5 minute read

Buiten de lijntjes | De visie op innovatie

De visie op innovatie

van prof. dr. Pieter Vandervoort, cardioloog en medisch coördinator van Future Health in Ziekenhuis Oost-Limburg.

Pieter Vandervoort is topcardioloog in het ZOL. Behalve naar ons hart kijkt hij ook vooruit, de toekomst in. Samen met een multidisciplinair team werkt hij aan innovaties die onze gezondheidszorg verbeteren. “Laten we artificiële intelligentie vooral niet als een concurrent zien.”

Pieter Vandervoort startte zijn carrière als cardioloog in de Verenigde Staten, waar hij ook een deel van zijn opleiding genoot. Intussen is hij al meer dan 28 jaar in Ziekenhuis Oost­ Limburg actief. In 2012 stond hij aan de wieg van de Mobile Health Unit van UHasselt en in 2017 was hij één van de oprichters van het Future Health­departement in het ZOL waar artsen, paramedici en datawetenschappers samenwerken met de onderwijswereld, onderzoekscentra en veelbelovende start­ups aan innovatie in de zorg.

“In de Verenigde Staten kwam ik in aanraking met ‘bench to bedside’ onderzoek, dat inzet op de wisselwerking tussen wetenschappelijk onderzoek en klinische praktijk. En dat is precies wat we met Future Health nastreven. We werken in twee richtingen: we testen innovatieve toepassingen in de klinische praktijk, maar evengoed kan een probleem op de ziekenhuisvloer aanleiding geven tot nieuw wetenschappelijk onderzoek.”

Van onderzoek naar ziekenhuisvloer

Dr. Vandervoorts interesse gaat vooral uit naar innovaties die het leven van de patiënt verbeteren met behulp van technologieën die we elke dag gebruiken.

“We zijn in ons dagelijks leven zo vertrouwd met smartphones, smartwatches en tablets, maar heel wat mogelijkheden van deze toestellen blijven onbenut, terwijl ze kunnen helpen om patiënten op afstand te monitoren en betere en snellere diagnoses te stellen.” Samen met de Limburgse start­up Qompium werkte dr. Vandervoort mee aan de ontwikkeling van de eerste medische smartphone­applicatie voor hartritmestoornissen – FibriCheck – die werd goedgekeurd door de Amerikaanse Food and Drug Administration. We volgen nu meer dan 1500 hartpatiënten dagelijks op afstand op. Wanneer we een afwijkend patroon zien, bellen we de patiënt. Door hen tijdig te verwittigen, belanden er minder mensen laattijdig op spoed.”

Je hebt als organisatie een kader nodig om buiten de gebruikelijke kaders te kunnen kijken.

Voorspellende kracht

Het project ‘Heartfelt’ gaat nog een stapje verder. Samen met onderzoekscentrum Imec werkt dr. Vandervoorts team aan een algoritme dat hartritmestoornissen voorspelt. “In 2019 pakte de Amerikaanse Mayo Clinic uit met een AImodel dat voorkamerfibrillatie kan ontdekken een maand vóór er iets te zien is op een ECG.” Meer had het team van dr. Vandervoort niet nodig om zelf de mouwen op te rollen. “Wij wilden dat algoritme verfijnen zodat het nog vroeger en nauwkeuriger de aandoening kan voorspellen en dit met behulp van machine learning op een enorme hoeveelheid data. De technologie helpt ons om risicopatiënten te identificeren die we anders over het hoofd zouden zien.”

Slimmer dan de arts

Een algoritme dat ‘slimmer’ is dan de arts, voelt dat als een bedreiging? “Artificiële intelligentie is een hulpmiddel. Het vergemakkelijkt de taak van de arts en krikt de kwaliteit van de geneeskunde en de efficiëntie van de zorg op.” Ook de vrees dat op een dag het algoritme het overneemt van de arts, is onterecht, vindt dr. Vandervoort. “Het model zegt niets over de vraag of een behandeling of medicatie wel of niet moet opgestart worden. Dat blijft de verantwoordelijkheid van de arts. Laten we artificiële intelligentie dus vooral niet als een concurrent zien. Uiteraard is het essentieel om meer inzicht te krijgen in wat er in de zwarte doos van zo’n computermodel gebeurt. Zo weten we bijvoorbeeld nog niet waaróm het aangeeft dat een patiënt een hogere kans heeft op een hartritmestoornis.”

Koudwatervrees overwinnen

De moeizame integratie van technologie in de medische wereld heeft meerdere redenen volgens dr. Vandervoort. Naast ethische, technische en juridische kwesties draagt ook de medische sector zelf verantwoordelijkheid. “We zijn conservatief en implementeren niet wat we niet kennen. Studenten geneeskunde studeren af zonder kennis van sommige nieuwe technologieën. De vernieuwing dringt niet door tot de opleiding, dus hoe kunnen we verwachten dat artsen met jaren ervaring deze technologieën omarmen?”

Hoe je dan toch vernieuwing op gang trekt?

“Met Future Health creëerden we in het ZOL een ondersteunende structuur rond innovatie. En dat heb je als organisatie nodig om een innovatiecultuur van de grond te krijgen én levend te houden. Die cultuur is niet van bovenaf opgelegd. Ze is spontaan gegroeid door de positieve resultaten die we behaalden.” En dat heeft volgens dr. Vandervoort dan weer veel te maken met het feit dat iedereen die bij Future Health betrokken is, niet vies is van kruisbestuiving. “Onze projecten brengen diverse expertises, disciplines en perspectieven samen en dat leidt tot nieuwe vormen van creativiteit, omdat je vanzelf buiten de gebruikelijke kaders denkt.”

Spiegeltje, spiegeltje

Volgens dr. Vandervoort is het niet ondenkbaar dat we over een paar jaar ’s ochtends opstaan en dat ons hartritme, onze cholesterol, nierfunctie … gemeten worden wanneer we in de spiegel kijken. “In de toekomst zal de zorg meer inzetten op technologische innovaties en toepassingen buiten de ziekenhuismuren om relevante klinische data te verzamelen. Daardoor zullen we aandoeningen beter kunnen voorspellen, behandelen en opvolgen.” Dat de technologische ontwikkelingen zó snel evolueren, verrast dr. Vandervoort soms zelf nog. “Tien jaar geleden hadden we niet eens kunnen dromen van al die prachtige dingen die vandaag mogelijk zijn.”

Wie is prof. dr. Pieter Vandervoort?

  • Cardioloog, medisch diensthoofd niet­-invasieve cardiologie en medisch coördinator Future Health in Ziekenhuis Oost-­Limburg.

  • Co­-oprichter Mobile Health Unit aan UHasselt.

  • Werkt op dit moment samen met Imec aan een algoritme dat hartproblemen voorspelt.

This article is from: