
6 minute read
HAVENNIEUWS
www.apzi.be
5 turbines voor stroomequivalent van 14.300 gezinnen
De nieuwste aanwinst in de vergroening van de haven van Zeebrugge zijn 5 windturbines van energiegroep Eneco op terminals van C.RO Ports en Wallenius Wilhelmsen. Het windpark heeft een jaarlijkse capaciteit van 50 gigawatt, vergelijkbaar met het gemiddelde verbruik van 14.300 gezinnen. Die groene stroom zal deels gebruikt worden voor de steeds meer elektrische wagens die in Zeebrugge behandeld worden.

Het nieuwe windpark in de haven van Zeebrugge bestaat uit 5 windturbines van 150 meter hoog. Ze staan in de achterhaven op de terminals van C.RO Ports en Wallenius Wilhelmsen Solutions en hebben een gecombineerd vermogen van 18MW. Elk jaar zullen ze ongeveer 50 GWh groene stroom produceren. Dat is vergelijkbaar met het gemiddelde jaarlijkse verbruik van ongeveer 14.300 gezinnen. Een deel van de productie zal lokaal verbruikt worden op de terminals. “De rest wordt op het net gezet en dient om onze klanten te verduurzamen”, zegt Tine Deheegher van Eneco Wind België. Het windpark kost zo’n 20 miljoen euro. Het betreft een gezamenlijke investering van Eneco (75%) en Portfineco (25%), een joint venture van het havenbestuur MBZ en Zefier, een coöperatie van 169 Vlaamse gemeenten.
Voor de overslagbedrijven CR.O Ports en Wallenius Wilhelmsen Solutions is groene energie een logische keuze. De stroom van de nieuwe turbines zal onder meer gebruikt worden door autobehandelaar Carcenter Zeebrugge. Dat is een 50-50 joint venture van shortsea rorogroep CLdN – waartoe terminaloperator C.RO Ports behoort – en transporteur Mosolf. “We zullen 3 gigawatt voor eigen gebruik afnemen. Met dit windpark in Zeebrugge en binnenkort ook 5 turbines op onze terminal in Vlissingen, tonen we onze ambitie om een leidende rol te blijven spelen als klimaatbewuste roro- en terminaloperator. Ook op onze andere terminals zijn er nog mogelijkheden om turbines te plaatsen”, zegt CEO van C.RO Ports Florent Maes.
Rik Goetinck (MBZ), Tine Deheegher (Eneco), Emmanuel Van Damme (Wallenius Wilhelmsen Solutions), Tom Hautekiet (MBZ) en Dirk De fauw (MBZ).
Clean port
“We zijn blij dat we ons steentje kunnen bijdragen tot een meer duurzame haven. Bovendien hebben we zelf steeds meer behoefte aan stroom. Al meer dan een derde van de nieuwe wagens die we behandelen, is elektrisch. In het licht van de internationale klimaatinspanningen zal dat alleen nog maar toenemen”, zegt Emmanuel Van Damme, general manager van de terminal van Wallenius Wilhelmsen Solutions.
De inspanningen van veel partners zijn welkom in het streven naar een ‘clean port’, benadrukt CEO Tom Hautekiet van het havenbestuur MBZ. “Havens dragen een verantwoordelijkheid én hebben tegelijk potentieel om de klimaatuitdaging aan te gaan. Windenergie is daarin een belangrijke hefboom. In Zeebrugge staat een gezamenlijk vermogen van 130 megawatt, dat we tegen 2030 naar 200 megawatt willen optrekken. Die groene stroom kan deels dienen om groene waterstof te produceren.”
Ook voor Eneco is dit windpark alvast geen eindpunt. “We zien in Zeebrugge heel veel potentieel in de voorhaven. Daar kunnen we werken omdat de bewoning veraf gelegen is. Bovendien is daar het meeste wind van het hele land”, besluit Tine Deheegher. (RJ - Foto MVN)
DOS SIER
—Business lifestyle Gert De Mangeleer en Joachim Boudens blijven Hertog Jan Restaurant Group heruitvinden

Van 1 driesterrenzaak op 1 locatie naar 4 nieuwe concepten op 5 locaties in 3 steden. Gert De Mangeleer en Joachim Boudens hebben sinds de sluiting van Hertog Jan in Zedelgem eind 2018 niet echt achterovergeleund. Een verhaal over kansen grijpen, concepten onderweg bijsturen en vooral niet (meer) toegeven op de creatieve vrijheid bij het koken op topniveau.
Tabula rasa
“Met dagelijks tot 140 couverts en een ploeg van 45 medewerkers, waarvan 25 koks, was Hertog Jan een ‘militaire organisatie’ geworden”, klinkt het bij Gert De Mangeleer. “De fun en uitdaging waren eraf. Al in 2016 beslisten we om te stoppen. Maar zonder die 4 jaar in Zedelgem was de verdere evolutie niet mogelijk geweest. Het zorgt voor een financiële ruggengraat en de centrale keuken verlicht het werk in al onze locaties en houdt de kwaliteit constant.” Joachim Boudens vult aan: “L.E.S.S. – in de Torhoutsesteenweg in Brugge als Spaanse tapasbar gestart – verhuisden we in februari 2019 naar ’t Zand. Het nieuwe concept – doorlopend van ontbijt tot diner – bleek al snel ons team te overbelasten. Na 14 dagen gooiden we het om, met opnieuw focus op lunch en diner,
verder verfijnd in alle facetten. Bar Bulot startte in 2019 als zomerse pop-up rond seafood en vis. Maar omdat dat minder past in de wintermaanden, mikten we daarna op Vlaamse klassiekers zoals volau-vent of steak tartaar. Zonder franjes, maar tot in de puntjes geperfectioneerd. Sinds dit jaar is er een tweede vestiging in Antwerpen.”
Het idee voor BABU (‘babulicious bunners’ = krokant gebakken steamed bun) werd bijna afgevoerd wegens tijdsgebrek, zo blijkt. “Maar dat veranderde in de corona lockdown. We begonnen als pop-up in Brugge om medewerkers aan de slag te houden en de reacties bij het publiek af te toetsen. Omdat het aansloeg, zochten we een vaste locatie. Gent bleek ideaal op het vlak van vastgoedprijzen, een groot publiek en de afstand tot Brugge. In de toekomst willen we dat concept wel verder uitrollen in andere steden.”
Opnieuw naar de top in Antwerpen
Joachim: “Toen we in 2018 met Hertog Jan stopten, was het enige plan om L.E.S.S. te verhuizen. Een structureel plan hebben we pas in september 2019 gesmeed, na samen met een adviseur onze sterktes en zwaktes onder de loep te hebben genomen. Gert en ik hebben veel en goeie ideeën, maar leren om ze stap voor stap in realiteit om te zetten en er ook budgetten aan te koppelen, is heel belangrijk geweest. We beslisten om meer structuur te steken in onze groeiende organisatie. Uiteraard is dat nooit helemaal af en moet je flexibel inspelen op opportuniteiten die op je pad komen.”
Gert: “We wilden wel nog aan fine dining doen in Zedelgem, maar beperkt in tijd en capaciteit. Die locatie is door zijn grootte en ligging echter beter geschikt voor huwelijken en b2b-events zoals personeelsfeesten, productpresentaties of directiemeetings. De vraag van Marc Alofs en Jurgen Lijcops van Botanic Sanctuary Antwerp om bij hen opnieuw op topniveau te beginnen, was wél een opportuniteit. We serveren er lunch en diner voor 10 à 12 gasten, en dat 14 dagen per maand. In de andere 14 dagen kunnen we op adem komen en ook blijven focussen op de andere projecten.” “Als ondernemer moet je je nu en dan afvragen of wat je doet ook is wat je de rest van je leven wil doen. En als dat niet zo is, alles van tafel schuiven en opnieuw beginnen. Wij hebben dat al een paar keer gedaan. Durven veranderen geeft zuurstof en nieuwe ideeën en contacten. Het was dikwijls wanneer we met een project stopten, dat er plots aanvragen voor nieuwe zaken kwamen. Tot aan ons pensioen voortdoen met Hertog Jan had ook gekund, maar ik denk dat we op een bepaald moment toch de focus zouden verloren hebben.”
Hij vult aan: “In Zedelgem vroeg quasi aan elk van de 21 tafels wel iemand aanpassingen aan het menu. Al die uitzonderingen kosten je 20% meer medewerkers in de keuken, geven extra stress en beperken je mogelijkheden. Klant is koning, maar op de duur waren we slaafs aan het werken voor modegrillen en dan nóg kregen we opmerkingen. Op een concert van U2 vraag je toch ook niet om Sunday Bloody Sunday niét te zingen. Als iedereen uitzonderingen vraagt op het menu, gaat de kracht van je creativiteit verloren en is uiteindelijk niemand meer tevreden. In Hertog Jan at Botanic eet iedereen hetzelfde, omdat we niet beperkt willen worden in het bieden van een beleving volgens onze stijl, identiteit en technieken. Veel mensen appreciëren dat. We hopen dat die manier van werken toonaangevend wordt en dat de jongere generatie dit overneemt.” (SD - Foto Kurt)