
13 minute read
INTERNATIONAAL ONDERNEMEN Toon De Somer
‘Engagement geeft ons extra slagkracht’
Voor industriële reuzen zoals Umicore of Arcelor Mittal heeft het kleine Lint heel wat te betekenen, al zeker bij de huidige uitdaging op energievlak. Bij het daar gevestigde Blondeau & Zonen vinden ze een antwoord op de vraag hoe ze hun broodnodige proceswarmte zo optimaal mogelijk kunnen benutten. Ook om industriële gebouwen zo efficiënt mogelijk te verwarmen, kan dit familiebedrijf van intussen de vierde generatie bijna 70 jaar aan knowhow in de schaal leggen.
door Jan Van de Poel fotografie Koen Fasseur Vanuit zijn opdracht om de vraag naar warmte zo economisch mogelijk te beantwoorden, gaat Blondeau & Zonen zelf voortdurend met zijn tijd mee. Samen met zijn zonen Antoine, Guy en Louis begon Gérard Blondeau in 1955 met zijn bedrijf, toen de Europese industrie in volle heropbouw was na de Tweede Wereldoorlog. De eerste decennia zette hij in op systemen met branders op stookolie en gas voor de uitrusting van stoom- en warmwaterketels. In volle oliecrisis bewees Blondeau & Zonen de industrie dan weer diensten als leverancier van heel economische systemen met gasgestookte stralingsbuizen. ‘Door de jaren heen zijn de gebruikte technologieën altijd geëvolueerd. Ondertussen lijken systemen op elektriciteit uit groene waterstof de grootste toekomst te hebben. Maar dat zal nog enkele jaren duren vooraleer het zover is’, zeggen Jean en Guy Blondeau. Beiden runnen het familiebedrijf samen sinds ze het in 2000 hebben overgenomen van hun vader Louis. Twee jaar eerder hadden beide broers al het initiatief genomen om het bedrijf te verhuizen naar een pand in Lint, met meer ruimte voor opslag en assemblage. ‘Van jongs af aan hadden we een sterke band met het familiebedrijf, dat voordien in Antwerpen gevestigd was onder de ouderlijke woning. Als kinderen speelden we al op de werkvloer en leerden we alle medewerkers goed kennen. Zo zijn we er langzamerhand ingerold’, herinnert Jean zich. Intussen werkt hij al bijna 30 jaar intensief samen met Guy. Na al die tijd zitten beide broers nog steeds letterlijk zij aan zij op kantoor. ‘Uiteraard hebben we weleens een verschillende kijk op de dingen gehad en dat is eigenlijk maar normaal. Door onderling altijd te blijven praten, zijn we er vanuit die verschillende visies altijd wel uitgekomen’, vertelt Guy Blondeau.
BIJSPRINGEN WAAR NODIG
Vanuit zijn technische knowhow legt hij zich vooral toe op het ontwerpen en uitwerken van warmte-oplossingen in de procesindustrie, terwijl Jean zich focust op het financiële plaatje en verwarming van industriële ruimtes. Sinds 2016 kunnen beide broers ook rekenen op de inbreng van Matthieu. Jeans tweede zoon is de enige Blondeau van de vierde generatie die in het familiebedrijf actief is. ‘Als je kinderen andere interesses hebben, dan moeten ze vooral daar verder in gaan’, begrijpt Guy dat volkomen. ‘Net als mijn vader en oom ben ik opgegroeid met het bedrijf. Bij elk familiebezoek bij mijn grootouders kwam ik er automatisch mee in contact. Later als student deed ik er ook vakantiejobs. Hoewel ik geen technische richting had gekozen, ontstond na mijn studies wel de interesse om iets voor het familiebedrijf te betekenen’, legt Matthieu uit. ‘In die periode zochten we net iemand om de dienstverlening op vlak van naverkoop en wisselstukken op te volgen. Guy en ik waren er dan snel uit dat Matthieu daarvoor de juiste persoon zou zijn’, pikt Jean in.
Binnen Blondeau & Zonen heeft elk van de drie betrokken familieleden nog steeds zijn specifieke rol. ‘Al is voor elk van ons logisch dat we elkaar bijspringen waar nodig. Zo hoort dat in een familiebedrijf met in totaal slechts vijf vaste medewerkers. Wie ons nog maar pas leert kennen, stelt zich hierdoor misschien wel vragen bij onze slagkracht. Maar naast onze vaste kern werken we permanent samen met de engineeringafdeling van Honeywell en met technisch vaardige onderaannemers’, vertellen Jean en Guy voort. ‘Als familiebedrijf pur sang willen we steeds het beste voor onze klanten. Daarvoor spannen we ons tot het uiterste in, ook met overuren wanneer dat nodig is. Niet zomaar schenkt een toonaangevende wereldspeler als Honeywell ons het vertrouwen als zijn officiële partner op vlak van industriële gasverwarmingssystemen voor procestoepassingen voor België. Ook uit ons trackrecord en het feit dat grote industriële bedrijven ons voortdurend het vertrouwen schenken, spreekt ons engagement om kwalitatief werk af te leveren.’
EXTERN BLOED VOOR DE TOEKOMST
Vanaf volgend jaar neemt Blondeau & Zonen trouwens ook meet- en regelsystemen specifiek gericht op de farmaceutische, petrochemische, voedings- en staalindustrie op in zijn aanbod. Na een carrière van bijna 25 jaar aan het roer kunnen Jean en Guy hierdoor binnenkort een gezond bedrijf toevertrouwen aan de volgende generatie. ‘In nauw overleg met hen kijken we wel uit naar een extern persoon om het familiebedrijf in de toekomst mee aan te sturen. Omdat ik zelf minder technische bagage heb, moet de geschikte kandidaat technisch onderlegd zijn. Ik zal me dan toespitsen op de algemene leiding, sales en logistiek. Met het oog op de toekomst is dat voor Blondeau & Zonen de beste optie’, schat Matthieu in. Terwijl Jean volgend jaar al officieel met pensioen wil gaan, blijft Guy de volgende jaren overigens nog op post om zijn technische knowhow door te geven aan die aanwinst. ‘Maar vooral Matthieu moet beslissen met wie hij in zee wil gaan. Ten slotte zal hij er de komende jaren mee moeten samenwerken’, besluit Guy Blondeau.
www.blondeau.be
Meer weten over ons aanbod voor familiebedrijven? Ontdek het via deze QR-code.
SCAN ME
Meubelindustrie Guangzhou bouwt kwaliteitsstoelen naar Belgisch design Lees pag. 66-67
Toon De Somer

Puur economisch gezien is China voor Vlaamse ondernemers nog steeds een interessant land om zaken te doen. Dat kan onder andere Toon De Somer getuigen, als zaakvoerder van de Antwerpse specialist in kantoorinrichting. Voor zijn bureaustoelen en stoelen koppelt hij Belgisch topdesign aan Chinees vakmanschap.
door Jan Van de Poel fotografie Koen Fasseur
Vanuit Europa werd er vorig jaar voor maar liefst 223 miljard euro aan goederen uitgevoerd naar China. Daarmee is ’s werelds meest bevolkte land de derde grootste handelspartner van Europa buiten de EU, na de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Ook Toon De Somer draagt aan dat duizelingwekkende bedrag een stukje bij. ‘Voor onze bureaustoelen en stoelen werken we samen met bekende Belgische ontwerpers zoals Axel Enthoven en Mathias De Ferm. De productie van hun design gebeurt voor het grootste deel in China. Voor ons is het evenwel erg belangrijk om absolute zekerheid te hebben over de Europese certificering van onze producten. Bijvoorbeeld naar brandvertragende eigenschappen zijn de normen in Europa en het Verenigd Koninkrijk een pak strikter dan diegene die in China gelden. Daarom werken we voor onze productie met stoffen van hier, die we voor de uiteindelijke productie van de stoelen exporteren naar China. Al is het wel jammer dat we daarop invoerrechten moeten betalen’, legt de zaakvoerder van de professionele kantoorinrichter uit.
LOKAAL WAKEN OVER KWALITEIT
Zo nam hij eind oktober nog een nieuwe bureaustoel naar Belgisch design mee naar Orgatec in Keulen, de belangrijkste beurs voor kantoorinrichters wereldwijd. Dat nieuw product is het laatste resultaat van een langeafstandsrelatie die hij intussen al tien jaar onderhoudt met een Chinese zakenpartner. ‘Ik heb eerst zelf bureaustoelen van Chinese makelij ingevoerd, maar dat ging met vallen en opstaan. Zo leerde ik al snel dat je maar moeilijk tot een goede prijszetting kan komen, als jouw Chinese zakenpartner zonder jouw medeweten ook nog andere Belgische afnemers belevert. Bij zakendoen in China komt het er dus eerst op aan om goede en duidelijke afspraken te maken’, vertelt hij. ‘De agent waarmee ik intussen al bijna tien jaar samenwerk, beschouw ik bijna als een partner. Door de opgebouwde band over jaren werkt dat vertrouwen ook in twee richtingen. Ten slotte ben ik ook een bron van inkomsten voor die partner. Iemand ter plaatse hebben waarop je kan vertrouwen, is belangrijk bij zakendoen in eender welke buitenlandse regio. Ook in China is dat een must, onder andere om te waken over de geleverde kwaliteit.’
TO THE POINT COMMUNICEREN
Zeker de jongste jaren tijdens de coronapandemie bewees dat betrouwbaar lokaal contact voor Toon De Somer een grote hulp te zijn. ‘Met hem heb ik bijna wekelijks contact. Mijn laatste reis naar China dateert al van 2018 en eerder dan september volgend jaar zal ik nog niet opnieuw afreizen. Want voorlopig zijn de coronamaatregelen nog vrij strikt, terwijl het op zakenreis toch belangrijk is dat je je vrij kunt bewegen’, geeft hij aan. ‘Desondanks zijn we er de jongste maanden in geslaagd om een nieuwe stoel te fabriceren. Met videogesprekken geraak je al ver, al hebben we een prototype van het ontwerp na elke reeks van aanpassingen laten overvliegen. Je product voelen vooraleer het in productie gaat, is bij een meubelstuk zoals een stoel belangrijk. Zo voorkom je ook dat de uiteindelijke uitvoering niet is zoals je dat had gewild. Chinezen kunnen bijvoorbeeld maar niet begrijpen dat wij om matte kleuren vragen. Want zij houden van blinkende zaken en zij kunnen maar moeilijk begrijpen dat wij anders willen. Dat punt moet je dus duidelijk maken. Omdat ze het Engels vaak maar beperkt machtig zijn, moet je sowieso heel to the point zijn in jouw communicatie. Als je begrepen wil worden, moet je rechttoe rechtaan zijn.’
JUISTE REGIO KIEZEN
Het clichébeeld dat producten van Chinese makelij van mindere kwaliteit zijn, gaat volgens Toon De Somer niet op in de wereld van de bureaustoelen en stoelen. ‘De productie is er alleszins van hoge kwaliteit en de gebruikte technieken staan er op Westers niveau. Chinezen leren ook voortdurend met de ogen. Je kan dat catalogeren als kopiëren, al moet je dat ook kunnen relativeren. Als je er niet wordt gekopieerd, kan je je ook afvragen of jouw product wel in orde is’, vindt hij. ‘Bovendien moet je wel jouw markt kennen om te weten waar en bij wie je moet zijn. In China heeft elke regio wel zijn specialiteit. Zo moet je bijvoorbeeld voor elektronica in Shenzhen zijn, terwijl wij vooral kijken naar de meubelindustrie in de regio rond Guangzhou. Het is dus vooral zaak om je te laten leiden door lokale partners en niet in te gaan op aanbiedingen die je uit ‘verkeerde’ regio’s krijgt. Dat specifieke industrieën heel geconcentreerd zitten, zorgt trouwens voor extra efficiëntie. Want fabrieken kunnen nodige componenten of onderdelen vrij eenvoudig vinden bij de ene of andere buur.’ Zakendoen met China wordt volgens Toon De Somer ook op logistiek vlak weer interessanter, nu de containerprijzen stilaan weer hun niveau van voor de pandemie bereiken. ‘Toen steeg de prijs van een 40-voetcontainer plots van 3.000 naar 15.000 euro. Vandaag is dat afgenomen naar om en bij 4.000 euro. Ondanks de hoge dollarkoers is het prijsmatig daarom terug interessanter om in China te produceren.’
www.desomer.be
Tijdens de Week Internationaal Ondernemen zoomt de Kamer met een gratis seminarie op 25 november in op de groeimogelijkheden voor Vlaamse export naar China. Meer info of inschrijven via deze QR-code.
SCAN ME
Nieuwe Europese wet moet digitale markt beschermen
De wereldwijde jaarlijkse kosten van cybercriminaliteit voor 2021 worden geschat op zo’n 5,5 biljoen euro. Om de Europese digitale markt te beschermen, publiceerde de Europese Commissie op 15 september de ontwerptekst van een wet inzake Europese cyberweerbaarheid (European Cyber Resilience Act). Deze wetgeving is een aanvulling op NIS2 en de wet inzake Artificiële Intelligentie.

De nieuwe wet rond Europese cyberweerbaarheid moet een rechtskader bieden om de cyberveiligheid van digitale producten, zowel hard- als software, gedurende hun gehele levenscyclus te waarborgen. De wetgeving moet het mogelijk maken om gemeenschappelijke cyberbeveiligingsregels in te voeren voor fabrikanten en ontwikkelaars van alle producten met digitale én verbonden elementen.
In de tekst worden vier specifieke doelstellingen naar voor geschoven: 1. Ervoor zorgen dat fabrikanten de beveiliging van producten met digitale elementen vanaf de ontwerp- en ontwikkelingsfase en gedurende de gehele levenscyclus verbeteren; 2. zorgen voor een samenhangend kader voor cyberbeveiliging, waardoor producenten van hardware en software gemakkelijker aan de eisen kunnen voldoen; 3. de transparantie van de beveiligingseigenschappen van producten met digitale elementen vergroten, 4. en bedrijven en consumenten in staat stellen om producten met digitale elementen veilig te gebruiken. Met deze wetgeving worden fabrikanten en ontwikkelaars verplicht om bij het ontwerp van het product na te denken over de cyberveiligheid. Concreet betekent dit dat fabrikanten een CE-markering van overeenstemming moeten verkrijgen om software of elk ander product dat onder deze wetgeving valt, toe te laten tot de Europese interne markt. Afhankelijk van het risiconiveau van het digitale product zal de conformiteitstest uitgevoerd moeten worden door de fabrikant zelf of door een derde partij. Producten die als ‘kritisch’ gezien worden, moeten verplicht door een derde partij worden beoordeeld.
Daarnaast wil de wetgeving ervoor zorgen dat de gebruikers over meer informatie beschikken wanneer zij een digitaal product kiezen en gebruiken. De wet moet bedrijven en consumenten dus in staat stellen om producten met digitale elementen veilig te gebruiken. Ingeval van niet-naleving kunnen er verschillende mogelijke sancties opgelegd worden.
TOEPASSINGSGEBIED
In het eerste hoofdstuk wordt verduidelijkt wat er juist onder het toepassingsgebied van ‘digitale en verbonden elementen’ valt. Zo staat er dat ‘alle producten met digitale elementen waarvan het beoogde of redelijkerwijs te verwachten gebruik een directe of indirecte logische of fysieke gegevensverbinding met een apparaat of netwerk omvat’ onder het toepassingsgebied van de wetgeving valt. Hiervan zijn wel uitgesloten: medische apparaten, motorvoertuigen en burgerluchtvaart.
KRITIEK VAN LIDSTATEN
Nog voor het voorstel uitkwam, vroegen Denemarken, Duitsland en Nederland voor strengere beveiligingseisen voor alle digitale producten, processen en diensten met verschillende zekerheidsniveaus, die vervolgens de keuze van de klanten bepalen.
Vragen? Meer info via
luc.vanlooveren@voka.be



Vastgoedmissie Milaan inspireert 40 vastgoedbedrijven
Vanuit zijn industrieel verleden ontwikkelt Milaan zich in sneltempo tot een duurzame metropool. Dat kon een delegatie van een 40-tal Vlaamse ondernemers uit de vastgoedwereld op 4 en 5 oktober met eigen ogen vaststellen, tijdens een tweedaagse real-estatemissie naar de Italiaanse domstad. Deze organisatie van de Kamer in samenwerking met de Beroepsvereniging van de Vastgoedsector (BVS) leidde de groep langs uiteenlopende sprekende voorbeelden van urban regeneration. Daarnaast bood de missie aan de deelnemers de kans om lokaal nuttige contacten te leggen in wat vandaag toch de derde economische regio van Europa is.













OOK IN DEZE RESULTAATGERICHTE OLIFANT ZIT DE








