WV-2023-5-Ondernemers_9

Page 1

MEI2023 Een uitgave van Voka WVL | Jaargang 30 –5 mei 2023 | Afgiftekantoor Kortrijk X • Verschijnt tweewekelijks (uitgezonderd juli en augustus) • P409071 Innovatie managen met de Innovation Academy 4 deelnemers getuigen Dossier duurzaamheid Vanheede investeert 100 miljoen euro in 3 vestigingen De happy rebels van House of HR Onder nemers magazine
Top Interieur Izegem, Ambachtenstr. 6 (Rijksweg) www.topinterieur.be
Nú extra voordelige voorwaarden op de volledige collectie Linteloo
Ma-vr 09u30 tot 18u30, za 10u tot 18u30, zon 13u30 tot 18u30. Gesloten op donderdag.

Een open economie talmt niet met

België steekt de internationale handel al maandenlang stokken in de wielen. Dat gebeurt op een moment dat de EU de slechtste handelsbalans sinds 2002 optekent. In België moet, afhankelijk van de inhoud en de aard van het akkoord, zowat elk parlement – op federaal niveau en op het niveau van de deelstaten – instemmen met een handelsakkoord. Dat kan vertraging veroorzaken, al is de huidige situatie ongezien. 8 handelsakkoorden zijn geblokkeerd omdat België met de voeten sleept. Het gaat onder meer om akkoorden tussen Europa en CentraalAmerika, Vietnam, Canada en Singapore.

Internationale handelsakkoorden wachten op goedkeuring door een van de vele parlementen van ons land. Ze liggen stof te vergaren in de wachtkamers van onze parlementen. Een handelsverdrag kan pas volledig van kracht worden als het parlement van elke Europese lidstaat ermee akkoord is gegaan. Als handelsakkoorden uitblijven of niet definitief goedgekeurd worden, missen onze bedrijven kansen en juridische zekerheid. Een handelsakkoord maakt allereerst in- en uitvoeren naar andere delen van de wereld eenvoudiger. Het sloopt barrières en biedt nieuwe kansen op internationale samenwerking. Sinds de inwerkingtreding van het Canadees-Europese handelsakkoord CETA is de Belgische

export naar Canada met 61,8% gestegen. Het aandeel van België in de invoer van Canada is verdubbeld. Beide cijfers zijn beter dan die voor de EU als geheel. Het toont aan dat handelsakkoorden werken, zowel in Vlaanderen, Brussel als Wallonië. Het hele land heeft er baat bij. Ook naar Japan steeg onze export sinds de inwerkingtreding van een handelsakkoord in 2019 enorm in vergelijking met het Europese gemiddelde. Terwijl de Europese export naar Japan in 2021 met 12,9% (7,1 miljard euro) steeg, groeide de Belgische met 139,8% (4,4 miljard euro).

Zolang een handelsakkoord niet goedgekeurd wordt, missen Europa en zijn lidstaten een platform om nauwer samen te werken met hun handelspartners. Niet alleen op politiek en economisch niveau, maar ook op het vlak van duurzaamheid en mensenrechten. Met sterke duurzaamheidshoofdstukken, zoals in het recent afgesloten vrijhandelsakkoord met Nieuw-Zeeland, boekt de internationale gemeenschap winst op het vlak van duurzaamheid.

Het is ten slotte ook van strategisch belang dat Europa en de lidstaten meer evenwichtige handelsakkoorden sluiten met diverse partnerlanden. Export is goed voor 94% van het Belgische bbp. Bovendien hebben we een gegarandeerde aanvoer van kritische grondstoffen uit diverse landen nodig om de duurzame omslag te maken. We mogen niet al onze eieren in hetzelfde mandje leggen, want dat maakt ons kwetsbaar. Dat hebben de afgelopen crisisjaren ons geleerd. Onze economie is voor een zeer groot deel afhankelijk van internationale handel. Voor een open economie als de onze is een diversificatie van onze uit- en invoer broodnodig.

Vorige maand tikte de Europese Commissie België informeel op de vingers voor onze nogal passieve houding. Een stichtend lid van de Europese Unie moet beter doen. België was de voorbije jaren geen voortrekker meer om op Europees niveau de leiding te nemen om nieuwe handelsakkoorden tot de finish te onderhandelen. Dat is op zijn zachtst gezegd vreemd voor een open land als het onze, dat volgend jaar EU-voorzitter wordt, en ook in het licht van onze leidende rol in de Europese geschiedenis.

De Belgische ondernemingen roepen de voorzitters van de parlementen en alle betrokken regeringen op prioriteit te geven aan het internationale en Europese handelsbeleid. Garandeer de goedkeuring van de 8 handelsakkoorden die in onze parlementen geblokkeerd zitten. En zet Europees druk om nieuwe ambitieuze en evenwichtige akkoorden te sluiten met Zuid-Amerika, Australië en andere betrouwbare handelspartners.

STANDPUNT ― 3
handelsakkoorden
“Internationale handelsakkoorden wachten op goedkeuring door een van de vele parlementen van ons land.”
— BERT MONS - GEDELEGEERD BESTUURDER

30 Interview

House of HR stoomt met de allure van een TGV steeds sneller door op de arbeidsmarkt, niet alleen in eigen land maar ook in de buurlanden. Het leverde Rika Coppens al de titel Manager van het Jaar op. Met Rika Coppens als CEO, Conny Vandendriessche als minderheidsaandeelhouder en zo’n 5.000 ‘happy rebels’ aan boord is House of HR incontournable in de sector.

14

Ondernemers verschijnt tweewekelijks en wordt gratis toegestuurd aan alle leden van Voka West-Vlaanderen. ISSN 1378-9511

34 Dossier

Soms lijkt een markt compleet verzadigd, maar bewijst de realiteit dat er toch nog een gaatje in een bepaalde niche schuilt. De 3 bezielers van L-inc uit Beveren-Leie vonden zo’n opening en doen sinds mei 2020 prima zaken met op maat ontwikkelde verbrandingskamers, branderinstallaties en rookgaskleppen.

Verantwoordelijke uitgever: Bert Mons, Pres. Kennedylaan 9A, 8500 Kortrijk, redactie.ondernemerswvl@voka.be, www.voka.be/west-vlaanderen

Maatschappelijke zetel: Pres. Kennedylaan 9A, 8500 Kortrijk, info.wvl@voka.be - Hoofdredacteur: Joke Verbeke

Redacteurs: Margot Dhondt, Kenneth Oroir, Conny Van Gheluwe - Vormgeving: Pieter Claerhout

Mediaregie: Sven Van Ryckeghem

Fotografen: Stefaan Achtergael, Michael Cambien, Dries Decorte, Kurt Desplenter, Michel Vanneuville, Els Verhaeghe

Journalisten: Karel Cambien, Stef Dehullu, Margot Dhondt, Roel Jacobus, Joyce Mesdag, Bart Vancauwenberghe, Dirk Vandenberghe

Druk: INNI GROUP

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

INHOUD ― 4 WOONSPRONG ................................. 05 IN HET KORT .................................... 07 GO INTERNATIONAL 4 SERVICES 08 VRAAGHET@VOKA 09 EUROPESE NATUURHERSTELWET ....... 10 NIEUWE LEDEN ................................ 11 INNOVATION ACADEMY ..................... 12 LEVENSLANG LEREN ......................... 22 IN MEMORIAM WALTER VANDEN AVENNE . 24 REDHEAD.TV 25 SANDERS ACCOUNTING & CONSULTING 27 DELBOO........................................... 28 WIELS ............................................. 29 L-INC .............................................. 34 WILLY NAESSENS GROUP ................... 36 FOOTPRINT INC 39 REMONDIS ...................................... 40 ELINDUS ........................................ 41 VANHEEDE ...................................... 45 VOEDSELBANK ................................. 46 SUSTAINABLE PORT AWARD 47 ENGICON ........................................ 48 INNI GROUP .................................... 50 PROPHESEA 50 PROSIT .......................................... 52 AGENDA ......................................... 54
“Consensus vinden met Vlaanderen over extra bedrijfsgrond”
— Sabien Lahaye-Battheu

Vanaf 1 juli 2023 ziet de sociale huisvestingssector in Vlaanderen er compleet anders uit. Het Vlaams parlement besliste namelijk dat er maar één sociale woonactor per werkingsgebied meer mag zijn. Voor de regio Midden-Kust betekent dat een fusie van 3 SHM’s (sociale huisvestingsmaatschappijen) en 2 SVK’s (sociale verhuurkantoren) tot één speler. Woonsprong, de naam van de nieuwe entiteit, zal actief zijn in Oudenburg, Bredene, Gistel, Oostende, Middelkerke en Ichtegem.

5 sociale woonactoren uit centrale kustregio fusioneren tot Woonsprong

Het is kort dag voor de reorganisatie: in amper 10 maanden tijd moet de fusie sociaal-juridisch beklonken zijn. “Dat is een helse opdracht”, vertelt Sara Casteur, toekomstig algemeen directeur van Woonsprong. “Eerst zijn we met de 5 directeuren vanaf een blanco blad gestart om de voorwaarden voor een perfect functionerende woonmaatschappij te schetsen. Na het uitschrijven van de operationele doelstellingen en de goedkeuringen van de stuurgroep (met politici en stakeholders van de 5 sociale woonpartners) zijn we er vervolgens in geslaagd om, na overleg met alle medewerkers, alle functies in te vullen.”

Daarbij krijgen ook de directeuren van de andere sociale woonactoren een leidende functie: Evi Jordens (WoonWel) behartigt financiën, Vanessa Vens (De Oostendse Haard) is verantwoordelijk voor alle persoonsgebonden items inzake wonen. Anneleen Coupé (SVK

BEDRIJVEN ― 5
“We moeten enorm zuinig met onze middelen omspringen”
Sara Casteur.

Woondienst JOGI) vult personeel & organisatie in en Thijs Dever (SVK Bredene-Oostende) is senior adviseur inzake beleid & partnerschappen.

Onevenwicht

Woonsprong, de naam van de nieuwe maatschappij, zal 4.300 panden in beheer hebben. “We koesteren de ambitie om nieuwe realisaties te verlossen van de architecturale stempel die sociale woningen nu doorgaans nog dragen. Dat moet binnen de grenzen van het financieel mogelijke, wat niet evident is. In tegenstelling tot wat velen denken, is deze sector allesbehalve overgesubsidieerd. Wij werken met geplafonneerde leningen die voor 99% renteloos en voor 1% betoelaagd zijn. Alles boven dat budgettaire plafond moeten wij marktconform belenen. Daartegenover staat dat onze huurinkomsten zakken, omdat de huurprijs rechtstreeks gerelateerd is aan de inkomsten/koopkracht van de huurders. Wie naar verhouding goed verdient, betaalt dus meer.”

Renovatiegolf

Naast het voorzien van nieuwe woningen, staan de sociale woonactoren ook voor een heuse renovatiegolf. “In de jaren 70 zijn vaak op één jaar tijd evenveel sociale woningen gezet als nu in een hele legislatuur. Al die woningen beantwoorden niet meer aan de huidige EPB-regelgeving, die voor sociale woningen overigens dezelfde is als voor private eigenaars. Tegelijk moeten we nog veel bijbouwen. De fusie zal wel voor nuttige kruisbestuiving zorgen (met gedeelde juridische kennis, een communicatiemedewerker, arbeiders die klusjes uitvoeren, patrimoniumbeheer, een softwareplatform voor verhuur…), maar we staan sowieso voor een enorme uitdaging.”

Daardoor kampen sociale woonactoren sowieso met een financieel onevenwicht tussen die huurprijzen en de bedragen die ze moeten lenen voor nieuwbouw- en renovatieprojecten. “Ja, er is wel een gewestelijke sociale correctie van 1.300 euro per woning per jaar, maar ook dat volstaat niet om al onze werkingskosten te betalen, temeer omdat bedrag van die forfaitaire vergoeding vastgelegd werd in 2006 en nooit meer is aangepast, terwijl de opdrachten en de administratie een stuk verzwaard zijn. De overheidssteun zou misschien voldoende zijn mochten we ons op onze kernactiviteiten (het verschaffen van woongelegenheid aan huurders en onderhoud van het patrimonium) kunnen focussen, maar wij moeten ook controleren in hoeverre kandidaat-huurders aan de voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen.”

Onderzoek

Zo moeten de SHM’s en SVK’s bij vermoedelijke fraude bijvoorbeeld onderzoeken of de huurder in kwestie in het buitenland nog een eigendom bezit. “Daarvoor moeten we privédetectives aanstellen, maar die kosten worden maar volledig terugbetaald als het onderzoek ‘geslaagd’ is. Als blijkt dat de huurder niet in overtreding is, wordt het onderzoek als ‘niet geslaagd’ beschouwd en maar voor 75% terugbetaald. Ook moeten we sinds januari de niet-werkende huurders aanschrijven en controle uitoefenen op inschrijving bij de VDAB. Daarbovenop moeten we ook de verstrengde taalkennisvereiste controleren. Dat belast allemaal onze werking, zonder dat daarvoor extra werkingsmiddelen ter beschikking worden gesteld”, besluit Sara Casteur.

(BVC - Foto’s DD)

www.degelukkigehaard.be

“Ons opdrachtenpakket is aanzienlijk verzwaard, zonder dat daarvoor extra werkingsmiddelen ter beschikking worden gesteld.”

Az groeninge is Zorgwerkgever van het Jaar

Onder nemers magazine

Het Kortrijkse ziekenhuis az groeninge is door ZORG Magazine uitgeroepen tot Zorgwerkgever van het Jaar. “Dit is een supermooie erkenning voor al onze medewerkers, artsen en vrijwilligers, een beloning voor heel wat werk en ook duwtje in de rug om op hetzelfde elan verder te gaan”, vertelt hr-directeur Alain Balcaen. En er vielen nog West-Vlaamse organisaties in de prijzen. Aurélys in Waregem werd uitgeroepen tot het Woonzorgcentrum van het Jaar en medisch pediatrisch revalidatiecentrum Zeepreventorium in De Haan tot Beste Andere Zorgorganisatie.

Woonzorggroep GVO Het Zorgpeleton uit Kortrijk kreeg voor het project Het Zorgpeloton de award Mooiste branding van het jaar.

Cras Woodgroup versterkt management

Familiebedrijf Cras, dat dit jaar zijn 145ste verjaardag viert, is de laatste jaren sterk geëvolueerd. Het investeerde in minder dan 4 jaar tijd 30 miljoen euro, onder meer in digitalisering, en eigenaar Frédéric Cras zag 3 van zijn 4 kinderen hun intrede doen in het bedrijf. “Al die veranderingen hebben ons nieuwe inzichten gebracht, samen met een aantal structurele werkpunten”, vertelt hij. “Eerst en vooral willen we meer focus hebben doorheen de organisatie, en daarom moeten we streven naar meer accountability en ownership. Daarnaast kunnen en willen we ons marktaandeel nog vergroten. Ik heb als eigenaar al langer de behoefte om mezelf en het management hierin te laten bijstaan.” Daarom heeft hij nu Alexander Dewulf, die al een tijdje zetelde in de raad van advies, aangesteld als externe CEO.

North Sea Summit vond plaats in Oostende

Op maandag 24 april vond in Haven Oostende de Europese top plaats, een initiatief van de Belgische federale regering. De North Sea Summit is een topontmoeting tussen de staats- en regeringsleiders van België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Luxemburg, Nederland, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk. Samen met 6 Belgische bedrijven en federaties (Elia, Fluxys, DEME, Jan De Nul, Belgian Offshore Platform en Agoria) ontving Haven Oostende ook de CEO’s van 100 Europese topbedrijven die actief zijn in hernieuwbare offshore-energie. Tijdens 2 rondetafelgesprekken gingen ze samen met de nationale en Europese beleidsmakers in debat over de toekomst van de Noordzee. De North Sea Summit in Oostende is de opvolger van de Deense Esbjerg Conferentie (mei 2022) en heeft de ambitie om van de Noordzee de nieuwe groene energiecentrale van Europa te maken. Door beter samen te werken, te versnellen en in te zetten op innovatie kan de Europese offshoreindustrie haar wereldwijde koppositie versterken en sneller bijdragen aan een energiesysteem dat duurzamer, betaalbaarder en onafhankelijker is. (Foto Wim Dewulf)

IN HET KORT ― 7

juridische

Deloitte ondersteunt traject Go International 4 Services

Ondernemers met ambitie denken vroeg of laat aan internationalisering. Wie daarbij ondersteuning wil, kan deelnemen aan Mercurio Go International 4 Services. Voor dat strategisch begeleidingstraject bundelt Voka West-Vlaanderen de krachten met onder meer Deloitte.

Go International 4 Services spitst zich toe op dienstenbedrijven die geen of een beetje ervaring met internationale business hebben. “Voor wie zijn eerste buitenlandse stappen nog moet zetten, is concrete begeleiding wel aangewezen”, verduidelijkt Amber Hoste, manager bij het Business & Commercial Team van Deloitte Private. “Ook voor ondernemingen die al in pakweg Nederland actief zijn en een andere geografische markt willen aanboren of bedrijven van wie de huidige buitenlandse aanpak nog niet zo succesvol is gebleken, kan dit waardevol zijn.”

Het traject omvat 5 sessies. Amber Hoste is één van de sprekers op de vierde sessie en neemt het juridische luik voor haar rekening. In die sessie komen ook het financiële (Credendo) en logistieke aspect (Lova Consult) aan bod. “We zullen onder meer ingaan op het contractuele kader”, vervolgt Hoste. “Wanneer komt een overeenkomst juridisch tot stand en welke zijn de belangrijkste fases in een commerciële relatie? Werk je het liefst met algemene voorwaarden of template-contracten?

Welke zijn belangrijke clausules in een

internationale context? Heb je al nagedacht over betalingsmodaliteiten of prijswijzigingen? In welke munt wil je factureren? Welk recht wens je van toepassing te maken op de overeenkomst? Het zijn allemaal zaken die je vooraf beter grondig onder de loep neemt. Daarnaast staan we ook stil bij de directe of indirecte marktbenadering”, vervolgt Amber. “Wens je zelf rechtstreeks het contact met je klanten te behouden via een eigen lokaal filiaal of voorzie je ter plaatse liever een eigen ‘after sales’-service? Kies je voor de indirecte aanpak, waarbij je samenwerkt met een lokale handelsagent of een distributeur? Alles heeft zijn voor- en nade-

len, het komt eropaan de juiste afwegingen te maken.”

Merkbescherming

Intellectuele eigendom is een ander belangrijk aspect. “Zo is merkbescherming heel geografisch geregeld: een Benelux-depot, bijvoorbeeld, biedt geen bescherming in Frankrijk. Daarnaast is er de factor privacy. Wie in Europa blijft, valt automatisch onder de GDPR-wetgeving, maar wat als je persoonsgegevens gaat delen met contacten in de Verenigde Staten?

Knowhow over de omgang met dergelijke gevoelige datastromen is cruciaal.” Deloitte ondersteunde in het verleden al Go International-trajecten. “We merken dat deze begeleidingssessies voor veel ondernemers essentiële informatie bevatten waarmee ze een goed gefundeerde internationale strategie kunnen uitdokteren. Het doet hen stilstaan bij thema’s waar ze initieel vermoedelijk niet meteen aan zouden denken. Vaak bereiken ons nog extra vragen na afloop van de sessie. De input helpt deelnemers om de juiste bemerkingen te maken en de eerste zaadjes te planten, onder meer via het opstellen van een actieplan.”

(BVC - Foto Kurt)

Meer info: charlotte.dekimpe@voka.be

BEDRIJVEN ― 8
“Juiste
afwegingen maken”
“Onder meer de juiste contractuele bepalingen, merkbescherming en de privacyfactor zijn cruciale aandachtspunten.”
— AMBER HOSTE

Vraag van de week

United Experts verhuist naar ruimere locatie

Hoe kan ik me voorbereiden op de nieuwe rapportagestandaarden van de CSRD?

Hoofdgebouw Ieper Business Park wordt uitvalsbasis

De nieuwe duurzaamheidsrapportagerichtlijn Corporate Sustainability Reporting Directive (of CSRD) is van toepassing op vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (BV, NV, CV) die aan 2 van deze 3 criteria voldoen: meer dan 250 medewerkers en/of een (netto) omzet van meer dan 40 miljoen euro en/of een balanstotaal van boven de 20 miljoen euro.

MBA Highlights Advanced start voor de tweede keer op 2 maart 2022. De residentiële opleiding bestaat uit 4 modules die inhoudelijk verzorgd worden door topprofessoren van Solvay Business School.

Module 1 | woensdag 2, donderdag 3 & vrijdag 4 maart 2022 | Growth & Corporate Finance

Module 2 | vrijdag 1 & zaterdag 2 april 2022 | Influencing for success (onderhandelen en change) – Organisatiecultuur, effectieve groei, anatomie van falen in een interna

Voor bedrijven die al onder de NFRD (Non-Financial Reporting Directive) vielen, begint die rapportage in 2025 over boekjaar 2024. Voor het gros van de bedrijven zal de rapportage nieuw zijn. Zij rapporteren vanaf 2026 over boekjaar 2025. Beursgenoteerde kmo’s, kleine en niet-complexe kredietinstellingen en verzekeringscaptives krijgen nog een jaar langer uitstel. Die informatie zou intussen gekend moeten zijn, maar over de manier waarop gerapporteerd moet worden was langere tijd onduidelijkheid door het uitblijven van de nieuwe rapportagestandaarden, de ESRS ofwel de European Sustainability Reporting Standards. De European Financial Reporting Advisory Group EFRAG is verantwoordelijk voor het opstellen van de nieuwe standaarden. Die standaarden zullen bekend zijn vanaf eind juni 2023. Daarna hebben het Europees Parlement en de Europese Raad nog 2 maanden de tijd om bezwaren in te dienen. De standaarden worden aldus verwacht (ten laatste) van kracht te zijn in september 2023. Ze zullen in lijn liggen met de GRI-standaarden (Global Reporting Initiative), maar zullen gedetailleerder zijn. Je kan de voorlopige ontwerpstandaarden intussen raadplegen op de website, inclusief heel wat illustratief materiaal dat er duiding bij geeft.

De Ieperse vestiging van bedrijvengroep United Experts, dat ondernemers bijstaat met expertise, verhuist naar het hoofdgebouw van het Ieper Business Park, het voormalige spraaktechnologiebedrijf Lernout & Hauspie. Daar neemt het meteen 2 verdiepingen in gebruik.

Goed vergelijkbare en relevante informatie

Ook een prangende vraag?

Wij antwoorden binnen de 2 werkdagen! vraaghet@voka.be

United Experts werd in 1996 opgestart als een landbouwstudiebureau, onder de naam DLV. Intussen stelt de bedrijvengroep zo’n 400 medewerkers tewerk, verspreid over 13 verschillende vestigingen in Vlaanderen. De afdeling in Ieper werd opgestart door Carlos Roelens in 2015 en is intussen al 3 keer verhuisd binnen de site op Ter Waarde.

De standaarden moeten ervoor zorgen dat de informatie die aangeleverd wordt goed vergelijkbaar en relevant is. Ze zijn opgedeeld in ESRS 1 (algemene vereisten); ESRS 2 (algemene openbaarmakingen) en daaropvolgend 11 ESG- standaarden waarvan 5 over klimaat/milieu, 4 over sociale topics en 2 governance standaarden. Daarnaast komen er ook nog 40 sectorspecifieke standaarden die de komende maanden en jaren verwacht worden (waarvan de eerste nog in 2023). Een aantal aspecten zullen onmiddellijk verplicht opgenomen worden, waaronder de ESRS 2 Algemene vereisten en ESRS E1 Klimaatverandering. Voor andere onderwerpen moet het bedrijf aan de hand van een materialiteitsanalyse bepalen of de aspecten materiaal (= relevant) zijn. Er komt tot slot een fasering in de diepgang van de rapportagevereisten. De komende 3 jaar worden bepaalde aspecten gefaseerd bijgevoegd. Het gaat daarbij onder meer over informatie van werknemers in de waardeketen en financiële gevolgen van de milieugerelateerde thema’s. De diepgang en de grootte van de dataverzameling zijn ook niet te onderschatten.

Neem alvast 2 uitgangspunten mee:

United Experts is een adviesgroep die zowel particulieren als ondernemers adviseert bij hun plannen en exploitatie in verschillende sectoren, van de landbouw, industrie en ambacht tot de zorgsector. “Concreet kunnen zowel ondernemers als particulieren bij ons terecht voor ondersteuning bij hun projecten of dromen”, zegt medebestuurder Carlos Roelens. “Iemand die bijvoorbeeld een bedrijfsgebouw wil realiseren en ondersteuning wenst rond de opstart van het project voor de aankoop, ontwerp en realisatie, kan bij ons terecht voor alle advies en administratie.”

Specifieke kennis

“De wetgeving wordt steeds complexer. Steeds meer bedrijven en particulieren zijn dus vragende partij voor de expertise van onze adviseurs en experten.

• Betrek alle relevante diensten bij dit proces. Het is immers de bedoeling om naar een geïntegreerd verslag te gaan waar duurzaamheidsinformatie naast de financiële informatie staat. De collega’s van finance, hr, kwaliteit en andere relevante diensten zullen allemaal data moeten aanleveren. Dat maakt dat de duurzaamheidsmanager een spin in het grotere bedrijfsweb moet zijn.

• Begin met de uitwerking van een duurzaamheidsstrategie. Die slaat immers op het governance aspect van de rapportagevereisten en zal de kapstok van het rapport vormen.

Wij hebben heel uiteenlopende en specifieke kennis in huis, zoals milieucoördinators, financieel adviseurs, juristen, archeologen, boomtechnische adviseurs, geluidsdeskundigen,… zodat wij vergaand kunnen begewww.unitedexperts.be

Meer vragen rond de CSRD en de ESRS? Neem gerust contact op met sarah.spenninck@voka.be.

BEDRIJVEN ― 9
Plato
U heeft een vraag over ondernemen, een reglementering, een moeilijke managementbeslissing? Stop dan even met Googelen en laat ons helpen.
VOKA-NIEUWS
Je hebt een vraag over ondernemen, een reglementering, een moeilijke managementbeslissing? Stop dan even met Googelen en laat ons helpen.

Herstel van de natuur of verval van de welvaart?

Natuurherstel is van essentieel belang voor het behoud van onze planeet. Het zorgt ervoor dat we onze biodiversiteit kunnen beschermen én verbeteren. In ons land is er momenteel veel discussie over het ontwerp van de zogeheten Europese Natuurherstelwet. Maar wat betekent dat wetgevend voorstel precies en waarom moeten we er ons in Vlaanderen zorgen over maken?

De Europese Natuurherstelwet is voor alle duidelijkheid nog niet definitief gestemd en aangenomen, maar is gericht op het herstellen van natuurlijke gebieden die door menselijke activiteiten zijn aangetast. Het doel is om de biodiversiteit te herstellen, te beschermen én te verbeteren. De Europese instellingen stellen in het ontwerp voor dat de lidstaten herstelplannen opstellen voor natuurlijke gebieden (zoals rivieren, bossen, graslanden, mariene ecosystemen en stedelijke natuur) die nog moeten worden aangewezen. Tegen 2050 moeten al die gebieden volledig hersteld zijn, terwijl in 2030 al een vijfde van die gebieden moet worden hersteld door middel van effectieve maatregelen. De aangewezen natuur kan zowel binnen als buiten Natura 2000-gebieden gesitueerd zijn. De natuurgebieden zouden ook een verbod krijgen om nog te verslechteren. Die verordening voor natuurherstel is van toepassing op alle Europese lidstaten. Europese verordeningen hebben een rechtstreekse werking en moeten dus niet worden omgezet in nationale wetgeving. Lidstaten zijn bovendien verplicht om ze uit te voeren. In het geval van de verordening voor natuurherstel betekent dat dat lidstaten verplicht herstelprogramma’s zullen moeten opmaken, met duidelijke inspanningen en resultaten. Indien nationale herstelplannen niet volstaan of bepaalde Europese bepalingen uit de verordening niet worden nageleefd, zullen bijkomende inspanningen kunnen worden afgedwongen via de rechtbank.

Waar zit het addertje?

In de eerste plaats is het belangrijk om te benadrukken dat een evenwicht tussen

natuurbehoud en economische groei cruciaal is voor onze leefomgeving. Voka West-Vlaanderen onderschrijft daarom het belang van natuurherstel, maar benadrukt dat de economische realiteit meer moet worden meegenomen in het ontwerp van de verordening. Regelgeving voor natuurherstel moet worden ontworpen met het oog op een duurzame toekomst voor zowel de economie als het milieu. Zo roepen de Vlaamse ondernemers verenigd in het Vlaams Werkgeversplatform op om in het voorstel meer rekening te houden met de maatschappelijke en economische realiteit in Vlaanderen. Ook wijzen ze op de mogelijke ongeziene impact op het verstedelijkte Vlaanderen en het industriële weefsel dat daar aanwezig is.

(stads)parken. Sterker nog, het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) stelt dat economische functies zo veel als mogelijk moeten worden verweven met andere functies, om open ruimte maximaal te vrijwaren. Als de Natuurherstelwet realiteit wordt, dan zal die botsen met de filosofie van het BRV en dreigt het verkrijgen van bepaalde vergunningen nog problematischer te worden.

Bovendien had Vlaanderen, net als Nederland, de afgelopen jaren al grote moeite om een sluitende oplossing te vinden voor het stikstofprobleem, waarbij het maatschappelijke draagvlak voor bijkomende stikstofreducerende maatregelen afneemt en de impact op de vergunningverlening al niet gering is.

De gevolgen van de regelgeving voor natuurherstel zouden niet alleen in Vlaanderen bijzonder nefast zijn. Ook in Nederland kent men een sterke verwevenheid van functies in stads- en dorpskernen en daarbuiten. Naast Nederland zou ook in Finland en Denemarken het besef groeien dat de wetgeving te ver gaat en ongewenste negatieve effecten zou hebben.

Tijd voor actie

De impact van de Europese verordening voor natuurherstel op Vlaanderen zou volgens het voorstel immers disproportioneel zijn, met grote sociale en economische gevolgen die niet in verhouding staan tot de natuurwinsten. Dat bleek ook uit een eerste analyse van Deloitte. De impact van de Natuurherstelwet zou het grootst zijn op industrie, mobiliteitsinfrastructuur en landbouw, omdat die sectoren en functies in Vlaanderen vaak verweven zijn met natuurgebieden en

Vlaanderen mag dan ook niet passief toekijken hoe de Europese Unie bijkomende doelstellingen oplegt, wetende hoe groot de economische impact in onze regio, maar ook in andere kan zijn. De Vlaamse regering is zich daarvan bewust en rekent op de federale regering en de andere gewesten in ons land om tot een gezamenlijk standpunt met de noodzakelijke bezwaren te komen. Dat standpunt moet meegenomen worden naar de Raad, die in juni zal plaatsvinden. Het zou alvast verstandig zijn mochten Vlaanderen en België steun zoeken bij Nederland, Denemarken en Finland om te pleiten voor een bijgestuurde Natuurherstelwet die ons Vlaams economisch weefsel niet ontwricht.

VOKA-NIEUWS ― 10
“Als de Natuurherstelwet realiteit wordt, dan zal die botsen met de filosofie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen.”

Dema Metaal

Houthulst

Wim Degryse

Jonge enthousiaste ondernemer met hoofdactiviteit laswerken. De specialiteiten zijn industriële buisleidingen en metaalconstructies. Daarbij zijn nauwkeurigheid en veiligheid absolute prioriteit. Verder beschikt Wim over lascertificaten voor RVS en staal.

metis

Lendelede

Nicolas De Braeve

Gespecialiseerd in outsourcing van personeel voor bouw & industrie. Aan de hand van een persoonlijke aanpak biedt het een kostenefficiënte oplossing voor personeelstekort. Je kan rekenen op een team ervaren & betrouwbare vakmannen. www.metisjobs.be

Nieuwe leden

PROMOJAGERS

Oedelem

Gunther Devisch & Pieter-Jan Vanneste

De actiefste promotiecommunity van België. Helpt brands & retailers met het top-of-mind maken van promoties en bereiken daarmee maandelijks +500.000 aankoopverantwoordelijken. Een opportuniteit? Mail gunther@promojagers.be. www.promojagers.be

Dafco

Ardooie

Nicolas Ampe

Producent van handgereedschappen met lichte en sterke glasvezelsteel voor industrie en brandweer. De tools zorgen voor veilig en ergonomisch werken, met een minimaal risico voor de gezondheid. Levert in meer dan 30 landen wereldwijd. www.dafco.be

KANJR

Wevelgem

Luc Deraedt

Is specialist in werving, selectie en coaching voor zowel de privé- als non-profitsector. Met een uniek HRM-as-a-Service model brengt KANJR een full support formule voor de zaakvoerder. Haal je selectiekantoor inhouse en bespaar! www.kanjr.be

Gatehouse

Vichte

Serge Demeyere

SKRIVDJE GIE NOG OLSAN MET T’AND? Of ben je op zoek naar een digitale bezoekersregistratie? Snel, dummy-proof, flexibel, professioneel, verhoogde veiligheid zijn onze sleutelwoorden. Geschikt voor kleine bedrijven tot multinationals. www.gatehouse.be

Derudder Cleaning

Deerlijk

Stijn Haghebaert

Ruim- en ontstoppingsdienst met +55 jaar ervaring, die een scala biedt aan diensten van topkwaliteit voor firma’s en particulieren. “We zijn experten in ons vak omwille van onze betrouwbaarheid, flexibiliteit en eigen R&D.”

www.deruddercleaning.be

Syinna

Zwevegem

Stefaan Vanneste

Sinds zijn ontstaan in 2011 heeft Syinna zich ingenesteld in de wereld van het welzijn op het werk. Dagelijks is het met zijn team op weg voor preventieopdrachten, het geven van opleidingen en advies op maat van klanten in diverse sectoren. www.syinna.be

Ribbels

Waregem

Lut Van Renterghem

Als positief-enthousiaste communicatieplanner~doener wil Lut kleinere ondernemingen helpen met hun positionerende communicatie, zodat ze die klanten kunnen aantrekken waarbij zij het verschil willen maken. En er is minder nodig dan je denkt. Ribbels ~ Communicatie met een plan. www.ribbels.be

BEDRIJVEN ― 11 VOKA-NIEUWS
Het Voka-netwerk blijft uitbreiden! Dit zijn enkele nieuwe leden van de afgelopen maanden.

INNOVATIE SUCCESVOL MANAGEN MET DE

Innovation Academy

Om (technologische) innovaties succesvol te managen binnen je bedrijf is een doordachte strategie rond innovatiemanagement cruciaal. In de Innovation Academy leer je alle kneepjes van het vak. De opleiding combineert handson-trainingen met inspirerende en ultrarecente bedrijfscases. Alles wat een innovatiemanager moet weten om optimaal te functioneren. Deze deelnemers zijn alvast helemaal klaar voor een toekomst vol innovaties.

STEFAN DESMET - SKYLUX

“Boost voor je netwerk”

BRECHT

DONCKELS - AQUAFIN

maken tussen theorie en praktijk”

“Toen ik het programma zag, leek het me meteen heel interessant”, zegt Brecht Donckels, corporate innovator bij Aquafin. “Ik had eerder al een opleiding over innovatie gevolgd en had al veel gelezen over innovatie en hoe je die kan managen en organiseren. Maar ik bleef telkens wat steken bij de theorie. Op het vlak van de praktische uitwerking – hoe je innovatie kan implementeren in een bedrijf met zijn eigen cultuur en beperkingen – bleef ik telkens wat op mijn honger zitten.

Mijn verwachtingen werden op dat vlak ruimschoots ingelost. De sprekers (onder meer van Barco en Beaulieu International Group) stonden als het ware zelf met hun voeten in de modder. Hun ervaringen waren heel interessant en hielpen mij de brug te maken tussen theorie en praktijk. Na de opleiding hebben we het innovatieproces in ons bedrijf zelfs aangepast op basis van inzichten die ik van hen had opgestoken. Daarnaast was ook het programma op zich heel breed en steeds relevant. Ook het luik netwerken is bij de Innovation Academy heel belangrijk. De groep was heel divers en de ervaringen van de andere deelnemers waren ook heel leerrijk. Van kleine tot grote spelers, met elk van hen konden we van gedachten wisselen. Met één van hen werken we nu trouwens samen aan een innovatieproject.”

“Ik heb me ingeschreven omdat ik een opfrissing wou over de nieuwste strategieën op het vlak van innovatie”, zegt Stefan Desmet, innovatiemanager bij Skylux Harelbeke. “Ik heb er al een lange loopbaan bij hetzelfde bedrijf op zitten. Het gevaar bestaat dan dat je sneller vastroest. Dat is anders bij mensen die wat meer van job veranderen en die bij elke nieuwe job nieuwe zaken opsteken. De basisgedachte van innovatie blijft uiteraard grotendeels dezelfde, maar er zijn altijd wel nieuwe technieken om die te implementeren. Achteraf gezien zijn mijn verwachtingen meer dan ingelost.

In de sessies wordt het begrip innovatie heel breed benaderd. De sprekers komen niet gewoon hun kennis delen om daarna meteen te vertrekken. Ze zijn erg toegankelijk, coachen je en debatteren mee met de groep. Het is ook leerrijk om te horen hoe andere bedrijven omgaan met innovatie. De sessies betekenen trouwens een boost voor je netwerk. En dat de sessies gespreid worden over 3 maanden, vind ik persoonlijk een grote troef. Je hebt tijd om bepaalde zaken te laten bezinken en om eventueel volgende sessies voor te bereiden. Zaken worden geregeld herhaald en op die manier blijft er ook meer hangen, in tegenstelling tot bij een korte stoomcursus waarbij je in een paar dagen overspoeld wordt door info.”

BEDRIJVEN ― 12
“Brug

MATTHIAS CAUWELIER - VAN DE WIELE

“Verschillende

“Binnen mijn huidige functie ben ik sterk betrokken bij de innovatieprocessen in ons bedrijf, maar dan voornamelijk vanuit technische invalshoek”, zegt Matthias Cauwelier, R&D projectingenieur bij Van de Wiele in Kortrijk. “Ik wilde me graag verdiepen in een breder kader. Hoe breng je een innovatieproces het best op gang? Welke mensen betrek je daar het beste bij? Op welke manier komt IP (Intellectual Property) en financiering daarbij kijken? Mijn verwachtingen zijn ingelost.” Vooral de thema’s vond Cauwelier goed gekozen. “De verschillende aspecten van een innovatieproces kwamen aan bod tijdens de Innovation Academy, net diep genoeg zodat je de basis meekrijgt, maar tegelijk ook de aanknopingspunten om je in een welbepaald aspect te verdiepen.”

Ook de andere deelnemers maken de Academy extra de moeite waard. “In je eigen bedrijf werk je sterk vanuit je eigen cocon. Het is heel leerrijk om te horen hoe deelnemers uit andere bedrijven met gelijkaardige problemen omgaan en hoe zij uitdagingen rond innovatie aanpakken. Ik zou de sessies zeker en vast aanbevelen aan mensen die een breder perspectief willen krijgen rond innovatie. Je moet er inderdaad wel wat tijd voor vrijmaken, maar de sessies zijn voldoende gespreid om het lesmateriaal te laten bezinken en het binnen de drukke agenda’s te laten passen.”

JONAS FRANS - ZF

“In 7 sessies, gespreid in de tijd zodat die geen al te grote aanslag waren op mijn agenda, kwamen alle facetten rond innovatie aan bod”, zegt Jonas Frans, Site & Operations Leader bij ZF, producent van industriële vervoersmiddelen. “Met de Innovation Academy wilde ik vooral leren hoe ik alle ideeën en voorstellen rond innovatie die er in ons bedrijf al zijn, kon filteren en implementeren. Innovatie moet deel uitmaken van je bedrijfscultuur. Dat leer je in de meeste sessies rond innovatie, maar ik was al langer op zoek naar een traject waar ook verteld wordt hoe je dat in de praktijk aanpakt.

Ik ben geen voorstander van classroomsessies, waarbij info urenlang uit één richting komt en je als deelnemer enkel maar moet luisteren. Eerder had ik al deelgenomen aan de Business Club Product Management bij Voka, dus ik wist dat het op dat vlak wel goed zat. De groep op zich was niet te groot en was samengesteld uit bijzonder interessante mensen die elk vanuit hun eigen vakgebied hun blik op innovatie toelichtten. Leerrijk. De stuk voor stuk kwaliteitsvolle sprekers waren erg inspirerend. Je krijgt door elk van hen een introductie in hun specialisatie. Wie het gevoel heeft dat een welbepaalde spreker nuttig kan zijn voor de implementatie van innovatie binnen zijn eigen bedrijf, kan de sprekers ook inschakelen als consultant. Dat op zich is al heel nuttig, want zo bouw je één klap een netwerk van experts op.”

BEDRIJVEN ― 13
“Je bouwt een netwerk van experts op”
aspecten komen aan bod”
MEER INFO OF INSCHRIJVEN

Sabien Lahaye-Battheu — gedeputeerde

Sabien Lahaye-Battheu was voor Open VLD 15 jaar actief in de Kamer. Toen ze in 2018 opkwam voor de provincieraadsverkiezingen, had ze nooit verwacht dat haar dat de rol van gedeputeerde voor Ruimtelijke Ordening, Toerisme en Onderwijs zou opleveren. “Binnen de Kamer de West-Vlaamse belangen op federaal niveau verdedigen was fijn, maar vrij anoniem. Deze functie is concreter, de maatregelen zichtbaarder, al weten veel mensen nog altijd niet goed wat de Provincie echt doet.” Hoog tijd dus om dat te verduidelijken…

Hoe kom je als ondernemer doorgaans in aanraking met wat Provincie WestVlaanderen doet?

“Er is op verschillende gebieden interactie, in eerste instantie voor vergunningen en ruimtelijke planning. Zo zijn wij bevoegd voor de Klasse 1-bedrijven (die de meest hinderlijke activiteiten uitvoeren, nvdr).

Daarnaast zijn we ook bevoegd voor vergunningsaanvragen die in eerste aanleg door het lokaal bestuur zijn beslist, maar waar beroep tegen wordt aangetekend. Zowel via hoorzittingen (waarop alle partijen

BEDRIJVEN ― 14
“Consensus vinden met Vlaanderen over extra bedrijfsgrond”

worden gehoord) als de provinciale omgevingsvergunningscommissie (waarop adviesinstanties worden gehoord) proberen we tot een breed gedragen beslissing te komen.”

“Daarnaast staan we ook in voor de planologische attesten voor ondernemingen die op hun huidige site verder willen groeien. In functie daarvan, maken we vervolgens een RUP (ruimtelijk uitvoeringsplan) op. Ten slotte dragen wij ook de verantwoordelijkheid voor ruimtecreatie voor bijkomende bedrijventerreinen.”

Er is een hoge nood aan extra ruimte om te ondernemen. Wat is uw visie daarover?

“Tijdens de vorige legislatuur hebben we een overeenkomst met Vlaanderen bereikt over 130 extra hectare in de prioritaire subregio’s (Roeselare, Brugge en Waregem).

Daarnaast was er de vraag om 300 extra

hectare in de provincie te ontwikkelen. Daarmee hadden we een goed perspectief gegeven steunend op de in 2017 uitgevoerde behoefteberekening, die leerde dat er effectief nood was aan 430 extra ha. De huidige Vlaamse regering vraagt evenwel een actualisering. Die zullen we tegen de zomer krijgen.”

Waar gaat dat verschil in interpretatie over?

“Hoewel er in de andere regio’s naast de prioritaire subregio’s voorlopig nog voldoende aanbod is, is de aanleg van een ‘ijzeren voorraad’ voor de komende jaren essentieel. Die vraag komt er vanuit het besef dat procedures vaak lange tijd in beslag nemen, zeker als dat nog eens gepaard gaat met een bestemmingswijziging. We zijn nu volop bezig met een nieuwe behoefteberekening – die oefening maken we om de 5 jaar – om nogmaals de noodzaak aan extra ruimte aan te tonen en hopen dat we de violen zo snel mogelijk gelijk kunnen stemmen. Dat is nodig, want Vlaamse ondernemers die omwille van de ingewikkelde administratie te lang moeten wachten op een beslissing, wijken vaak uit naar Wallonië of zelfs naar het buitenland. Ook de nood aan arbeidskrachten speelt daarbij een rol.”

In welke mate bieden gebouwen die vrijkomen op landbouwgrond een oplossing?

“Dat alternatief is zeker interessant, maar het gebruik van dergelijke gebouwen (bijvoorbeeld leegstaande stallen van veehouderijen, nvdr) blijft beperkt tot opslagtoepassingen. Van zodra een onderneming daar andere activiteiten wil doen, of zelfs naar zo’n site wil verhuizen, is ze onreglementair. Net daarom is het zo belangrijk

dat zij kunnen verhuizen naar een bedrijventerrein, anders zitten ze zonevreemd. Zoekend naar relevante oplossingen voor die problematiek, hebben we bij het begin van deze bestuursperiode direct aan alle lokale West-Vlaamse besturen gevraagd in hoeverre ze extra ruimte nodig hebben en welke ‘zoekzones’ volgens hen in aanmerking komen. Vervolgens gaan wij die zones – stuk voor stuk vrije gronden – screenen op een aantal cruciale criteria. Dat is noodzakelijk, want je kan nu eenmaal niet alles weerhouden. Daarnaast stimuleren we eigenaars van gronden die nog niet zijn ontwikkeld, om dat wél te doen. Ons doel is om met steden, gemeenten, intercommunales, Voka en UNIZO tot een echt partnership te komen dat deze uitdaging krachtig aanpakt.”

Hoe moeten we in de toekomst omspringen met ruimte?

“Ruimte wordt schaarser, dus moeten we er veel zuiniger mee omgaan. Dat kan onder meer door hoogbouw en door ruimtes te delen, ook op bedrijventerreinen: gezamenlijke parkings, kantoren, bedrijfsrestaurants, groenvoorzieningen, enzovoort. Niet alleen op greenfields moet dat een prioriteit zijn, maar ook bij renovatie van bestaande bedrijventerreinen, waarbij idealiter een parkmanagement al die gemeenschappelijke faciliteiten beheert. Automatisch zal dat leiden tot economische winsten en een hogere functionaliteit van al die voorzieningen. Dat wordt een werk van lange adem, want ook de geesten moeten nog rijpen. Zowel bij de burger als bij bedrijven is daarvoor een mentaliteitswijziging nodig.”

BEDRIJVEN ― 15
“De aanleg van een ‘ijzeren voorraad’ aan bedrijventerreinen is essentieel voor de volgende jaren.”

Onlangs vond de lancering van het WestVlaams beleidsplan inzake ruimte plaats. Wat houdt dat precies in?

“Dit toekomstplan voor het gebruik van ruimte in West-Vlaanderen is verankerd in een strategische visie, waarbij wij de bevoegdheid voor alle grondgebonden materie dragen. Vorig jaar hebben we daarover bij de bevolking een grootschalige enquête georganiseerd. We zijn nu volop bezig met de verwerking van die resultaten, die we vervolgens zullen aftoetsen met de gemeenten en middenveldorganisaties. Eén van de cruciale principes van het plan is zuinig ruimtegebruik op alle niveaus, strevend naar een optimale harmonie tussen landbouw, industrie, wonen en ontspannen.”

“Nu al is duidelijk dat we voor bepaalde activiteiten open ruimte zullen moeten blijven aansnijden. Voor niet-verweefbare activiteiten werken we aan de creatie van een beleidskader. Dat gebeurt ook voor water. Onder meer door sterk in te zetten op ontharding, moeten we onze watervoorraden op peil houden. Omdat WestVlaanderen meer dan andere provincies de heimat is voor ondernemingen en landbouwers met een grote waterbehoefte, is nu al duidelijk dat ons plan andere accenten zal bevatten dan de globale Vlaamse aanpak. Denk daarbij aan initiatieven om bedrijven water te laten delen en/of ter beschikking van landbouwers te stellen. Het doel is om,

in aanloop naar de verkiezingen van volgend jaar, tegen juni 2024 het beleidsplan door de provincieraad voorlopig te laten vaststellen.”

U bent ook bevoegd voor toerisme. Welke doelstellingen koestert de Provincie op dat vlak?

“Uit allerlei cijfers blijkt dat wij de meest toeristische Vlaamse provincie zijn. Afhankelijk van de gebruikte parameters (aantal bedden, omzet,…) hebben we een marktaandeel variërend van 45 tot 55%. Deze sector is in de kustgouw verantwoordelijk voor ongeveer 40.000 voltijds equivalenten. Het doel is om het economische belang van het toerisme verder te consolideren en ervoor te blijven ijveren dat iedereen dit als een volwaardige economische sector beschouwt. Meer dan ooit leeft toerisme het hele jaar door: vakantiewoningen hebben tijdens elk seizoen een hoge bezettingsgraad. Dat zal in de toekomst nog nadrukkelijker het geval zijn doordat de schoolvakanties in Vlaanderen en Wallonië niet langer in dezelfde periodes vallen.”

Wat doet Provincie West-Vlaanderen voor toeristische ondernemingen?

“In eerste instantie zorgen wij voor advies en (financiële) ondersteuning. Tijdens de pandemie hebben we bijvoorbeeld veel subsidies verstrekt, zodat zaakvoerders hun activiteit coronaveilig konden blijven uitoefenen. Tegenwoordig krijgen we re-

gelmatig vragen van toeristische bedrijven die verdwaald lopen in mogelijkheden om hun zaak te verduurzamen. We zorgen voor advies over de voor hen meest relevante investeringen.”

“We werken met toeristische bedrijven ook samen om hun businessmodel en klantenbeleving te versterken. Zo kunnen lokale ondernemers het traject volgen om het Q-kwaliteitslabel te behalen. Dit jaar hebben we 27 dergelijke certificaten uitgereikt, voor 2024 hebben 32 bedrijven zich ingeschreven om deze erkenning te veroveren. In het project Business Modellen Booster hebben we 170 bedrijven gecoacht op vlak van personeel, marketing, duurzaamheid en organisatie. In Tourism Lab zochten we met 97 bedrijven naar nieuwe mogelijkheden qua vrijetijdbeleving. Er is enorm veel tijd, energie en budget geslopen in een hoogwaardig aanbod van door Westtoer aangelegde wandel- en fietsroutes. Langs die routes brengen we jaarlijks meer dan 6 miljoen fietsers tot letterlijk bij de ondernemers.”

In welke mate werkt de Provincie mee aan een hoogwaardig aanbod voor zakelijk toerisme?

“Op dat vlak staan we vooral in voor flankerende initiatieven. Steden zoals Brugge, Oostende, Kortrijk en de kustregio hebben hun eigen ‘convention centers’. Ook hier kunnen we instaan voor gericht advies. Zo kregen we vanuit Middelkerke al de vraag hoezeer ze het nieuwe casino als trekpleister voor zakelijk toerisme kunnen promoten.”

Wat is voor u een prioriteit op vlak van onderwijs?

“Meer dan ooit moeten we het onderwijsaanbod en de studiekeuze van jongeren afstemmen op de noden van de arbeidsmarkt. Via het initiatief Technoboost willen we de jeugd sneller laten kennismaken met technische beroepen. Daarnaast moet de combinatie werk en school in onze provincie nog beter ingeburgerd geraken. Momenteel volgen maar 376 West-Vlaamse studenten een traject voor duaal leren. Dat is weliswaar een stijging van 6,5% (van 353 naar 376), op Vlaams niveau bedroeg die stijging 6,0% (van 2430 naar 2576). Via het Steunpunt Duaal Leren willen we dat verder stimuleren.” (BVC - Foto’s Kurt)

BEDRIJVEN ― 16
“De combinatie werk en school moet in West-Vlaanderen nog beter ingeburgerd geraken.”

GPC Europe verdeelt premium zonnepanelen van Meyer Burger

Meyer Burger is een belangrijke speler in het terugbrengen van de PV-industrie naar Europa. De afgelopen 3 jaar heeft het bedrijf een transformatie doorgemaakt van een leverancier van apparatuur naar een geïntegreerde producent van zonnecellen en -modules. De productiecapaciteit zal +/- 1 GW bedragen tegen eind 2023, de ambitie is 7 GW tegen 2027. Meyer Burger start daarmee de renaissance van de PV-industrie in Europa, die wordt gekenmerkt als duurzaam, regionaal en toekomstbestendig. De reacties zijn uiterst positief: er is veel vraag naar een premium zonnepaneel ‘Made in Europe’.

Hoe ziet het verkoopnetwerk er uit?

“Wij hebben besloten om niet rechtstreeks aan eindklanten en installateurs te verkopen, maar om een partnerschap met groothandelaars af te sluiten. In Grid Parity Concepts Europe (GPC) hebben wij een ideale partner gevonden met een identiek DNA zoals Meyer Burger, met eenzelfde idee over duurzaamheid, kwaliteit, langetermijnvisie,… GPC is een zeer competente partner met een ruim en trouw klantenbestand. Zij helpen ons product op de markt te brengen en dankzij een constante voorraad kan GPC zijn installateurs op zeer korte termijn beleveren. Daarnaast staat GPC altijd klaar met deskundig advies.”

Hoe benadert Meyer Burger de Belgische markt?

“In de eerste plaats via onze gespecialiseerde groothandelaars. Daarnaast adviseren wij installateurs, EPC-bedrijven & projectontwikkelaars om zo ons merk te introduceren. Meyer Burger is nog niet overal bekend als

modulefabrikant en daarom is het belangrijk om het merk, zijn waarden en innovatieve technologie actief onder de aandacht te brengen. Wij kunnen bouwen op een merk dat al 70 jaar staat voor innovatie, topkwaliteit, betrouwbaarheid en duurzaamheid. Dat is een stevige basis om ons te vestigen als hét merk voor de eindklant. Wij positioneren ons als een Europees premium merk, ontworpen in Zwitserland, gemaakt in Duitsland.”

Waarom zouden klanten specifiek

bij Meyer Burger moeten kopen?

GPC

“Wij leveren de meest rendabele technologie van de markt, zodat onze klanten tot 20% meer energie uit dezelfde oppervlakte kunnen halen. Vaak is de ruimte beperkt en anderzijds neemt de vraag naar energie voortdurend toe. Tegelijkertijd is ons product esthetisch zeer aantrekkelijk. En wij produceren op een duurzame manier, volgens hoge milieu- en sociale normen, en dat allemaal binnen Europa.”

Waarom gelooft u in de wedergeboorte van de PV-industrie in Europa?

“Het bedrijfsleven en de politiek zijn gaan inzien dat zonne-energie een belangrijke strategische technologie voor de toekomst is, die wij ook in Europa onder de knie moeten krijgen. Tegelijkertijd is het besef van de kwetsbaarheid van de wereldwijde toeleveringsketen tijdens de pandemie sterk toegenomen. In het licht daarvan is lokale productie de enige juiste stap. Wij hebben een solide basis met de nieuwste generatie cellen, in combinatie met topprestaties en concurrerende productiekosten. Meyer Burger zal het voortouw nemen om in samenwerking met andere partijen de PV-industrie in Europa weer op gang brengen.”

Zijn er innovaties in de nabije toekomst?

“Inderdaad, onder het motto ‘If you go for premium, do it right’ wijzigen wij ons productportfolio vanaf 2024 en focussen wij enkel nog op glas-glas panelen. Die zullen verkrijgbaar zijn in 3 varianten: black, white en transparant. De belangrijkste voordelen zijn: 30 jaar productgarantie, 30 jaar vermogensgarantie op 93,2% (wat het hoogste is van de markt), maximale stabiliteit & stevigheid, maximale sustainability, … kortom: maximale kwaliteit! En bovendien combineerbaar met de nieuwe celtechnieken die er binnenkort aankomen en die wij reeds volop aan het ontwikkelen zijn.”

GPC
Careelstraat 2 � 8700 Tielt � info@gpceurope.com � www.gpceurope.com PUBLIREPORTAGE
degroofpetercam.com We understand the different sides of your business. Buy. Time. private banking asset management investment banking asset services Verantwoordelijke uitgever: Bank Degroof Petercam SA, Nijverheidsstraat 44, 1040 Brussel I BTW: BE 0403.212.172 (RPR Brussel) - FSMA 040460 A. I April 2023 DEGROOF PETERCAM WEST-VLAANDEREN President Kennedypark 8 - 8500 Kortrijk T +32 56 26 54 00 - pbkortrijk@degroofpetercam.com Kalvekeetdijk 179 Bus 3 - 8300 Knokke-Heist T +32 50 63 23 70 - pbknokke@degroofpetercam.com

Tips van de expert

Een tweede residentie is de droom van heel wat ondernemers. Waarop moet je letten bij zo’n investering? “Er spelen behoorlijk wat factoren. Daarom doen mensen die dit overwegen er goed aan zich te laten begeleiden door experts die de Belgische wetgeving, én desgevallend die van het land waar het vastgoed is gelegen, uitstekend kennen.”

1. Bereid de aankoop grondig voor

“Bij aankoop van residentieel vastgoed is het belangrijk de totale prijs in kaart te brengen, inclusief de fiscale kosten, de eventuele renovatiekosten,... Daarnaast is het cruciaal de fiscale impact te kennen en na te gaan hoe het best te kopen (privé of via een vennootschap, welke financiering). Ook de vraag of je je kinderen bij de aankoop betrekt, in functie van de vermogensplanning, is relevant.”

2. Hou rekening met de energiezuinigheid van de woning

“De energiefactor wordt de komende jaren erg bepalend voor de waarde van residentieel vastgoed. Zo zal wie dit jaar een woning aankoopt in Vlaanderen er, ten gevolge van een nieuw ingevoerde renovatieverplichting, ten laatste tegen 2028 voor moeten zorgen dat de woning minstens voldoet aan een energielabel D. Die regelgeving zal alleen maar strenger worden.”

3. Vergeet de fiscaliteit niet

“Vadertje Staat kijkt ook mee. De belastbare grondslag van uw tweede verblijf, al dan niet privématig verhuurd, wordt vastgelegd op een forfaitaire basis, namelijk het kadastraal inkomen (geïndexeerd kadastraal inkomen x 1.4). Daarnaast dient u jaarlijks de onroerende voorheffing te betalen en moet u rekening houden met eventuele specifieke gemeentelijke belastingen. Bevindt het vastgoed zich in het buitenland, dan moet u rekening houden met de fiscale regels van dat specifieke land. Zo geldt in sommige landen een vermogensbelasting én betaalt u onder meer in Frankrijk, Portugal en Spanje een belasting over de gerealiseerde meerwaarde bij verkoop. Sowieso moet u de woning ook in uw Belgische belastingaangifte vermelden. België stelt de inkomsten van uw buitenlands verblijf vrij (100% of 50% voor landen waarmee er geen dubbelbelastingverdrag is).”

4. Denk na over de meest interessante financiering

“Naast de traditionele hypothecaire lening kan u ook opteren voor het zogenaamde ‘lombardkrediet’, waarbij u (een deel van) uw beleggingsportefeuille in onderpand geeft. Bij die tweede optie is geen interventie van een notaris vereist, wat tot een vlottere opstart van de financiering leidt.”

5. Laat u begeleiden op het vlak van vermogensplanning

“Bij overlijden zal uw buitenlandse residentie doorgaans in het land waar het zich bevindt aan successierechten onderworpen worden. Anderzijds zullen uw erfgenamen in België erfbelasting moeten betalen op uw wereldwijde vermogen. De in het buitenland betaalde successiebelasting kan wel worden verrekend met de in België verschuldigde successierechten met betrekking tot hetzelfde onroerend goed. Bij vermogensplanning is professionele begeleiding noodzakelijk, want de planningstechnieken die klassiek in België worden gebruikt, zijn niet zomaar toepasbaar in het buitenland.”

19
ONTDEK HIER MEER INZICHTEN OVER ESTATE PLANNING

Onze partners:

SAVE THE DATE

Tuinfeest

8 JUNI 2023 - OOSTENDE

Een terugblik op wat was, een vooruitblik naar wat komt, een breinbrekende keynote en talloze netwerkopportuniteiten met collega-ondernemers. En dat op een zomerse locatie en gepaard met heerlijke food & drinks: dat is het Voka Tuinfeest 2023 - algemene vergadering. Inschrijven

www.voka.be/west-vlaanderen/tuinfeest2023

Tuinfeest 2023 - Algemene vergadering
Ontdek onze 42 sites op www.galloo.com Galloo recycleert afgedankte consumptiegoederen en fabrieksschroot tot SECUNDAIRE GRONDSTOFFEN Wij vormen graag uw duurzame schakel in de CIRCULAIRE ECONOMIE. Mediapartners RESERVEER UW STANDPLAATS DEELNAME ALL-IN VANAF € 1.650 EXCL. BTW UW BEDRIJF OP HET GROOTSTE B2B NETWERKEVENT VAN VLAANDEREN? KORTRIJK.BEDRIJVENCONTACTDAGEN.BE BOOST UW NETWERK 13 & 14 DECEMBER 2023 KORTRIJK XPO SCAN & ONTDEK Organisatie

“Levenslang leren is een win-win”

In een kenniseconomie als de onze moeten we voluit de kaart trekken van levenslang leren. Alleen zo kunnen we inspelen op trends als digitalisering en automatisering, en kunnen we onze productiviteit op peil houden. Heel wat bedrijven, organisaties en personen zetten nu al volop in op levenslang leren. Ze houden ons in deze maandelijkse rubriek letterlijk en figuurlijk een spiegel voor.

In welke mate gaan levenslang leren en Unilin hand in hand?

“Mensen blijvend opleiden, is voor ons altijd al een aandachtspunt geweest. Sinds ik hier ruim 3 jaar geleden aan boord kwam, is het gezond maken van onze technische bevolkingspiramide alleen nog maar belangrijker geworden. Deze onderneming heeft onder meer dankzij technologische voorsprong de top bereikt. Als we die marktpositie willen veiligstellen, moeten we die voorsprong ook behouden. Daarom is het essentieel om innovatie te borgen in het DNA van onze organisatie. Dat kan alleen als je medewerkers een ‘levenslang leren’-mentaliteit hebben.”

Speelt de krappe arbeidsmarkt een rol in jullie interesse voor levenslang leren?

“Zeker. De arbeidsmarkt is de laatste 2 decennia grondig veranderd. Er is een groot tekort aan technische profielen. Bovendien blijft de moderne medewerker niet langer 20 jaar of meer op post, maar beweegt graag van de ene ervaring naar de andere, al dan niet binnen eenzelfde bedrijf. Als bedrijf ga je niet tegen die trend in, maar je leert ermee omgaan. Je tracht een gezonde technische bevolkingspiramide te bouwen, waar de mobiliteit van medewerkers niet langer een probleem is, maar een opportuniteit wordt. Levenslang leren is ook daarbij van groot belang.”

Hoe pakken jullie levenslang leren aan?

“Nieuw aangetrokken medewerkers krijgen in The Dive, ons gloednieuwe opleidings- en bezoekerscentrum, een basisvorming. Daarmee stopt het niet, want ook gevorderden en experts krijgen regelmatig de kans om hun knowhow bij te spijkeren. Voor meer ervaren medewerkers zullen we in de toekomst nog meer aandacht schenken aan het creëren en plannen van leermomenten op de werkvloer. Ook dat is een deel van het concept van The Dive.”

22

RUIT — PETERVANWALLEGHEM

Wie mag aan de opleiding deelnemen?

“Ik verwacht heel veel interesse van onze mensen. Iedereen die deel uitmaakt van ons ‘asset and innovation management’team, mag zich kandidaat stellen, waardoor we vermoedelijk selectief te werk zullen moeten gaan. We willen de deelname van onze mensen immers goed plannen, zodat deze redelijk intensieve opleiding haalbaar is voor bedrijf én medewerker. Daarom zou het fijn zijn mochten we de thema’s van hun eindwerken kunnen linken aan specifieke uitdagingen binnen onze productie-entiteiten. Telkens iemand een vorming heeft meegemaakt, pluk je daar (on)rechtstreeks de vruchten van. Op lange termijn zorgen mensen die zich voortdurend kunnen bijscholen voor een structurele verbetering van de performantie van de productieplant. Dat is van goudwaarde in een kapitaalintensieve business zoals die van Unilin.”

“Vanuit het perspectief van het bedrijf, zijn medewerkers die zich continu bijscholen een garantie dat de firma mee evolueert met de nieuwste concepten en technologieën. Vanuit het perspectief van de medewerker, is de kans die je krijgt om in jezelf te investeren een garantie dat je niet irrelevant wordt voor de arbeidsmarkt”, zegt Peter Vanwalleghem, Chief Technical Officer bij Unilin. Vanaf volgend academiejaar kunnen medewerkers van Unilin zich kandidaat stellen voor de Advanced Master Smart Operations & Maintenance van KU Leuven en UGent. De CTO is nu al overtuigd van de meerwaarde.

Vanwaar jullie grote interesse voor de Advanced Master in Smart Operations & Maintenance, de eerste gezamenlijke opleiding van KU Leuven en UGent?

“Als groot maakbedrijf zien we diverse uitdagingen op ons afkomen. Om in Vlaanderen te kunnen produceren, moeten we ook steeds slimmere fabrieken bouwen. De installaties moeten de medewerkers bijstaan bij hun steeds complexere taak en ze moeten met zo weinig mogelijk onderhoudsinspanning een zo hoog mogelijke betrouwbaarheid halen. We zijn ook een relatief energie-intensieve business. Slimme, energiezuinige fabrieken moeten ons toelaten het concurrentienadeel van een hoge energieprijs weg te werken. Deze master behandelt precies deze materie.”

Advanced Master Smart Operations and Maintenance

De master-na-masteropleiding Smart Operations and Maintenance is gericht op ingenieurs die in de maak- en mechatronicasector werken. Het is een 50-50-samenwerking tussen KU Leuven en UGent, waardoor bij elk vak iemand van beide universiteiten is betrokken. De lessen vinden afwisselend plaats in Brugge (KU Leuven) en Kortrijk (UGent).

BEDRIJVEN ― 23
B L I K V O O
CTO U N I L I N

In memoriam Walter Vanden Avenne (1927-2023)

Walter Vanden Avenne is op 95-jarige leeftijd overleden. Hij was niet alleen een goed ondernemer in de groep Vanden Avenne; hij was vooral een seigneur, een grote mijnheer dus. Een estheet ook, gezegend met een onderkoelde ‘tongue in cheek’-humor. Een wijze man die kaap hield en daardoor probleemloos het onderscheid wist te maken tussen hoofd- en bijzaak. Hij was het die als eerste de versnippering in het werkgeverslandschap aan de kaak stelde, en ernaar handelde. Toen hij voorzitter werd van het Vlaams Economisch Verbond (1985-1989), was dat de boodschap die ik meekreeg: “Doe daar iets aan”.

SCOOR BIJ

Hij vond in Jean Vanmarcke iemand die deze estafette wilde lopen.

En de rest is geschiedenis: Voka zat op de rails.

Het is een privilege om dat soort mensen ontmoet te hebben. Walter Vanden Avenne was een mooi mens waar stiel en stijl hand in hand liepen: gentlemen-like ondernemerschap.

Van dat soort ondernemers, die Vlaanderen op de economische kaart zetten en zich daarenboven ook engageren, zullen er nooit genoeg zijn.

93% VAN DE WEST-VLAAMSE KADERLEDEN & BEDRIJFSLEIDERS

Hij was er in ieder geval een voorbeeld van.

Het Voka-team biedt de familie zijn oprechte deelneming aan.

(In memoriam geschreven door Jo Libeer)

Scoor bij een kwalitatieve én grote(re) doelgroep dankzij Ondernemers! Het magazine is bekend bij maar liefst 93% van de kaderleden en bedrijfsleiders in West-Vlaanderen.

Meesurfen op dat succes?

Contacteer Sven Van Ryckeghem voor publiciteit op maat. sven.vanryckeghem@voka.be

Uw solide partner voor kunststof zwembaden op maat. WWW.PPCPOOLS.BE • INFO@PPCPOOLS.BE
Archituin-Archipool.
Project uitgevoerd door

Redhead.TV verhuist naar nieuw pand

“Grote stap op het vlak van AI en virtual productions”

Videoproductiehuis Redhead. TV neemt zijn intrek in een nieuw pand op de kmozone Erie in Brugge. Daar is voldoende ruimte om een eigen opnamestudio in te richten, wat een grote stap vooruit betekent voor het videoproductiehuis. “We zullen er volop kunnen experimenteren met nieuwe technologieën zoals AI en virtual productions”, zegt zaakvoerder Jef Mattheeuws.

Zaakvoerder Jef Mattheeuws startte zijn carrière in 2012 als freelancer bij het productiehuis Epic Cinema. “Ik maakte vooral aftermovies voor electronic dance music events. Zo filmde ik voor aftermovies van Tomorrowland en ging ik mee op tour met dj’s als Dimitri Vegas & Like Mike. Een geweldige tijd, die voor mij ook een springplank betekende voor mijn verdere carrière. Maar ik miste er iets. Ik kon er mijn creatief ei niet in kwijt.”

Dat veranderde Mattheeuws met de oprichting van videoproductiehuis Redhead.TV, 10 jaar geleden. “We maken voornamelijk videoproducties voor de commerciële sector: van tv-spots en bedrijfsfilms tot bijdrages voor sociale media. We doen dat in opdracht van reclamebureaus, maar hebben ook een pak rechtstreekse klanten: Port of Antwerp-Bruges, Alpro, Cercle Brugge, Stad Brugge, Westtoer, Liantis,… Redhead.TV heeft 3 vaste medewerkers, en daarnaast een pool van 15 freelancers met wie we frequent samenwerken.” Nadat het bedrijf enkele jaren een stek had langs de Torhoutse Steenweg in Brugge, neemt Redhead.TV nu zijn intrek in een eigen pand even verderop, op kmo-zone Erie. “Het grote voordeel is dat we hier plaats genoeg hebben om een eigen studio in te richten. Het meeste filmwerk gebeurt op locatie, bij de klant zelf bijvoorbeeld, maar een aanzienlijk deel van films en video’s wordt in een studio gedraaid. Tot op heden moesten we daarvoor telkens een studio

huren, maar binnenkort zal dat dus inhouse kunnen.” En dat brengt heel wat voordelen mee. “Het aanbod aan studio’s die je kan huren is niet zo bijster groot, en de studio’s die er zijn, zijn weersafhankelijk. Als het regent op het dak, hoor je dat tot in de studio. Dat is uiteraard geen goede zaak voor de kwaliteit van het audio- en videowerk. Opdrachten moeten in zulke gevallen soms zelfs uitgesteld worden. Het dak hier is hoog genoeg zodat we een akoestisch perfecte ruimte kunnen inrichten.”

Opnamedagen

Bovendien hoef je een eigen studio niet telkens helemaal leeg te halen. “Tussen verschillende opnamedagen kunnen we de opgestelde en zorgvuldig op elkaar aangesloten apparatuur ook laten staan. Nu is dat niet altijd mogelijk. Qua technieken zullen we hier grote stappen vooruit kunnen zetten op vlak van artificiële intelligentie en virtual productions, net omdat we de ruimte hier hebben om te experimenteren. Bij virtual productions projecteer je een achtergrond op een projectiescherm, en

die achtergrond beweegt mee met de hoek waarin je filmt. Zo kan je bijvoorbeeld een straat projecteren en lijkt het alsof je effectief in de straat beweegt.”

Mattheeuws wil de studio ook openstellen voor derden. “Andere videoproductiehuizen of freelancers uit de sector kunnen de studio ook huren voor hun opdrachten. Aangezien het kwalitatieve aanbod in onze provincie niet zo groot is, verwacht ik daar wel interesse voor. Daarnaast wil ik de studio ook openstellen voor scholen die hier praktijklessen kunnen geven, of voor freelancers die hier nieuwe technieken willen uitproberen.” (JM - Foto MVN) www.redhead.tv

“Andere productiehuizen of freelancers uit de sector kunnen de studio ook huren voor hun opdrachten.”
BEDRIJVEN ― 25
— JEF MATTHEEUWS

Bij de shift naar thuiswerk en cloudcomputing komen nogal wat security-vragen kijken. Catherine De Saedeleer, Head of Smart Networks bij Proximus, vertelt hoe SASE hier een unieke rol in kan spelen. De integratie van netwerk- en veiligheidsfuncties in één dienst zorgt voor een verbetering van de algemene securityaanpak.

Secure Acces Service Edge

SASE zorgt voor consistentie in uw securitybeleid

In 2019 deed nog geen kwart van de Belgen minstens één dag per week aan telewerk. Sinds de coronacrisis is dat 40%. “We gebruiken clouddiensten, waarbij we connecteren vanop om het even welke locatie en met om het even welk toestel. Ook gevoelige bedrijfsdata bevinden zich zo niet langer in het datacenter, maar verspreid over uiteenlopende clouds. Dat vraagt om een andere benadering van het netwerk en uw beveiliging. Gelukkig bestaan er oplossingen om een eenduidig securitybeleid uit te rollen dat ook nog eens flexibel is”, zegt Catherine.

Netwerk en security in één

Dat is precies wat ‘SASE’ doet, een term die Gartner in 2019 introduceerde en uiteenvalt in ‘Secure Access’ en ‘Service Edge’. Het gaat met andere woorden om een veilige toegang tot bedrijfsapplicaties en data als een service geleverd waar de gebruiker zich ook bevindt.

“SASE is geen nieuwe technologie, maar een manier om anders naar uw netwerk en security te kijken. Het is een concept dat netwerk- en veiligheidsfuncties combineert, in een geïntegreerde approach. Het doel is om netwerkprestaties te verbeteren, de operationele complexiteit te verminderen en de beveiliging gevoelig te versterken.”

SASE volgt uw netwerk

“SASE maakt gebruik van geïntegreerde cloud beveiligingsdiensten. De beveiliging volgt de architectuur van de onderneming. Diensten worden geleverd op het niveau van de gebruikers en de applicaties, niet louter in een centraal datacenter. Als er iets wijzigt in de netwerkomgeving, dan verandert ook de manier van beveiligen.”

Veiliger en eenvoudiger

“SASE is een overzichtelijk ecosysteem waardoor u sneller problemen kan opsporen en uw strategie kan aanpassen. U bent niet langer enkel afhankelijk van het fysieke bedrijfsnetwerk, waardoor u de volledige controle behoudt. SASE gaat uit van een zero trust-aanpak, waarbij iedereen zich uitdrukkelijk moet verifiëren en alleen minimale toegangsrechten krijgt.

In de context van onder meer thuiswerk, het gebruik van cloudapplicaties en de opslag van data in diverse clouds, zorgt SASE dus voor consistentie in uw securitybeleid”, besluit Catherine.

“ SASE is geen nieuwe technologie, maar een manier om anders naar uw netwerk en security te kijken.”

“U bent niet langer enkel afhankelijk van het fysieke bedrijfsnetwerk, waardoor u de volledige controle behoudt.”

Meer weten over SASE?

Op de website van Proximus gaan experts Kristof Spriet en Wouter Vandenbusshe dieper in op SASE.

SCAN EN LEES HET VOLLEDIGE ARTIKEL.
PUBLIREPORTAGE
Catherine De Saedeleer, Head of Smart Networks bij Proximus

SANDERS ACCOUNTING & CONSULTING

Dividenden uitkeren aan een verlaagd tarief: wat is mogelijk?

Dividenden zijn uitkeringen uit de winst (na belastingen) aan de aandeelhouders. Deze winstuitkeringen hebben dus al een belastingdruk ondergaan in de vennootschapsbelasting. Door het uitkeren van de winsten naar de aandeelhouders is hier op vandaag in principe een roerende voorheffing verschuldigd van 30%. In deze uiteenzetting gaan we in op 2 mogelijkheden om deze winstuitkeringen fiscaal te optimaliseren.

VVPRbis staat voor “verlaagde voorheffing – précompte réduit”. Het VVPRbis regime is in het leven geroepen met het oog op het relanceren van de kmo’s in de economie en is slechts mogelijk voor inbrengen in geld vanaf 1 juli 2013. Het gaat dus om dividenden die voortkomen uit nieuw uitgegeven aandelen op naam vanaf 1 juli 2013 naar aanleiding van nieuwe inbrengen in geld. De vennootschap moet kwalificeren als “kleine” vennootschap (conform art. 1:24 WVV) op het ogenblik waarop de inbreng wordt gedaan. Het feit dat de vennootschap nadien zou kwalificeren als “groot” is niet relevant. De aandelen moeten volledig volstort zijn. Aan deze aandelen mag geen voorkeurrecht verbonden zijn. Een andere belangrijke voorwaarde om het VVPRbis te behouden is dat de aandeelhouder ononderbroken, vanaf de inbreng, volle eigenaar moet blijven van die aandelen. Hierop zijn wel enkele uitzonderingen voorzien zoals in kader van successie. Deze voorwaarde is wel belangrijk om in het achterhoofd te houden, met name bij overnamesituaties. De overnemer zal namelijk geen beroep kunnen doen op het verlaagd tarief bij uitkering van deze reserves. Ook wanneer je als privé-aandeelhouder beslist om de aandelen in een holdingvennootschap onder te brengen, verlies je de mogelijkheid om uit te keren onder het VVPRbis regime. Het verlaagd tarief van het VVPRbis is ook niet van toepassing bij liquidatie. Stel dat je VVPRbis-reserves hebt aangelegd indertijd, maar deze zijn nog nooit uitgekeerd geweest. Nu wens je over te gaan tot liquidatie van de vennootschap. Dan is het beter om eerst de VVPRbis-reserves uit te keren aan het verlaagd tarief. Doe je dit niet, worden deze reserves toch belast aan 30% bij liquidatie.

2. Liquidatiereserve

Zoals je kunt zien, zijn er toch heel wat voorwaarden die moeten voldaan zijn opdat er gebruik kan worden gemaakt van de VVPRbis-regeling. De kleine vennootschappen die niet aan de voorwaarden van het VVPRbis-regime voldoen, kunnen mogelijks wel vallen onder de regeling van de liquidatiereserves. Het systeem van de liquidatiereserves houdt in dat je de winst van het boekjaar (na belastingen) gaat “reserveren” als liquidatiereserve. Bovenop de reeds betaalde vennootschapsbelasting zal dan ook nog een anticipatieve heffing worden geheven aan 10% voor het belastbaar tijdperk van de aanleg van de liquidatiereserve.

3. Wanneer gaan uitkeren?

Een belangrijk verschil tussen beide regelingen is het moment van uitkering. Als je onder het VVPRbis-regime een dividend wenst uit te keren aan 15%, is dit pas mogelijk na het derde boekjaar volgende op dat van de verrichte inbreng (zijnde de oprichting of de kapitaalverhoging). In praktijk zal de beslissing tot uitkering dus genomen worden op de jaarvergadering m.b.t. het derde boekjaar volgend op dat van de verrichte inbreng. Indien je liquidatiereserves uitkeert na een wachttermijn van 5 jaar te rekenen vanaf de laatste dag van het belastbaar tijdperk van aanleg van de liquidatiereserve kan dit aan een verminderde roerende voorheffing van 5%. Indien je wacht tot bij de liquidatie van de vennootschap, is er geen roerende voorheffing meer verschuldigd. Er is dus een iets langere wachttijd dan onder het VVPRbis-regime. Let wel op, indien je een holding boven de betrokken vennootschap zou plaatsen, kan je in principe dividenden gaan uitkeren aan 0% gelet op de moeder-

dochterrichtlijn die van toepassing is (indien voldaan aan de voorwaarden voor de DBI-aftrek). In dat geval heb je eigenlijk 10% belasting te veel betaald op het moment van het aanleggen van de liquidatiereserve.

4. Conclusie

Welke van de 2 regimes je het best kiest, is afhankelijk van verschillende factoren zoals o.a. je toekomstplannen met de vennootschap. Is er binnenkort een liquidatie gepland, dan kies je beter voor de liquidatiereserves. Wens je sneller te kunnen uitkeren dan na een wachttermijn van telkens 5 jaar, dan kan je misschien opteren voor het VVPRbis regime. De voorwaarden en modaliteiten van de betrokken regelingen zullen bepalend zijn bij je keuze. Laat je bijstaan voor advies op maat.

1. VVPRbis
ONDERNEMERS&CO ― 27
sandersconsult.be
HIGHLIGHTS IN FINANCE

Wanneer is een cadeau een schenking?

In een arrest van 22 maart 2022 spreekt het hof van beroep te Gent zich uit over het begrip “gebruikelijk cadeau”. Het hof verduidelijkt dat het moet gaan om een geschenk dat in verhouding staat tot de inkomsten van de schenker en waarvan het de gewoonte is dit te geven bij bepaalde gelegenheden zoals verjaardagen, geboortes, nieuwjaar, huwelijk, etc. Is het zo eenvoudig?

Schenken = schenkbelasting

In principe is iedere schenking onderworpen aan schenkbelasting, althans voor zover ze ter registratie wordt aangeboden. Voor roerende goederen bedraagt het tarief 3% (schenkingen in rechte lijn) of 7% (schenkingen aan anderen). Als een schenking niet ter registratie werd aangeboden en de schenker overlijdt binnen de 3 jaar na de schenking, dan zal er erfbelasting verschuldigd zijn.

Een nieuwjaarscadeau of een nieuwjaarschenking?

Tijdens de feestdagen en voor speciale gelegenheden wordt vaak een enveloppe met geld gegeven of een overschrijving gedaan op de bankrekening van uw kinderen, kleinkinderen,… Strikt genomen gaat het hier om een hand- of bankgift. Moeten deze giften hetzelfde fiscale regime ondergaan als iedere andere schenking? Er wordt traditioneel aangenomen dat deze zogenaamde gelegenheidsgeschenken geen aanleiding zullen geven tot belastingheffing. Om te spreken van een “gebruikelijk geschenk” zijn er volgens de rechtspraak en rechtsleer wel 2 voorwaarden. Het geschenk moet in verhouding staan tot het vermogen van de schenker en het moet worden gegeven voor een speciale gelegenheid zoals een verjaardag, geboorte, nieuwjaar, huwelijk, etc.

Risico op herkwalificatie

Als de gegeven bedragen eerder omvangrijk zijn, bestaat het risico dat ze niet langer als gelegenheidsgeschenken worden gezien, maar als gewone schenkingen die (in principe) aan schenkbelasting (of desgevallend zelfs erfbelasting) onderworpen zijn. Deze herkwalificatie zal alleen gebeuren in het kader van

een onderzoek door de Vlaamse Belastingdienst bij de behandeling van een nalatenschap. Wanneer de herkwalificatie gebeurt, zal de schenker dus al overleden zijn en zal er, als de schenking niet ouder dan 3 jaar is, aanleiding bestaan tot het heffen van erfbelasting (3% tot 27% in de rechte lijn of tot 55% in de zijlijn en tussen vreemden).

Hof van beroep Gent 22 maart 2022 Of een gift wel of niet gekwalificeerd wordt als een gelegenheidsgeschenk is een feitelijk maar moeilijk gegeven. Het hof van beroep te Gent spreekt zich in het arrest van 22 maart 2022 uit over deze “gebruikelijke geschenken”. In de feiten die aan het arrest ten grondslag liggen, heeft een dame gedurende de 3 jaar vóór haar overlijden elk jaar een geldsom van 5.000 euro aan haar kinderen en van 2.500 euro aan haar schoonkinderen gegeven als nieuwjaarsgeschenk. Volgens de Vlaamse Belastingdienst en het hof van beroep kunnen deze niet worden beschouwd als gewone nieuwjaarsgeschenken. Vooreerst omdat bleek dat de dame pas in de laatste jaren vóór haar overlijden vrijgeviger werd maar ook omdat haar inkomen relatief beperkt was. Een cadeau van 5.000 euro aan de kinderen en 2.500 euro aan de schoonkinderen kon dus bezwaarlijk als gebruikelijk worden beschouwd, maar wel als een gewone schenking, waarop erfbelasting verschuldigd is.

Besluit

Hoewel algemeen aanvaard wordt dat gebruikelijke geschenken geen schenkingen zijn, is het onderscheid niet altijd eenvoudig. Er is immers geen concrete wettelijke maatstaf waarop we kunnen terugvallen. Bijgevolg is het onderscheid telkens een feitenkwestie die geval per geval beoordeeld moet worden.

Als vuistregels hanteren we in elk geval de hogervermelde dubbele voorwaarde.

In de praktijk wordt wel eens gesteld dat het totale bedrag van de gelegenheidsgeschenken per jaar maximaal tot 1% van uw totale vermogen (roerend en onroerend samen) zou mogen bedragen. Het lijkt ons niet zonder risico om dit als algemene regel te hanteren. Het is in elk geval van belang dat uw geschenken bij speciale gelegenheden in verhouding staan tot uw vermogen om het risico op erfbelasting te vermijden. Wenst u uw kinderen of kleinkinderen een grotere financiële steun te geven, dan kan het aangewezen zijn om dit te organiseren binnen een meer uitgewerkte planning op maat.

DELBOO
ONDERNEMERS&CO ― 28
Waregem • Brussel • Sint-Martens-Latem • Zandhoven www.delbooadvocaten.be | info@delbooadvocaten.be
UW VERMOGEN OP TOPNIVEAU
MAAK KENNIS MET ONZE EXPERTISE
PLAN
Estate planning
Familiaal charter
Bedrijfsoverdrachten
Familiale betwistingen
Fiscale planning
Fiscale regularisatie Delboo adv. Ondernemers 55x90mm 2.indd 1 11/07/19 16:11

Stikstofakkoord: impact op de industrie

In 2021 werd het stikstofbeleid op de helling gezet na de vernietiging van een vergunning op basis van de stikstofuitstoot. Na een lange impasse bereikte de Vlaamse Regering op 10 maart 2023 een akkoord. Toch lijkt het nog te vroeg om al victorie te kraaien. Waar staan we op vandaag en waaraan kunnen we ons verwachten?

Stikstofdossier in een notendop

De Vlaamse Regering wil de stikstofuitstoot tegen 2030 met 50% reduceren. Om deze doelstelling te halen werd in 2014 een stikstofbeleid ingevoerd, het zogenaamde PAS-programma. De Programmatische Aanpak Stikstof heeft als doel belangrijke natuurgebieden te beschermen en de negatieve effecten van stikstof onder controle te houden. Dit beleid kwam in 2021 op losse schroeven te staan door de vernietiging van een vergunning voor de uitbreiding van een pluimveestal, het veelbesproken ‘stikstofarrest’. Als gevolg van dit arrest was de minister genoodzaakt om een nieuw stikstofbeoordelingskader op te maken. In afwachting van een nieuw PAS volgde een ministeriële instructie om een vergunningenstop af te wenden. Een nieuw ‘stikstofarrest’ volgde op 27 oktober 2022 voor een glastuinbouwbedrijf uit Overijse. Dit zette ook de stikstofkaders voor industrie voortaan op losse schroeven.

In 2022 werd een conceptnota PAS gepubliceerd met nieuwe stikstofdrempels. Het nieuwe kader stootte op heel wat kritiek vanuit de landbouwsector en industrie.

Na maandenlange discussies bereikte de regering op 10 maart 2023 een definitief akkoord over het PAS-programma.

Wat verandert er nu voor de industrie?

Het akkoord van 10 maart is in de praktijk eerder een politieke doorbraak. De eis dat de stikstofuitstoot van landbouwbedrijven en industrie gelijker behandeld moet worden en de vraag of de uitstoot van landbouwbedrijven die sluiten, doorgegeven kunnen worden aan andere, naburige bedrijven worden nog verder onderzocht. De vergunningskaders zoals beschreven in het akkoord van 10 maart blijven op vandaag zo goed als ongewijzigd voor industrie.

Om te weten of een passende beoordeling nodig is werkt de Vlaamse overheid met

zogeheten minimisdrempelwaarden om de impact te bepalen. Dit betekent concreet dat de 1% drempel voor stationaire NOx-bronnen blijft gelden voor vergunningsdossiers. Wanneer deze drempel overschreden wordt en de totale bijdrage van de stikstofuitstoot groter is dan 1%, dient er een passende beoordeling opgemaakt te worden om de impact te bepalen en de milieueffecten na te gaan. Deze drempel is echter niet sluitend, gelet op de tussenkomst van het arrest van 27 oktober 2022. Het gebrek aan houvast zorgt bij vergunningsverleners en ondernemers voor heel wat onduidelijkheid. In de praktijk zien we dat elk dossier individueel beoordeeld wordt. Het blijft belangrijk om bij vergunningsaanvragen waar sprake is van stikstofuitstoot aan te tonen dat de impact van het project niet betekenisvol is.

Wanneer is het stikstofbeleid van toepassing?

Ook de industrie en transportsector ondervinden hiervan de gevolgen. Verwarmingsinstallaties, stoomketels, naverbranders, ovens en verkeer etc. zorgen immers ook voor stikstofuitstoot. We zien dat bedrijven daarom volop inzetten op innovatieve technieken zonder uitstoot, zoals bijvoorbeeld warmtepompen bij nieuwe gebouwen om een passende beoordeling of een discutabel vergunningenparcours te vermijden.

Belangrijk om te weten is dat er niet perse een stookinstallatie aanwezig moet zijn om stikstof te initiëren. Bepaalde specifieke productieprocessen of mobiliteit kunnen eveneens stikstof initiëren en dienen mee geëvalueerd te worden.

Toekomstperspectief

We bevinden ons nog steeds in een juridisch vacuüm door het uitblijven van een aangepast decreet. De maatregelen

van de Programmatische Aanpak

Stikstof zijn dus pas definitief als ze vastgesteld zijn in een decreet. Tot dan gelden er voor vergunningsaanvragen overgangsmaatregelen. Momenteel is het afwachten tot het bijkomend onderzoek n.a.v. het akkoord van 10 maart is afgerond. Verwachte timing daarvoor is eind 2023. Indien er dan groen licht is, kan het in principe snel gaan om tot een decreet te komen. In het geval van een negatieve uitkomst, landen we vermoedelijk opnieuw in dezelfde discussie.

Wat vaststaat, is het feit dat de regelgeving in de toekomst niet zal versoepelen. Laat het huidige stikstofbeleid u dus niet weerhouden om een vergunningsaanvraag voor uw toekomstplannen of voor een hernieuwing in te dienen.

PLANNEN

DOEN SLAGEN

Milieuvragen?

Preventie of veiligheidsvraagstukken? Ruimtelijke plannen of stedenbouwkundige adviezen nodig?

Eén overkoepelend project?

Wij kunnen de drie brillen ook tegelijk opzetten.

ONDERNEMERS&CO ― 29
Deerlijkstraat 58 A,
- 056 75 42 81
Wiels
8550 Zwevegem info@wiels.be
www.wiels.be
PREVENTIE & VEILIGHEID MILIEU & ENERGIE RUIMTELIJKE PLANNING & STEDENBOUW

zijn anders

zijn we fier op

House of HR (3 miljard euro omzet) stoomt met de allure van een TGV steeds sneller door op de arbeidsmarkt, niet alleen in eigen land maar ook in de buurlanden. Het leverde Rika Coppens al de titel Manager van het Jaar op. Met Rika Coppens als CEO, Conny Vandendriessche als minderheidsaandeelhouder en zo’n 5.000 ‘happy rebels’ aan boord is House of HR incontournabel in de sector. Met aan boord het machtige kapitaalfonds Bain Capital staat de toekomst in kleur gegrift.

INTERVIEW ―
“We
dan anderen. En daar
ook.”
Conny Vandendriessche en Rika Coppens — House of HR
INTERVIEW ―

House of HR doet overnames aan de lopende band. Wat zijn de criteria voor een goede overname, naast het DNA dat sowieso goed moet zitten?

Rika Coppens: “Vooraf dit: alles moet goed zitten, anders beginnen we er niet aan. Wat de belangrijkste criteria betreft, het zijn er 5. Ten eerste: er moet een specialisatie zijn qua profiel van de job of qua sector. Ten tweede: het moeten bedrijven zijn die doorheen hun hele verhaal al getekend hebben voor groei, een groei ook die sneller is dan de markt zelf. Ten derde: het moet gaan om rendabele bedrijven. Er moet ook een engagement zijn van de manager en/of van het managementteam om aan boord te blijven na de overname. En tot slot: u doelde er al op, het DNA moet goed zitten, er moet een fit zijn, je moet goed samen koffie kunnen drinken of een feestje bouwen.” (lacht)

Zijn jullie bij overnames ook begaan met de geluksfactor van de nieuwe medewerkers?

Rika Coppens: “De zorg voor de medewerker maakt deel uit van onze cultuur. Maar ik vind wel dat je moet kunnen omgaan met change, want anders dreigt inertie. Je moet mensen challengen om ook uit hun comfortzone te durven treden. Achteraf hebben ze daar steevast voldoening van, zo blijkt ook.”

Conny Vandendriessche: “Ik ben zelf rusteloos van natuur. Zuchten en blazen, dat is niet mijn ding. Ik stel vast dat veel jonge mensen die bij ons aan boord zijn, eenzelfde ingesteldheid hebben.”

Rika Coppens: “Niets leukers toch dan continu jezelf heruitvinden? Het klopt dat we in een harde sector actief zijn, waar je veel verloop hebt van medewerkers. Het is deel van onze opdracht om mensen te overtuigen het beste van zichzelf te geven. Wat Conny zei, klopt ook op het terrein: onze medewerkers zijn net omwille van die dagelijkse uitdagingen fier om bij House of HR aan de slag te zijn en blijven ook ambassadeurs.”

Opvallend aan de meeste overnames van de laatste jaren, was dat ze zich

situeerden in het buitenland (onder meer in Nederland en Duitsland). Als we de zaken omdraaien, dan zijn we geneigd te concluderen dat er in eigen land geen opportuniteiten meer zijn. Klopt die redenering?

Rika Coppens: “Eerst toch dit zeggen: in eigen land zijn we groot geworden met deze groep. België is onze tweede grootste markt, na Nederland. Hier hebben we de business opgebouwd en ook helemaal onder de knie gekregen. Die expertise hebben we meegenomen en ingevuld in het buitenland. Daar zien we trouwens nog wel opportuniteiten. Ik vind dat we in Duitsland en Frankrijk nog altijd ondervertegenwoordigd zijn. En wat eigen land betreft: veel deelsectoren zijn inderdaad al ingenomen door andere spelers. Ik denk spontaan aan healthcare. De bedrijven die daar actief zijn, staan bij mijn weten ook niet te koop. In andere gevallen of sectoren zijn er misschien wel zaken te koop, maar de bedrijven in kwestie zijn dan meestal te klein, en dus niet interessant voor ons.”

Conny Vandendriessche: “Veel heeft ook te maken met het momentum. De tijd moet rijp zijn, en er moet ook een bewezen meerwaarde aan vastkleven. Is dat niet het geval, dan moet je het ook niet doen.”

Hoe houdt u, overname na overname, dat alles overzichtelijk beheersbaar, zonder de bottomline te verliezen?

Rika Coppens: “Dat is eenvoudiger dan je denkt. In ons organigram is er sprake van 11 ‘powerhouses’, aparte businessunits opgedeeld volgens activiteit. Daaronder ressorteren er dan zogenaamde ‘boutiques’. In mijn geval kan ik best het overzicht behouden door regelmatig in koffiemeetings te overleggen met de CEO’s van die powerhouses. Zij helpen mij het overzicht te bewaren en te bewaken. Vergeet ook niet dat we 700 medewerkers hebben die ook aandeelhouders zijn. Dat zorgt er automatisch voor dat mensen de goede dingen doen voor House of HR als geheel en dat de neuzen in dezelfde richting staan.”

Conny Vandendriessche: “Als aandeelhouder ben ik niet meer betrokken bij het dagdagelijkse, operationele werk. Maar

dat wil niet zeggen dat er geen werk is. De langetermijnstrategie helpen bepalen, om maar één iets te noemen. Het is een dagelijkse zorg, maar ook wel fijn om er mee bezig te zijn.”

Na een Franse meerderheidsaandeelhouder (Naxicap), heeft House of HR nu een Amerikaans-Britse hoofdaandeelhouder (Bain Capital), één van de grootste private-equityspelers op de markt. Wat heeft u van de ene en wat van de andere geleerd?

Conny Vandendriessche: “Ik vind dat een moeilijke vraag omdat we met Bain nog maar aan het begin van ons huwelijk staan. En ook dit zeggen: Naxicap is, weliswaar in een minderheidspositie, nog steeds aan boord. Als ik terugkijk op de Franse periode (sinds 2012), dan kan ik alleen maar concluderen dat we samen met hen alles geleerd hebben over overnames en over groeien. Vergeet niet dat we in die 10 jaar met Naxicap al 10 maal groter zijn geworden. Met Bain zullen we blijven groeien, dat staat vast. Hun key people lopen hier ook rond en staan ons bij met advies.”

Rika Coppens: “Qua basisstrategie zal er hier weinig veranderen. House of HR zal het groeipad blijven bewandelen, met een gezonde mix van M&A’s en organische groei.”

Heeft u het gevoel dat er nog voldoende armslag is om een eigen koers te rijden?

Conny Vandendriessche (fors): “Hadden we die zekerheid niet gekregen, dan was er hier ook geen nieuwe aandeelhouder binnengekomen.”

Rika Coppens: “We hebben met House of HR al langer dan vandaag bewezen een goed draaiend geheel te zijn. Waarom zou een nieuwe aandeelhouder dan alles anders willen? We staan ook wel op onze vrijheid. Als we onszelf happy rebels noemen, dan heeft dat ook een reden.”

Conny Vandendriessche: “Ik kan u – zonder namen te noemen – toevertrouwen dat we ooit met een nieuwe kandidaat-aandeelhouder aan tafel hebben gezeten, maar finaal het aanbod geweigerd hebben omdat we ons gekortwiekt voelden. Ja hoor, zo zijn we wel.”

Respect om zo snel te groeien als House of HR doet. Met elke overname groeit ook de schuldenlast (nu 5 maal ebitda van 350 miljoen euro) telkens mee. Hoe ervaren jullie dat gewicht op de schouders?

Rika Coppens: “Je moet dergelijke zaken in

INTERVIEW ― 32
“Je moet mensen challengen om ook uit hun comfortzone te durven treden. Achteraf hebben ze daar steevast voldoening van, zo blijkt ook.”
— RIKA COPPENS

een termijnperspectief plaatsen. Over een periode van 5 jaar lossen die schulden zich grotendeels af, omdat we nu eenmaal in een steeds stabielere en weinig cyclische business actief zijn. De vraag naar good people blijft altijd doorgaan. De toegevoegde waarde van onze bedrijven is groot.”

Conny Vandendriessche: “Meer zelfs: de schaarste blijkt nu meer en meer een structureel gegeven te zijn. Dat stelt ons gerust.”

What’s next? Komt er een voorbereiding op een beursgang bijvoorbeeld?

Conny Vandendriessche: “Dat kan.”

Rika Coppens: “In de toekomst lijkt me dat zelfs een logische stap.”

Is de zoektocht door bedrijven naar de witte raven, ongeacht het niveau, ooit op te lossen, denkt u?

Rika Coppens: “Het is geen eenvoudige opdracht, maar middels een reeks maatregelen kan je toch wel zaken in beweging brengen. Zoals daar zijn: meer flexibiliteit inbouwen, opleidingen binnen de bedrijven stimuleren, meer arbeidsmigratie, freelancers omarmen, activering van 65-plussers, inactiviteit en werkloosheidsuitkeringen beperken in de tijd. Alles kan helpen.”

Conny Vandendriessche: “Ik zou ook zeggen: meer kindjes maken.” (lacht)

Rika Coppens: “Persoonlijk ben ik ook grote voorstander van het principe van een ‘universal basic income’ voor iedereen. Dat zou helpen om aan de notie ‘werken’ een positieve bijklank te geven, anders dan wat nu gangbaar is.”

Conny Vandendriessche: “Het maakt me zo kwaad dat beleidsmatig het niet werken beloond wordt. Werklozen krijgen bijvoorbeeld tal van voordelen in natura. Kom zeg.”

De war for talent duikt overal op. Maar zijn werkgevers zelf ook soms debet aan de situatie omdat ze de lat te hoog leggen voor nieuwe rekruten?

Rika Coppens: “Ik zie één grote opdracht weggelegd voor werkgevers: zorg voor meer inhouse opleidingen. Het zal van moeten zijn. (Hr-)managers zijn vaak te rigide. Ze moeten ook goed beseffen dat le mouton à cinq pattes gewoonweg niet bestaat. Ik zou zeggen: denk ook eens outside the box, met 60-plussers is ook niets verkeerd. Waarom niet 2 mensen halftijds aannemen in plaats van 1 voltijds? Dan heb je bovendien altijd de perfecte back-up.”

Conny Vandendriessche: “Ondernemers

Conny Vandendriessche en Rika Coppens

zijn fier op de onderneming, én op Rika’s titel van Manager van het Jaar. Op onze vraag of die niet voor een bijkomende job zorgt, omdat ze overal gevraagd wordt om te gaan spreken, antwoordt Rika nuchter: “Dat valt nog mee hoor. Ik ben sowieso en vooral trots dat die titel afstraalt op het bedrijf.”

moeten van een goed retentiebeleid ook meer en meer een speerpunt van hun strategie leren maken. Nu hoor je nog te veel ondernemers zeggen dat ze dat lastig vinden. Dat zou anders moeten.”

De oproep in het bedrijfsleven klinkt steeds feller: iedereen, elke CEO, moet met duurzaamheid begaan zijn. Duurzaamheid is een begrip dat vele ladingen kan dekken, dat is bekend. Hoe kan u dat namens een dienstengroep optimaal invullen?

Conny Vandendriessche: “We zouden het kunnen hebben over ons wagenpark dat al grotendeels elektrisch is, maar laten we maar verder denken. Dan gaan mijn gedachten in de eerste plaats naar de sociale dimensie van de hele groep. Dat vertaalt zich niet alleen in het creëren van jobs, maar denk ook maar aan termen als inclusie en diversiteit op de werkvloer. Duurzaamheid heeft in ons geval ook te

maken met governance, de wijze waarop je een bedrijf aanstuurt. Ik denk dat ons jaarverslag daar een perfecte emanatie van is: kleurrijk en transparant en zonder ook maar één thema uit de weg te gaan.”

Rika Coppens: “Ik denk bij de term duurzaamheid aan veel zaken tegelijkertijd: wellbeing van onze medewerkers, veiligheid op de werkvloer, eerlijke dialoog, ethisch ondernemen, digitaal up-to-date. Graag maak ik ook melding van onze ESG-politiek (environmental, social and corporate governance) zoals die op papier werd gezet in 2019. Intern noemen we onszelf graag ‘happy rebels’ maar ook ‘ESG rebels’. De aandacht voor het milieu zit er nu diep ingebakken. Conny verwees al naar het elektrische wagenpark, maar we maken er nu ook een punt van om onze nieuwe kantoren enkel onder te brengen in gebouwen die milieuproof zijn.”

(Karel Cambien - Foto’s Stefaan Achtergael)

INTERVIEW ― 33
“Ondernemers moeten van een goed retentiebeleid meer en meer een speerpunt van hun strategie maken.”
— CONNY VANDENDRIESSCHE
DOSSIER ― 34
internationaal scoren DOSSIER duurzaamheid
Hoogwaardige brandertechnologie laat L-inc ook
Jan Van de Velde en Ruben Vancalbergh.

Soms lijkt een markt compleet verzadigd, maar bewijst de realiteit dat er toch nog een gaatje in een bepaalde niche schuilt. De 3 bezielers van L-inc uit Beveren-Leie vonden zo’n opening en doen sinds mei 2020 prima zaken met op maat ontwikkelde verbrandingskamers, branderinstallaties en rookgaskleppen. Daardoor verzorgt het bedrijf nu al diensten voor onder meer Arcelor-Mittal en de waterzuiveringsinstallatie van Parijs.

Ruben Vancalbergh, Jan Van de Velde en Martin Kerschbaumer zijn de pijlers van L-inc (voluit Leverage Incorporated).

“Martin heeft met Environ Engineering al een onderneming waarmee hij zich toelegt op het onderhoud en het opstarten van industriële branders. Jan had vroeger een bedrijf dat zich specialiseerde in de productie van rookgaskleppen voor thermische processen. Zelf was ik actief in procesengineering en projectmanagement voor de bouw en optimalisering van productielijnen en fabrieken”, legt Ruben uit. “Een marktanalyse leerde ons dat eigenlijk geen enkel bedrijf zich toespitst op de constructie van industriële branderoplossingen op maat. Akkoord, er is wel een uitgebreid aanbod van grotere ondernemingen die alles in één pakket aanbieden, maar vaak is zo’n standaardproduct niet de beste oplossing. Wij gaan verder door een actieve bijdrage te leveren bij het aanpassen van bestaande systemen, of door samen met de klant systemen en producten te ontwikkelen die volledig aan de toepassing zijn aangepast.”

Emissiebeheersing

Meestal komt L-inc op de proppen bij iets complexere uitdagingen inzake thermische emissie- en energiebeheersing. “Onze grootste meerwaarde is dat we de klant daarbij compleet ontzorgen met sleutel-op-de-deur-oplossingen of de aanlevering van specifieke componenten.”

Het team telt momenteel een tiental men-

sen, onder wie een aantal freelancekrachten. “We zijn eigenlijk dringend op zoek naar een extra ingenieur en technieker”, zegt Martin. “Dat is nodig omdat we sneller groeien dan verwacht. Tijdens het eerste jaar draaiden we al break-even, wat in onze branche vrij uitzonderlijk is. Vorig jaar boekten we al een lichte winst. Dat komt hoofdzakelijk omdat de knowhow over de processen waar wij ons uitgebreid op focussen, zeer beperkt is. Tegelijk worstelen heel wat ondernemingen uit de metallurgie, de staalnijverheid, (petro)chemie, tankoverslag, afvalverwerking en droogprocessen met grote uitdagingen als gevolg van de snel schommelende energieprijzen en de strenge emissienormen.”

Pollutec

Heel wat L-inc-klanten komen uit het eigen netwerk van de 3 stichtende vennoten, die ook al projecten in Frankrijk, Nederland, Duitsland en Oostenrijk uitvoerden. “Om onze actieradius uit te breiden, nemen we elk jaar deel aan een grote beurs. Zo trekken we in oktober naar Pollutec in Lyon, één van de grootste milieubeurzen ter wereld. Realisaties in het buitenland gebeuren onder onze leiding via lokale specialisten. Door de aard van onze activiteiten, is internationalisering eigenlijk een must. Het onderhoud en de opstart van alles wat zich op de as België-Oostenrijk bevindt, kunnen we verzorgen samen met onze partner Environ Engineering”, duidt Jan. Innovatieve brandertechnologie is niet het enige wapen van L-inc. “We zetten ook sterk in op de ontwikkeling en productie van afsluiters en rookgaskleppen die essentieel zijn voor de regeling en de beheersing van warmteprocessen tussen 20 en 1.200 °C. Ook plaatafsluiters voor de afvoer

Betere leerling

Op het vlak van emissiebeheersing behoort België tot de betere leerlingen binnen de Europese Unie. “De emissienormen zijn hier iets strenger, maar bij onze noorderburen leggen ze de lat zelfs nog hoger. Soms betekent dat dansen op een slappe koord. Het is nogal uitdagend om oplossingen die aan ultrastrikte eisen moeten voldoen, functioneel én betaalbaar te houden. Dat geldt trouwens ook voor de normen inzake stikstofreductie.”

van verbrandingsassen behoren tot de mogelijkheden.”

Intussen kijken de 3 partners gedreven vooruit. “We hebben bij VLAIO een dossier ingediend om onderzoek te voeren naar alternatieve brandstoffen. In de meeste gevallen zijn dat biologische brandstoffen, die ontstaan uit afvalstromen en soms zeer ‘arme gassen’ zijn. Dat betekent dat ze een laagcalorische waarde hebben, waardoor het een stuk moeilijker is om ze effectief te laten ontbranden en ze dus toch nog voldoende vermogen te laten leveren. We geloven absoluut in die mogelijkheden, ook omdat op een innovatieve manier oplossingsgericht werken één van de kenmerken van ons DNA is”, besluit Ruben Vancalbergh. (BVC - Foto Kurt)

www.l-inc.be
“We willen niet rond de kerktoren blijven”
DOSSIER ― 35
“Door de aard van onze activiteiten, is internationalisering eigenlijk een must.”

Willy Naessens Group nu al CO2-neutraal voor bouw- en betonactiviteiten

Willy Naessens Group besliste in 2019 om duurzamer te worden en haalde 2 jaar later al het certificaat van CO2-neutrale organisatie. Hoe? Ook door compenserende projecten, maar vooral met acties binnen de groep zelf en door verder te werken aan lopende evoluties. “We zijn in de 3 sectoren actief die in de publieke opinie steeds meer als niet duurzaam worden aanzien: beton, transport en vlees. En tóch zijn we goed bezig”, vertelt Chief Sustainability Officer Kris Vanrenterghem.

“Willy Naessens Group telt 4 takken: Concrete (productie van betonelementen, onder meer bij Structo in Brugge), Build (installatie van de elementen), Food (distributie bereide gerechten en eigen slagerijproducten) en Invest. We inventariseerden de CO2-uitstoot voor de beide bouwtakken (Concrete en Build), waarbij we keken naar het gewicht van onze fossiele energieverbruikers (elektriciteit, stookolie, diesel,…) in de 22 bedrijven die daaronder vallen. Als

norm kozen we de CO2-prestatieladder en het Parijsakkoord, waarbij het de bedoeling is om tegen 2030 nog 45% van de CO2-uitstoot van referentiejaar 1990 uit te stoten, en tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. Het creëren van acties gebeurde binnen toolboxen binnen het bedrijf waarbij 120 personen bevraagd werden naar wat zij op thema’s als energie, mobiliteit, bestuur, sociaal zouden veranderen. The sky was the limit.” (lacht) “Er kwamen 450 punten uit, die we reduceerden tot iets meer dan 100 verbeterpunten. We hebben nog een lange weg te gaan.”

CO2-prestatieladder

Om de cijfers en resultaten te objectiveren, zocht het bedrijf naar valabele certificaten. “Omdat we internationaal actief zijn, voldoen lokale certificaten niet voor ons. We kwamen uit bij Climate Neutral Group uit Nederland dat ons begeleidt en dat onafhankelijk wordt geauditeerd door Ecocert of Preferred by Nature. Onze ambitie was

om metéén CO2-neutraal te worden. Dat kunnen we door de uitstoot die we wél nog hebben te compenseren door projecten (vooral buitenlandse) te ondersteunen. Maar uiteraard is het belangrijkste binnen de certificatie dat er gewerkt wordt aan de reductie van onze uitstoot. De CO2-prestatieladder kozen we ook omdat die onder meer in Nederland een gunningsvoordeel biedt bij de toekenning van projecten. Ondanks de sterke groei van onze groep de afgelopen jaren, stijgen onze CO2cijfers minder snel. We willen jaarlijks 2,5% reduceren. In de praktijk zitten we boven de 3%, maar we weten dat er mindere jaren zullen zijn. Het is geen rechte lijn. En als je vandaag investeert, zie je pas de jaren erna het effect in de cijfers.”

“We zijn op diverse vlakken actief: al onze fabrieken hebben een nullozerstatuut voor afvalwater, investeren massaal in PV-installaties, zoeken naar optimale energiezuinige betonmengsels, er is ons openbaar bedrijfsbos, en dat zijn nog maar énkele projecten. Binnen enkele maanden lanceren we het logistieke gebouw van de toekomst, waarbij het doel is maximaal in te zetten op duurzaamheid.” (SD - Foto MVN)

www.sustainabilitybywillynaessens.com

DOSSIER ― 36
www.willynaessens.be
“Duurzamer worden is geen rechte lijn”
“Binnen enkele maanden lanceren we het logistieke gebouw van de toekomst, waarbij het doel is maximaal in te zetten op duurzaamheid.”
— KRIS VANRENTERGHEM

DRINKWATERSYSTEMEN: MOOI, PRAKTISCH EN DUURZAAM

In 2030 drinkt iedereen alleen nog kraanwater, daar zijn ze bij AQUALEX van overtuigd. Daarom is het de missie van het Deerlijkse bedrijf om de drinkervaring van kraanwater zo aangenaam mogelijk te maken.

“Wij zorgen voor een premium water, heerlijk van smaak, zowel gefilterd gekoeld, bruisend als heet. Geserveerd via drinkwatersystemen die je inpalmen door hun duurzaam materiaalgebruik en uitmuntend design. Dankzij ons eigen R&D-team zijn het de meest vernieuwende producten in de markt van drinkwaterkoelers en multifunctionele kranen”, vertelt zaakvoerder Alexander Vanlerberghe.

De AQUALEX-drinkwatersystemen en -kranen zijn niet alleen mooi en praktisch; ze passen ook volledig in de duurzaamheidsstrategie van ondernemingen. In je bedrijf overschakelen naar kraanwater, is een kleine stap met een grote impact. Met een drinkwatersysteem bespaar je per medewerker jaarlijks 30 kilogram CO2, 3,5 kilogram plastic afval en 180 kWh energie, en verspil je 7 keer minder water. Bovendien verhoog je zo de werkprestaties van medewerkers met 15%.

Water as a service

AQUALEX zet als bedrijf trouwens ook fors in op een duurzame bedrijfsvoering. Het werkt bijvoorbeeld sterk aan een aantal SDG’s, besteedt aandacht aan design for assembly en lokale productie, en evolueert naar een circulair model en ‘water as a service’.

Daar is de gloednieuwe Circulo een goed voorbeeld van. De elegante waterzuil met plat, gekoeld en bruisend water is gemaakt van gerecycleerde materialen én is ontworpen om gerecycleerd te worden.

Meer weten?

Vraag dan het gloednieuwe duurzaamheidsrapport aan.

www.aqualex.eu info@aqualex.eu 056 96 70 00
PUBLIREPORTAGE

Standenbouwers met een groen hart

Als het van GM Productions afhangt, wordt de afvalberg die ontstaat na afloop van een beurs gevoelig kleiner. De specialist in standenbouw uit Roeselare gaat meer dan ooit voor een duurzame aanpak.

29 jaar geleden stichtten

Didier Demeyere en Katrien

Demeulenaere GM Productions. Het enthousiaste koppel staat vandaag nog altijd aan het roer, samen met dochter Annelies Brouckaert en haar man Jurgen Dewaele. Gesteund door 14 medewerkers staan ze garant voor de ‘groene’ toekomst van het bedrijf en een drastische reductie van het afval na beurzen.

Energiebesparing

“Dat doen we in eerste instantie door met de 100% herbruikbare matrix-systemen van 2 Vlaamse bedrijven te werken. 15 jaar geleden waren we een van de eersten die daarop hebben ingezet”, legt Annelies uit. “De maximaal personaliseerbare systemen, bestaande uit aluminium frames, kenmerken zich door hun onzichtbare basis. Het lichte gewicht heeft een gunstige impact op het transport (lagere CO2-uitstoot) en maakt het werken voor onze standenbouwers aangenamer. De frames bieden ons de kans om persoonlijke en creatieve standen te maken. We sporen onze klanten aan om de standen te huren. Daardoor is de kostprijs voor hen beperkter en kunnen wij de frames vervolgens opnieuw inzetten. De energiezuinige koelkasten en ledverlichting die we standaard op beurzen voorzien, laten toe om stevig op de stroomfactuur

te besparen.” Als bepaalde materialen na verloop van tijd niet meer bruikbaar zijn voor integratie in standen, schenkt de onderneming ze aan jeugdbewegingen of goede doelen.

Efficiënte workflow

GM Productions verhuisde 14 jaar geleden naar de huidige site in Roeselare, die onlangs een uitbreiding kreeg. “Die uitbreiding bood ons de kans om de beschikbare ruimte efficiënter te benutten. We hebben onze werkprocessen verbeterd en gedigitaliseerd, waarmee we tijd en geld besparen en onze ecologische voetafdruk verminderen. We kopen ook efficiënter in, wat minder transport en minder verpakkingen vereist. Daarnaast maken we gebruik van groene energie, onder meer via zonnepanelen. Al die factoren samen bieden meer ruimte voor creativiteit en innovatie”, pikt Jurgen Dewaele in.

De onderneming kleedt de stands aan met zelf gedrukte visuele communicatie op groot formaat. “Onze afdeling XL Prints gebruikt daarvoor milieuvriendelijke inkten. We rijden met hybride wagens en vrachtwagens met een minimale CO2-uitstoot. Het illustreert allemaal dat we onze ambitie om de standenbouw te vergroenen, ook in de toekomst niet los willen laten,” besluit Annelies.

www. gm -productions.be info@gm-productions.be PUBLIREPORTAGE

Footprint inc. produceert lokaal kleine oplages

“We willen dat onze klant niet meer moet nadenken over circulariteit”

Footprint inc. is een jonge Brugse start-up met roots in Knokke-Heist die met 3D-printing lokale productie wil ondersteunen en nieuwe producten wil lanceren. “Maar het is ook onze ambitie om alles wat we maken te kunnen recupereren en hergebruiken voor een volgend product”, vertellen Aagje Rappé en Pieter Maelegheer.

Het koppel jonge dertigers heeft een diverse achtergrond. Pieter zette de eerste stappen in ondernemen en 3D-printing door een robot te programmeren. Maar de neuzen bleken niet in dezelfde richting te staan. Enter Aagje, met achtergrond in communicatie en marketing. “Via het Bryo StandUp-traject bij Voka West-Vlaanderen hebben we ons initiële idee vormgegeven: via 3D-printing circulaire decoratiestukken zoals dj-booths en pop-ups – vandaag meestal uit piepschuim of epoxy – maken voor de eventsector. Met de 50.000 euro starterssteun van VLAIO voor ons innovatieve idee lanceerden we in september vorig jaar Footprint inc. Bij de ‘proof of business’ merkten we al snel dat het moeilijker dan gedacht was om in de eventsector binnen te geraken, maar dat we anderzijds wel uit andere sectoren vragen kregen. En dat zowel voor grote stukken – we kunnen tot 2 x 2 x 3 meter printen – als voor bijvoorbeeld kleine onderdelen voor een zwembadbouwer.”

Het businessidee werd al doende bijgestuurd. Vandaag focust Footprint inc. op 3 zaken: prototyping, productie en advies. “We merken dat bedrijven productie uit Azië terughalen om lokaal te produceren. Wij ontwikkelen en testen die prototypes en zien dat 3D-printing ideaal is om kleinere oplages zoals bijvoorbeeld 200 stuks te produceren. Zo maakte we via bloemenkunstenaar Daniel Ost voor de nieuwe e-Tron van Audi de ‘car plant’, een dashboardpotje van

gerecycleerd PET. Samen met Gardeco Objects uit Zedelgem, een uitgever van kunst- en designobjecten, ontwikkelen we een kunstwerk uit maïsafval en houtvezel dat net op de designbeurs in Milaan werd gelanceerd. En ook voor onder meer standenbouwers en patissier Stephan Destrooper zijn we actief.”

“Omdat we zó overtuigd zijn van 3D-printing hebben we een derde pijler. In onze adviesfunctie bekijken we alles wat bij 3D-printing komt kijken, van de juiste printer tot procesoptimalisatie en programmatie. Met de klant bekijken we welke productspecificaties er nodig zijn en welk – zo circulair mogelijk – materiaal daarbij aansluit. Zo willen we bedrijven compleet ontzorgen en helpen verduurzamen in hun productie.” (SD - Foto MVN)

www.footprintinc.be

Aandachtspunt

“Een aandachtspunt is nog de recuperatie en recyclage van producten, waarvoor we onder meer testen met Beologic uit Zwevegem en B4plastics. Maar de logistieke keten om de stukken terug bij ons te krijgen, ontbreekt nog. Het sluiten van die circulaire keten bekijken we nu in het acceleratorprogramma The Circular Kickstart, want alles wat we doen, heeft een impact. De vraag is hoe we die impact zo klein mogelijk kunnen houden. Onze ultieme ambitie is om een materialenpaspoort te ontwikkelen zodat de klant de levensloop van het materiaal van a tot z kan volgen en weten in welke mate het al aangetast en/of nog herbruikbaar is.”

39
Pieter Maelegheer en Aagje Rappé.

Brugse vestiging krijgt upgrade

Remondis zet steeds meer in op recyclage

Remondis, de Duitse wereldspeler op het vlak van afvalverwerking en recyclage, zette de voorbije jaren voet aan de grond in West-Vlaanderen met de overname van Depoorter in Oostende (2016) en Corneillie in Brugge (2022). “Waar we nu nog vooral overslag doen, kunnen we zeker nog verder groeien door afvalstromen diepgaander te sorteren”, vertelt managing director Arne Hap.

Remondis is met 40.000 medewerkers actief op meer dan 800 locaties in 35 landen wereldwijd en maakt deel uit van de familiale Rethmann-holding. “Het is dan ook niet toevallig dat bij overnames gezocht wordt naar bedrijven met een gelijkaardig familiaal DNA, zoals Depoorter en Corneillie. Onze focus hier ligt op niet-gevaarlijk afval, dat we op diverse manieren ophalen. Zo doen we huis-aan-huisophalingen voor afvalintercommunales van Ieper-Heuvelland tot Nieuwpoort en ook in Middelkerke. Vanuit Oostende en Brugge focussen we dan weer vooral op containerverhuur, en dit in alle segmenten: particulieren, bouw, industrie. Een 3de activiteit is

de ophaling van diverse formaten rolcontainers bij bedrijven. We hebben ook een grote divisie containerwagens met kraan, om afval uit ondergrondse containers te scheppen, bigbags binnen te halen of bouwmaterialen naar hogere verdiepingen te hijsen. Ten slotte heeft elke vestiging ook een eigen containerpark waar particulieren en ondernemers zelf hun afval tegen betaling kunnen aanleveren, en dat op een snellere manier dan in het openbare recyclagepark.”

Dicht bij de klant zitten, is voor Remondis heel belangrijk. “Bij ons krijg je iemand uit de streek aan de telefoon, en we wachten

geen 3 tot 5 dagen om de container bij klanten te gaan ophalen. We kunnen de container indien nodig binnen het uur leveren, zodat bijvoorbeeld een aannemer zijn medewerkers aan het werk kan houden. Onze Brugse vestiging willen we ook upgraden met later nieuwe gebouwen aan de straatzijde en op korte termijn een uitbreiding van ons containerpark om meer fracties te kunnen sorteren.”

Informeren en sensibiliseren

Duurzaamheid staat dus centraal bij Remondis. “Dat begint bij sortering aan de bron, waarbij het onze taak is om onze klanten nog meer te informeren en te sensibiliseren over welke afvalstromen bij hen op locatie samen of apart behoren. Als het afval bij ons binnenkomt, moeten wij het dan verder sorteren. Dat doen we op

basis van de Ladder van Lansink, waarbij preventie bovenaan staat, gevolgd door hergebruik in dezelfde vorm, dan recyclage (bewerken en opnieuw vermarkten), verbranden met energierecuperatie, en als allerlaatste stap storten, wat bijvoorbeeld met asbest nog gebeurt. We mikken zo hoog mogelijk op de ladder. Zo verwerken we gipsafval samen met een partner die met een gepatenteerde bewerking cradle-to-cradle producten maakt, en in Oostende hebben we een sorteerlijn voor bouw- en sloopafval. In Brugge zijn we op vandaag enkel een overslagbedrijf, maar we willen blijven mee-evolueren met de steeds strengere wetgeving en het groeiende bewustzijn van burgers en ondernemers voor duurzaamheid.” (SD - Foto MVN)

www.remondis-corneillie.be

www.remondisdepoorter.be

“We blijven mee-evolueren met de steeds strengere wetgeving en het groeiende bewustzijn van burgers en ondernemers voor duurzaamheid.”
40
— ARNE HAP

Elindus pakt uit met softwaresysteem Elion

Elindus, een Waregemse energieleverancier voor bedrijven, ontwikkelde een softwaresysteem waardoor hun klanten voordeel kunnen halen uit de volatiliteit van de energiemarkt. Ondernemers kunnen hun batterijen opladen op het moment dat de elektriciteit het goedkoopst is, en die elektriciteit even later terug op het net steken en aan een hogere prijs weer verkopen.

Energieleverancier Elindus, die zich in de eerste plaats profileert als energieleverancier voor ondernemingen, werd 11 jaar geleden opgestart. “Net zoals energieleveranciers op de private markt zorgen wij ervoor dat onze klanten voorzien worden van energie op de momenten dat ze het nodig hebben”, legt Lode Hullebusch uit. “In het begin kochten wij zelf onze energie aan bij een externe partij. Maar sinds een aantal jaar kopen en verkopen we zelf onze elektriciteit op de beurs, via onze dochteronderneming Smart at Energy. Op die manier kunnen we de prijzen op de voet volgen en zelf de beste prijzen aanbieden.”

Onstabiele factoren

De grootste uitdaging van energieleveranciers is inschatten hoeveel energie hun klanten de dag erna zullen verbruiken. “En dat wordt hoe langer hoe moeilijker, omdat onstabiele factoren een steeds grotere rol spelen”, zegt Mathias Detremmerie. “Vroeger was er voornamelijk kernenergie en hadden alle klanten van energieleveranciers wel een gemiddeld verbruik waarop je

je kon baseren. Maar hernieuwbare energie afkomstig van zonne- en windenergie is zo onvoorspelbaar, dat het steeds moeilijker wordt om een juiste inschatting te maken hoeveel extra elektriciteit we nog nodig zullen hebben. Ook de verdere elektrificatie heeft een sterke invloed. Doordat de vraag naar elektriciteit en het aanbod aan elektriciteit soms sterk verschillen, ontstaat er een opportuniteit rond de onbalansmarkt.” Dat inspireerde de ondernemers van Elindus voor de ontwikkeling van het softwaresysteem Elion. “Elion maakt het mogelijk voor bedrijven om via onze logica energie te verhandelen op de energiemarkt en dus voordeel te halen uit die fluctuerende prijzen”, zegt Detremmerie. “Het komt erop neer dat onze klanten de batterijen die ze al staan hebben voor hun hernieuwbare energie, kunnen gebruiken om elektriciteit op te slaan op momenten dat het hen weinig tot geen geld kost. Niet alleen wanneer de zon schijnt dus, maar ook wanneer elektriciteit op de beurs heel voordelig geprijsd staat.”

Dankzij de samenwerking met Elindus kunnen ze zelfs even later die energie terug

op het net steken en die tegen een hogere prijs verkopen dan die ze zelf aankochten. “Het is de prijs die bepaalt of ze zich gedragen als een verbruiker of verkoper van energie, uiteraard steeds in lijn met wat operationeel mogelijk is voor hen. Wij berekenen samen met onze klanten of het een goed idee is om nog extra batterijen bij te plaatsen. Met een terugverdientijd die op dit moment 4 tot 5 jaar bedraagt, is dat al een interessante investering.”

Elion helpt daarnaast ook gebruikers hun eigen energie op de meest optimale manier in te zetten. “Elion is een datagedreven, centrale stuurdoos die connecteert met een digitale meter, een batterij, zonnepanelen, laadpalen of andere energiebronnen. Zo kan je bijvoorbeeld instellen tegen wanneer je auto geladen moet zijn, en dan gebeurt dat automatisch op het financieel gunstigste moment.” (JM - Foto Kurt)

www.elindus.be

“Klanten kunnen zelf profiteren van volatiliteit van de energiemarkt”
“Zonne- en windenergie is zo onvoorspelbaar dat het steeds moeilijker wordt om een juiste inschatting te maken.”
DOSSIER ― 41
— LODE HULLEBUSCH
Mathias Detremmerie en Lode Hullebusch.
PUBLIREPORTAGE

De 17 Sustainable Development

Goals van de Verenigde Naties worden wereldwijd ingezet als doelstellingen voor duurzame ontwikkeling. In deze rubriek stellen we telkens een andere SDG voor. SDG 9 draait rond industrie, innovatie en infrastructuur. Investeringen daarin leiden immers tot groei in productiviteit en inkomen, en verbeteringen in gezondheidszorg en onderwijs.

Isolatie- en verpakkingsproducent Abriso Jiffy in Anzegem extrudeert de kunststoffen polyethyleen (PE), polypropyleen (PP) en polystyreen (PS) tot schuimen en bubbelfolies. “Wij produceren onder meer het beschermende bubbelplastic in de doos van je online bestelling, het beschermingslaagje bij je nieuwe laptop of de folie bovenaan je pralinedoosje”, zegt procesingenieur Maarten Goeminne. “Daarnaast maakt ook de productie van isolatiepanelen op maat voor de industriebouw een groot deel uit van onze business.”

De hoofdzetel in Anzegem en de fabriek in Wellen (BE) stellen samen zo’n 400 mensen tewerk. Verspreid over de 17 vestigingen in Europa werken ongeveer 1.800 medewerkers. Samen realiseren ze een omzetcijfer van 330 miljoen euro. “Dat ons bedrijf zoveel verschillende vestigingen telt, is een noodzaak in onze sector. Onze producten zijn zo licht en nemen zoveel plaats in bij het transport, dat een geografische spreiding in Europa ook voordeliger is voor onze klanten.”

Parameters

Abriso Jiffy nam recent zijn productieproces onder de loep. “We investeerden een kleine 100.000 euro in een scanner die de productie van onze eerste productielijn in realtime opvolgt. In tegenstelling tot vele van onze concurrenten zijn de isolatiepa-

Abriso Jiffy bespaart grondstoffen in productieproces

nelen die hier van de band rollen op maat gemaakt. Dat wil zeggen dat we bij elke nieuwe batch een heleboel parameters moeten aanpassen.”

Maar hoe meer aanpassingen aan de instellingen gebeuren, hoe groter de kans op afwijkingen tijdens het proces. “Om die afwijkingen zo klein mogelijk te houden, brengt de scanner de dikte en de densiteit van het paneel voortdurend in kaart. Op die manier kunnen onze operatoren meteen ingrijpen als die afwijking te groot is. In nauw overleg met hen hebben we ook een flowchart opgesteld, met duidelijke instructies welke stappen ze kunnen zetten bij welke afwijking van de dikte en densiteit.”

Dat zorgt niet alleen voor een hogere kwaliteit van het eindproduct, er gaan ook minder grondstoffen verloren. “Sinds we deze scanner in gebruik namen, maakten we ons productieproces stabieler en realiseerden we een besparing op onze grondstoffen van zo’n 1,25%.” Abriso Jiffy overweegt sterk om te investeren in een gelijkaardige scanner op hun tweede productielijn.

(JM - Foto Kurt)

Meer weten? Contacteer ons gerust via 0476 02 59 42 of duurzaamondernemen.wv@voka.be

DOSSIER ― 43
BEDRIJFSCASE
Maarten Goeminne.

“Werken met duurzame, recupereerbare materialen”

Mahieu Construct zit in de lift. De specialist in industrie- en agrarische bouw bewijst dat door in Komen het staalatelier te verdubbelen. Intussen legt het familiebedrijf extra de klemtoon op zo duurzaam mogelijk én efficiënt werken. “Als we erin slagen mee te groeien met onze klanten, danken we dat in eerste instantie aan onze competentie om altijd heel gericht op hun vragen in te spelen en oplossingsgericht mee te denken”, zegt CEO Felix Mahieu.

Door de jaren heen is Mahieu Construct in België en Frankrijk uitgegroeid tot een krachtige speler voor industriële en agrarische bouwprojecten. “In het recente verleden hebben we aanzienlijk geïnvesteerd in onze productiefaciliteiten”, vertelt Felix Mahieu. “Zo namen we een tweetal jaar geleden een nieuwe vestiging in Duinkerke in gebruik, waar we betonpanelen en -kolommen maken. Bovendien hebben we daar nog mogelijkheden tot uitbreiding. Naast Komen hebben we ook in Pittem een staalatelier.”

Uitbreiden is wat de onderneming nu ook doet op het hoofdkwartier in Komen. “In 2022 hebben we onze kantoren en magazijnen verhuisd naar een vrijgekomen pand in dezelfde straat. Daardoor beschikken we nu over één centrale ruimte voor het magazijn, waardoor we de benodigde materialen voor onze werven beter kunnen voorbereiden. Dat laat toe om sneller te schakelen. Die efficiëntere manier van werken komt rechtstreeks ten goede van onze klanten.” Op de vrijgekomen ruimte is Mahieu Construct volop bezig met de verdubbeling van het staalatelier. “Het is de bedoeling dat we die uitgebreide

oppervlakte vanaf begin volgend jaar in gebruik kunnen nemen. We investeren er meteen ook in een nieuwe, volautomatische zaag- en boorstraat voor staal. Ook dat zal onze doeltreffendheid vergroten.”

Streven naar zero waste

Het streven naar een zo hoog mogelijke duurzaamheidsgraad sluit daar volledig bij aan. “Zero waste is het ideale scenario. Dat willen we benaderen door met duurzame, recupereerbare materialen te werken. Beton past perfect in dat plaatje.” De continue investeringen in de verbetering van de eigen ateliers voor staal en beton gebeuren om de verticaal geïntegreerde activiteiten te blijven opwaarderen. “Doordat we alles in eigen beheer klaarmaken, winnen we tijd en verhogen we onze expertise. Daardoor kunnen we om het even welk project behartigen: van het eenvoudigste magazijn over een complexe hoogbouwdiepvries tot een gecombineerd gebouw voor kantoren, winkel- en productieruimte.”

INVESTEERT IN KOMEN IN VERDUBBELING VAN PRODUCTIECAPACITEIT VOOR STAAL CGK GROUP - GULLEGEM CEMMINERALS – GENT
www.mahieu-construct.be — info@mahieu-construct.be PUBLIREPORTAGE

“Bewustwording creëren”

Vanheede investeert 100 miljoen euro in 3 vestigingen

Afvalinzamelaar en -verwerker Vanheede Environment Group in Wervik verwerkt jaarlijks 1,2 miljoen ton aan afval. Het bedrijf investeert momenteel 100 miljoen euro in 3 verschillende vestigingen, om het afval er nog beter te kunnen sorteren, hergroeperen en verwerken. “In onze vestiging in Noord-Frankrijk bouwen we een sorteerlijn, om ook daar voortaan zélf te kunnen sorteren”, zegt zaakvoerder David Vanheede.

Afvalverwerker Vanheede werd in 1968 opgestart door de ouders van huidige zaakvoerders David en Caroline Vanheede. Het familiebedrijf is in 55 jaar tijd uitgegroeid tot één van de bekendste afvalverwerkers van Vlaanderen, met zo’n 950 medewerkers en een omzet van 223 miljoen euro. “Ons werk nu valt amper nog te vergelijken met dat van in het prille begin”, zegt David Vanheede. “Daar waar Vanheede er vroeger enkel maar moest voor zorgen dat afval naar de stortplaats of verbrandingsoven ‘verdween’, is het nu onze taak om zoveel mogelijk recycleerbaar materiaal uit afval te halen.”

“De shift van een lineaire economie naar een circulaire economie is daar een bepalende factor in”, zegt marketingverantwoordelijke Kim Delvoye. “Vroeger ontgonnen we grondstoffen, gebruikten die en gooiden ze meteen daarna meteen weer weg. Nu proberen we grondstoffen met zijn allen langer in omloop te houden. Wij hebben daar als afvalverwerker een belangrijke taak in. Hoe beter afval gesorteerd wordt, hoe beter grondstoffen gerecycleerd en dus opnieuw gebruikt kunnen worden.”

Het bedrijf investeert daarom niet alleen in zijn eigen infrastructuur en machines, het probeert ook een zekere bewustwording te creëren bij zijn klanten. “Want het is in

eerste instantie door goed te sorteren aan de bron, dat we grondstoffen opnieuw kunnen gebruiken.” Vanheede telt zo’n 18.000 voornamelijk industriële klanten. “Dat zijn enerzijds de kleine zelfstandigen die hun afval aan ons toevertrouwen, maar tegelijk ook grote internationale industriële spelers die we volledig ontzorgen op het vlak van afvalbeheer. Het sensibiliseren van onze kant gaat heel ver: maakbedrijven die dat willen, kunnen bij ons terecht voor begeleiding bij hun productieproces. Dan bekijken we op welke manier ze hun product het best maken, opdat het zoveel stappen later bij het sorteren opnieuw ontmanteld kan worden tot monoproducten.”

Gemengde stromen

Vanheede investeert op dit moment in totaal 100 miljoen euro in 3 verschillende vestigingen. “Op onze bestaande site in

Rumbeke komt een nieuwe sorteerlijn om nog meer te kunnen recupereren uit gemengde stromen. Bij de haven van Roeselare bouwen we een compleet nieuwe vestiging, specifiek voor bijzonder en gevaarlijk afval. Die afvalstroom wordt op dit moment nog gehergroepeerd op onze bestaande site in Rumbeke, maar we komen er plaats te kort. We voorzien state-of-the-art machines in de nieuwe vestiging die de chemische samenstelling van het inkomende afval nog beter kunnen herkennen en karakteriseren, zodat we de verschillende componenten nog beter kunnen groeperen.”

De derde investering situeert zich in het buitenland. “We hebben al een 30-tal jaar een vestiging in Noord-Frankrijk waar we vooral focussen op de inzameling van niet-gevaarlijk en gevaarlijk afval. In die jaren hebben we een stevige voet aan de grond gekregen in Frankrijk, met ook al een paar 1.000 klanten uit de industrie. We bouwen er nu een sorteerlijn, om er op dezelfde site te sorteren en te verwerken, iets waarvoor we daar op vandaag samenwerken met andere partners.” (JM - Foto DD) www.vanheede.com

“Hoe beter afval gesorteerd wordt, hoe beter grondstoffen gerecycleerd en dus opnieuw gebruikt kunnen worden.”
45
— DAVID VANHEEDE

Voedselbank West-Vlaanderen zoekt voedingsbedrijven

Het zijn uitdagende tijden voor de West-Vlaamse voedselbank. Het aantal gezinnen dat afhankelijk is van voedselbedeling is de laatste 10 jaar verdubbeld, terwijl er minder voedsel binnenkomt. “Dat er bij voedselbedrijven minder overschotten zijn is één van de verklaringen”, zegt Jacques Delfosse. “Het is daarom cruciaal voor onze werking dat méér bedrijven met ons willen samenwerken.”

Het aantal gezinnen dat op de voedselbank moet rekenen om elke dag eten op tafel te kunnen zetten, zit al enkele jaren in de lift. “Maar de laatste jaren is dat aantal nog sterker gestegen, vooral door de corona- en energiecrisis”, vertelt Marleen Verfaellie, communicatieverantwoordelijke bij de West-Vlaamse voedselbank. “Daar waar de voedselbank vroeger voornamelijk leefloners hielp, zijn er nu ook meer en meer mensen die effectief uit werken gaan, maar toch het einde van de maand niet halen.” 10 jaar geleden telde de voedselbank in West-Vlaanderen 10.000 gebruikers, intussen zijn er dat 20.000. “En dat terwijl

er tegelijk minder voedsel binnenkomt”, zegt Jacques Delfosse, verantwoordelijke externe relaties. “Een belangrijke verklaring daarvoor ligt bij de voedselindustrie. Die is goed voor zo’n 30% van onze totale aanvoer.”

“Het is niet dat de voedselbedrijven ons minder genegen zijn”, zegt Verfaellie.

“Terwijl ze vroeger traditioneel produceerden op stock, doen ze dat onder druk van de stijgende grondstofprijzen en energiekosten steeds meer en meer enkel op bestelling. Door die hogere efficiëntie zijn er minder overschotten en dus kan er minder

aan ons geschonken worden. Bij bedrijven die ons anders wekelijks pakweg 10 palletten schonken, zijn er dat plots maar 2 of 3 meer.”

En de aanvoer wordt de komende jaren nog kleiner. Naast de agro-industrie (en de distributiesector, die 43% aanlevert) is ook Europa goed voor 24% van de totale aanvoer. “Europa, dat voedsel aankoopt en verdeelt over de lidstaten, heeft zijn quota herbekeken. Vanuit die hoek zullen we vanaf volgend jaar ook een kwart minder voedsel krijgen.”

Bewuste strategie

Om dat gat in de aanvoer dicht te rijden, wil de voedselbank meer voedingsbedrijven voor zich winnen. “We denken daarbij verder dan enkel maar overschotten”, zegt Delfosse. “Bij een bestelling van een klant wordt voor de zekerheid altijd iets meer geproduceerd. In plaats van die extra 3 palletten bovenop de bestelde 100 mee te leveren naar de klant, kan een bedrijf stelselmatig die extra producten aan ons schenken. Of het bedrijf beslist bewust om een heel klein percentage van de winst aan de voedselbank te schenken.”“

Het gaat daarbij niet om ‘de bedelende voedselbank iets toe te schuiven’. Het zou dan een bewuste strategie zijn van het bedrijf om aan zijn ecologische en sociale imago te werken. Dat kan een extra troef zijn in de war for talent, want medewerkers werken graag voor een werkgever met het hart op de juiste plaats. Het zou ook een manier zijn om te voldoen aan bepaalde duurzaamheidsnormen die Europa de bedrijfswereld op termijn zeker nog zal opleggen, ook aan de kmo’s.” Om meer bedrijven te bereiken, wil de voedselbank ondernemers die nu al helpen, inzetten om collega-ondernemers warm te maken voor een samenwerking. (JM - Foto DD)

Bedrijven die willen doneren of meer info willen, kunnen zich melden via info@foodbankswvl.be

― 46
“Ideale manier om aan duurzaamheid te werken”
Jacques Delfosse, Laurence Vanackere en Marleen Verfaillie.

ICO en Boluda Towage finalisten Sustainable Port Award

Op 5 mei wordt de Sustainable Port Award uitgereikt aan een duurzaam initiatief in het havengebied van Port of Antwerp-Bruges. Bij de 4 genomineerden zijn 2 projecten in Zeebrugge: het windturbinepark van goederenbehandelaar ICO en de vergroening van de sleepvloot van Boluda Towage. De award wordt tweejaarlijks uitgereikt.

Binnen de fusiehaven Port of AntwerpBruges staat de tweejaarlijkse Sustainable Port Award nu ook open voor bedrijven die in Zeebrugge actief zijn. “Meer dan de helft van alle industriële uitgaven gaat naar onderzoek en ontwikkeling en duurzaamheid. Daarom zetten we met de Sustainable Port Award graag enkele bijzonder knappe en waardevolle initiatieven in de kijker. Dat gebeurt in samenwerking met Alfaport Voka, APZI-Voka en Maatschappij Linkerscheldeoever”, zegt voorzitter Annick De Ridder van Port of Antwerp-Bruges. In het voorheen Antwerpse verhaal wonnen BASF, CMB en Ecluse de trofee.

In februari werden 4 finalisten gepresenteerd: transport van afgevangen CO2 door Victrol (Antwerpen), verduurzaming van proceswater door TotalEnergies (Antwerpen), het windturbinepark van ICO (Zeebrugge) en de vergroening van de sleepvloot van Boluda Towage (Zeebrugge en Antwerpen). Tot 21 maart kon het publiek online stemmen. Die resultaten worden op vrijdag 5 mei gecombineerd met het oordeel van de jongerenjury en de eindjury. De winnaar krijgt een trofee, een duurzame beloning voor alle collega’s en een plaats in de jury van de volgende editie.

Windturbinepark

International Car Operators (ICO) realiseerde in Zeebrugge met Engie en Port of

Antwerp-Bruges het grootste onshorewindpark op één industriële site in Vlaanderen. De 11 windturbines produceren jaarlijks gemiddeld 110 GWh aan hernieuwbare energie. “Dat is het equivalent van stroom voor 30.000 gezinnen op jaarbasis. De groene elektriciteit wordt ingezet voor onze 308 oplaadpunten voor elektrische voertuigen en bij de terminaloperaties. De stroom die we niet meteen verbruiken, injecteren we in het net. Bovendien houden we daarmee 50.000 ton CO2 per jaar uit de lucht”, zegt Guido Olbrechts, quality safety security & environment (QSSE) manager van ICO.

Groene sleepboten

Boluda Towage ontwikkelde als Europese pionier een eigen manier om sleepboten aan te passen naar de hoogste emissienormen IMO Tier III volgens de International Maritime Organisation (IMO). “In Zeebrugge

vergroenden we al 2 sleepboten via die retrofit-techniek. We kochten ook 4 nieuwe sleepboten die meteen aan de IMO Tier III-eisen voldoen. Elke sleepboot stoot 80% minder stikstofoxiden (NOx) uit”, verduidelijkt CEO Geert Vandecappelle van Boluda Towage Europe.

In de haven van Antwerpen bouwde Boluda

Towage 6 van de 8 slepers volgens de IMO Tier II-eisen om. “Dat zorgt voor een emissiereductie van 30%. Daarnaast rusten we in samenwerking met OnBoard onze vloot uit met een slimme meetmodule voor het brandstofverbruik. Daardoor daalde sinds eind 2021 ons brandstofverbruik met meer dan 250.000 liter en onze CO2-uitstoot met 10%”, vertelt Stijn Van Beneden, fleet manager in België. (RJ)

HAVENNIEUWS ― 47
www.oursustainableport.com
www.apzi.be

Om bedrijven te helpen bij het in kaart brengen van hun energieverbruik en verbeteringen voor te stellen, organiseerde Voka in samenwerking met consultancybedrijf Powerpulse de Energy Health Check. “De diepgaande analyse gaf ons inzichten die blijvend praktisch nut opleveren”, zegt Dieter Vandeputte, maintenance & facility manager van staalconstructiebedrijf Engicon (Geldof) uit Harelbeke.

Engicon nam zijn energieverbruik onder de loep

“Energy Health Check hielp ons bij optimalisatie”

Een jaar na de Energy Health Check kan maintenance & facility manager Dieter Vandeputte van Engicon een balans opmaken van de acties die er sindsdien uit voortkwamen. “Wij deden al eerder een beroep op de energieconsultancy van Powerpulse voor het benchmarken en opvolgen van onze energieprestaties. Met een jaarverbruik van 1.800 megawattuur zijn wij een stevige kmo. Onze corebusiness is het bouwen van staalprojecten van a tot z, niet het dagdagelijks bezig zijn met nutsvoorzieningen zoals gas, water en elektriciteit. In de 12 jaar dat ik hier werk, stelde ik vast dat er steeds meer bij komt kijken en dat de energiecontracten complexer worden. De recente energiecrisis bevestigde de noodzaak aan een gedegen inzicht in ons verbruiksprofiel. De Energy Health Check maakte een gedetailleerde doorlichting aan

de hand van onze historische verbruiksdata van netbeheerder Fluvius. Daaruit kwamen een aantal frappante inzichten die je anders nooit zou opmerken, maar die je wel duidelijk zag in de grafieken en tabellen. Naar aanleiding van die rapportering installeerden we daarna zelf meters in onze elektriciteitsborden, water- en gasnet.”

Wat viel er op in uw verbruik en wat kon er beter?

“We konden bijvoorbeeld het sluimerverbruik door constant ingeschakelde verlichting, HVAC-installaties en machines beperken. Daarnaast kregen we een vergelijking tussen het werkelijke verbruik en het verbruik dat we contractueel afnemen, zodat we het gefactureerde vermogen nauwgezetter kunnen controleren. We kregen ook toelichting bij het capaciteitstarief,

dat sinds dit jaar geldt. Voorts werd de cosinus phi – de hoeveelheid stroom die tijdens het transporteren verloren gaat – bekeken. Met de cosinus phi wordt de zuiverheid van je net gemeten, met een optimaal na te streven cijfer 1. Het behaalde cijfer staat op de maandelijkse elektriciteitsfactuur. In de Energy Health Check werden al die data nagerekend en vergeleken, tot en met de kostprijs van de overschrijdingen. De prestaties inzake cosinus phi kun je verbeteren

“We kunnen nu veel gerichter ons elektriciteitsverbruik optimaliseren.”
DOSSIER ― 48
— DIETER VANDEPUTTE

door het plaatsen van condensatorbanken en dat hebben we dan ook gedaan.”

Welke andere acties hebt u ondernomen?

“We installeerden in het voorbije jaar een energiemonitoringsysteem (EMS). Dat is een realtime dashboard voor onze nutsvoorzieningen, waaronder photovoltaïsche elektriciteit, elektrische voertuigen, gas en water, en het bewaken van de maximumpiek volgens het nieuwe capaciteitstarief. Zodra we iets ongewoons vaststellen, kunnen we vanuit het dashboard doorklikken naar meer gedetailleerde informatie.”

Welk verschil maken al die maatregelen in de bedrijfsvoering?

“Het EMS kadert perfect in ons algemeen beleid voor de energietransitie. Tegelijk

Strategische energietransitie

Daar waar energiemanagement vroeger als een louter technische en noodzakelijke aangelegenheid werd gezien, is dat na de recente energiecrisis een inherent onderdeel geworden van elke bedrijfsstrategie. Tijdens een masterclass over strategische energietransitie nemen we jouw onderneming onder de loep, zodat we tot een plan van aanpak kunnen komen om de energietransitie van jouw onderneming structureel te ondersteunen en te versnellen.

Dit is het programma:

• Een eerste groepsbijeenkomst (kickoff) die zorgt voor de juiste toon en kennismaking met de experten en andere deelnemers (13 juni 2023)

• Een individuele bedrijfsscan door een expert aan het begin van het traject (juni-september 2023)

• 3 groepssessies waarvan de inhoudelijke thema’s worden bepaald op de kick-off (najaar 2023 en voorjaar 2024)

• 3 peer-to-peermomenten in subgroepen (najaar 2023 en voorjaar 2024)

• 3 individuele coachingsmomenten met de expert (najaar 2023 en voorjaar 2024)

legden we op onze daken 1.794 zonnepanelen (825 kWp) en plaatsten we 52 laadpunten voor het vergroenen van onze vloot. De recente prijsverhogingen hebben de markt op zijn kop gezet. Voor bedrijven als het onze leidt dat tot enkele honderdduizenden euro’s meerkosten op jaarbasis. Door de metingen kunnen we met ons verbruik spelen om pieken te vermijden. Voor een projectorganisatie is dat niet evident – want als er moet gelast worden, dan moet er gelast worden – maar je kunt wel zo verstandig mogelijk plannen. We sturen bijvoorbeeld de verlichting aan volgens de menselijke aanwezigheid. We stelden ook vast dat ons elektriciteitsverbruik snel daalde wanneer tegen 15 uur de machines uitgeschakeld worden. Dat geeft een overschot aan elektriciteit van de zonnepanelen. We steken dat nu niet meer op het net, maar gebruiken het zo veel als mogelijk voor het opladen van de elektrische bedrijfswagens van de mensen die tot ’s avonds op kantoor blijven.”

Meer info en inschrijven

Welke acties gaat u nog doen?

“We werken nog steeds met Powerpulse voor actuele en toekomstige inzichten, clickstragie en energieadvies. Ook voor onze montage- en lasactiviteiten op de werven streven we naar een optimaal en zo groen mogelijk elektriciteitsverbruik. We gebruiken zoveel als mogelijk een netaansluiting bij de klant. Als we toch zelf dieselstroomgroepen moeten plaatsen, dan installeren we bij voorkeur stage V-aggregaten om de stikstofuitstoot zo klein mogelijk te houden. We produceren ook enkel het vereiste vermogen en experimenteren met een accupack.” (RJ - Foto Kurt)

DOSSIER ― 49
MASTERCLASS

INNI GROUP vernieuwt CO2logic-certificaat

Drukkerij INNI Group uit Heule, die ook dit magazine drukt, zet sterk in op duurzaamheid. Naast het FSC-label heeft onlangs ook zijn CO2logiccertificaat vernieuwd. Dat is een initiatief van bpost om de CO2-uitstoot te verminderen. “Een mooie bevestiging van onze inspanningen voor duurzaamheid en het actief verminderen van onze

ecologische voetafdruk”, zegt INNI. Samen met gecertificeerde partner CO2logic wordt de nietvermijdbare CO2-uitstoot geïnvesteerd in het Ghana Cookstove Project. Dat voorziet zoveel mogelijk Ghanezen van efficiënte kookfornuizen, waardoor tot 50% minder hout en houtskool nodig is. (JV) www.innigroup.com

Brugse start-up PropheSea wint open call van European Space Agency

PropheSea, een softewarebedrijf uit Brugge, is de nieuwe ‘incubatee’ van het European Space Agency (ESA). Het won de prestigieuze open call ‘Business Incubation Centre’ in België. PropheSea ontwikkelde een slim algoritme dat op basis van een dagelijkse weersvoorspelling het evenwicht tussen energieconsumptie en -productie bij bedrijven controleert. Door de ondersteuning van ESA wordt het algoritme gevoed met realtime satellietdata.

Jaarlijks organiseert ESA (European Space Agency) verschillende open calls om ondernemers en start-ups die bezig zijn met innovatieve en op ruimtetechnologie gebaseerde ontwikkelingen een duwtje in de rug te geven. Door de call krijgen ondernemers de vrijheid om hun businessidee verder vorm te geven en in de praktijk om te zetten. Daarnaast bieden de business incubation centres heel wat netwerkopportuniteiten: tussen de Europese start-ups onderling én met lokale industrieën en investeerders, overheden, onderzoeksorganisaties en universiteiten.

Optimaliseren van energieconsumptie en -productie Veel bedrijven investeren vandaag in hernieuwbare energiebronnen zoals zonnepanelen. Hoewel die goed zijn voor het milieu, zijn zonne- en windenergie ook

onvoorspelbaar door het weer. Daarom ontwikkelde PropheSea software die, op basis van een dagelijkse weersvoorspelling, de thuisbatterij aanstuurt. Zo wordt de energieconsumptie en -productie van bedrijven beter op elkaar afgestemd.

Door de ondersteuning van ESA kan PropheSea gebruik maken van ruimtetechnologie in plaats van een dagelijkse weersvoorspelling. Door ieder uur een voorspelling te maken, in plaats van om de 24 uur, wordt de balans tussen productie en consumptie veel fijnmaziger gecontroleerd en aangestuurd. Dat stelt bedrijven in

staat om hun zelfconsumptie te verbeteren en piekbelastingen te vermijden. Tomas Van Oyen, oprichter van PropheSea: “Door de volatiliteit op de energiemarkt en de fluctuerende prijzen zijn bedrijven voortdurend op zoek naar oplossingen om hun energiedossier zelf meer in handen te krijgen en hun factuur te verlagen. Door gebruik te maken van realtime data spelen we korter op de bal en kan het algoritme veel sneller aangeven wanneer de eigen opgewekte energie te verbruiken of op te slaan op bijvoorbeeld een thuisbatterij.”

(JV - Eigen foto)

www.prophesea.eu

DOSSIER ― 50
Tomas Van Oyen en Tom Neels.

PLANNEN DOEN SLAGEN

Milieuvragen? Preventie of veiligheidsvraagstukken? Ruimtelijke plannen of stedenbouwkundige adviezen nodig? Eén overkoepelend project?

Wij kunnen de drie brillen ook tegelijk opzetten.

Architect: www.industriebouw.be Ook Kordekor Asbestverw dering & dakrenovatie Zonnepanelen Batter systemen Laadpalen www.esegroup.be 058 59 39 50 Deerlijkstraat 58 A, 8550 Zwevegem info@wiels.be - 056 75 42 81 www.wiels.be PREVENTIE & VEILIGHEID MILIEU & ENERGIE RUIMTELIJKE PLANNING & STEDENBOUW

Management Assistant Day

Naar jaarlijkse gewoonte worden alle management assistants op de derde donderdag van april in the picture gezet. We kozen dit jaar voor ‘geluk’ als centraal thema, waarbij we met een keynnote van Isabelle Gonnissen leerden om positief in het (werk)leven te staan. Netwerken, bijleren en tegelijk genieten dus, en dat allemaal in het inspirerende kader van bioboerderij ’t Goed ter Heule. Wil je ook bijleren van en met management assistants van andere bedrijven? In het najaar start er een nieuwe editie van het Lerend Netwerk Management Assistant. Meer info: lisa.dentandt@voka.be

Het Kunstuur

Op 20 april waren we te gast bij Het Kunstuur, een initiatief van de broers Joost Bourlon en Hans Bourlon. Het Kunstuur stelt 30 topwerken tentoon uit de periode 1850-1950. Bij elk schilderij vertelden bekende en minder bekende Vlamingen over hun band met het kustwerk of de kunstenaar, in combinatie met aangepaste muziek en unieke belichting. Het werd een betoverend uurtje kunst in de Sint-Amandskerk in Roeselare, in samenwerking met Degroof Petercam. Marc Vankeirsbilck (Degroof Petercam) klinkt alvast met bezieler Joost Bourlon en Bert Mons (Voka WestVlaanderen).

PROSIT ― 52

What’s hot in Xperience: Historium – Brugge

Historium Brugge was het decor voor onze What’s hot in Xperience op 21 april. De deelnemers werden ondergedompeld in hun vernieuwde VR experience en ze proefden naast een lekker ontbijt ook van de mogelijkheden van XR tijdens een keynote door Jelle Demanet van XR Valley.

MBA Highlights module 4

In samenwerking met Solvay Brussels School of Economics and Management vond op 21 april de vierde module van de MBA Highlights 2023 plaats. Het doel van de opleidingsreeks is om bedrijven op een duurzame wijze te laten groeien en succesvol te zijn. De belangrijkste aspecten van strategie, marketing, financiën, hr en leiderschap komen in 5 modules aan bod, met een graduation event op het einde.

PROSIT ― 53

NIET TE MISSEN

Seminarie: Continu verbeteren met Toyota-kata

Hoe zorg ik ervoor dat mijn verbeterproject ook in de praktijk duurzame resultaten oplevert en de organisatie slimmer maakt? Hoe maak ik een onderscheid tussen wat ik kan en moet verbeteren? Hoe zorg ik ervoor dat er bij een tegenslag voldoende veerkracht is om toch verder te gaan? Krijg een antwoord op deze vragen tijdens dit seminarie (met startsessie op 16 mei) en leer hoe je je doelstellingen kan behalen op een creatieve en flexibele manier!

Meer info: Britte Odegard, britte.odegard@voka.be, 0485 48 72 45

Voka One 2023 – Coworking day te Brugge!

Kom samen met andere solo-ondernemers gratis coworken op maandag 15 mei bij Voka West-Vlaanderen tijdens onze Voka One ‘coworking days’! Verhoog je effectiviteit door de energie en mindset die wordt gegenereerd in deze omgeving. Laat je omringen door andere gepassioneerde en hardwerkende solo-ondernemers zoals jij, en maak gebruik van deze dag om je netwerk te versterken!

Meer info: Ann De Decker, ann.dedecker@voka.be, 0470 11 02 80

WORKSHOPS EN SEMINARIES

Seminarie: Continu verbeteren met Toyota-kata

dinsdag 16 mei 2023 / van 9.00 tot 12.30 uur / Voka | Brugge, Oostkamp

Infosessie: Ervaringstraject Masters TEW en Handelsingenieur in jouw onderneming

dinsdag 16 mei 2023 / van 17.00 tot 19.00 uur / Voka West-Vlaanderen, Kortrijk

Infosessie: Maak je onderneming wegwijs in het onderwijslandschap

dinsdag 23 mei 2023 / van 7.30 tot 10.00 uur / Hangar K, Kortrijk

Kick-off Plato Experten - Strategische Marketing

dinsdag 23 mei 2023 / van 12.00 tot 22.00 uur / Klokhof, Kortrijk

Kick-off Plato Experten - Hr Strategie

dinsdag 23 mei 2023 / van 12.00 tot 22.00 uur / Klokhof, Kortrijk

Seminarie: Alles wat je moet weten over de Incoterms 2020

dinsdag 23 mei 2023 / van 9.00 tot 12.30 uur / Voka West-Vlaanderen, Kortrijk

Infosessie: Steunmaatregelen voor jouw energietransitie

dinsdag 23 mei 2023 / van 12.00 tot 13.00 uur / Online

Stamgasten: Laat je als start-up of prestarter inspireren

dinsdag 23 mei 2023 / van 20.00 tot 23.00 uur / Ottentic, Brugge

Onze partners:

What’s Hot in Service

Design: Furnibo –

Veurne

Deze What’s Hot op vrijdag 26 mei draait helemaal rond de nieuwste evoluties en methodieken van service design. Gastbedrijf Furnibo neemt je mee in zijn verhaal en laat zien wat service design voor het bedrijf betekent. Designregio Kortrijk gaat dieper in op service design/ system design met digitalisering als middel. Mis dit unieke event niet!

Meer info: Bruno Delaere, bruno. delaere@voka.be, 0473 77 90 84

NETWERKEVENTS

Voka One 2023 - Coworking day te Brugge!

maandag 15 mei 2023 / 8.45 tot 17.00 uur / Voka | Brugge, Oostkamp

Voka One 2023 - Activiteit 2: Samenwerkingsverbanden en alternatieve businessmodellen

maandag 15 mei 2023 / 17.30 tot 21.30 uur / Voka | Brugge, Oostkamp

Voka Ladies: Leading Ladies in food - Annick Van Overstraeten, Julie D’heygere & Caroline Vercauteren maandag 22 mei 2023 / van 18.30 tot 22.30 uur / Noordstraat 140, Roeselare

Voka Connect: Manutti - Kortrijk

dinsdag 23 mei 2023 / van 18.30 tot 22.00 uur / Manutti, Deerlijk

What’s Hot in Service Design: Furnibo - Veurne vrijdag 26 mei 2023 / van 8.00 tot 10.00 uur / Furnibo, Veurne

Te gast bij SSA Archery

dinsdag 30 mei 2023 / van 19.00 tot 22.00 uur / SSA Archery, Oostende

Te gast bij Aviko

donderdag 1 juni 2023 / van 18.30 tot 21.30 uur / Aviko, Poperinge

Tuinfeest 2023 - Algemene vergadering

donderdag 8 juni 2023 / vanaf 18.30 uur / ACEG Wellington Hippodroom, Oostende

KALENDER ― 54
Ontdek ALLE EVENTS EN OPLEIDINGEN INFO EN INSCHRIJVINGEN OP ONZE WEBSITE: WWW.VOKA.BE/ WEST-VLAANDEREN

Hoe verbeter je de energieprestaties van je gebouwen?

Volgens het Internationaal Energieagentschap is vastgoed verantwoordelijk voor 40% van de globale CO2-emissies. De exploitatie van gebouwen is daarbij goed voor 70%, de rest van de uitstoot komt van de bouw zelf.

Om de Europese klimaatdoelstellingen tegen 2050 te halen, zullen alle gebouwen een EPC-label A moeten hebben. Daarvoor moeten we fors investeren in energiezuinige nieuwbouw en zal het bestaand vastgoed een ware renovatiegolf moeten ondergaan.

De focus lag tot nu op het residentiële vastgoed maar ook bedrijven hebben belang bij de verbetering van de energieprestaties van hun vastgoed. Een energetische renovatie resulteert in een lagere energiefactuur en CO2uitstoot en vergroot de waardevastheid van het pand. Maar hoe pak je dat als ondernemer aan? De ING Sustainable Buildings Guide biedt bruikbare inzichten om duurzame investeringen te plannen.

170.000 renovaties per jaar

In België is de uitdaging groter dan in onze buurlanden. ‘Dat komt omdat ons gebouwenpark gemiddeld groter en ouder is. 64% van ons vastgoed is gebouwd voor 1981’ aldus Wouter Thierie, vastgoedeconoom bij ING België.

Belgische woningen hebben op Europees vlak de tweede hoogste CO2-uitstoot per hoofd van de bevolking. ‘Om de doelstellingen te halen, moeten er elk jaar 170.000 woningen gerenoveerd worden’, aldus Thierie. ‘Voor niet-residentieel vastgoed is de situatie nog uitdagender. Dat vertegenwoordigt 17% van het totale gebouwenpark in België en veroorzaakt maar liefst 26% van de uitstoot.’

Verplichte verduurzaming, ook voor bedrijven

Om het tempo richting 2050 op te voeren, verstrengen overheden gradueel de EPC-regelgeving. Die is al strikt voor nieuwbouw, maar ook voor bestaande gebouwen bestaan er steeds meer verplichtingen.

‘Sinds 1 januari 2023 bestaat in Vlaanderen een renovatieplicht binnen de 5 jaar na de overdracht van residentieel vastgoed met een EPC-label E en F. En als eigenaar kan je de huur pas volledig indexeren als je pand minimum EPC C heeft.’ aldus Kris Liesse, Head of Real Estate Finance bij ING België.

‘Wat weinig bedrijfsleiders beseffen is dat de verplichte renovatie na overdracht voor niet-residentieel vastgoed reeds

een jaar eerder in voege is getreden. De verplichting geldt voor de meeste niet residentiële gebouwen (kantoren, commercieel vastgoed …) maar tot nader bericht niet voor werk- opslagplaatsen. Bovendien kan je sinds begin 2023 geen niet-residentieel gebouw meer verkopen zonder EPC. Voorlopig geldt er geen minimum maar dit zal wel het geval zijn vanaf 2030. Er is dus werk aan de winkel!’ stelt Liesse. Terugverdientijd

Maar hoe plan je die investeringen? Hoe weet je welke investeringen de meeste invloed hebben op het EPC van je gebouw? En vertaalt zich dat steeds in maximale energiezuinigheid?

‘Met de ING Sustainable Buildings Guide stellen we onze ondernemende klanten een gratis digitale tool ter beschikking die inzicht biedt in de impact en de kostprijs van de investeringen die hun gebouw verduurzamen’, zegt Marc Callier, Product Owner Sustainability bij ING. ’De tool houdt ook rekening met de verschillende EPC-wetgeving in Vlaanderen, Brussel en Wallonië en dat is geen sinecure.’

Het intuïtieve dashboard van de ING Sustainable Buildings Guide toont niet alleen de verbetering van het energielabel en de vermindering van de CO2-uitstoot, maar ook de kostprijs en jaarlijkse energiebesparingen, zowel voor de individuele gebouwen als voor de volledige portefeuille.

‘Je krijgt per gebouw een indicatieve business case die de terugverdientijd toont van elke investering, en dat maakt deze service uniek’, aldus Callier. ‘De gebruiker kan bovendien verschillende scenario’s simuleren en visualiseren op een tijdlijn, wat ondernemers helpt maatregelen te prioriteren in functie van hun beschikbare cashflow.’

Lenen aan 100%

‘Als bank willen we bovendien onze klanten een duw in de rug geven bij de financiering van die investeringen. We zijn bereid om 100 procent van het nodige bedrag uit te lenen aan een voordelige rente. Zo verhogen we bij onze klanten niet enkel het inzicht maar helpen we hen maximaal om inzicht om te zetten in praktijk.’ besluit Liesse.

Bereid jij je gebouwen voor op de toekomst?

Meer info op ing.be/duurzame-gebouwen

ING België nv • Bank/Kredietgever • Marnixlaan 24, B-1000 Brussel • RPR Brussel • BTW: BE 0403.200.393 • BIC: BBRUBEBB • IBAN: BE45 3109 1560 2789 • www.ing.be Neem contact op met ons via ing.be/contact • Verzekeringsmakelaar ingeschreven bij de FSMA onder het nummer 0403.200.393 • Verantwoordelijke uitgever: Peter Göbel • Sint-Michielswarande 60, B-1000 Brussel • 721903N • 04/2023 Advertorial PUBLIREPORTAGE
BEEUWSAERT-CONSTRUCT.BE

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.