
12 minute read
HET MESTACTIEPLAN
TERUG VAN (NOOIT) WEGGEWEEST Het mestactieplan
Tegen eind dit jaar wil minister van Omgeving Demir (N-VA) een zevende mestactieplan (MAP7) klaar hebben, want de waterkwaliteit van de Vlaamse waterlopen is ondermaats. Die kwaliteit verbeteren is één van de ambities die Voka West-Vlaanderen deelt met de Vlaamse Regering. Toch maakt Voka West-Vlaanderen zich zorgen over enkele van de recente gelekte maatregelen die als basis moeten dienen voor dat zevende mestactieplan.
In de jaren 90 van de vorige eeuw stelde Europa al richtlijnen op voor de bemesting van gewassen. Sindsdien mogen landbouwers niet meer om het even waar hun gewassen bemesten. Ook de hoeveelheden en de soorten mest die landbouwers mogen gebruiken, werden gereguleerd. De reden is vrij simpel: bepaalde types mest bevatten stoffen zoals fosfaat en nitraat, die onze flora en fauna kunnen verstoren. Die stoffen komen via de bodem in het grondwater terecht en spoelen ook door de regen in beken, rivieren en kanalen. Tijdens de metingen van het laatste mestrapport werden bij heel wat meetpunten te grote concentraties nitraat en fosfaat ontdekt. Dat is nefast voor de biodiversiteit en bemoeilijkt de productie van drinkwater.
De Europese Commissie kijkt met argusogen naar die hoge concentraties. Ze vraagt namelijk aan de lidstaten om de waterlopen in een ‘goede toestand’ te brengen tegen 2027. Hoog tijd in Vlaanderen om nog maar eens in actie te schieten en de (over)bemesting verder aan te pakken. Het verbeteren van de waterkwaliteit van de Vlaamse waterlopen en het grondwater is één van de ambities die Voka West-Vlaanderen deelt met de Vlaamse Regering. Een zevende mestactieplan dringt zich op.
Maatregelen mogelijk problematisch Toch maakt Voka West-Vlaanderen zich zorgen over enkele van de recent gelekte maatregelen die als basis moeten dienen
voor het zevende mestactieplan, zoals de uitbreiding van de teeltvrije zone nabij een waterloop van 1 meter naar 6 meter breedte, het bemestingsverbod dat landbouwers jaarlijks opgelegd krijgen vanaf 1 augustus en het feit dat er in bepaalde gebieden na 1 september niet meer geoogst zal mogen worden. Het gevolg is dat de teelt van heel wat groenten en (late) aardappelen niet meer rendabel of zelfs niet meer mogelijk zal zijn. Die problemen in de landbouw zullen op hun beurt impact hebben op de voedselverwerkende industrie. Per slot van rekening is die industrie afhankelijk van de landbouw voor de aanlevering van grondstoffen. De ondergang van de landbouw zou bijgevolg de ondergang van de industrie kunnen betekenen. Dat kan en mag niet de bedoeling zijn.
We moeten dan ook vermijden om de gerealiseerde en geplande investeringen in werkgelegenheid te verspelen, de afhankelijkheid van andere landen voor onze voedselvoorziening te vergroten en onze West-Vlaamse welvaart af te remmen. Het kweken van groenten, fruit en aardappelen in onze provincie, en bij uitbreiding in Vlaanderen, moet mogelijk én rendabel blijven.
Voka West-Vlaanderen gelooft alvast dat dat conform de Europese richtlijnen kan. Daarom verheugt het ons dat er recent een overleg werd opgestart. Enkel door voldoende tijd te nemen om samen constructief te overleggen, kan er een nieuw, duurzaam en haalbaar mestactieplan uitgewerkt worden. Een plan dat niet de teloorgang van de voedselverwerkende industrie inzet, maar wel een toekomst voor landbouw en agrohandel mogelijk maakt.
Voka Politica in beeld
Onder de noemer Voka Politica organiseert Voka West-Vlaanderen in verschillende West-Vlaamse gemeentes ontmoetingen met de burgemeester. Ondernemers gaan er in gesprek met het lokale bestuur over het beleid van de voorbije jaren én over wat er de komende jaren nog nodig is om het ondernemerschap in de gemeente verder te (onder)steunen.
BERT MAERTENS
Izegem
Op maandag 28 november waren de Izegemse ondernemers vroeg uit de veren, voor een Voka Politica met de burgemeester. De stad telt een goeie 28.800 inwoners op slechts een 25 km2. Dat Izegem een lange ondernemersgeschiedenis heeft, weet ook burgemeester Bert Maertens als geen ander. Toen hij aan het begin van zijn eerste legislatuur aan een ondernemer vroeg “wat moet ik doen voor ondernemers in de stad?”, was het antwoord: “creëer een stad waar het goed is om te wonen, werken en leven. Dat trekt talent aan, dat hebben we nodig.” Dat probeert het stadsbestuur ook deze legislatuur te bewerkstelligen.
Izegem is goed gelegen, langs het Kanaal Roeselare-Leie en langs de E403. Bert Maertens gaf aan dat er op het vlak van bereikbaarheid nog groeipotentieel is. In de komende jaren wil hij verder de schouders zetten onder de opwaardering van het kanaal en de E403. Beide moeten opgewaardeerd worden om in de toekomst echt te kunnen fungeren als multimodale vervoerinfrastructuren, klonk het. Bij het kanaal gaat het onder andere over het verdiepen van de vaargeul en het verstevigen van de oevers. Bij de E403 kijkt men naar een derde rijstrook in beide richtingen tussen Roeselare en Brugge. 2 dossiers waar ook Voka West-Vlaanderen meer dan haar schouders onder zet. Daarnaast heeft het stadsbestuur ook ambitie om bijkomende ruimte voor ondernemen te creeren. Dat is broodnodig om in de komende jaren economische groei mogelijk te maken. Als laatste dossier dat de komende jaren bepalend zal zijn, gaf Bert Maertens nog het Ventilus-project mee, dat moet instaan voor de energiebevoorrading van de toekomst.
De aanwezige ondernemers erkenden dat de aangehaalde dossiers in de komende jaren cruciaal zullen zijn voor het ondernemerschap in de regio. Ze kreunen onder de krapte op de arbeidsmarkt, zoeken ruimte om verder te groeien en stellen vast dat de stad en regio steeds vaker stilstaat. Er zal dus met grote ogen gekeken worden naar de beleidsresultaten van de volgende jaren.

Maxime Prévot — Les Engagés
In deze reeks waarin we de Franstalige partijvoorzitters aan het woord laten, is het de beurt aan Maxime Prévot van Les Engagés. “Zij die zich engageren”, dat is de nieuwe benaming voor het vroegere cdH, het Franstalige zusje van CD&V. De partij kreeg zware klappen bij de verkiezingen van 2019. Maar de hypergedreven Maxime Prévot, tevens burgemeester van Namen, wil het daar niet bij laten. Hij heeft van een zorgvuldig uitgekiend sociaal-economisch programma zijn strijdros gemaakt. Met als turquoise (de nieuwe steunkleur in de beeldvorming van de partij) draad: een halt toeroepen aan de nonsens in de politiek.
Wat moeten we vooraf absoluut weten van Les Engagés? “De verkiezingsnederlaag was een zware klap voor de partij, want we verloren toen op één dag liefst 30% van onze afgevaardigden in het parlement. En toch werden we nog gevraagd om deel te nemen aan een coalitie in zowel Wallonië als bij de Franse Gemeenschap. Dat hebben we resoluut geweigerd, om radicaal te kunnen herbronnen en onze eigen doctrine opnieuw te definiëren. Vanuit de oppositie hebben
we een reeks bevindingen op papier gezet. Zoals: burgers en bedrijven hebben lak aan een middle class politieke partij, ze willen gewoon oplossingen voor hun problemen, punt uit. Ons kiezerspubliek bestaat ook niet meer uit de gelovigen van weleer, maar gaat nu veel breder. Wij willen ieders mening respecteren, als ze verandering willen in de maatschappij. Vergeet het niet: veel burgers zijn ‘en colère’ en te vaak leidt dat nog naar een stem voor een extreme partij. Les Engagés wil die colère proberen te begrijpen en te vertalen in een positief maatschappelijk project. Dat is onze missie, die we ook uitvoerig uitgeschreven hebben in een nieuw en fris manifest. Iedereen moet daarin zijn gading vinden. We zijn niet links en niet rechts en we zijn geen voorstander van een clash tussen diverse strekkingen. We willen niet één bepaalde electorale clientèle bedienen, maar werken voor het algemeen belang, zodat iedereen vooruit kan. Laten we het even over de economie en ons sociaal model hebben. Wat zijn de strijddossiers? “Er zijn er meerdere, en we gaan altijd voor redelijkheid: no nonsense. Een eerste prioriteit is het beperken in de tijd van werkloosheidsvergoedingen. Jawel, zoals in Frankrijk. Niemand wordt toch beter van een leven lang werkloos te blijven en zich te nestelen in het vangnet van de sociale zekerheid. Het actieve deel van de bevolking neemt het ook niet langer dat het moet opdraaien voor wie niet werkt, of niet wil werken. Als we niet ingrijpen, riskeert de sociale cohesie of solidariteit te ontploffen. Dat is toch het laatste wat we willen. Aan het einde van 2 jaar steun zou er verplicht een baan moeten worden aangeboden. Wie niet wil werken, en zo zijn er helaas te veel in onze maatschappij gezien het te kleine verschil tussen een uitkering en een laag salaris, moet dan maar op het OCMW terugvallen. Tweede dossier: het verhogen van de vergoeding voor wie zijn job plots verliest. Niemand vraagt er om zijn werk kwijt te spelen. Tijdelijk moeten die mensen de mentale klap financieel kunnen overbruggen om hun professionele omscholing voor te bereiden, met minder stress over resterende lasten zoals huur, leningen, kinderstudies, enzovoort. Ook zij die de moeite doen om zich te herscholen, verdienen volgens ons de nodige financiële steun van de overheid, zij het altijd beperkt in de tijd. Ten derde: we willen alle misbruiken in de sociale zekerheid aan banden leggen. Bekend fenomeen is dat van werknemers die niet echt ziek zijn, maar zich toch ziek melden op het werk. De echt zieke mensen moeten uiteraard worden ondersteund, maar de fictieve patiënten moeten worden bestreden om de ontsporingen van de sociale zekerheid te vermijden. Ten vierde: globalisering van de inkomens tussen kapitaal en arbeid en ook van de fiscale druk, want veel dateert nog uit de naoorlogse tijd. En tot slot: een halt toeroepen aan de totaal onrechtvaardige belastingen op erfenissen. Wat nu gebeurt is een hold-up, vooral dan op de middenklasse, aangezien grote fortuinen vaak mechanismen gebruiken om belastingen te ontwijken. De middenklasse is daarom het slachtoffer van die farce.”
Hoe kijkt u naar Vadertje Staat? “Ik noem dat een ‘lasagne-instituut’, met de ene laag boven de andere en nog meer lagen boven elkaar. Het staatshuishouden moet dringend helemaal ontvet en vereenvoudigd worden. Er is nood aan een modern en efficiënt bestuur, en dat is er nu niet. De burger betaalt daar wel voor. Vandaag vindt een kat er zijn jongen niet meer in terug. 9 ministers voor volksgezondheid: waanzin toch, pure inertie. Er zijn te veel gedeelde competenties in het Belgische model. Er moeten duidelijke afspraken gemaakt worden over wat we nu regionaal gaan doen en wat federaal. Maar nu loopt het te vaak door elkaar. Opgelet: ik pleit hier niet voor een herfederalisering van alle bevoegdheden. Maar ik ben wel voorstander om een aantal zaken centraal aan te sturen, zoals het gezondheidsbeleid of de klimaatproblematiek. We hebben er genoeg van om 4 ministers van klimaatzaken te hebben, maar niet één die knopen kan doorhakken, zoals we recent nog mochten meemaken op de internationale klimaattop in Egypte.”
Wat is uw visie op de Vlaamse economie? Doet Vlaanderen het beter? “Het is een feit: we leven in een land met 2 economische snelheden en andere politieke gebruiken. U moet ’s avonds maar eens naar de nieuwsbulletins op tv kijken. Ook de publieke opinie gaat zijn eigen weg. Vergelijk het maar met het meer welvarende en dynamische Noord-Italië en het meer ingeslapen Zuid-Italië. Dat maakt de zaken er allemaal niet eenvoudiger op. Ik denk dat Wallonië moet leren minder conservatief te zijn. De Waalse bedrijven moeten bereidheid tonen om meer agile te worden. Concreet pleit ik voor meer Waalse overheidsmiddelen om de economie op te krikken (bijvoorbeeld: geld voor een betere interregionale mobiliteit) met bijzondere nadruk op opleiding en verbetering van de kwalificaties van werkzoekenden. Van de Waalse burgers mag ook verwacht worden dat ze het Nederlands beter leren beheersen. Ik noem dat soms: ‘restaurer l’esprit d’Etat et changer d’Etat d’esprit’.”
De energieprijzen breken iedereen zuur op. Hoe kijkt u er tegenaan? “Ik stel vast dat grote bedrijven omwille van die prijzen meer en meer bereid zijn om hun activiteiten te delokaliseren, bijvoorbeeld richting de VS, waar die kosten veel lager zijn. Het Neutraal Syndicaat van Zelfstandigen – de kleine ondernemers zeg maar – van zijn kant heeft berekend dat 1 op de 4 bedrijven door de energiekost met sluiting wordt bedreigd. Dat moet tot nadenken stemmen. Het energiedossier toont naar mijn gevoel vooral de zwakte aan van Europa. Waarom durft Europa de gasprijzen bijvoorbeeld niet op een lager niveau te plafonneren? Ik veroordeel ook de traagheid van de federale regering, die heeft geweigerd de gasprijs te beperken, waar mijn partij al maanden voor pleit, om bedrijven en huishoudens een belastingschild te bieden. Dat zou tijdelijk iets kosten voor het budget, maar op de lange termijn iets opbrengen aan de overheid.”
Ziet u oplossingen voor het meer en meer ontsporende Belgische overheidsbudget? “Het tekort kan gezien de crisis tijdelijk oplopen, maar niet structureel groter worden. We zouden ook veel miljarden kunnen recupereren uit belastingontduiking om zo ons tekort terug te dringen. In ieder geval zullen we snel structurele hervormingen nodig hebben, die mo-

menteel niet bestaan, wat een schuldige verantwoordelijkheid van deze regering is. Er is een plan nodig om de schuldenlast voor de toekomstige generaties, die ook de onze zijn, te verminderen. Zoals Churchill zei: ‘het zullen harde tijden zijn, maar het komt goed’. De oplossing zal erin bestaan de staat te saneren, te ontvetten. Dat zal opbrengen. Ik neem het Alexander De Croo kwalijk als hij zegt dat we voor 10 moeilijke jaren staan, zonder een oplossing aan te reiken. Nu dicht de regering enkel maar gaten van een lek geslagen boot, zonder te grijpen naar dringende maatregelen.”
Het stond in de sterren geschreven dat België geen wereldkampioen voetbal zou worden. Maar qua fiscaliteit op bedrijven en burgers scoren we wel zeer hoog. Het moet anders, maar kan het ook anders? “De zware fiscale druk heeft gevolgen voor iedereen. Het kan toch niet dat jonge en hardwerkende mensen niet meer in staat zijn om een eigen huis te kopen? Dat zou al één idee kunnen zijn: werkende jongeren fundamenteel minder belasten. Het huidige fiscaal systeem is ‘dépassé’. Het werd ook nog nooit grondig tegen het licht gehouden. De overheid zou de moed moeten hebben om alles te herbekijken. Ik verwacht wel één en ander van minister Van Peteghem, die ideeën heeft terzake. Maar of hij ze ook zal kunnen uitvoeren, is maar de vraag. Hier raak je misschien wel aan hét fundamentele probleem van België: we zijn nu eenmaal met te veel partijen die allemaal een ander liedje willen zingen.”
Tot slot: heeft u ook plannen voor meer aanwezigheid en visibiliteit in Vlaanderen? Zoals uw bekende collega Bouchez in onze contreien doet met zijn continue ‘opérations de charme’? “Laten we eerlijk zijn: het electorale herstel van mijn partij gaat niet via een verleidingscampagne in Vlaanderen. Maar ik heb altijd opengestaan voor verzoeken van de Vlaamse pers. Het niveau van mijn Nederlands is niet slecht, maar ik moet mijn spreekvaardigheid verbeteren. Ik zorg er in ieder geval voor dat ik constant contact onderhoud met mijn collega’s in zowel het noorden als het zuiden. Ik voel waarschijnlijk ook minder de behoefte om, zoals mijn collega Bouchez, te springen op alles wat beweegt (lacht).” (KC - Foto’s Kurt)