VU Magazine 2009#1

Page 1

SPORTBONS

Cees Vervoorn ‘Elke dag gymles, op alle scholen’

VUMAGAZINE 2009# 1 m EUROPESE VERKIEZINGEN Wat doet de recessie met ons gemeenschapsgevoel? m De effecten van ONTWIKKELINGSHULP m GREENPEACE-DIRECTEUR Liesbeth van Tongeren moet kiezen


COLOFON

23

‘Je kunt hooguit met je huis gaan zitten’ Zesde jaargang, nr. 1, maart 2009. Oplage: 50.000. VU Magazine verschijnt vier keer per jaar. ISSN 1572-445X. VU Magazine is het magazine voor alumni en andere relaties van de Vrije Universiteit Amsterdam, het VU medisch centrum en de Vereniging VUWindesheim. Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur. Een gratis abonnement regelt u via www. vu.nl/vumagazine. Redactieadres De Boelelaan 1105, kamer 0E-60, 1081 HV Amsterdam. vumagazine@vu.nl www.vu.nl/vumagazine Redactie Marieke Schilp (hoofdredacteur), Rianne Lindhout (eindredacteur), Petra Bolten (eindredacteur a.i.), Anita Mussche M.m.v. Floor Bal, Peter Breedveld, Dirk de Hoog, Daphne Lentjes, Welmoed Visser, Marieke Withagen Redactieraad Mariet Bolluijt, Irene Costera Meijer, Kas de Vries, Jelle Belksma, Roeleke Vunderink Uitgever Dienst Marketing & Communicatie, Vrije Universiteit Amsterdam Correctie Marian van Ham, MetaVision Ontwerp & vormgeving Rob Bömer [rbbmr.nl] Druk Senefelder Misset Verzending Adreswijzigingen of fouten in adressering kunt u doorgeven via www. vu.nl/vumagazine, via vumagazine@vu. nl of via antwoordnummer 2941, 1000 SN Amsterdam. Vragen over de verzending: Charlotte Vroon, vumagazine@vu.nl of 020 5985665.

10 Calvijn De Nederlandse identiteit is veel minder calvininistisch dan wordt beweerd. 14 Duisenberg School De School of Finance van de VU en drie andere universiteiten moet binnen tien jaar tot de wereldtop behoren. 18 Cees Vervoorn Sportbons tegen de vervetting. 26 Liesbeth van Tongeren ‘Wil je van mij een klein verbeterpuntje?’ 33 Mail & win Win Anton Wessels’ boek over het evangelie volgens Vincent van Gogh. 4 16 24 29 34

Update onderzoek Update campus In de collegebanken Service Met de bul op zak

OMSLAGFOTO: BRAM BELLONI 2 | VUMAGAZINE


INHOUD

z’n allen aan de linkerkant van

COMVU/YVONNE COMPIER

6 Europa! En nu?

Het gemeenschapsgevoel staat onder druk, en politici draaien om de hete brij heen: de Europese verkiezingen naderen…

COMVU/RIECHELLE VANDER VALK

11 De Lokomat-proef

Michiel van Nunen hangt mensen met een dwarslaesie boven de lopende band. Misschien leren ze zo weer lopen.

20 Het hulp-effect

Ontwikkelingssamenwerking ligt vaak onder vuur. Zaak om te zorgen dat de hulp echt helpt.

VUMAGAZINE | 3


COMVU/RIECHELLE VAN DER VALK

Update[onderzoek]

Dood en vooroordelen Twee vliegtuigen boren zich in het World Trade Centre, schoolkinderen in Beslan worden gegijzeld, Theo van Gogh ligt onder een wit laken op straat. Het zijn schokkende beelden die op ons netvlies gebrand staan. Nieuwsberichten over terrorisme doen ons denken aan de dood. En hoe meer we aan de dood denken, hoe negatiever we daarna zijn over iedereen die niet bij onze eigen groep hoort. Dit blijkt uit onderzoek van VU-docent Enny Das en haar collega’s. De onderzoekers verdeelden honderd blanke Nederlanders in twee groepen. Eén groep moest een klein kwartier naar terroristische aanslagen kijken, terwijl de andere groep werd getrakteerd op luchtiger kijkvoer. Uit het onderzoek bleek dat doodsangst de effecten van nieuws over terrorisme niet verklaart maar verandert. Wanneer mensen nieuws over terrorisme zien, bleken ze negatiever over andere etnische groepen te worden naarmate ze banger waren voor de dood. (PB) Bron: Kennislink

In de slaap gestoord

Monica den Boer, bijzonder hoogleraar aan de VU en expert op het gebied van terrorisme en veiligheid, is benoemd in de commissieDavids die de inval in Irak gaat onderzoeken. (PB)

Werkloze vrouwen zijn banger Vrouwen ondervinden in hun loopbaan meer hinder van werkloosheid dan mannen. Vrouwen die ooit werkloos zijn geworden, verdienen twee jaar na herintreding gemiddeld 13 procent minder dan werknemers die nooit werkloos zijn geweest. Bij mannen is dat 8 procent. Volgens onderzoeker Irma MooiReci reageren vrouwen veel banger dan mannen als hun werkloos4 | VUMAGAZINE

heidsuitkering verlaagd wordt. Daardoor accepteren ze sneller een baan onder hun niveau dan werkloze mannen. Hier houden ze de rest van hun loopbaan last van. Mooi-Reci promoveerde in januari bij de VU-faculteit Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde op een onderzoek naar de gevolgen van werkloosheid voor iemands latere carrière en loon. (RL)

Geluid tijdens de slaap is slecht voor het geheugen, zelfs als je niet wakker wordt van het lawaai. Dat blijkt uit een onderzoek dat neurowetenschapper Ysbrand van der Werf van het VU medisch centrum onlangs publiceerde op de site Nature Neuroscience. Hij speelde bij proefpersonen tijdens de diepe slaap geluiden af. Ze moesten daarna van honderd beelden die ze eerder hadden bekeken zeggen welke ze herkenden. Proefpersonen die geen geluiden te horen kregen tijdens de slaap, herkenden significant meer beelden. MRI-scans lieten zien dat een deel van de hersenen, de hippocampus, bij ongestoorde slapers overdag actiever was dan bij de proefpersonen die geluiden te horen hadden gekregen. De negatieve invloed van geluiden tijdens de slaap treedt bij oudere mensen veel sterker op dan bij jongeren. De onderzoeker vermoedt op grond van deze gegevens dat de negatieve invloed van omgevingslawaai, zoals autowegen en vliegtuigen, ernstiger is dan tot nog toe wordt aangenomen. (DdH)

Generatie Y is volgzaam Jonge werknemers zijn alleen in de privésfeer grootgebruikers van online sociale netwerken, maar niet in de werksfeer. Op de werkvloer zijn ze vooral geïnteresseerd in persoonlijk contact, een open communicatie, transparante informatie en coaching. Dat blijkt uit het onderzoek Generatie Y: onthyped, uitgevoerd door de VU, de Universiteit Utrecht en communicatiespecialist Involve. Uit de resultaten blijkt dat de

na 1980 geboren generatie Y niet meer dan hun oudere collega’s gebruik maakt van online sociale netwerken. Hoewel je uit literatuurstudies het omgekeerde zou verwachten, past de jonge generatie zich uitstekend aan de organisatie aan. De behoefte aan coaching en feedback heeft, menen de onderzoekers, waarschijnlijk niet zozeer met de generatie te maken, als wel met de fase in hun loopbaan. (PB)


Puberemoties Ouders blijven een belangrijke rol spelen bij het reguleren van emoties van hun kinderen, ook als deze in de adolescentiefase komen. Dat concludeert Agnes Willemen in haar onderzoek waarop ze kort geleden promoveerde. Hieruit blijkt dat jongeren die na stresssituaties hun emoties met hun emotioneel betrokken ouders bespreken, beter in staat zijn hun stressreactie te reguleren. Stampend de trap op om vervolgens op je kamer te blijven nukken, is voor pubers niet de juiste manier om met emotionele problemen om te gaan. Jongeren met psychische problemen die stressvolle situaties meemaakten, kregen in de loop van de tijd steeds meer last van stress. Jongeren die een goede relatie met hun ouders hebben, kregen deze toename in problemen niet, ondanks de stressvolle gebeurtenissen die ze meemaakten. Willemen pleit er daarom voor dat er in de hulpverlening aan jongeren ook aandacht wordt besteed aan de kwaliteit van de relatie met hun ouders. (FB)

Bas

Broze mannen Botontkalking komt niet alleen voor bij vrouwen maar ook bij mannen, zo blijkt uit onderzoek van onder anderen epidemioloog Christel van Dijk van het VU medisch centrum. Mannen van 36 jaar die op jeugdige leeftijd te weinig vitamine D binnenkregen, hebben een meetbaar mindere botdichtheid dan mannen die wel genoeg vitamine D kregen. Bij vrouwen bestaat dit verschil niet, waarschijnlijk door hormonale effecten. Bij hen begint bot-

ontkalking op latere leeftijd. Volgens de onderzoekers van het VUmc krijgt 2 procent van de jongens minder vitamine D binnen dan de aanbevolen hoeveelheid. Bij meisjes is dat 6 procent. Vitamine D zit vooral in vette vis en margarine. De gegevens voor dit onderzoek komen uit het Amsterdamse groei- en gezondheidsonderzoek. Voor de studie zijn 152 mannen en 168 vrouwen tussen de 13 en 36 jaar drie tot acht keer onderzocht. (DdH)

Tienminutenpreek

Bel je slank Mensen met overgewicht vallen het meest af als zij telefonische begeleiding krijgen. Bij een onderzoek van het VUmc werden bijna 1400 te dikke, werkende mensen in drie groepen ingedeeld. Eén die alleen zelfhulpbrochures ontving, één die telefonische hulp bij het afvallen kreeg en één die werd begeleid via e-mail. Na een halfjaar was in alle groepen sprake van duidelijke gewichtsafname en van beperking van de vetinname, maar de telefoongroep raakte de meeste kilo’s kwijt, had het beste voedingspatroon gekregen en was het meeste aan lichaamsbeweging gaan doen. De deelnemers die via internet waren begeleid, raakten meer gewicht kwijt dan de deelnemers uit de groep zonder begeleiding. (FB) www.biomedcentral.com/bmcpublichealth

Denkpatronen

Een middeleeuwse preek duurde mogelijk maar tien minuten. Maar de gelovigen stonden niet na tien minuten weer buiten, denkt Willemien van Dijk. Met Vlaamse onderzoekers verzamelde zij de bibliografische gegevens van alle 12.481 opgetekende middeleeuwse preken in de volkstaal, in bibliotheken, archieven, musea, kloosters en privécollecties in heel Europa. Het resultaat werd in januari op de VU gepubliceerd in de laatste vier delen van

het repertorium van Middelnederlandse preken. “Over de praktijk van de eredienst is weinig geschreven. Er gebeurde waarschijnlijk heel veel rondom het oplezen van deze teksten”, zegt Van Dijk. Ze merkte op dat ook vrouwen een rol hadden bij het doorgeven van de teksten. Religieuze vrouwengemeenschappen die vanaf het einde van de middeleeuwen ontstonden, schreven de teksten over en bewerkten ze. (AM)

Beïnvloedt Alzheimer het verloop van hersenactiviteit zodanig dat de ziekte met metingen aantoonbaar is? Simon-Shlomo Poil en Klaus Linkenkaer-Hansen van de afdeling Integratieve Neurofysiologie, die naar een nieuwe methode zoeken om Alzheimer in een vroeg stadium vast te stellen, denken van wel. Met een MagnetoEncefalogram (MEG) maten zij aan de buitenkant van het hoofd de magnetische velden die elektrische stromen binnen de hersencellen veroorzaken. De patronen in de hersenactiviteit van Alzheimerpatiënten vergeleken zij met die van gezonde mensen. Gedachten vormen patronen in de hersenactiviteit. Omdat mensen met Alzheimer steeds minder in staat zijn gedachten of kennis vast te houden, vermoedden de onderzoekers dat ook de patronen in hun hersenactiviteit verandert. De hersenactiviteit van Alzheimerpatiënten bleek inderdaad duidelijk te verschillen van die van gezonde proefpersonen, vooral in hersengebieden die belangrijk zijn voor aandacht en geheugen. Nieuw aan de onderzoeksmethode van Poil en Linkenkaer-Hansen is dat zij niet de activiteit zelf maar de wisselingen in de activiteit meten, op tijdschalen van milliseconden tot een halve minuut: de tijdsspanne waarin een gedachte past. (AM) De resultaten van het onderzoek staan op http://www.pnas.org/ content/106/5/1614.abstract. VUMAGAZINE | 5


VERKIEZINGEN Stelt de recessie het gemeenschapsgevoel van de Europese Unie niet te veel op de proef? Rechtsgeleerde Jan Willem Sap en politicoloog André Krouwel zien geen echte breuk, maar wel hypocrisie. Een gesprek over de ideologie van Europa.

WAT IS ER AAN DE HAND Jan Willem Sap (links) is universitair hoofddocent Europees recht aan de VU. André Krouwel is universitair hoofddocent Politicologie aan de VU en ontwikkelaar van het Kieskompas.

6 | VUMAGAZINE


RIANNE LINDHOUT EN ANITA MUSSCHE FOTO’S: COMVU/YVONNE COMPIER

IN EUROPA?

ISSUE 1

Elite, betrek de burgers erbij COMVU/PETER SMITH

ISSUES De Europese verkiezingen naderen. Waar moet het volgens wetenschappers eigenlijk om gaan?

Jan Willem Sap

“De aanleiding voor Europese samenwerking was het streven naar vrede tussen Frankrijk en Duitsland. We begonnen in de jaren na de Tweede Oorlog als een economische constructie met de vrije markt als ideologische basis. Maar de ‘Europese Gemeenschappen’ zijn nooit bedoeld als vechteconomie, zoals in de VS. Daar gaat alles goed, totdat je je benen breekt, maar geen ziektekostenverzekering hebt. In Europa hebben we een sociale markteconomie. Wij proberen hier de welvaartsstaten overeind te houden.”

André Krouwel

“Maar Europa hield ook altijd de nationale economieën overeind, met name de landbouw. De Franse boeren zouden al heel lang geen wijn meer maken als er geen Europese steun was geweest. En het machtsblok Europa, met de euro als belangrijke munt in de wereldhandel, kan zich beschermen tegen andere opkomende of bestaande economische machten die hun binnenmarkten beschermen, zoals de VS, China, India, Rusland, Brazilië.” Sap: “Ja, aanvankelijk was Europa vooral een economisch verhaal. Maar in 1992 zie je een omslag. Sinds het Verdrag van Maastricht is boven de economische gemeenschap een heel dak gebouwd. We kregen een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, politiële en justitiële samenwerking, een gemeenschappelijke aanpak van migratie. We streven naar volledige werkgelegenheid, sociale vooruitgang, een hoog niveau van bescherming en verbetering van de kwaliteit van leven. Het recente ingrijpen in de economie zou vóór 1992 behoorlijk verrassend zijn geweest, maar in deze tijd kun je het ook zien in het verlengde van de sociale markteconomie die de EU nu is. “Het grootste succes van Europa is echter de voortdurende uitbreiding. Daar zit ook een ideologische gedachte achter. Toetredende landen houd je een worst voor: wil je welvaart, dan moet je je aan de mensenrechten houden. Dat werkt. Het is bijvoorbeeld gelukt smerige dictaturen als Griekenland, Portugal en Spanje om te bouwen tot keurige democratische rechtsstaten. Het Europese Hof van Justitie kan zelfs uitspraken doen waarmee het lidstaten dwingt. Stel dat Turkije zou toetreden en een Turkse vrouw zou gediscrimineerd worden, dan zou je bij de Europese rechter rechtsbescherming kunnen afdwingen tegen je eigen staat. Prachtig toch?” Krouwel: “Een kern van democratie is ook dat eigendomsverhoudingen juridisch zijn vastgelegd. Ik heb in Georgië gewerkt. Daar heb ik gezien dat mensen, zelfs als ze over een koopcontract beschikten, niet een huis of een stuk land als bezit konden claimen. Want dan waren er altijd wel mensen die nog een contract hadden uit de tijd van een ouder regime.”

Ben Crum

universitair hoofddocent politieke theorie “Ik vind het een grote schandvlek op de EU-democratie dat Ierland vorig jaar de enige lidstaat was die een referendum hield over het verdrag van Lissabon. Het bevestigt het beeld dat politieke elites Europa regelen en de mening van burgers negeren als die hen niet bevalt. In juni mogen we stemmen voor het Europees Parlement, maar het is geen wonder dat de verkiezingen bij weinig mensen leven. Nederland en Frankrijk zeiden in 2005 ‘nee’ tegen de Europese Grondwet, een totaalverdrag dat een einde moest maken aan de lappendeken van verdragen die al bestond. Volgens mij uitten mensen daarmee hun ongenoegen over het gevoel dat Europa vóór hen, maar niet mét hen is bedacht. Over de euro zijn ze bijvoorbeeld nooit geraadpleegd, en ook niet over de uitbreidingen met nieuwe lidstaten. Daarmee blijft Europa een soort goedwillende dictatuur. De bestuurders reageerden slecht op de afwijzingen van de Grondwet: in plaats van te proberen tegemoet te komen aan de onvrede en een nieuw, verbeterd verdrag te maken, breidden ze met het verdrag van Lissabon gewoon weer een nieuw lapje aan de lappendeken, in dezelfde verhullende taal. Ze durfden het geen Grondwet meer te noemen, ‘wetten’ werden ‘richtlijnen’ en de mogelijkheid van één volkslied en één vlag werd taboe. En behalve Ierland betrok geen enkele regering het volk erin. Ik denk dat Europa uiteindelijk alleen haalbaar is als bestuurders de dialoog met hun burgers aangaan en referenda organiseren. Daarnaast kan de belangstelling voor de Europese Parlementsverkiezingen op meer manieren worden verhoogd. De uitslag zou, net als bij nationale parlementsverkiezingen, gevolgen moeten hebben voor de samenstelling van het bestuur. Dat is nu niet het geval, hoewel het mogelijk is binnen de huidige regels. Elk land zou uit de winnende partijen hun leden voor de Europese Commissie kunnen aanwijzen. Alle Europese partijkoepels zouden dan bovendien hun kandidaat voor het Commissievoorzitterschap kunnen aankondigen. Dan wordt de Europese verkiezing tastbaarder.”

Sap: “Men wil de Europese democratische, rechtsstatelijke en sociale grondslag het liefst zo wijd mogelijk verspreiden. In artikel 3 » VUMAGAZINE | 7


ISSUE 3

Gooi de grenzen open

Pak de olieverslaving aan JEROEN KROOS

COMVU/PETER VALCKX

ISSUE 2

Jos Bruggink Hemme Battjes universitair hoofddocent staats- en bestuursrecht

“Als je de buitengrenzen van Europa blijft dichthouden, accepteer je dat er mensen sterven die proberen met gammele bootjes illegaal binnen te komen. Ik wil dat niet accepteren. Maar het alternatief, de grenzen openstellen voor iedereen, heeft grote consequenties. Het levert ingewikkelde vragen op, bijvoorbeeld over het minimumloon en de WW. Ons bestel is gebaseerd op prognoses. Als iemand studeert, kost dat de samenleving weliswaar een smak geld, maar later betaalt het zich terug. Met open grenzen kan het gebeuren dat Nederland een opleidingscentrum wordt, zonder daar iets voor terug te krijgen. Migratierecht is niet los te zien van de verdere inrichting van het maatschappelijk bestel. Als je de grenzen openstelt, waarvoor ik persoonlijk zou kiezen, moet je ook kiezen voor een lager beschermingsniveau van alle burgers. Of je moet een soort tweederangsburgers definiëren, zoals in Duitsland al gebeurt. Daar bestaat de economie voor tien procent uit zwart, illegaal werk. Gedaan door onbeschermde arbeidskrachten. Er is wel iets vreemds aan de hand met de discussie over de Europese buitengrenzen. Zelfs de Europa-sceptici vinden dat Europa mag beslissen over het toelaten van vluchtelingen. Maar als die beslissing op een te hoog niveau ligt, kan dat gevaarlijk zijn. Als Brussel aantallen vluchtelingen kan toebedelen, zoals met de visquota, kan dat het asielrecht verder ondermijnen. Terwijl iedereen in Nederland in de jaren negentig, toen het echt al niet meer zo gezellig was als het over ‘buitenlanders’ ging, het erover eens was dat we veel Bosniërs moesten opnemen. Asielrecht moet blijven berusten op bereidheid mensen op te nemen op stedelijk niveau. Als Brussel beslist, stoppen mensen misschien met nadenken over de verschrikkingen waarmee vluchtelingen te maken hebben. Soms reageren mensen er angstig op dat mensen binnen Europa vrij mogen reizen. Ik zie het probleem niet. Aangezien de welvaartsverschillen binnen Europa relatief klein zijn, komen arbeiders alleen tijdelijk wat geld verdienen voor thuis. Dat heeft weinig gevolgen voor onze economie. Als het welvaartsverschil groter is, bijvoorbeeld tussen Turkije of Marokko en West-Europa, zullen mensen eerder met het hele gezin emigreren. Als Turkije lid wordt, willen EU-onderhandelaars het land dan ook niet laten delen in de vrijheid van reizen. Het is niet chic: Turkije wordt al decennialang aan het lijntje gehouden over toetreding tot de EU, terwijl wij al vanaf de jaren zestig dankbaar gebruikmaken van Turkse arbeidskracht.” 8 | VUMAGAZINE

hoogleraar energietransities en econoom bij Energieonderzoek Centrum Nederland

“Het olieprobleem is door de economische crisis helemaal ondergesneeuwd. Maar voor 2020 komt er een oliecrisis aan, die ernstige gevolgen kan hebben. Binnen tien jaar zal de vraag naar olie de productie overstijgen – dat bevestigt nu ook het Internationaal Energie Agentschap. Dan rijst de olieprijs de pan uit, terwijl de beschikbaarheid afneemt. Zoals nu de bankensector in de problemen zit, kan dan de transportsector in de problemen komen. In het verleden zijn vrachtwagenchauffeurs wel om minder gaan staken. Vooral Nederland als logistiek knooppunt kan een forse klap verwachten. Om dat te voorkomen, moeten we nu in actie komen en met alternatieven onze oliebehoefte beperken. Naast noodzaak is er nu ook gelegenheid om die oliecrisis af te wenden. Nu de olieprijs laag is, kan de EU een CO2-belasting op olie invoeren om er alternatieve energie mee te stimuleren. Maak die belasting variabel met de olieprijs: als de olieprijs stijgt, daalt de CO2-tax. Zo is de maatregel ook politiek beter te verkopen. De EU zet nu vooral in op biobrandstoffen: alle landen moeten in 2010 zo’n 6 procent biobrandstoffen gebruiken. Maar de huidige biobrandstoffen zetten de voedselmarkt onder druk. En voor biobrandstoffen die niet uit voedselgewassen maar uit houtachtige gewassen worden geproduceerd, is de techniek commercieel nog niet beschikbaar. Ik denk dat de elektrische auto de dichtstbijzijnde oplossing is als levensvatbare concurrent voor olie. De EU had die verplicht moeten stellen in plaats van biobrandstof. Als je de elektriciteit ‘s nachts opwekt, hoeft het, althans voorlopig, geen problemen voor de elektriciteitsmarkt op te leveren. Die elektriciteit moet natuurlijk niet uit kolen worden opgewekt, maar bijvoorbeeld uit wind op zee. Op die manier verlaag je de oliebehoefte in de transportsector en koop je wat tijd om meer alternatieven op gang te brengen, zoals zonnepanelen in de Sahara. Dat zou prachtig zijn, maar pas na 2020 op grote schaal haalbaar. Europa kan klimaatbeleid maken dat de losse staten overstijgt, dat is een groot voordeel. Alle staten hebben ingestemd met 20 procent vermindering van CO2-uitstoot, 20 procent duurzame energie en 20 procent energiebesparing voor 2020. Er is nu parlementaire controle over de wijze waarop milieuminister Cramer die doelstellingen gaat waarmaken, in plaats van een uitzichtloos debat over de ambities zelf.”


ISSUE 4

Krouwel: “En dat is hypocriet. Veel producten die buiten Europa gemaakt worden, komen alleen op de Europese markt als Europese bedrijven eraan verdienen. En dan maakt het opeens niet meer uit hoe ze gemaakt worden. Door kinderarbeid en onderbetaling kan jij die kast bij IKEA voor 19 euro kopen. Dat wringt. We willen vrijhandel, maar ook bescherming van onze welvaartsstaten. Die ideologie hinkt op twee gedachten. Je ziet dat vooral aan de randen van Europa: de Balkan, Noord-Afrika, Georgië. Als daar een zeker perspectief op uitwisseling van economische handel ontbreekt, gaat het gierend mis. Dan komen er dictators aan de macht en zullen er grensconflicten blijven. In zulke landen leven de mensen onder slechte economische omstandigheden, en begint op hun grens ineens een walhalla. Als je de grenzen van Europa hard houdt, blijft er druk op die grenzen bestaan. Europa moet nog pragmatischer worden om de enorme verschillen tussen arm en rijk binnen en buiten Europa te verminderen. Politici moeten inzien dat je de grenzen poreus moet houden. Dat is de beste kans op aansluiting en democratisering. Europa is iets organisch. Je moet nooit zeggen dat het af is.” Sap: “Nou, ik denk dat op dit moment de grens moet liggen bij de landen die nu lid zijn van de Raad van Europa. Op termijn kunnen Turkije en Rusland er nog bij komen. Europa kan ondertussen verder werken aan het versterken van zijn slagkracht. Tijdens het Franse EU-voorzitterschap heeft President Sarkozy laten zien dat een EU dat met één stem spreekt, er in de wereld toe doet, bijvoorbeeld in het conflict Rusland-Georgië, in de regio rond de Middellandse Zee en in de G-20. Positief aan het Verdrag van Lissabon uit 2007 was dat de EU een vaste voorzitter van de Europese Raad krijgt voor twee en een half jaar. Dat geeft de EU een gezicht. En een telefoonnummer.” « m Op 4 juni 2009 vinden in Nederland de verkiezingen voor het Europees Parlement plaats. André Krouwels Kieskompas ontwikkelt samen met het European University Institute de EU Profiler: een stemwijzer die in alle lidstaten kan worden gebruikt. Deze zal eind april online gaan op http://www.euprofiler.eu/.

Laat onze legers de mensen beschermen COMVU/YVONNE COMPIER

van het EU-Verdrag vind je ook een ambitie voor de wereld. Daarin staat onder meer dat Europa wil bijdragen aan solidariteit, wederzijds respect tussen de volkeren, vrije en eerlijke handel, duurzame ontwikkeling van de aarde, rechten van het kind, noem maar op. Maar we hebben wel een probleem: we práten wel graag over mensenrechten en vrijhandel, maar bouwen tegelijkertijd een fortress Europe. Afrikaanse spijkerbroeken komen niet zomaar binnen.”

Mient Jan Faber

bijzonder hoogleraar human security in war situations “De EU bezit geen leger waarmee het indruk kan maken, bijvoorbeeld door president Saakashvili te hulp te snellen toen Russische troepen Zuid-Ossetië binnentrokken. Hoe groter de EU wordt, hoe kleiner de kans op een echt EU-leger. Groot-Brittannië en Frankrijk gaan echt niet hun eigen leger opgeven voor een EU-leger. Is dat jammer? Wel, het is een fact of life. Ik hoop dat de EU zich met zijn beperkte militaire middelen, waarbij de troepen steeds geleend moeten worden van de lidstaten, minder voor allerlei klusjes laat lenen, maar zich gaat focussen op een bepaald gebied van veiligheid: human security. Dus op het uitvoeren van operaties die gericht zijn op het beschermen van mensen in oorlogsgebieden. In Gaza hebben we opnieuw kunnen zien hoe vooral burgers slachtoffer werden van militair geweld. Daar moet een antwoord op komen, niet in de vorm van een ach-en-weeverklaring, maar door actie op de grond. Een EU-leger is niet te vergelijken met het Amerikaanse leger en dat zal niet veranderen. Dat komt door de verschillende geschiedenissen. De EU-lidstaten zijn eeuwenlang volledig zelfstandig geweest. De VS waren voorheen een BritsSpaanse kolonie. Aan het eind van de 18e eeuw werden de VS onafhankelijk, maar pas na een hevige burgeroorlog in het midden van de 19e eeuw kwam een echte federatie tot stand, inclusief één leger. In Europa kwam de samenwerking pas echt op gang na de Tweede Wereldoorlog, maar niet door de nationale legers op te geven ten behoeve van een Europees leger. Wel waren de meeste landen bereid tot de NAVO toe te treden. Maar altijd onder de voorwaarde dat zijzelf bepaalden waar en hoe hun legers zouden worden ingezet. Het is niet anders. We zullen ermee moeten leven.”

VUMAGAZINE | 9


ACTUEEL Is Calvijn een ster of een tiran? In ieder geval roept hij nog veel emoties op. Theologe Mirjam van Veen is verrast door de grote belangstelling voor de Calvijn-week. RIANNE LINDHOUT FOTO: MARIJN ALDERS

Calvijn in de spotlights Z

e vond het aanvankelijk maar een raar idee: een hele Calvijn-week organiseren voor een groot publiek. Zelf dacht onderzoeker Mirjam van Veen hooguit aan een presentatie van haar boek over het échte calvinisme bij de afdeling Oude Drukken van de VU en misschien een symposium. Maar Calvijn slaat aan en maakt de tongen los. Hoe vindt u het dat Calvijn zo in de spotlights is gekomen? “Het heeft mij enorm verbaasd wat Calvijn bij mensen losmaakt. Balkenende hemelt hem helemaal op, anderen schilderen hem af als een wrede tiran. Vergelijk het met de Franse Revolutie: daar kun je gewoon over praten, terwijl het calvinisme blijkbaar heel beladen is.” Hoe verklaart u dat? “Ik denk dat het calvinisme raakt aan het huidige debat over de ‘Nederlandse identiteit’. Maar dat is onterecht. Het is niet het calvinisme, maar de veelkleurigheid van religieuze en nietreligieuze groeperingen die zo’n belangrijk stempel op de Nederlandse identiteit heeft gedrukt. Calvinisten vormden een grote, invloedrijke groep in het Nederlandse religieuze landschap. Maar daarnaast bestond een grote, vitale katholieke kerk, een invloedrijke doperse beweging en een omvangrijke groep die zich bij geen enkele kerk aansloot. De scheuring die Luther in 1517 in de katholieke kerk had teweeggebracht, leidde niet alleen tot verschillende nieuwe stromingen, maar ook tot veel verwarring. Mensen waren bang dat die godsdienstige diversiteit de eenheid van de samenleving zou ondermijnen, of erger: aan onderlinge verdeeldheid te gron10 | V U M A G A Z I N E

calvinisme dat gewone burgers voor het eerst een stem kregen: samen met predikanten bepaalden ze de koers van de kerk. Verder gaf het calvinisme een nieuwe, hogere waardering aan het gewone alledaagse leven. Roeping was niet langer voorbehouden aan religieuzen, maar kon ook gestalte krijgen in een normaal beroep. Calvinisme had de potentie een emancipatiebeweging van de stedelijke burgerij te worden.”

Mirjam van Veen

de zou gaan. De verwarring uit die tijd is misschien wel vergelijkbaar met de verwarring van tegenwoordig over de islam. Tegenwoordig vragen we ons af of de islam er wel bij kan. Gaat de islam samen met de Nederlandse traditie, samen met de Nederlandse identiteit?” Maar hoe zit het dan met onze typisch calvinistische plichtsgetrouwheid en soberheid? “Tucht en matiging waren helemaal niet voorbehouden aan het calvinisme. Er waren in de tijd van Calvijn ook veel anderen die nadruk legden op hard werken en een ordelijk leven. De humanist Dirck Volckertsz Coornhert propageerde bijvoorbeeld dat het zonde van de tijd was om acht uur per etmaal te slapen. Het calvinisme heeft in de jaren zeventig een nieuwe betekenis gekregen, werd een scheldwoord, vermoedelijk onder invloed van schrijvers als Jan Wolkers en

Maarten ’t Hart, die zich tegen hun gereformeerde achtergrond afzetten. Als zij toevallig katholiek waren opgevoed, hadden we misschien het katholicisme met die typisch calvinistische eigenschappen geassocieerd. In werkelijkheid schreven Wolkers en ’t Hart over de cultuur van de jaren vijftig. Het waren niet specifiek de gereformeerden die burgerlijk of benepen waren.” Wat is dan het echte calvinisme? “Dat staat haaks op het huidige beeld: het was rond 1580 een dynamische beweging met veel elan. Nu denken we aan zwartrokken die de hele dag spruitjes koken, maar toen was het calvinisme precies waaraan de mensen op dat moment behoefte hadden: een aansprekende identiteit, alles draaide zonder poespas om het woord van God, de Bijbel stond centraal. Maar het was ook binnen het

Hadden de katholieken of de dopers die potentie niet? “De rooms-katholieken werden gewantrouwd omdat ze te veel verbonden waren met het Spaanse gezag, van de lutheranen mocht je niet in opstand komen tegen de overheid, en dus niet tegen de Spanjaarden, en de dopers kwamen in opspraak door hun naaktloperij en veelwijverij.” Doet het u als Calvijn-onderzoeker pijn, die benadering van nu? “Soms kan ik smakelijk lachen om alle stereotypen. Maar de eenzijdige nadruk op de negatieve eigenschappen van calvinisten en gereformeerden vind ik onterecht. Gereformeerden leverden in de Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld een relatief grote bijdrage aan het verzet. Volgens hen is de overheid in principe ingesteld door God, maar als de overheid niet meer Gods dienaar is, moet je in verzet komen. En dat hebben ze gedaan.” « m meer

weten?

Mirjam van Veen, Een nieuwe tijd, een nieuwe kerk. De opkomst van het ‘calvinisme’ in de Lage Landen. Uitgeverij Meinema, Zoetermeer 2009.


PATIËNTEN OP DE LOPENDE BAND ONDERZOEK Kun je mensen met een dwarslaesie weer leren lopen? Promovendus Michiel van Nunen onderzoekt het met een robot, harnas en elektrische schokken. “Ik ga er eerst zelf in hangen.” PETRA BOLTEN FOTO’S: COMVU/RIECHELLE VAN DER VALK

D

e enige in Nederland aanwezige Lokomat staat in het revalidatiecentrum aan de Amsterdamse Overtoom. De Lokomat is een computergestuurde robot boven een lopende band, waarop patiënten met een dwarslaesie of hersenbloeding weer leren lopen. Maar voordat de patiënt op de Lokomat staat, moet enig voorwerk worden gedaan. Michiel van Nunen, die onderzoek doet naar het effect van de Lokomat op het »

V U M A G A Z I N E | 11


lopen, vertelt: “De patiënt rijdt in zijn rolstoel de helling op om bij het apparaat te komen. Hij gaat staan, terwijl hij zich aan de beugels vasthoudt. Een fysiotherapeut doet hem het harnasje om, maakt dat vast aan een systeem dat het lichaamsgewicht ondersteunt en bindt de benen van de patiënt in de robotbenen. Via de computer stelt de therapeut het apparaat in op de snelheid die past bij de mogelijkheden van de patiënt.” Zo kan de patiënt, geholpen door de robotbenen en al dan niet met zijn armen steunend op de beugels, de loopbeweging op de lopende band oefenen. “De meeste patiënten vinden het een fantastisch apparaat. Maar sommigen vinden het helemaal niks. Vooral mannen klagen dat de banden in de liezen niet zo comfortabel zitten”, vertelt Van Nunen.

Katten met dwarslaesie

Patiënten kunnen veel leren, maar het is niet zeker of zelfstandig lopen door de Lokomat mogelijk wordt. Van Nunen: “Ik spring in op de gedachte dat opnieuw leren lopen mogelijk is. Er zijn sterke aanwijzingen dat de hersenen of het ruggenmerg, zelfs bij een laesie, weer beter gaan functioneren door de loopbeweging steeds opnieuw te trainen.” Een jaar geleden is de promovendus, die bewegingswetenschappen studeerde aan de VU, met het onderzoek begonnen. Hij werd enthousiast over deze vorm van revalidatie tijdens zijn doctoraalscriptie, een literatuurstudie naar de rol van reflexen tijdens lopen. “Ik vergeleek de rol van reflexen tijdens lopen tussen katten en mensen”, vertelt hij. “Bij katten met een dwarslaesie is ontdekt dat ze op basis van reflexen ritmisch konden bewegen. Als je de achterpoten vervolgens op een lopende band zette, konden ze daarop lopen. Daardoor diende de vraag zich aan of ook mensen met letsel aan het ruggenmerg beter zouden kunnen lopen door oefenen op een lopende band.” Aan het onderzoek van Van Nunen doen tot nu toe 54 patiënten mee. Veel patiënten melden zich op voorspraak van de revalidatiearts aan, maar lang niet iedereen komt door de voorselectie heen. Om mee te mogen doen, moet er een zogeheten stamoment zijn. “Als ik bij de voortest aan een patiënt vraag om te gaan staan en het lukt niet, gaat het helaas niet door. Dat is natuurlijk wel balen”, erkent Van Nunen. Komen de patiënten wel door de voortest, dan is de kans groot dat ze eerst op een wachtlijst komen. Van Nunen: “We hebben maar één 12 | V U M A G A Z I N E

apparaat. In een volle werkweek kunnen niet meer dan zeventien mensen twee uur per week oefenen.” Toch is hij optimistisch over de wachtlijst. “De patiënten die voor het onderzoek in aanmerking komen, horen bij een relatief kleine groep. Voor hen kunnen we de wachtlijst wel oplossen.”

Enorm vooruit

Daar komt bij dat Van Nunen uiteindelijk veel patiënten nodig heeft voor zijn onderzoek. “Geen enkele patiënt is hetzelfde. Bij iedereen is de hoogte van de laesie anders, hoe hoger de laesie hoe erger. Ook hersenbloedingen verschillen van elkaar. Sommige patiënten gaan enorm vooruit, andere niet. Daardoor is het moeilijker om de effecten te interpreteren.” Het enige wat er bij grote variatie op zit, is de onderzoeksgroep zo groot mogelijk maken. “Gelukkig loopt het onderzoek nog tot 2012. Als de wachtlijst opgelost is, kunnen er zelfs nog nieuwe mensen bij betrokken worden”, zegt Van Nunen. Van Nunen werkt samen met revalidatieartsen, fysiotherapeuten en twee studenten.

‘Vooral mannen vinden de banden in de liezen niet zo comfortabel’ De artsen geven aan of zij patiënten hebben die mogelijk in aanmerking komen voor het onderzoek. De therapeuten begeleiden en behandelen de patiënten op de Lokomat. De twee studenten die stage lopen, zijn al uitgegroeid tot volwaardige behandelassistenten. “Voor een goede sessie moet je precies weten wat je doet met het apparaat. Daarom oefen ik veel met de therapeuten en studenten”, zegt Van Nunen. “Ik laat de studenten eerst zelf in het harnas hangen. Zo kunnen ze voelen hoe het is om te lopen zonder lichaamsgewicht.” Van Nunen laat ze ook meekijken op het scherm van de pc en de knopjes bedienen. “Via de computer kun je de snelheid aanpassen, en de robotbenen op elkaar en op het lichaamsgewicht afstemmen.” Op de vraag of er weleens iets misgaat, zegt Van Nunen opgewekt: “Natuurlijk.” Om eraan toe te voegen: “Maar alleen tijdens het oefenen. Dan ga ik in

Lokomat in Nederland Het Revalidatiecentrum Amsterdam beschikt sinds 2006 over de enige loko-robot in Nederland. Het apparaat is ontwikkeld in Zwitserland (www.hocoma.ch), waar het in meerdere revalidatiecentra wordt gebruikt. Tot nu toe hebben ongeveer 75 patiënten kunnen oefenen op het exemplaar in Amsterdam; er is een wachtlijst. Binnenkort krijgt de Radboud Universiteit Nijmegen ook een Lokomat. De Universiteit Twente werkt aan een eigen looprobot: de Lopes.


len niet meer. Ik begrijp dat het moeilijk voor ze is. Dan leg ik het onderzoek even stil. Ik vertel hun dat ik het mijn eigen vriendin heb laten ondergaan. En dat ik die nacht op de bank moest slapen. Dat breekt de spanning, maar ik moet ze daarna nog wel zien te overtuigen van het belang van de meting. Als iemand het niet meer trekt, stoppen we direct. Als patiënten echt niet meer willen, dwing ik hen niet. Tot nu toe heb ik de meting bij één patiënt definitief gestopt. Bij hem wekte de elektrostimulatie een spasme op dat heel vervelend voor hem was.” Soms kan de kniestrekking ook op een andere manier worden getest. “Het strekken van de knie kan heel moeilijk zijn. Sommige patiënten vragen even om tijd. En even later zijn ze dan ineens in staat zelf een spasme op te wekken dat hen de kracht

‘Als patiënten het niet meer trekken, stop ik direct’ Promovendus Michiel van Nunen (r.) aan het werk met een stagiair op de Lokomat

het harnas hangen en bewust het apparaat tegenwerken, bijvoorbeeld door ineens door mijn knieën te zakken.” De belangrijkste onderzoeksvraag voor Van Nunen is in hoeverre de Lokomat de motorische functie en daarmee de kwaliteit van leven kan vergroten. Om de vorderingen bij te houden, meet hij op verschillende tijdstippen onder andere de snelheid van de loopbewegingen, de balans en de spierkracht van de patiënt. “Ik vraag de patiënt dan bijvoorbeeld naar voren te reiken of iets van de grond op te rapen.” Ook gebruikt hij vragenlijsten met vragen als: gebruik je een rollator? Loop je zelf naar de supermarkt?

Hoe loop je door je huis?

Op de bank slapen

Van Nunen heeft intensief contact met de patiënten. Dat moet ook wel, want soms gebeuren er onverwachte dingen waardoor het hele onderzoek even stagneert. Van Nunen: “Een van mijn metingen gaat met elektrostimulatie, het toedienen van schokjes, om de kracht van de kniestrekking vast te stellen. Voor gezonde mensen is de meting al geen pretje, laat staan voor patiënten. Na een hersenbloeding kun je een verstoorde sensibiliteit hebben. Patiënten schrikken dan erg van zo’n schokje en wil-

geeft de knie te strekken. Dat is heel bijzonder. Ik weet niet hoe ze dat doen”, vertelt Van Nunen. Hoewel het onderzoek pas een jaar loopt, heeft Van Nunen al heel interessante resultaten gezien bij bepaalde patiënten. “Zij zijn van niet-lopen naar lopen gegaan.” De vraag blijft echter of zij ook buiten de Lokomat kunnen blijven lopen. Van Nunen is optimistisch, maar gemakkelijk is het nooit. “Revalidatie is hard werken voor patiënten: je moet er vol voor gaan en dan maar zien waar je uitkomt.” « m meer

weten?

www.wij gaanlopen.nl www.youtube.com: zoek op Lokomat om filmpjes te zien. Revalidatiecentrum Amsterdam: www. rcamsterdam.nl

V U M A G A Z I N E | 13


14 | V U M A G A Z I N E


ONDERWIJS De financiële wereld heeft behoefte aan een nieuw soort managers. De Duisenberg School of Finance speelt daarop in. Samen met drie andere universiteiten en het bedrijfsleven levert de VU specialistische masters. ANITA MUSSCHE ILLUSTRATIE: ROB BÖMER

SCHOOL VAN TOPPERS

In september 2008 opende Duisenberg school of finance haar poorten met de masteropleidingen Financial risk management en Finance & Law. De cursisten zijn universitaire topstudenten uit binnen- en buitenland en vakmensen uit de financiële sector. Docenten komen zowel van de universiteiten als uit het bedrijfsleven. Duisenberg, een gezamenlijk initiatief van de financiële sector in Nederland en de VU, de Universiteit van Amsterdam (UvA), Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) en de Universiteit van Tilburg, heeft de ambitie om binnen tien jaar tot de wereldtop te behoren. Naast de bestaande masteropleidingen is er, in samenwerking met het Tinbergen Instituut, een promotietraject. In september 2009 komen er drie nieuwe masters bij. Ook start in de loop van dit jaar een onderzoeksprogramma.

SCHOOL VAN SPONSORS

Verschillende financiële instellingen en bedrijven steken geld in Duisenberg. Daar zullen ze wel wat voor willen terugzien. Bestaat er geen gevaar dat de opleiding in een positie komt van ‘u vraagt, wij draaien’? Programmadirecteur André Lucas en decaan Jaap Winter zijn er niet bang voor. Volgens hen bemoeit het bedrijfsleven zich beslist niet met het academische gehalte van de opleiding. De universiteiten gaan over de kwaliteit: zij zijn verantwoordelijk voor accreditatie en kwaliteitsbewaking. De hoogleraren bepalen zelf de inhoud van hun master. Vervolgens beslist het bestuur, bestaande uit de deelnemende universiteiten en de financiële partners, of er geld in wordt gestoken. Dat laatste is logisch, vindt Winter. “Als bedrijven betalen, moeten ze ook weten welke afgestudeerden ze nodig hebben en welk onderzoek voor hen relevant is. De financiele wereld heeft topmensen nodig, specialisten, die nu vaak uit het buitenland moeten komen. Het bijna omvallen van de bankwereld heeft wel bewezen dat er mensen nodig zijn met een groot probleemoplossend vermogen.” Ook onderzoek is nodig, bijvoorbeeld op het gebied van de menswetenschappen, volgens Winter. “Beleggers verkopen in tijden van crisis als kuddedieren hun aandelen, terwijl ze rationeel weten dat dat niet verstandig is. Waarom? De financiële wereld zou daar graag meer over weten.”

SCHOOL VAN DE VU

Wat hebben universiteiten aan een topopleiding die concurreert met de eigen opleidingen? Lucas relativeert de concurrentie. Het aanbod is zo specialistisch dat niet alle studenten daarin geïnteresseerd zijn, zelfs niet alle topstudenten, denkt hij. “Als universiteit wil je natuurlijk niet te veel kannibaliseren op je eigen aanbod. Maar we moeten Duisenberg zien als een stukje VU.”

Natuurlijk willen universiteiten liever zelf dat toponderwijs geven, bevestigt Winter. De salarissen van internationale topdocenten zijn echter niet op te brengen voor Nederlandse universiteiten. Dat geldt ook voor de salarissen van toponderzoekers. Duisenberg biedt – gedeeltelijk – soulaas. De deelnemende universiteiten krijgen nu de kans om met dit selecte gezelschap dat Duisenberg aantrekt samen te werken. In het volgend collegejaar komt naast het onderwijs een onderzoekstak van de grond. Dat levert de deelnemende universiteiten geld op, legt Lucas uit: “De filosofie van Duisenberg is dat je niet alleen een vergoeding krijgt voor onderwijs, maar ook voor onderzoek. En dat is uitzonderlijk.”

SCHOOL VAN CONCURRENTEN

Onderzoeksgeld willen alle universiteiten, dus dat is voor iedereen winst. Maar welke van de deelnemende universiteiten profiteert het meest? Duisenberg is goed voor ieders imago, meent Lucas. Net als het Tinbergen instituut, ook een samenwerkingsverband tussen universiteiten, straalt het succes van een topinstituut af op je universiteit. Maar de universiteiten blijven concurrenten, geeft hij toe. “Het blijft balanceren”, zegt Winter. “Voor de VU en de UvA is het bijvoorbeeld een voordeel dat Duisenberg in Amsterdam is gevestigd. Maar elke universiteit haalt er weer iets anders uit.” En elke universiteit zal Duisenberg willen claimen, niet in het minst om studenten te werven, denkt Lucas.

SCHOOL VAN ASLI UMUR

Asli Umur, gepromoveerd in natuurkunde, werkte als onderzoeker bij het AMC, maar wilde eens iets anders. “Ik wilde wel blijven onderzoeken en dat kan ook in deze sector. Ik studeer Financial Risk Management en ben gespecialiseerd in het maken van mathematische modellen.” Umur staat officieel ingeschreven bij de VU, “maar ik studeer gewoon bij Duisenberg.” Umur weet precies wat ze uit haar studie wil halen, en dat geldt volgens haar voor al haar studiegenoten. En niet alleen de studenten zijn enthousiast. “De docenten controleren echt of we krijgen wat we willen en zijn net zo ambitieus als wij. Dat voelt goed. Problemen komen we eigenlijk niet tegen. Ze hebben het heel goed uitgedacht.” Het zware programma is alleen maar welkom: “Tot nu toe hebben we vooral met wiskunde gewerkt, op een heel hoog niveau, echt zoals het moet zijn. Moeilijk? Ik wist waaraan ik begon.” «

m Decaan a.i. Jaap Winter is hoogleraar internationaal ondernemingsrecht bij de UvA en werkzaam bij De Brauw Blackstone Westbroek. André Lucas is hoogleraar financiële markten en instellingen aan de VU en programmadirecteur Financial Risk Management. Op 16 maart werd Dirk Schoenmakers benoemd als decaan van Duisenberg. V U M A G A Z I N E | 15


Update[campus] COMVU/PETER VALCKX

Steun voor Indonesië Het Centrum voor Internationale Samenwerking (CIS) gaat vier Indonesische universiteiten helpen zelfstandig te worden. Daarom is er eind februari een delegatie van 24 vertegenwoordigers van die universiteiten aan de VU. Het gaat om universiteiten op Timor, NieuwGuinea, Ternate (Molukken) en Ambon (Molukken). De vertegenwoordigers verdiepen zich hier in zaken als management, financiering, fondsenwerving en kwaliteitsbewaking. Tot de politieke hervormingen in 1998 (toen president Soeharto aftrad) bemoeide de overheid zich met de kleinste aangelegenheden van de Indonesische academies. Dat was fnuikend voor de academische vrijheid en dus voor de kwaliteit van de universiteiten. (PB)

Energiezuinig voor UAF Christine Otten is de nieuwe schrijver op locatie van de VU. In februari volgde zij Marcel Möring op. Otten is vooral bekend vanwege haar roman De laatste dichters over de levens van de militante Afrikaans-Amerikaanse dichtersgroep The Last Poets. Ze schrijft het kerstgeschenk 2009 voor de VU en gaat activiteiten voor studenten organiseren, zoals een schrijfcursus en – samen met studenten – schrijvers thuis bezoeken. Eens in de twee weken blogt Otten onder het thema ‘verhalen vertellen’ op de sites van Ad valvas en van de Letterenfaculteit. (FB)

De Stichting voor Vluchteling Studenten UAF heeft tienduizend euro van de VU ontvangen, de opbrengsten van de campagne ‘VU Unplugged’. In deze campagne waren VU-medewerkers opgeroepen het stand-by verbruik tijdens de kerstvakantie te verminderen. Het uitgespaarde bedrag werd door het College van Bestuur verdubbeld en overhandigd aan Ruud Lubbers, voorzitter van het UAF. (AM)

Nieuwe Alzheimer-poli COMVU/YVONNE COMPIER

Schrijver op Locatie

let.vu.nl, advalvas.vu.nl

Update docenten Hogeschool Windesheim start een onderwijsmaster voor vernieuwende docenten. De opleiding Master of Learning and Innovation wil de innovatiecapaciteit van scholen versterken. In de master komen internationale theorieën en praktijken van onderwijsvernieuwing aan bod. Het internationale karakter wordt mede mogelijk gemaakt door samenwerking met het gerenommeerde Michael Fullan Consortium. Het interfacultaire onderzoeksinstituut Azire van de VU levert eveneens een belangrijke bijdrage aan deze master. (DdH)

VU-organist overleden Eind januari overleed emeritus hoogleraar orgelkunde en organist Ewald Kooiman. Hij werd zeventig jaar. Kooiman was een van de meest vooraanstaande organisten van Europa. Hij nam veel albums op, waaronder twee keer het complete orgeloeuvre van Johann Sebastian Bach. Vorig jaar verscheen het boek Pro Organo Pleno – Essays in Honor of Ewald Kooiman. (PB) FOTO: WIN CASTERMANS 16 | V U M A G A Z I N E

Onderzoekscoördinator Van der Flier en directeur Scheltens (r)

Het Alzheimercentrum Vumc, in het vorige VU Magazine nog een ‘virtueel centrum’, kan een echte polikliniek realiseren. De droom van directeur Philip Scheltens wordt werkelijkheid dankzij een schenking van 4,5 miljoen euro van het Innovatiefonds Zorgverzekeraars. Patiëntenzorg, diagnose en onderzoek worden daarmee op één plek geconcentreerd. De polikliniek krijgt een eigen ingang en de ruimten voor diagnose en behandeling komen dichter bij elkaar. Nu behandelt het centrum negenhonderd patiënten per jaar, na de verbouwing moet dat aantal zich verdubbelen. VUmc is gespecialiseerd in behandeling van Alzheimerpatiënten onder de 65 jaar. (FB)


Lonken naar Flevoland De Zwolse hogeschool Windesheim (VU-partner) wil naar Almere. Daar wil Windesheim de dependance van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) overnemen. Hein Dijkstra, Windesheim-bestuurder, ondertekende al een intentieverklaring waarin staat dat de HvA haar activiteiten in Almere overdraagt aan Windesheim. Inhoudelijk wil Dijkstra geen toelichting geven op de plannen, want het gaat om een voornemen. De overname wordt pas definitief als Windesheim daadwerkelijk in Flevoland start met een nieuwe hogeschool, met Almere én Lelystad als vestigingsplaats. (WC)

COMVU/RIECHELLE VAN DER VALK

Ondernemende studenten

Eerste honoursstudent klaar Economiestudent Marc de Graaf (20) studeerde in februari af als eerste bachelor honoursstudent. Talentvolle studenten kunnen sinds 2007 boven op hun normale programma een Engelstalig programma van dertig studiepunten per twee jaar volgen. Omdat De Graaf zijn bachelor ook nog versneld afrondde, is hij de eerste honoursstudent die klaar is. De economiestudent volgde het programma omdat hij vond dat hij meer aankon: “Ik had maar drie halve dagen per week college. Eén of twee avonden in de week volgde ik extra vakken, zowel facultair als interfacultair. De docenten zijn stukken enthousiaster omdat ze meer uit de stof kunnen halen. En je doet vakken die je normaal nooit krijgt. Dit is echt iets voor mensen met een brede interesse.” (FB)

Het Centre for Amsterdam Schools of Entrepreneurship (Case) gaat studenten lesgeven in ondernemen. Het instituut wil met dit initiatief het ondernemersklimaat in Amsterdam een impuls geven. Case-directeur Erik Boer betreurt het dat er in Nederland zo weinig hoogopgeleide ondernemers zijn. “Onderwijsinstellingen missen nog steeds een ondernemingstraditie.” Het ministerie van Economische Zaken subsidieert het project de komende vier jaar met drie miljoen euro. Case werd eind januari 2008 officieel geopend. De VU, UvA, HvA en hogeschool Inholland werken in dit instituut samen met de gemeente Amsterdam en bedrijven uit de Amsterdamse regio. (WC)

Tonnen voor zilverwerk

Drie Vici-beurzen De VU kreeg in december drie Vici-beurzen toegewezen. De prestigieuze onderzoeksbeurzen van onderzoeksfinancier NWO gaan naar bewegingswetenschapper Jeroen Smeets, gezondheidsonderzoeker Bregje Onwuteaka-Philipsen en biofysicus Gijs Wuite. De Vici-beurzen, elk goed voor maximaal 1,25 miljoen euro, stellen zeer ervaren onderzoekers in de gelegenheid om binnen vijf jaar een eigen onderzoekslijn op te zetten. Smeets onderzoekt de vraag waarom we in één keer een glas kunnen oppakken, zonder dat we precies kunnen zeggen waar dat glas staat. Onwuteaka-Philipsen doet onderzoek naar de vraag hoe je zorg in de laatste levensfase beter kunt afstemmen op individuele behoeften en Wuite onderzoekt het functioneren van biologische mechanismen op moleculair niveau. (WV)

De VU-bibliotheek en het Bijbels Museum hebben drie ton vergaard om een collectie kerkboeken te kopen. Het benodigde bedrag is afkomstig van de Bankgiro Loterij. De vierhonderd kerkboeken stammen uit het begin van de zeventiende tot het eind van de negentiende eeuw en zijn het familiebezit van de familie Van Noordwijk. Een groot aantal is rijkelijk bewerkt met zilverwerk. De UBVU en het Bijbels Museum moeten nu op zoek naar sponsoren om de collectie te restaureren. Dat gaat ook nog eens 2,5 ton kosten. (WV) www.stichtingcollectievannoordwijk.nl V U M A G A Z I N E | 17


DE ALUMNUS

Sportbons Cees Vervoorn

‘Te weinig scholen investeren in gym’ PETRA BOLTEN FOTO: BRAM BELLONI

D

e vakdocent lichamelijke opvoeding moet terug op school. Niet alleen vanwege de hoognoodzakelijke gymles zelf, maar ook omdat hij de aangewezen persoon is om normen en waarden te ondersteunen. Dat bepleit Cees Vervoorn, voorzitter van het domein Bewegen, Sport en Voeding – de voormalige ALO – van de Hogeschool van Amsterdam. Vorig jaar augustus kwam Vervoorn in het nieuws omdat hij een verband legde tussen agressie bij kinderen en het gebrek aan sportlessen op school. Als kinderen hun energie niet kwijt kunnen, zal die zich eerder ontladen in vechtpartijen, was zijn redenering. Hij pleitte voor de terugkeer van vakdocenten lichamelijke oefening op basisscholen en vmbo’s. Vervoorn weet waarover hij het heeft. “Onze opleidingen zitten midden in de Vogelaar-wijken Slotervaart, Osdorp, Geuzenveld-Slotermeer en Bos & Lommer. Alle typisch Randstedelijke problemen waarover je in de krant leest, agressie, maar ook obesitas, zie je hier op straat. Mijn beste studenten lopen juist stage op deze basisscholen. Ik vind dat ze er zelf kennis mee moeten maken. Van hen hoor ik dat veel kinderen op de basisschool geen brood meenemen, maar chips en cola. Kinderen vertellen zelf dat ze niet ontbijten.” De oud-olympisch zwemmer vindt dat sportlessen op school thuishoren. “Omdat alle kinderen naar school gaan, op welk niveau dan ook, is dat de aangewezen plek. En niet een of twee keer per week door de groepsleerkracht, maar dagelijks en 18 | V U M A G A Z I N E

door een leraar die ervoor is opgeleid.” Elke dag sportlessen. Is dat geen utopie? Een commissie onder leiding van de staatssecretaris van Sport stelde vast dat er een tekort aan vakdocenten lichamelijke opvoeding is. Ruim een derde van alle leerlingen op de basisschool krijgt gymles van de eigen juf of meester. Op het vmbo is het vak helemaal van het rooster geschrapt. Volgens Vervoorn is er helemaal geen tekort. “Er zijn alleen nog te veel scholen die niet in vakdocenten investeren.” Hij betreurt dat, juist omdat er een belangrijke rol voor de vakdocent is weggelegd. “Een vakdocent is opgeleid om kinderen die erbuiten vallen, zoals kinderen met overgewicht, weer bij de groep te betrekken.” De rol van de vakdocent reikt verder dan de sportlessen alleen, vindt Vervoorn. “Iedereen kent aan sport een meerwaarde toe. Sport verbroedert. Via sport kun je ook normen en waarden ondersteunen. Wij hebben ons afgevraagd of de vakdocent geen rol kan spelen bij de eerstelijnshulp. We vinden van wel. Obesitas is echt een serieus volksgezondheidsprobleem. Voor kinderen met obesitas kan de vakdocent overleggen met de diëtist, de huisarts. Ook buiten de schoolmuren kan hij veel betekenen. Hij is de aangewezen persoon om zich te positioneren tussen de school en de sportvereniging. Hij kan de kinderen niet alleen sport bijbrengen, maar vooral de lol in sport. Want als kinderen er lol in hebben, gaan ze ermee door en blijven ze hun hele leven fit.” Het domein Bewegen, Sport en Voeding waarvan Vervoorn voorzitter is, is actief in de directe omgeving. Zo is er een samenwerkingsverband met Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden, die zestien scholen en daarmee


Agressie, obesitas… Vervoorn ziet op ‘zijn’ scholen alle Randstedelijke problemen terug

CV 1960 geboren in Den Haag | 1976, 1980, 1984 olympisch zwemmer | 1984, 1988, 1992 olympisch coach | 1987 afgestudeerd in Bewegingswetenschappen (VU) | 1992 Promotie op Neuro endocrine aspects of exercise and training (Utrecht) | 1992 - 1999 werkzaam bij het Nederlands Olympisch Comité (NOC*NSF) | 1996, 2000 chef de mission Nederlands Paralympisch Team | 1999 – heden: voorzitter domein Bewegen, Sport en Voeding, Hogeschool van Amsterdam, en voorzitter van Top Zwemmen Amsterdam

zesduizend leerlingen onder haar hoede heeft. In de wijk zijn ook doelgroepprojecten gestart als Sport West en Gym City. Om het bewegen te stimuleren, mogen kinderen en jongeren sporten in de fitnessruimte van de Hogeschool. Het domein werkt ook samen met het VU medisch centrum in onderzoeksprogramma’s die tot doel hebben om overgewicht bij kinderen tegen te gaan en een actieve leefstijl te bevorderen. Vervoorn: “Toen ik ging studeren, was de VU de enige universitaire opleiding waar je Bewegingswetenschappen kon studeren. Ik heb er een heel netwerk aan overgehouden dat me nog steeds van pas komt om de link te leggen tussen wetenschap en beroepspraktijk.” De samenwerking mondde ook uit in de benoeming van een VU-lector aan de Hogeschool

van Amsterdam. “Hij doet onderzoek naar de situatie op basisscholen hier in de buurt, en een VUpromovendus doet onderzoek naar interventiemogelijkheden tegen overgewicht.” Als het over de toekomst gaat, drukt Vervoorn zich voorzichtig uit. “Er zal een aftopping van de toename van agressie en obesitas komen”, zegt hij. “Ik denk binnen één of twee schoolcycli, dus binnen zes tot twaalf jaar. Het is een langlopend proces.” Op de vraag of hij daar niet moedeloos van wordt, veert hij op. “Vergeet niet dat er tien jaar geleden alleen nog maar over werd gepraat. We zijn nu in de fase dat het belang van bewegen en goede voeding structureel op de agenda staat. Er wordt geld voor vrijgemaakt. Er zijn al interventies. We gaan vooruit.” « V U M A G A Z I N E | 19


Helpt hulp?

20 | V U M A G A Z I N E


ACHTERGROND Een hulporganisatie hoeft maar een schooltje te bouwen, en iedereen lijkt al tevreden. Of de kinderen ook goed les krijgen, blijft vaak buiten beeld. Sinds kort richten impactstudies zich juist op de effecten van ontwikkelingshulp. Met verrassende uitkomsten. RIANNE LINDHOUT

S

tel, een hulporganisatie wil tien waterputten slaan om mensen in Tanzania toegang tot gezond drinkwater te geven. Is de missie dan geslaagd als die tien putten er zijn? Niet dus. De missie is geslaagd – het geld is goed besteed – als mensen door die putten gezonder zijn geworden. En dat laatste werd tot voor kort nooit onderzocht. Pas sinds een jaar of vijf vindt er onderzoek plaats naar hamvragen als deze, en het levert verrassende inzichten op. Ondanks nieuwe waterputten doen vrouwen bijvoorbeeld nog altijd gezellig samen de was en de vaat in een vervuilde rivier, en laten daar ondertussen hun kinderen in spelen. Met alle gevolgen van dien. Soms bevindt een put zich zo ver weg dat mensen toch naar een andere, vervuilde bron blijven gaan. Ook kan een put defect raken, maar ontbreekt de technische know how om hem te repareren.

‘Vaak halen financiers de onderzoekers er te laat bij. Dat is jammer’ Wendy Janssens

Het effect van waterputten kan het beste worden onderzocht door de situatie voor en na het plaatsen van waterputten met elkaar te vergelijken. Dat gebeurt in zogeheten impactstudies. Niet alleen ontwikkelingseconomen maar ook politici zien steeds meer het belang van deze studies in. Hoogleraar ontwikkelingseconomie Jan Willem Gunning, die er al vijf jaar voor pleit, is blij met die ontwikkeling. “Een van de millenniumdoelen van de Verenigde Naties is dat alle kinderen naar school gaan. Maar als je alleen op 1 september kijkt of ze allemaal aanwezig zijn, zegt dat weinig. Het gaat erom of ze ook een paar maanden later nog naar school gaan, én of ze dan wat hebben geleerd.” Volgens Gunning vragen steeds meer politici zich hardop af of ontwikkelingshulp wel helpt. “Als de minister zegt: ‘Kijk, we hebben een school gebouwd’, vraagt een Kamerlid of de kinderen er ook iets leren.” Ook in de samenleving ziet hij zowel donateurs van hulporganisaties als belastingbetalers hardere vragen stellen. Op de VU willen steeds meer studenten impactstudies doen. “Het is echt een uitdaging, én je werkt aan iets goeds”, zegt de ontwikkelingseconoom. »

COMVU/MARIEKE WIJNTJES

Hardere vragen

V U M A G A Z I N E | 21


Te laat

In Namibië, en binnenkort ook in Tanzania en Nigeria, werkt Janssens nu aan een ander onderwerp: een goedkope ziektekostenverzekering, waarin onder meer de kosten van hiv-medicatie worden gedekt. “We waren hier net op tijd om de baseline vast te stellen door hiv-tests af te nemen en de bloeddruk te meten bij mensen die de verzekering wilden afsluiten.” Alleen deze voorstudie duurde al drie maanden. Janssens begrijpt dat hulpverleners daar soms geen tijd voor hebben: ze willen zo snel mogelijk aan de slag. Maar dankzij de voorstudie is achteraf wél te zien of de ziektekostenverzekering werkt. “We kijken of mensen met hiv na het 22 | V U M A G A Z I N E

VU heeft impact

De VU speelt in Nederland een prominente rol op het gebied van impactstudies, samen met de Universiteit van Amsterdam. Onderzoek naar hulp op het gebied van watervoorziening en onderwijs vindt vooral plaats op de VU; bij de UvA ligt het accent op gezondheidsverzekeringen, hoewel ook VUonderzoeker Wendy Janssens op dat gebied werkt. In 2000 hebben VU en UvA samen het Amsterdam Institute for International Development (AIID) opgericht. VU-hoogleraar ontwikkelingseconomie Jan Willem Gunning is een van de directeuren van dit instituut. Steeds vaker geeft het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking opdracht voor impactstudies. Ook elders in Europa en in Amerika is de aandacht voor goede evaluatie aan het toenemen. De VU werkt onder andere samen met de universiteit van Oxford. Onderzoeker Wendy Janssens werkt momenteel bij een onderzoeksinstituut van de University College London. Sinds augustus is Menno Pradhan bijzonder hoogleraar impact-evaluatie. Hij werkt half voor de UvA en half voor de VU. Ook Chris Elbers, een van de vier bezetters van de Tutu-leerstoel op het gebied van jeugd, sport en verzoening, is actief op het gebied van impact-evaluatie. COMVU/PETER SMITH

Een van die jonge mensen is Wendy Janssens. Ze won in 2007 de eerste Societal Impact Award van de VU, een beloning voor maatschappelijk relevant onderzoek, met haar proefschrift over een project in India. In het project werden groepen van arme vrouwen in dorpen gevormd met het doel problemen in hun dagelijkse leven te signaleren en op te lossen. Dit leidde onder andere tot veel meer inentingen en het oprichten van meisjesscholen. Janssens interviewde niet alleen de vrouwen van het project, maar ook andere mensen in de dorpen. Het bleek dat ook andere dorpsgenoten door het project werden geïnspireerd, want zij lieten zich veel vaker inenten en meisjes gingen veel vaker naar school dan in dorpen waar geen vrouwengroepen bestonden. “De moeilijkheid met dit type onderzoek is dat we er vaak te laat bijgehaald worden”, zegt Janssens. “Om het effect van hulp te meten, moet je ook de situatie voor het begin van het hulpproject kennen: de baseline vaststellen. In de praktijk bedenkt het ministerie, de ambassade of hulporganisatie pas aan het eind van het project dat het geëvalueerd moet worden.” In India kon Janssens dat oplossen door dertig dorpen te zoeken waarin het hulpprogramma niet had plaatsgevonden, maar waar de omstandigheden verder vergelijkbaar waren. Die vergeleek ze met zo’n 75 dorpen waar de hulp wel was gegeven. Zo creëerde ze een programmagroep en een controlegroep.

Jan Willem Gunning

project nog gezond zijn dankzij de medicijnen waar ze door de verzekering toegang toe hebben.”

Bang voor hun positie

Impactstudies roepen in het veld gemakkelijk weerstand op. Gunning: “Er zijn ontwikkelingswerkers die zeggen: ‘Geen tijd, laat ons levens redden.’ Anderen ervaren de effectstudies als bedreigend. Dat is begrijpelijk, want het kunnen harde rapporten zijn. Mensen zijn dan bang voor hun positie.” Ondanks de weerstand is de visie op evaluatie sterk in beweging, constateert Gunning. “Er zijn nog partijen die niet evalueren, en

partijen die alleen met de mond belijden dat ze evalueren, maar er is vooruitgang.” Als een lichtend voorbeeld van vooruitgang noemt Gunning de waterprojecten. “Op watergebied heeft de minister van Ontwikkelingssamenwerking de Nederlandse ambassades de opdracht gegeven bij alle projecten eerst een baseline te bepalen.” « m meer

weten?

www.aiid.org www.pharmaccess.org over het project waaraan Wendy Janssens in Namibië werkt www.bernardvanleer.org over het project op de Caraïben


COMVU/YVONNE COMPIER

DE STELLING Antizionisme in Palestina, racistisch rechts in Israël, uit deze vicieuze cirkel is volgens Mient Jan Faber niet te ontsnappen.

Mient Jan Faber (Coevorden, 1940) is sinds 2004 bijzonder hoogleraar ‘Human security in war situations’ aan de VU. Hij werd vooral bekend als secretaris van het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV), en is politiek directeur van het Helsinki Citizens Assembly, (HCA) in Bakoe/Parijs.

Gaza is een nooit eindigende nachtmerrie

In 1973, toen de Zesdaagse Oorlog uitbrak tussen Israël en Egypte, Jordanië en Syrië, was ik met mijn vrouw op huwelijksreis naar Ameland. Meteen toen dat we het nieuws hoorden, zijn we naar de bank gegaan om geld over te maken naar Israël. Dat deed je in die dagen. Iedereen steunde Israel. Kritiek hoorde je nooit. Dat begon eigenlijk pas ten tijde van de eerste Intifada in 1987, vanwege het Israëlische geweld, terwijl die eerste Intifada was begonnen als geweldloos verzet. Daaruit zijn uiteindelijk de Osloakkoorden voortgekomen maar die hebben geen enkel probleem opgelost. De Joodse nederzettingen in Palestijns gebied zijn daarna gewoon uitgebreid, de Palestijnen kregen een beetje meer vrijheid maar uiteindelijk was er vooral meer frustratie. Tijdens het laatste Israëlische offensief tegen Gaza heb ik ook contact gehad met vrienden aan Israëlische zijde. Een van hen, een hoogleraar van de universiteit van Tel Aviv, kon er niet van slapen en hielp ervoor zorgen dat er Israëlische ambulances naar Gaza werden gestuurd. Toch vallen Arabieren over hem heen, omdat hij in hun ogen niet duidelijk tegen Israël gekozen heeft. Ik spreek Israëliërs die erop hameren dat Israël steeds eerst met Palestijnse burgers

belt voordat er wordt gebombardeerd. Of er worden flyers gestrooid met waarschuwingen dat ze weg moeten vanwege een naderend bombardement. Weg? Waarheen dan? Een gebied ter grootte van Texel, met anderhalf miljoen inwoners. Het enige wat je kunt doen, is met z’n allen aan de linkerkant van je huis gaan zitten als je aan de rechterkant een bombardement verwacht. ‘Maar we doen er alles aan om Palestijnse slachtoffers te helpen’, schreef een Israëlische collega mij. Maar je zult daar maar zitten, en geen kant op kunnen. Israël probeert in wezen de cipiers in een overbezette gevangenis te treffen. Dat gaat natuurlijk niet zonder veel slachtoffers onder de gevangenen te maken. Ik heb ook met mensen van Hamas gesproken, die zijn heel open over de training en het geld uit Iran. Dat ze de staat Israël nooit zullen erkennen, omdat het een oneigenlijke Joodse entiteit in moslimgebied is. En je ziet nu, ondanks de eerdere kritiek op Hamas, toch weer een groeiend draagvlak onder de Palestijnse bevolking voor Hamas. Dat heeft een religieuze reden, maar ook een praktische. Je moet toch weer aan het werk en de meeste baantjes in Gaza zijn alleen voor mensen die positief staan ten aanzien van Hamas. Als je dat als Israëliër beschouwt, besef je dat je existentie op het spel staat met

zulke tegenstanders. Maar ook dat de situatie hopeloos is, een vicieuze cirkel met de Palestijnse bevolking als kind van de rekening. Bibi Netanyahu, die naar het premierschap dingt, gelooft niet in een tweestatenoplossing, dus pogingen van de Amerikaanse president Barack Obama in die richting zullen niet echt worden opgepikt. Netanyahu gelooft dat de radicalisering onder de Palestijnen een halt zal worden toegeroepen als ze zich economisch weten te ontwikkelen. Maar de geschiedenis leert dat mensen, juíst als ze de ruimte krijgen dank zij economische welvaart, politiek actief worden. Economische boycots hebben wel degelijk geholpen bij de afschaffing van de Apartheid in Zuid-Afrika, maar je kunt dat niet één op één naar Israël vertalen, alleen al vanwege de machtige Joodse lobby in de VS, waarvoor ook Obama gevoelig zal zijn. Intussen wordt Israël steeds rechtser, met Yisrael Beytenu als derde grootste partij. Haar leider Avigdor Liberman wil dat Israëlische Arabieren een loyaliteitsverklaring ondertekenen. Als dat soort racistische ideeën draagvlak krijgt, is het einde echt zoek. m reageren? Mail naar vumagazine@vu.nl.

V U M A G A Z I N E | 23


IN DE COLLEGEBANKEN

Wat: college ondernemingsrecht bij advocatenkantoor Freshfields Bruckhaus Deringer Want: in de ‘Zuidas-master’ krijgen studenten praktijkkennis mee die naast de VU voor het oprapen ligt MARIEKE WITHAGEN FOTO’S: COMVU/RIECHELLE VAN DER VALK

‘JULLIE MOETEN CONTINU CREATIEF ZIJN’ “

Dit rijtje mappen is het resultaat van een financieringstransactie die nog niet zo lang geleden is rondgekomen. Jullie mogen er helaas niet in kijken, want de inhoud is geheim.” Met zijn hand op drie dikke mappen lacht Jeroen Thijssen van advocatenkantoor Freshfields Bruckhaus Deringer zijn publiek toe. “Ik hoor jullie denken: zijn wij dan alleen maar papierschuivers? Nee, wij zijn bezig in de praktijk en dat betekent dat je continu creatieve oplossingen voor problemen moet bedenken.” De dertien toehoorders in de vergaderzaal van het kantoor aan de Amsterdamse Zuidas zijn rechtenstudenten van de VU. Ze hebben zich erop gekleed: de stropdassen van de heren glimmen en de hakken van de dames zijn hoog. Op de tafels liggen mobiele telefoons, collegeblokken en wetboeken. Deze studenten zijn de uitverkorenen die afgelopen september mochten starten met de juridische master Ondernemingsrecht aan de Zuidas. De studenten moesten een stageplek zien te bemachtigen bij een van de veertien gerenommeerde advocatenkantoren die de ‘Zuidas-master’ samen met de VU tot stand brachten. De kantoren leveren gastdocenten en verzorgen allemaal een college in eigen huis. En een stage van zes weken bij een van de firma’s is een verplicht studieonderdeel. Studenten krijgen zo, naast de theoretische basis die op de VU wordt gelegd, een goede training in het ondernemingsrecht in de praktijk. De advocatenkantoren zijn bij het aannemen van stagiairs selectief. Ze investeren behoorlijk wat tijd en moeite in hen, dus ze willen helemaal overtuigd zijn van hun geschiktheid.

Van weilanden tot financieel hart Toen de VU in 1967 naar Buitenveldert verhuisde, lag de campus tussen de weilanden. 24 | V U M A G A Z I N E

Maar het gebied is in de afgelopen jaren uitgegroeid tot het financiële hart van Nederland. Pien Werkman, coördinator van de opleiding: “Het gebied heeft de hoogste concentratie advocatenkantoren van Europa. Tot voor kort werd er nog weinig gebruik gemaakt van elkaars expertise; daar is met deze master verandering in gekomen.” Docenten overlegden bij het samenstellen van het curriculum met de deelnemende kantoren. Wat zoeken zij in pas afgestudeerde juristen? De animo vanuit de kantoren om mee te denken was vanaf het begin groot. Fleur Tonies, recruitment manager bij Freshfields: “Voor ons is het meedenken over onderwijs de belangrijkste reden om mee te doen aan deze master. Wij krijgen de

‘Cru om te zeggen, maar de kredietcrisis is ideaal studiemateriaal’ kans om vanuit de praktijk bij te dragen aan de inhoud. De link naar de praktijk wordt op heel veel opleidingen niet gelegd; dat merken wij wel bij pas afgestudeerden.”

IJverig pennen

In de vergaderzaal zitten de studenten ijverig te pennen. Thijssen wijst nog eens op de tekening op de flipover. “Eigen vermogen is een relatief dure manier van financiering. Kan iemand mij vertellen waarom?” Het blijft lang stil. “Zijn er hier geen mensen met fiscaal recht in hun pakket?” Schoorvoetend, bijna fluisterend, probeert een student: “Ehm... Dan is het dividend niet fiscaal aftrekbaar?” Thijssen geeft college alsof hij het al jaren doet. “Ik heb wel vaker onderwijs gegeven hoor, maar dan intern, cursussen en zo. Ik vond dit toch wel even spannend, ik moest aftasten wat het niveau was. Het viel me


mee, ze zijn goed op de hoogte.” Ook hij is overtuigd van de meerwaarde van de visie uit de praktijk voor de opleiding van studenten. “Dat zie je bijvoorbeeld bij een onderwerp als tekeningsbevoegdheid bij tegenstrijdig belang. Dat is een ingewikkeld probleem en het is heel interessant om daarover te theoretiseren. Dat moet ook zeker gebeuren. Maar in de praktijk hadden we allang een oplossing, daar horen de studenten nu ook over.” Geert Raaijmakers, hoogleraar ondernemingsrecht, is niet bang dat het academische karakter van de opleiding in gevaar komt met al die aandacht voor de praktijk. “Nee, deze opleiding is in de eerste plaats een grondige universitaire opleiding voor mensen die op het hoogste niveau ondernemings- en financieel recht willen beoefenen. We gaan flink de diepte in: dat is niet voor iedereen weggelegd. Dat kijkje in de prak-

tijk komt er gewoon extra bovenop.” Docent privaatrecht Rik Mellenbergh voegt daar nog aan toe dat er in de gastcolleges snel ingespeeld kan worden op de actualiteit: “De kredietcrisis bijvoorbeeld: het is heel cru om te zeggen, maar dat is natuurlijk ideaal studiemateriaal voor onze studenten.”

Strak in het pak

Student Selma Olthof (23) bevestigt dat ze moet aanpoten voor deze studie: “Je moet heel veel literatuur doorwerken voor elk college. Bovendien is de groep klein, dus je wordt echt uitgenodigd om actief mee te doen. Maar dat vind ik juist leuk.” Ze is na haar bachelor in Tilburg speciaal voor deze master naar Amsterdam gekomen. “Ik vind de praktijkervaring die je opdoet ideaal. Je hoort mensen praten over hetzelfde artikel, maar ze bekijken het vanuit verschillende kanten en dat levert twee totaal verschil-

lende interpretaties op. Heel boeiend vind ik dat.” Freshfields heeft na afloop van het college een lunch georganiseerd. De studenten vallen helemaal niet op tussen de advocaten die werken in het kantoor. Ben Brabers (23): “Natuurlijk draag ik een pak. Je wilt toch een zo goed mogelijke indruk maken? Ik weet dat het op prijs gesteld wordt.” Hij vindt het grote voordeel van deze master dat je een goed beeld krijgt van de ambiance op de verschillende kantoren. “De kantoren verschillen echt heel erg van elkaar. Dat kan aan een gebouw liggen, maar toch vooral aan de mensen, de sfeer tussen collega’s. Wanneer krijg je nou de kans om nog vóór je sollicitatie met je potentiële werkgevers te borrelen?” « m www www.rechten.vu.nl/ondernemingsrecht V U M A G A Z I N E | 25


LIESBETH VAN TONGEREN MOET KIEZEN

26 | V U M A G A Z I N E


INTERVIEW Hoe staat Liesbeth van Tongeren in het leven? Waar maakt zij zich druk om? VU Magazine legde haar een aantal dilemma’s voor. De keuzes van de directeur van Greenpeace Nederland. MARIEKE SCHILP FOTO’S: GREENPEACE

Liesbeth van Tongeren (Vlaardingen, 1958) studeerde rechten aan de VU en internationaal recht aan de UvA, en vertrok daarna naar Australië. Daar was ze onder meer directeur van organisaties voor daklozen, vluchtelingen en mishandelde vrouwen. Terug in Nederland was ze onder andere directeur van een vrouwenopvang en de Sociale Dienst. Sinds 2003 is Van Tongeren directeur van Greenpeace Nederland.

ACTIEVOEREN OF ONDERHANDELEN?

“Het heeft heel weinig zin om spectaculaire acties te voeren als je niet kunt uitleggen waarom dat helpt. We werken binnen een parlementaire democratie, dus wij willen dat besluitvorming plaatsvindt met álle informatie op tafel, niet op basis van maar een klein stukje. Politici moeten weten dat er wel degelijk een heleboel mensen in Nederland zijn die groene stroom willen, tegen de walvissenjacht zijn, en die willen dat er leven in de Noordzee blijft.”

MANAGEN OF MEEHELPEN?

“Dit is mijn langste aanstelling ooit, vijf jaar, en het is juist de afwisseling waarin ik plezier heb. Ik probeer als directeur niet het werk voor de voeten van anderen weg te maaien, maar ik doe wel aan alles mee en ga ook mee op acties. Soms blijf ik op de achtergrond, folders uitdelen of koffie zetten, of voor de morele steun. Ik heb meegedaan aan walvissenonderzoek in de Azoren: je ziet ze, je kijkt die dieren in de ogen. Dan sta je later op een heel andere manier met je petitie bij de Tweede Kamer. Maar mijn sterke punt is netwerken, mensen aan elkaar koppelen: goh, op dat onderwerp heb ik toevallig de directeur ontmoet toen ik nog bij die opening was… En ik ben goed in delegeren.”

AANVAL OF VERDEDIGING?

“Van de zomer hadden we die actie in de Duitse Noordzee. Greenpeace liet toen basaltblokken in zee zakken om het vissen met sleepnetten onmogelijk te maken. In de Nederlandse media werd gezegd dat het levensgevaarlijk was, én illegaal. Dat stond in het hoofdredactioneel van zowel de NRC als de Volkskrant. Wat bleek? Wij overtraden geen enkele wet, er is ook geen rechtsvervolging gestart, zelfs geen aanklacht ingediend. Bovendien wisten de vissers waar onze stenen lagen – te midden van de vele andere obstakels op de zeebodem. Dan bel ik dus de hoofdredacteur en zeg: kan ik je van wat feiten voorzien? En als je echt denkt dat onze informatie gekleurd is, laat je wetenschapsredactie dan eens uitzoeken hoe het daadwerkelijk gesteld is met de Noordzee. De Volkskrant – dat vond ik heel sportief van ze – heeft dat opgepakt. Zij gingen zelf vanuit hun wetenschappelijke kennis een stuk schrijven over de Noordzee. Dat bleek uiteindelijk naadloos aan te sluiten bij wat wij ook zeiden.”

TIJDGEEST MEE OF TEGEN?

“We hebben eerst dat zero tolerance meegekregen vanuit Amerika. Toen kreeg je de druk op de multiculturele samenleving: laat die allochtonen nou eens gewoon doen, die hoofddoekjes af, handen schudden, Nederlands spreken en niet zeuren. Daarna overkwam

het de vrouwenbeweging: we zouden nu wel uitgeëmancipeerd zijn. En vervolgens de milieubeweging – eerst de Wijnand Duyvendakaffaire, later de kritiek op minister Cramer omdat zij milieuorganisaties subsidieert. Dat is nog geen één procent van wat de visserijsector krijgt! Politieke partijen zijn geheel subsidieafhankelijk, waar hebben we het in hemelsnaam over? En nu is de ontwikkelingssamenwerking aan de beurt. Je hoort ze denken: We hebben al zo veel geld in Afrika gestopt, en het is nog steeds niet ontwikkeld. Laten we daar maar eens mee stoppen.”

STIMULEREN OF CONTROLEREN?

“Ik ben helemaal klaar met de verantwoordingscultuur van nu. Neem de ontwikkelingshulp: het is aantoonbaar dat ontwikkelingslanden veel minder hebben dan wij, en dan moeten er van die ongelooflijk ingewikkelde effectrapportages komen. Wanneer kijken we of het geld dat we aan politieke partijen uitgeven wel effect heeft? Of het geld dat we in de landbouw en de visserij stoppen? Er wordt meer gerapporteerd over ontwikkelingssamenwerking – nu chargeer ik misschien – dan over alle andere subsidies samen. Ja, leren van je ervaringen is natuurlijk heel nuttig. Maar dat er op die 0,7 procent van onze begroting een hele industrie zit, en dat het allemaal tot op de cent verantwoord moet worden… Ik zou naar geïnformeerd vertrouwen toe willen: van de organisaties en projecten die over het algemeen goed lopen, willen we natuurlijk wat zien maar heel weinig checken.”

VLUCHTELINGEN OF WALVISSEN?

“Die is gemakkelijk. Ik ben een fan van Stephen Covey: de schrijver van Seven Habits of Highly Effective People. Een van zijn adviezen is: keuzes maken. Ik heb in deze periode van mijn leven gekozen om voor walvissen te gaan, en niet voor vluchtelingen. In het volledige vertrouwen dat andere mensen druk bezig zijn met vluchtelingen.”

HOOFD OF HART?

“Als ik me nergens op focus kan ik niets bijdragen aan een betere wereld. Mijn hart gaat uit naar een heleboel onderwerpen. Ik heb een tijd gewerkt met slachtoffers van seksueel geweld. Dat verdriet en geweld is zo pijnlijk en zo dichtbij, alsof je in een oorlogszone werkt. Het verandert je hele gevoel van veiligheid. Je rijdt door een straat, langs honderd huizen, en je weet dat in tien van die huizen ’s avonds een kind seksueel misbruikt wordt. Je zit in een zaal met vierhonderd mannen, en je weet dat daar daders bij zitten. Als je je daar continu van bewust bent, verhard je. En dat is niet goed voor je werk. Dan moet je verstandig zijn. Ik heb het mijn toenmalige bestuur met het » V U M A G A Z I N E | 27


‘Ik ben helemaal klaar met de verantwoordingscultuur van nu’ oog op mijn opvolging ook op het hart gedrukt: zulk werk moet je niet meer dan drie of vier jaar in je leven doen.”

JEZUS OF DE DALAI LAMA?

“Ik heb op dit moment meer aan het boeddhisme dan aan het christelijk geloof. Dat komt waarschijnlijk omdat ik in mijn jeugd – ik ben Nederlands-hervormd opgevoed - heb meegemaakt wat de christelijke kerk als institutie voorstelt. Wat er in die kerken gebeurt… daar zie ik wel een paar verbeterpuntjes. Laatst weer die kardinaal Williamson, die niet gelooft dat er zes miljoen joden vergast zijn. De wijze waarop de kerk heeft bijgedragen aan de onderdrukking van vrouwen. Het belachelijke standpunt van de rooms-katholieke kerk over contraceptie. “Ik mediteer, doe wat aan yoga. Wat ik van het boeddhisme vooral meeneem, is het belang van het hier en nu. Ik ben nu, in dit interview, echt bij jou. Ik denk niet aan die brief die ik half af heb of wat ik na dit gesprek verder nog moet doen. Ik ben een heel druk persoon, druk in mijn hoofd. Dankzij de yoga heb ik geleerd even stil te zitten; me als observer even af te vragen: wat voor film trekt er nu aan mij voorbij? Dat helpt enorm. Ik word er ongelooflijk veel vrolijker van. In plaats van onder de afwas te denken: ik moet het papier nog naar de papierbak brengen en dan nog naar de natuurvoedingswinkel fietsen, ben ik gewoon met die afwas bezig. Het klinkt gemakkelijk, maar het is geniaal. Iedereen heeft periodes waarin er van alles en nog wat gebeurt. Zeg dan tegen jezelf: ‘Oké, ik ga er nu een halfuur voor zitten, en dan mag ik piekeren.’ Dan haal je alle nare scenario’s, of wat die ellendeling nu weer heeft gezegd, naar boven, en na een halfuur zeg je: ‘Nu is het klaar, morgen weer een halfuur.’ Dan ben je er voor de rest van de dag vanaf.”

VU OF UVA?

“Ja, sorry VU, ik vond het aan de UvA veel leuker. Ik heb internationaal recht gedaan, in het centrum van Amsterdam, een klein gebouw aan de Herengracht met oude lambrisering, grote stapels boeken. De VU, waar ik mijn kandidaats rechten deed, was buiten de stad; een deprimerend gebouw, allemaal functioneel maar heel groot en veel beton. En dat studeren, ach… Het klinkt misschien arrogant, maar ik kon het echt met mijn ogen dicht en mijn handen achter mijn rug.”

MOSSELEN OF TONIJN?

“Ik eet helemaal geen seafood. Als kind wilde ik al niets met oogjes, pootjes of klauwtjes. Ik ben niet tegen het eten van vlees of vis, maar maak daar een luxe van. En als je het eet, zoek dan een vis uit die duurzaam gevangen is. Je kunt best eens vis uit het water halen, maar 28 | V U M A G A Z I N E

niet meer dan de natuur erbij kan kweken. Tachtig procent van alle vissen die nu rondzwemmen en die wij op ons bordje krijgen, is in 2050 op. Een kabeljauw hoort een meter vijftig te worden – zo zie je ze nooit meer! Wat rondzwemt in onze zeeën, dat zijn kleuters, of op zijn best pubers. Die moet je dus niet kopen. Je kunt in Amsterdam heel goed duurzame zalm vinden. Bij Frank’s Smoke House bijvoorbeeld. Nee, daar heb je in de buitenwijken inderdaad niet veel aan. Daar moet je dus gewoon met vier van je buren elke dag in de supermarkt vragen: ‘Wij zouden graag biologisch gehakt willen.’ Als wij uiteten gaan vraag ik altijd, soms tot lichte ergernis van mijn vriend: hebben jullie biologische wijn en weet je waar je vis vandaan komt? Sommigen weten dat precies, anderen niet. Maar als jij en ik het maar blijven vragen, gaan ondernemers beseffen dat het voor klanten een item is.”

TWEEDE KAMER OF VN?

“Er wordt mij wel vaker gevraagd waarom ik niet in de politiek zit. Een van de belangrijkste problemen nu is het klimaat, en ik denk dat ik daar in mijn huidige functie meer aan kan doen. Greenpeace heeft toch net iets meer de handen vrij dan GroenLinks, SP of PvdA, die toch ongeveer hetzelfde zullen willen uitdragen. Werken in een internationale omgeving, New York of Genève, bij de Verenigde Naties of een ander internationaal instituut, dat trekt me wel mateloos. Mijn vriend, die in de theaterwereld zit, zou zó meegaan. Maar onze zoon is nu dertien, hij voelt zich thuis op zijn school en met zijn vrienden, dus dat is zeker nog een paar jaar niet aan de orde.”

OLD BOYS OF OLD GIRLS?

“Ik zit in twee clubs die exclusief voor vrouwen zijn. Dikke Deuren is een groep vrouwen met een directiefunctie in een ngo in Nederland. We wisselen net zo makkelijk tips uit hoe je reorganisaties aanpakt, als waar je in de uitverkoop fatsoenlijke schoenen kunt krijgen. Een warm bad is het. En ik zit in het bestuur van Women on Top, de stichting van Heleen Mees. Daar heb je ook niet het gevoel dat je een apart geval bent. Dan staat die in de Viva, dan zit die in Buitenhof... Je bent daar heel gewoon, mét je connecties, mét je baan. “Seksisme valt me snel op. Ik spreek mensen er ook wel op aan. Laatst deed ik mee aan een debat, als enige vrouw. Misschien oog ik wat jonger dan de andere deelnemers, mooi opgeschilderd, haar geföhnd. En dan word ik aangesproken met Liesbeth, en de anderen met meneer… Verder ging het prima, maar ik vroeg na afloop wel aan de presentator: wil je van mij een klein verbeterpuntje?” « m www Meer informatie over en visies op de Greenpeace-actie in de Duitse Noordzee op www.vumagazine.nl.


service

mvo o r

alumni

Reportage: pubquiz ‘We weten helemaal niks, tot nu toe’, klaagt een team bij vraag tien. Maar wie zei dat het makkelijk zou zijn? We zijn hier wél bij een pubquiz voor alumni en studenten van de VU. DAPHNE LENTJES FOTO: COMVU/SUZANNE DORRESTEIN

“Een ezelsbruggetje. Wie kent het niet: ‘Beau, bon, joli, haut, long, petit.’ Wat was er ook alweer aan de hand met deze woorden?” Het is vrijdagavond, zes uur in het nieuwe campuscafé The Basket en de maandelijkse pubquiz is in volle gang. Zeven teams van studenten en alumni, voorzien van deelnameformulieren en bier, strijden om de eer en een exclusieve prijs: een VU-usb-stick, zoals later zal blijken. Tim van der Rijken, zelf alumnus van de economiefaculteit, presenteert de vragen. Het groepje economiestudenten aan de tafel naast hem overweegt bij vraag tien het bijltje er al bij neer te gooien. “We weten helemaal niks, tot nu toe”, klinkt het klagerig. Het groepje psychologiealumni aan de andere kant van

het café is hoopvoller gestemd. “Of we hier vaker komen pubquizzen? Nee, dit is de eerste keer”, vertelt Laura Eggermont, postdoc bij Klinische neuropsychologie, tussen twee vragen door. “Ik heb ook nog nooit aan een pubquiz meegedaan. Maar we gingen met een paar collega’s nog even een biertje drinken en toen zagen we dat je je kon inschrijven, leuk toch?” Haar collega Marjolein Luman, alumnus van de UvA: “De volgende keer komen we met een heel team. Als we niet winnen, willen we wel revanche natuurlijk.” De VU-pubquiz vindt iedere laatste vrijdag van de maand plaats in The Basket. Het is de bedoeling dat het een traditie wordt, maar die moet nog enigszins op gang komen. Alumniprogrammamaker Jasmijn Snoijink van VU Connected: “Er komen nu nog niet zo veel alumni op af als we zouden willen, maar dit is ook pas de tweede keer dat we de pubquiz organiseren.” Voor wie in de buurt is, is de pubquiz zeker een aanrader: lastige vragen – welke vier diersoorten veroorzaakten de bijbelse plagen? – verhitte gemoederen – “Olifanten! Giraffen!” – en een vleugje VU-campusgevoel. De pubquiz voor alumni en studenten vindt elke laatste vrijdag van de maand plaats; de volgende is dus op vrijdag 27 maart. Er zijn twee quizzen: de eerste start om 17:30 uur en de tweede om 19:00 uur. Inschrijven kan via de website of ter plaatse. Stel een team samen en geef je op of kom spontaan langs. www.vupodium.nl/alumni/ pubquiz.

m AFSCHEID AD ZUIDERENT

Vrijdagmiddag 24 april kunt u tijdens een feestelijke bijeenkomst bij de Letterenfaculteit afscheid nemen van Ad Zuiderent. Zelf presenteert hij daar in het Exposorium een tentoonstelling die hij zelf heeft samengesteld. Op www.let.vu.nl vindt u binnenkort meer informatie over het programma.

m ALUMNIKRING GENEESKUNDE Per 1 januari is de alumnikring geneeskunde VUmc van start gegaan, met activiteiten voor afgestudeerden van de voormalige faculteit Geneeskunde van de VU, nu VU medisch centrum. Leden ontvangen uitnodigingen voor culturele, inhoudelijke en natuurlijk ook sociale bijeenkomsten met andere afgestudeerden van VUmc en het wetenschapsmagazine Synaps. Het lidmaatschap bedraagt € 20,- per jaar. Voor een overzicht van de activiteiten, de brochure en de online aanmelding, kijkt u op www.vumc.nl/ alumni. Zie ook de rubriek Met de bul op zak op pag. 34, waarin drie bestuursleden van de alumnikring worden geportretteerd.

m VERTELLEN OVER UW WERK?

Bent u VU-alumnus en werkt u in de sector gezondheid, cultuur of bij de overheid? Wij zoeken sprekers die op vrijdag 12 juni of vrijdag 19 juni voor een kleine groep VUstudenten een presentatie willen houden over hun werk in een van die sectoren. Stuur een e-mail naar loopbaanadviseur Elly Schouten, e.schouten@dienst.vu.nl.

m BOMEN VOOR ADRESSEN

De oproep aan lezers van VU Magazine om hun e-mailadres door te geven heeft al duizend adressen en dus honderd bomen opgeleverd: voor tien e-mailadressen plant de VU in samenwerking met Oxfam Novib een jonge boom in Mozambique. Wilt u ook het milieu sparen en digitaal op de hoogte worden houden van onze activiteiten? U kunt nog steeds uw e-mailadres doorgeven: www.vu.nl/alumni. V U M A G A Z I N E | 29


service

mva n

vu podium

Menselijke maat

m BEAUTY, SEKS EN GELUK

In drie talkshows is Susanne Heering, bekend van de Amsterdamse televisiezender AT5, namens VU podium op zoek naar de menselijke maat in schoonheid, seksualiteit en geluk. Eén talkshow is al geweest. Daarin debatteerde Margriet van der Linden, hoofdredacteur van Opzij, over de vraag of schoonheid een obsessie is geworden. In de volgende talkshow, op donderdag 26 maart, staat de seksualisering van onze maatschappij ter discussie. Schrijver Ronald Giphart, universitair hoofddocent theoretische pedagogiek aan de VU, Jan Willem Steutel en freelance journaliste Myrthe Hilkens bespreken de pornoficatie van onze samenleving en behandelen de vraag waarom in reclame en videoclips mannen zo vaak als dekhengsten en vrouwen als gewillige typetjes worden neergezet? Geluk is het onderwerp van de laatste talkshow op 9 april. GroenLinks politica Femke Halsema schreef in 2008 het boek Geluk! over hyperconsumptie, haast en hufterigheid. Wie wordt er nu echt gelukkig van onze ongebreidelde consumptie? Geluksprofessor Ruut Veenhoven van de Erasmus Universiteit en psychiater Aartjan Beekman van VUmc gaan samen met Halsema op zoek naar de antwoorden. Is geluk je eigen verantwoordelijkheid en ben je dus evenzo verantwoordelijk voor je eigen depressie?

KEKE KEUKELAAR

26 maart en 9 april 2009, 20:00 uur. OBA (Openbare Bibliotheek Amsterdam), Theater van ‘t woord, Oosterdokskade 143, Amsterdam

BOB BRONSHOF

Waar blijft de mens in tijden van globalisering? Dat was de vraag die CvB-voorzitter René Smit zichzelf en ons stelde bij de opening van het laatste academisch jaar. Gaat de menselijke maat steeds meer ten onder in het geweld van vrijwel autonome processen, waarop je als mens geen invloed hebt? Wat is de positie van de mens of wat zou deze positie kunnen zijn? Vragen die in tijden van krediet- en economische crisis actueler zijn dan ooit. VU podium pakt het thema Menselijke Maat op met een serie activiteiten in de periode tussen maart en juni 2009: talkshows, films en discussie, een prijsvraag en lezingen.

Femke Halsema

m MILIEU OLYMPIADE

Overal ter wereld doen de laatste jaren milieugevolgen van onze levenswijze zich voelen. Onheilspellende verhalen over smeltende ijskappen, tsunami’s en bosbranden zijn dagelijks nieuws geworden. Problemen die ons een machteloos gevoel kunnen bezorgen. Maar zijn we wel zo machteloos? Misschien kunnen wij in de praktijk van alledag wel heel veel doen om ons milieu te ontzien. De VU organiseert samen met onder andere de Stichting Cosmicus en het Platform Bèta Techniek een prijsvraag voor middelbare scholen. Docenten en scholieren sturen praktische ideeën in om de milieugevolgen van ons dagelijks leven tot aanvaardbare proporties terug te brengen. De winnaar ontvangt tijdens een landelijke manifestatie in het hoofdgebouw van de VU op zaterdag 16 mei een gouden medaille en een geldbedrag van maar liefst € 5.000 uit handen van minister van Onderwijs Ronald Plasterk.

Ronald Giphart 30 | V U M A G A Z I N E


In samenwerking met het CCIV organiseert VU podium in maart een drieluik met lezingen over de menselijke maat bij nieuwe ontwikkelingen in de medische wetenschap. Eric Sistermans, directeur VUmc Cancer Center, Winand Gerritsen, hoofd sectie genoomdiagnostiek VUmc en Berna van Baarsen, ethica/psychologe VUmc, toetsen de laatste ontwikkelingen op het gebied van gentherapie, DNA en orgaandonatie. De lezingen vinden plaats in Bussum. Meer informatie vindt u op www.cciv.nl.

COMVU/MARIEKE WIJNTJES

m MAAKBARE MENS

m DENKEN IN HET DONKER

Liefde, kwaad, eenzaamheid, nachtmerries en dagdromen VU podium presenteert samen met de Faculteit der Wijsbegeerte VU vier films over deze thema’s. De vier meesterwerken vormen de basis voor gesprekken met vier filosofen van de VU. Kom naar ‘bioscoop’ collegezaal KC-07 in het hoofdgebouw van de VU in Amsterdam. De filmvertoning begint steeds om 19 uur.

Lost Highway Psychologische thriller van David Lynch over de symbolische verbeelding van de oorsprong, gedaante van het kwaad en van de vervreemding van de mens in de hedendaagse, postmoderne cultuur. Ad Verbrugge is universitair hoofddocent Faculteit der Wijsbegeerte VU. Datum: dinsdag 31 maart.

Eternal Sunshine of the Spotless Mind Twee ex-geliefden besluiten hun herinneringen aan elkaar te laten wissen, maar krijgen spijt. Een film van Michel Gondry en Charlie Kaufman over het belang van het geheugen en de vraag of lichaam en geest hun herinneringen wel helemaal kunnen kwijtraken. VU-docent Edwin Koster geeft Wijsgerige vorming. Datum: dinsdag 7 april.

Wilde aardbeien

Donnie Darko Donnie Darko is een hoogbegaafde puber met vreemde visioenen. Deze eerste cult-klassieker van Richard Kelly gaat over de vraag of eenzaamheid onvermijdelijk is en of een mens iets aan de loop der dingen kan veranderen. VU-docent Allard den Dulk geeft Wijsgerige vorming. Datum: dinsdag 21 april.

m C-FACTOR

In het kader van het internationale Calvijnjaar 2009 ter herdenking van Calvijns vijfhonderdste geboortejaar lanceerde de VU met dagblad Trouw een zelftest op internet. Met de test kunnen deelnemers hun C-factor vaststellen: de hoeveelheid calvinistische inslag. De test bestaat uit 25 vragen over onder meer godsdienst, kleding en seks. Tijdens de massaal bezochte opening op 12 januari vulde genodigde André Rouvoet als eerste de zelftest in. De politicus scoorde een vertrouwenwekkende 69 procent, een indicatie voor zijn calvinismegehalte. Alleen al in de eerste week onderzochten 65.000 deelnemers hun C-factor door de zelftest in te vullen. Nog geen idee hoe calvinistisch u eigenlijk bent? Kijk op www.trouw. nl/calvijn en doe de zelftest. Overal in het land worden ter gelegenheid van het Calvijnjaar activiteiten georganiseerd. Meer informatie vindt u op www. calvijn2009.nl.

m EVANGELISCH KUIEREN Project3:Opmaak 1

26-06-2008

13:40

Pagina 1

Speciaal ter gelegenheid van de Calvijnweek stippelden docent kerkgeschiedenis Gert van Klinken (Protestantse Theologische Universiteit) Een evangelische en voormalig docent nieuwste kuiering geschiedenis Henk Reitsma (VU) vier Wandelgids voor calvinistisch Amsterdam wandelingen uit in de voetsporen van calvinisten in Amsterdam. Wie waren die calvinisten en wat wilden ze eigenlijk? Hoe hielden zij stand in het altijd politiek bewogen Amsterdam? Van Klinken en Reitsma beschrijven de wandelingen in het boekje Een evangelische kuiering. Het boekje is voor Meinema € 14,50 te bestellen op www.vupodium. nl. Gert van Klinken verzorgt namens VU podium op zaterdag 9 mei een stadswandeling langs calvinistisch Groningen. Kijk voor meer informatie op www.vupodium.nl. Betje Wolff en Aagje Deken beschrijven in 1787 in hun Brieven van Abraham Blankaart diens ‘evangelische kuiering’ langs de vele kerken van de hoofdstad. De tocht wordt zo omschreven dat de lezer die gemakkelijk zelf kan maken. Meer dan tweehonderd jaar na dato verschijnt van deze ‘evangelische kuiering’ een bij de tijd gebrachte versie. In het Calvijnjaar 2009 valt de aandacht daarbij op diens geestelijke nazaten in Amsterdam. Wie de calvinisten waren en wat zij wilden, waar zij kerkten en hoe het daar toeging, hoe zij zich in het Amsterdamse straatbeeld manifesteerden in politiek bewogen dagen: de lezer komt het aan de weet in deze wandelgids. Net als in de dagen van Betje Wolff en Aagje Deken nodigt Een evangelische kuiering de lezer uit om zelf de stoute schoenen aan te trekken. Gert van Klinken is docent kerkgeschiedenis aan de Protestantse theologische Universiteit in Kampen. Henk Reitsma was docent nieuwste geschiedenis aan de letterenfaculteit van de Vrije Universiteit in Amsterdam.

Van Klinken en Reitsma Een evangelische kuiering

Tijdens een autoreis van Stockholm naar Lund kijkt professor Isak Borg terug op zijn leven. Een ‘road movie’ van Ingmar Bergman over identiteit, vergeving en de vraag of mensen écht kunnen veranderen. René van Woudenberg is decaan en hoogleraar aan de Faculteit der Wijsbegeerte VU. Datum: dinsdag 14 april.

André Rouvoet en Trouw-redacteur Lodewijk Dros

Gert van Klinken en Herman Reitsma

www.uitgeverijmeinema.nl

V U M A G A Z I N E | 31


ANEFOTO

m AMSTERDAM OPEN

In dit tweedaagse toernooi, dat plaatsvindt op 3 en 4 april, kunnen debaters uit heel Europa de degens kruisen over een keur aan onderwerpen: van onderwijs tot internationale politiek, van economie tot medische ethiek. De beste vier teams van het toernooi nemen het tegen elkaar op in een spetterende finale in de Mozes & Aäronkerk. De finale is toegankelijk voor alle geïnteresseerden. Naast het topdebat tussen deze vier teams is er een lezing, gegeven door een keynote speaker. Er is ook gelegenheid zelf in discussie te gaan. Registratie via www.amsterdamopen2009.com.

m COACHCAFÉ

Afgestudeerd en aan het werk. Alles in kannen en kruiken. Maar zit je wel helemaal op je plek? Is dit het werk waarvan je blij wordt? Speciaal voor alumni die zich afvragen of ze wel de juiste koers varen, organiseert VU podium in samenwerking met Blikopener het coachcafé. Wat zijn je talenten? Waarvan word je gelukkig? En hoe kun je je talenten aanwenden om dat te gaan doen waarvan je gelukkig wordt? In kleine groepjes van maximaal drie mensen kom je op een avond met drie professionele coaches intensief in gesprek. Door te sparren, spiegelen en reflecteren word je je bewuster van je eigen talenten en kun je beter je koers bepalen. Het volgende Coachcafé vindt plaats op 15 april in café The Basket op de VU Campus.

m NEXT

m MARTIN LUTHER KING

Ook na veertig jaar blijft Martin Luther King jr. mensen over de hele wereld inspireren. Zijn bekende I have a dream-toespraak bezorgt mensen nog dagelijks kippenvel. Ter gelegenheid van de 41e sterfdag van deze bijzonder hoogleraar van de VU organiseren VU podium en De Boskant twee activiteiten in Den Haag. Op zaterdag 4 april gaat Paul Scheffer in op de actualiteit en achtergronden van het integratievraagstuk. Scheffer is publicist, bijzonder hoogleraar aan de UvA en prominent PvdA-lid. Zijn boek Het land van aankomst vertelt over de zoektocht van een man naar verzoenende antwoorden op de problemen tussen immigranten en ingezetenen. “We leven in een land van aankomst, een land waar velen van heinde en verre naartoe zijn gekomen en een land waar mensen al generaties lang leven. Dat is een kwetsbare verandering. Het debat is vaak fel, omdat er veel op het spel staat.” Aan deze activiteit nemen ook Wim Janse, decaan Faculteit der Godgeleerdheid (VU), en Tweede Kamerlid PvdA John Leerdam deel. Donderdag 9 april is De Boskant in Den Haag het decor van een debat onder de titel Integratie, tot (w)elke prijs? Met het verschijnen van de integratienota van de PvdA in 2008 lijkt het centrum van politiek Nederland te hebben gekozen voor de no-nonsense aanpak van de VVD en definitief afscheid te hebben genomen van een vriendelijke, gastvrije, multiculturele samenleving. Is deze no-nonsense aanpak reëel? Debat met de voorzitter van de PvdA Lilianne Ploumen, hoogleraar maatschappelijke bestuurskunde Universiteit van Tilburg Gabriël van den Brink, woordvoerder integratie Tweede Kamerfractie VVD Paul de Krom en hoogleraar politieke geschiedenis aan de VU Susanne Legêne. 32 | V U M A G A Z I N E

Solliciteren? Onderzoeker worden? Een eigen bedrijf? Freelancen? Of verder studeren? Vergroot je kansen op succes en geef je op voor de workshopavond van Next. Het alumniprogramma Next biedt leuk en handig gereedschap voor de volgende stap in je carrière. Met onder meer kleding- en stijladvies, hulp bij beroepsoriëntatie en sollicitatie, workshops onderhandelen, mindmapping, netwerken en meer. Onder de deelnemers wordt een vervolgcursus naar keuze verloot ter waarde van € 500. 2 april 2009, 19 uur, hoofdgebouw VU. Inschrijven op www.vupodium.nl.


MAIL&WIN

DE STEM VAN HET GEWETEN Vorm trekt bij Van Gogh zo de aandacht dat zijn religieuze thematiek op de achtergrond kan raken. In zijn nieuwe boek ‘Het evangelie volgens Vincent van Gogh’ haalt Anton Wessels die terug. Een fragment.

A

l als student in Amsterdam denkt Vincent diep over het leven na. Hij meent dat het soms goed is om veel de wereld in te gaan en onder mensen te verkeren, ‘maar wie eigenlijk liever maar stil alleen zou werken en zeer weinig vrienden zou willen hebben, die gaat het veiligst onder de mensen en in de wereld rond’. Je moet het niet pluis vinden als je geen moeilijkheden of zorg kent; je moet het jezelf niet al te gemakkelijk maken. Ook in de beschaafdste kringen en de beste omstandigheden moet je iets behouden van de oorspronkelijke aard van een natuurmens als Robinson Crusoë, want anders heb je geen wortel in jezelf. Je moet het vuur in je ziel nooit laten uitgaan, maar het onderhouden. Vincent is ervan overtuigd dat wie de armoede kent en liefheeft, een grote schat bezit en de stem van zijn geweten steeds duidelijk zal horen spreken. Als je die stem in je binnenste volgt, vind je daarin ten slotte een vriend en ben je nooit alleen! Het geweten is het kompas van een mens: ‘Wie het geloof in God heeft behouden, hoort soms een zachte stem van het geweten, waarbij men misschien goed doet die met de naïviteit van een kind te volgen.’ Vincent beschouwt het geweten als de allerhoogste rede, de rede in de rede. Als je die volgt kun je soms denken dat je verkeerd of dwaas gehandeld hebt, vooral wanneer meer oppervlakkige mensen er prat op gaan dat ze zo veel wijzer zijn en denken dat zij zo veel beter slagen in het leven. Soms is dat moeilijk en als er toestanden komen waarin de moeilijkheden tot een springvloed stijgen, zou je wel minder consciëntieus hebben willen zijn. Vincent wil niet in het ondoorzichtige ‘zwart’ vervallen, maar wil nog meer het wit vermijden van een gewitte muur, dat staat voor schijnheiligheid en het eeuwige farizeïsme (Matteüs 23:27). Zijn eigen geweten is het kompas dat hem de weg wijst, al weet hij niet of het zuiver werkt. Hoe zijn geweten werkt, blijkt uit een tekening die hij maakt naar aanleiding van het gedicht ‘The Great Lady’ van Thomas Hood, Brits dichter en uitgever van verscheidene Engelse geïllustreerde tijdschriften. Hood, die vooral om zijn humoristische poëzie wordt gewaardeerd, vestigt in zijn ernstige gedichten de aandacht op sociale misstanden. Vincent verwijst naar een gedicht over een deftige dame die ’s nachts niet slapen kan, omdat zij overdag, als zij uitgaat om een japon te kopen, de arme bleke, teringachtige en uitgemergelde naaisters heeft zien zitten werken in een bedompt vertrek. Van Gogh maakt de uitbeelding van The Great Lady naar aanleiding van dit gedicht in april 1882 in Den Haag.

Uit: Anton Wessels. Het evangelie volgens Vincent van Gogh, ca. 256 pag., ca. € 29,95. Uitgeverij Ten Have (www.uitgeverijtenhave.nl), Kampen. ISBN 978 90 259 5969 2. Verwacht in april. Anton Wessels was van 1978 tot 2002 hoogleraar aan de Theologische Faculteit van de VU van Amsterdam met als vakgebied godsdienstwetenschap, in het bijzonder de islam. Hij werkte voor die tijd jarenlang in Egypte en Libanon en publiceerde over de verhouding tussen islam en christendom en de verhouding tussen evangelie en cultuur. The Great Lady, Vincent van Gogh, 1882

m win

een boek

Onder de snelste mailers verloot de redactie vijftien exemplaren van het boek Het evangelie volgens Vincent van Gogh. Mail naam, adres naar vumagazine@vu.nl. V U M A G A Z I N E | 33


MET DE BUL OP ZAK > GENEESKUNDE Op de VU kun je veel opleidingen volgen. Inmiddels staan er meer dan 40.000 alumni in het adressenbestand. Waar komen ze terecht na hun studie? ANITA MUSSCHE FOTO’S: MARIJN ALDERS

Ed van der Veen

67, afgestudeerd in 1968 Wat doet u nu? “Ik ben gepensioneerd. In mijn werkzame leven ben ik altijd bij de VU ‘blijven hangen’: als internist, als hoogleraar Endocrinologie, als vicedecaan, decaan en lid van de Raad van Bestuur van VUmc. Tegenwoordig ben ik nog voorzitter van het College Beroepen en Opleidingen in de Gezondheidszorg. De beste periodes waren die waarin ik dingen opbouwde: als hoogleraar een afdeling met jonge, enthousiaste onderzoekers, als decaan en een nieuwe organisatiestructuur. Geen dag was hetzelfde.” Wat verwachtte u van uw studie? “Ik wist dát ik dokter wilde worden, maar niet wat voor dokter. Ik werd internist omdat je dan beschouwender kunt zijn dan wanneer je werkt met een scalpel in je hand.” Was het wat u ervan verwachtte? “Je had helemaal niets aan het eerste jaar. Je 34 | V U M A G A Z I N E

moest een haaienkop uit elkaar snijden en een hyacintwortel, en ze nog tekenen ook. Wij studenten hielden een enquête en schreven een kritisch rapport. En werden serieus genomen! Lang voor de democratisering van de universiteit hadden wij als studentenraad al invloed.” Wie was uw belangrijkste inspiratiebron? “Ik had er twee. Internist Cees van der Meer was een voortreffelijk docent, met veel aandacht voor de menselijke aspecten van het vak. Bert Thijs, ook internist, was echt een rolmodel, een voortreffelijk mens en vakman.” Komt u nog weleens op de VU? “Ja, heel frequent. Ik zit nog promoties voor en kom weleens voor oraties of voor een adviesje. En ik ben voorzitter van de alumnikring geworden. We moeten alumni meer bij de VU betrekken. Ze kunnen iets betekenen voor onze studenten en voor ons onderzoek.”

Charlotte Bruins Slot 54, afgestudeerd in 1984

Wat doet u momenteel? “Ik ben jeugdarts op consultatiebureaus in Loenen aan de Vecht en Vinkeveen. Ik vind het plezierig om met het team van zorgverleners een netwerk te vormen rond het gezonde kind. Het is heel belangrijk om oog en oor te hebben voor ouders en om problemen in een vroeg stadium te signaleren.” Was dat altijd al uw droom? “Ik wilde kinderarts worden, net als mijn vader, maar vond het vak toch te zwaar en moeilijk te combineren met een mogelijk gezin. Ik ben ook nog schoolarts geweest, maar werkte liever met kinderen tot vier jaar. Vorig jaar heb ik overigens alsnog mijn opleiding tot jeugdarts afgerond. Ik ben er altijd bij blijven studeren, heel leuk.” Heeft u nog vrienden uit die tijd? “Ik heb er twee heel goede vriendinnen aan overgehouden. Tijdens een intensieve peri-


m waar

zijn onze alumni Geneeskunde?

De VU heeft een aantal alumni uit het oog verloren. Kent u een van de onderstaande alumni, wilt u hen dan vragen hun juiste gegevens door te geven? Dat kan via het aanmeldingsformulier op www.vu.nl/alumni of via een e-mail naar alumni@vu.nl. Tussen haken het jaar van afstuderen: dhr. R.H. Rozendal [1951], dhr. J.U. Postma [1953], dhr. A. Goede [1958], dhr. R.P. van Rijswijk [1959], P.E. Brouwer [1963], H. Fintelman [1964], dhr. A.P. van Erkel [1965], P.A. van Beek [1966], dhr. C. Hooijer [1967], dhr. M.H. Hemrika [1967], dhr. M.A. Schalkwijk [1968], mw. C.C.M. Pinchasik [1968], dhr. P.A. Engelen [1969], dhr. E.E. Laclé [1969], mw. A.H.M. Kleemans [1970], H.B.C. Verbiest [1970], G.J.A. Polak [1970], I. Padmos [1971], mw. G. Koornstra [1973], dhr. G. Stoter [1973], dhr. P.A. Go [1975], R.G.J. van der Boom [1975], dhr. A.F.J. Scholtens [1982], dhr. S.F.T. Thijsen [1982], dhr. B.R. Pais [1986], mw. J.M. Witt [1986], dhr. R.A.P.A. Hessels [1988].

ode zoals je coschappen maak je veel mee, ook moeilijke dingen zoals mensen die sterven. Dan is het fijn als je die ervaringen kunt delen. Dat is een goede basis voor vriendschap.” Heeft u ook slechte herinneringen? “Ik wachtte een keer met een groepje vrouwelijke coassistenten op een college van de hoogleraar KNO, die bekend stond als erg vrouwonvriendelijk. Hij deed de deur open, zei: ‘O, ik zie dat het college niet doorgaat’ en deed de deur weer dicht. Heel vernederend vond ik dat.” Komt u nog weleens op de VU? “Tijdens het VU Festival in 2007 was ik op de reünie, maar er waren weinig mensen op afgekomen. Ik werd er benaderd om in het bestuur van de alumnikring geneeskunde te komen. We zijn een soort denktank die nadenkt over leuke activiteiten voor alumni.”

Richard Lazeron

42, afgestudeerd in 1991 Wat voor werk doet u? “Ik werk als neuroloog in Kempenhaeghe, een epilepsiecentrum in Heeze. Epilepsie heeft altijd al mijn interesse gehad. Hier kan ik ook onderzoek doen met functional MRI, een methode die ik ook tijdens mijn promotieonderzoek veel gebruikte. Interessant aan mijn werk is dat ik veelal op het oog gezonde patiënten heb, die echter door hun aanvallen veel problemen kunnen hebben. Ook de pathofysiologie van neurologische aandoeningen vind ik enorm interessant.” Wat verwachtte u van Geneeskunde? “Ik wilde inzicht krijgen in de werking van het menselijk lichaam, in ziekteprocessen – vooral van hersenziekten – en de behandeling daarvan. Als ik zeker had geweten dat ik neurologie en epilepsie tot mijn werkgebied zou maken, zou ik mij daar tijdens de studie waarschijnlijk al op gefo-

cust hebben, maar een bredere kijk heeft ook belangrijke voordelen.” Wie was uw belangrijkste inspiratiebron? “Van iedereen die ik tijdens mijn studie ben tegengekomen heb ik wel iets geleerd. Dat geldt zowel voor professionals als voor patiënten, familie en vrienden van patiënten.” Komt u nog weleens op de VU? “Af en toe omdat ik in de alumnikring geneeskunde zit. Heel af en toe voor promoties van (ex)collega’s en echt heel af en toe voor een cursus of congresje.” Wat is uw leukste herinnering aan de VU? “Mijn hele studietijd is eigenlijk een leuke herinnering. Kennis opdoen, dingen uitzoeken en toch veel vrijheid hebben. En café Uilenstede was leuk: je kon er lekker en goedkoop eten en je naam werd omgeroepen als het eten klaar was.” « V U M A G A Z I N E | 35


ADVERTORIAL



       

        

 

 

 

 

     

 

     

  

    

      


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.