
15 minute read
BELEXA ADVOCATEN
Mag ik weigeren te verkopen?
Sinds augustus 2020 wordt verkoopweigering onder bepaalde omstandigheden uitdrukkelijk bij wet verboden. Betwisting hierover wordt beslecht zoals in kortgeding. Een commentaar bij een van de eerste uitspraken in hoger beroep.
De feiten De klager was handelaar in bouwmaterialen. Hij beklaagde zich over het feit dat hij gewapende welfsels in beton en voorgespannen welfsels niet kon aankopen bij een bepaalde groothandelaar, die weigerde aan hem te verkopen. De klager wou specifiek bij die groothandelaar aankopen doen, omdat hij daar sneller kon worden beleverd met lagere transportkosten. Die specifieke groothandelaar was voor de klager de meest rendabele contractspartij, en door bij hem aan te kopen zou hij zijn winstmarge kunnen maximaliseren. Maar die groothandelaar weigerde aan hem te verkopen...
De toepasselijke wetgeving De wet verbiedt in hoofde van één of meer ondernemingen misbruik te maken van een ‘positie van economische afhankelijkheid’ waarin één of meerdere ondernemingen zich bevindt, waardoor de mededinging kan worden aangetast op de betrokken Belgische markt of op een wezenlijk deel daarvan.
Er kan volgens de wet sprake zijn van misbruik bij:
• het weigeren van een verkoop, een aankoop of van andere transactievoorwaarden; • het rechtstreeks of zijdelings opleggen van onbillijke aan- of verkoopprijzen of van andere onbillijke contractuele voorwaarden; • het beperken van de productie, de afzet of de technische ontwikkeling ten nadele van de verbruikers; • het toepassen ten opzichte van economische partners van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties, hun daarmee nadeel berokkenend bij de mededinging; • het feit dat het sluiten van overeenkomsten afhankelijk wordt gesteld aan het aanvaarden door de economische partners van bijkomende prestaties, die naar hun aard of volgens het handelsgebruik geen verband houden met het onderwerp van deze overeenkomsten.”
Om van een verboden praktijk te kunnen spreken, moeten aldus drie cumulatieve voorwaarden zijn vervuld: • de klager moet zich bevinden in een positie van economische afhankelijkheid; • de wederpartij dient van deze positie van economische afhankelijkheid misbruik te maken; • door het misbruik wordt de mededinging op de Belgische markt of een onderdeel ervan aangetast.
De beoordeling In voormelde casus heeft het Hof van Beroep Antwerpen geoordeeld dat de klager zich helemaal niet in een positie van “economische onafhankelijkheid” bevond nu de klager die welfsels ook elders kon inkopen aan redelijke voorwaarden. Het loutere feit dat de bewuste leverancier voor de klager de “meest rendabele contractspartij” is, houdt volgens het Hof niet in dat de klager zich in een positie van “economische afhankelijkheid” zou bevinden nu de klager weldegelijk voldoende toegang tot de markt van de welfsels had.
Het Hof merkte daarbij trouwens ook op dat de verkoopsweigering evenmin kadert in een bredere strategie van de verkoper om de klager uit de markt te weren.
Bij gebreke aan een positie van “economische onafhankelijkheid” kan natuurlijk geen sprake zijn van “misbruik” op een wijze die “een aantasting” zou inhouden van de mededinging op de Belgische markt of onderdeel daarvan.
Voor de volledigheid wordt nog opgemerkt dat de klager zich naast voormelde wetsbepaling ook nog beriep op de rechtsfiguur van het “rechtsmisbruik” dat hij weerhield in hoofde van diens leverancier. Waar het Hof weliswaar aanvaardde dat “een mededinging beperkende gedraging” dient te worden verboden wanneer deze gedraging rechtsmisbruik oplevert, werd in dit specifieke geval geen rechtsmisbruik weerhouden. Naar aanleiding van haar marginale toetsingsrecht, achtte het Hof het immers niet afdoende door de klager bewezen dat de verkoopweigering een kennelijk onevenwicht zou hebben gecreëerd tussen de wederzijdse belangen van de leverancier en de klager.
Benoit Beele, Belexa
Wij zijn advocaten, maar vooral raadgevers.

Tim Boury — Boury
“Ik geef mijn passie graag door”
Een eenvoudige jongen van net geen 40 uit de Westhoek, die dit jaar werd bedacht met 3 sterren, de hoogste onderscheiding in de horecasector: dat moet Tim Boury zijn. Achter het naar hem genoemde restaurant, dat hij runt met vrouwlief Inge en broer Ben, gaat een flinke kmo schuil met een 25-tal personeelsleden. Tim Boury combineert zijn functies als CEO en meesterkok aardig, maar het werkwoord zweven staat niet in zijn woordenboek.

Het is iets dat vaak gezegd wordt: “je wordt zus of zo geboren”. Dat geldt zeker voor een vak. Durft u ook in uw geval te spreken van een roeping? Tim Boury: “Dat zou ik niet meteen zeggen. Ik zou eerder spreken over een late roeping. In mijn jeugd had ik wel een zekere interesse voor wat er in de keuken gebeurde. De taarten van mijn grootmoeder konden me bijvoorbeeld wel bekoren, maar ook niet meer dan dat. Ik denk dat het allemaal gegroeid is toen ik aan de Hotelschool in Koksijde het vak leerde. Daar is ook de goesting ontstaan om steeds beter te doen.”
Vandaag is uw passie voor topkwaliteit uw handelsmerk. Maar elke dag voor het hoogste en het beste gaan, is ook een hele opgave. Hoe kan u zich elke dag opnieuw opladen? Tim Boury: “U zal dat misschien eigenaardig vinden, maar elke dag is anders: andere kruiden, andere ingrediënten, andere grondstoffen, ander seizoen, andere klanten. Deze middag zijn er dat 57 en ze komen met hoge verwachtingen. Dan laadt een mens zich als het ware vanzelf op. Ik haal mijn drive vooral uit het creëren van wat eerder nog niet is uitgevonden. Daar kan je quasi eindeloos mee doorgaan.” Ben Boury: “Met Boury proberen we garant te staan voor een unieke branding, niet alleen in het bord zelf, maar ook qua beleving in de zaak. Elke keer anders proberen te zijn: daar draait het om.”
Er is in de wereld van de betere restaurants al enkele jaren een trend naar koken op basis van lokale producten. Hoe vult Boury dat in de praktijk in? Tim Boury: “Het is een concept waarin ik absoluut geloof. Kaas, de kruiden, de tomaten, de eieren, de jonge sla, de bieten en ga zo maar door: we hebben overal onze eigen leveranciers gezocht en gevonden met landbouwbedrijven die ons exclusief beleveren. Voor ons geldt er maar één norm: het moet top zijn. Het gevolg is dat ook de producenten zelf steeds meer zijn gaan streven naar het allerbeste. Noem dat maar kruisbestuiving. De tijd dat alles uit het buitenland moest komen, ligt grotendeels achter ons, maar ook niet helemaal. Want lokaal kopen, betekent daarom nog niet dat alles enkel en alleen afkomstig kan zijn uit een straal van pakweg 25 kilometer rond Roeselare. We hebben ook leveranciers in Limburg, en als we in Noord-Frankrijk topproducten vinden, dan komen die evenzeer in huis.”
Een derde ster krijgen: wat doet dat met een mens en wat deed dat voor de zaak? Tim Boury: “Mij persoonlijk gaf het een enorme boost en het schenkt nog een pak meer vertrouwen in ons eigen kunnen. Maar we blijven steeds met de voetjes op de grond. Het voelt wat raar aan om plots tussen collega’s te staan van het allerhoogste niveau. Ook voor het restaurant is het overweldigend: iedereen wil erbij zijn. We hebben ons reservatiesysteem moeten aanpassen. Vandaag kan je tot maximaal 4 maanden vooraf een tafel boeken, niet verder. Bedoeling is om toegankelijk te blijven.”
Is dit ook een beetje een ‘cherchez la femme’- en ‘cherchez le frère’-verhaal? Tim Boury: “Zeker weten. Inge is de ideale gastvrouw, het eerste contact voor de klanten. Ze is ook verantwoordelijk voor het aankleden van de zaak en houdt de bediening de hele tijd in het oog. Mijn broer Ben buigt zich dan weer over de financieel-administratieve kant. Zonder hen zou het niet lukken.”
Het leeuwendeel van de klanten bestaat uit ondernemers. Hoe ervaart u de omgang met hen? Tim Boury: “Het directe contact met de klant, het uitwisselen van ervaringen en het delen van inzichten, zorgen ook bij mij voor de allergrootste voldoening. Ik heb ongelooflijk veel geluk om over dergelijk cliënteel te mogen beschikken en heb in de loop der jaren heel veel mogen leren van hen. Niet alleen als chef maar ook als ondernemer. Ondernemen is bezig zijn met de vraag: ‘hoe kan je groeien zonder aan kwaliteit in te boeten?’. Ik ben erg dankbaar dat ik inzichten mag krijgen van ondernemers.
Ik sta overigens open voor elk contact: ook van pakweg mijn loodgieter heb ik al veel mogen opsteken.” Ben Boury: “Wat ook mooi is aan West-Vlaamse ondernemers: ze zijn weerbaar, gaan niet zo graag aan de klaagmuur staan, ook niet als het eens wat minder gaat. Wij zijn ook van die strekking.”
Ondernemer zijn in de horeca, het is en blijft een hele opgave. Hoe zwaar ervaart u dat op uw nog altijd jonge schouders? Tim Boury: “Heel zwaar, ik zal dat niet verbergen. Vergeet niet dat er hier 25 mensen mee aan de slag zijn. Dat zorgt voor druk én veel verantwoordelijkheid. Het zijn hoofdzakelijk jonge mensen. Van mij wordt verwacht dat ik hen aanstuur en begeleid tot het gewenste niveau. Neen, gemakkelijk is dat niet.”
De laatste jaren zagen we wel meer grote chefs afhaken, door het te belastende werk en de te grote druk. Begrijpt u dat? Tim Boury: “Jawel. Je wordt soms geleefd. Ik heb dat ook al ondervonden, maar mijn passie heeft er nooit onder geleden. De derde ster heeft ook in mijn geval voor bijkomende stress gezorgd. De verwachtingen zijn zo groot. Maar aan de reacties te oordelen maken we onze uitdaging nog elke dag waar. Met een persoonlijke trainer probeer ik ook fysiek op punt te blijven. Dat lijkt me nodig.”
Welk soort leider gaat er in u schuil? Hoe motiveert u uw medewerkers? Tim Boury: “Ik denk spontaan aan 2 van mijn motto’s: zorg dat je jezelf bent en trek voor niets je neus op. Als het nodig is, ga ik mee op de vrachtwagen staan om producten te lossen, doe ik de afwas of schrob ik mee de vloer. De beste CEO is toch hij die zelf het voorbeeld geeft, niet? Daarnaast zijn er natuurlijk ook de teambuildingactiviteiten. Maar dat kunnen evenzeer studiereizen zijn om bijvoorbeeld een wijnstreek beter te leren kennen. Dat motiveert.” Ben Boury: “Zoals het ook motiveert om geen overbelaste agenda op te leggen. Hier wordt 4 dagen op 4 keihard gewerkt. Op zondag, maandag en dinsdag zijn we off. Dan kunnen de batterijen van iedereen weer optimaal opgeladen worden.”
Als we heel even de advocaat van de duivel mogen zijn: bent u dan ook niet dagelijks bezig met het opleiden van uw concurrenten van morgen? Tim Boury: “Dat klopt helemaal, en so
what? Ik vind daar ook iets moois aan: anderen beter maken, anderen een toekomst helpen verschaffen door je eigen passie door te geven.”
Hoe zwaar weegt de administratieve molen voor een kmo als Boury? Tim Boury: “Mijn broer Ben is terzake mijn toeverlaat.” Ben Boury: “Net als bij Tim het geval is, wil ik ook dat alles administratief, financieel en qua personeelsbeheer perfect in orde is. Pas als dat het geval is, heb je rust in je hoofd, en dat heb ik. De regels inzake milieu of waterbeheer en de voorschriften van de overheid: het is me inderdaad wel wat. Je hoort me niet zeggen dat het allemaal niet zinvol is. Maar kan je al die lettertjes in de praktijk wel over de hele lijn toepassen? Wie eerlijk is, moet toegeven dat dat niet altijd mogelijk is. Ik geef een voorbeeld: bij alle ‘machines’ die in de keuken staan, moet je volgens de Externe Dienst voor Preventie en Welzijn op het Werk ook altijd de voorschriften zichtbaar aanbrengen, zodat iedereen ze kan lezen. Oké, dat gebeurt. Maar of iedereen die info ook heeft gelezen, is nog maar de vraag.”

Nu we toch bij de overheid zijn beland: heeft ze haar rol gespeeld in de coronacrisis? Tim Boury: “Jawel hoor. Ik durf zelfs te zeggen dat de horeca absoluut ‘verwend’ is geweest qua steun in moeilijke tijden. De Vlaamse overheid verdient terzake werkelijk alle lof. Hoe anders is het er aan toegegaan in Brussel en Wallonië. Hopelijk beseft iedereen dat.”
Wat deed corona met een van de passie voor zijn fornuis overlopende meesterkok? Tim Boury: “Ik snapte niet dat alles dicht moest. Het leek wel sciencefiction. Ik ontdekte plots een ander leven, iets rustiger. Ik ging al eens fietsen, stel je voor. Maar we hebben ook snel het geweer van schouder veranderd en ingespeeld op wat de markt toen vroeg, met onder meer take-away maaltijden, of à la carte schotels. Ik heb van de gelegenheid ook gebruik gemaakt om de nodige infrastructuurwerken uit te voeren aan het huis. Maar corona betekende ook stress, onzekerheid en vooral veel vragen: hoe lang zal dit nog duren?”
Iedereen heeft nu de mond vol over de crisis. Tim Boury: “Aan de energierekeningen te
De keuken van Tim Boury
is een toonbeeld van eigentijdse gastronomie, aldus de MICHELIN Gids. Hij wordt geroemd voor zijn minutieuze creaties met een mix van klassieke diepgang en creatieve schwung. Met zijn 3 sterren behoort het restaurant tot de wereldwijde culinaire top.
zien, is het inderdaad crisis. Ik prijs me gelukkig dat ik jaren geleden al met zonnepanelen heb gewerkt. Als er zich problemen stellen, moet je oplossingen zoeken en dat hebben we gelukkig tijdig gedaan.” Ben Boury: “Ook de indexaanpassing van de lonen zal iedereen aan den lijve ondervinden. Wij stellen gelukkig vast dat we aan de vraagzijde voorlopig niets ondervinden van die crisis. Het zal moeten blijken of dat zal blijven duren.”
Waarvan kan u nog dromen? Een verhaal schrijven in het buitenland, zoals uw streekcollega Kobe Desramaults momenteel doet in Sicilië? Tim Boury: “Ik denk dat dat niet meteen aan mij is besteed. Ik houd meer van de standvastigheid. Geef mij maar mijn vaste stek in West-Vlaanderen. Hier voel ik me goed en dat zal hopelijk ook zo blijven in de toekomst. Ik wil hier de zaak mooi blijven uitbouwen en er de vruchten van plukken.”
We staan voor een nieuw jaar. Wat mogen we u toewensen? En wat wenst u West-Vlaanderen toe? Tim Boury: “Ik hoop dat we met de hele maatschappij sneller dan algemeen verwacht terug naar normaal kunnen evolueren. Voor mezelf denk en hoop ik op wat meer mentale rust en op (nog) meer quality time met de kinderen. Zakelijk wil ik de organisatie nog elke dag beter maken, zodat ik me ook niet meer dood hoef te ergeren aan kleine zaken die wel eens fout lopen.”
Het is u namens Voka West-Vlaanderen van harte toegewenst! (Karel Cambien - Foto’s Stefaan Achtergael)
DOSSIER business lifestyle

Jan, Louise Simaey en Sonja Crevits.
Kunsthuis Gardeco Objects opent eerste flagshipstore in Australië
Op een dag vind je de job van je leven, en die brengt je naar alle uithoeken van de wereld. Dat is min of meer wat de familie Simaey uit Zedelgem momenteel beleeft. 23 jaar nadat Jan Simaey en echtgenote Sonja Crevits Gardeco Objects opstartten, mochten ze een eerste flagshipstore nabij Sydney openen.
Een eigen zaak starten was altijd al de droom van Jan Simaey en Sonja Crevits. “Op zoek naar een geschikt businessmodel, bezochten we heel wat internationale beurzen. Daaruit bleek dat de markt vragende partij was voor een nichespeler in de kunstsector die kunst en designobjecten toegankelijk maakt voor een breder publiek.”
Aanvankelijk mikte Gardeco (afkorting voor Garden Decoration) uitsluitend op hoogwaardige outdoor kunst. “In functie daarvan zijn we partnerships gestart met talrijke internationale kunstenaars. Na verloop van tijd integreerden belangrijke Italiaanse merken, zoals Minotti en Poliform, onze kunstobjecten in hun showrooms. Op vandaag bestaat de collectie zowel uit outdoor als indoor collecties. Daardoor dekte de vlag eigenlijk de lading niet meer, maar een communicatieonderzoek wees uit dat onze naam internationaal al dermate was ingeburgerd, dat het zeer zinvol was om die te behouden. We hebben er wel de baseline ‘Take part in our art’ aan toegevoegd.” Anno 2023 verdeelt Gardeco Objects het werk van circa 35 internationale kunstenaars via partners wereldwijd. “Zowat 80% van onze omzet halen we uit export, waarvan 45% buiten Europa. Elk van onze partners krijgt een bepaalde regionale exclusiviteit, op voorwaarde dat onze creaties mooi in hun totale aanbod zijn geïmplementeerd. Bovendien bestaat een deel van de collectie uit gelimiteerde edities. Zo zijn de bronzen beelden beperkt tot 49 of 75 stuks.” Ook in eigen land maakten Jan, Sonja en hun team werk van een uitgebalanceerd dealernetwerk, met partners in alle provincies.
Woollahra Met Richard Haigh, de drijvende kracht achter het Australische highend-interieurconcept Parterre, werkt Gardeco Objects al 18 jaar samen. “Richard is een hele goede partner. Jarenlang heeft hij onze collecties stijlvol ingebed tussen andere creaties, zoals outdoor meubilair en antiek. Gaandeweg groeide het idee om een exclusieve shop voor onze collecties uit de grond te stampen. Toen er een pand vrijkwam in Woollahra (ten oosten van Sydney, nvdr) en we na onderhandelingen een interessante huurprijs konden bedingen, kwam het project in een stroomversnelling terecht. Het concept voor de showroom gallery is dus historisch gegroeid.”
Het concept van de flagshipstore werd volledig in Zedelgem bepaald. “Het is belangrijk dat de look and feel in Woollahra overeenstemt met de huisstijl van onze showroom in Zedelgem. Daarom hebben we inderdaad alles uitgetekend op ons hoofdkwartier en vervolgens alle elementen per container naar Australië verscheept, waar alleen nog de montage moest gebeuren. Het zou tof zijn later nog meer dergelijke exclusieve shops te creëren, maar we gaan er niet actief naar op zoek, al zijn er wel opportuniteiten in Melbourne en China.” Hoewel ook de kunstsector enigszins lijdt onder de huidige economische conjunctuur, zal Gardeco Objects in 2022 toch verder groeien. “De retailmarkt kraakt inderdaad harde noten, maar onze expansie situeert zich vooral in de projectmarkt. Zo scoren onze creaties bijvoorbeeld sterk bij interieurdesigners uit London, Dubai, Shanghai en Miami. De komende jaren is het vooral de bedoeling om ons dealernetwerk in 70 landen geleidelijk aan te optimaliseren en om dochter Louise, die anderhalf jaar geleden in het bedrijf kwam, verder in de zaak te integreren. Zij neemt nu al de communicatie en marketing op zich en doet verkoopervaring op in Duitstalige landen.” Gardeco Objects is de rechtstreekse werkgever van een vijftiental mensen in Zedelgem. Onrechtstreeks werken nog tientallen mensen in internationale kunststudio’s voor de onderneming. (BVC - Foto DD)
— JAN SIMAEY EN SONJA CREVITS
Tijdens de opening in november kon Jan merken dat het concept best in de smaak valt. “We kregen er heel wat interieurdesigners, architecten en andere Parterre-klanten over de vloer. Het was een tof en informeel evenement, helemaal op zijn Australisch: die mensen hebben de Angelsaksische flegmatiek, zijn heel down to earth en kwamen graag van de sfeer proeven.”
www.gardeco.eu