5 minute read

REGIO OOSTENDE

Next Article
AGENDA

AGENDA

VOKA-NIEUWS

Wissel Voka-voorzitterschap regio Oostende

Rond deze tijd heeft Johan Verborgh, na 8 jaar voorzitterschap van Voka West-Vlaanderen regio Oostende, de fakkel doorgegeven aan zijn opvolger Tom Bulcke. Die is CEO van de uit de kluiten gewassen familiale kmo Lithobeton. Tijd voor een tweegesprek over de ‘plussen’ en de ‘minnen’ van onze kustregio.

“KUSTREGIO IS IN VOLLE BEWEGING”

Hoe kijkt u terug op uw dubbelmandaat als voorzitter van de regio Oostende?

Johan Verborgh: “Laat me duidelijk stellen dat het niet de voorzitter is die zaken realiseert. Mijn opdracht bestond vooral uit het aansturen van de zaken die op het terrein moeten gebeuren. Een voorzitter is wel een belangrijke schakel tussen het hogere West-Vlaamse en Vlaamse niveau enerzijds en het lokale niveau anderzijds. Hij of zij moet ook zorgen voor de nodige politieke contacten met de lokale politici. In alle bescheidenheid denk ik dat ik die opdrachten tot een goed einde heb gebracht.”

Naar welke dossiers is er de voorbije jaren de meeste aandacht uitgegaan, omdat ze nu eenmaal prioritair waren?

Johan Verborgh: “We hebben mee werk gemaakt van het havenbeleid. Bedoeling was om meer bedrijven aan te trekken naar de haven, ook al hadden ze strikt genomen niet altijd een havengebonden activiteit. Ik denk bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van de terreinen van Proviron. Met Voka hebben we terzake goed ons lobbywerk gedaan. Het tweede dossier betreft het mee helpen activeren van werklozen. Denk maar aan de busjes met werklozen richting Westvlees. Tijdelijk hebben we zeker resultaat bereikt. Maar of dat volstaat voor de lange termijn? Daar heb ik mijn twijfels over. Je kan maar van een echt succes gewagen als het een blijvend verhaal is, en dat was het niet. Een derde dossier heeft betrekking op de luchthaven. Voka verheugt zich over het feit dat de activiteiten daar groeien. De mee door ons opgerichte taskforce heeft de zaken in beweging helpen zetten. De bedrijfswereld ontdekt zodoende nieuwe kansen.”

Hoe schatten jullie de impact van corona in?

Tom Bulcke: “Zoals iedereen hebben ook wij met Lithobeton tijdelijk de gevolgen ondervonden. Maar je hoort me niet al te zeer aan de klaagmuur staan. Ik stel vast dat de herneming van de activiteiten dit jaar meer dan behoorlijk is. Een groot pijnpunt ligt evenwel bij de enorm gestegen grondstofprijzen. Met langdurige contracten is het doorrekenen daarvan niet zo eenvoudig. De grootste bedreiging is de inflatie.” Johan Verborgh: “Niemand zal dit graag horen, maar ik stel vast dat de prijzen bij openbare aanbestedingen dit jaar met 10 tot 15% omhoog zijn gegaan. Dat is geen opbeurend nieuws. Voor de overheid zal de kunst zijn om de inflatie beheersbaar te houden, bij voorkeur niet hoger dan 2%. Maar ik vrees ervoor.” Tom Bulcke: “Als we naar de lokale economie in zijn totaliteit kijken, en de horeca en evenementensector even buiten beschouwing laten, is het een opluchting vast te stellen dat corona voorlopig nog voor niet al te veel schade heeft gezorgd. Noem het maar een ode aan de flexibiliteit en de veerkracht van onze bedrijven. Maar er zijn ook knipperlichten van macro-economische aard. Dat de overheid haar budgetlimieten overstijgt, krijgt stilaan een verontrustend karakter. Er is ongetwijfeld met te veel geld gestrooid.”

“Ik pleit voor een meer continue dialoog met de overheid.”

—Johan Verborgh

Hoe kijkt u naar de kustregio als we de zaken figuurlijk even vanuit de helikopter bekijken?

Johan Verborgh: “Er mogen zeker wat

“Ik zie in de omliggende gemeenten ook mooie ondernemingen die minder of niet gekend zijn.”

—Tom Bulcke

grote bedrijven bijkomen. Wat de kmo’s betreft: helaas zijn er nog te weinig bedrijven die niet gelinkt zijn aan de toeristische sector. Er zou wat meer activiteit in de breedte mogen komen. Verheugend is dan weer het feit dat veel jongeren terugkeren naar eigen regio om hier aan de slag te gaan. De braindrain is wel degelijk gestopt.” Tom Bulcke: “Ik heb altijd gevonden dat onze regio te weinig haar troeven uitspeelt. En die zijn er nochtans. Het is hier goed leven en dat moet meer ondernemers aanspreken. Sowieso heb je in een regio vanalles nodig: grote, middelgrote en kleine bedrijven, en het liefst in veel sectoren. Ik vergelijk dat wel eens met de samenstelling van goed beton: enkel met een goede combinatie van fijn zand, grind en groter steenslag kan je sterk beton maken.”

Hoe schatten jullie de starterscultuur in?

Johan Verborgh: “Er zijn duidelijk meer starters dan vroeger. De flow is er. De uitdaging bestaat erin om van starter door te groeien naar een leefbare entiteit, goed wetende dat een bedrijf runnen best wel een complexe zaak blijft. Het moet gezegd: de overheid blijft met de te zware administratieve en andere lasten nog altijd een struikelblok.” Tom Bulcke: “Ik zie bij jongeren duidelijk de goesting om te ondernemen. Zoals ik ook merk dat ze meer aandacht hebben voor een gezonde balans in hun leven. Dat is zelfs positief te noemen. Dé grote rem op ondernemerschap blijft evenwel de rigide regelgeving, waaronder de arbeidswetgeving. Mocht die soepeler zijn, dan was er nog meer ondernemerschap, daar ben ik van overtuigd.”

Nu we toch bij de overheid zijn beland: hoe schat u de relatie in en wat is jullie boodschap aan het beleid?

Johan Verborgh: “Voor en na de verkiezingen zijn er altijd intense contacten en wat mij betreft ook wel constructieve gesprekken met veel luisterbereidheid aan de beide zijden. Maar ik pleit voor een meer continue dialoog, want er blijven hete hangijzers bestaan, zoals het vergunningsbeleid. Ik weet dat ondernemers op dat vlak erg veeleisend zijn en meteen resultaat willen. Maar zoals het nu is, kan het toch ook niet. Het gaat allemaal veel te traag, en corona mag geen excuus meer zijn in hoofde van de overheid.” Tom Bulcke: “Ik pleit voor meer wederzijds respect en begrip, op basis van dialoog. Alleen zo kan er vooruitgang geboekt worden. Met geklaag over en weer wordt er niets opgelost, toch?” Johan Verborgh: “Elk moet zijn rol kennen en zijn rol spelen. Maar soms vrees ik dat de overheid te veel zaken recupereert waar de privésector het voortouw zou moeten nemen. Het Economisch Huis is best wel een mooi concept, maar kunnen we niet beter zaken samen in beweging zetten dan alleen?” Tom Bulcke: “Laten we ook verder kijken dan Oostende alleen. Ik zie in de omliggende andere gemeenten ook mooie ondernemingen die minder tot niet gekend zijn en ook besturen die de ondernemingszin stimuleren. Dat mag ook gezegd worden.” (KC - Foto Kurt)

This article is from: