












2 WIJZER
2 WIJZER
Onderwijs was niet uit het maatschappelijk debat weg te branden tijdens de eerste maanden van het schooljaar. De inzet is dan ook hoog. Hoe kunnen we onze leerlingen, studenten en cursisten het kwaliteitsvolle onderwijs bieden dat ze verdienen en ook hard nodig hebben?
Die uitdaging is er niet gemakkelijker op geworden. Het leerlingenpubliek is het voorbije decennium grondig veranderd en vooral veel diverser geworden. Meer culturele diversiteit, maar ook meer leerlingen met zorgnoden en de vraag naar meer inclusief onderwijs. Tel daar gerust nog digitalisering en armoede bij en het is duidelijk dat het streven naar kwaliteitsvol onderwijs, in al zijn facetten, een oefening is die we lang en standvastig en met open vizier moeten aanhouden.
De daadkracht van minister Demir stemt ons daarom hoopvol. Om op lange termijn het verschil te maken, moeten we hier en nu en snel de hand aan de ploeg slaan. We hebben dus geen tijd te verliezen, daarin volgen we de minister. Tegelijk kan beleid op korte termijn pas duurzaam impact hebben als dat kadert in een visie op lange termijn en het in overleg tot stand komt.
Ons onderwijs loopt een sprint en een marathon tegelijk. Dat is allesbehalve vanzelfsprekend, maar het is nodig. Ik heb er alle vertrouwen in dat we de uitdagingen op korte en lange termijn kunnen overwinnen met het engagement en de deskundigheid van al die onderwijsprofessionals, lerenden, ouders en andere spelers die zich engageren binnen en buiten de schoolmuren.
Deze Wijzer is opgehangen aan ons Werkprogramma 2025.
Daarin vindt u onze belangrijkste adviezen en ander inhoudelijk werk voor dit, maar ook al voor de komende jaren. Niet in het minst onze ambitieuze plannen rond 2 maatschappelijke vraagstukken die hard spelen in het Vlaamse onderwijs anno 2025: recht op leren en onderwijs en samenleving.
In wat we dit jaar uitrollen, en dat is niet min, houden we altijd het vizier op 2030 en kijken we dus verder dan de huidige Vlaamse regering. Dat is onze rol en dat perspectief houden we graag aan in een vruchtbare samenwerking met de minister en het Vlaams Parlement.
Leen Van Heurck, algemeen secretaris Vlaamse Onderwijsraad
Actuele boeken over onderwijs(beleid)
Op zoek naar inspiratie voor onderwijsbeleid van nu en voor de toekomst? Deze drie boeken uit onze eigen catalogus zullen je alvast inspireren en prikkelen.
De toekomst van het onderwijs aan jonge kinderen Kleuteronderwijs staat de jongste jaren bovenaan de maatschappelijke agenda en vaak ook in het brandpunt van de actualiteit. De Vlor bracht een aantal eminente onderwijsdeskundigen samen voor deze strategische verkenning van het Onderwijs aan jonge kinderen tussen 2,5 en 8 jaar. Op basis van kennis, inzichten en analyses van bestaand onderzoek schetsen ze uitdagingen en pistes voor de toekomst met 2030 in het vizier.
Zonder wrijving geen glans Omgaan met verschillen tussen leerlingen onderling en tussen leerlingen (en hun ouders) en leraren, de plaats van levensbeschouwing en zingeving in onderwijs, burgerschapsvorming en omgaan met radicalisering: het zijn stuk voor stuk vraagstukken die het Vlaamse onderwijs uitdagen. Zonder wrijving geen glans zoekt wetenschappelijk onderbouwde antwoorden hierop en bevat een handige praktijkwijzer op basis van realistische voorbeelden.
Spots op onderwijs
Dit boek is een gids voor toekomstig onderwijsbeleid en biedt handvaten om genuanceerd naar onderwijs te kijken. Drie basisvragen staan centraal. Hoe en vanuit welk perspectief kijken onderzoekers naar onderwijs?
Hoe kun je omgaan met verschillen tussen lerenden vanuit die verschillende perspectieven? Wat is de topprioriteit voor het onderwijs de komende jaren?
WIJZER 3
In het licht van een nieuwe Vlaamse regering, een nieuw regeerakkoord en een nieuwe beleidsnota onderwijs zet ook de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) de bakens uit voor de komende legislatuur.
Twee maatschappelijke vraagstukken zullen de rode draad zijn in de werking van de Vlor:
Onderwijs en samenleving en Recht op leren.
Onderwijs en samenleving
Wat mag de samenleving van onderwijs verwachten, en omgekeerd? Onderwijs wordt (soms terecht) geconfronteerd met tal van maatschappelijke verwachtingen. Tegelijk zet dat het onderwijsveld onder druk. Hoe kan onderwijs beantwoorden aan vragen die rijzen vanuit de samenleving en toch blijven focussen op zijn kerntaken en wat kan onderwijs overlaten aan externe partners? Daarover zal de Vlaamse Onderwijsraad dit werkjaar een participatief traject opstarten. Dat wil zeggen dat mensen uit het onderwijsveld en daarbuiten met elkaar in gesprek gaan over hoe onderwijs en samenleving zich tot elkaar kunnen verhouden.
Recht op leren
Hoe kan onderwijs het recht op leren voor iedereen, van jong tot oud, garanderen? In een strategische verkenning wil de Vlaamse Onderwijsraad dat maatschappelijk vraagstuk uitdiepen. Die strategische verkenning zal uitmonden in een publicatie, waarin verschillende experts hun licht laten schijnen op de thematiek. Die publicatie wordt dan een belangrijke bron voor latere adviezen.
De maatschappelijke vraagstukken komen voort uit drie kernboodschappen uit onze Agenda voor het Onderwijsbeleid 2024-2029: Een toekomst voor ambitieus en kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen.
Totaalaanpak voor ambitieus en kwaliteitsvol onderwijs
Het maatschappelijk debat rond onderwijskwaliteit focust sterk op de neerwaartse trend van de leeruitkomsten in het leerplichtonderwijs, zoals die gemeten worden in (internationaal) vergelijkend onderzoek. De ontwikkeling van kennis en vaardigheden is uiteraard een kerntaak van onderwijs. Daarnaast heeft het onderwijs ook een even belangrijke socialiserende en persoonsvormende functie. Zo laten we jongeren opgroeien tot kritische, mondige burgers met een stevige kennisbasis. Daarom moet het begrip ‘onderwijskwaliteit’ breder gaan dan de leeruitkomsten die gemeten kunnen worden in peilingen, Vlaamse toetsen en internationaal vergelijkend onderzoek. We willen samen met de Vlaamse Regering bouwen aan een coherent beleid rond kwaliteitsontwikkeling in de verschillende onderwijsniveaus en -vormen.
De onderwijspartners schuiven drie prioritaire thema’s naar voor om ambitieus en kwaliteitsvol onderwijs te realiseren voor elke lerende:
• Diversiteitsresponsief en inclusief onderwijs
• Mentaal welzijn
‘Onderwijskwaliteit gaat breder dan peilingsresultaten.’
• Sterk onderwijs door sterke onderwijsprofessionals
Samen beleid maken
Onderwijs moet beantwoorden aan uiteenlopende maatschappelijke verwachtingen. Tegelijk moet onderwijs zich kunnen focussen op zijn kerntaken. Andere beleidsdomeinen moeten daarom het onderwijs ondersteunen.
Het recht op kwaliteitsvol onderwijs waarmaken is het gezamenlijk werk én de collectieve verantwoordelijkheid van vele actoren: leraren, leidinggevenden, ondersteuners, besturen, lerenden en hun ouders, pedagogische begeleiding, middenveldorganisaties, de verschillende overheden,... Onderwijs kan alleen goed werken als al die actoren de vorming van leerlingen, studenten en cursisten vooropstellen. Dat vereist een goede samenwerking, met een duidelijke taakverdeling, afspraken over wie waarvoor verantwoordelijk is, over wie wat aanstuurt en hoe, en over wat het gezamenlijke resultaat moet zijn.
Werken aan het onderwijs van de toekomst betekent werken op lange termijn. Een onderwijsbeleid dat impact beoogt, richt het vizier voorbij 2029 en kijkt dus verder dan de huidige bestuursperiode. Alleen zo kunnen we de centrale doelstelling realiseren om ambitieus en kwaliteitsvol onderwijs te voorzien voor elke lerende. Dat vraagt ook een duurzame publieke financiering. Krimpende werkingsbudgetten, die ook niet meegroeien met de levensduurte, ondermijnen een duurzaam onderwijsbeleid. We vragen daarom duurzame én betrouwbare financiering en subsidiëring, waarbij de overheid haar financiële engagementen honoreert en niet in het onderwijsbudget gaat snijden bij besparingen.
Lees Wijzer online
‘ opLangetermijnvisie volledigonderwijsinclusief ’
De verbindende rol van Nederlands in onderwijs
De verbindende en emanciperende rol van Nederlands is een strategische doelstelling van de beleidsnota Onderwijs 2024-2029 van minister Demir. Het thema leeft ook sterk in de onderwijswereld en de ruimere samenleving. De Vlaamse Onderwijsraad bereidt een advies op eigen initiatief voor vanuit het perspectief van alle onderwijspartners.
Dat zal draaien rond de vraag: Wat is er nodig om die strategische doelstelling op lange termijn waar te maken? Om die vraag te beantwoorden laten we ons informeren door onderwijsonderzoek vanuit verschillende disciplines.
Kennisrijk curriculum en onderwijsdoelen basisonderwijs
Minister Demir maakt van een kennisrijk curriculum in het basisonderwijs een hoge prioriteit.
De Vlaamse Onderwijsraad organiseert in het voorjaar van 2025 een seminarie om te verhelderen
wat een kennisrijk curriculum in het basisonderwijs is, op welke manier dit een instrument is tot kwaliteitsverbetering en wie daarin welke verantwoordelijkheid heeft. We leggen de link met de ontwikkeling van onderwijsdoelen in het basisonderwijs en de plannen van de minister in haar beleidsnota.
Onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers
Anderstalige nieuwkomers kwamen als doelgroep vaak aan bod in recente adviezen van de Vlaamse Onderwijsraad, bijvoorbeeld over de inkanteling van deeltijds beroepssecundair onderwijs in duaal leren, over vroegtijdig schoolverlaten of over zorg in het volwassenenonderwijs. Het gaat om een zeer kwetsbare groep van leerlingen, van wie de noden vaak onder de radar blijven van het huidige beleid.
De Vlor zal een langetermijnvisie uitwerken voor het onthaal van verschillende profielen van anderstalige nieuwkomers in het secundair onderwijs. Het advies
zal focussen op de organisatie en de invulling van OKAN, het vervolgonderwijs binnen het secundair onderwijs én de overgang tussen beide.
25 jaar Bolognaproces in hoger onderwijs
25 jaar geleden startte het Bolognaproces, waardoor het Europese hoger onderwijs steeds meer evolueert in de richting van een eengemaakte onderwijsruimte. Vlaanderen heeft hier altijd een voortrekkersrol in gespeeld. We zagen de European Universities Alliances ontstaan en er is ook al een voorstel voor een European Degree, een Europees diploma hoger onderwijs zeg maar.
Op 21 februari organiseerde de Vlor een studiedag, waarin we niet alleen terugblikten, maar ook en vooral een blik vooruit wierpen. Welke stimulansen zijn er nodig om de hoge ambities voor een Europees hoger onderwijs waar te maken? In het volgende nummer van Wijzer komen we hier uitgebreid op terug.
De Vlaamse Onderwijsraad vraagt in zijn adviezen over inclusief onderwijs, leersteun en de toekomst van het buitengewoon basis- en secundair onderwijs dat het beleid werk maakt van een langetermijnvisie voor de weg naar volledig inclusief onderwijs.
Het door België geratificeerde VN-verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap (art. 24) legt dat ook op. De Vlor zet dit denkproces verder, onder andere door ook het rapport van de onafhankelijke commissie Inclusief Onderwijs mee te nemen. Er volgt nog een Staten-Generaal waarin de verschillende spelers concrete voorstellen kunnen doen om tot inclusief onderwijs te komen.
De Vlor draagt daar graag aan bij.
Eerste graad B-stroom in het secundair onderwijs
De modernisering van het secundair onderwijs is intussen al enkele jaren uitgerold in de eerste graad. In een advies op eigen initiatief wil de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) zich specifiek buigen over de uitdagingen van de eerste graad B-stroom. Basis voor dit advies zijn de resultaten van de enquête die de Vlor vorig schooljaar in maart lanceerde, net als de focusgroepgesprekken met leerlingen, ouders en onderwijspersoneel die daarop volgden.
Programme for the International Assessment of Adult Competencies (PIAAC) is een grootschalig internationaal onderzoek dat de vaardigheden van volwassenen test. De focus ligt op vaardigheden die essentieel zijn voor een volwaardige deelname aan de moderne maatschappij: geletterdheid, gecijferdheid en probleemoplossende vaardigheden.
Naar aanleiding van de nieuwe PIAAC-resultaten, die op 10 december 2024 gepubliceerd werden, en het aflopen van het Plan Geletterdheid 20172024, bereidt de Vlaamse Onderwijsraad een advies voor over geletterdheid bij volwassenen.
Instroom en doorstroom in hoger onderwijs
De Vlaamse Onderwijsraad wil met een advies een visie uittekenen over instroom en doorstroom in het hoger onderwijs. Wat is er nodig om de instroom en succesvolle doorstroom in het hoger onderwijs te faciliteren, en wat belemmert die instroom en doorstroom? Welke richting zou ons Vlaamse hoger onderwijs op dit vlak moeten uitgaan?
Vijf onderwijsmensen blikken vooruit, lichten uit wat hen in ons Werkprogramma bijzonder aanspreekt én doen minister van Onderwijs Zuhal Demir een cultuurtip cadeau die haar kan inspireren voor een sterk onderwijsbeleid.
Hannelore Lambrighs
(Oudervereniging Koogo)
Welk item uit ons Werkprogramma vind je belangrijk?
Voor mij springt het thema schooluitval en gelijke onderwijskansen eruit. Dit raakt rechtstreeks aan een sterk ouder-schoolpartnerschap. Wanneer ouders en scholen samenwerken, kunnen ze vroeg signaleren wanneer een leerling dreigt uit te vallen en samen gepaste ondersteuning bieden. Het is cruciaal om ouders hierbij te betrekken, zowel om de verbinding met de leerling te behouden als om schooluitval te voorkomen.
Welke cultuurtip heb je in petto voor minister Demir?
De film Le gamin au vélo illustreert prachtig hoe een kind dat dreigt af te glijden, zijn kracht terugvindt door een netwerk van zorg en vertrouwen. Het laat zien hoe een betrokken volwassene – zoals de pleegmoeder in de film of een leerkracht in de klas – het verschil kan maken. Ook het non-fictieboek Van Zondebok naar Zebra van Fanny Matheusen biedt waardevolle inzichten.
Het beschrijft hoe we anders kunnen kijken naar kinderen met moeilijk gedrag en hen kunnen ondersteunen met empathie en samenwerking. Deze werken inspireren om het partnerschap tussen ouders en scholen te versterken en kinderen niet los te laten.
Nancy Libert (ACOD Onderwijs)
Welk item uit ons Werkprogramma vind je belangrijk?
Het thema Onderwijs en Samenleving vind ik erg belangrijk en ligt me als voormalig leerkracht nauw aan het hart. In onderwijs komen alle jongeren samen en hebben we dus de mogelijkheid om de toekomstige generatie mee te helpen vormen. Onderwijs heeft een emancipatorische rol. Wij moeten leerlingen waarden en normen bijbrengen zodat ze als volwaardige en kritische burgers in het leven kunnen staan. Het vergt samenwerking, afstemming en ondersteuning om het onderwijs haar prachtige opdracht in volle glorie te laten waarmaken. Momenteel zit er een te grote kloof tussen wat er verwacht wordt, wat mogelijk is en welke ondersteuning er tegenover staat. Hoog tijd dus om dit thema bovenaan de agenda te zetten met als cruciale vraag: “Wat doen we waar, wanneer, door wie en waarom? En wat is er dan voor nodig? ”
Welke cultuurtip heb je in petto voor minister Demir?
Het boek 3000 jaar denkers over onderwijs. Het bevat honderden zeer diverse uitspraken over het nut en de betekenis van onderwijs door de eeuwen heen.
De eeuwenoude uitspraken zijn soms brandend actueel.
Dat doet een mens nadenken,…
Mieke Van Herreweghe (UGent)
Welk item uit ons Werkprogramma vind je belangrijk?
Vanuit het hoger onderwijs kijken we uit naar de besprekingen rond recht op leren omdat dit raakt aan de kwestie rond de toegang tot het hoger onderwijs. De vraag is: Hoe ver willen we daar als maatschappij in gaan? Moeten we er alles aan doen om het hoger onderwijs maximaal open te stellen voor een zo groot en divers mogelijke instroom aan studenten en dus hun recht op leren te garanderen ook al gaat dit gepaard met een grote maatschappelijke kost? Of is het nodig drempels op te werpen bij de toegang tot en doorstroom doorheen het hoger onderwijs? Vanuit welke visie en op welke manier gebeurt dat dan en hoe verhouden die drempels zich tot elkaar?
Welke cultuurtip heb je in petto voor minister Demir?
Alhoewel onderwijs niet centraal staat in de film BXL, geregisseerd door Ish en Monir Ait Hamou zou ik de film toch willen aanraden aan de minister van Onderwijs. De film snijdt relevante thema’s aan die betrekking hebben op stedelijke ontwikkeling, sociale cohesie en hoop voor de toekomst – allemaal onderwerpen die raakvlakken hebben met onderwijsbeleid. De film biedt sterke inzichten in de realiteit van het leven in een diverse grootstad als Brussel, de uitdagingen en kansen die zich voordoen in grootstedelijke onderwijsomgevingen, en de rol van onderwijs in het bieden van hoop en kansen aan jongeren.
Gabriel Leka (Scholierenkoepel)
Welk item uit ons Werkprogramma vind je belangrijk?
Velen voelen zich niet thuis op school, worstelen met hun mentale gezondheid en krijgen niet de juiste begeleiding. Daarom is een visie rond welbevinden cruciaal, elk kind verdient het om zich goed te voelen op school.
WIJZER 7
De Vlaamse Onderwijsraad deelt deze zorg, en plaatst het thema hoog op de agenda. Daarnaast denkt men na over uitdagingen binnen de B-stroom. Dat advies zal waardevolle inzichten opleveren om verschillende uitdagingen aan te pakken.
Welke cultuurtip heb je in petto voor minister Demir?
De boodschap van verbinding en vertrouwen van Rutger Bregman in “De meeste mensen deugen” is relevanter dan ooit. Door met een kritische bril te kijken naar ons onderwijs én tegelijkertijd te zoeken naar verbinding, kunnen we het beleid vormgeven met de gedachte dat jongeren de toekomstbouwers zijn.
Bruno Vanobbergen (Katholiek Onderwijs Vlaanderen)
Welk item uit ons Werkprogramma vind je belangrijk en waarom?
Diversiteitsresponsief en inclusief onderwijs’ bevat veel linken met het beleidsplan dat we zelf aan het ontwikkelen zijn. In onze missie spreken we over ‘kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen’, wat we meteen in onze eerste strategische doelstelling concretiseren in ‘(…) kwaliteitsvol, zorgbreed en kansenrijk onderwijs voor iedereen door in te zetten op een kennisrijk curriculum, krachtige leeromgevingen en een brede vorming.’
We ambiëren een onderwijs dat voor iedereen een verschil maakt en waarbij het leerrecht van elke leerling verzekerd is. We zien ook sterke verbanden met een aantal van onze werven zoals pionierscholen in samenwerking tussen buitengewoon en gewoon onderwijs, het verminderen van de ongekwalificeerde uitstroom en de toekomst van de B-stroom.
Welke cultuurtip heb je in petto voor minister Demir?
Ik las onlangs het boek ‘Waak over haar’ van Jean Baptiste Andrea, een auteur die voor mij een echte ontdekking is. In het boek staat een treffend citaat: “Het is niet de snelheid van de rivier die telt, maar dat je weet waar je naartoe wilt.”
We staan voor grote uitdagingen. Ik hoor dat telkens als ik met leerkrachten en directies spreek. We zijn duidelijke keuzes aan het maken als antwoorden op deze uitdagingen. Dat is belangrijk. Even belangrijk is ervoor te zorgen dat alle leerkrachten en directies zich uitgerust weten om deze keuzes in hun klas- en schoolpraktijk om te zetten. Dat vraagt tijd, maar is de enige weg naar duurzame verandering.
Twee maatschappelijke vraagstukken worden de rode draad doorheen het advieswerk van de Vlaamse Onderwijsraad: Onderwijs en samenleving en Recht op leren. De voorzitters van beide trajecten kijken er reikhalzend naar uit.
“Samenleving werkt door binnen de schoolmuren”
Brecht Demeulenaere, directeur van Onderwijscentrum Gent, zal de denkgroep voorzitten over Onderwijs en samenleving. “Onderwijs is ongetwijfeld de maatschappelijk meest gevoelige sector. En laat die samenleving nu net in volle verandering zijn. Dat creëert onzekerheid bij veel mensen en onvermijdelijk zien we dat ook terug in de klas en in het onderwijs op alle niveaus. Er zijn veel conflicten in de wereld, er is kansarmoede, onze samenleving wordt diverser, mentaal welzijn wordt een steeds grotere uitdaging. Tegelijkertijd stijgen de maatschappelijke verwachtingen ten aanzien van de scholen.
Veel maatschappelijke uitdagingen duiken net op school op boven de waterlijn: armoede, betaalbaar wonen, integratie, welzijn. Door onze maatschappij meer rond de school te organiseren en gezinnen te versterken op die onderliggende sociale problemen, kan een schoolteam zich focussen op zijn kerntaak: goed en kansrijk onderwijs voor alle kinderen en jongeren.
Het goede nieuws is dat onderwijs veel mensen bereikt: kinderen, jongeren en volwassenen die zelf aan het leren zijn of hun ouders of gezin.
Hoe we dat concreet vertalen, maakt voorwerp uit van een participatief traject. We gaan in gesprek met mensen van op het terrein binnen en buiten de schoolmuren. Maar de kans is reëel dat ons traject uitmondt in beleidsaanbevelingen die breder gaan dan onderwijs en dus ook andere domeinen aanraken die een grote impact hebben op het schooltraject van leerlingen, maar even goed van studenten en volwassen lerenden.”
“Veranderende samenleving werpt ook andere drempels op voor recht op leren”
“Het recht op leren staat meer onder druk dan vroeger”, zegt Imran Uddin, algemeen directeur van de Associatie KU Leuven en voorzitter van de denkgroep rond Recht op leren.
“Dat komt door een aantal maatschappelijke evoluties. Onze samenleving is diverser geworden, maar ook de stijgende levensduurte heeft een grote impact. Digitalisering is nog zo’n game changer. Het kan een grote hulp zijn om leren toegankelijker te maken, maar het kan de toegang tot het recht op leren ook net bemoeilijken. Dat recht op leren toegankelijk maken is een gedeelde verantwoordelijkheid. We moeten onderwijs toegankelijk maken voor elke lerende. Tegelijk moeten we lerenden versterken, zodat ze hun recht op leren ook effectief kunnen waarmaken.
Leren is natuurlijk belangrijk om je weg te vinden op de arbeidsmarkt, maar even goed om jezelf te ontplooien. Die brede kijk op leren willen we zeker bewaken. Het gaat ook over alle leeftijden, alle lagen van de bevolking. Elke burger heeft de behoefte en het recht om te leren.
Die uitdaging stelt zich niet overal op dezelfde manier. In het leerplichtonderwijs zet het lerarentekort zeker een rem op het recht op leren.
In het hoger onderwijs zien we dan weer meer studenten op financiële drempels botsen. Voor studenten met een beperking is het ook niet altijd vanzelfsprekend om hun recht op leren waar te maken.
Het is duidelijk dat dat recht op leren onderwijs in zijn totaliteit raakt. We zullen daarom goede vragen formuleren en uitdiepen en een breed palet aan experts aan bod laten komen. Dat zal uitmonden in een of meerdere studiedagen én een publicatie, die de basis kan vormen voor toekomstig advieswerk.”
Informatie vanuit de Vlaamse
Onderwijsraad voor scholen en onderwijsinstellingen. Overname mag mits bronvermelding | v.u. Leen Van
Koning Albert II-laan 37 | 1030 Brussel