2 minute read

Van offshoring naar reshoring

PUBLIREPORTAGE

Van offshoring naar reshoring

Alle productieactiviteiten werden vanaf de jaren ‘90 in toenemende mate uitbesteed aan lagereloonlanden. Deze “offshoring” heeft het aanzicht van de wereldeconomie ingrijpend veranderd. De delocalisatiegolf zorgde ervoor dat honderden miljoenen mensen in het vroegere Oost-Europa, China en Indië werden ingeschakeld in het wereldwijde productieproces. Dit heeft geleid tot de grootste welvaartstoename die de mensheid ooit gekend heeft binnen één generatie: ze bracht bijna een miljard mensen van een laag inkomen naar een menswaardig bestaan in de middenklasse. En het leverde ons in het Westen een vloed van goedkope producten op.

Een aantal beleidsfouten in dit proces hebben ook geleid tot de wankele financiële basis waarop de wereldeconomie vandaag rust. Het vasthouden aan een vaste wisselkoers van de Yuan ten opzichte van de US dollar, om de Chinese competitiviteit niet aan te tasten, leidde tot het pervers mechanisme waarbij de enorme Chinese handelsoverschotten automatisch werden gerecycleerd naar Treasuries. Dit hield de rente in de VS laag en heeft zo mee de huizenbubbel gevoed die in 2008 tot de implosie van het financieel systeem leidde. Ook de toenemende sociale spanningen, die vandaag het maatschappelijk beeld kenmerken, zijn er een gevolg van: arbeiders zagen hun lonen onder toenemende druk komen door wat ze als oneerlijke concurrentie vanuit China beschouwden. Deze spanningen werden genadeloos uitgebuit door populistische politici, die haarfijn aanvoelden hoe ze het ongenoegen van de massa in eigen politiek gewin konden vertalen. De verkiezing van Trump (en de Brexit) vormden in 2016 een eerste signaal dat de limieten van de globalisering werden bereikt.

In feite waren al vóór 2016 een aantal onderliggende economische tendensen aan de gang die het begin van het einde van de globalisering inluidden. Vooral China was het slachtoffer van zijn eigen succes geworden en de lonen waren er snel aan het stijgen. De productie van goedkope basisproducten was er eigenlijk al vóór Trumps verkiezing op de terugweg. Maar door Trumps handelsoorlog met China was het hek helemaal van de dam: de tarievenoorlog werd de eerste serieuze streep door de rekening van de geglobaliseerde productieketting. De pandemie deelde daarna een tweede zware slag uit aan het systeem. Al vlak na het uitbreken van corona in Wuhan, werd duidelijk hoe kwetsbaar we waren voor een onderbreking van een in één regio geconcentreerde productieketting. Daarop stuurden de grote schommelingen in ons consumptiepatroon de ganse logistieke ketting in de war. Dit resulteerde in grote prijsstijgingen van het containervervoer, wat betekende dat het transport van veel lagemargeproducten zo duur werd dat de ganse winstmarge in rook opging. En als klap op de vuurpijl zou de oorlog in Oekraïne ons onze grote afhankelijkheid van de strategische levensnoodzakelijk energie en voeding doen inzien. Kortom, we staan op een omslagpunt waarbij, voor bedrijven, de bevoorradingszekerheid en zelfvoorzienendheid de bovenhand beginnen te nemen over de goedkoopste oplossing. Just-in-case is belangrijker geworden dan just-in-time.

Christophe Van Canneyt, Senior Portfolio Manager bij CapitalatWork NV

This article is from: