
17 minute read
HAVENNIEUWS
www.apzi.be
Sterk groeiend CSP Zeebrugge engageert zich tot 2055
Sinds de Chinese groep COSCO Shipping Ports in 2018 de concessie van de containerterminal aan het Albert II-dok overnam, is deze poort naar Europa de sterkst groeiende hub van het wereldwijde COSCO-netwerk. Vorig jaar werden bijna 1 miljoen TEU (containereenheden) behandeld. “Dat is pas het begin. Onze ambitie ligt op 2 miljoen en op termijn 3,5 miljoen TEU”, zegt CEO David Liu.
De terminal van CSP Zeebrugge beschikt over 1.200 meter diepzeekade. Daarachter werken ruim 80 bedienden en technici, versterkt met een tweehonderdtal havenarbeiders. Zij behandelden vorig jaar 0,93 miljoen TEU en scoorden in januari een absolute recordmaand met 94.900 TEU (containereenheden). “Er zit geen geheim achter onze sterke groei”, lacht CEO David Liu van CSP Zeebrugge. “We hebben een team dat zeer hard werkt en nooit opgeeft. Sinds we 4 jaar geleden de terminal activeerden, hebben we het behandelde volume meer dan verdriedubbeld. We geloven in de ideale geografische ligging van Zeebrugge voor trafiek met Europa en grijpen de opportuniteiten die zich aandienen.”

Heeft COSCO Shipping Ports daarom onlangs de concessie verlengd tot 2055? “Wij hebben een sterk vertrouwen in de toekomst en stelden daarom een langdurige verlenging voor van de concessieovereenkomst die we 4 jaar geleden van APM Terminals overnamen. Onze verhoogde trafiek is ook goed voor de lokale volumes van de haven. Wij horen dat de operatoren het voorheen moeilijk hadden om in Zeebrugge te groeien. Maar COSCO Shipping Ports behoort tot de grote scheepvaart- en logistieke groep COSCO die op zoek was naar een eigen hub in West-Europa. Onze snelle groei toont dat die strategische inschatting correct was. Na de eerste investeringsjaren – met onder meer een verhoging van de kranen voor de allergrootste schepen – maken we sinds 2021 winst. Alles is mogelijk als je de juiste beslissingen neemt.”
Op welke manier vormt Zeebrugge een ‘gateway to Europe’? “Een voorbeeld van een bedrijf dat onze terminals als poort naar Europa zal gebruiken, is Lingang dat binnenkort in de achterhaven een logistiek complex opent. De groep Lingang kent COSCO van in China en weet dat wij een betrouwbare partner zijn voor het faciliteren van goederenstromen en business. Nog meer Chinese bedrijven zullen hier de brug naar Noordwest-Europa slaan. Dankzij ons kennen ze in China nu Zeebrugge en weten ze dat hier plaats is voor warehouses en logistieke behandeling.”
Hoe legt u vanuit de hub Zeebrugge de connectie met het Europese achterland? “Transshipment vormt het grootste part van onze volumes. Onze ligging is perfect voor overslag naar shortsea schepen voor verdere verdeling naar Europa of voor het aanvoeren van cargo uit Europa. Daarnaast doen we grote inspanningen om de lokale verbindingen van onze terminal verder uit bouwen. Er kwamen spoorconnecties met onder meer Frankrijk, de Benelux en Duitsland. Er is nog ruimte voor verbetering, maar we doen het stap voor stap. Dit jaar zullen we nog bijkomende spoordiensten toevoegen. Het spoor is een belangrijk alternatief om de spanning op de binnenvaart en autowegen weg te nemen.”
CEO David Liu.
Hoe zijn de vooruitzichten voor toekomst? “We hebben plannen voor zowel de korte als de lange termijn. De terminal in zijn huidige omvang is nog maar het begin, omdat we nu al af en toe met congestie te maken krijgen. We hebben aan het havenbestuur gevraagd om de concessie te mogen uitbreiden met aanpalende terreinen om tot een jaarcapaciteit van 2 miljoen TEU te komen. Op 10 jaar hebben we de ambitie voor 3,5 miljoen TEU. Alle signalen tonen dat we eigenlijk zelfs nog sneller kunnen groeien. Vorig jaar gingen we met 53% vooruit, dat was boven alle verbeelding.” (RJ - Foto MVN)

Bénédicte en Louis-Philippe Soenen — Soenen Golfkarton
“Fabriek in Lanklaar opent nieuwe deuren”
Met 240 werknemers en 80 miljoen euro omzet is familiebedrijf Soenen Golfkarton uit Hooglede een modelkmo die jaarlijks 100.000 ton karton in producten giet. CEO Louis-Philippe Soenen stuurt de zaken aan en krijgt van zijn eigen achterban – 2 dochters en 2 schoonzonen – wel eens het predicaat ‘visionair’ opgeplakt. Dit jaar nog wil Soenen zijn actieradius danig vergroten, via een mega-investering in een state-of-the-art fabriek in het Limburgse Lanklaar.

Wat hebben jullie geleerd uit de eigen geschiedenis van het bedrijf, die teruggaat tot 1964? Bénédicte Soenen: “Als er één rode draad is, dan is het wel het visionaire ondernemerschap van mijn vader. Hij bewijst hier al sinds 1980 dat hij altijd meerdere stappen vooroploopt als het gaat om strategie. Het is verbazend hoe hij telkens opnieuw ziet wat de aangewezen weg is. Hij was net afgestudeerd toen hij het door zijn grootvader opgerichte ‘kartonbedrijf’ (toen vooral dozen plooien) in stappen omturnde tot het moderne bedrijf dat het vandaag is. De fabriek die vandaag in Hooglede staat, met onder meer een hoogbouwmagazijn, werd door mijn vader al in de jaren 90 bedacht en uitgetekend. Vandaag plukken we er de vruchten van.”
Het verhaal van jullie bedrijf is er een van constante endogene groei. Het resultaat van een bewuste strategie? Louis-Philippe Soenen: “Zo mag je het samenvatten, ja. Ik heb in de loop der jaren uitgevoerd waar ik sterk in geloofde. 2 zaken leken me prioritair. Eén: we moesten omzetgroei genereren. Twee: ik wilde al altijd de grote toegevoegde waarde van een familiebedrijf maximaal uitspelen. Ik denk daarin geslaagd te zijn. Multinationals, en die bestaan ook in onze sector, zijn er vooral op uit om bedrijven die het minder goed doen voor een prikje te kopen en over te nemen. Dat interesseerde me niet. Wat me wel altijd heeft geïnteresseerd, is de klant en hoe we die het best en het efficiëntst konden bedienen met een kwalitatief hoogstaand product. Binnen multinationals wordt er tussen medewerkers onderling ook heel wat ‘strijd’ gevoerd, met het gevolg dat mensen komen en gaan. Ik prijs me gelukkig al decennia lang over een vast kader te beschikken dat altijd wist mee te evolueren.”
Groeien is mooi als er een markt is. Maar die markt vinden en ontginnen is een andere zaak, toch? Louis-Philippe Soenen: “80% van het klantenbestand bestaat uit voedingsbedrijven en 20% komt uit de industrie. Zeg maar dat wij mee geëvolueerd zijn met onze klanten. Directe en transparante communicatie was daarbij een essentiële factor van succes. Daarbij hebben we ook nooit ons familiaal DNA verloochend.”
U herkent zich ongetwijfeld in de uitspraak die Willy Naessens ooit deed: “Als ze na mijn dood de zaak verkopen aan derden, sta ik terug op uit mijn graf.” Louis-Philippe Soenen (lacht smakelijk): “Ja, dat is het helemaal, zo voel ik het ook. Familiale bedrijven doen het gewoon zoveel beter, zoals in meerdere studies al meermaals werd bewezen. Cruciaal en typisch voor familiebedrijven is de band die je onderhoudt met de medewerkers.” Bénédicte Soenen: “Met tal van initiatieven en teambuildings proberen we permanent de banden aan te halen en warm te houden. Wie de ambitie heeft om een Fabriek van de Toekomst te zijn, moet niet alleen denken aan de nieuwe technologische toepassingen, maar doet er ook goed aan zijn medewerkers naar waarde te schatten en een zekere ‘beleving’ aan te bieden.”
Welke afspraken gelden er binnen de familie? Louis-Philippe Soenen: “Oh, bijzonder weinig hoor. Er zijn alvast geen grote afspraken en een breder kader bestaat ook niet. En ja, er zijn al eens meningsverschillen zoals in elk bedrijf. Maar dat lossen we dan op door te praten.”
Een familiecharter is niet aan u besteed? Louis-Philippe Soenen: “Eerlijk, ik zie daar niet meteen het nut van in.” Bénédicte Soenen: “Nochtans lijkt een familiecharter me best nuttig om te anticiperen op bepaalde vraagstukken die in familiebedrijven kunnen rijzen. Zoals: wat als er iets gebeurt met de ene of de andere? Wat als iemand wil uitstappen?” Louis-Philippe Soenen: “De generatie achter mij ziet dat anders. Maar ik wil afspraken daarover ook niet per definitie uitsluiten op termijn.”
In 2019 kondigden jullie de grootste investering aan uit het bestaan van het bedrijf: de bouw van een hypermoderne fabriek in het Limburgse Lanklaar. Vanwaar die keuze? Louis-Philippe Soenen: “Met het product dat wij aanbieden, kan je slechts 300 kilometer ‘rondrijden’. We hebben veel potentiële klanten in Nederland en Duitsland. We beschouwen dat niet als exportmarkten maar als Europese thuismarkten. Lanklaar was de ideale uitvalsbasis en zal ons in staat stellen om op relatief korte termijn te verdubbelen in omzet en in aantal werknemers.”
Durft u een bedrag plakken op de investering? Louis-Philippe Soenen: “Liever niet. Maar het is veel, heel veel. Maar ik ben als ondernemer geboren.”
Is het de ultieme droom die uitkomt? Louis-Philippe Soenen: “Ja en neen. In zekere zin was het ook een nachtmerrie. Waarom zeg ik dat? Omdat de eerste plannen van 2010 dateren, toen we de oude site van Bekaert konden kopen. We zijn 12 jaar later. Ik heb veel administratieve tegenkanting ondervonden, tot in het absurde toe. Ik heb er ook uit geleerd dat de politici dan al van goede wil mogen zijn, maar dat ze de speelbal zijn van hun administratie, die het echt voor het zeggen heeft. Ik werd er op een gegeven ogenblik moedeloos van en heb zelfs overwogen om alles stil te leggen. Weet u, in de jaren 90 heb ik nog naar de regio Moeskroen gekeken voor een nieuwe investering. De toenmalige burgemeester daar rolde de rode loper uit. Maar ik kreeg dat toen, als geboren en getogen inwoner van Hooglede, niet over mijn hart.”
Met de fabriek in Limburg erbij zullen jullie snel 2 keer zo groot worden als nu. Hoe snel mag en kan een bedrijf groeien? Louis-Philippe Soenen: “Het is allemaal een zaak van koele afweging. Je mag inderdaad niet te snel rijden, maar ook niet te traag bollen. Of anders gezegd: het moet altijd gaan om gecontroleerde groei. Daarbij is één zaak essentieel: alle medewerkers moeten mee zijn in het verhaal van de CEO en dus moet de CEO veel en goed communiceren.” Bénédicte Soenen: “Op dat vlak prijzen we ons gelukkig over zo’n standvastige equipe te beschikken.”
Welke plaats geven jullie jezelf in de sector van de kartonnageverpakking? Louis-Philippe Soenen: “We zijn in België met
een tiental spelers en wij zijn het grootste familiebedrijf in de sector. We proberen ook de beste te zijn en op digitaal vlak doen we zaken die anderen niet doen.”
Staat het niet in de sterren geschreven dat er nog een consolidatie zit aan te komen in de sector? Louis-Philippe Soenen: “Zeker wel.”

Dan aast u ook op overnames, toch? Of blijft endogeen groeien de heilige graal? Bénédicte Soenen: “We sluiten niets uit en kijken dus ook naar opportuniteiten.” Louis-Philippe Soenen: “Maar nooit tegen gelijk welke prijs. Katten in zakken zijn ook niet aan ons besteed. Je kent dat verhaal wel van de mooiste bruid die er bij nader inzien anders uitziet. Dan zeggen we: dank u wel, want we willen vooraf alles weten over die bruid. Dat is al een eerste conditio sine qua non.”
Er is de voorbije jaren flink ingezet op automatisatie. De klassieke vraag luidt dan: ten koste van jobs? Louis-Philippe Soenen: “Net omgekeerd: er zijn jobs bijgekomen. Ik zal zelfs meer zeggen: de jobs zijn bovendien interessanter geworden voor zij die mee evolueren. Om het met een boutade te zeggen: vroeger moesten arbeiders als het ware pakjes op palletten plaatsen, nu zijn arbeiders geëvolueerd tot goede operatoren die met inzicht en kennis moderne machines aansturen. Als dat geen vooruitgang is.” Bénédicte Soenen: “Dankzij de automatisering van een aantal processen, is de klant de grote winnaar. Ik spreek bijvoorbeeld vanuit mijn ervaring in de sales. De klant kan door in te loggen op ons online platform veel sneller en efficiënter bediend worden. Maar de voordelen van automatisatie hebben ook hun weerslag op de productie. Want denk vooral niet dat een kartonnen doos aanmaken een simpele aangelegenheid is. Het is het resultaat van een heel complex proces, veel complexer dan velen denken. Automatisatie en digitalisering helpen ons om de lat hoger te leggen.”
Bénédicte, u bent sinds twee jaar voorzitter van Jong Voka. Wat bestempelt u zelf als uw belangrijkste realisatie? Waar bent u fier op? Bénédicte Soenen: “Iedereen weet hoe moeilijk de voorbije 2 jaren waren, en al zeker om mensen bijeen te brengen. Toch denk ik er in geslaagd te zijn, al was het dan via de in coronatijden obligate digitale weg. Maar toch: voor een digitaal bedrijfsbezoek aan het Roeselaarse Soubry bijvoorbeeld, hebben we toch maar mooi 200 man verzameld. Het was niet bepaald evident maar we deden het toch maar met ons jongerenbestuur.”
In 1980 nam Louis-Philippe Soenen (links) het roer van Soenen Golfkarton over van zijn grootvader. Hij kocht zijn eigen golfkarton en vervulde zijn ambitie om een onafhankelijke producent te worden. Jaar na jaar breidde de fabriek in Hooglede uit met de nieuwste snufjes. Later sprongen dochters Nathalie (rechts) en Bénédicte (midden) en schoonzonen Alexander en Matthias aan boord en de derde generatie sloot zich aan om het familiebedrijf te versterken.
— LOUIS-PHILIPPE SOENEN
Waar ligt de absolute meerwaarde van een netwerk als Jong Voka? Bénédicte Soenen: “Er wordt wat dat betreft soms te eenzijdig gedacht in de richting van business doen met elkaar, maar dat is lang niet het belangrijkste en lang niet de prioriteit. De grootste meerwaarde ligt in de ervaringsuitwisseling tussen gelijkgestemden. Iedereen worstelt in zijn eigen bedrijf al eens met vragen. Via het netwerk leer je hoe anderen het zien of doen. Eerlijk: dat heeft me al veel vooruit geholpen.”
Vroeger was een job bij een multinational of bij een groot consultancykantoor de grootste ambitie van jonge high potentials. Nu is er duidelijk een nieuwe trend richting ondernemerschap. Vanwaar die omslag? Bénédicte Soenen: “Het heeft volgens mij heel veel te maken met positieve sensibilisering. Nogal wat organisaties wijzen graag en systematisch op het aantrekkelijke en het boeiende vak van ondernemer. Denk maar aan wat Bryo allemaal in gang heeft gezet. Ook de media hebben terzake een positieve rol gespeeld, door mooie rolmodellen in de kijker te zetten. Inspirerend zijn ook bedrijfsbezoeken en initiatieven zoals Ondernemers voor de klas.”
Het vak van ondernemer is zeker boeiend. Maar ook moeilijk, toch? Bénédicte Soenen: “Absoluut. Het zijn lang niet allemaal hoeraverhalen, en dat hoeft ook niet. Ik vind het net goed dat de media ook de verhalen brengen van zij die vallen en terug opstaan.”
DOSSIER Alles voor je bedrijfsgebouw

Stijn Langeraert en Julien Esquenet.
Ignix focust op totaalaanpak voor brandcompartimentering
Ondernemerschap is iets wat je in de vingers moet hebben. Stijn Langeraert en Julien Esquenet illustreren dat mooi bij Ignix, het vroegere Bio Benelux. 2 jaar nadat ze het bedrijf overnamen, schrijven ze ondanks corona aan een boeiend expansieverhaal, dat intussen ook al een Frans hoofdstuk kent. Binnen de Voka-trajecten Accelero en Welt vonden ze inspiratie om een langetermijnvisie te ontwikkelen en die naadloos af te stemmen op het hr-luik.
Stijn en Julien werkten al samen bij een andere werkgever, maar voelden de ondernemersmicrobe kriebelen en gingen 2 jaar geleden op zoek naar een bedrijf om over te nemen. “Zo kwamen we terecht bij Bio Benelux en Rimarbo, bedrijven die al ruim een kwarteeuw bestaan en een twee-eenheid vormden in passieve brandcompartimentering”, legt Julien uit. “Beide ondernemingen hadden andere eigenaars, maar werkten intens samen: Bio Benelux behartigde de administratie, Rimarbo voerde de projecten uit.”
Hoger kennisniveau Langeraert en Esquenet kwamen terecht in een voor hen compleet nieuwe, maar zeer interessante markt. “We hebben beiden een financiële achtergrond”, pikt Stijn in. “Brandbeveiliging boeide ons, omdat de wetgeving in 2017 gevoelig verstrengd is. Daardoor is die materie technisch nog complexer geworden, waardoor het kennisniveau omhoog moest. We hebben dan ook volop geïnvesteerd in de kennisuitbouw van ons team. Dat is ook nodig om onze belofte waar te maken: zorgen voor gegarandeerde compartimentering, die brandvertragend werkt en conform de normen is afgewerkt. Studiebureaus, architecten en aannemers hebben op dat vlak wel enige kennis. Wij ondersteunen hen intussen niet alleen met de uitvoering, maar ook in het studiewerk en de research naar de producten die het best worden toegepast. In functie daarvan hebben we ook veel contacten met fabrikanten. Daardoor profileren we ons tegenwoordig veel meer als een partner dan als ‘zomaar’ een onderaannemer.” “De wetgeving is gebaseerd op 3 pijlers: zelfredzaamheid, de mogelijke aanwezigheid van slapende mensen in het pand en de grootte van het gebouw. Grosso modo geldt de regel: hoe vlotter je uit een gebouw kan geraken en hoe trager de brand kan uitbreiden, hoe minder zwaar de brandveiligheidseisen doorwegen. Deze regels gelden niet voor industrie, daar heb je andere regelgeving”, aldus Julien.
Beide vennoten namen Bio Benelux en Rimarbo over in februari 2020. 3 weken later ging het land op slot door de lockdown. “We hebben ons in die eerste weken vooral verdiept in studiewerk over alles wat met het paritair comité voor de bouw te maken heeft, zodat we onze mensen echt konden helpen met sociale vraagstukken. Toen de deur weer op een kier ging, hebben we snel geschakeld om diensten uit te voeren op werven die weer open waren, maar zijn we ook intensief gaan prospecteren om onze planning vol te krijgen. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen”, vertelt Stijn.
Onder nieuwe vlag Ook door het goed opvolgen van gemaakte offertes kreeg het toenmalige Bio Benelux meer voet aan de grond. “Het deed ons beseffen dat prospectie een blijver is. Door die proactieve aanpak hebben we ons niet op economische werkloosheid moeten beroepen, want er was altijd werk. We blijven nu zo werken en zijn bovendien geëvolueerd van een uitvoerder naar een specialist in brandcompartimentering die klanten volledig ontzorgt. Die wapens moeten ons doen uitgroeien tot dé referentie in deze nichemarkt.” Met Ignix (Latijn voor ‘brand’) als bedrijfsnaam koos het duo intussen voor een vlag die beter de lading dekt en internationaler klinkt. “Dat kan ons helpen om verder door te breken in Noord-Frankrijk, waar we nu al projecten hebben lopen. De ambitie is om ons almaar meer richting het zuiden te begeven. Intussen willen we ook onze positie in eigen land nog versterken. Vooral in Wallonië hebben we nog werk voor de
Verder groeien
De Voka-trajecten Accelero en Welt blazen Ignix veel wind in de zeilen. “Bij Accelero hebben we geleerd een langetermijnvisie te ontwikkelen en gerichter te focussen. We oriënteren ons nu voluit op het brandveilig maken van gebouwen door een ontzorgende aanpak. Het heeft ertoe geleid dat we nog professioneler werken. Via Welt stemmen we daar onze hr-aanpak op af. Onze ‘crew’ is intussen gegroeid tot 10 bedienden en 28 arbeiders. De belangrijkste vereisten voor nieuwe mensen zijn de bereidheid om ideeën uit te werken, zelfstandig én in team te kunnen werken, maar vooral ook ‘leute’ te maken. Het kan allemaal bijdragen om onze omzet (3,3 miljoen euro in 2021) verder de hoogte in te jagen.”
boeg.” (BVC - Foto DD)
www.ignix.eu

building together
industriebouw op maat
mahieu-construct.be Snelheid, kostprijs, vakmanschap, flexibiliteit en onderscheidend vermogen. Allemaal factoren die voor de bewuste ondernemer van tel zijn. Wij hebben alles in huis om hieraan te voldoen. Onze geavanceerde beton- en staalbouw staan hier garant voor.
VOKA Advertentie halve pg 2022B.indd 1
Duurzaamheid op de werkvloer?
Laat je bedrijfsafval over aan Renewi.
✓ We halen alle afvalstromen eff iciënt op. ✓ We zorgen voor een vlotte service en denken met jou mee. ✓ Je bent in orde met de actuele regelgeving (o.a. VLAREMA). ✓ Afval bestaat niet bij ons, het krijgt een tweede leven


14/02/2022 11:19:23
Onder
nemers magazine
Adverteer in een van de volgende themadossiers en zet je bedrijf in de spotlights
Bereik ook in 2022 de juiste doelgroep voor jouw bedrijf
editie 7 Bouwen & verbouwen editie 8 Outsourcing & subcontracting editie 9 Milieu & energie