21 minute read

DE GROOTSTE HINDERPALEN KAPITAAL, TALENT EN MARKTTOEGANG

drie gewesten • verschillen

In het vorige hoofdstuk zagen we dat Vlaanderen de laatste jaren sterk groeide in aantal tech scale-ups. Op sommige vlakken zijn we zelfs stateof-the-art, denk bijvoorbeeld aan de bloeiende biotech, of aan tal van toepassingen in data en AI. Toch moet de groei meer en sneller. Dat kan door een aantal drempels die de snelle groei afremmen, weg te nemen of minstens te verlagen. De voornaamste daarvan zijn te weinig beschikbaar talent, het gebrek aan kapitaal en een beperkte internationale markttoegang.

3. De grootste hinderpalen: kapitaal, talent en markttoegang

1. Talent als grootste uitdaging

Een recente bevraging van Deloitte leert dat een op twee scale-ups onzeker is over het vinden van geschikt talent in 2021.12 Gezien de algemene krapte op de arbeidsmarkt is dat niet zo verrassend, maar onze positie als land verslechtert. Dat zou ons moeten wakker schudden. Uit de IMD World Talent Ranking blijkt dat we in 2020 de 16de plaats wereldwijd bekleedden, waar we in 2017 nog op de 3de plaats stonden.13 Ook gingen we in alle subrankings achteruit, dus zowel op het vlak van de ontwikkeling van eigen talent en onze aantrekkelijkheid voor buitenlandse werknemers, als voor de voorraad aan skills en competenties. Nochtans gaan tal van andere kleine landen ons vooraf, dus schaalgrootte kan niet als excuus gelden. Die vergelijkbare kleine landen zijn Zwitserland en de Scandinavische landen, maar ook Nederland, Oostenrijk en Luxemburg.

Tech scale-ups zoeken specifieke, hoogopgeleide profielen. Dat

scale-ups • hinderpalen

onderstreept de nood aan meer afgestudeerden in STEM-richtingen, waarbij bovenal het gebrek aan IT-profielen hoog is. De behoefte aan meer digitaal onderwijs en het belang van levenslang leren én digitale reskilling bij volwassenen, is dan ook groot.14 Helaas lopen we in levenslang leren hopeloos achter en verbetering is nog niet in zicht. Ook de Vlaamse Adviesraad voor Innoveren en Ondernemen (VARIO) bevestigt in zijn jongste advies de nood aan een stevige ambitie op het vlak van STEM-uitstroom. Het aandeel STEM-afgestudeerden zou in 2030 op 30% moeten liggen voor de hogere onderwijsdiploma’s, maar Vlaanderen krijgt daarin nauwelijks beweging.15 Momenteel is Duitsland koploper met 33% en zelfs daar worden nog tekorten ervaren.

Aan de instroom van STEM-richtingen moet dus gewerkt worden, onder meer door ze aantrekkelijker te maken voor meisjes én jongeren in het algemeen. Dat kan onder meer door het maatschappelijk belang van die studierichtingen meer te benadrukken. Het gaat immers niet enkel om de technologie op zich, maar ook over de impact ervan op het welzijn, de maatschappij en het klimaat. Die maatschappelijke brug en de interactie tussen harde en softe wetenschappen kan bijdragen aan het verhogen van de in- en uitstroom. De wisselwerking tussen soft en hard zien we trouwens ook steeds vaker bij de scale-ups zelf. Denk bijvoorbeeld aan de oprukkende HR-tech die wetenschappelijke psychologische inzichten en data science verzoent. Dat een grotere instroom in STEM-richtingen geen utopie hoeft te zijn, bewees Duitsland met ‘KOMM MACH MINT - Eine Aktion für mehr Frauen in MINTBerufen’, dat voor een verdubbeling van het aantal jonge vrouwen heeft gezorgd in de periode 2008-2018. Die grootschalige actie met de focus op informatietechnologie bestaat uit een brede alliantie van 340 partners uit de ondernemerswereld, politici, (sociale) media, … en loopt nog steeds. 16

Rekruteren kan natuurlijk ook rechtstreeks in het buitenland. Helaas beperkt zich dit vooral tot de scale-ups die externe investeerders aan boord

“Uit een recente bevraging blijkt dat een op twee scale-ups onzeker is over het vinden van geschikt talent in 2021.”

hebben of meer internationale ambitie vertonen. Dat is vooral zo in ICT, biotech en healthcare. Hier liggen dus zeker nog kansen voor andere scale-ups. Datzelfde fenomeen zien we trouwens ook bij onboarding processen die belangrijk zijn om vanaf dag één te investeren in de binding van nieuwe werknemers met het bedrijf. Ten slotte bestaat er meer aarzeling voor het ontslaan van personeel in scale-ups zonder externe professionals aan boord. Sommige werknemers worden dus te lang aan boord gehouden, waardoor hun potentiële inzet bij andere scale-ups beperkt is. Opvallend daarbij is dat er geen verband is met de nationale ontslagregels en praktijken. Een mogelijke verklaring is dat ontslag minder in de aard zelf van een snelgroeiend bedrijf zit, de focus ligt er immers per definitie op groei. Veel scale-ups kunnen zich op het vlak van rekrutering en HR-beleid, ook al is dat niet hun eerste bekommernis, dus nog verbeteren. Acceleratoren en andere begeleidingsprogramma’s zouden hier dan ook meer aandacht aan moeten besteden. Talent vormt immers de kern van scale-ups.

Maar ook op administratief vlak zijn er nog enkele belangrijke inhaalslagen te maken. Zo is de doorlooptijd van de ‘Single Permit’, die werk- en verblijfsvergunning combineert, te lang. Die loopt soms op tot twee maanden. In tijden van arbeidskrapte wordt elke vertraging echter genadeloos afgestraft. De doorlooptijd moet dan ook drastisch ingekort worden, tot minder dan een maand, zoals vÓÓr de invoering van de Single Permit het geval was. Administratieve issues in de achtergrond mogen niet langer voor vertragingen zorgen.

12. DELOITTE, Start- and Scale-Ups Confidence

Survey REPORT, 2021. 13. INSTITUTE FOR MANAGEMENT

DEVELOPMENT, IMD World Talent Ranking 2020, Lausanne, 2020. 14. DIGITAL EUROPE, Scaling in Europe, 2019. 15. VARIO, STEM AGENDA 2030. STEMcompetenties voor een toekomst- en missiegericht beleid, 2021. 16. KOMM MACH MINT, komm-mach-mint.de, geraadpleegd op 27 oktober 2021

scale-ups • hinderpalen

2. De nood aan kapitaal

Figuur: Verschillende manieren van financieren Figuur 9: Verschillende manieren van financieren

Wereldwijd is er steeds meer kapitaal ter beschikking om te investeren. De lage rente en de overvloed aan publiek geld van de centrale banken, zijn daar allesbehalve vreemd aan. Het is dan ook niet verwonderlijk dat steeds meer geld naar start- en scale-ups vloeit. Het verklaart ook de exponentiële groei van unicorns, scale-ups met een waardering van 1 miljard dollar, en decacorns die tienmaal de waardering van een unicorn hebben. Door zijn succes is de term ‘unicorn’ eigenlijk betekenisloos geworden, want het gaat al lang niet meer om een zeldzaam fenomeen. Er is veel kapitaal, maar er zijn ook veel vormen van financiering: met eigen spaargeld of van goede kennissen, bank- en overheidsleningen, het aantrekken van investeerders of in latere fases met een beursgang. Voor dat laatste passen veel bedrijven omdat dit vaak ook heel wat nieuwe verplichtingen en lasten met zich meebrengt. Bovendien is een beursgang niet steeds een succes. Soms is de vooraf ingeschatte waardering in de praktijk minder hoog dan gehoopt en de kapitaalophaling bijgevolg ook. Aangezien er veel risico’s verbonden zijn aan scale-ups zal er in de meeste gevallen gekozen worden voor een financieringsmix om de risico’s te spreiden. Daarbij stapt eerst het zaai- of kleinkapitaal in: de zogenaamde ‘Friends, Family and Fans’ (FFF), iets later de business angels en in de opschalingsfase de durfkapitalisten. Wanneer er al voldoende schaal en omzet zijn bewezen, stappen pas de klassiekere financiers in zoals banken, institutionele investeerders, private equity, strategische overheidsfondsen, … (figuur 9). Return versus risico Daar is ook een reden voor: durfkapitalisten kijken eerder naar het potentieel, traditionele investeerders vooral naar de risico’s en waarborgen die er tegenover staan. Durfkapitalisten weten dat bij een goede ‘gok’ de return zeer hoog kan zijn en bij een vroege instap levert zo’n succes des te meer op, aangezien men zich relatief goedkoop heeft ingekocht. Men krijgt achteraf meer waarde voor zijn geld. Meer klassieke investeerders willen vooral hun geld terug zien, uiteraard met wat winst, en zullen daarom waarborgen vragen en grote risico’s in de beginfase vermijden. Voordat banken en andere instappen moet de scale-up zich dus al voldoende bewezen hebben (figuur 10). Internationaal neemt het aandeel van niet-traditionele investeerders toe, wat een goede zaak is, want zo komt er niet alleen meer kapitaal ter beschikking, maar ook in een vroeger stadium, wat het voor scale-ups makkelijker maakt om sneller op te schalen. Ook in ons

Ondernemingen Eigen vermogen Schulden

Private markten Publieke markten (beurs) Particulieren Banken Gespecialiseerde financiers (PMV, LRM, FPIM, ...) Business Angels BRON: VRIJ NAAR VLERICK BUSINESS SCHOOL, 2021 land is dat van groot belang. Zo stelt Gaelle Helsmoortel, CEO van dgenious, een Brusselse scale-up gespecialiseerd in de verwerking van big data voor restaurants en retail: “In our interactions with the Belgian banks, we continuously encounter a lack of understanding in how we do our business. They do not seem adapted to the way new scale-ups operate in today’s world.”17 Een forse uithaal, maar het is vaak moeilijk voor klassieke kredietverschaffers om de nieuwe businessmodellen en het potentieel daarvan in te schatten. Zij haken dan ook liever af dan risico’s te nemen. De niet-bancaire

Durfkapitaal Privaat vermogen Strategische investeringen (PMV, LRM, FPIM, ...) Opstart Opschaling Beursgang of verkoop Vrienden, familie en fans Cumulatieve cashstroom door kernactiviteiten Valley of Death Accelatoren Business Angels Zaaifondsen Stichtingen Crowdfunding Subsidies Tijd Cash breakeven

BRON: VRIJ NAAR VLERICK BUSINESS SCHOOL, 2021

Figuur: De verschillende levensfasen vragen andere financieringsbronnenFiguur 10: De verschillende levensfasen vragen andere financieringsbronnen Validatie businessmodel Durfkapitaal Groeikapitaal Institutionele en strategische investeerders Banken en andere schuldverstrekkers BRON: IMPERIAL COLLEGE BUSINESS SCHOOL, 2021 BRON: IMPERIAL COLLEGE BUSINESS SCHOOL, 2021

scale-ups • hinderpalen

en non-institutionele partners vullen zo een belangrijke leemte in.

Een diverser financieringslandschap Het is een goede zaak dat het financieringslandschap wereldwijd, maar ook in Vlaanderen, de laatste jaren veel diverser is geworden én met meer kapitaal in de hand. De redenen daarvoor zijn:18 Ɂ De lage interestvoeten die leiden tot investeringen in alternatieve beleggingen met potentieel hogere opbrengsten. Ɂ De digitalisering maakt het mogelijk om zelf meer investeerders te bereiken. Fysieke ontmoetingen zijn niet in alle gevallen meer nodig. Covid-19 heeft hieraan een extra versnelling gegeven en ervoor gezorgd dat je niet langer naar de andere kant van de wereld moet vliegen om deals te sluiten. Ɂ De toegenomen concurrentie heeft geleid tot meer gespecialiseerde spelers, ook vanuit andere

landen en werelddelen die bij ons goede deals proberen te scoren. Ɂ De groei van een start- en scale-up cultuur binnen de stedelijke ecosystemen rond de Vlaamse kennisinstellingen, en de verlaagde instapdrempels, hebben geleid tot een toegenomen aanbod van investeringsrijpe ondernemingen.

Daardoor vormt het vinden van kapitaal in de vroege fases van het groeibedrijf steeds minder een probleem, zeker voor kleinere bedragen. De algemene conclusie is dan ook dat met een goed idee en businessplan het vinden van kapitaal geen probleem meer mag zijn. Al zal elke afgewezen partij natuurlijk het tegendeel beweren, maar andersom zou het van weinig zakelijk inzicht getuigen als elke investeerder elk idee zou financieren. Niet elk idee is immers levenskrachtig, er moet ook een rendabele markt voor bestaan of gecreëerd kunnen worden.

Ondanks het goede nieuws, blijft het aantrekken van grotere bedragen wel nog een probleem. In specifieke sectoren zoals bijvoorbeeld de bio- en deep tech, die een lange ontwikkelingscyclus kennen, is dat het geval. Dat is een breder, Europees probleem omdat de vele markten van kleinere lidstaten in omvang te beperkt zijn om grote kapitalen op te halen. Europees moet hier dus een versnelling hoger geschakeld worden, bijvoorbeeld door het uitbreiden van Europese investeringsfondsen, specifiek voor scale-ups. De bestaande initiatieven op dat vlak zijn momenteel onvoldoende, al is het nieuwe ESCALAR (European Scale-up Action for Risk Capital) dat voorziet in de funding van scale-ups een stap in de goede richting, maar gezien de bedragen die nodig zijn, zal de 300 miljoen euro waarschijnlijk niet volstaan.

“Het is een goede zaak dat het financieringslandschap wereldwijd, maar ook in Vlaanderen, de laatste jaren veel diverser is geworden.”

17. EY, Pulling the right levers for future growth.

EY Attractiveness Survey Belgium., 2021, p. 21. 18. MEULEMAN M., Trends in Entrepreneurial

Finance, VLAIO OCHTENDSHOW, 10/09/2021

scale-ups • hinderpalen

Figuur: Europees durfkapitaal minder aanwezig in grote rondesFiguur 11: Europees durfkapitaal minder aanwezig in grote rondes

Megarounds Plus: >250 mio Megarounds: 100-250 mio

Series C: 40-100 mio

Series B: 15-40 mio

Series A: 4-15 mio

Seed: 1-4 mio

0% 20% 40% 60% 80% 100% 120% Binnenland Europa Rest van de wereld Azië VS en Canada

All time high records Op basis van voorlopige cijfers lijkt 2021 een recordjaar te worden. In de eerste jaarhelft werd al 49 miljard euro opgehaald door Europese start-ups, wat bijna driemaal zoveel is als in diezelfde jaarhelft van 2020. De aanvankelijke Covid-handicap blijkt nu vooral een katalysator voor nieuwe ontwikkelingen in digitalisering, gezondheidszorg, e-commerce en gaming. Ondanks enkele beperkte noodkreten behielden oprichters en investeerders hun vertrouwen in de lange termijn. Exits werden weliswaar vertraagd, overnames on hold gezet, in sales en marketing werd gesnoeid en producten en diensten werden bijgeschaafd, maar zogenaamde ‘pivots’ (het volledig omgooien van het businessmodel) bleven uit. Scale-ups met een langere roadmap qua O&O hadden het misschien moeilijker om bijkomende financiering te vinden, maar de vertraging van de meeste technology roadmaps beperkt zich slechts tot enkele maanden.19

Europa is op dit ogenblik zelfs de snelst groeiende regio wereldwijd, het groeit nu dus sneller dan de VS en China. Afwachten of dit een keerpunt wordt ten opzichte van het voorbije decennium en het voldoende is om de inhaalbeweging naar die koplopers te maken. De groei wordt voornamelijk gedreven door de volumes van de verschillende kapitaalrondes die steeds groter worden, vooral in de latere fases nemen die drastisch toe. De groei van Europese unicorns en investeringsrondes van meer dan 40 miljoen, met een absolute glansrol voor de hallucinante rondes van meer dan 250 miljoen euro, liggen hier aan de basis.

Helaas komt niet al dat geld van de Europeanen zelf. Steeds meer venture capitalists uit de VS en Azië investeren in Europese start- en scale-ups, zeker in health en biotech (figuur 11). Zo is 27% van de Europese healthtech-investeringen afkomstig van de VS en maar liefst 42% voor wat biotech betreft.20 Hoe later de groeifase, hoe meer dat het geval is. Op zich is het positief dat meer en meer kapitaal zijn weg vindt naar Europa, maar het is ook een illustratie van de relatieve schaarste aan durfkapitaal. Dat is een strategische zwakte die we best snel oplossen, want het maakt ons ook kwetsbaar door de gedeeltelijke afhankelijkheid ervan. Anderzijds kan een buitenlandse investeerder de individuele opschaling van scale-ups ook versnellen door het openen van zijn eigen thuisnetwerk en doordat hij de do’s-and-don’ts ervan beter kent.

Financiële en bedrijfssoftware vormen de leidende sectoren in het aantrekken van durfkapitaal en waarderingen, maar venture capital is ondertussen in alle sectoren aanwezig. Gelukkig, want zij zijn de voornaamste investeerders in nieuwe technologische ontwikkelingen. Het is trouwens hun al lange aanwezigheid in Californië die aan de basis ligt van het succes van Silicon Valley. In Europa groeide vooral het durfkapitaal voor deep tech de laatste jaren erg sterk. De verwachtingen zijn dan ook hooggespannen, maar sommige waarderingen worden waarschijnlijk te hoog ingeschat. Oorzaak daarvan is de zogenaamde waarderingsinflatie: door de toegenomen concurrentie drijven investeerders de waarderingen te fel op. Dat is bijvoorbeeld de reden waarom Coolblue recent toch niet voor een beursgang koos. Het schatte zijn eigen waardering te hoog in en beleggers dreigden niet meer te volgen.

Ook klassieke vermogensbeheerders en holdings, zoals Sofina en Brederode, kiezen er meer en meer voor om in binnen- en buitenlandse tech scale-ups te stappen, net als ‘family offices’, zoals De Eik of Alychlo, die het geld van vermogende families beleggen. De hoge return is daar zeker niet vreemd aan. Het creëert meer exit opties en een grotere liquiditeit in het algemeen waardoor er sneller geherinvesteerd kan worden in nieuwe projecten. Ook dat zien we steeds meer en verdient enkel aanmoediging: geslaagde ondernemers die een deel van hun winsten opnieuw investeren in de nieuwe generatie entrepreneurs. Ook de overheid volgt ten slotte door het nemen van participaties in beloftevolle bedrijven en breidde naar aanleiding van de Covid-crisis haar activiteiten op dit vlak zelfs gevoelig uit. Denken we bijvoorbeeld aan de nieuwe instrumenten die via PMV werden gelanceerd: het vriendenaandeel en het Vlaams Welvaartsfonds. De federale overheid kondigde in haar recente beleidsverklaring bovendien aan om de bestaande tax shelter voor scale-ups te zullen uitbreiden. Het toont aan dat de verschillende regeringen in ons land meer en meer het belang van snelle groeibedrijven inzien.

Ondanks al het goede nieuws blijft de markt helaas behoorlijk intransparant. Jonge ondernemingen in Vlaanderen hebben beduidend minder kennis van financiering door business angels, venture capitalists, incubatoren, acceleratoren, … dan van de meer traditionele financieringsbronnen.21 Het aanbod en de voorwaarden worden bovendien niet altijd erg positief ingeschat door

BRON: TECH SCALEUP INVESTERINGEN IN 2018: EEN MILJARDENINDUSTRIE BRON: DEALROOM.CO, 2021.

“Een investeerder moet niet alleen kapitaalverschaffer zijn, maar ook adviseur en coach.”

hen. Ze zijn dan ook minder geneigd om er beroep op te doen. Dat is jammer en verklaart de roep naar meer beschikbaar kapitaal.

Het is bovendien niet altijd evident voor scale-ups om de juiste investeerders te vinden, niet alleen qua gewenste bedragen, maar ook qua expertise en directe link naar de sector. Een investeerder moet niet alleen kapitaalverschaffer zijn, maar ook adviseur en coach. Op lange termijn kunnen denken, met andere woorden de toekomstige hindernissen goed inschatten en verder kijken dan de naakte cijfers, is even essentieel.

3. Internationale markttoegang

Minder dan de helft van de Europese scale-ups zijn actief in het buitenland. Vele van hen worstelen dan ook met het betreden van internationale markten. Ze weten niet goed waar te beginnen, al is de ambitie er wel. Soms hebben ze zelfs geen keuze wanneer ze actief zijn in een specifieke niche, zoals nano- of biotech. Dan moeten ze gewoon naar het buitenland. De Belgische markt is te klein voor hen en de Europese te gefragmenteerd. Dat is meteen de reden waarom er vaak gekozen wordt voor een entree op de Amerikaanse markt. Daar zijn de niches tenminste voldoende groot. Bovendien hebben de VS nog tal van andere voordelen: één grote binnenlandse markt, overvloedig kapitaal, een krachtige ondernemerscultuur, veel multinationals, … Ook het voordeel van de Engelse taal en de aanwezigheid van tal van innovatieclusters speelt mee.

19. DELOITTE, Scale-up Ecosystem. COVID-19

Investor Results. June 2020 - Report, 2020. 20. DEALROOM.CO, 2021 21. STORE, Financiering en groei van jonge ondernemingen in Vlaanderen: 2016-2019., .ugent.be/eb/mio/cer/en/publications/20162019financiering, 2021.

scale-ups • hinderpalen

Slechts 14% van de Belgische scale-ups heeft filialen in het buitenland, maar een scale-up kan in het buitenland uiteraard ook actief zijn via partnerschappen, joint ventures, … Bovendien doen we het beter dan Frankrijk (11%), Nederland (10%) en zelfs het VK (8%).22

Onze born globals missen echter vaak ervaring en kennis van nieuwe markten, weten niet op welke deuren ze moeten kloppen bij de overheid voor vergunningen, missen de juiste lokale partners, mankeren een lokaal netwerk, … Tal van valkuilen en drempels zijn aanwezig. Daarom is het hebben van een strategie een must.

Die begint met het beantwoorden van vragen zoals in welk land de grootste opportuniteiten aanwezig zijn (vaak de VS, maar niet altijd), waar de concurrentie zit, wat het marktpotentieel is, of het product een lokale variant nodig heeft, hoe de distributie ter plaatse best wordt aangepakt, … Bovendien loert hier een tweede ‘valley of death’ om de hoek, met name een fase waarin er zwaar geïnvesteerd moet worden in de uitbreiding van het netwerk en buitenlandse partners, medewerkers, marketing, … Dat kost tijd en geld alvorens het kan terugverdiend worden. Het is dan ook een gevaarlijke periode waar het na succes op de thuismarkt nog fout kan gaan. Buitenlandse expansie is vaak een goed idee, maar pas wanneer de ‘product market fit’ en het businessmodel volledig kloppen zodat men zich kan focussen op het veroveren van de markt zelf.

Culturele aspecten ten slotte zijn ook van groot belang. Een eenvoudige copy paste van de binnenlandse producten volstaat meestal niet. In andere landen heerst vaak niet alleen een andere cultuur van zakendoen, maar moeten ook de prijzen, de vormgeving en de uitleg over de producten worden aangepast. In Europese landen ligt de nadruk vooral op de technologische details, in andere niet-Europese markten eerder op de prijs of de vormgeving. Dat soort verschillen wordt dikwijls onderschat. Voor een vlotte markttoegang is voorkennis over de specifieke verkoopscultuur dan ook een must.

“Een buitenlandse markt betreden is een gevaarlijke periode waar het na succes op de thuismarkt nog fout kan gaan.”

Science & Technology Offices Gelukkig bestaan er heel wat gespecialiseerde diensten en organisaties in Vlaanderen die tech scale-ups bij het verkennen van buitenlandse markten helpen. De bekendste daarvan is waarschijnlijk Flanders Investment & Trade (FIT). Naast de gewone economische vertegenwoordiging wereldwijd legt het agentschap sinds kort meer de nadruk op de internationale vermarkting van innovatie. Recent opende het dan ook zijn tiende Science & Technology Office (S&T) in München. Deze tien wereldwijd verspreide S&T Offices zijn gespecialiseerd in Digital Tech, Health Tech en/of Climate Tech.(figuur 12). Dat komt tegemoet aan de verhoogde

Figuur: De Science & Technology O ices wereldwijdFiguur 12: De Science & Technology Offices wereldwijd

10 S&T-kantoren

BRON: FLANDERS INVESTEMENT & TRADE, 2021.

ambitie van de Vlaamse regering om tot de top 5 van Europese innovatieleiders door te stoten en past dus in een doordachte strategie. Vlaanderen legt op die manier een belangrijke wereldwijde link met vooraanstaande hot spots op vlak van innovatie: van Palo Alto over Kopenhagen tot Singapore. De taak van deze gespecialiseerde kantoren bestaat erin om in het buitenland een uitgebreid netwerk op te bouwen van techbedrijven, venture capitalists, kennis- en onderzoekscentra, clusters, incubatoren, acceleratoren, … om zo de wisselwerking met Vlaanderen en dito bedrijven te versterken. Daarbij maken ze ook deel uit van het uitgebreide buitenlandse netwerk van de reguliere economische vertegenwoordigers die een meer algemene rol vervullen. Daarnaast organiseert FIT ook zijn bekende groepszakenreizen die deuren openen. De S&T Offices zijn een jong initiatief van de Vlaamse regering dat alle steun verdient, maar waarvan de toekomst nog moet uitwijzen hoe groot de impact ervan zal zijn op onze scale-ups. De steun en ontzorging van de diensten van FIT worden alleszins door de ondernemingen zelf sterk gewaardeerd en zijn dan ook een permanente must.

Groeiend aantal initiatieven Verder zijn er in Vlaanderen ook andere initiatieven zoals acceleratoren die gespecialiseerde diensten aan scale-ups leveren met het oog op succesvolle groei, maar die op het vlak van steun voor internationalisering eerder zwak scoren. De samenwerking met buitenlandse partners kan bijvoorbeeld beter. In het volgende hoofdstuk komen we hierop terug.

Andere voorbeelden van privé-initiatieven met een internationale focus zijn die van Voka en Scaleup Vlaanderen. Deze laatste organisatie is een samenwerking van Agoria, Imec.istart en Sirris. Het aanbod bestaat naast masterclasses en netwerkevents ook uit specifieke coaching bij

22. SCALEUP INTERNATIONAL, Expansion

Playbook, 2021.

Molecubes, Leeuw van de Export 2021 met indrukwekkende internationale expansie

Aangezien Molecubes een nichebedrijf in de healthtech is, stond van bij de start in 2015 een wereldwijde verkoop in de sterren geschreven. Het is actief in Europa, de Verenigde Staten, Indië, Japan, … De scale-up verkoopt ‘cubes’, compacte scanners voor moleculaire beeldvorming om organen, tumoren en de werking van geneesmiddelen driedimensionaal in beeld te brengen. De omzet is zo goed als volledig het resultaat van de export (96%). Het succes valt mee te verklaren doordat Molecubes zich snel heeft weten te omringen met een netwerk van lokale verdelers en andere partners wereldwijd, met de steun van het buitenlandse netwerk van Flanders Investment & Trade. Het is dan ook een terechte winnaar van de Leeuw van de Export dit jaar (2021).

scale-ups • hinderpalen

internationalisering en internationale missies. Hun aanbod is voornamelijk gericht op digitale scale-ups.

Ook Voka heeft een specifiek aanbod, maar dat beperkt zich niet tot enkel digitale scale-ups. Bryo ScaleUp is er voor alle ondernemers met een marktklaar product en een bewezen, maar ook schaalbaar businessmodel. De ondergrens van de scale-up moet bij aanvang van het programma minimaal 100.000 euro per jaar bedragen, maar ook de ambitie om die te laten groeien tot meer dan 1 miljoen euro moet aanwezig zijn, weliswaar over een langere periode dan de begeleidingsduur van een jaar. De focus van het programma ligt op groeithema’s waarbij ingezet wordt op strategische, vaak internationale groei. Jaarlijks tekenen zo’n negentig scale-ups in. Daarnaast biedt Voka ook ‘Mercurio’ aan dat erop gericht is om bedrijven in alle levensfasen te helpen internationaliseren. Het programma richt zich op zij die de eerste keer de grens willen oversteken, maar ook op al in het buitenland actieve bedrijven die hun export willen versterken en op ondernemingen die nieuwe buitenlandse markten wensen te verkennen. Ook eigen ambities en ideeën kunnen er worden afgetoetst met andere internationale ondernemers. Het aanbod bestaat uit verschillende trajecten, afhankelijk van of je een startende internationale ondernemer bent (Mercurio Go International), verder wil uitbreiden of optimaliseren (Mercurio Beyond Borders) of internationale kennis en ervaring wil delen (Mercurio Global Ambassador). Ten slotte zijn ook de verschillende buitenlandse tech- en inspiratietrips van Voka vermeldenswaard.

Ook de Vlaamse overheid zelf investeert in scale-ups via haar investerings- en participatie-maatschappijen PMV, LRM en GIMV die zowel leningen en waarborgen verstrekken, als deelnemen in het kapitaal via het rechtstreeks kopen van aandelen of converteerbare leningen. Daarbij richten zij zich steeds meer op groeibedrijven. Bekende voorbeelden van scale-ups waar PMV al in participeerde zijn UnifiedPost, QustomDot, Unifly, miDiagnostcis, … Dit soort organisaties is niet alleen van belang om de financiële puzzel van scale-ups te helpen leggen en om andere potentiële investeerders te overtuigen, maar ook om via de raden van bestuur en als adviseur te helpen bij het opschalen en internationaliseren.

Alle publieke en private initiatieven opsommen zou ons te ver leiden en valt buiten de doelstelling van deze paper. Belangrijker is de conclusie dat de stap naar het buitenland zetten niet evident is, maar Vlaanderen de laatste jaren belangrijke stappen vooruit deed om scale-ups met buitenlandse ambities meer en beter te ondersteunen. Over enkele jaren zou de impact van deze recente vernieuwingen tastbaar moeten zijn.

“Bryo ScaleUp is er voor alle ondernemers met een marktklaar product en een bewezen, maar ook schaalbaar businessmodel.”

This article is from: