Vogels winter 05/2020

Page 1

WINTER 05/2020

SAMEN VOOR VOGELS EN NATUUR

Klimaatcrisis: effecten op vogels

Vriesharde ruigpoothoenders Creëer je eigen putterparadijs!


OPI N I E TEKST KEES DE PATER ILLUSTRATIE WILLEM WISSELINK

De rijksoverheid heeft de zorg voor natuur en biodiversiteit voor een groot deel van zich af georganiseerd. Naadloos in deze trend van decentralisatie past de nieuwe Omgevingswet. Omdat burgers geacht worden te participeren in de uitvoering van deze wet, heeft u nu wel de kans vogels een stem te geven bij ruimtelijke ontwikkelingen in uw omgeving.

Grote problemen groots D

ecentraliseren! Het is al vele jaren het credo van opeenvolgende kabinetten. Zo kregen gemeenten de verantwoordelijkheid voor inwoners die het niet zelfstandig redden en schoof het Rijk de zorg voor natuur grotendeels door naar provincies. Deze decentralisatie gaat nog steeds door. In de nieuwe Omgevingswet nemen de taken voor ruimtelijke inrichting van provincies en gemeenten toe. Na meerdere keren uitstel treedt de wet naar alle waarschijnlijkheid per 1 januari 2022 in werking. Dat heeft grote consequenties voor natuur en dus ook vogels. Klimaatbuffers Decentralisatie op zich is niet slecht. Lokaal en regionaal weten de betreffende besturen vaak beter wat er leeft en wat er mogelijk is. Goede voorbeelden zijn er ook genoeg. Denk aan

hippe initiatieven voor een groenere buurt, samenwerkingen tussen boeren en stedelingen, of slimme oplossingen om waterveiligheid en natuurgebieden regionaal te verbinden via ‘klimaatbuffers’. Zulke projecten laten zien dat andere werkwijzen mogelijk zijn. Maar het is niet allemaal hosanna. Veel problemen overstijgen de lokale of regionale schaal. Het oplossen van de stikstofcrisis, het redden van weidevogels, de transitie in de landbouw én het tot staan brengen van de biodiversiteitscrisis; dat zijn problemen die niet zonder een landelijke of zelfs Europese, dan wel wereldwijde aanpak kunnen. Decentralisatie is geen panacee voor de leefbare wereld van morgen. Ja, gemeenten en provincies kunnen goed burgers en bedrijven ondersteunen


aanpakken die zelf initiateven nemen. Maar een werkelijke oplossing voor de biodiversiteitscrisis schreeuwt om meer regie. Én om meer investeringen dan er decentraal mogelijk zijn. Juist in het samenspel tussen lokaal ontwikkelde goede voorbeelden én een voortvarende nationale aanpak ligt de sleutel voor een rijke natuur in Nederland. Dat geldt zowel voor de grote natuurgebieden en extensieve boerenlandschappen als voor groen in de stad. Verlangen naar natuur In maart volgend jaar gaat Nederland naar de stembus, waarna de partijen coalitieonderhandelingen beginnen. In die gesprekken moeten biodiversiteit en de zorg voor natuur een prominent onderwerp zijn. Alleen al vanwege het verlangen van mensen naar een rijke natuur, zoals duidelijk naar voren

kwam in het Motivaction-onderzoek dat Vogelbescherming deze zomer liet uitvoeren. Politici van links tot rechts hebben we voorzien van de onderzoeksuitkomsten. De aanstaande Omgevingswet brengt nog iets anders met zich mee. De grotere rol die gemeenten en provincies krijgen, gaat gepaard met een plicht tot het betrekken van burgers. Een paar kabinetten terug heette dat de ‘participatiemaatschappij’. Het gevaar daarvan is dat gemeenten en provincies hun oren laten hangen naar belangengroepen die kortetermijnoplossingen voorstaan. Tegelijk is er ook een kans. Lokale groene clubs en individuele burgers kunnen óók hun inbreng hebben en ervoor zorgen dat er meer natuur in ieders directe omgeving komt. Grijp uw kans!

Volg bij het stemmen uw verlangen naar rijke natuur

VERDER LEZEN Het Motivactiononderzoek vindt u op vogelbescherming.nl/ motivactiononderzoek en meer informatie hoe u kunt inspreken op de Omgevingswet leest u op vogelbescherming.nl/ beslismeeovernatuur

VOG E LS 05/20•17


Vriesvaste ruigpoten TEKST RENÉ DE VOS EN LARS SOERINK

Sjiek klinkt de naam niet, ruigpoothoender, maar hij past deze afgeharde vogelfamilie wel. Op een menu van soms slechts dennennaalden doorstaan ze de zwaarste winters. En ze zijn ook nog eens adembenemend mooi. AUERHOEN Markus Varesvuo/Agami


Waarom zou een vogel ervoor kiezen zich te vestigen in diepvrieskoude streken waar ’s winters soms weinig anders te vreten is dan praktisch onverteerbare dennennaalden? Omdat het kan, leert de evolutie ons. Het biedt belangrijke voordelen: weinig predatoren en al even weinig infectiehaarden en parasieten. Aan die kou en het spartaanse voedsel hebben ze zich gaandeweg aangepast. Een dik verenkleed, tot op hun poten. En speciale maagenzymen om die dennennaalden af te breken; uniek in de dierenwereld. Allesbehalve watjes, deze noorderlingen. Het auerhoen (foto) is befaamd om zijn baltskreet: Plop–klok-klok-klok . Als het ontkurken en uitschenken van een fles wijn.

VOG E LS 05/20•29


SCHOTS SNEEUWHOEN Mark Hamblin/Nature in Stock

Wereldberoemd is hij vanwege zijn beeltenis op de flessen whisky Famous Grouse. Maar het Schots sneeuwhoen is de minst te benijden van alle ruigpoothoenders. Als ondersoort van het moerassneeuwhoen zijn de moors , de Schotse moerassen, zijn eigenlijke habi-

KORHOEN Markus Varesvuo/Agami

tat. Hij wordt echter massaal gefokt om uitgezet te worden op vooral Engelse landgoederen. Zijn bestemming is afgeknald te worden voor het jachtplezier van de adel en nieuwe rijken. Een jager die honderd vogels op een dag schoot, heeft niet bijzonder goed gepresteerd. Het Schots sneeuwhoen wisselt als enige ruigpoter niet van kleed; dat is zomer en winter bruin. In dat opzicht is hij ook nog eens de minst spectaculaire. Deze waren eens รณnze trots: de korhoenders. Massaal kwamen ze voor in het kleinschalige Nederlandse landschap, op de grens van bos en heide. Decennialang is geprobeerd de soort van de ondergang te redden met import-exemplaren uit Zwe-

den. Het mocht niet baten. Het korhoen is bij ons vrijwel uitgestorven. Van de paar vogels die zich nog op de Sallandse heuvelrug ophouden, wordt nu een groot wonder verwacht. Aan deze volwassen mannen en vrouwen zal het niet liggen. Het probleem zit hem in de gevolgen van de intensieve landbouw, zoals de decennialange stikstofuitstoot; het landschap verschraalde en het aantal insecten daalde dramatisch. Korhoenkuikens leven in de eerste weken van hun bestaan op insecten. Voor beschermers is het om te huilen; de vegetarische volwassenen doen het prima, er worden genoeg eieren gelegd en die komen ook uit, maar de jongen sterven binnen een week bij gebrek aan insecten.


MOERASSNEEUWHOEN Roger Brendhagen

Met het allermooiste van twee prachtkleden, zo is dit moerassneeuwhoen uitgedost. Dat van de zomer is van een roestbruin waarvoor het hazelhoen zich niet zou schamen. In de winter draagt de man een sneeuwwit pak. Voor beide seizoenen is hij fantastisch gecamoufleerd. Tijdens de overgang van winter naar zomer levert het deze (volgende pagina’s) schitterende mix op. In die staat wint hij het eigenlijk van alle andere soorten. Hoe goed zijn camouflage ook is, tegen rode vos, steenarend, giervalk en sneeuwuilen is de werking niet waterdicht. Daarom graaft dit hoen sneeuwgangen; om in te schuilen, maar ook om bij het schaarse groen te kunnen en aan de ergste kou te ontsnappen.

in smetteloos opaal. En hoe smettelozer, des te groter zijn z’n kansen bij de hennen. Het paar op de foto is van de ondersoort Spitsbergensneeuwhoen. Komt alleen daar en op Franz Josefland voor. Deze vogels zijn groter en zwaarder dan de soort die in de alpiene streken leeft en dan het nauw verwante moerassneeuwhoen. Grote dieren houden beter warmte vast dan kleinere; een evolutionair toegeëigend voordeel waarmee het alpensneeuwhoen het in poolkou nog bolwerkt. Het merendeel van de gefotografeerde alpensneeuwhoenderen werd op Spitsbergen betrapt. Ze zijn daar een stuk toegankelijker dan de kleinere soort in de alpiene gebieden: hooggebergten en uitgestrekte toendra’s.

> Zó indrukwekkend kan wit zijn; als in het vroege voorjaar de alpensneeuwhen haar winterkleed al heeft afgelegd, gaat de haan nog steeds

>> Hij dankt zijn naam aan de kleur van de hazelnoot: het hazelhoen. Naast deze bruine is er een grijze variant, die op de poster staat afgebeeld.

ALPENSNEEUWHOEN Chris Schenk/Buiten-Beeld

Deze kleinste van de ruigpoten is maar door weinigen gezien en nog minder gefotografeerd. En niet alleen omdat hij het formaat van een krielkipje heeft. In verlaten Scandinavische streken waar berken en sparren het landschap domineren, leeft hij diep verscholen in het bos. VOGE LS 05/20•31


Groene energie mag nooit ten koste gaan van natuur

Het IJsselmeer is géén energieleverancier TEKST MONICA WESSELING

Het IJsselmeergebied dreigt van een natuurlijk topjuweel te verworden tot energieleverancier met veel negatieve gevolgen voor vogels. Vogelbescherming bepleit een natuurvriendelijke overgang naar duurzame energie. VOG E LS 05/20•35


H

ZEEAREND Gert-Jan IJzerman/NiS

NONNETJE Dietmar Nill/Nature in Stock

et IJsselmeergebied tijdens een koude winterdag. Op het ondiepe water van de Gouwzee dobberen vele duttende nonnetjes. Verderop, op het grote open water van het IJsselmeer, bevinden zich in grotere aantallen middelste en grote zaagbekken. Steeds duiken er een paar onder om met een visje in de gekartelde snavel weer boven te komen. Duizenden toppers, kuif- en tafeleenden zorgen op verschillende plekken voor een heerlijk kleurenpalet terwijl boven ze een lange lijn aalscholvers de lucht in tweeën breekt. Ook langs de randen van het water is het druk met vogels. Honderden kleine zwanen doen zich op het Veluwemeer tegoed aan kranswieren en de wortelknolletjes van fonteinkruiden. In de witte zwanenvlakte ook her en der roestbruin; krooneenden. De mannetjes dragen een knalrode snavel. Het IJsselmeergebied; een topjuweel, een natuurgebied dat zijn weerga niet kent. De zes onderdelen, waaronder IJsselmeer, Markermeer

& IJmeer en de Veluwerandmeren, zijn aangewezen als Natura 2000-gebieden, oftewel gebieden die goed beschermd en zorgvuldig beheerd moet worden. Maar ondanks alle duidelijke verbeteringen in de laatste jaren, gaat het niet goed met het gebied. “Er wordt nog steeds commercieel gevist, er zijn nog te weinig ondiepe geleidelijke oeverzones waar vissen kunnen paaien en opgroeien en insecten hun larvestadia kunnen doormaken. En nu dreigt ook nog het hele IJsselmeergebied gebruikt te worden als energieleverancier. Desastreus voor de vogels.” Woorden uit de mond van Annelies Blankena, beleidsmedewerker Zoetwatervogels en Wetlands van Vogelbescherming. Uit haar verhaal blijkt dat Vogelbescherming zich grote zorgen maakt over de toekomstplannen die nu op tafel komen voor het gebied. “Even vooropgesteld; Vogelbescherming is groot voorstander van groene energie. We móeten vechten tegen de klimaatverandering. Maar niet


MIDDELSTE ZAAGBEK Brian E. Small/Agami

met windturbines en zonnepanelen in het IJsselmeergebied. Groene energie is pas groen als het niet ten koste gaat van de natuur.” Aantrekkelijke openheid Voorstander zijn van groene energie en je toch uitspreken tegen zonnepanelen en windturbines. Dat vraagt enige uitleg. Eerst maar de zonnepanelen. Met een oppervlakte van 1100 vierkante kilometer zou alleen al het IJsselmeer voor vele honderdduizenden gezinnen zonne-energie kunnen opleveren. Zou kunnen, want als het aan Vogelbescherming ligt komt er niet één paneel. Het IJsselmeer is het grootste zoetwatermeer van West-Europa. Juist die openheid maakt het meer voor grote groepen watervogels aantrekkelijk en belangrijk – zeker ook voor de overwinteraars uit het noorden. In plaats van een cruciaal natuurgebied te gebruiken, kunnen de panelen beter op bijvoorbeeld onbenutte daken en bedrijventerreinen worden geplaatst, meent Vogelbescherming. Duizenden vermalen eenden Windparken vormen óók een bedreiging. De malende wieken van windturbines zijn voor vogels op trek een enorm gevaar, net als de gehele infrastructuur eromheen. Blankena: “Het IJssel-

meergebied ligt op de Noord-Atlantische flyway, de trekroute van miljoenen vogels. Zo trekken in het najaar tienduizenden zwarte sterns door, rusten en foerageren ontelbaar veel eenden in het IJsselmeergebied. Veel vogels vliegen ’s nachts. Ze zien de windmolens niet, vliegen er tegenaan en worden – om het heel cru te zeggen – kapotgeslagen. Een gruwelijke dood.” >>

Lemmer

IJsselmeer Enkhuizen Hoorn

Markermeer en IJmeer

Ketelmeer en Vossemeer

Lelystad

Amsterdam

Zwartemeer Zwolle

Veluwerandmeren Eemmeer en Gooimeer zuidoever

Amersfoort

VOGE LS 05/20•37


TOPPER Dickie Duckett/Nature in Stock

Duurzame energie kan ook zó dat de natuur profiteert; combineer bijvoorbeeld nieuwe rietmoerassen met zonnepanelen Ook overdag veroorzaken de molens veel schade. Vogels mijden deze gebieden en durven er niet tussendoor te vliegen, moeten omvliegen en verliezen onnodig veel energie. De nadelen zijn groot en bewezen, dus komt Vogelbescherming in actie. Zoals altijd bij het aankaarten van een probleem eerst met het ‘bespreekbaar maken’, het geven van informatie en met lobby. Haalt dat niets uit, dan kiest Vogelbescherming in het uiterste geval voor een gang naar de rechter. Dat wordt zorgvuldig afgewogen, want het is een traject zonder zekere uitkomsten. Zo komen er bijvoorbeeld bij de Afsluitdijk toch 89 hoge windturbines (Windpark Fryslân) en voor de kust van Flevoland 61 malende joekels (Windpark Blauw). En daar blijft het vast niet bij. In het kader van de Regionale Energiestrategie-

ën kijkt men recentelijk vooral in de provincie Noord-Holland naar het IJsselmeergebied als zoeklocatie voor windmolens en zonnepanelen. Waakzaamheid is dus geboden. Bufferzone Duurzame energie is nodig, dat vindt ook Vogelbescherming. “Maar dat kan ook op zo’n manier dat de natuur juist profiteert. Mogelijkheden genoeg. Om er maar eentje te noemen. Parallel aan de IJsselmeerdijk in de Wieringermeerpolder zien we een brede strook nieuwe natuur voor ons met rietvelden en overstromingsgraslanden; een nieuwe oeverzone voor het IJsselmeer binnen de dijk. De zone tussen dit nieuwe natuurgebied en de landbouwgronden kan dan als bufferzone worden ingericht. Deze mooie overgang biedt ruimte voor zowel een rietmoeras als voor zonnepanelen op ondiep water. Het water zorgt voor tegendruk tegen de zoute kwel en koelt meteen de zonnepanelen. Energie en natuur profiteren. Zo wordt duurzaam ook groen. En deze aanpak kan op veel meer plekken worden ingezet.” Winter in het IJsselmeergebied. Honderden zwanen happen gretig naar waterplanten, een middelste zaagbek verslikt zich bijna in een vis en een slechtvalk zoekt een slachtoffer uit. Eenden poetsen hun veren, een zeearend zeilt boven het Ketelmeer. Het IJsselmeergebied; het beschermen waard!


J U N IOR

Kille dagen lenen zich uitstekend voor het bakken van koekjes met de (klein)kinderen. De voorpret alleen al is de moeite waard. Met dit recept, inclusief vormpje, maakt u in een handomdraai vrolijke vogelkoekjes.

lan

B

gs

de

pell ijn u

itkni

ppen

Doe de boter, basterdsuiker en bloem in een kom en prak of kneed het geheel tot deegkruimels. Neem het deeg uit de kom en kneed het samen tot een bal. Blijft het te kruimelig, kneed er dan een beetje extra boter door. Verpak het in folie en leg het een uur in de koelkast.

stip

Basisingrediënten voor een makkelijk recept dat de kinderen zelf kunnen maken, vindt u hiernaast. Maar gebruik ook gerust uw eigen beproefde recept.

Werkwijze

TEKST JEANET VAN ZOELEN

Vogelkoekjes bakken

Ingrediënten • 90 g ongezouten roomboter • 60 g basterdsuiker • 125 g tarwebloem (+ extra om te bestuiven) • voedselkleurstof

Verwarm de oven voor op 175 °C en knip een kopie van het vogelvormpje bij dit artikel uit. Bestuif het aanrecht met wat bloem en rol het deeg uit tot 3 of 4 millimeter dik. Leg de vorm op het deeg, snijd er met een mesje ruim langs en maak de staart zo lang als u wilt. Bij dit onderdeel hebben kleine kinderen uw hulp nodig, want de dunne onderdelen breken gemakkelijk af. Leg de koekjes met een paar centimeter tussenruimte op een met bakpapier beklede bakplaat. Prik een gaatje voor het oog en kerf met een mes lijnen in de staart. Bak de koekjes dan in ongeveer 8 minuten gaar in de oven en laat ze afkoelen.

Versieren Versier de koekjes eventueel met voedselkleurstof als ze zijn afgekoeld. Een oogje en vrolijk gekleurde strepen op de staart en vleugels. Meng geel en rood voor een oranje snavel. Wordt het een ijsvogel of een kolibrie?

foto’s: Jeanet van Zoelen

VOG E LS 05/20•55


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.