Voorwoord De “Gezondheidsindicatoren”zijn met de voorliggende editie aan de zevende jaargang toe. Sinds de eerste uitgave in 1993 is de publicatie zowel in volume als inhoudelijk sterk uitgebreid en uitgegroeid tot een naslagwerk én werkinstrument voor eenieder die wetenschappelijk onderbouwde en objectieve informatie wil bekomen over de gezondheidstoestand in Vlaanderen. De huidige editie heeft betrekking op het jaar 1999. Naast de belangrijkste bevindingen inzake sterftestatistiek, vindt men bijdragen terug afkomstig van specifieke ziekteregisters en wetenschappelijk onderzoek inzake volksgezondheid in Vlaanderen. Ook in 1999 werd de samenwerking met het Studiecentrum voor Perinatale Epidemiologie (SPE) voortgezet. Hierdoor moeten de participerende artsen en vroedvrouwen slechts één gemeenschappelijk registratieformulier met medische geboortegegevens invullen i.p.v. een officieel statistisch formulier én een SPE-formulier. Ook dit jaar vergde de koppeling van de sociaal-demografische gegevens, die nog geregistreerd worden bij middel van het officieel aangifteformulier, aan de medische gegevens op het SPE-formulier een belangrijke inspanning en tijdsinvestering. Door een overeenkomst tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, verwerkt het team beleidsevaluatie sinds het incidentiejaar 1998 alle geboorten en sterfgevallen die zich in het Vlaams Gewest en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voordoen. Hierdoor is het mogelijk alle residenten van Vlaanderen die in Brussel geboren worden of overlijden, in de verwerking op te nemen. De onderschatting van de werkelijke cijfers, die tot 1997 bestond doordat alleen de fractie werd opgenomen waarvan de geboorte of het overlijden op een Nederlandstalig certificaat geregistreerd werd, kon aldus aanzienlijk verminderd worden. Wij wensen alle artsen en de gemeentelijke diensten te danken voor de verstrekte gegevens en voor de bereidwilligheid waarmee ze onze aanvullende vragen en verificaties beantwoordden. Zij leveren het basismateriaal voor de doodsoorzaken- en geboortestatistieken, waarop de “Gezondheidsindicatoren”grotendeels berusten. Graag vermelden we ook speciaal de inzet van de equipes van codeurs en gegevensinvoerders en de medewerkers van de provinciale gezondheidsinspecties. Zonder de inzet van hen allen was deze publicatie niet mogelijk geweest. Een bijzonder woord van dank gaat naar Dr. Willem Aelvoet, de geestelijke vader van de “Gezondheidsindicatoren” en al die jaren een groot bezieler ervan, die einde 2000 een nieuwe professionele uitdaging heeft aangegaan.