Energiedelen: wat, hoe en waarom

Het wat, hoe, wanneer en waarom Energiedelen

Draaien je zonnepanelen, windmolens, warmtekrachtpompen op volle toeren? Haal je veel energie uit biomassa of geothermie? Heb je interesse om dat overschot te delen met je medewerkers, buren of een vestiging die het met minder moet doen? Dan is energiedelen misschien iets voor jou. Zorg er wel voor dat je eerst alle cijfers goed op een rijtje hebt.

Wat voorafging De Vlaamse Regering keurde in juli 2021 een wet goed die het delen van hernieuwbare energie mogelijk maakt. Op 1 januari 2022 ging het energiedelen binnen gebouwen van start. Sinds 1 juli 2022 is energiedelen tussen verschillende gebouwen van dezelfde netgebruiker mogelijk (bijvoorbeeld bedrijven met verschillende vestigingen). Je kan je hernieuwbare energie intussen ook een-op-een verkopen. Voorlopig nog enkel tussen personen met dezelfde leverancier, enkel in Vlaanderen en enkel met zonnepanelen. Netbeheerder Fluvius zette een verrekeningssysteem op tussen verkopers (energiedelers) en afnemers (energieontvangers) en bouwde een registratiesysteem op het portaal mijn. fluvius.be.

Wat volgt Vanaf 2023 wordt een nieuwe stap gezet in het delen van energie. Dan kunnen actieve afnemers en gebruikers zich verenigen in een energiegemeenschap. Het is dan ook niet meer verplicht om dezelfde leverancier te hebben. Vanaf dan worden alle lokale productievormen mogelijk en breidt men naast zonnepanelen uit naar alle hernieuwbare energiebronnen.

Hoe het werkt Met een digitale meter, het aanduiden van een beheerder, de EAN-codes van iedereen die deel wil uitmaken van de energiegemeenschap en een registratie op mijn.fluvius.be kan je zo van start. Als gemeenschap moet je bepalen hoeveel procent aan energie er per lid naar elke ontvanger gaat (= absolute verdeelsleutel). Je kan er ook voor kiezen om tijdsgebonden te delen (= relatieve verdeelsleutel). Het delen van hernieuwbare energie wordt gerekend per vijftien minuten. Je kan als ontvanger niet méér energie krijgen dan wat je in dat kwartier verbruikt. Het overschot gaat terug naar de deler, die het vervolgens teruggeeft aan het net en daar een vergoeding voor krijgt.

Wat je (niet) krijgt Om een energiegemeenschap op te starten, moet je Fluvius de toestemming geven om de kwartierwaarden van je verbruik uit te lezen (meetregime 3). Eén keer per dag ontvangt Fluvius de waarden. Op basis daarvan wordt de uitgewisselde energie berekend en geherfactureerd. De concrete (financiële) impact van dit systeem:

De kostprijs van de energie valt weg (commodity) voor de energie die je ontvangt. De belastingen en heffingen op energie (btw, distributienettarieven, bijdragen groenestroomcertificaten, …) en de netvergoeding betaal je wel nog.

Fluvius rekent geen kosten aan voor het delen van energie, maar de leverancier kan overwegen om het wel te doen.

Als energiegever verlies je de vergoeding die je voor overproductie krijgt.

Hou de impact op je belastingen in de gaten. Voor een kleine lokale productie tot een vermogen van 10 kVA wordt energiedelen niet belast. Boven dat vermogen wel. Als je bijvoorbeeld btw kan aftrekken voor de installatie van zonnepanelen en je wil er via energiedelen ook in je privéwoning gebruik van maken, dan kan het zijn dat je daar voordelen alle aard op moet betalen.

Je kan als gever en ontvanger geen energie ‘opsparen’. Je kan dus enkel delen wat je op dat moment verbruikt.

Voor je met het systeem start, doe je er dus goed aan om de impact exact te (laten) berekenen.

Peter Van Strydonck,

Fluvius

186 actieve entiteiten

3 binnen 1 appartementsgebouw 97 peer-to-peerentiteiten waarbij de netgebruiker zijn zelf geproduceerde energie verkoopt of wegschenkt aan één andere afnemer 86 entiteiten die de energie met zichzelf delen (bv. een vakantiehuis) dan je effectief verbruikt, dan vloeit de energie terug naar de hoofdzetel en wordt dat verrekend aan het net.

Per week komen er zo’n 20 nieuwe entiteiten bij.

Wallonië

Ontwerpwetgeving is klaar. Vanaf volgend jaar zal hier waarschijnlijk ook de Europese wetgeving van toepassing zijn. Fluvius verwacht dat het quasi identiek zal lopen met het Vlaamse systeem. Focus ligt op energiedelen binnen een gebouw. In tegenstelling tot Vlaanderen en Wallonië rekent men een aangepaste netvergoeding aan de gemeenschapsbeheerder aan, dus niet via de leverancier.

Hoe bereken je het volume?

Een hoofdzetel van een bedrijf heeft zonnepanelen en ontvangt een kwart van de gedeelde energie. Vestiging 1 krijgt ook 25%, vestiging 2 krijgt 50%. A- staat voor het geven van energie (injectie), A+ voor afname van het net. De vier eenheden vormen telkens 1 uur. Per kwartier zijn er voor de drie afnemers in de gemeenschap in totaal 12 eenheden die verdeeld worden volgens de sleutel. De hoofdzetel en vestiging 1 krijgen elk drie eenheden, vestiging 2 krijgt er zes. Als je meer ontvangt dan je effectief verbruikt, dan vloeit de energie terug naar de hoofdzetel en wordt dat verrekend aan het net.