Blauw

Page 1

CENTRALE LANEN

IN DE LENTE VAN 2016 START HET ECHTE WERK ELS AMPE

Brussels Parlementslid

FOTO : Fontainasplein

S

ommigen onder ons hebben misschien nog herinneringen aan de viaducten op de kleine ring, van de Kruidtuin tot aan de Basiliek van Koekelberg. Wie diep genoeg in zijn geheugen graaft, ziet de beelden van keurig gestationeerde wagens op het Muntplein of op de Grote Markt van Brussel. Het zijn beelden die de meesten onder ons zich niet meer kunnen voorstellen. Een stad leeft, een stad is voortdurend in beweging. Herinneringen aan het verleden vervagen verrassend snel.

auto’s. Vooral omdat de lanen er nu nog niet mooi uitzien. Daar komt echter snel verandering in.

Met de nieuwe voetgangerszone zal dat net zo zijn. Nu staan de beelden van de eindeloze files voor de Beurs nog op ieders netvlies gebrand. Het is nog wennen aan de brede lanen zonder

Vorige maand al staken de nutsmaatschappijen de eerste spades in de grond om rioleringen, gas-, elektriciteits- en telecomleidingen te vernieuwen. Voor het eerst in 40 jaar. In de

Het De Brouckèreplein, de Anspachlaan én het Fontainasplein staan voor een extreme make-over. Deze winter is uw laatste kans om de centrale lanen te fotograferen zoals ze er in de tweede helft van de twintigste eeuw uitzagen. Want na de werken die straks van start gaan, zal u het uitzicht van de ‘boulevards’ nauwelijks herkennen.

lente van 2016 start het echte werk. De centrale lanen worden van gevel tot gevel vernieuwd. Schaduwrijke olmen, blauwe steen en moderne verlichting zal de autosnelwegverlichting, betonstenen en seventies bloembakken vervangen. Het Fontainasplein komt als eerste aan de beurt. Het grijze plein wordt de zuidelijke groene toegangspoort tot het stadshart. “Een streepje groen fleurt een groot plein altijd op”, merkte de liberale Brusselse burgemeester Karel Buls al op in 1894. Zijn inzichten zijn nog steeds hedendaags. Na deze werken zal Brussel weer spetteren. Zoals een halve eeuw geleden: “C’était au temps où Bruxelles rêvait. C’était au temps où Bruxelles bruxellait”.

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Extreme make-over


Begroting in evenwicht en grootse fiscale hervorming Alle Brusselaars winnen

Brussels minister van Financiën en Begroting Guy Vanhengel slaat een dubbelslag: voor 2016 levert hij opnieuw een gewestbegroting in evenwicht af. En hij voert een stevige fiscale hervorming door. Brusselaars betalen minder belastingen en het verwerven van een eigen woning wordt goedkoper. “Alle Brusselaars winnen”, aldus de opgetogen minister. Begroting in evenwicht Voor 2016 bereikt de begroting opnieuw een evenwicht. Brussel blijft daarmee de beste leerling van de Belgische klas. Op lange termijn kan het gewest dus de nodige investeringen doen in onder andere huisvesting, werk, veiligheid, integratie en mobiliteit. De tweede helft van de legislatuur van de regering onder leiding van minister-president Rudi Vervoort blijft vol ambitie! Dan de fiscale hervorming Op 1 januari 2016 wordt de voorbijgestreefde forfaitaire gewestbelasting van 89 euro onmiddellijk afgeschaft. Ook de één procent agglomeratietaks op de personenbelasting gaat voor de inkomsten 2016 op de schop. In 2017 wordt die personenbelasting nog eens met 0,5% verminderd. Wel stijgen de opcentiemen in de onroerende voorheffing met gemiddeld 12%. Ter compensatie krijgt elke Brusselaar een korting van 120 euro op zijn onroerende voorheffing voor de woning die zijn eigendom is en waar hij verblijft. Gemakkelijker schenken Voor 2016 worden ook de schenkingsrechten voor onroerende goederen verlaagd. LIBERALE Nieuwsbrief

Vooral schenkingen van onroerend goed in rechte lijn worden bijzonder voordelig. Voor de successierechten komt er een gelijkschakeling van stiefkinderen met biologische kinderen en een meer soepele regeling voor adoptiekinderen die tevens wordt uitgebreid naar ‘zorgkinderen’. In 2017 sneuvelt de woonbonus (dus voor contracten afgesloten

Voor de successierechten komt er een gelijkschakeling van stiefkinderen met biologische kinderen en een meer soepele regeling voor adoptiekinderen na 31 december 2016), maar elke koper of bouwer van een eigen woning in Brussel krijgt een korting van ruim 21.875 euro op zijn registratierechten. Alle woningen met een prijs tot 500.000 euro betalen immers helemaal geen registratierechten op de eerste 175.000 euro.

Tevens zal de prijs van de dienstencheques tot het einde van 2019 op 9 euro worden bevroren. De aftrek van de cheques bij de belastingen wordt wel beperkt tot 15 procent. Goedkoper openbaar vervoer En de prijs van een kaartje voor de tram en metro van de MIVB wordt bevroren. Gezinnen met kinderen zullen zelfs een kostenverlaging krijgen voor de schoolabonnementen van 70 euro. Voor een eerste kind zullen ze immers 50 euro betalen in plaats van 120 euro. Het tweede schoolabonnement in hetzelfde gezin blijft op 50 euro. Vanaf het derde kind blijven de schoolabonnementen gratis, zoals dat nu het geval is. Gelukkig man Minister Vanhengel is een gelukkig man: “We hebben met de Brusselse regering wekenlang keihard gewerkt om deze begroting en fiscale hervorming af te werken. We stonden voor een moeilijke opgave want voor het eerst krijgt het gewest er de nieuwe bevoegdheden bij na de zesde staatshervorming. Ik ben bijzonder fier dat de begroting in evenwicht blijft, dat de Brusselaars minder belastingen moeten betalen, dat we investeren in het openbaar vervoer, met de uitbreiding van de metro. Brussel is een dynamische stad waar iedereen zijn plaats heeft.” Of om het samen te vatten: “Be chez soi, be thuis, be home, be.brussels!”


FISCALE HERVORMING Brussels Hoofdstedelijk Gewest

In functie van de Brusselaars DUS

2016 - 2017

€89

JAARLIJKSE GEWESTBELASTING afgeschaft

€120

-1,5% personen belasting

be.brussel premie voor Brusselaars op 12% stijging onroerende voorheffing

€21.875

Korting op registratierechten voor Brusselaars bij aankoop eigen woning

€120 - €70 = €50 op schoolaboNnement MIVB Voor de eerste 2 kinderen. Vanaf 3de kind blijft abo gratis

GUY VANHENGEL Brussels minister van Begroting

OPEN VLD


AAN DE SLAG

met onze Brusselse jongeren! Brussels parlementslid Stefan Cornelis beschouwt het probleem van de Brusselse werkzoekenden als een van zijn prioriteiten voor de huidige legislatuur. Een warm pleidooi voor een doeltreffender en werkend Brussel U heeft een verleden als Ukkelse OCMW-voorzitter en u heeft een mandaat als Brusselse volksvertegenwoordiger. Hoe ziet u de Brusselse uitdagingen inzake tewerkstelling? “Brussel is de 2de topmetropool van Europa, na Londen. Haar economie is evenwel weinig gericht op de creatie van jobs voor laaggeschoolden. Het is inderdaad een paradoxale situatie: we zitten met een stevig Brussels tewerkstellingsbassin van maar liefst meer dan 720.000 jobs. Tegelijkertijd is de economie van ons Brussels gewest hoofdzakelijk georiënteerd op een diensteneconomie en bevat ze een sterk administratief karakter. Hierdoor is het type vacatures dat wordt uitgeschreven vooral geënt op hooggeschoolden en meertaligen. Bijgevolg vermindert jaar na jaar het aandeel van laaggeschoolden in de tewerkstellingscijfers van de Brusselse economie. De tewerkstellingsproblematiek in Brussel is bovendien zeer complex voor nieuwkomers, die het vaak moeilijk hebben op de arbeidsmarkt, en voor laagopgeleiden aangezien ze een tekort aan kennis en opleiding vertonen. Dit vraagt een versterkte begeleiding van deze personen die soms het verst van de arbeidsmarkt staan. Een merendeel van die werklozen, als ze te lang inactief geweest zijn, komen onder potentiële OCMWbegeleiding. OCMW’s moeten beschouwd worden als een nuttig en essentieel instrument LIBERALE Nieuwsbrief

Hoewel de Brusselse economie floreert, merken we dat laaggeschoolden steeds minder aan het werk zijn. STEFAN CORNELIS Brussels Parlementslid

en daarom als een opportuniteit die gebruikt kan worden om een extra impuls te geven aan ons tewerkstellingsbeleid door mensen te helpen hun weg naar de arbeidsmarkt terug te vinden. Dit door hun van nabij op te volgen, bij te staan en te activeren.” Zijn er alternatieven voor laagopgeleiden? “Zeker. We moeten er werk van maken om bepaalde sectoren, die arbeidsintensief zijn, nog actiever te promoten. Ik denk hier voornamelijk aan de horecaen toerismesector. Deze twee sectoren verstrekken werk aan vele Brusselaars die tot kansengroepen behoren. Daarom pleit ik voor een betere stimulering van met name deze toeristische sector – die 3,4% van onze economie vertegenwoordigt – omdat hier een potentieel onderbenut blijft, zeker als we vergelijken met andere Europese metropolen zoals bijvoorbeeld Wenen. Deze kans kunnen we niet aan ons laten voorbij gaan. Hoe kan het Gewest dit verwezenlijken? “De 6de staatshervorming geeft aan het Gewest meer en belangrijke instrumenten. Onze hoop is gevestigd in de nieuw te creëren pararegionale om het toerismebeleid nog verder te stimuleren dankzij een coherente en dynamische regionale aanpak. Er zijn ook andere gewestelijke initiatieven die getuigen van een dynamisch en creatief aanpak van de Brusselse regering. Hierbij denk ik aan de bouw van het nieuwe congrescentrum op de Heizel, alsook het nieuwe stadion, de biertempel in


Mijn het beursgebouw of het museum in de oude Citroëngarage. Deze initiatieven bieden de sector zeker mooie toekomstperspectieven en dit ondanks de huidige federale besparingen in onze andere culturele instellingen.” Wat zijn de huidige belemmeringen? “We stellen jammer genoeg vast dat verschillende jobs in de horeca- en toerismesector in de knelpuntberoepenlijst zijn opgenomen. Er blijkt dus een mismatch te bestaan tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Verschillende studies tonen aan dat er een kwalitatief tekort bestaat en verwijzen ook naar de negatieve perceptie van arbeidsomstandigheden in deze sector door werkzoekenden.” Hoe kan dat verholpen worden? “Er zijn meerdere oplossingen. Een daarvan is zeker het opleidingssysteem van leertijd. Het gaat om een boeiende mix van theorie en intensieve praktijkgerichte opleiding op de werkvloer. Het is een systeem dat goed aangepast is aan de noden van onze jongeren. Volgens Syntra vindt 85% van de leerjongeren meteen een job na de opleiding. Ook voor de werkgever is dit positief want de jongeren in dit systeem zijn blijkbaar extra gemotiveerd. Ik denk vooral aan de sectoren bouw, zorg en horeca. We hebben het hier bovendien over knelpuntberoepen. Leertijd is dus hiervoor ideaal en de aansluiting op de arbeidsmarkt wordt op een quasi optimale manier gerealiseerd. Leertijd moet dus gezien worden als een eerste opportuniteit. En opportuniteiten zijn hard nodig om het potentieel van Brussel maximaal te ontwikkelen.”

HOT SPOT SCHEUTBOS

Sint-Jans-Molenbeek Het favoriet plekje van Khadija Zamouri Wie regelmatig langs de Mettewielaan in Molenbeek rijdt, kent het stukje grasveld wel dat zich naast het tankstation bevindt. Ik vind het de moeite waard om er halt te houden, want het is slechts het begin van een prachtig stukje natuur: Scheutbos. Met zijn 50ha is Scheutbos groot genoeg om er niet over de koppen te hoeven lopen. Ook voor kinderen is het er heel leuk: dankzij de houten wandelpaden voelen ze zich er echte ontdekkingsreizigers. De hangbruggen, de glijbanen en de klimmuur behoren tot hun favorieten. Ook gewone wandelaars komen er volop aan hun trekken, dankzij de prachtige vergezichten, de gevarieerde fauna en flora en de indrukwekkende Gallowayrunderen. De moestuintjes aan de rand van Scheutbos hebben niet alleen een recreatieve functie, ze versterken ook het sociale weefsel. Enkele jaren terug nam schepen Jan Gypers - die toen bevoegd was voor o.a. Leefmilieu - de moestuintjes onder handen: de 'koterij' werd afgebroken en er kwam meer eenvormigheid. Het scheelde trouwens niet veel of het Scheutbos zou door de verstedelijking verdwenen zijn. Gelukkig werden de plannen niet uitgevoerd en kunnen we blijven genieten van dit prachtig stukje natuur.

KHADIJA ZAMOURI Brussels Parlementslid

OPEN VLD


e

In th

re Pictu

René

MAGRITTE Ik heb veel favoriete Brusselaars, maar als ik er dan toch eentje in de kijker moet plaatsen is het René Magritte. Uiteraard speelt zijn rol als vaandeldrager van het Belgische surrealisme een grote rol in mijn keuze, maar hij was bovenal ook net als ik een Jettenaar. Het is leuk om te weten dat een groot iemand als Magritte uit een relatief anonieme gemeente als Jette, het dorp in de stad, komt. Ik ben voor hem gevallen na een bezoek aan het Magrittehuis in de Esseghemstraat, waar hij 24 jaar woonde. Wanneer je zijn schilderijen bekijkt zie je dat hij een kosmopolitisch man was. Zeer gesofistikeerd en stedelijk. Dit staat in schril contrast met het huis dat hij bewoonde: een bescheiden burgerwoning in de rij met een kleine living, smalle trapgang, aangebouwde achterkeuken en een tuintje met een tuinhuisje waarin hij schilderde. Dat hij op die plek in Brussel zulke grote werken kon maken vind ik enorm vertederend en laat zien dat alles wat hij deed, vanuit zijn hart kwam. De plannen om het Magrittehuis in Jette uit te breiden met een Museum voor Abstracte Kunst steun ik dan ook

volledig. Op deze manier kan Jette bezoekers een reis aanbieden langs het leven van Magritte en de twee grote kunststromingen van de 20ste eeuw - het surrealisme en de abstracte kunst - met als centrale figuur uiteraard Magritte zelf. Dit project wordt bekostigd met voornamelijk eigen middelen en hulp van de gemeente. Als minister van Cultuur en Brussel wil ik ook graag zelf een inspanning leveren om dit project mee mogelijk te maken, in samenwerking met de andere overheden. Ik hoop dat het kan leiden tot een betere samenwerking met het Magritte Museum op de Kunstberg, zodat men de twee locaties als één pakket kan aanbieden aan toeristen. Magritte was ook heel vaak te vinden in het Goudblommeke in Papier, een oud café maar tegelijk dé ontmoetingsplaats voor de Brusselse avantgarde tussen de twee Wereldoorlogen. Dan te denken dat hij van zijn eenvoudige Jetse hofstee met één of andere tram naar het centrum een Geuze ging drinken in dit café. Dat ik soms nog hetzelfde traject afleg, maakt mij oprecht gelukkig.

SVEN GATZ Vlaams minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel

LIBERALE Nieuwsbrief


men Vlaams Parle

Extra Vlaams geld voor taalstimulering anderstalige leerlingen

''N

aar aanleiding van de vluchtelingencrisis hebben we in het Vlaams Parlement een spoeddecreet goedgekeurd, waardoor scholen die veel anderstalige nieuwkomers tellen extra financiële ondersteuning krijgen”, zegt Ann Brusseel, lid van de commissie Onderwijs. Voor elke anderstalige kleuter die nieuw is in België

en die vóór 1 februari ingeschreven wordt, krijgen scholen, ook de Brusselse, 950 euro extra. Met het geld kunnen de scholen extra personeel inzetten om de nieuwkomers sneller Nederlands te doen leren. “Voorts blijf ik aandringen op het organiseren van een aangepaste cursus ‘Nederlands voor anderstaligen’ in de lerarenopleiding. Voor veel leraren is het

moeilijk om kinderen die niet zo sterk zijn in Nederlands vooruit te helpen, ze weten niet altijd hoe ze dat moeten aanpakken. Het is nochtans perfect mogelijk, alleen moet je weten hoe. En dat kan je leren. Wanneer de kinderen nog klein zijn is het bovendien gemakkelijker voor hen om een taal te leren. We mogen die kansen niet laten liggen.”

Verander VGC in NGC De Brusselse volksvertegenwoordigers René Coppens en Stefan Cornelis hebben een voorstel op tafel gelegd om de naam van de ‘Vlaamse Gemeenschapscommissie’ (VGC) te veranderen in ‘Nederlandstalige Gemeenschapscommissie’ (NGC). “De vlag dekt niet langer de lading”, zeggen Coppens en Cornelis. Ze willen met dit voorstel duidelijk maken dat onze Gemeenschapscommissie niet alleen de spreekbuis is van alle Vlamingen in Brussel, maar ook van élke Nederlandstalige en van iedere Brusselaar die gebruikmaakt van de Nederlandstalige dienstverlening in Brussel. Het voorstel is bedoeld om in de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie een debat op gang te brengen.

RENE COPPENS Brussels Parlementslid

Sportinvesteringen in Brussel Quote In plaats van de polemiek op te zoeken, moeten we werken aan een tolerant en open Brussel!

ANNEMIE NEYTS minister van staat

Het Vlaams regeerakkoord voorziet in het onderzoeken van de mogelijkheden voor investeringen in sportinfrastructuur in Brussel. Hoewel de raadsleden van de N-VA in de VGC beweren dat een Blosocentrum er zéker deze legislatuur zal komen, blijkt uit de vraag die Lionel Bajart stelde aan minister van Sport Philippe Muyters (N-VA) iets anders. Muyters stelde dan wel dat het

onderzoeken van de mogelijkheden zeker zal gebeuren, maar gaf geen duidelijk antwoord op de vraag of er al dan niet een Bloso-centrum in Brussel zou komen. Volgens Lionel Bajart is het belangrijkste niet het al dan niet oprichten van een nieuw centrum, maar vooral dat de Vlaamse overheid investeert in sport in Brussel. De noden zijn hoog en dus moet de Vlaamse regering hier haar verantwoordelijkheden opnemen.

LIONEL BAJART Vlaams Parlementslid OPEN VLD

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

EEL ANN BRtsUlidSenSSenator


TOEKOMST

TEGEN 2044 ZAL ER OPENBAAR VERVOER LANGS HET WATER LOPEN CARLA DEJONGHE Brussels Parlementslid

O

m eerlijk te zijn: ik geloof niet zo in futuristische vooruitblikken. Het Brussel van 2044 zal ongetwijfeld meer overeenkomsten delen met het Brussel van 2016 dan dat het ervan zal verschillen. Er zullen nog altijd kasseien liggen op de Grote Markt, er zullen nog altijd honderden talen door elkaar gebruikt worden in onze straten en Brussel zal nog altijd bruisen van bedrijvigheid. Als je de cijfers mag geloven, dan zouden er tegen 2040 niet minder dan 400.000 Brusselaars bijkomen. Dat is een ongelooflijk aantal. Die zullen niet allemaal in Brussel blijven wonen, maar ze zullen de stad vaak wel blijven gebruiken als plek om te werken, te ondernemen en elkaar te ontmoeten. Hopelijk zullen we erin slagen om hen aan te sporen om die verplaatsing niet telkens met de wagen te maken, maar zullen we een trein-, tram- en metronetwerk hebben dat rechtstreeks vanuit het hinterland Brussel bedient. Het metronetwerk, dat tegen die tijd uitgebreid zal zijn naar het noorden en idealiter ook naar het zuiden van Brussel, vormt de sterke ruggengraat van het openbaar vervoersnetwerk. De tramen buslijnen vertakken zich van daaruit en bieden de pendelaars en Brusselaars een comfortabele keuze om zich dan verder te verplaatsen. Brussel heeft nood aan meer middenklassewonin-

gen. Tegen 2044 zie ik deze o.a. gerealiseerd op Schaarbeek-Vorming. Deze grote lap grond heeft dan niet alleen een zeer gemengde woningbouw, maar ook nieuwe scholen, crèches en heel wat andere voorzieningen. Van de gelegenheid werd ook gebruik gemaakt om openbaar vervoer langs het water te organiseren. Schaarbeek is een van de haltes van de “waterbus”, die vaart van Vilvoorde City tot aan de Dansaertwijk. Een bezoek aan Brussel Bad, Couleur Café of het Museum voor Moderne en Hedendaagse Kunst in het oude Citroëngebouw kan dan ook via de waterbus. In heel het Brussels Gewest en omstreken heb je maar 1 ticket nodig om je te verplaatsen met trein, tram, metro, bus of over het water. Het centrum van de stad zal tegen 2044 mogelijk verschuiven. Als het Neoproject op de Heizelvlakte (met het voetbalstadion en alles eromheen) gerealiseerd wordt, zal een deel van de economische activiteiten van ons gewest zich immers daar gaan concentreren. Het is belangrijk om daarop te anticiperen. Ik heb vertrouwen in de Brusselse toekomst. De afgelopen jaren heeft het Brussels Gewest duidelijk een nieuw elan gevonden. Er is niets dat ons ervan weerhoudt om een heel mooi verhaal te schrijven tegen 2044.

CARLA DEJONGHE Brussels Parlementslid


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.