validatiefiches op alle biohazard- en verticale LAF-kasten bevestigd, en het resultaat van de validering van voornoemde deelaspecten wordt erop vermeld.
Routinematige bioveiligheidsaudits worden geïntegreerd in de regelmatige “bezoeken aan diensten” door de Dienst Preventie en Milieu. Hierbij ligt de nadruk vooral op correcte bioveiligheidsindicaties, goede werkpraktijken en andere zichtbare aspecten. Aanvullend geeft de bioveiligheidsverantwoordelijke jaarlijks een groot aantal adviezen, voortvloeiend uit observaties tijdens deze audits of op vraag van individuele onderzoekers. Deze adviezen handelen grotendeels over de juiste interpretatie van de bioveiligheidswetgeving, keuze en correct gebruik van veiligheidsapparatuur en persoonlijke beveiligingsmiddelen, en veilige werkpraktijk. Centraal staat steeds de bekommernis om (bio)veiligheidsverplichtingen om te zetten in een meerwaarde bij het wetenschappelijk onderzoek.
De laatste jaren neemt de aandacht voor opleiding en sensibilisering rond het onderwerp “Bioveiligheid” aanzienlijk toe. Jaarlijks worden wettelijk verplichte informatiesessies in bioveiligheid georganiseerd voor de nieuwe medewerkers van de vergunningsplichtige laboratoria. Daarnaast verzorgt de bioveiligheidsverantwoordelijke ook specifieke seminaries “Bioveiligheid” in het kader van meerdere opleidingen op vraag van de betrokken professoren. Bovendien doceert de bioveiligheidsverantwoordelijke het keuzevak “Bioveiligheid” voor de masteropleiding Biologie.
De bioveiligheidsverantwoordelijke rapporteert aan de bioveiligheidscomités, die minstens één keer per jaar samenkomen, zowel op campus Etterbeek als op campus Jette. Het comité op campus Jette omvat ook vertegenwoordigers van het UZ Brussel.
6.8.5. Asbest
In een aantal gebouwen van de Vrije Universiteit Brussel is asbest aanwezig. Dit werd vastgelegd in de asbestinventaris. In de meeste gevallen gaat het om hechtgebonden asbest. Zolang hieraan niet wordt geraakt bestaat er geen risico op blootstelling, aangezien het asbest gebonden is aan cement. Enkel wanneer wordt gewerkt aan asbesthoudende materialen dienen nauwgezet de nodige voorzorgsmaatregelen en wettelijke procedures te worden gevolgd.
Hechtgebonden asbest wordt verwijderd bij werken en renovatie. Niet-hechtgebonden asbest wordt in elk geval zo spoedig mogelijk verwijderd.
De Vrije Universiteit Brussel heeft asbestcoördinator en een interne procedure voor de opvolging van alle asbestdossiers. Er wordt maandelijks gerapporteerd aan het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk en infovergaderingen worden georganiseerd voor de gebruikers van de gebouwen. Er wordt op toegezien dat asbestwerven voldoen aan de wettelijke normen zodat personeel, studenten en bezoekers niet in contact komen met asbestvezels.
De Vrije Universiteit Brussel doet beroep op een externe erkende firma voor de projectbegeleiding van de asbestsanering. Daarnaast worden ook erkende firma’s aangesteld voor de verwijdering van asbest wanneer dat nodig is.
6.8.6. ADR-veiligheidsadviseur
De universiteit heeft wettelijk een ADR-veiligheidsadviseur nodig omdat binnen de instelling gevaarlijk afval worden ver- pakt voor transport naar de verwerkingsinstallatie. Risicohoudend medisch afval wordt bijvoorbeeld verpakt in WIVAvat- en, die vervolgens door een gespecialiseerde firma wordt opgehaald voor transport naar de verbrandingsoven. Serge Gillot van de dienst Preventie en Milieu neemt deze functie waar aan de Vrije Universiteit Brussel sinds 2015.
6.9. Verantwoord Ondernemen
6.9.1. Divestment
De Vrije Universiteit Brussel ondersteunt de transitie naar een koolstofarme samenleving door haar beleggingsportefeuilles duurzaam te beheren; te desinvesteren in fossiele brandstoffen enerzijds en op een positieve manier te investeren in eigen infrastructuurprojecten met een grote duurzaamheidsimpact anderzijds.
In uitvoering van de beslissing van de Raad van Bestuur RVB.004/C4/01 van 15/12/2015 bouwt het Financieel Management Comité het aandeel investeringen in fossiele brandstoffen stapsgewijs af.
De raad van bestuur van de VUB besliste om 60 miljoen euro te investeren in een portefeuille die belegt in duurzame bedrijven én hierbij conform is met de VUB-waarden. De beslissing kadert in de politiek van de opstart van nieuwe duurzame beleggingsportefeuilles en de desinvestering in aandelen en obligaties van klimaatschadelijke bedrijven met een transitie van deze beleggingen naar duurzame, fossielvrije alternatieven. Dit proces werd ook in 2019 verdergezet.
6.9.2. Universitair Charter Goed Bestuur
Het Universitair Charter Goed Bestuur werd goedgekeurd door de Raad van Bestuur d.d. 04 maart 2014 op voorstel van de Governance Commissie. Dit charter bevat de beginselen van deugdelijk bestuur waarvoor de Vrije Universiteit Brussel zich engageert om deze beginselen te implementeren in beleid en beheersstructuren. Het bevat tevens reglementen die een toepassing zijn van deze beginselen, deze reglementen verbinden het bestuur van de instelling ten aanzien van de leden van de Universitaire Gemeenschap. Het charter biedt aan personeel en studenten een algemeen kader dat rechten en plichten waarborgt in bestuurlijke aangelegenheden.
6.9.3. Ethische commissies
Het onderzoek aan de Vrije Universiteit Brussel wordt opgevolgd door verschillende ethische commissies. Deze commissies verlenen een ethisch advies aan de onderzoekers. In 2016 kwam de Ethische Commissie Dierproeven in de belangstelling door het in vraag stellen in de media van bepaalde praktijken in het animalarium op campus Jette. Als reactie op de aandacht voor deze problematiek in de pers, benadrukte de universiteit het belang van ethisch ondernemen, ook wanneer het gaat om dierenwelzijn in het algemeen en het werken met proefdieren in het bijzonder. Een audit van het animalarium werd georganiseerd om het werken met proefdieren zo ethisch mogelijk te laten verlopen, in lijn met alle regelgeving en richtlijnen van goede praktijk. De implementatie van de nodige maatregelen gebeurde meteen en wordt ook nu nog permanent geëvalueerd en bijgestuurd.
7. OUTREACH
7.1. Participatie
In de idee van de Whole Community Approach wordt de gehele VUB-gemeenschap en zijn externe stakeholders betrokken bij de transitie naar een duurzame universiteit.
7.1.1. Duurzame Dinsdagen
Op de Duurzame Dinsdagen worden VUB’ers en partners uitgenodigd om te discussiëren en reflecteren over acties naar een duurzame universiteit.
Op Duurzame Dinsdag #5 werden interessante inzichten en vraagstukken uit de 2e meting van de VUBkoolstofvoetafdruk en de stakeholderbevraging van maatschappelijk impacts voorgesteld: hoe evolueert onze footprint ten opzichte van 2016? Draagt de VUB bij aan het bereiken van de Sustainable Development Goals? Waar ligt de grootste maatschappelijke impact en prioriteit voor VUB?
7.1.2. Materialiteitsanalyse
De VUB heeft haar maatschappelijke impacts en prioriteiten volgens de stakeholders in kaart gebracht. Voor deze analyse werd samengewerkt met externe consultant Route 2030, dankzij steun van het Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling (FIDO).
Interne en externe VUB-stakeholders werden bevraagd naar zowel de huidige maatschappelijke impact van de VUB als de prioriteiten voor de toekomst. Voor de oefening werden de 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDGs) als kader gebruikt.
Het mag u niet verbazen dat SDG 4 ‘Kwaliteitsonderwijs’ de topprioriteit heeft aan de VUB. Andere voorname thema’s zijn onderzoek, welzijn, partnerschappen, stadsontwikkeling met Brussel, maatregelen inzake klimaatverandering en hernieuwbare energie en energie-efficiënte gebouwen.
De laatste jaren werd er op de VUB veel ingezet op het ongelijkheidsvraagstuk (één van de VUB waarden). Dit uit zich in een goede score op de People dimensie van Agenda 2030. De planetaire thema’s krijgen over het algemeen een slechtere score toebedeeld.
De laatste jaren werd er op de VUB veel ingezet op het ongelijkheidsvraagstuk (één van de VUB waarden). Dit uit zich in een goede score op de People dimensie van Agenda 2030. De planetaire thema’s krijgen over het algemeen een slechtere score toebedeeld.

7.1.3. Campus masterplannen
7.1.3. Campus masterplannen
Voor beide campussen zijn er ruimtelijke toekomstplannen uitgetekend. Het Ruimtelijk Toekomstplan voor campus Etterbeek werd in 2018 vormgegeven in samenspraak met de VUB -gemeenschap door middel van een participatief traject met vier themaworkshops.
Voor beide campussen zijn er ruimtelijke toekomstplannen uitgetekend. Het Ruimtelijk Toekomstplan voor campus Etterbeek werd in 2018 vormgegeven in samenspraak met de VUB-gemeenschap door middel van een participatief traject met vier themaworkshops.
7.1.4. Green Impact
7.1.4. Green Impact
In het academiejaar 2017-2018 vond de 2e editie van het green impact project aan de VUB plaats. Green Impact is een uitgebreid actieplan om duurzaamheid bottom-up te integreren in je team, afdeling of universiteit. Een
In het academiejaar 2017-2018 vond de 2e editie van het green impact project aan de VUB plaats. Green Impact is een uitgebreid actieplan om duurzaamheid bottom-up te integreren in je team, afdeling of universiteit. Een online werkboek bundelt 117 concrete acties op weg naar meer duurzaamheid, opgedeeld per thema: mobiliteit, energie, voeding, materiaalstromen, sociale thema’s, onderwijs en de eigen teamorganisatie.
De VUB Green Impact teams vormen een (amicale) competitie om duurzaamheid maximaal te integreren. Elke actie die volbracht is, levert punten op en elk Green Impact team kan online zijn score raadplegen. Deze punten resulteren op het einde van het academiejaar, na een evaluatie door VUB-studenten getraind door de NUS, in een bronzen, zilveren of gouden award. De 2e editie van 2017-18 leverde 221 acties af, goed voor een besparing van 20 ton CO2!
7.2. Communicatie
7.2.1. Webpagina’s
Blijf op de hoogte van alle verwezenlijkingen, projecten, evenementen en campagnes via de pagina’s van VUB for Climate, duurzaamheid, de Carbon Footprint, het GreenTeam, het VUB-restaurant en de Dienst Preventie en Milieu
7.2.2. Bootcamps
In de VUB-bootcamps wordt multidisciplinaire academische expertise gekoppeld aan professionals uit verschillende sectoren in een intense lezingenreeks, toegankelijk voor iedereen. Na de Sustainability Bootcamp en Bootcamp Ademruimte in 2018, volgde in 2019 de Bootcamp Klimaat, een intensieve en leerrijke tweedaagse met klimaatexperten van binnen en buiten de VUB.
Wegens groot succes volgt in 2020 een 2e editie van Climate Bootcamp, ditmaal met voertaal Engels.
7.2.3. Brussel
Als universiteit in de hoofdstad van Europa engageren VUB en ULB zich om die toekomst mee vorm te geven. Onze studenten, docenten en onderzoekers zetten hun expertise in om Brussel sterker te maken door antwoorden te bieden op grootstedelijke, maatschappelijke uitdagingen. We zetten de diversiteit en pluraliteit van Brussel in de verf. We bouwen bruggen over disciplines, sectoren, gemeenschappen en culturen heen.
weKONEKT.brussels draait om duurzaam samenwerken in de stad. Met toekomstgerichte ondernemers, bevlogen mensen uit het middenveld, de culturele sector en de overheid. Samen vormen we onze studenten tot ambassadeurs van Brussel, kritische burgers en de maatschappelijke leiders van de toekomst. Via weKONEKT.brussels verbinden we studenten met het werkveld en de complexe maar boeiende realiteit van een internationale stad.
Met UNIVER.CITY wil de VUB haar onderwijsaanbod afstemmen op de opportuniteiten, uitdagingen en noden van haar metropolitaanse thuisstad. Het project wil een universiteitsbreed Service-Learning programma uitbouwen met en voor Brussel. UNIVER.CITY zal grootstedelijke partnerschappen en contexten introduren in het VUB-curriculum als bouwstenen voor toekomstbestendig onderwijs en duurzame – op wetenschappelijke inzichten gebaseerde – vooruitgang in onze hoofdstad. UNIVER.CITY is een drie jaar durend project (’18-’20), gecoördineerd door het departement Onderwijs- en Studentenbeleid van de VUB.
HumanaTerre is project waarbij een groep mensen zonder wettig verblijf een collectieve en educatieve moestuin onderhouden en uitbouwen in de Hoogstamboomgaard op campus Jette.
Op de VUB terreinen in Jette begint Atelier Groot Eiland een zelfoogstboederij Cour’Jette. De boerderij zal werken volgens de principes van Community Supported Agriculture, waarbij de gemeenschap de landbouwer ondersteunt door een jaarlijks abonnement te nemen. In ruil krijgt elk lid een oogstaandeel, dat het zelf kan oogsten in de pluktuin.
7.3. Netwerken
7.3.1. UNICA
De Vrije Universiteit Brussel is lid van UNICA, het netwerk van 53 universiteiten uit 37 Europese hoofdsteden. Dit netwerk is een forum voor zijn leden om te reflecteren over strategische ontwikkelingen en vereisten op het vlak van onderwijs, onderzoek en administratie en vertegenwoordigd meer dan 175.000 personeelsleden en 1.950.000 studenten. Op de jaarlijkse UNICA Green Workshop komen duurzaamheidscoördinatoren samen om best practices, hinderpalen en implementatie strategieën uit te wisselen.
7.3.2. European Green Office network
Het GreenTeam VUB maakt deel uit van een Europees netwerk van Students Organising for Sustainability. Het netwerk helpt studenten uit Green Offices in Europa om in contact te komen en ideeën en inspiratie uit te wisselen met andere Green Offices.
7.3.3. The Shift
VUB is lid van The Shift, het Belgische netwerk voor duurzaamheid met het oog op de transitie naar een betere samenleving en economie. VUB heeft zich geëngageerd om haar maatschappelijke ambities in kaart te brengen en engagementsverklaringen Green Deal Gedeelde Mobiliteit en Circulaire Aankopen ondertekend.
7.3.4. Ecocampus
Ecocampus is een programma van de Vlaamse overheid dat zich inzet voor een duurzaam hoger onderwijs. Ecocampus richt zich op docenten, onderzoekers en studenten, opdat zij duurzame ontwikkeling als kompas gebruiken bij hun dagelijkse activiteiten, nu én in de toekomst. Binnen Ecocampus worden best practices in het hoger onderwijslandschap uitgewisseld en gezamenlijke projecten uitgewerkt.
7.3.5. OVAM
VUB werkt samen met de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), OVAM spant zich dagelijks in voor een kwaliteitsvol en efficiënt afval-, materialen- en bodembeheer in Vlaanderen. VUB en verschillende van haar administraties, vakgroepen en spin-offs engageerden zich voor een derde Green Deal, deze keer van Vlaanderen Circulair (een onderdeel van OVAM): de Green Deal Circulair Bouwen (2019).
8. MILIEUWETGEVING
Het is belangrijk dat de universiteit werkt conform de geldende wetgeving en regelgeving. Duurzaamheid start bij een wettelijke conformiteit: het verwerven van de nodige vergunningen, het opvolgen van de exploitatievoorwaarden, het uitvoeren van de wettelijk vereiste studies en het nemen van de nodige maatregelen.
8.1. Milieuvergunningen
Een verlenging van de basismilieuvergunning voor de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus werd bekomen in mei 2019.
In 2019 werd de verlenging aangevraagd voor de milieuvergunning voor de studentenhome op de Nieuwelaan. Het aanvraagdossier werd volledig verklaard door Leefmilieu Brussel en in 2020 zal de nieuwe milieuvergunning worden toegekend.
Een nieuw project voor de Brussels Humanities, Sciences & Engineering Campus is het Learning & Innovation Centre (LIC), gelegen op de grens van de campussen van de VUB en de ULB. In mei 2019 werd hiervoor een milieuvergunning toegekend door Leefmilieu Brussel.
8.2. Vergunningen voor het gebruik van geneesmiddelen, drugsprecursoren en verdovende middelen
Vergunningen zijn vereist voor laboratoria die gebruik maken van speciaal gereglementeerde stoffen:
• Stoffen met hormonale, antihormonale, anabole, bèta-adrenergische, anti-infectieuze, antiparasitaire en antiinflammatoire werking;
• Drugsprecursoren;
• Verdovende middelen en psychotropen.
De Vrije Universiteit Brussel dient hiervoor een vergunning aan te vragen bij het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten. De dienst Preventie en Milieu doet de coördinatie van de aanvragen voor dergelijke vergunningen voor de verschillende laboratoria.