CULTUUR als economische
Column
motor. brussels hoofdstedelijk gewest
ANNEMIE NEYTS Minister van Staat
ALS HET GOED IS, ZEGGEN WE HET OOK
B
Brussel is een bruisende stad, waar heel wat te zien en te beleven valt. Elk weekend vindt er wel een activiteit plaats van een socio-culturele vereniging om onze stad beter te leren kennen. Maar Brussel kan zich als stad moeilijk verkopen bij buitenlandse toeristen als kunststad. Nochtans herbergt onze hoofdstad heel wat kunstschatten in de verschillende musea, zijn er heel wat architecturale pareltjes en stonden we aan de wieg van het surrealisme, het symbolisme en de CoBrA-beweging. Spijtig genoeg is dit alles niet zo goed bekend bij de internationale cultuurtoerist. Brussel is door de aanwezigheid van de vele Europese instellingen en de Navo vooral bekend als congresstad. Maar onze stad is meer dan dat: er zijn meer dan 80 Brusselse musea en culturele instellingen, onze concertzalen behoren tot de beste ter wereld en dan hebben we het nog niet eens over onze gastronomie. Meer dan 30.000 mensen zijn in de toeristische sector tewerkgesteld. De reden waarom Brussel minder
bekend is als kunststad is te wijten aan het feit dat de Brusselse musea zich onder verschillende beleidsniveaus bevinden. Visit Brussels levert wel prachtig werk in het verstrekken van informatie, maar de culturele marketing van onze hoofdstad heeft nog veel groeipotentieel. Een actief en geclusterd promotiebeleid van ons cultureel erfgoed kan trouwens heel wat bijkomende werkgelegenheid creëren voor laag-opgeleiden. Cultuur als motor voor jobcreatie als het ware. In het verleden stelden de toenmalige parlementsleden Sven Gatz, nu Vlaams minister, en Herman Mennekens voor om een Brusselse Cultuurkoepel op te richten. Deze Cultuurkoepel zou een overlegorgaan moeten worden voor de verschillende culturele instellingen die in Brussel actief zijn en instaan voor het ontsluiten van collecties, voor het coördineren van het cultuuraanbod en het actief voeren van een promotiebeleid, met aandacht voor de buitenlandse cultuurtoerist. Tijd om dit idee opnieuw af te stoffen.
KHADIJA ZAMOURI
Enkele weken geleden werd ik in de late namiddag overvallen toen ik met mijn auto aan de Arduinkaai wou vertrekken. Een onguur sujet rukte brutaal de passagiersdeur open, beet me iets toe en griste mijn autosleutel en handtas mee. Ik wierp me onmiddellijk op het stuurclaxon. Mijn belager rende weg door het tumult. Een overbuur belde de politie die zeer snel ter plaatse kwam. Mijn man was er inmiddels al met de reservesleutel. Op vraag van de agenten volgden we hen naar het commissariaat waar we uiterst vriendelijk en doeltreffend werden opgevangen. Zo kreeg ik het nummer van cardstop, want ook mijn bank- en creditkaarten waren foetsie. Daarnaast kregen we enkele telefoonnummers van slotenmakers om een nieuw deurslot te laten plaatsen. Ik heb enkel lof voor de wijze waarop de politie van de Stad Brussel ons heeft opgevangen en… heus niet omdat ‘ik’ het ben, want dat wisten ze aanvankelijk niet. Kijk als het goed is, zeggen we het ook.
Brussels Parlementslid
OPEN VLD