11 minute read

Lobbydossier Sterkere gewesten

LOBBY DOSSIER

Beleid op maat voor sterke(re) gewesten nodig

Vlaanderen, Wallonië en Brussel lijken soms verschillende werelden. Niettemin blijven er sterke economische banden tussen de regio’s. Zo blijven voor elk van de gewesten de andere gewesten de belangrijkste ‘externe’ afzetmarkt, en zijn de banden tussen de gewesten duidelijk sterker dan die tussen elk van de gewesten en hun respectievelijke buitenlandse handelspartners. Dat neemt niet weg dat er tussen de regio’s ook op economisch vlak belangrijke verschillen zijn, en die zijn niet vrijblijvend. ▶

BEDRIJFS PORTRET

Jo Willems, die al verschillende jaren op rij als Rising Star wordt vermeld in het internationaal gerenommeerde Legal 500, startte zijn loopbaan in 2005 als stagiair in het Commercial & Litigation team van Lydian. Onder de vleugels van huidig Managing Partner Hugo Keulers ontwikkelde hij zijn expertise in handelsrecht en procesvoering en bouwde hij gestaag zijn netwerk van lokale en internationale klanten uit. Toen in 2015 Lydian de deuren van een kantoor in Hasselt opende, stapte Jo Willems gretig mee in het project om het Hasseltse kantoor uit te bouwen tot hét alternatief voor de traditionele Brusselse zakenadvocatenkantoren in Limburg. Zijnpromotie tot partner is een mooi bewijs van hoe Lydian omgaat met talent en jonge advocaten alle kansen gee . Jo Willems is de eerste nieuwe partner van zijn generatie bij Lydian.

Jo Willems gepromoveerd tot partner bij advocatenkantoor Lydian in Hasselt

“Het zijn de advocaten en medewerkers die de cultuur en de waarden van een kantoor uitdragen en het DNA van een kantoor uitmaken.”

Jo behaalde zijn rechtendiploma in 2004 aan de KU Leuven. In 2005 behaalde hij een DES-diploma in economisch recht aan de Université Libre de Bruxelles, en hij werd in datzelfde jaar tot de balie van Brussel toegelaten. Momenteel is hij lid van zowel de balie Brussel als de balie Limburg. Jo specialiseert zich in handelsrecht en strategisch belangrijke geschillen met vaak een internationale component. Hij heeft een uitgebreide ervaring om bedrijven en verzekeraars bij te staan in materies zoals contractmanagement, distributie, productaansprakelijkheid, aandeelhoudersconflicten en beroepsaansprakelijkheid. Sinds 2015 bouwt hij het Lydian-kantoor in Hasselt mee uit. “Ik heb mij steeds ingezet om onze internationale expertise lokaal te verankeren. Een mooi voorbeeld hiervan is het opzetten van een netwerk van en vóór de Limburgse bedrijfsjuristen. Er is een reële vraag van bedrijven die voor complexe materies willen samenwerken met een advocatenkantoor dat internationale expertise heeft en toch letterlijk en figuurlijk dichtbij is. De persoonlijke band met én de beschikbaarheid voor cliënten zijn hierbij van essentieel belang.”

Managing Partner Hugo Keulers en Jo Willems hebben altijd als tandem gefungeerd en die samenwerking verliep vlekkeloos. “Het is mooi om te zien hoe Jo steeds beter wordt. Niet alleen in technische expertise, maar ook hoe hij met klanten omgaat en zelf jongere advocaten opleidt is exemplarisch. Voor iedereen die met Jo heeft samengewerkt, is deze stap dus een evidentie”, aldus Hugo Keulers. “Het zijn de advocaten en medewerkers die de cultuur en de waarden van een kantoor uitdragen en het DNA van een kantoor uitmaken. De beste talenten aan je kantoor kunnen binden en ze zodanig omringen dat ze kunnen groeien, is de grootste uitdaging voor iedereen in de dienstverlenende sector.”

Jo Willems

Thonissenlaan 75 3500 Hasselt jo.willems@lydian.be +32 (0)11 26 00 57

“Het toenemende welvaartsverschil heeft implicaties voor de economische en politieke samenhang van het land.”

Regionale verschillen

Vlaanderen groeit al decennialang sneller dan Wallonië en Brussel. Sinds 1955 liet Vlaanderen in drie jaar op vier een sterkere groei optekenen dan de andere gewesten. De absolute groeiverschillen zijn sinds de jaren 1990 wel afgenomen, maar vooralsnog niet omgekeerd. Zo is de welvaartskloof tussen Vlaanderen en Wallonië opgelopen tot 40%, en die neemt nog altijd verder toe. Dat toenemende welvaartsverschil heeft implicaties voor de economische en politieke samenhang van het land. In elk geval is er geen sprake van een natuurlijke dynamiek van convergentie, en ook het beleid slaagt er niet in om voor de kentering te zorgen. Integendeel, bepaalde beleidskeuzes verhinderen net dat een proces van convergentie op gang komt. De vraag is hoelang dat houdbaar blijft.

De meest in het oog springende regionale verschillen zijn te vinden op de arbeidsmarkt. Voor heel wat arbeidsmarktindicatoren hangt Vlaanderen in de Europese middenmoot. Wallonië en Brussel zijn evenwel al te vaak helemaal achteraan het Europese peloton te vinden, doorgaans in het weinig benijdenswaardige gezelschap van perifere Italiaanse, Spaanse en Griekse regio’s. In 2020 waren in Vlaanderen drie op de vier van de 20- tot 64-jarigen aan het werk. In Wallonië lag de werkzaamheidsgraad in 2020 op 64,6%, in Brussel was dat 61,3%. Beide horen tot de zwakste regio’s van Europa. De pijnlijkste verschillen zitten allicht in de armoedecijfers. Voor verschillende armoede-indicatoren horen Wallonië en zeker Brussel bij de zwakste regio’s van Europa, terwijl Vlaanderen het vrij goed doet. In Vlaanderen wordt 1,9% van de bevolking geconfronteerd met ernstige materiële deprivatie, een meer harde maatstaf van armoede, terwijl dat in Wallonië oploopt tot 6,7% en in Brussel zelfs tot 10,6%. De armoedecijfers liggen in België eenvoudigweg onaanvaardbaar hoog voor het welvarende land dat we (willen) zijn, en dat is vooral een zaak van Wallonië en Brussel.

Geen convergentie

In normale omstandigheden zou de economisch sterkere regio mensen en kapitaal aantrekken en/of zou de economisch zwakkere regio via lagere lonen en goedkopere terreinen en gebouwen een concurrentieel kostenvoordeel opbouwen dat dan de basis kan vormen voor het aantrekken van nieuwe activiteiten. Op het niveau van de gewesten zijn dat soort mechanismen verstoord. De pendel vanuit Wallonië naar Vlaanderen is de voorbije jaren net afgenomen. En door het federale keurslijf van de loonvorming, de sociale zekerheid, de fiscaliteit en het arbeidsmarktbeleid is het voor de zwakkere regio’s moeilijk om een significant concurrentieel voordeel op te bouwen. ▶

BEDRIJFS PORTRET

‘I ciënter’ en tijdsbesparend aan de slag met BestBuro

Een correct gebruik van digitale communicatietools op de werkvloer hee heel wat voordelen. Het zorgt voor heldere communicatie, een hogere productiviteit en persoonlijke groei. Maar als je communicatieso ware niet correct inzet, kan dit tot heel wat frustratie en tijdverlies leiden. Elke Stultjens, zaakvoerder van BestBuro, legt uit hoe haar kantoor bedrijven en organisaties begeleidt in kennis- en groeitrajecten en so waretrainingen.

“Met BestBuro focussen we op de 4 C’s: communicatie, collaboratie, concentratie en coördinatie.”

Overvolle mailboxen en dubbel geboekte vergaderingen Elke startte BestBuro tien jaar geleden op. Ze legt uit waarom: “Ik zag hoe bedrijven volop investeerden in trainingen en coachings over communicatiesoftware en -skills, maar tegelijk te weinig opvolgingstrajecten voorzagen. De verworven kennis rendeerde dus te weinig. Het gevolg: werknemers bleven worstelen met overvolle mailboxen, ongestructureerde mappen en dubbel geboekte vergaderingen. Met BestBuro reiken we bedrijfsleiders en hun werknemers tools en tips aan om de interne communicatie op kantoor gestroomlijnd te doen verlopen. En daar lijken we aardig in te slagen!”

De BestBuro-methode Het I-team van BestBuro ontwikkelde een eigen methodiek. “We werken via de BestBuro-methode. Het doel? Medewerkers anders leren werken met de communicatietools die ze dagelijks gebruiken, om zo persoonlijke groei te realiseren. Onze slogan luidt niet toevallig: ‘when knowing becomes growing’. We zijn ervan overtuigd dat kennis tot groei leidt als die kennis correct ingezet wordt. In de praktijk zien we dat digitale communicatie vaak niet correct toegepast wordt, bijvoorbeeld het onnodig in cc zetten van contactpersonen bij mailverkeer of het uitwisselen van opdrachten via chatberichten. Dit zorgt voor onduidelijke afspraken. Meestal omdat hierover binnen een organisatie geen heldere spelregels vastgelegd zijn. En dat heeft dan weer een negatieve impact op de focus en productiviteit van medewerkers. Met onze BestBuro-methode focussen we op de 4 C’s (communicatie, collaboratie, concentratie en coördinatie). Zo verhogen we de ‘ifficiëntie’ op de werkvloer.” Veel meer dan softwaretraining BestBuro wordt vaak gepercipieerd als een opleidingscentrum. Maar het advieskantoor is veel meer dan dat. Elke: “Het klopt dat we softwareopleidingen, -trainingen en -workshops organiseren. Maar we focussen niet zozeer op de technische kennis, eerder op het waarom van het gebruik van de software. Tijdens onze MS Office-trainingen leggen we dus de nadruk op wat mensen nodig hebben voor een efficiënte aanpak van interne communicatie. We willen vastgeroeste gewoontes afleren en vervangen door acties die de communicatie met collega’s naar een hoger niveau tillen. Hierdoor groeit het hele bedrijf.”

Leerfasen van Maslow BestBuro gaat verder dan training en advies. Elke licht toe: “Aan de hand van de leerfasen van Maslow analyseren we samen met de klant welke kennis effectief toegepast en herhaald moet worden. Alle cursisten kunnen bovendien een jaar lang vragen stellen aan onze trainers. Daarnaast bezorgen we ceo’s en hr-managers ook groeicurves van werknemers en de organisatie als geheel. Die totaalaanpak appreciëren onze klanten enorm.”

Hendrik van Veldekesingel 150/141 3500 Hasselt 011 76 66 62 info@bestburo.be www.bestburo.be

Convergentie tussen de regio’s zal vooral vanuit het beleid moeten komen. Zoals het er nu naar uitziet, kunnen de verwachtingen op dat vlak best bescheiden blijven. Vandaag lijkt de klemtoon in het publieke debat in Wallonië eerder te liggen op het versterken van allerlei sociale rechten dan op productiviteitsverhogende hervormingen, kwaliteitsvoller onderwijs of het activeren van niet-werkenden op actieve leeftijd. In die zin is het hoogst twijfelachtig dat de regionale beleidskeuzes de komende jaren een proces van convergentie op gang zullen brengen.

Beleid op maat

Gezien de sterke economische banden heeft elk van de gewesten er belang bij dat de andere gewesten economisch sterk presteren. Dat zou belangrijke economische spill-overs opleveren, en ook de persistente interregionale transfers inperken. In het hele debat over onze staatsstructuur zou een cruciale vraag dan ook moeten zijn: ‘welke staatsstructuur kan de economische prestaties van de regio’s het best ondersteunen?’ Van de huidige staatsstructuur is tot nu toe niet gebleken dat die een economische inhaalbeweging van de achterblijvende gewesten ondersteunt. Integendeel, de economische divergentie neemt nog toe, wat zich ook weerspiegelt in uiteenlopende beleidsvoorkeuren in de regio’s. Het ziet er bovendien naar uit dat het welvaartsverschil tussen de gewesten ook de komende jaren blijft toenemen, wat allicht ook de politieke polarisatie verder zal aanvuren. Een aanpassing van het model dringt zich dan ook op.

De beste manier om de regio’s hun beleid te laten afstemmen op hun specifieke omstandigheden en op hun politieke voorkeuren is om hen de hefbomen van dat beleid zoveel mogelijk zelf in handen te geven. Dat geldt bij uitstek voor het arbeidsmarktbeleid. Op die manier kan elk van de gewesten echt gaan inzetten op de eigen specifieke probleempunten. Daaraan moet dan ook onvermijdelijk een zekere financiële responsabilisering van de gewesten gekoppeld worden. Dat betekent niet dat er geen ruimte is voor interregionale solidariteit, maar wel dat de regio’s de vruchten van hun eigen inspanningen kunnen plukken. Meer beleidshefbomen in regionale handen met bijbehorende financiële responsabilisering is allicht de beste manier om tot een krachtdadig beleid te komen dat de economische prestaties in elk van de gewesten versterkt.◀

“Van de huidige staatsstructuur is tot nu toe niet gebleken dat die een economische inhaalbeweging van de achterblijvende gewesten ondersteunt.”

BEDRIJFS PORTRET

Kies jouw gastheer (‘host’) verstandig

Cloud- en datacenters zijn niet meer weg te denken uit eenmoderne IT-omgeving. De on-premise aanpak verdwijnt in meer en meer ondernemingen. Bij de keuze voor een hostingprovider houd je best ook rekening met de volgende belangrijke contractuele afspraken.

Jan Coninx, advocaat

Het hostingcontract Omdat jouw data extern worden opgeslagen, is het van groot belang om ervoor te zorgen dat de hostingprovider zijn dienstverlening niet kan opschorten, zelfs niet als je een factuur laattijdig zou hebben betaald. Anders heb je (tijdelijk) geen toegang tot jouw eigen data en loopt de werking van jouw onderneming vast. Let erop dat de provider een back-upverplichting heeft zodat data niet verloren gaan. Het is essentieel om in een goede exitregeling te voorzien, ongeacht de reden van beëindiging van het hostingcontract. Zo verzeker je je ervan dat al jouw data overgedragen kunnen worden aan een andere hostingprovider op een ordentelijke manier en voorkom je dataverlies. Beveiliging van data is voor elke sector belangrijk, maar door de wetgeving op de verwerking van persoonsgegevens of de privacy is dit in sommige sectoren nog belangrijker. Vraag daarom een gedetailleerde omschrijving van de aangeboden operationele omgeving en controleer of dit overeenkomt met jouw gegevensbeschermingsbeleid. Wat de verwerking van persoonsgegevens betreft, is een keuze voor een in Europa gevestigde leverancier een betere of althans eenvoudigere optie.

De SLA Minder sexy maar daarom zeker niet minder belangrijk is de service level agreement of afgekort ‘SLA’, die in principe gepaard gaat met een hostingcontract. Een goede SLA bevat in grote lijnen: ▸een gedetailleerde omschrijving van de diensten; ▸een overleg-of samenwerkingsstructuur (‘governance’); ▸objectieve meetbare kwaliteitsniveaus (zoals responstijd, oplostijd, beschikbaarheid, performantie); ▸een inzichtelijke rapportering over of monitoring van de dienstenniveaus; ▸de (financiële) gevolgen wanneer de niveaus niet (malus) of beter (bonus) worden gehaald.

Omdat een SLA duidelijke resultaten vooropstelt, houden de service levels of dienstenniveaus in principe resultaatsverbintenissen in, en geen inspanningsverbintenis.

Conclusie Bij de keuze van jouw hostingprovider sta je best ook stil bij de kleine lettertjes en niet enkel bij de prijs of het technische aanbod. Verzeker je contractueel van een continue toegang tot jouw data en van een vlotte overdracht bij het einde van de samenwerking. Maak dat de SLA regelmatig wordt geëvalueerd en geoptimaliseerd.

ODIGO Advocaten CVBA

Spoorwegstraat 105 3500 Hasselt +32 11 260 220 www.odigo.eu

This article is from: