54 ZENO
ZATERDAG 17 DECEMBER 2011 DE MORGEN 55
ZATERDAG 17 DECEMBER 2011 DE MORGEN
Zijn de rode hulstbessen in de kerstkrans dodelijk voor uw kinderen ? >56
In-vitrohamburger in de pan: kunstvlees wil de wereld redden >58
Vergeet de toogfilosoof, ga op wetenschapscafé ! >60
BBC-wetenschapper ROBERT WINSTON reikt Vlaamse Scriptieprijs uit
‘Wetenschap is niet de hele waarheid’
>
De rit gaat richting Keulen, naar de kerstmarkt aldaar, en die is nog een stuk groter dan die in Düsseldorf. Het begint aan de Rheinau-hafen rond de oude vuurtoren, met stalletjes in de vorm van boten en een groot piratenschip vol kersttakken. Als je doorloopt langs de Rijn kom je langs de Kerstboot, die eigenlijk gewoon een drijvende kerstmarkt is. En van aan de Deutzer Brücke tot helemaal aan de Dom komt er gewoon geen einde aan: twee kilometer kerstmarkt met één strookje ertussen om het verkeer nog ietwat door te laten.
HOLZFLÖTEN Hier is het meer voor de liefhebbers van kerstkunst: tussen de Wurst & Co, de Südtiroler Speck Hütte en de Heisser Backfischkraampjes in kun je geweldig rijkelijk kiezen uit kerst- en andere artikelen als Handgemachte Holzflöten, Weihnachtliche Keramik en Repliken aus dem Goldmuseum. Er is ook een Bühne, overspannen met duizenden lichtjes, waar kinderkoren zingen en waar ’s avonds, élke avond, lokale zangers in het dialect lokale kerstliederen vertolken. Het is nog drukker dan in Düsseldorf. Veel Belgen, veel Nederlanders. De Nederlanders staan aan het kraam met Holländischer Matjes, aan de tent met de Brüsseler Waffeln staat niemand. “We gaan hier toch geen wafels staan eten die we thuis ook hebben”, zegt een vrouw op weg naar de Schwarzwälder Hausmannskost. Daar zijn Alfons en Marie weer, en dit keer draagt hij de plastic tas, die al bol staat van de exclusieve glühweinbekers. En het is nog maar kwart voor twaalf. “Kijk maar eens”, zegt hij, en we kijken in de zak. “Allemaal dubbel: één voor ons, en één voor onze dochter. Die heeft een speelhal in Nieuwpoort. Ze wilde ook de foor op, maar haar man zag dat niet zitten. Nu hebben ze een foor op hun eigen. Ze gaat ook graag naar kerstmarkten, maar ze had geen tijd.” “Ik zeg het u: lunaparken, vistenten, frituren en autoscooters. Onthoud het.”
ZINGENDE HERTEN Iedereen heeft er direct een uitleg voor, waarom ze zo’n driedaagse toer langs de kerstmarkten maken: het is gezellig. Die Duitsers, die kunnen er wat van, van sfeer maken. Kijk eens hoe groot allemaal. Komt geen eind aan. En die worsten krijg je bijna niet op. Man man, gezellig. Je moet dat ruiken: lekker. Kaarsvet, zeep, amandelen, wafels, kaneel, anijs, suiker, frietvet, marsepein, pannenkoeken, wierook, peperkoek, brandhout, chocomelk, het is
een draaimolen van geuren, je wordt er lichtjes duizelig van. En dan let je nog niet op de kerstliederen: uit bijna elke stal klinkt een ander deuntje, maar altijd van ting-tingeling-tjingeling – morgen, in Bonn, komen daar dan nog de zingende herten bij.
DAG 3: BONN Specialiteit van de stad: het zingende en moppen tappende hert (of eland). Achiel staat er met open mond naar te kijken. Boven een van de glühweinstalletjes op de Munsterplatz hangen er twee computergestuurd te gekscheren: na wat onverstaanbaar over- en weergebrabbel in luidspreker-Duits zetten ze het op een zingen: “Alle Jahre wieder / kommt das Christuskind / Auf die Erde nieder, tjingeling ting ting.” En dan weer een stukje conference. “Ik versta er niks van”, zegt Achiel, friet in de hand en de mond vol. “Die van bij ons zijn beter”, zegt, happend in een worst, Nathalie, werkzaam in een beenhouwerij in Gent, hier in het gezelschap van haar buurvrouw Nicole. Nicole is nog niet zo lang met pensioen, na een carrière van dertig jaar als schoonmaakster op de kinderkankerafdeling van het UZ Gent. “Als ge Kerstmis wilt, hier stáát Kerstmis”, zegt Nathalie met haar duim naar haar reisgezellin wijzend. “Die is haar leven lang, na haar uren, met die kinderen bezig geweest. Er heimelijk soep met ballekes voor maken, uit haar eigen zak sinterklaascadeaus kopen, als er geen plaats meer was op de afdeling nam ze de ouders die van ver moesten komen mee naar huis, en liet ze daar op de zetel overnachten. Ze moest dat niet, ze dééd dat. Ik zeg het u: het is hier heel schoon, met al die kerstsfeer, maar het is van de Nicollekes van deze wereld dat het écht afhangt.” Nicole moet glimlachen om het compliment. Morst mosterd op haar handtas. “Ik krijg nog elke maand kaartjes”, zegt ze, vegend met haar zakdoek. “Van een moeder, laatst: ‘Het is zes jaar geleden dat onze Chloé gestorven is. Nogmaals bedankt dat ge haar zo blij hebt gemaakt.’ Het is maar wat het is. Maar het doet wel deugd.”
PURE KOMMERZ Alvorens we over onze derde kerstmarkt in evenveel dagen uitzwermen, doet de chauffeur van onze autocar, Ben, nog een kleine dienstmededeling: straks rijden we terug naar België, een rit van minstens drie uur. Dus rustig aan met de glühwein, alstublieft, deze namiddag. “Voor uw eigen goed.” “Zo gaat het dikwijls”, zegt Ben. “Na een paar
dagen van die vettige kost, en stevig gedronken, en op de terugweg komt het allemaal naar boven. Ik heb liever dat ze op voorhand weten dat ze, als het door de zattigheid is, zelf voor de kosten moeten opdraaien. Als het op het tapijt in de middengang gebeurt, kan dat oplopen. Dat moet er in één stuk uit, en helemaal vervangen worden. Dat hebt ge niet voor 500 euro.” ’s Middags loopt alweer de hele Altstadt vol met Bonnenaren in middagpauze, spoorbedienden van het nabijgelegen Hauptbahnhof, schoolkinderen, bomma’s en toeristen. En zo gaat dat, elke dag, zes weken lang, in 2.500 kleine en grote steden in dit land. Anderhalve maand Kerstmis. “Jetzt wird’s gemütlich!”, juichen de affiches. Je wilt daar dan toch wat achtergrond bij. Misschien een uitleg. Veel verder dan ‘Duitsers zijn nostalgische mensen’, ‘Duitsers zijn romantische zielen’ en ‘Duitsers houden van traditie’ komen we niet, in onze rondvraag bij de autochtonen. “Het is een hang naar vroeger, naar je kindertijd, toen alles onbezoedeld was en het leven onbezorgd”, zegt een man met een kraampje vol zelfgemaakte Handpuppen. “Es ist pure Kommerz”, vindt een dame. “Het wordt elk jaar groter, elk jaar meer. Dit jaar 60.000 lampjes, volgend jaar 70.000. Ze beginnen ook elk jaar vroeger – tegenwoordig is het vaak al vanaf de tweede week van november. Het is aan onze economie te merken, nee?” Voor ons eindigt de dag vroegtijdig in een café. We hebben het gehad, gezien en geroken, en bovendien is het berekoud geworden (knäckig kalt, heet dat in de olijke Duitse taal). We moeten nu wel zien dat we niet te veel van dat Weißbier drinken.
MARIE:
Hij kan er niks aan doen. Als hij in Duitsland is, moet en zal hij de Duitsers onder tafel drinken. En Achiel kán een stukske bier verzetten, maar met Duitsers is het toch altijd kantje boord
OPLAWAAI Lang niet iedereen is een tevreden kerstmarktganger, op de avond van de derde dag, maar dat heeft niets met de kerstmarkt te maken en alles met de reisomstandigheden. De bus stond te ver geparkeerd, ze hebben te lang moeten wachten, de uitleg was niet duidelijk, het trapje naar de wc was te steil, ze zijn moe en het was knäckig kalt – daar kunnen ze bij Lauwers Reizen natuurlijk niets aan doen. Het lijkt me een busreisfenomeen te zijn: echt ontspannend is het niet, je bent moe als je eraan begint en je komt met wat tegenslag moe terug. Het is nogal een gejaag, soms. Op oudere mensen – 65 leek me de gemiddelde leeftijd op onze uitstap – weegt dat, en dat leidt tot gemopper. “En toch doen die mensen dat doodgraag”, zegt Ben. “Die gaan er zelf niet meer met de auto op uit, die vinden hun weg niet meer in het verkeer, om nog eens ergens te geraken hebben ze alleen de autocar.” Was het magisch? Het was mooi, voor even, vooral in het donker. Prachtige Hipstamatics gemaakt. Maar het is een oplawaai voor je zintuigen, een Duitse aanslag op de goede smaak. Voor wie niets met Kerstmis heeft: een roodgroene hel. Jinglehell.
GLKG VJDG! Alfons en Marie zitten achter ons, op de terugweg naar Antwerpen. Twee zakken vol met glühweinbekers op schoot, die stoppen ze liever niet in de laadruimte. “Wat is dat voor een gsm?”, vraagt Marie, pierend door de spleet tussen de zetels. Ik ben mails aan het ophalen. “Een iPhone”, zeg ik. “Handig.” “Ik heb dat nooit verstaan, die dingen”, zegt ze. Ze heeft er ooit één gehad, een gsm, maar het duurde drie maanden voor ze door had hoe ze een bericht moest aanmaken. “Al dat gezever”, zegt ze. “En dan die taal, die afkortingen – ze maken het alleen maar moeilijker. Ik verjaarde, en dan stuurde er iemand: ‘GLKG VJDG!’ Ik denk: zijt gij nu onnozel geworden? Wat is dat nu?” Ze stuurde een bericht terug: ‘KMK!’ “En dan belden ze: ‘KMK? Dat kennen we niet. Wat betekent dat?’ Ik zeg: ‘Kust Mijn Kloten’. En ik heb dat ding in de vuilbak gesmeten.” Marie schatert haar aanstekelijke lach, en ik moet lachen, ik ben al blij dat het even niet over Kerstmis gaat. Dat het gedaan is met de tingelingeling en de Wurst & Co. En Ben is ook blij, terug aan de Posthofbrug in Berchem: er heeft niemand overgegeven.
Nee, populariseren is er bij Lord Winston niet bij, want daarvoor vindt hij wetenschap veel te belangrijk. Waar hij naar streeft is geen samenleving waarin iedereen weet wat het grootste virus of het kleinste insect is, maar wel een waarin men beseft wat de impact van het wetenschappelijke denken is op de politiek, en hoe die politiek met de wetenschap omspringt. Geen popularisering dus, maar wel wetensch wete nschappeli appelijk jkee gelette geletterdheid. rdheid. “Voor de BBC heb ik zeventien wetenschappelijke series gemaakt, en geen enkele daarvan was populariserend. Wat ik wil doen is mensen informeren en hen aanzetten na te denken over de wetenschap. En dat is ook nodig, want iedere wetenschappelijke ontdekking of toepassing heeft onverwachte consequenties. Zelfs de meest democratische overheden zijn daar niet eerlijk over en gebruiken de wetenschap enkel in zoverre die hen goed uitkomt. Denk maar aan de ontwikkeling van gesofisticeerde wapens. Daarom is het belangrijk dat we een beter begrip hebben van de wetenschap, zodat we weten wat er in onze naam gedaan wordt. “Bovendien is er ook steeds een keerzijde aan de medaille en heeft iedere uitvinding een duistere kant. Met een mes kun je fantastische dingen doen, maar je kunt er ook iemand mee vermoorden. Het probleem is dat wetenschappers veel te arrogant zijn om dat te bekennen, of om toe te geven dat ze niet de absolute waarheid in pacht hebben, dat ze niet altijd zo objectief werken als ze wel beweren en zich door hun emoties laten leiden bij wat ze waarnemen onder de microscoop. Het belang van een ontdekking wordt ook altijd overdreven, en dat is gevaarlijk. Zeg mij bijvoorbeeld eens wat volgens jou de meest waardevolle prestatie van de voorbije twintig jaar is.” uitschrijv Het uitschri jven en van het menselijk menselijk genoom? ge noom? “Precies, je bent recht in mijn val gelopen. Heb jij daar enige positieve invloed van ondervonden? Of iemand die je kent? Ik ben geneticus en ik hou me bezig met genetische modificatie in dieren en het ontdekken van abnormale genen in mensen, wat twintig jaar geleden voor het screenen van embryo’s bij een ivf-behandeling natuurlijk heel nuttig was. Dat werd lang voor het Human Genome Project op poten gezet, en het werk dat ik nu doe in mijn laboratorium steunt ook niet op de resultaten van dat project. In feite heeft dat project dus niet veel waardevols opgeleverd voor de wetenschap, maar iedereen denkt zoals jij, dat het zowat de belangrijkste prestatie is van de voorbije
decennia. Hoe komt dat? Doordat op het moment van de aankondiging ervan in Nature en in Science, in het jaar 2000, de betekenis ervan enorm overdreven werd. Michael Dexter, die toen aan het hoofd stond van de Wellcome Trust, de organisatie die in Engeland meewerkte aan het project, zei bij de publicatie van de resultaten dat dit belangrijker was dan de uitvinding van het wiel. Als dat zo is, heb ik het alleszins nog niet zien draaien. President Bill Clinton ging zelfs zover om te beweren dat het Human Genome Project ons alles zou zeggen over onze menselijkheid, meer dan enige andere verwezenlijking. Wel, volgens mij zegt het werk van Shakespeare en Baudelaire veel meer over wat het betekent om mens te zijn dan ons genoom. “We moeten dus beseffen waar we op wetenschappelijk vlak staan. We zijn geen giganten. De ontdekkingen die ik in mijn laboratorium doe zijn ook niet de mijne. Zij behoren toe aan iedere burger van mijn
Elke uitvinding heeft een duistere kant. Een mes is een fantastisch ding, maar je kunt er ook mee moorden. Wetenschappers zijn veel te arrogant om dat toe te geven land. Meer zelfs, aan alle burgers, want als het goed gaat, oogst mijn land er de vruchten van, maar als het verkeerd gaat moet de hele wereld er de gevolgen van dragen. Wetenschappersmoetendaaromeengroter verantwoordelijkheidsgevoel krijgen. Ze moeten begrijpelijk gaan denken over hun werk en in staat zijn het uit te leggen aan anderen. Om dat mogelijk te maken, moeten we ook onze samenleving veranderen en het wetenschapsonderwijs meer belang toekennen. Ik kan er best inkomen dat iemand het een schande vindt wanneer hij op een feestje een andere gast hoort zeggen dat hij niet weet wie Hamlet geschreven heeft en dat het hem ook niet kan bommen, maar die moet net zo verontwaardigd zijn wanneer die gast bekent niets af te weten
FOTO KIPPA
Hoog bezoek maandag in Leuven, waar de jaarlijkse Scriptieprijs wordt uitgereikt. Fertiliteitsexpert Lord Robert Winston is het gezicht van BBC-reeksen als Walking With Cavemen Cavemen en The Human Body. Een schoolvoorbeeld van wetenschapspopularisering dus, maar zelf houdt hij niet van die term. ‘Alsof wetenschap alleen maar fun zou zijn.’ DOOR MARNIX VERPLANCKE
van de atoomstructuur of dat hij niet weet wat een proton is. Maar zo gaat het tegenwoordig niet. Wanneer je zegt niets van fysica af te weten oogst je alleen goedkeurend gelach. We moeten ernaar streven wetenschap een even groot deel van onze cultuur te maken als de studie van het Engels of het Nederlands.” wetenschap Maar soms is wetensch ap ook een vervan-mijn-bedshow. van-mi jn-bedshow. Het grot grotee wetenwetenschappeli sc happelijk jkee nieuws nieuws van de week week was dat het Higgs-boson misschien gevonmisschien gevonden is. Wie heef heeftt daar nu wat aan? “Je zou kunnen zeggen dat het totaal onbelangrijk is, maar extreem belangrijk tegelijkertijd. Stel dat we dat boson werkelijk gevonden hebben, ook al heeft de ontdekking ervan op dit moment geen enkel praktisch nut. Dan nog is het belangrijk. Het begrip van de deeltjesfysica zal ongetwijfeld tot spectaculaire toepassingen leiden, maar vandaag weten we nog niet welke. Misschien komen we trouwens wel een paar zaken te weten die we liever niet naar buiten hadden zien komen, dat is ook mogelijk, maar dat mag geen reden zijn om de wetenschappelijke vooruitgang te stoppen. Toen Pierre en Marie Curie radium ontdekten, waren ze wild enthousiast over dit in het donker gloeiende element, en op dat moment was er geen enkele reden om aan te nemen dat het meer zou worden dan een gimmick. Maar kijk, hun ontdekking leidde uiteindelijk tot het gebruik van x-stralen, een van de meest succesvolle vindingen uit de geschiedenis van de geneeskunde, en – iets minder positief natuurlijk – tot de ontwikkeling van de atoombom.” En toch zouden sommigen sommigen zeggen zeggen dat de wete wetensch nschap ap die hen een kind kan bezorg bezorgen en via ivf belangri belangrijk jker er is dan de zoektoch zoektochtt naar het Higgs-boson.
Lord Robert Winston ● Geboren op 15 juli 1940 in Londen als kind van orthodoxe joden. ● Studeerde geneeskunde aan het Londense Hospital Medical College en werd daar specialist menselijke fertiliteit. ● Werd in 1975 hoogleraar aan de KU Leuven, maar trok een paar jaar later naar de University of Texas in San Antonio. ● Keerde in 1980 terug naar Londen om er hoogleraar fertiliteitsstudies te worden. ● Publiceerde meer dan 300 wetenschappelijke artikels en talloze boeken, zowel academische als populaire. ● Is sinds het einde van de jaren 70 een van de BBC-gezichten wanneer het op wetenschappelijke programma’s aankomt. Hij was vorig jaar nog te zien als presentator van How Science Changed Our World. ● Werd in 1995 omwille van zijn verdienste voor de geneeskunde baron en zetelt sindsdien voor Labour in het House of Lords, waar hij regelmatig het woord voert over onderwijs, wetenschap en kunst. ● Geeft maandag een lezing in Leuven, naar aanleiding van de Vlaamse scriptieprijs. De beste thesis wordt beloond met 2.500 euro.
“Vanuit een praktisch oogpunt bekeken is dat juist natuurlijk, maar je moet wel beseffen dat ivf niet mogelijk is zonder kennis van proteïnenchemie, en dat toen deze proteïnenchemie ontwikkeld werd iedereen dacht dat dit een waardeloos stukje onderzoek was. En dat was dertig of veertig jaar geleden. Het onderzoek waar ik vandaag mee bezig ben, berust volledig op wiskunde en fysica, wat je toch ook niet op het eerste zicht zou verwachten. In de wetenschap hangt alles met alles samen en we moeten dus opletten dat we ons niet te veel focussen op bepaalde onderzoeksrichtingen louter en alleen omdat die op korte termijn praktische oplossingen beloven.” evenwich enwichtt zijn zijn Er moet dus een goed ev tussen fundamenteel oegepast epast fundamenteel en ttoeg onderzoek? “Inderdaad, en precies vandaag is het belangrijk daar de nadruk op te leggen. De crisis eist besparingen en wanneer de keuze gemaakt moet worden tussen fundamenteel en toegepast onderzoek is het nogal eens het fundamenteel onderzoek dat aan het kortste eind trekt. Het is moeilijk schaars geld geïnvesteerd te krijgen in onderzoek dat geen succes kan garanderen omdat de overheid denkt dat toegepast onderzoek de economie kan stimuleren. Maar dat is niet altijd waar. Denk bijvoorbeeld aan de ontdekking van grafeen, vorig jaar goed voor een Nobelprijs. Misschien wordt dit ooit een fantastisch winstgevend product, maar het is wel het resultaat van honderd provervolg cent fundamenteel onderop zoek.” p. 57